Vincent Hoffmans HUIS m 2ELST mensenredder overleefde het vuurpeleton ZATERDAG 6 MEI 1961 „Ik hield de armen ge kruist voor de borst; het zweet gutste me langs het lichaam, myn handen waren klam. Voor me stonden de SS-ers, de machinepistolen in de aanslag; naast me op enige afstand: mijn broer Joop en weer iets verder bur gemeester Moonen: rustig, zo recht als een kaars. Joop huilde: hij was pas achttien. We beseften wat er ging ge beuren. Het was half twee in de mid dag van woensdag 6 september 1944. De straten lagen verlaten; de zon brandde. Al van elf uur af stonden we daar op het plein voor het stadhuis. Mijn ogen de den pijn van de felle zon. Ik zag de koperen klokkewijzers van de Sint Jan. de bomen, de huizen, alles wat me zo vertrouwd en dierbaar was; ik bad en hoopte dat er een wonder zou gebeuren. We werden bruut ondervraagd en telkens moesten we ergens an ders gaan staan, terwijl de SS-ers de passen uittelden voor de exe cutie.." Dat vertelt Vincent Hoffmans (42) uit Waalwijk, de man die met zijn broer en burgemeester Moonen als gijzelaar voor het executiepeloton stond. Vincent kwam echter even nadat de scho ten waren afgevuurd overeind. vluchtte..., bleef hevig bloedend aan een prikkeldraadversperring boven een sloot hangen... lag twee weken bewusteloos in een ziekenhuis, was door de dokto ren reeds opgegeven, maar bleef desondanks in leven...Het is een even dramatisch als wonderlijk verhaal uit de aan tragedies zo rijke bezettingsjaren. Nog schud den de mensen in het Brabantse schoenenstadje het hoofd als ze het over Vincent Hoffmans heb ben. Zelf zegt hij kalm: „Het was mijn tijd niet; ik heb geluk Vincent Hoffmans leidt met zijn broer een fabriek van che mische verfstoffen te Waalwijk. Hij is heel vriendelijk en spreekt zacht, maar die verschrikkelijke episode op het Raadhuisplein, zo vlak voor de bevrijding, heeft tengevolge gehad dat hij een rus teloos, nerveus en een in zichzelf gekeerd mens is geworden. dat e gelopen", zegt Vincent. „Wel weet ik nog dat we de hoek van het stadhuis omgingen. Ze moeten meteen geschoten hebben. Ik voel de even een snerpende pijn, toen werd alles donker.." Ongeloofwaardig drama in Waalwijk aan voor avond van de bevrijding woning van trokken n HPI Hoffmans-Zijlmans: verkeerde echter, want niet Joop en Vincent, maar een neef van hen was bij het arresteren van de landwachters betrokken ge weest. Joop en Vincent, zich van geen kwaad bewust, keken juist door het zolderraam naar buiten toen de SS-ers het huis omsin gelden. De vrouwen zagen hen staan; ze wezen naar boven. De SS-ers stormden de trap op en Joop en Vincent werden ver hoord. Vincent verklaarde rustig dat noch hij noch zijn broer dc landwachters had opgepikt. Eén van de vrouwen zei toen dat het dan ook wel een neef geweest kon zijn. Waar woont die neef werd er gevraagd. Wij willen geen ver raders zijn, antwoordde Vincent. *-★-★-★-★-★-★-★-11 De commandant hield aan; hij drukte de loop van het machine pistool tegen Vincents voorhoofd. Een zusje van de broers, totaal overstuur, smeekte: Vincent zeg het toch. zeg het dan toch. Toen grepen de SS-ers het meisje en het kind noemde in doodsangst het adres. De onverlaten snelden naar het huis van neef Hoffmans, maar die was gevlogen. Joop en Vincent moesten mee naar het Raadhuisplein. Ook burgemees ter Moonen werd uit zijn werk kamer gehaald. Zo begon de prelude" van een diep-tragische gebeurtenis. Op dc plaats van de terecht stelling is in de muur van het stadhuis een steen aangebracht die herinnert aan burgemeester Moonen en Joop Hoffmans. Zij stierven de heldendood voor 't vaderland staat er in sobere let ters op te lezen. De steen her innert ook aan Vincent Hoff mans die op die droevige sep- temberwoensdag van 1944 op werkelijk wonderbaarlijke wijze aan de dood ontsnapte AR IE VAN PAS -A-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*-*.*.#.*.*-*.*.* Twintig, dertig, haalde hij er uit het water „Als de kogels rnijn rugge hadden geraakt, was het me gebeurd geueesl," zegt Vii hangen in prikkeldraad, juist met zijn hoofd boven een sloot... Er werd getelefoneerd. er werd gewaarschuwd. Er kwam een zuster, een brancard; dokter Lenglet verbond de WE overvielen hem een beetje, omdat hij onver wachts onze weg kruiste. Maar getraind als hij is in plotselinge reacties zei Huib van Zeist na een korte aar zeling terstond: „Ga dan maar mee naar het hoekje op de gracht. Daar kunnen we rustig praten. Want m'n vrouw iS op hei ogenblik «id j Maar als je haast 80 bent, word je wel eerder moe dan vroeqer' i erg lekker en dan is het be- ter dat ze niet gestoord wordt hij t&ÊÈk, Vincent Terwijl leidde pastoor Heezemans de ..Hoevéél ik er in de loop der hl?ld?aVzouhhèl"a«Llijkb Razzia Twee landwachters die tevoren '„dolle dinsdag") tijdens een razzia door illegalen uit hun huizen wei-den gesleurd en gevan gen gezet, moesten binnen een door de SS gestelde tijdslimiet worden vrijgelaten en naar het Raadhuisplein worden gebracht. Zoniet, dan zouden burgemees ter Moonen en Joop en Vincent Hoffmans zonder vorm van pro ces worden neergeschoten. Dokter Lenglet, pas afgestu deerd en nog maar vijf maanden in Waalwijk, kwam de van woede ziedende SS-commandant ver tellen dat de landwachters er over een kwartiertje zouden zijn. Leng let ging toen even de vrouw van de burgemeester geruststellen, die door het raam had gezien wat er gaande was op het plein voor het stadhuis. Maar de minuten verstreken en er daagden geen landwachters op. De SS-ers tierden. Lenglet werd telefonisch teruggeroepen en ook hij kon bij de drie gijzelaars gaan staan...Burgemeester Moo- nen echter, die de Duitse com mandant bij herhaling had ge tracht te overtuigen van hun on schuld. attendeerde hem er met klem op dat dokter Lenglet niet het minste met de zaak uitstaan de had. De SS-er gaf tenslotte be vel dat Lenglet kon gaan... Uitgestorven Waalwijk leek uitgestorven op die angstige middag van de zes de september. De SS-ers hadden de Grotestraat afgezet. Ieder een moest binnen blijven. Een melkkarretje stond moederziel al leen. Uit het zuiden kwam af en toe het gerommel van een on weer; het was het schieten van de in aantocht zijnde geallieerden, had men verteld. Burgemeester Moonen nam geregeld zijn hoed in de hand en zette hem dan weer bruusk op het hoofd. SS-ers leidden de gemeentebode naar de politiepost naast het stadhuis. Het was ruim twintig minuten voor twee. Er klonken bevelen, machinepis tolen, klikten. Voor het raam van zijn huis op het Raadhuisplein zag burgemeester Moonen zijn vrouw en dochter. Hij vroeg de commandant als laatste gunst of de executie niet voor, maar ach ter het raadhuis kon geschieden.. Het verzoek werd ingewilligd en de drie mannen kregen het com mando naar achteren te lopen; de burgemeester kloekmoedig - de SS-ers had gestaan, weten: Twintig, dertig, rnisschicu u er vresehjk aan toe^ wel veertig. Dat heeft nou een- weggebracht werd maal altijd in me gezeten en dat dacht van HÓ ifn" zit er nog ln" Maar ach. als je SrILn hl ia ün tegen de lachtig loopt moet je ei- overdreven te bedanken voor de genliik een beetle on ie «if paan ,hem verlegden nog letten. Wat doe je echter, wan- toen de contact te mogen hebben met I1CC, ?™n'eLd™, ver°°,rd«lde" En len eri iedereen .chreemVt stak Irtwk ht 1 i'n °Vel" doctl men bliJ" °P de kant staan? Ü5n,.teï5 ,".°s 20 ianf Dan kan je het immers niet laten e,1;V>14 te springen. Daarom heb ik gelijk de aandacht lc OHiJiigcu ^aari gevangen te houden door te doen altijd zulke pantoffels alsof hij dronken was... rubber eronder. Daarin beweeg ik dokiïr^S nnaahreteenjZzTeWVcnn- huiö in Den Bo'sch gebracht. genlang zweefde hij op de grens van leven en dood; maar de dood verloor tenslotte het spel. Een paar millimeter het bijzijn i QO c uvc gieken- dergoed. Zomer als het hard koud Hier is een man uit de heffe des volks, een rasechte Amsterdam mer. die al 60 jaar drie-hoog woont, op .Rechtboomsloot 36. bij een schilderachtige maar gevaar- Wat voelt een mens als hij liike gracht, bekend als de Krom- wordt gefusilleerd? Vincent Hoff- boomssloot. Zelf heeft hij ook iets mans kan het vertellen. ..Even schilderachtigs over zich, met -een beetje een gloeiende pijn, zÜn stoere knevel en zijn lange verder niets," zegt hij. ,,Er is grijze haren, die ons even aan de geen zachtere dood dan de ko- Franse staatsman Aristide Briand gel...De schoten gingen dwars door d°en denken. Tijdens het gesprek mijn lichaam maar ze raakten is er §een woord Frans bij. wel net niet de rugge wervel. Een 1 1-1 paar millimeter naar links en ik zou niet meer hebben kunnen op staan..." Drie maanden heeft Vincent Hoffmans in het ziekenhuis gele- heb ik de radio, 'k Snap alleen niet. dat ze zoveel rock 'n roll geven. Waarom zo weinig opera muziek en zo weinig van Mozart, Beethoven e.d.? De „Zigeunerba ron" is toch iets prachtigs. En „Egmont" vind ik eveneens een genot om naar te luisteren. Was Nico Treep er nog maar met zijn orkest. En Helène Cals. Wat kon die meid zingen! De beste coloratuurzangeres die ik ooit ge- eigen hoord heb. Die hobby maakte ik i__ door de jodejongens, die meestal erg muzikaal waren. Als knulle tje van 16 had ik dan ook al graag een paar dubbeltjes over voor een kaartje voor de Opera. Clinge Spijtig JOOP HOFFMANS armen nog steeds gekruist, dan Joop, snikkend... Pastoor Heezemans. de enige die bij de terechtstelling mocht ..Toen ik bijkwam' hij, ..zag ik alles weer voor me. Ik zag de burgemeester weer kaarsrecht over het plein lopen. Ik hoorde mijn broer huilen, ik zag weer de grauwe uniformen zijn zijden sjaaltje wat en de staalharde tronies van de gaat spijtig werder: „Daar. waar SS-ers. En geloof me, ik wilde dat ventje staat, ben ik er onlangs toen dat ik dood was. Eerst in nog één nagesprongen. Een ze- Zwitserland, waar ik een jaar kere Rinus Bruin, 't Was een zwa- heen moest voor mijn long, kreeg re man van 74. die al 40 jaar ik langzamerhand weer lust in hier in de Koningstraat woonde, het leven. Ik moest als een kind Hij leed aan vallende ziekte en weer leren lopen en springen, raakte zodoende uit z'n evenwicht. Ik genas goed, maar door de 't Was circa half 2 in de middag ..shock' door dc ondragelijke dat hij in de gracht tuimelde. Aan spanning van die uren. zijn mijn vankelijk had ik niks in de gaten, rechterarm en enkele vingers van want ik stond wat te hangen bij de rechterhand verlamd. Ook de eerste brug, vlak bij m'n huis. ~iijn linkerbeen was lang Als het een kleintje is neem ik het steevast met de romp onder m'n arm. Dat is vrij simpel. En 'k heb nog eens een jodenvrouw krabd, laat hij" de" blauwe* og°en gered op de Prins Hendrikkade, Ofeptohk wegzakken, trekt wat ook weinig om het lijf had. Als hij een sigaret heeft opge- vertelt stoken sigaren roken kon hij nooit leren en zich even over het blozende gezicht heeft ge maal stijf. Ik ben kig wat overheen, maar de v schrikkelijke gebeurtenis zom; van me afzetten kan ik niet. De verkeerde geluk- bad. Joop klemde zich vast aan de pastoor en smeekte hem te redden; de pastoor werd echter ruw opzij gezet. Nog maar amper stonden de -% - - drie Waalwiikers in de schaduw de^die woensdagochtend van de raadhuismuur of de ma chinepistolen gaven een salvo. Joop kronkelde zich gillend over de grond. De burgemeester lag voorover. Opnieuw zwiepten de schoten. Toen werd het stil Als men die landwachters met rust had gelaten zou er niets J_ gebeurd zijn. Hun vrouwen hiel- maal niet bonk bagger. Nou, mogelijk achter hem Ze stond kennissen na te zwaai en. die een tochtje met een ple zierboot gingen maken. Terwijl ze een eindje met de boot mee liep stapte ze pardoes het water in. Ze had echter zóveel rokken aan. dat ze erop bleef drijven. Toen had ik ze maar de hand te reiken en naar me toe te halen. HH9IR0JU.- ..„.o, Een heel ander geval was dat Ën het gebeurde bij "de tweede ^-janjje dochtertje van de fa mi- brug. een vijftig meter verderop. he Charley, van de Keizersgracht Op eens hoor ik een hoge vrou- Dl- ®ok jodenmensen. Dat kind wenstem roepen: „Ome Huib! fietste destijds hier de Krombooms- Ome Huib! Er is er een zinken- sloot in en i' de". Ik draai me om. vlieg naar sale sprong de tweede brug. gooi m'n jasje uit Water en plons ook het water in. Zó met mijn benen vast tegen elkaar Dat moet je hier wel doen, als je ze spreidt achterna, 't de gracht stond erg laag, zodat ik wel een val van zes meter maakte, 'k Greep het meiske bij d'r lurven, maar ze hele- bleef achter haar fiets haken.Ik lonne Nederlandse SS-ers staan de Zij noemden de naam Hoff mans. De SS-ers en je blijft, 't Is één trekken en trekken en al maar 3 snel draaien. Er kwam steeds meer te ko- volk toegestroomd, met stokken zodat ik hem in zijn nekvel eQ lijnen en ladders. Maar nie- kon grijpen. Hetgeen me lukte, mand die me nasprong. Net toen Een drenkeling moet je altijd van ik zowat bekaf was, schoot het achteren benaderen, anders grijpt kind van de_ fiets los. Toen nog „Pastoor, pastoor De stappen van de SS-ers stier ven weg. Pastoor Heezemans boog zich over de gefusilleerden om hen de Heilige Olie te geven, maar toen richtte plotseling Vin cent zich op. Hij was niet dood; hij bloedde verschrikkelijk „Pas toor, pastoor", klonk het. Vin cent keek rond en rende weg. langs ae woning van agent Van Berkel. door een poortje, de ach ter het huis gelegen dijk over... voorop, gevolgd door Vincent, de Honderd meter verder bleef hij Op de plaats ling nerd een i de i ?ehtste1- i nge- iamen van de dr\ gijzelaars: burgemeester Moonen >68), Joop Hoffmans (18) en Vin- I Hoffmans (25). De heer J. Berkel. die h,er de stern t, was als jongetje vlak bij de gefusilleerd, bij schoof het gor dijn weg om te kijken wat er ge- de SS-ers omsingel- s en gingen voor de hij jou vast en dan ga je°aÜe- een laatste krachtsinspanning twee naar de haaien. En toen ik Je weet onder zulke omstandighe- hem met m'n linkerhand stevig den toch nooit waar je de kracht beet had, ben ik met dc rechter- B J de kant gezw Steile kant t wel: een beroerde. vandaan haalt en ik had de wal. Daar werd dan eindelijk het werk van me overgenomen. Nadat vader Charley 't gebeu- omstanders had gehoord, ij me thuis opzoeken en ie Kam waaron ie wpinm var dankbaarheid omhelzen. hebt-Maarxoais meestal het ''K'"d had veel water bin- val is kwam er ook nu iemand nengekregen, maar _alles_ verliep Max Tak heb ik gemaakt. Die was gent bij Tuschinsky. Tegenwoordig zit ie in Amerika en af en toe hoor ik hem nog wel eens door de luidspreker. Maar ten slotte is ook hij weg. Eigenlijk heb ik nog maar één trouwe vriend over: Clinge Doorenbos. Die wordt in juni 77 en ik 31 augustus 78. We schelen dus een goed jaar. Met hem heb ik destijds gediend, 'k Was zijn oppasser op het fort „Oranje" in Naarden. Ik was van de lichting maart 1903 en hij van maart 1904. Elke Kerstmis stuurt hij me trouw een pakket en dan is er altijd nog een hartelijk woord bijgevoegd. Dit bijvoor beeld: Bussum, eind 1958. Vierenvijftig jaar geleden Kwam ik op „Oranje" aan, En de éérste kanonnier, die Ik daar op die dag zag staan, Was Van Zeist, een achterblijver Van de lichting neg'tien drie, Die ons, biggen, welkom heette Op de derde compagnie. Hij vertelde ons van alles. En hij vrolijkte ons op. Met zijn vettige kwartiermuts, Dwars en schuin, scheef op zijn Ik zie 'hem daar op „Oranje", Nog héél duid'lijk voor me staan, Ben hem nu nog dankbaar woor mij heeft gedaan: Ridderstraat om m'n jongste Hij „behandelde" mijn stroozak, broertje de borst te geven. Wat En maakte mijn krib gereed, een tijd was dat! Dan is het nou Vriendendiensten, die je niet na toch wel iets beter, al moeten we Vierenvijftig jaar vergeet... ook met z'n tweetjes leven van 162.50 A.O.W. Toch is moeder Echt Clinge hè. Is dat nou niet nog 82 geworden, waarvan ze de mooi! Ja, die militaire diensttijd., laatste 10 of 12 jaar in hetzelfde In 1904 ben ik met de Willem II huis woonde, waar ik nu woon. van de Stoomvaart Mij „Neder- 'k Ben nl haast 50 jaar getrouwd, land" ook nog naar Indië geweest. En ik voel me gelukkig. Soms Als „Kapitein-turfboer", zoals we ontvang ik nog wel eens een aar- dat toen noemden. Voor twee jaar digheidje uit de buurt. Dit horlo- gedetacheerd voor het Nederland- ge kreeg ik bijvoorbeeld pas van se leger, 'k Zat op „Batavia", in het Wijkcentrum Oude Stad. M'n de Preanger Regentschappen, eigen klokje wou niet meer lopen Van Heutsz was toen gouverneur, na dat geval met die-Rinus Bruin, Tweemaal Huib van Zeist gefo tografeerd tijdens ons gesprek: „Eens nam ik een drenkeling lus sen m'n landen, net als sommige grote honden doen. En het lukte! (foto l). Maar die laatste keer met Rinus Bruin.... Ontzettend jam mer Ifoto II). r blij dat ik n met een ladder en touwen aange hold. zodat ik op die leer kon gaan staan om Rinus in de stren gen te knopen. Daarmee had ik het mijne gedaan. Boven begon nen ze nou uit alle macht tc hij- "iet sen en ten slotte hadden ze hem den te pakken. Daar moet je echt niet de Oude Schans, licht over denken. Hij woog fif' later is ze in Sneek getrouwd. Dat is het laatste dat ik van haar hoorde. „Op deze plek haalde Ome Van Maar 'k was w Holland terug Hier heb ik het laatste epistel dat ik van Clinge ontving, met zijn foto erbij. Zie eens, hij staat ren ook weinig meer overgebïc- in de deur van zijn woning en ven was. Toch leuk. Een bewijs wuift me met beide handen toe. dat de mensen je waarderen. Van- Het volgende schreef hij me, na- daar ook. dat ik bij Kokernoot, dat hij kennis had genomen van een joodse kistenhandelaar op de m'n reddingspogingen voor Rinus Oude Schans, altijd hout mag ha- Bruin: len voor de kachel. En toen hij van die vergeefse reddingspoging Waarde oud-kanonnier, met Rinus had gehoord zei Ko- Hulde voor je dappere daad. x „Huib. haal Van iemand van de 3e Compag nie 2-de Regiment Vesting Artil lerie kan men niets anders ver wachten! Hartelijke groeten voor u beiden. Ook voor tante Ka. Clinge. Hartelijkheid kernoot tegen de hele maand maar brood koek voor mijn rekening.' Geen lintje tuur geweest. En je hebt natuur lijk %-olgens de hondenmethode je irn,„non beide handen lekker vrij. Dagen- rSKÏiK isg«veoVdk tch,cr ma neksp"- hardlopen op iar ik toevallig De jongen „Nee, c hoorde ik ook nooit och. dat zit allemaal in Den Haag en daar hebben ze vermoe delijk nooit van me gehoord. 1 gaat het im- Hoeft ook niet. Daa: niet ■Lhet werk ker 100 kilo. 't "Was 'beulswerk, struikelde en scioot van de kant Helaas had hij reeds te veel mod- af- Zijn moeder, die het gezien derwater in zijn longen gekregen, had, schreeuwde dat het door zodat hij. nog vóór de Genees- merg en been ging. Ook toen ik kundige Dienst met hem bij het die knul al lang op het droge had nooit benauwd geweest. Als jon- n-.e+i,.,;* gestorven bleef ze schreeuwen. „Mens", zei 17 t Jk j d haven i gevoeld. Nooit benauwd Overigens ben ik Gasthuis arriveerde, gestorven bleef ze schreeuwen. was. Ontzettend jammer. Waren ik- ..hou nou toch eens op. Hij SkU x' ze er toch maar direct bijgespron- lééft toch nog". Dat kalmeerde a,s bootwerker gen. Er stonden mensen zat in de haar en eerst toen durfde ze haar per buurt de meesten een stuk jon- handen voor de ogen weghalen. cn m.n ieven dan ik. Maar niemand durfde En dan dat kleine ventje van de «„haft van Ze liepen alleen druk familie Roskam, die weer in deze schjmi van waardoor kostbare gracht kopje onder ging. Oók zo n vaardcr af te geval dat je niet licht vergeet. 's Ochtends had ik hem gered avonds kreeg hij er een Zulke hartelijkheid heeft een mens nodig van tijd tot tijd. Maar wat wil je. Ook al degenen, met wie ik diende, zijn zo zacht jes aan dood. Wat is een men- als - als is, dat ik er nog" maar knaapj°e van H om 5 uur* 's och- meer mag redden, zonder zelf tends uit de veren moest om te ongelukken te maken. Dat zou helpen bij de bestrating van de moest werken middags 1 uur het i blijkbaar. tijd verloren ging. Rinus viel i melijk voorover in het kreeg meteen een hoop beetje sneu zijn, want Rozengracht. water f^n Ik nog werkte heb ik nooit van 6 tot 6. met met de Ongevallenwet te maken schafttijd. Verdiensten: gehad. per dag. w„„, m Toen ik 17 was zat ik, zoals Weet ie wat steeds meer ga vezegd, al op de kaai voor het la- missen. Al die mensen, met wie den en lossen van schepen. En 2<3veel_Jaren *?en opgetrokken. 0ok ben ik 21 jaar karrijder en je eigen leeftijd, schuitevoerder bij de houtzagerij lts de vele ïodpn k- u-l binnen. Arme bliksem. Zijn broertje bij beide broers uit Apeldoorn zijn nog over geweest om hem te be graven. Hij kwam ook oorspronke lijk uit Apeldoorn. Aan die broers heb ik de hele toedracht verteld. Ze wilden alles weten. Van die ene kreeg ik toen vijf gulden. Verdorie nog toe. dal ik middags tijdens De i e schaft van zo'n grote koop- In de eerste plaa'ts de vele joden n. Heineman geweest. "NÖü~ïs het aarder af te duiken. Dat kon in "e buui"f. dic twintig jaar ge- afgelopen, 'k Ben nog wel fit, ie "jd allemaal nog. daar alles gevo^En v^^le^de^e^: EJiiVS^SS^f1bVIk me cel minder streng was dan te- den. die je_zo een voor een^zijn toch enkele weken niet zo gevoeld Op deze manier zou ik nog veel meer ervaringen kunnen vertel len, maar waartoe? 't Komt al lemaal op het zelfde neer. Behal ve dan die ene keer, toen ik zo'n klein kind tussen m'n tanden nam. Net als sommige grote honden jong en moeder was veel te niet één müiuuteerder bij kon zijn. Dan had Rinus waarschijn- In 01e da*en kon 1 no«- daar niettemin de goede voortaan zo geen lijk nog langs de gracht gekui erd... Telkens weer keert die ge dachte bij me terug. Dat komt. omdat -bijna al mijn andere red dingspogingen goed zijn afgelo- Nou zijn het meestal kinderen, die te water raken. En daar werk dergaan Maar ja. 'k ben je uiteraard gemakkelijker mee. maal altijd een jongen v In die dagen kon ik dat nog, daar Die moest elke dag nadat eigen tanden nog had. ze eerst gauw d'r eigen huishou- de politie-inspecteur, die dentje haa gedaan nog een uur met een en ander te maken kreeg, of tien bij anderen gaan werken. Voor 6 centen per den destijds oordig. Ik kon uitstekend ontvallen. Gelukkig heb ik beste als anders. Grote wandelingen 'du ,,„le 5-d-»- d'e ^s'«vr,!; kcn,k had longen als een paard, 'k Had de vijftig loopt. Zij bleven allen in best acrobaat kunnen worden, als Amsterdam hangen en komen ons regelmatig opzoeken. De een brengt dan een rokertje voor me mee, de ander weer iets anders. Dat stel ik erg op prijs, 't Zijn per saldo ook maar doodgewone En o leef je dan maar van week in de andere, boor devol herinneringen. Lang slapen te redden. Immers, op die manier zou je gemakkelijk samen met de drenkeling voorover kunnen cent in de week. Dat was kachelhout, klop de kleedjes in de Oude Ridderstraat, waar we zovoort. Dat leerde ik allemaal gebukt onder de petroleumlamp van m'n moeder. En 'k doe het moesten doorlopen. En dan ging nog graag ook. Verder wat rond- moeder 's middags nog even van scharrelen overdag en 's avonds Hoe lang Is het al weer geleden dat Ik dat snoekje ving van vijf pond? Haast zeventien Jaar. Dat was In de hongerwinter, 'k Kon er op slag 25 voor krijgen, maar ik holde er mee naar huis. wat cn voor alle kinderen een stukje. Toen was-le op. Straks zijn we, allemaal op...."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17