Het achterhuis ANTON WITSEL tetse jy "Ruimte voor ons.... De tien meest verkochte ZATERDAG 29 APRIL 1961 f, Één wereld Op de Kurfürstendamm hangt een vrouwenportret. Geschilderd door een doofstomme kunstenaar. Een twee meter hoge kopie van een tekening van Anton Witsel. „Eine Frau die Wartet". Op de tentoonstelling van Witsel in Reinichendorfe hangt het origineel als een symbool van zijn expositie, een tentoonstelling van tekeningen der Amsterdamse jodenwijk, van het Anne Frank-huis en vele portretten. Meisjes met donkere ogen, aarts vaderlijke koppen J Er was moed voor nodig om met 800 kilo gram aan tekeningen naar Berlijn te trekken, meer dan moed: idea lisme. Hij heeft er voor moeten lopen, heeft er voor moeten praten, heeft er voor moeten vechten. Maar hij bleef bij zijn gedachte „Eén wereld, één mensheid" en wilde dat juist in het brandpunt, dat Berlijn toch is, aan jonge mensen duidelijk maken. Anton Witsel is zelf geen jood, maar hij kreeg bij zijn plannen de steun van de hele joodse gemeen schap om die tentoonstelling te realiseren. En het kwam voor elkaar, vraag hem nu, na afloop, alleen niet meer hoe. Zo hingen ze daar dan, de tekeningen, die een wereld op zichzelf betekenden. Die de Duitsers confronteerden met veel leed en ellende. Maar toch „Eén wereld, één mens heid", ook de Duitse jeugd moest dit weten. Alleen liet die aanvankelijk ver stek gaan. „Na drie maanden exposeren in ver schillende wijken van Berlijn dacht iedereen dat we er waren, radio, pers en televisie: ze hadden allemaal aandacht geschonken aan deze tentoonstelling. Maar de jeugd, de jeugd had ik nog niet bereikt zoals ik wel zou willen. Toen ben ik doorgegaan," zegt Witsel. Na zes maanden is hij teruggekomen. Met een geslaagde expositie, dat bewijst zijn gastenboek onver bloemd. Dat bewijst misschien ook wel het feit, dat er enkele van zijn tekeningen besmeurd zijn met joden sterren en vulgaire woorden. „Dit zijn geen anti-semieten geweest," zegt hij, „maar jongens, die door het bestuur van de vereniging, waarvoor ik exposeerde, eruit zijn gegooid. Het was hun reactie." mensheid Symbool t i tentoonstelling: „Eine Frau die Wartel". „Ze sloot de deur achter ons en we waren alleen." (Het Dagboek van Anne Frank 10-7-'42) Buiten klinken de slagen van de Westertoren. Het zou nu stil moeten zijn in dit huis op de Prinsengracht, waar, nu al weer bijna twintig jaar geleden, een meisje ec i dagboek begon dat een best-seller werd over de hele wereld. Het zou nu stil moeten zjjn, maar achter ons klinkt de stem van een meisje, die in het Duits dingen vertelt die iedereen kan weten als hij dat dagboek gelezen heeft. En ter wijl wjj ons lichtelijk staan te ergeren denken wij aan de opmerking van Anton Witsel „De gedachte om van een huis een monument te maken is in feite niet- Joods". Er zijn maar weinig mensen, die kunnen glimlachen met hun ogen alleen. Anton Witsel kan het. Hij heeft bruine ogen en kijkt je recht aan, terwijl hij praat. En hij praat veel, de smalle mond onder de korte grijs-zwarte snor staat niet stil. „Kijk, die lichtval", zegt hij zodra we zitten en hij glijdt met zijn hand kort langs de zonnebaan tot de schaduwen op tafel, een houten tafel, schaduwen van een smeedijzeren hekje, geraniums erachter. Daarachter: de zon aan een melkglazen hemel, huizen nek aan nek, kubistische insecten op één poot, wat moet dit triest zijn als het regent, de achterkant van een stad. Hij zegt: mesjokke in zijn eigen versie van 't Amsterdams, be- kommert zich niet om liggen of leggen, kunnen of kennen. Het Ge/oorr in de Duitse leuod Slot van elke zin is een rhetorisch „niet-eh" bij voorbaat bevesti- gend uitgesproken, er is toch geen tijd voor antwoord. WIJ OOK? van niet uit te sluiten. Het wordt echter bedenkelijk als men aper- te onwaarheden gaat schrijven, De eerste dagen tn mei zijn zoals b.v. de vorige week. Anti voor velen in ons land altijd semitisme is geen Joods, maar weer bijzondere. De ouderen een Duits vraagstuk, zo luidt Wit- denken terug aan wat zij in de seis devies. Deze zinsnede uit barre vijf oorlogsjaren hebben een artikel over Witsels tentoon- meegemaakt en verloren, ons Berlijn.» njet aUeen Van de lichtval komen we op de omgeving van het Anne Frank-huis, er komen knipsels over de aktie die hij gevoerd heeft tegen de slopers rn;»r,?,nrrf «11^ onwaar, maar getuigt evenals op- - - jongeren wordt dan, op allerlei merkingen ajs „typisch germaan- (m'n enige hulp' manieren, duidelijk gemaakt se gebruiken" (wat zijn dat eigen- middel was eer „Man soil die Worte gedenken und nicht die Denkmaler" Beneden, in het kantoor van de wereld. De handte-1 De Amsterdamse kunste de ex-koningin naar was zelf niet aanwe- maar ook een zig toen het gebeurde. Maar zinnetje als dit: „Hierbij toen hij terug kwam ston- gedenk ik mijn vader en;den jonge mensen, de zo- i-l genaamde ...halb starken" de documentaliste van de Anne Frank-stichting. „An ton Witsel? Nee. die naam ken ik niét". Van'de vele mensen die het Anne Frankhuis bevolken (een gevolg van het feit dat hier een Internationaal Jeugd centrum wordt gevestigd) blijkt alleen de directeur zich die naam wèl te her inneren. Een vreemde si tuatie want de geschiede nis van dit huis is gedeel telijk óók cTfe geschiedenis van Anton Witsel. Hij heeft indertijd zijn fhtrek geno men in het bouwvallige huis en heeft zo voorkomen dat het wera gesloopt. (Het huis werd later geschonken aan de Anne Frank-stich- ting). Tegelijkertijd heeft hij het huis van onder tot boven getekend. Fantasie tekeningen. bijvoorbeeld van de binnenkomst van Anne Frank, maar ook zoge naamde topografische te keningen. waarbij alles, tot de kwasten in het hout toe. nauwkeurig is vastge legd. (Deze laatste werk wijze werd ook gedeeltelijk toegepast bij zijn tekenin gen van de Joodse buurt in Amsterdam, die volgend jaar grotendeels wordt af gebroken, zodat deze teke ningen ongetwijfeld een grote historische waarde zullen krijgen. Evenals de documentatie die hij opstel de van de schuilkerk der joden aan de Nieuwe Kei zersgracht 33.) De tekeningen van het Achterhuis hebben een gro-r moeder, gestorven in Da-genaami chau en Bergen-Belsen. God hebbe hun zielen". Een met deze tentoonstel ling gedeeltelijk samenval lende aktie van burgemees ter Van Hall. en een pers campagne, hadden tot re sultaat dat ook de omge ving behouden bleef. Straks op 1 mei zal de of ficiële opening plaats heb ben van het Internationaal Jeugdcentrum, eveneens een idee van Witsel. Met deze opening zal men dan misschien weer een stapje nader komen tot de spreuk die op een der wanden van Witsels atelier staat ge schreven: „Eén wereld, één mensheid". i open je (Dagboek van Anne Frank, 811'43) te rol gespeeld bij het be-i ,Jk kan niet anders doen dan houden van de omgeving mlktn: O. ring. van het pand Pnnsegracht 263. Toen namelijk bekend nnB uordl u,ld werd dat deze huizen zou-1 voor ons!" den worden gesloopt heeft Witsel zijn intrek genomen in een huis op de Wester- markt, in de directe omge ving van het Anne Frank huis, met een tentoonstel ling van zijn tekeningen. De indrukken van deze ten toonstelling zijn bewaard in een boek dat tot de laatste bladzijde is gevuld met en thousiaste of ontroerende opmerkingen uit alle delen iedere tekening, twee man sterk, te bewaken. En dat zei Anton Witsel bijzonder veel. Na de besmeuring werd ook dadelijk het Joods gedenkboek in veilig heid gebracht, uit angst dat dit ook ontheiligd zou wor den. Anton Witsel gelooft in de Duitse jeugd. Ook in die van Oost-BerTijn. Zijn ten toonstelling was gratis toe gankelijk en in verband met de ongunstige verhou ding van de Oostduitse. te genover de Westduitse mark, kon (en kan) de Oostduitse jeugd onmogelijk de West Berlijnse biosco pen bezoeken. Bij Witsel konden ze „voor niks" naar binnen lopen, 't zat <r dan ook altijd vol. „Maar dat geeft niet. ze waren er en dat alleen al vond ik zo belangrijk. Er is", zo gaat hij verder, „in Duitsland geen anti-semitisme meer. Die hakenkruisen zijn waarschijnlijk afkomstig van Arabieren, die met le de ogen de staat Israël zien - groeien. c f Het is tegenwoordig zo, dat als een Amerikaanse jongen iets wegneemt uit een café, men het vergoe lijkend opneemt. Als een Duitse knaap zoiets doet is het: „Blijf d'er af met je.... Je vader heeft al ge noeg gejat." Zoiets is niet fair. Als iemand verloren heeft, moet je hem nog niet een trap nageven", vindt hij. En ook: „er is geen groter scheldwoord in Duitsland dan het woord nazi". Ja, Anton Witsel ge looft in de Duitse jeugd. Wij ook? „De hele wereld wacht (Uit het Dagboek van Anne Frank) wat vrijheid eigenlijk is. ïijlc?van een anti-duitse hou- dirrg. Jammer, zo'n stuk in een We hebben er een tijdje over bekend weekblad. In deze tijd, nagedacht wat wij, juist op deze waarjn grenzen vervagen, is zo'n pagina hier eens aan „zouden houding immers niet lang vol te doen". Het is Anton Witsel houden? geworden, een Amsterdams kun stenaar. wonend aan het Water- looplein, die nauw is betrokken bij het Anne Frankhuis. Doch dat niet alleen, deze idealist i t J l heeft onder het motto „Eén we- IV1IOQQQ reld, één mensheid" o.m. in Ber- lijn een tentoonstelling gehouden, ni. -jnnr,f waar door gevoelige tekeningen met name de Duitse jongeren ben je een ander: werden geconfronteerd met wat er zich in de oorlogsjaren rond nat CruneesblauW-ogtg ?„e "ïJl Modigliani-Uinge-wilde- die voor deze inktzwarte tijd (katachtige verantwoordelijkheid draagt, leek het ons temeer actueel juist An- JIJ ton Witsel eens te gaan opzoe- onfspant zich Nu is i,dealisme tegenwoordig een vrouwbeschaduwd niet direkt een modeverschijnsel. Daarom ook worden idealisten op (meisje, het ogenblik met enige argwaan ~n~oi.nl A bekeken, en we geven het warm, opgerold, eerlijk toe, ook wij doen dit wel terlvijl het zachte teken van eens. Maar. we zijn van mening J veranderd, Anton Witsel is daar (je adem debet aan. De oorzaken van die verandering zijn dan ook opge- Ontsnapt tekend op deze pagina. Het ge- schreven portret van Witsel is lK van Marianne van Raay, de an- over je bed qébogen dere teksten zijn van Hans Kreu- zen. De foto's opnamen van ik Wil je kleine do» d"?ong7 A^sÜrdam"- volmaakte lichaam omarmen, se' fotograaf Frits Weeda. JAMMER je voorhoofd kussen je wangen maar ik ben bang Idealisme ontmoet altijd tegen- .7,^ standers. Ook wij zelf zijn daar- je wakker te maken. POST VAN MARJA Zo zag Anton Witsel het Joodse meisje Marian. Illlllllllllllllllllllli ER UIT GELICHT Dit keer „nee" tegen twee inzendingen. Kees Z. uit Schiedam moet, dunkt ons, nog een paar jaartjes wachten eer hij weer eens aan het dichten slaat. En Cootje N. uit Rotterdam zal op haar beurt nog heel wat met haar teken- stift over het papier moeten gaan, eer we „ja" tegen haar tekeningen zeggen. ^T^lyn kanarie^, Hij zingt niet meer. mijn kanarie. Hij kijkt me aan met priemende oogjes. Kleine diamanten oogjes die me aankijken. Maar hij is niet blij. Waar treurt hij om, die kanarie Omdat hij alleen is in een kooi? Een mooie kooi met een voerbakje en water, En weinig zwart zaad. Zal ik voor hem spelen. op iets dat veel licht en klank timen ^Kennedy en u is, ^a,)fu een Zal hij dan fluiten en zingen. Nee, want hij treurt, mijn kanarie. Hij treurt in zijn geel en witte jasje. Zijn mooi geelwitte jasje Waarvan niemand hem zegt dat sië uit te zenden, maar denkt u niet, het mooi is. al heeft n nou tien maal met Soe- karno in Delft gestudeerd 'had u hem daar Indonesië al beloofd?), dat wij hem Nieuw Guinea nu ook nog LEO FAASSE. maar cadeau doen. De Duitse toeristen, die dit jaar hun vakantie in Callantsoog zullen doorbrengen, wordt in tegenstel ling tot verbodsbepalingen daarom trent in andere badplaatsen langs onze kust toegestaan aan het strand kuilen en forten te maken. Vreemd? In Den Helder werd om het bezit van een fort een complete slag gele verd. De Duitsers hebben namelijk de gewoonte de kuilen en forten, ge durende hun verblijf, als hun eigen dom te beschouwen. (Andere bad plaatsen meldden ook dergelijke voorvallen). In een Duits toeristen blad lazen wij, dat er een preparaat in de handel zal worden gebracht, waarmee zand binnen een kwartier omgezet kan worden in prima beton. Naast het artikeltje stonden schema tische afbeeldingen van vierpersoons- kazematten en gezinsbunkers. Wanneer zullen de schellen bij de plaatselijke overheid van de Callants- ogen vallen? Vorige week hebben in Maassluis nu.» Kennedy en n nn. ee„ r., mei n.i prop,„no. m,,ere j ,en be,oei „tl 't Und, d.l_ eeonomiKh „rh.ell .d op HM toU |nhW.deert van de ontvanger der Rijks belastingen gebracht. De onverlaten hebben getracht de brandkast open te breken, doch zijn hierin niet ge slaagd. Waarom zo'n ophef over dit be zoek? Onze minister van defensie heeft besloten zijn ambtenaren met in gang van 1 november de vrije za terdag te schenken. Nu hebben we een klein geheimpje voor onze Rus sische lezers, namelijk: „denk maar niet, dat je er op zo'n zaterdag in komt: we nemen gewoon de oorlogs verklaring niet in ontvangst". Schermerhorn (s.s.t.t.) noemde het vredescorps van Kennedy „een le vensgevaarlijke zaak". Wij beginnen ons af te vragen, heer Schermerhorn. houdt u zich f grijp» de domme of be- Een Haagse koopman werd verba- liseerd omdat hij bidprentjes ver kocht voor de r.k. kerk te Gouda. Artikel tien lid twee van het Ver drag van Rome tot bescherming van de rechten van de mens en zijn fun damentele vrijheden kan niet wor den toegepast op deze handelaar in klerikale artikelen, omdat dit zou in druisen tegen het belang der open bare (tn de krant stond opengarel orde der democratie. Gaar of niet, deze koopman kwam er met het weer niet. Het verschil tientje boete goed vanaf. In Rusland zou bij met dit propaganda-materi- niet kan bedruipen, weggeeft aan een worden, ondanks artikel tien dictator, met alle gevolgen van dien, twee. terwijl Kennedy een land economisch hopen nu maar, dat de r.k. ho,nop wil helpen. Wij will™ Gondt„„tn I0ndtr bldprctje, t,p ruststellen, we gaan geen vredes- corps organiseren om naar Indone- Omdat hij alleen is, Daarom treurt hij. deze neringdoende niet in verlegen heid komen. Maar wij vermoeden- dat hij volgende week, dan stelling nemend in het portaaltje van de kerk, zijn tientje boete weer vlug terug verdient. Het oog wil ook wat. Hier zit ik in de vensterbank en schrijf, de zon speelt 't spelle tje mee, grillige schaduwen glij den achter mijn hand op papier en boven mijn hand groeien de letters, een brief aan jou. Wie ben jij' Elke brief is een ander gezicht, ikzelf ben immers nooit 't zelf de (een hobby van moderne schrijvers: straks ben ik anders dan nu, iedereen schrijft erover). Dit is heel verward, het regent, :k ben vandaag jarig en deze week heb ik veel gedacht over ouder worden. Een beetje om me zelf te troosten. Want het ,.je bent zo oud, als je je voelt" helpt niet, soms voel ik me veer tig, met m'n beleefdheidsglim- lach en m'n kleine psychologie tegenover volwassenen. Ik zou ook nooit mezelf willen opvoeden, dat hoort ook niet, ik moet me on begrepen voelen. Nee, de enige troost is dat ouder worden geen datumkwestie is. Het is een trap, elke keer als je iets nieuws ont dekt, kom je een stapje hoger. Ik heb alleen hoogtevrees. Twaalf is een fijne leeftijd. Je leest je eerste grote-mensen-boe- ken, ze vallen mee, je begrijpt veel meer dan je dacht te zullen begrijpen. Als je een beetje hui verig tegenover de boekenkast van je ouders hebt gestaan, zo als i'k. kun je zelfs Bosboom- Toussaint uitlezen en Van Len- nep en Oltmans. Twaalf jaar- sprookjes én Lodeizen, touwtje springen en algebra maken. Maar iedereen zegt dat het le ven nu pas begint. Het is niet waar, se bedoelen dat ik nu lang zamerhand mee mag gaan doen in het spel van de grote mensen, dat er nu échte vriendjes komen, och je weet het allemaal zelf wel. Wat ik tot nu toe gedaan heb was dus maar voorspel. Vind jij dat ook zo moeilijk te geloven? Natuurlijk, je kunt nog niet zeg gen: kijk dit heb ik gemaakt, op- Zoleng de beL.,i„sen «„W blauwe brieven naar on» stuurt, heb- zijdenvan eer. boek zijn toch ben wij toch wel het recht de belas- vaak beslisserd. of je door leest tingontvanger ongenood met een be- of niet. zoek te vereren? De schaduwen worden langer. ik krijg het koud. Er moeten nog veel handen geschud worden, nog een hele avord dochter des hui zes spelen, dan is het voorbij, ik zal blij zijn Vogels gaan hun laatste liedjes beginnen, maar ik krijg het koud. Welken bedekken georganiseerd de hemel, he< zal regenen, bloe semtomen als meisjes onder de douche. Kleine kinderen schrij ven does, veel leuker he? Dag, ik mag niet weer ziek worden, JE MARJA middel was een potlood bij die aktie, zegt hij en: als daar een toren flat zou komen is de sfeer toch ka pot). Sfeer: hij wrijft z'n handen tegen elkaar alsof hij het maalt tus sen zijn palmen. De schaduwen op le tafel worden lan ger, terwijl hij een handtekeningen- boek laat zien met opdrachten Sand- berg mocht willen dat hij zoiets had) van bezoekers van het Anne Frank huis. Anton", je rtioet eten", ge biedt Marijke tus sen het praten door en gehoor zaam neemt hij een paar happen van 't brood voor hem, maar vergeet het daarna finaal. Marijke weet alle plakboeken te vinden verder breit ze stil iets geels op een bank met grillige strepen door het don kere huis. „Dit is Marijke", zei hij in de gang: een blond meisje met een kuif en een paardestaart. Van haar zijn beslist de roodgeblokte valletjes en de speelgoeddiertjes op de plank naast de pick-up. We buigen ons weer over het plakboek en dan komen er hand tekeningen van zijn tentoonstelling in Duitsland (die deutsche jugend staat er soil immer da von denken dass die altere generation ein fehler machte). „Kijk", zegt hii. „mijn kunst is een dienende kunst. Als de mensen er niet meer naar kijken zou ik er mee op houden." Hij lacht dan ook om de Leidseplein-kunstenaars, die ge haktballen eten, kletsen en van wie je nooit iets ziet. Picasso is een nachtdroom. expliceert hij. Even later: de jeugd wil allemaal hetzelfde, alleen ze weten het niet van elkaar, en hij klopt op het boek met handtekeningen. Zyn stem is één met zijn gebaren, af gerond, binnen het vierkant van zijn stoel. Soms legt hij even de wijsvinger op tafel, als een ander er met de vuist op zou slaan. Ineens staat hij op. „Ga's effe opzij, Marijke, effe demonstrere", en dan is hij de kampbeul uit „Die Sterne". Hij trekt wat moei zaam (het begin van de film „het begint met -een einde", zegt hij) de deuren van een volle vee- wagon dicht. Hij gaat de rijen joden langs en „Bitte-Danke" ver trapt hij de kokertjes gestolen medicijn onder zijn laarzen. „En nu vier dagen geen eten, guten- tag", een militaire groet, hij gaat weer zitten, Anton Witzel. „En dan zinge ze, en als ik zeg zinge, dan bedoel ik zinge. Ik heb veel ge hoord, hier in de synagoge, prach tige voorzangers, maar zoiets heb T> Jt 1. Surrender Elvis Presley 2. Non, je ne regrette rien Edith Piaf 3. Are you sure The Allisons 4. Wooden Hearts El vis Presley 5. Wheels The String- A-longs 6. Walk right back The Everley Brothers 7. Baby sitting boogie Buzzy Clifford 8. Corina, Corina Ray Peterson 9. Sucu, Sucu Ping Ping 10 In a little Spanish Town The Blue Diamonds Ter gelegenheid van de naderende rose feestdag, bieden wij als bloed-eigen topper „De internationale-' aan. Voor be langstellenden te horen op eigen megafoon. MiMHHmillllMHIMMIMMIM ANTON WITSEL ik nog nooit gehoord. En dan dat meisje in die film, de hoofdrol: vooral dat profiel, grote ogen, bleek ovaal gezicht hij gebaart het als een masker voor zijn eigen gezicht nou daar hebben ze de pyramide voor open moeten bre ken om zoiets te vinden." Achter hem staat een sparre- boompje in een pot, het is een vriendelijke kamer, er ligt geen kleed en er is veel hout, een reuzekaars op een wagenwiel, een kachel in de vorm van een aam beeld. Er is ook een tafeltje voor z'n palet, van hout met de kleur van nat zand. Op een kist liggen wat boeken: Mozart, Pearl Buck met een paar antieke handboeien ernaast. Aan weerszijden van de kachel staat op de muur, potlood op kalk: „Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel!" en „De domme staat voor aan om gezien te worden, de wijze achteraan om te zien". Anton Witzel: een grote jongen die veel praat, die in vuur en vlam raakt voor iets en er voor vecht 'n Kunstenaar, die jodenmeisjes schildert, meisjes met grote ogen, Anne Frank aan het raam, een vrouw, die wacht, ellendig en moe. Bo"*n een kist hangen twee schoenen met de zolen dóór, een van h«-n en een van Marijke, ver sleten van het lopen van 't kastje naar de muur voor zijn tentoon stelling. Als we eindelijk weggaan, zegt hij tot ziens. Hij heeft veel te vertellen, Anton Witzel. Dit werk Is van Hans Trapman (Voorburg). de gewone snaren zijn vermoord of vermoeid misschien moet ik de citer met blonde haren bespannen of zonnestralen de klank zal te dun zijn en te hoog voor afgestompte oren hij is te verstaan aoor het oor van een oogappel EN ONTKOMEN onder water wacht dodelijk weten aangevoerd door onderstromen van berouw het gaat met twee voeten op mijn ogen staan drinkt bomen in mijn oren zelfs de ijzeren long vol water maar het leven roept de echo is echter ondergang in de gestalte van een plant die boven bloeit met mijn laatste krachten trek ik me op aan mijn mededrenkeling: het gedicht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 22