Het achterhuis
ANTON WITSEL
tetse jy
"Ruimte
voor ons....
De tien meest verkochte
ZATERDAG 29 APRIL 1961 f,
Één wereld
Op de Kurfürstendamm hangt een vrouwenportret. Geschilderd door een doofstomme kunstenaar. Een twee
meter hoge kopie van een tekening van Anton Witsel. „Eine Frau die Wartet". Op de tentoonstelling van Witsel
in Reinichendorfe hangt het origineel als een symbool van zijn expositie, een tentoonstelling van tekeningen
der Amsterdamse jodenwijk, van het Anne Frank-huis en vele portretten. Meisjes met donkere ogen, aarts
vaderlijke koppen
J Er was moed voor
nodig om met 800 kilo
gram aan tekeningen
naar Berlijn te trekken,
meer dan moed: idea
lisme. Hij heeft er voor
moeten lopen, heeft er
voor moeten praten,
heeft er voor moeten
vechten. Maar hij bleef
bij zijn gedachte „Eén
wereld, één mensheid" en wilde dat juist in het brandpunt, dat Berlijn toch is, aan jonge mensen duidelijk
maken. Anton Witsel is zelf geen jood, maar hij kreeg bij zijn plannen de steun van de hele joodse gemeen
schap om die tentoonstelling te realiseren.
En het kwam voor elkaar, vraag hem nu, na afloop, alleen niet meer hoe. Zo hingen ze daar dan, de
tekeningen, die een wereld op zichzelf betekenden. Die de Duitsers confronteerden met veel leed en ellende.
Maar toch „Eén
wereld, één mens
heid", ook de
Duitse jeugd
moest dit weten.
Alleen liet die
aanvankelijk ver
stek gaan.
„Na drie maanden
exposeren in ver
schillende wijken
van Berlijn dacht iedereen dat we er waren, radio, pers en televisie: ze hadden allemaal aandacht geschonken
aan deze tentoonstelling. Maar de jeugd, de jeugd had ik nog niet bereikt zoals ik wel zou willen. Toen ben
ik doorgegaan," zegt Witsel.
Na zes maanden is hij teruggekomen. Met een geslaagde expositie, dat bewijst zijn gastenboek onver
bloemd. Dat bewijst misschien ook wel het feit, dat er enkele van zijn tekeningen besmeurd zijn met joden
sterren en vulgaire woorden. „Dit zijn geen anti-semieten geweest," zegt hij, „maar jongens, die door het
bestuur van de vereniging, waarvoor ik exposeerde, eruit zijn gegooid. Het was hun reactie."
mensheid
Symbool t
i tentoonstelling: „Eine Frau die Wartel".
„Ze sloot de deur achter ons en we
waren alleen."
(Het Dagboek van Anne Frank
10-7-'42)
Buiten klinken de slagen van de Westertoren. Het zou nu stil moeten zijn in
dit huis op de Prinsengracht, waar, nu al weer bijna twintig jaar geleden, een meisje
ec i dagboek begon dat een best-seller werd over de hele wereld. Het zou nu
stil moeten zjjn, maar achter ons klinkt de stem van een meisje, die in het Duits
dingen vertelt die iedereen kan weten als hij dat dagboek gelezen heeft. En ter
wijl wjj ons lichtelijk staan te ergeren denken wij aan de opmerking van Anton
Witsel „De gedachte om van een huis een monument te maken is in feite niet-
Joods".
Er zijn maar weinig mensen,
die kunnen glimlachen met hun
ogen alleen. Anton Witsel kan
het. Hij heeft bruine ogen en
kijkt je recht aan, terwijl hij
praat. En hij praat veel, de
smalle mond onder de korte
grijs-zwarte snor staat niet stil. „Kijk, die lichtval", zegt hij zodra
we zitten en hij glijdt met zijn hand kort langs de zonnebaan tot
de schaduwen op tafel, een houten tafel, schaduwen van een
smeedijzeren hekje, geraniums erachter.
Daarachter: de zon aan een melkglazen hemel, huizen nek aan
nek, kubistische insecten op één poot, wat moet dit triest zijn als
het regent, de achterkant van een stad.
Hij zegt: mesjokke in zijn eigen versie van 't Amsterdams, be-
kommert zich niet om liggen of leggen, kunnen of kennen. Het
Ge/oorr in de Duitse leuod Slot van elke zin is een rhetorisch „niet-eh" bij voorbaat bevesti-
gend uitgesproken, er is toch geen tijd voor antwoord.
WIJ OOK?
van niet uit te sluiten. Het wordt
echter bedenkelijk als men aper-
te onwaarheden gaat schrijven,
De eerste dagen tn mei zijn zoals b.v. de vorige week. Anti
voor velen in ons land altijd semitisme is geen Joods, maar
weer bijzondere. De ouderen een Duits vraagstuk, zo luidt Wit-
denken terug aan wat zij in de seis devies. Deze zinsnede uit
barre vijf oorlogsjaren hebben een artikel over Witsels tentoon-
meegemaakt en verloren, ons Berlijn.» njet aUeen
Van de lichtval
komen we op de
omgeving van het
Anne Frank-huis,
er komen knipsels
over de aktie die
hij gevoerd heeft
tegen de slopers
rn;»r,?,nrrf «11^ onwaar, maar getuigt evenals op- - -
jongeren wordt dan, op allerlei merkingen ajs „typisch germaan- (m'n enige hulp'
manieren, duidelijk gemaakt se gebruiken" (wat zijn dat eigen- middel was eer
„Man soil die Worte gedenken und nicht
die Denkmaler"
Beneden, in het kantoor van de wereld. De handte-1 De Amsterdamse kunste
de ex-koningin naar was zelf niet aanwe-
maar ook een zig toen het gebeurde. Maar
zinnetje als dit: „Hierbij toen hij terug kwam ston-
gedenk ik mijn vader en;den jonge mensen, de zo-
i-l genaamde ...halb starken"
de documentaliste van de
Anne Frank-stichting. „An
ton Witsel? Nee. die naam
ken ik niét". Van'de vele
mensen die het Anne
Frankhuis bevolken (een
gevolg van het feit dat hier
een Internationaal Jeugd
centrum wordt gevestigd)
blijkt alleen de directeur
zich die naam wèl te her
inneren. Een vreemde si
tuatie want de geschiede
nis van dit huis is gedeel
telijk óók cTfe geschiedenis
van Anton Witsel. Hij heeft
indertijd zijn fhtrek geno
men in het bouwvallige
huis en heeft zo voorkomen
dat het wera gesloopt. (Het
huis werd later geschonken
aan de Anne Frank-stich-
ting). Tegelijkertijd heeft
hij het huis van onder tot
boven getekend. Fantasie
tekeningen. bijvoorbeeld van
de binnenkomst van Anne
Frank, maar ook zoge
naamde topografische te
keningen. waarbij alles,
tot de kwasten in het hout
toe. nauwkeurig is vastge
legd. (Deze laatste werk
wijze werd ook gedeeltelijk
toegepast bij zijn tekenin
gen van de Joodse buurt in
Amsterdam, die volgend
jaar grotendeels wordt af
gebroken, zodat deze teke
ningen ongetwijfeld een
grote historische waarde
zullen krijgen. Evenals de
documentatie die hij opstel
de van de schuilkerk der
joden aan de Nieuwe Kei
zersgracht 33.)
De tekeningen van het
Achterhuis hebben een gro-r
moeder, gestorven in Da-genaami
chau en Bergen-Belsen.
God hebbe hun zielen".
Een met deze tentoonstel
ling gedeeltelijk samenval
lende aktie van burgemees
ter Van Hall. en een pers
campagne, hadden tot re
sultaat dat ook de omge
ving behouden bleef.
Straks op 1 mei zal de of
ficiële opening plaats heb
ben van het Internationaal
Jeugdcentrum, eveneens
een idee van Witsel. Met
deze opening zal men dan
misschien weer een stapje
nader komen tot de spreuk
die op een der wanden van
Witsels atelier staat ge
schreven: „Eén wereld,
één mensheid".
i open je
(Dagboek van Anne
Frank, 811'43)
te rol gespeeld bij het be-i ,Jk kan niet anders doen dan
houden van de omgeving mlktn: O. ring.
van het pand Pnnsegracht
263. Toen namelijk bekend nnB uordl u,ld
werd dat deze huizen zou-1 voor ons!"
den worden gesloopt heeft
Witsel zijn intrek genomen
in een huis op de Wester-
markt, in de directe omge
ving van het Anne Frank
huis, met een tentoonstel
ling van zijn tekeningen.
De indrukken van deze ten
toonstelling zijn bewaard in
een boek dat tot de laatste
bladzijde is gevuld met en
thousiaste of ontroerende
opmerkingen uit alle delen
iedere tekening, twee man
sterk, te bewaken. En dat
zei Anton Witsel bijzonder
veel. Na de besmeuring
werd ook dadelijk het
Joods gedenkboek in veilig
heid gebracht, uit angst dat
dit ook ontheiligd zou wor
den.
Anton Witsel gelooft in
de Duitse jeugd. Ook in die
van Oost-BerTijn. Zijn ten
toonstelling was gratis toe
gankelijk en in verband
met de ongunstige verhou
ding van de Oostduitse. te
genover de Westduitse
mark, kon (en kan) de
Oostduitse jeugd onmogelijk
de West Berlijnse biosco
pen bezoeken. Bij Witsel
konden ze „voor niks"
naar binnen lopen, 't zat
<r dan ook altijd vol. „Maar
dat geeft niet. ze waren er
en dat alleen al vond ik zo
belangrijk. Er is", zo gaat
hij verder, „in Duitsland
geen anti-semitisme meer.
Die hakenkruisen zijn
waarschijnlijk afkomstig
van Arabieren, die met le
de ogen de staat Israël zien
- groeien.
c f Het is tegenwoordig zo,
dat als een Amerikaanse
jongen iets wegneemt uit
een café, men het vergoe
lijkend opneemt. Als een
Duitse knaap zoiets doet is
het: „Blijf d'er af met
je.... Je vader heeft al ge
noeg gejat." Zoiets is niet
fair. Als iemand verloren
heeft, moet je hem nog
niet een trap nageven",
vindt hij. En ook: „er is
geen groter scheldwoord in
Duitsland dan het woord
nazi". Ja, Anton Witsel ge
looft in de Duitse jeugd.
Wij ook?
„De hele wereld wacht
(Uit het Dagboek
van Anne Frank)
wat vrijheid eigenlijk is. ïijlc?van een anti-duitse hou-
dirrg. Jammer, zo'n stuk in een
We hebben er een tijdje over bekend weekblad. In deze tijd,
nagedacht wat wij, juist op deze waarjn grenzen vervagen, is zo'n
pagina hier eens aan „zouden houding immers niet lang vol te
doen". Het is Anton Witsel houden?
geworden, een Amsterdams kun
stenaar. wonend aan het Water-
looplein, die nauw is betrokken
bij het Anne Frankhuis. Doch
dat niet alleen, deze idealist i t J l
heeft onder het motto „Eén we- IV1IOQQQ
reld, één mensheid" o.m. in Ber-
lijn een tentoonstelling gehouden, ni. -jnnr,f
waar door gevoelige tekeningen
met name de Duitse jongeren ben je een ander:
werden geconfronteerd met wat
er zich in de oorlogsjaren rond nat CruneesblauW-ogtg
?„e "ïJl Modigliani-Uinge-wilde-
die voor deze inktzwarte tijd (katachtige
verantwoordelijkheid draagt, leek
het ons temeer actueel juist An- JIJ
ton Witsel eens te gaan opzoe- onfspant zich
Nu is i,dealisme tegenwoordig een vrouwbeschaduwd
niet direkt een modeverschijnsel.
Daarom ook worden idealisten op (meisje,
het ogenblik met enige argwaan ~n~oi.nl A
bekeken, en we geven het warm, opgerold,
eerlijk toe, ook wij doen dit wel terlvijl het zachte teken van
eens. Maar. we zijn van mening J
veranderd, Anton Witsel is daar (je adem
debet aan. De oorzaken van die
verandering zijn dan ook opge- Ontsnapt
tekend op deze pagina. Het ge-
schreven portret van Witsel is lK
van Marianne van Raay, de an- over je bed qébogen
dere teksten zijn van Hans Kreu-
zen. De foto's opnamen van ik Wil je kleine
do» d"?ong7 A^sÜrdam"- volmaakte lichaam omarmen,
se' fotograaf Frits Weeda.
JAMMER
je voorhoofd kussen
je wangen
maar ik ben bang
Idealisme ontmoet altijd tegen- .7,^
standers. Ook wij zelf zijn daar- je wakker te maken.
POST VAN MARJA
Zo zag Anton Witsel het Joodse meisje Marian.
Illlllllllllllllllllllli
ER UIT GELICHT
Dit keer „nee" tegen twee inzendingen.
Kees Z. uit Schiedam moet, dunkt ons, nog een
paar jaartjes wachten eer hij weer eens aan
het dichten slaat. En Cootje N. uit Rotterdam
zal op haar beurt nog heel wat met haar teken-
stift over het papier moeten gaan, eer we „ja"
tegen haar tekeningen zeggen.
^T^lyn kanarie^,
Hij zingt niet meer.
mijn kanarie.
Hij kijkt me aan met priemende
oogjes.
Kleine diamanten oogjes die me
aankijken.
Maar hij is niet blij.
Waar treurt hij om, die kanarie
Omdat hij alleen is in een kooi?
Een mooie kooi met een
voerbakje en water,
En weinig zwart zaad.
Zal ik voor hem spelen.
op iets dat veel licht en klank timen ^Kennedy en u is, ^a,)fu een
Zal hij dan fluiten en zingen.
Nee, want hij treurt, mijn
kanarie.
Hij treurt in zijn geel en witte
jasje.
Zijn mooi geelwitte jasje
Waarvan niemand hem zegt dat sië uit te zenden, maar denkt u niet,
het mooi is. al heeft n nou tien maal met Soe-
karno in Delft gestudeerd 'had u
hem daar Indonesië al beloofd?), dat
wij hem Nieuw Guinea nu ook nog
LEO FAASSE. maar cadeau doen.
De Duitse toeristen, die dit jaar
hun vakantie in Callantsoog zullen
doorbrengen, wordt in tegenstel
ling tot verbodsbepalingen daarom
trent in andere badplaatsen langs
onze kust toegestaan aan het
strand kuilen en forten te maken.
Vreemd?
In Den Helder werd om het bezit
van een fort een complete slag gele
verd. De Duitsers hebben namelijk
de gewoonte de kuilen en forten, ge
durende hun verblijf, als hun eigen
dom te beschouwen. (Andere bad
plaatsen meldden ook dergelijke
voorvallen). In een Duits toeristen
blad lazen wij, dat er een preparaat
in de handel zal worden gebracht,
waarmee zand binnen een kwartier
omgezet kan worden in prima beton.
Naast het artikeltje stonden schema
tische afbeeldingen van vierpersoons-
kazematten en gezinsbunkers.
Wanneer zullen de schellen bij de
plaatselijke overheid van de Callants-
ogen vallen?
Vorige week hebben in Maassluis
nu.» Kennedy en n nn. ee„ r., mei n.i prop,„no. m,,ere j ,en be,oei „tl 't
Und, d.l_ eeonomiKh „rh.ell .d op HM toU |nhW.deert
van de ontvanger der Rijks
belastingen gebracht. De onverlaten
hebben getracht de brandkast open
te breken, doch zijn hierin niet ge
slaagd.
Waarom zo'n ophef over dit be
zoek?
Onze minister van defensie heeft
besloten zijn ambtenaren met in
gang van 1 november de vrije za
terdag te schenken. Nu hebben we
een klein geheimpje voor onze Rus
sische lezers, namelijk: „denk maar
niet, dat je er op zo'n zaterdag in
komt: we nemen gewoon de oorlogs
verklaring niet in ontvangst".
Schermerhorn (s.s.t.t.) noemde het
vredescorps van Kennedy „een le
vensgevaarlijke zaak". Wij beginnen
ons af te vragen, heer Schermerhorn.
houdt u zich f
grijp»
de domme of be-
Een Haagse koopman werd verba-
liseerd omdat hij bidprentjes ver
kocht voor de r.k. kerk te Gouda.
Artikel tien lid twee van het Ver
drag van Rome tot bescherming van
de rechten van de mens en zijn fun
damentele vrijheden kan niet wor
den toegepast op deze handelaar in
klerikale artikelen, omdat dit zou in
druisen tegen het belang der open
bare (tn de krant stond opengarel
orde der democratie. Gaar of niet,
deze koopman kwam er met
het weer niet. Het verschil tientje boete goed vanaf. In Rusland
zou bij met dit propaganda-materi-
niet kan bedruipen, weggeeft aan een worden, ondanks artikel tien
dictator, met alle gevolgen van dien, twee.
terwijl Kennedy een land economisch hopen nu maar, dat de r.k.
ho,nop wil helpen. Wij will™ Gondt„„tn I0ndtr bldprctje, t,p
ruststellen, we gaan geen vredes-
corps organiseren om naar Indone-
Omdat hij alleen is,
Daarom treurt hij.
deze neringdoende niet in verlegen
heid komen. Maar wij vermoeden-
dat hij volgende week, dan stelling
nemend in het portaaltje van de kerk,
zijn tientje boete weer vlug terug
verdient. Het oog wil ook wat.
Hier zit ik in de vensterbank
en schrijf, de zon speelt 't spelle
tje mee, grillige schaduwen glij
den achter mijn hand op papier
en boven mijn hand groeien de
letters, een brief aan jou. Wie
ben jij'
Elke brief is een ander gezicht,
ikzelf ben immers nooit 't zelf
de (een hobby van moderne
schrijvers: straks ben ik anders
dan nu, iedereen schrijft erover).
Dit is heel verward, het regent,
:k ben vandaag jarig en deze
week heb ik veel gedacht over
ouder worden. Een beetje om me
zelf te troosten. Want het ,.je
bent zo oud, als je je voelt"
helpt niet, soms voel ik me veer
tig, met m'n beleefdheidsglim-
lach en m'n kleine psychologie
tegenover volwassenen. Ik zou
ook nooit mezelf willen opvoeden,
dat hoort ook niet, ik moet me on
begrepen voelen. Nee, de enige
troost is dat ouder worden geen
datumkwestie is. Het is een trap,
elke keer als je iets nieuws ont
dekt, kom je een stapje hoger. Ik
heb alleen hoogtevrees.
Twaalf is een fijne leeftijd. Je
leest je eerste grote-mensen-boe-
ken, ze vallen mee, je begrijpt
veel meer dan je dacht te zullen
begrijpen. Als je een beetje hui
verig tegenover de boekenkast
van je ouders hebt gestaan, zo
als i'k. kun je zelfs Bosboom-
Toussaint uitlezen en Van Len-
nep en Oltmans. Twaalf jaar-
sprookjes én Lodeizen, touwtje
springen en algebra maken.
Maar iedereen zegt dat het le
ven nu pas begint. Het is niet
waar, se bedoelen dat ik nu lang
zamerhand mee mag gaan doen
in het spel van de grote mensen,
dat er nu échte vriendjes komen,
och je weet het allemaal zelf wel.
Wat ik tot nu toe gedaan heb
was dus maar voorspel. Vind jij
dat ook zo moeilijk te geloven?
Natuurlijk, je kunt nog niet zeg
gen: kijk dit heb ik gemaakt, op-
Zoleng de beL.,i„sen «„W
blauwe brieven naar on» stuurt, heb- zijdenvan eer. boek zijn toch
ben wij toch wel het recht de belas- vaak beslisserd. of je door leest
tingontvanger ongenood met een be- of niet.
zoek te vereren? De schaduwen worden langer.
ik krijg het koud. Er moeten nog
veel handen geschud worden, nog
een hele avord dochter des hui
zes spelen, dan is het voorbij,
ik zal blij zijn
Vogels gaan hun laatste liedjes
beginnen, maar ik krijg het koud.
Welken bedekken georganiseerd
de hemel, he< zal regenen, bloe
semtomen als meisjes onder de
douche. Kleine kinderen schrij
ven does, veel leuker he?
Dag, ik mag niet weer ziek
worden,
JE MARJA
middel was een
potlood bij die
aktie, zegt hij en:
als daar een toren
flat zou komen is
de sfeer toch ka
pot). Sfeer: hij
wrijft z'n handen
tegen elkaar alsof
hij het maalt tus
sen zijn palmen.
De schaduwen op
le tafel worden lan
ger, terwijl hij een
handtekeningen-
boek laat zien met
opdrachten Sand-
berg mocht willen
dat hij zoiets had)
van bezoekers van
het Anne Frank
huis. Anton", je
rtioet eten", ge
biedt Marijke tus
sen het praten
door en gehoor
zaam neemt hij
een paar happen
van 't brood voor
hem, maar vergeet
het daarna finaal.
Marijke weet alle
plakboeken te vinden verder
breit ze stil iets geels op een bank
met grillige strepen door het don
kere huis. „Dit is Marijke", zei hij
in de gang: een blond meisje met
een kuif en een paardestaart. Van
haar zijn beslist de roodgeblokte
valletjes en de speelgoeddiertjes
op de plank naast de pick-up.
We buigen ons weer over het
plakboek en dan komen er hand
tekeningen van zijn tentoonstelling
in Duitsland (die deutsche jugend
staat er soil immer da von
denken dass die altere generation
ein fehler machte). „Kijk", zegt
hii. „mijn kunst is een dienende
kunst. Als de mensen er niet meer
naar kijken zou ik er mee op
houden." Hij lacht dan ook om de
Leidseplein-kunstenaars, die ge
haktballen eten, kletsen en van
wie je nooit iets ziet. Picasso is
een nachtdroom. expliceert hij.
Even later: de jeugd wil allemaal
hetzelfde, alleen ze weten het niet
van elkaar, en hij klopt op het
boek met handtekeningen. Zyn
stem is één met zijn gebaren, af
gerond, binnen het vierkant van
zijn stoel. Soms legt hij even de
wijsvinger op tafel, als een ander
er met de vuist op zou slaan.
Ineens staat hij op. „Ga's effe
opzij, Marijke, effe demonstrere",
en dan is hij de kampbeul uit
„Die Sterne". Hij trekt wat moei
zaam (het begin van de film „het
begint met -een einde", zegt hij)
de deuren van een volle vee-
wagon dicht. Hij gaat de rijen
joden langs en „Bitte-Danke" ver
trapt hij de kokertjes gestolen
medicijn onder zijn laarzen. „En
nu vier dagen geen eten, guten-
tag", een militaire groet, hij gaat
weer zitten, Anton Witzel. „En dan
zinge ze, en als ik zeg zinge, dan
bedoel ik zinge. Ik heb veel ge
hoord, hier in de synagoge, prach
tige voorzangers, maar zoiets heb
T> Jt
1. Surrender Elvis
Presley
2. Non, je ne regrette
rien Edith Piaf
3. Are you sure The
Allisons
4. Wooden Hearts El
vis Presley
5. Wheels The String-
A-longs
6. Walk right back
The Everley Brothers
7. Baby sitting boogie
Buzzy Clifford
8. Corina, Corina Ray
Peterson
9. Sucu, Sucu Ping
Ping
10 In a little Spanish
Town The Blue
Diamonds
Ter gelegenheid van de naderende rose feestdag, bieden
wij als bloed-eigen topper „De internationale-' aan. Voor be
langstellenden te horen op eigen megafoon.
MiMHHmillllMHIMMIMMIM
ANTON WITSEL
ik nog nooit gehoord. En dan dat
meisje in die film, de hoofdrol:
vooral dat profiel, grote ogen,
bleek ovaal gezicht hij gebaart
het als een masker voor zijn eigen
gezicht nou daar hebben ze de
pyramide voor open moeten bre
ken om zoiets te vinden."
Achter hem staat een sparre-
boompje in een pot, het is een
vriendelijke kamer, er ligt geen
kleed en er is veel hout, een
reuzekaars op een wagenwiel, een
kachel in de vorm van een aam
beeld. Er is ook een tafeltje voor
z'n palet, van hout met de kleur
van nat zand. Op een kist liggen
wat boeken: Mozart, Pearl Buck
met een paar antieke handboeien
ernaast. Aan weerszijden van de
kachel staat op de muur, potlood
op kalk: „Al is de leugen nog zo
snel, de waarheid achterhaalt haar
wel!" en „De domme staat voor
aan om gezien te worden, de wijze
achteraan om te zien".
Anton Witzel: een grote jongen
die veel praat, die in vuur en vlam
raakt voor iets en er voor vecht
'n Kunstenaar, die jodenmeisjes
schildert, meisjes met grote ogen,
Anne Frank aan het raam, een
vrouw, die wacht, ellendig en moe.
Bo"*n een kist hangen twee
schoenen met de zolen dóór, een
van h«-n en een van Marijke, ver
sleten van het lopen van 't kastje
naar de muur voor zijn tentoon
stelling. Als we eindelijk weggaan,
zegt hij tot ziens. Hij heeft veel
te vertellen, Anton Witzel.
Dit werk Is van Hans
Trapman (Voorburg).
de gewone snaren zijn vermoord
of vermoeid
misschien moet ik de citer
met blonde haren bespannen
of zonnestralen
de klank zal te dun zijn
en te hoog voor afgestompte oren
hij is te verstaan
aoor het oor van een oogappel
EN
ONTKOMEN
onder water wacht dodelijk
weten
aangevoerd door onderstromen
van berouw
het gaat met twee voeten
op mijn ogen staan
drinkt bomen in mijn oren
zelfs de ijzeren long vol water
maar het leven roept
de echo is echter ondergang
in de gestalte van een plant
die boven bloeit
met mijn
laatste krachten
trek ik me op aan mijn
mededrenkeling:
het gedicht