(M) ri VERSCHENEN ..Inter li lm* zag vijf films voor kerkelijke arbeid Grenzen van staatstaak in a.r.-staatsleer WITTE KRUIS ANDERZIJDS „Vijfdaagse'" ook in de mijnen Een woord voor vandaag T!I Met aantal predikanten niet aan plafond nog Geeft dokter het zijn eigen kinderen? l/o&tang.&(ls en DE OVERVLOED AAN GELD F.en van dc vreemdsoortigste verschijnselen in onze hausse is de enorme toevloed aan geld en de hieruit voortvloeiende druk op de ren^e. Vreemd, omdat in een oplopende conjunctuur eerder een tekort aan geldkapitaal en een stijgende renten voor de hand zouden liggen. Het verschijnsel is echter heel goed te verklaren. Een belangrijke bron was (en is nog altijd; de verkoop van Nederlandse effecten naar het buitenland. In 1959 werd er na aftrek van de aankoop van effecten in het buitenland voor 1014 miljoen netto door de verkoop van effecten ontvangen; in 1960 was dit 652 miljoen. In de tweede plaats ls die overvloed te danken aan het in de pas lopen van de bestedingen. Tot nu toe zijn zij binnen de perken van de produktie gebleven, waardoor er veel ruimte overbleef voor besparingen. En in de derde plaats doet het bedrijfsleven regelmatig een beroep op dc banken. De kredietver lening aan de bedrijven neemt dan ook van maand tot maand toe. Het zou natuurlijk denkbaar zijn, dat die grote kapitaalstroom geheel of nagenoeg geheel naar overheid en bedrijfsleven vloeide. Dit is echter niet het geval geweest. Het bedrijfsleven is betrekkelijk bescheiden, omdat de ondernemers bij ons gewend zijn de investeringen in de eerste plaats te financieren uit winstinhoudingen. Voor zover die onvoldoende zijn, worden de geldbeleggers te hulp geroepen. Wij lezen inderdaad in de krant regelmatig van emissies maar zij vormen toch nog maar een deel van het bedrag dat voor de ondernemingen beschikbaar zou zijn. Ook de rijksoverheid zat niet direct om geld te springen o.a. door de vele belastinggelden die binnen kwamen en het van tijd tot tijd uitschrijven van kort- en langlopende leningen. Afgelopen maandag zat er in de schatkist nog 595 miljoen. Teveel moeten wij ons hier weer niet op verkijken, omdat deze voorraad in de komende weken grotendeels zal verdwijnen wegens betalingen aan de gemeenten en aflossingen van kortlopende leningen, zodat binnenkort op enigerlei wijze voor aanvulling moet worden gezorgd. Er is een tijd geweest, dat de vlottende schuld van de gemeenten voortdurend opliep. Dank zij de geforceerde leningpolitiek van de Bank voor Nederlandse Ge meenten is deze schuld echter zeer sterk teruggelopen, zodat het peil van deze schuld thans wel aanvaardbaar is. De BNG staat dan ook niet meer te trappelen om geld aan te trekken. De kapitaalovervloed zette vanzelfsprekend de rente onder druk. Dit blijkt ln de eerste plaats uit de voorwaarden bij het uitschrijven van obligatie leningen. Een jaar geleden kwam het rendement op leningen van de BNG uit op 4,72 en bij de laatste lening van februari 1961 op 4,27 Deze kracht werkt echter ook door op de koersen van de obligatieleningen. De geleidelijke stijging betekent automatisch een daling van het rendement. De minister van financiën heeft al enkele malen gepoogd de druk te ver lichten door een obligatielening uit te schrijven, hoewel de schatkist het geld niet nodig had. Zijn opzet was alleen om een deel van het overtollige geld te bevriezen. Pal voor Pasen ging het gerucht dat ook zijn weg naar de pers heeft gevonden dat de minister van financiën onmiddellijk na Pasen ander maal met een lening voor de dag zou komen. Inderdaad ligt dit ook in de lijn der verwachting maar op dit ogenblik is hier nog niets van bekend. Wel kan aangenomen worden, dat het rendement weer lager zal liggen dan voor de lening van eind februari (43%). Er zijn nog wel meer wapens in de strijd tegen de geldovervloed, welke wapens door de Nederlandsche Bank worden gevoerd. Wij noemen in de eerste plaats de verhoging van het kasreservepercentage (een bepaald per centage van de aan haar toevertrouwde middelen) dat de banken bij de Nederlandsche Bank moeten deponeren. Hoe hoger dit percentage, hoe meer geld er bevroren wordt. Deze week heeft de centrale bank een ander wapen in de strijd gebracht. Al geruime tijd wordt er voor gepleit om het buitenland weer in de gelegen heid te stellen leningen op de Nederlandse markt te plaatsen. Hiervoor is een speciale vergunning van de Nederlandsche Bank nodig, welke sedert 1955 niet meer is gegeven. Zij was namelijk bevreesd voor kapitaalvlucht en voor het verstoren van het evenwicht op de kapitaalmarkt, waardoor de gemeenten onvoldoende geld zouden kunnen aantrekken. Hier staat echter tegenover dat een deel van het overtollige geld een rentegevende bestemming zou krijgen en dat het buitenland jaarlijks voor die rente zou zorgen. Deze week nu heeft onze centrale bank besloten openbare emissies van het buitenland weer toe te staan, zij het dat zij van geval tot geval goedgekeurd moeten worden. De lening moet in guldens luiden terwijl de opbrengst op een gul densrekening wordt geboekt. Het geld lenende land krijgt derhalve de be schikking over convertibele guldens. Afgewacht moet worden of het buitenland van de nu geschapen mogelijk heid gebruik zal maken. Uitgesloten is dit niet. omdat de rente bij ons lager ligt dan bulten onze grenzen. Of die buitenlandse obligaties in de gratie van de Nederlandse beleggers zullen vallen, is vers twee. De goedkeuring van de Nederlandsche Bank moet namelijk niet als een aanbeveling worden be schouwd. zodat de belegger zelf de stukken op hun waarde moet beoordelen. Al met al, het vieren van de teugels door de Nederlandsche Bank is principieel natuurlijk van belang, ook al omdat Amsterdam als financieel centrum hiermee gebaat is. Het is echter moeilijk te zeggen of ook de prak tische betekenis voor het bevriezen van geld zo groot zal zijn. Nauwelijks had Interfilm op zijn conferentie in Utrecht zijn prijs voor de goede speelfilm aan Ing- mar Bergmann toegekend voor zijn „Wilde Aardbeien", of het interna tionale gezelschap zette zich tot de taak zijn houding te bepalen ten opzichte van de film, die van spe ciaal belang is voor de kerkelijke arbeid. Gisteren op de eerste con ferentiedag zag men liefst vijf films achter elkaar, die in aanmer king zouden kunnen komen, al thans daartoe waren ingezonden, voor de prijs voor die film, die het beste beantwoordt aan de eisen, die voor een film gemaakt voor een kerkelijk doel gesteld kunnen worden. Allereerst introduceerde de heer R G. Ellen uit Engeland de film van het Publicity Committee of the bisdom Can terbury Faith in your Fingers", een kleurenfilm, die het dagelijks leven van de mens in beeld brengt door enkel zijn handen te laten zien. Toch kunnen deze handen, die zo druk bezig zijn het werk van „Martha" te verrichten, ook getui gen van het werk van „Maria", n.l. daar waar zij gebruikt worden in dienst van de medemens. Dan straalt als het ware het Geloof af van de vingers, die zor gend in de wereld zijn. De film is spe ciaal bedoeld voor mensen, die niet be paald godsdienstig zyn om hen er bij te bepalen, dat men in het leven van alle dag het Evangelie daadwerkelijk, als met de handen kan uitdragen. In de discussie werd er algemeen op gewezen, dat deze film wel een eenzij dig aspect van het menselijk leven en bedrijf toonde. Juist het grote van het evangelie. de boodschap van zonde en genade werd gemist. Wel werden de lieflijke handen van de zorgende moeder getoond, maar niet de handen van de zondaar en naar hem toch gaat Gods Hand op een zeer bijzondere Advertentie DE PIJNSTILLER Kiespijn, hoofdpijn of griep onder de leden? Neem Witte Kruis en u bent het snel kwijt. wijze uit. Overigens voldeed dit werk van de Engelse regisseur R. E. Sloman als film wel. De tweede film, die vertoond werd was het werk van de Franse filmpredi kant ds. Henri de Tienda „Huguenots". Een film, die het vorig jaar op de In- terfilmconferentie te Hamburg ook al was vertoond, zodat vele deelnemers hem al kenden. Het is niet zozeer een evangelisatorische film, als meer een filmreportage van de viering van het vierde eeuwfeest van de Franse Her vormde Kerk in 1959 in Noyens en Pa rijs gehouden. Deze film munt in het bijzonder uit door de geïnspireerde wijze, waarop onze Franse geloofsgenoten de oude psalmen van Marot kunnen zingen. Verrukkelijk en verfrissend zo de psal men als strijdliederen der Kerk te be luisteren. Adam en Eva Diepe indruk op vele aanwezigen maakte de Zweedse experimentele film „Adam en Eva". Een theologiestudent uit Uppsala, de heer Sjöderberg, beeldt in dit merkwaardige filmwerkje de zon deval in het Paradijs uit. Niet echter op de gebruikelijke wijze, maar fasci nerend en actueel of de zondeval nu en in onze tijd plaats vindt: twee kinderen, een jongen en een meisje spelen in een bos, waarin iemand met draaiende gla zen bollen een soort planetarium heeft ingericht Vol verbazing staan zij te kij ken naar deze merkwaardige tuin. totdat het meisje een van de bollen in haar handen neemt en haarzelf daarin be kijkt. Het is alsof- Eva opnieuw de appel heeft geplukt. De eigenaar van de tuin komt boos aangelopen, de kinderen vluchten weg en laten de bol vallen het is een atoombom en een enorme explosie maakt de aarde weer woest en ledig. Even later ziet men twee jongens spelen aan de oever van een meer. Zij hebben een speelgoeddorp gebouwd, waarin zij met dinky-toys „verkeertje" spelen. Er ontstaat een autobotsing. De jongens krijgen ruzie. Zij nemen een plank en delen daarmee het dorp in tweeën, in een Oost- en een Westge deelte, een Kaïnszone en een Abelszone, waaruit zij elkaar met speelgoedkanon netjes beschieten. Ook hier is het einde de totale verwoesting, want het water uit het meer spoelt over het land en het eens zo schone dorp wordt weggevaagd. Algemeen werd deze film (die veel wegheeft van de experimentele films van de Nederlandse cineast Jan van Hillo) beschouwd als een uitnemend middel om bij een intellectueel publiek de discussies op gang te brengen om trent de zondeval van de mens en zijn verwoestende uitwerking voor de mens heid. De film werd Zweeds gesproken en was daardoor niet geheel voor het publiek toegankelijk, ware dit wel het geval geweest, dan zouden de bedoelin gen van de maker nog duidelijker tot hun recht zijn gekomen. WERKEN IN DE BOUW Ook vandaag nog enkele commentaren op het regering-ibeeluit inzake de vijfdaagse werkweek iu de bouwvakken. Het A 1 g e- meen Handelsblad schrijft o.a. „Een vijfdaagse werkweek is in deze tak van industrie geen novum. Reeds vele ja ren geleden bestond deze bij werken, die veel niet-autochtone arbeidskrachten te werk hadden gesteld; so b-v. bij de her- stelwerksaamheden na de waterramp in Zeeland. Bij sommige sectoren zoals de we genbouw is de vrije zaterdag, om bedrijfs economische redenen, reeds lang regel. De bouwnijverheid stond dus voor de moeilijk heid, dat terwijl in vele takken van be drijf de vrije zaterdag werd ingevoerd of stond te worden ingevoerd, zij zich kwalijk aan deze algemene stroming kon onttrek ken. terwijl bovendien binnen de bedrijfs tak reeds ecu discriminatie op dit punt be stond. Hoewel wij de snelle invoering van de verkorte werkweek en vrije zaterdag niet zonder bezorgdheid waarnemen, moeten wij in dit geval de vraag stellen wat de rege ring met deze maatregel denkt te berei ken. Een nieuwe richtlijn in het kader van dc „vrijere" loonpolitiek, die de verant woordelijkheid voor He loonvorming zoveel mogelijk op het bedrijfsleven wil leggen, is niet populair. In dit geval te minder, om dat, zoals reeds gezegd, de vrije zaterdag in de bouwnijverheid lang geen onbekend verschijnsel was. Hoopt de regering de capariteit van de hnuwnijverheid hierdoor op peil tc houden? Wij denken don aan liet spreekwoord dal het met onwillige honden slecht hazen van gen is. Uit psychologische overwegingen lijkt ons deze beslissing daarom onjuist. Zij zal eerder wrevel dan verhoogde werklust veroorzaken." Dat ook H et r ij e V o 1 k geen goed woord heeft voor het regeringsbesluit ligt voor de hand. Het blad zegt o.m.: „In dc eerste plaats kunnen wij niet inzien, waar om de regering nu met een nieuwe aan wijzing moet komen. Zij schept daarmee een ongelijkheid van behandeling tussen dc bedrijfstakken en ondernemingen die er vroeg bij zijn geweest met het aanvragen van een verkorting van de arbeidstijd .en de bedrijfstakken die er nu aan toekomen. Tot nu toe is het mogelijk geweest, dat het College van Rijksbcmiddelaars zijn goedkeuring hechtte aan een verkorting van de arbeidstijd tot 45 uur per week. Dat gebeurde dan op grond van de be staande algemene aanwijzing. Maar in het vervolg kan dat niet meer. Tot bet einde van de lopende c.a.o.'s kan de arbeidstijd tot niet verder dan 46'^ uur worden terug gebracht Intussen is op een groot aantal werken de vijfdaagse werkweek al ingevoerd. De arbeidsinspectie beeft daartoe vergunning gegeven en zij kan dat doen. al» de totale werktijd niet wordt verkort. Straks aal dus op deze werken 46'uur in vijf dagen wor den gewerkt, of wel 1 uur en 18 minuten per dag. Zou men nu in Den Haag werke lijk menen, dat op bouwwerken een ar beidstijd van "J uur co 18 minuten te ver- weaenlijken ia? GEZAMENLIJKE KERKBOUW Enkele jaren geleden bleek dat in de Noordoostpolder enige dor pen een zeer gering aantal inwo ners zou krijgen. Het gevolg hiervan was dat de hervormde en de gereformeerde groepjes in Espel, Tollebeek en Kraggeburg te klein waren om zelfstandig een nieuwe kerk te kunnen bou wen en onderhouden. In Kragge burg, waar de hervormde kerk reeds was gebouwd, werkte men jaarlijks met een tekort. De op lossing van deze problemen werd de samenwerking van hervormd en gereformeerd. In het her vormd maandblad „De Kerkvoog dij" schrijft Th. A. v. Hulst hier over onder meer het volgende: JURISTEN van beide kanten wer- J den ingeschakeld en langzaam maar zeker ontstond een concept contract. Het prettige hierbij was wel. dat altijd alle bezwaren aan beide kanten dezelfde waren. Tegen een stichtingsvorm waren grote be zwaren, omdat bij problemen een stichtingsbestuur zelfstandig zou kunnen handelen, terwijl wij wil den dat alleen de kerkeraden zou den kunnen beslissen. Tegen het eigendomsrecht van één der beide kerken op een bepaald gebouw wa ren Ln de gemeenten bezwaren, daar één der beide gemeenten dan altijd het gevoel zou hebben, slechts gast ;e zijn, in het kerkgebouw. De oplossing was feitelijk een- voudig, n.l. gezamenlijk eigendom van Gereformeerd en Hervormd van een kerkgebouw. Beide kerken oetalen dus evenveel aan een nieu we Kerk en zijn gezamenlijk eige- naar hiervan. Daar men in de dor- oen een nieuwe kerk over het al gemeen geen naam geeft, werd als naam gekozen: Het „Protestants kerkcentrum" te... De overeenkomst zelf bestaat uit 10 artikelen, waaruit wij hieronder een icort uittreksel zullen geven: ART. I t.m. III In artikel I wordt de samenwer king omschreven voor de dorpen EsdcI, Tollebeek en Kraggenburg en wordt vermeld, dat in de eer ste twee dorpen gezamenlijk een kerk gebouwd zal worden, terwijl in II vermeld wordt dat de Her vormde Kerk haar kerk ln Krag genburg voor de helft zal overdra gen aan de Gereformeerde Kerk. In III wordt omschreven, dat de nieuwbouw te Espel en Tollebeek voor de helft door beide Kerken be taald zal worden. ABT. IV Hierin vinden we de clausule, dat voor onderhoud en vernieuwing beide Kerken de helft moeten bij dragen. ART. V EN VI De leiding van de bouw en het beneer in de toekomst zal worden gevoerd door een beheerscommis sie van zes leden, waarvan beide Kerken drie leden zullen benoe men. Deze besluiten bij meerder heid van stemmen. Indien een lid verhinderd is kan hij een secundus zenden of een mede-commissielid volmacht geven voor hem te stem men. Hierdoor kunnen dus onder alle omstandigheden zes stemmen uit gebracht worden. Verder wordt er een huishoudelijk reglement in be sproken. De kerkeraden kunnen steeds commissieleden ontslaan en vervangen door andere. Indien er een geschil ontstaat wat niet plaatselijk opgelost kan worden, komt een conflictencom missie in actie, bestaande uit 3 le den aangewezen door de classis der Gereformeerde Kerk en 3 be noemd door de centrale Hervorm de gemeente ..De Noordoostpol der". Mocht ook deze commissie geen oplossing vinden, dan wordt de kwestie bindend beslist door drie arbiters, waarvan beide Ker ken 1 benoemen en deze beide sa men de derde. ART. VIII Een der grootste problemen, nl. het nu reeds vaststellen van een redelijk bedrag wat uitbetaald moet worden als één der twee Kerken de combinatie wil verlaten, is ge regeld in artikel VIII. Dit bepaalt dat in een dergelijk geval de to tale stichtingkosten inclusief de grondaankoop verminderd worden met 0,75 pet. per jaar gedurende het aantal jaren dat de kerk in ge bruik is. De uitkomst hiervan wordt ver menigvuldigd met een breuk, waar van de teller is het bouwindexcij- fer van het jaar van scheiding cn de noemer is dit cijfer gedurende het jaar van stichting. Van het be drag wat dan ontstaat moet de uittredende Kerk de helft ontvan gen van de Kerk welke het gebouw bemudt. ARTIKEL IX Dit is een garantie zowel van de classis Emmeloord der Gerefor meerde Kerk als van het college van kerkvoogden der Hervormde gemeente. NAAST deze grote overeenkomst is er een huishoudelijk regle ment. waarin het aantal vergade ringen van de beheerscommissie en de orde van deze vergaderingen bepaald wordt. Verder wordt het gebruik van het kerkgebouw en de nevenruimten bepaald. De koster wordt om de beurt uit beide Kerken benoemd. Tenslotte worden hierin de begro ting en rekening omschreven. De kerkgebouwen zelf worden al le net een bepaald aantal neven- ruimten gebouwd en wel zodanig, dat beide Kerken de beschikking over een eigen kerkeraadskamer heoben. Hierin worden tevens de catechisaties gehouden. Verder is er steeds een grote zaal, met variërend naar de groot te van het dorp 120200 zitplaat sen, daarnaast een klein zaaltje met ongeveer 20 plaatsen. Deze beide laatste zalen zijn steeds drie dagen per week ter beschikking van teide Kerken. De Kerk van Kraggenburg welke reeds gebouwd was is einde de cember voor de helft overgedragen aan de Gereformeerde Kerk. Hier wordt nog een verenigingszaal bij- ge oouwd. De kerk van Espel werd eind de cember aanbesteed. Die van Tolle- neek zal als u dit leest vermoede lijk reeds aanbesteed zijn. Beide Kerken gaan in goed ver trouwen met elkaar in zee en het prettige is wel. dat ln dc bouw commissies niets te merken valt van de verschillende Kerken. Het is werkelijk zo, dat eendrachtig wordt samengewerkt. Voor hen, die interesse hebben in de gesloten overeenkomst is op het bureau der Vereniging van Kerk voogdijen een exemplaar ter be schikking. vrede van Jeruzalem" klonk jammer ge noeg niet door en daartoe had men wel de kans gehad. De vijfde en laatste mededinger is de film van Jan van Hillo over het werk van „Kerk en Wereld", geheten „Gfj zult Mfjn getuigen zfjn". Een bijzonder goed gemaakte film. waarin de onrust en de onvrede van de moderne wereld gecon fronteerd wordt met de vrede der Kerk. echter een vrede, die er slechts is. opdat de wereld haar ontmoete. En dit toch de taak van „Kerk en Wereld", dat speciaal de kerkelijke werkers wil opleiden voor het getuigen in onze mo derne wereld. Deze film werd Nederlands gespro ken. zodat vele buitenlandse deelnemers moesten bekennen de bedoelingen niet begrepen te hebben. Naar algemeen werd aangenomen zal de Zweedse inzending „Adam en Eva" wel de prijswinnaar worden van de In terfilm a%vard for the film in the ser vice of the Church, maar daarover wordt vanavond beslist, zodat u nog even ge duld moet hebben. Ev. Grolle. De Mijnindustrieraad zal maandag morgen a.s. in Heerlen vergaderen om de nieuwe verordening tot invoering der vijfdaagse werkweek in de mijnen en de omvorming van de bijzondere pre- ie in het openbaar vast te stellen. Verwacht mag worden, dat dit una niem zal geschieden, waarna de veror dening nog ministeriële goedkeuring be hoeft om met ingang van 15 mei van kracht te worden. De 58-jarige Kornelis Poot uit IJmui- den is in de haven van Everett in de Amerikaanse staat Washington verdron ken. Hij was lid van de bemanning van de zeesleper ..Utrecht" uit IJmui- den Poot zou in het water zijn geval len toen 'hij van de steiger aan dek van de „Utrecht" wilde springen. NED. HF.RV. KERK Bermepen te Middelharnis: Iz. Kok te Zegveld. GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT) Beroepen te Zalk en Veecaten: K. B. Holwerda, kand. te Kampen. Jeruzalem De vierde film werd ingeleid door drs. P. H. van Gorkum, directeur van de Cefa, welke instantie de films van de Lutheran Church of America uitbrengt. Dit zijn films, die- speciaal bedoeld zijn voor het zondagsschoolwerk. De ver toonde film in casu, geheten: „Jeruzalem, heilige stad" laat beelden zien van oud- Jeruzalem, waar de z.g. „heilige" plaatsen Selegen zijn. Deze film werd gesproken oor een Arabisch jongetje, die al pra tende zijn toeschouwers meeneemt naar de bekende plaatsen in Jeruzalem. Het was een enigszins touristisch filmpje over de heilige plaatsen. Niet van een bepaald sterke religieuze betekenis. Het be zwaar, dat er een Arabisch en niet een Joods jongetje sprekende wordt inge voerd, heeft helaas te maken met de „gespletenheid" van Jeruzalem. Juist in dit oude gedeelte van Jeruzalem wonen geen Joden, omdat het in Arabische (Jordaanse) handen is. Op de gespleten heid van Jeruzalem werd helaas niet ge wezen en dat moet bepaald als een mis ser worden beschouwd. Het „bidt om de (Advertentie) t Gisteren promoveerde in Am sterdam aan de V.U. de griffier van de Tweede Kamer, mr. A. C. de Ruiter. Na de promotie felici teerde minister J. van Aartsen de jonge doctor. Het is niet zo best, als van iemand wordt gezegd, dot hij praat over dingen waar hij geen verstand van heeft. Er zijn maar heel weinig mensen (als zij er al zijn), die zich er nooit aan schuldig maken. Als we ons eens bepaalden tot het pra ten over zaken, waarvan we, door ons werk of door onze opleiding, wèl iets afweten, don zou er heel wat minder ge kletst worden en zou er ook heel wat minder onenigheid zijn op de wereld! En dat geldt dan nog maar het verkeer tussen mensen onderling. Veel erger is, dat we er zo vaak het handje van hebben meningen te verkondigen over wat God doet of niet doet, maar eigenlijk móest doen. En dat kan een hele tijd doorgaan! In het leven van Job maakt God er op een ge geven moment een eind. aan. Alleen maar door enkele vragen te stellen. Job ontdekt wat hij in feite heeft gedaan •en hij komt tot deze uitspraak: „Ik verkondigde zonder inzicht, din gen, mij te wonderbaar en die ik niet begreep." Dat is een ruiterlijke erkenning, maar zij kwam ten koste van heel wat! Denkt u toch niet, dat u God kunt narekenen en Hem hebt te vertellen wat Hij moet doen, met u-zelf en met de wereld. Die vergissing, dat praten over dingen, die u niet begrijpt en die u bovendien niets aangaan, kan u in de allergrootste moeilijkheden brengen! FONGERS geeft de moderne toen aan! Stem in en koop een FONGERS de keus voor hei leven! Mr. De Ruiter promoveerde aan V.U. Parlement toonde belangstelling (Van onze parlcmentsredactie) MR. A. C. DE RUITER, commies griffier van de Tweede- Kamer, is gistermiddag aan de Vrije Universiteit gepromoveerd de stalenboeken van de unieke nieuwe R D-collectie behang jaargang 1961. Onbegrensde mogelijk heden voor een prach- tige begrenzing van „Uw kamer van Ik" Vraag de boeken (ge heel vrijblijvend) ter Inzage aan Uw behang- leverancier. RATH DOODEHEEFVER Dc regering «tuurt aan op maatregelen I «wakt «ij haar geiag en tegelijkertijd die niet worden uitgevoerd. Daarmee ver-1 brengt tij onruat in de bouwwereld." Ds. J. van Bruggen op Asser synode onzer verslaggevers) Na afdoening van enige stukken inzake de Theologische Hogeschool der gereformeerde kerken (vrijge maakt) te Kampen, op de te Assen vergaderende synode van deze kerken, heeft de praeses, ds. J. van Bruggen, herinnerd aan een uitspraak van de rapporteur, ouderling G. Grasdijk: „Er loopt door de verslagen der hogeschool een gouden draad der dankbaar heid." Ds. Van Bruggen meende dat het goed is om daarop te letten. Dat een kleine kerkgemeenschap deze hogeschool mag bezitten en onderhouden is een grote genade. Daarna nodigde hij jonge mensen uit om zich beschikbaar te stellen voor de dienst van God in het predikambt Nu schijnt daarin een crisis te zijn aangebroken. Sommigen zijn spoedig ge neigd te zeggen: we hebben niet zoveel theologische studenten meer nodig, want alle plaatsen zijn bezet. Ds. Van Bruggen stemde daarmee niet in. Als men ervan uitgaat dat zeven honderd zielen het maximum is voor de bearbeiding door één predikant, dan zijn er nog verscheidene gemeenten, waar men twee drie predikanten méér kan gebruiken. „Wij zitten aan het plafond", verklaarde ds. Van Bruggen. Het is trouwens een droeve zaak. „In dertijd hebben we voor onze hogeschool gebeden. God heeft die gebeden willen verhoren. Maar nu komen we in een situatie als vóór de tweede wereldoorlog, dat wanneer de gaven geschonken zijn, zij enigermate beschouwd worden.als iets waarmee men niet goed weg meer weet." Daarom adviseerde ds. Van Bruggen aan te houden in het gebed of God wegen wil openen, waardoor alle afgestudeer den aan de hogeschool een plaats in de kerken kunnen krijgen. 'Jnderwijsbennemingen Benoemd tot onderwijzeres; aan de Marijkeschool te 's-Gravenzande: J. dijkma te Leiden; aan de le Park Ro zenburg-school te Rotterdam-Kr.A, Bijlsma te Rotterdam: aan de T.H. v Eeghen-school te Aerdenhout: L. Struyk te Haarlem; aan de Pr. Irene-school te Goes: N. Bosselaar te Ellewoutsdijk; tot doctor in de rechtsgeleerdheid. Tijdens de promotieplechtigheid in het Amsterdamse Woestduin- centrum verdedigde hij zijn proef schrift, getiteld „De grenzen van de overheidstaak in de anti revolutionaire staatsleer". De dissertatie, die bij de uitgevers- mij. J. H. Kok te Kampen is versche nen, wordt voor het grootste deel 'in beslag genorpen door een historisch overzicht, waarin de denkbeelden over de staatstaak van o.m. Groen van Prin- sterer, Kuyper, De Savornin Lohman, Fabius en Colijn worden behandeld. De meeste aandacht krijgen de geschrif ten van dr. A. Kuyper, die door het poneren van het beginsel van de „soe vereiniteit in eigen kring" van grote invloed is geweest op het a.r.-denken en -handelen. Van de nog in leven zijn de auteurs staan vooral de ideeën van prof. Dooyeweerd in het middelpunt. Ook wordt aandacht geschonken aan de discussie over de staatstaak, die prof. Van Riessen en minister Zijlstra enkele jaren geleden voerden. Dr. De Ruiter verwerpt de opvat ting dat er bepaalde terreinen zijn, waarop overheidsbemoeiing a prio ri ontoelaatbaar is. De principiële be grenzing van de overheidstaak zoekt hij in de constante structuur van de staat, die de publieke gerechtigheid tot leidend beginsel heeft. Dit impli ceert volgens hem, dat het algemeen belang de overheid steeds tot richt snoer behoort te dienen. Een belang rijke beperking voor het staatsingrij- pen is naar zijn mening gelegen in de wezenlijke zelfstandigheid van de niet-statelijke gemeenschappen en structuren. Tegen het proefschrift en de eraan toegevoegde stellingen werden beden kingen aangevoerd door mr. L. G. Wan- sink, plaatsvervangend directeur-gene raal van economische zaken, prof. mr. dr. I. A. Diepenhorst en prof. mr. W. F. de Gaay Fortman. In zijn stellin gen verwerpt dr. De Ru'iter o.m. de Zuidafrikaanse wet tot „apartheid" in de kerken als in strijd met de aard en de wezenlijke zelfstandigheid van de kerk. Ook aeht hij verplicht onderwijs in de staatsinrichting op het gymnasi um wenselijk. De promotor prof. mr. dr. L. W. G. Scholten, gaf na de promotieplechtig- he^d uiting aan zijn waardering voor het werkstuk van dr. De Ruiter. Zo ook prof. Diepenhorst, die, vol scherts, niet kon nalaten erop te wijzen, dat de meeste oppositie tegen het proef schrift van een promovendus, die nauw verbonden is aan de Tweede Kamer, door Eerste-Kamerleden (Diepenhorst, De Gaay Fortman) was gevoerd. Uiteraard bestond voor deze promo tie grote belangstelling. Minister Van Aartsen was aanwezig met zijn echtge note. voorts o.m. dr. J. Schouten, dr. L. G. Kortenhorst, voorzitter van de Tweede Kamer, dr. H. W. Tilanus, dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot en met hen nog talrijke andere Tweede-Kamerle den, griffie-functionarissen van be'ide Kamers en vertegenwoordigers van de A.R.-Partij en de Dr. A. Kuyperstich- ting. Met PRACHTBIJTS, Ja, dat weet ik thansj krijgt al het hout zó'n milde glans. W/ACI1TKAMERS VAN DOKTOREN en tandart- sen maken een mens onzeker. Dan kunnen er modern „verantwoorde" meubeltjes staan in geel en grijs, je zit er toch nooit lekker. Dan kunnen er high-brow periodieken liggen voor particuliere en beduimelde leesportefeuilles voor fondspatiën ten. niets vermag de gespannen sfeer te breken. Veel patiënten doen een poging zich al pratende van hun onrust te bevrijden, waardoor de ver krampte gezichten van de toehoorders nog bleker worden. Tot dat de eigenaar van het verkrampte gezicht zelf de gelegenheid krijgt zijn sensationeel ziektebeeld te spuien. Zijn verhaal is als tonicum, doch uitsluitend voor eigen gebruik. Iedere steenpuist, iedere bloedarmoede schijnt van wereld-betekenis te worden, zodra het mijn steenpuist en mijn bloedarmoede is. Ik zit nu in de wachtkamer van mijn huisarts en kijk de rij eens langs en vraag me af wie zal starten. En ja hoor, nummer één begint. Hij on derstreept zijn verhaal met veelbetekenende blik ken op de deur van de spreekkamer„Hij begint natuurlijk weer te laat. Hij had al vijf minuten bezig moeten zijnO, hij is kundig hoor, nie mand zal mij horen zeggen, dat hij niet kundig is, maar iJc blijf zeggen, dat ie ruw is. Want neem nou die spit van mij hè, mens wat heb ik een pijn geleden, waarom moet zo'n dokter nou, ter wijl hij wéét dat ik zo'n pijn heb. een dikke naald gebruiken voor een injectie? Of hij met een dun ne naald niet even goed kan spuiten, terwijl een kind snapt, dat een dunne naald minder pijnlijk is dan een dikke. Daarom zeg ik: hij is kundig, zeg ik, maar ruw, dat is ie. Dan is er een bleke juffrouw, die met zachte lij- densstem vertelt over haar duizelingen en geen- trek-in-eten. Het is haar niet gegund haar verhaal af te makenwant het zoontje van de dokter komt binnen en slaat alle relazen stuk met zijn zorgen. Hij zou zo graag een trein willen hebben, maar „ik heb geen trein, want mijn vader is erg arm en zodoende. Maar hij is wel aan het sparen voor een trein, dat wel. Hij moet nog tien nieuwe pa tiënten hebben en twee „vervallingen" doen, dan heeft hij genoeg, maar ja, dat duurt natuurlijk nog hèééèl lang". Dan komt er een meisje binnen, kennelijk door haar moeder voor het eerst alleen op de dokter afgestuurd. Ze is wat beverig en de onrust straalt haar uit de ogen. Zij wordt door de vierjarige op wrede wijze ver welkomd: „Moet jij naar mijn vader? Nou als je maar weet, dat hij iedereen in zijn billen prikt hoor. Met een naald! Voordat iemand de situatie heeft kunnen redden is het meisje verdwenen. Angst voor medische mishandeling heeft haar snelheid tot het uiterste opgevoerd. Ik vrees, dat de trein van het jongetje nooit bij elkaar gespaard wordt. Want hoe krijgt deze dok ter ooit tien nieuwe patiënten, als hij iedereen maar prikt? En dan nog wel met een dikke naald! Hoewel hij is kundig, niemand zal van mij ho ren, dat hij niet kundig is. MINK VAN RIJSDIJK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 2