Het bedrijfsleven heeft
behoefte aan P.B.O.
KELVINATOR
Uw probleem is het onze
KRONIEK
mmww
Zaak ds. Goossens
weer in discussie
Convent: P.B.O. is
de aangewezen weg
Fen kanttekening
Beroeping* work
Duitse kerk gaat de
specialisten helpen
Prof. P. Borst
voor Chr.
organisaties
Geen kiescollege
muizenX§p^sta
vlokken
fHfOMt
Een woord voor vandaag
Vrij gem. Synode hervat zitting
2
ONZERZIJDS
JANUS EN HET BEVOLKINGSBELEID
Van meer dan een zijde is onze regering een inconsequente bevolkingspo
litiek verweten. Populair gezegd komen de verwijten erop neer, dat zij ener
zijds door bet instellen van kinderbijslagvoorzieningen de gezinsvorming en
daarmee de bevolkingsgroei stimuleert, maar anderzijds door middel van een
vrij kostbare werkgelegenheidspolitiek en emigratiesubsidies de gevolgen van
de bevolkingsgroei probeert weg te nemen.
Vooral nu op grond van het grote tekort aan arbeidskrachten de aantrek
king van buitenlandse arbeiders nodig blijkt vraagt men zich af, of een actieve
emigratiepolitiek, zoals de overheid tot nu toe heeft toegepast, wel juist is.
Deze vraag klemt temeer, omdat de welvaart gediend is bij een volledige be
zetting van het produktie-apparaat.
Het is duidelijk dat bij deze verwijten en vragen talrijke elementen van
het overheidsbeleid te berde worden gebracht en dikwijls met elkaar verward,
waardoor een onzuiver beeld van de werkelijke problematiek ontstaat.
Wat beweegt de overheid tot haar huidige beleid?
Al vele Jaren rekent zij de bevordering van de welvaart tot haar taak. Van
welvaart is weinig sprake, wanneer het land door werkloosheid wordt geteis
terd. Het overheidsstreven zal dus vooral zijn gericht op verwezenlijking van
volledige werkgelegenheid en het voorkomen van werkloosheid. Indien er
werkloosheid heerst zal men er goed aan doen, na te gaan, waardoor deze
werkloosheid is ontstaan. Wanneer wij de seizoenwerkloosheid buiten be
schouwing laten, blijven twee andere oorzaken over.
Een van deze twee kan zijn de conjunctuur. Als de conjunctuur daalt, neemt
de kans op werkloosheid toe. De overheid zal er dus naar streven, een der
gelijke daling in de conjunctuur te voorkomen. Zij volgt bijna van dag tot dag
de ontwikkeling van de conjunctuur en past haar maatregelen daarbij aan.
Het conjunctuurbeleid is typisch een beleid van vrij korte termijn.
Behalve conjuncturele werkloosheid kent men echter ook structurele werk
loosheid. Men spreekt ervan, als ongeacht de stand van de conjunctuur een
land of een streek een groot aantal werklozen kent. Momenteel gaan bijvoor
beeld de Noordelijke gebieden van ons land gebukt onder een dergelijke werk
loosheid. Zelfs in de huidige periode van hoogconjunctuur treft men in deze
streken een betrekkelijk groot aantal werklozen aan. Het verschijnsel is duide
lijk: het aantal monden is groter dan de mogelijkheden om ze te vullen.
Ook ons land als geheel zou van een dergelijke structurele werkloosheid
te lijden kunnen krijgen. Dit zou het geval zijn, wanneer het aantal beschik
bare arbeidsplaatsen aanmerkelijk achterblijft bij de bevolkingsgroei. Men
weet het, onze bevolking groeit snel, zeer snel. Om deze bevolkingsgroei op te
vangen moeten jaarlijks ongeveer vijftigduizend nieuwe arbeidsplaatsen be
schikbaar komen. Dit aantal zou nog groter zijn, als niet een deel van onze be
volking bereid bleek om door middel van emigratie ons land te verlaten.
Wij zien thans duidelijk de lijnen van het overheidsbeleid voor ons. Ener
zijds een conjunctuurpolitiek-op-korte-termijn, anderzijds een streven om onze
bevolkingsgroei evenwichtig op te vangen zowel door het scheppen van werk
gelegenheid als door het bevorderen van de emigratie, beide vrij kostbare
aangelegenheden. Het laatste is een beleid, dat op de verre toekomst gericht
moet zijn. Men mag immers aannemen, dat ons geboortecijfer nog vele jaren
hoog zal blijven. De bevolkingsgroei is een vrij constante factor, in tegenstel
ling tot de nogal grillige conjunctuur.
/"AM AAN TE TONEN, hoe veelzijdig het overheidsbeleid in dezen dient te
zijn, moge de situatie in het noorden van ons land als illustratie dienen.
Deze situatie maakt het nodig dat de overheid, zelfs in een tijd van hoogcon
junctuur als de huidige, moet blijven voortgaan met het bevorderen van de
werkgelegenheid. Wij zagen reeds, dat in het noorden van ons land nog
structurele werkloosheid voorkomt, dat het aantal monden groter is dan de
mogelijkheid om ze te vullen. De overheid besteedt daarom miljoenen guldens
om Industrievestiging in deze gebieden aantrekkelijker te maken. Het wegen
net wordt er verbeterd en door middel van financiële tegemoetkomingen
wordt de industrie aangemoedigd zich hier te vestigen.
Men kan zich afvragen, of de werkloosheid in deze gebieden niet vanzelf,
dus zonder zoveel overheidsbemoeiing, verdwijnt. In zekere zin is dit wel het
geval. Inderdaad heeft zonder de hulp van de overheid reeds een groot aantal
inwoners van deze gebieden werk gevonden. Het is echter de vraag of hier
mee een bevredigende oplossing is verkregen. Doorgaans vond men dit werk
namelijk in de randstad Holland. Velen trokken weg uit de moeilijke gebieden
die overigens daarmee voor een nieuw probleem, dat van de ontvolking,
kwamen te staan. Ze belandden in een gebied, dat evenzeer moeilijkheden
belooft of reeds voor grote moeilijkheden staat. Wie kan immers zeggen, of het
westen bij een daling van de conjunctuur niet zelf door de grote werkloosheid
zal worden getroffen? De trek naar het westen houdt dus niet de belofte in,
dat men ook tot in lengte van dagen hier werk zal kunnen vinden. Bovendien
kent de randstad weer een heel ander probleem, dat van de volte.
Men komt dus uit een gebied, waar het aantal bewoners groter is dan de
werkgelegenheid, waar dus economisch gesproken overbevolking heerst, in
een gebied, waar op het moment wel werkgelegenheid aanwezig is, maar
waar reeds zoveel mensen wonen, dat het langzamerhand de vraag wordt, of
men zich in dit volle gebied wel gelukkig kan voelen. Nu is de leefbaarheid
een moeilijk te definiëren begrip. Velen hebben weinig of geen last van de
volte. Groot is echter het aantal, dat beklemd raakt door de verstedelijking
van het westen, de bevolkingsmassa's in de bossen en aan de stranden, de ver
vuiling van de rivieren, de opoffering van veel natuurschoon, de vergiftiging
van de dampkring.
Ook in het westen dreigt dus overbevolking, niet zozeer een economische als
wel een planologische. Zonder overheidsingrijpen zou de kans op deze overbe
volking, deze volte, groter worden. Mede door de stimulerende invloed van de
overheid wordt nu de stroom naar het westen gestuit. Veel meer gaat men
beseffen, dat het voor een evenwichtige ontwikkeling van mens en samenle
ving in dit geval beter is, de werkgelegenheid naar de mensen te brengen dan
de mensen naar de werkgelegenheid.
Uit deze illustratie kan duidelijk worden, hoezeer het werkgelegenheidsbe
leid twee gezichten moet hebben en op een Januskop zal lijken. Enerzijds is
het beleid afhankelijk van de schommelingen in de conjunctuur, anderzijds is
het gericht op de verwachtingen omtrent de bevolkingsgroei en de bevolkings
loop op lange termijn. In dit licht zal dan ook de kritiek op het overheidsbe
leid moeten worden bezien.
Probeer ook
die Bhenmitlek
ril 0 li to ichndden.
leem Krusehen om dat
wonder self to belovon.
Ge zult Uzelf 'n ander mens voelen,
jeugdiger, kwiek, vief en weer blij. Want
met de onzuiverheden in Uw bloed door
Kruschen's vijf minerale zouten losge
maakt en afgevoerd, verdwijnen ook die
Rheumatische pijnen en maakt Uw stram
heid plaats voor dat monter lenig gevoel.
Lutherse kerken van Leraren uit zeven
Japan gaan fusie aan
Elf van de veertien Lutherse zendings
kerken in Japan hopen in 1962 een fusie
aan te gaan, die de bekroning is van
negen jaar onderhandelen. Een verent-
gingscommissie van leden uit elf
verschillende kerken waren afgelopen
week voor het laatst bijeen om de kerk
orde van de nieuwe kerk goed te keuren.
In november komen afgevaardigden van
de verschillende kerken bijeen om een
voorbereidingscommissie te kiezen. De
fusie zal op 31 oktober van het volgend
jaar een feit worden
De kerken zijn ontstaan door het zen
dingswerk van lutherse zendingen uit
verschillende landen van de wereld, die
allen hun eigen kerken stichtten in ver
schillende delen van Japan. Er zijn drie
zendingen die geweigerd hebben zich
bij de fusie aan te sluiten. Dat zijn de
zendingen van de Lutherse Missouri-kerk,
de Kerk van de Lutherse broeders in
Amerika en de Evangelisch-Lutherse
Kerk van Wisconsin.
De naam van de nieuwe kerk is nog
niet vastgesteld. De kerk zal ongeveer
13.000 lidmaten omvatten. De grootste
en oudste lutherse kerk van Japan is
op het ogenblik de Japanse Evangelisch-
Lutherse Kerk die oneevecr 10.000 leden
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Hilversum, wijk-
gem. 4: P. M. v. Galen te Gorcum.
Bedankt voor Alkmaar, vac. G. C.
Tromp: G. Juckema te Nijverdal.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Zeist, vijfde prcd.pl.! A.
Corporaal te Edam.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Beroepen te Culemborg: J. A. de
Vries. kand. te Krommenie.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te De Krim: J M Visser
te Dokkum: te Franeker: A. Rebel te
Emmeloord.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Bradford. Ontario Cana
da. J. van Haaren te Kampen.
landen bijeen
Dr. J. B. Drewes, adviseur bii het
ministerie van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, heeft gisteren in Arnhem
een internationale conferentie geopend,
waaraan wordt deelgenomen door lera
ren in de aardrijkskunde uit de Benelux-
landen, Groot-Brittannië. Frankrijk, West-
Duitsland en Italië. Het doel van de
conferentie is de deelnemers op de
hoogte te stellen van de jongste geogra
fische ontwikkeling van Nederland.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan
de naoorlogse problematiek en planning.
De conferedfce. die onder auspiciën staat
van de Raad van Europa, is georganiseerd
door het ministerie van onderwijs, kun
sten en wetenschappen.
In zijn openingsrede wees dr. Drewes
op de snelle ontwikkeling van het on
derwijs in Nederland sedert de tijd van
Thorbecke. Sprekend over de integratie
in Europa, zei hij dat ook de leraren bij
hun werk veel kunnen doen voor samen
werking in Europees verband.
Prof. dr. H. D. de Vries Reilingh, hoog
leraar in de sociale aardrijkskunde en
landbeschrijving aan de universiteit te
Amsterdam, hield een inleiding over het
thema der conferentie. Naast de vele
referaten staan ook verscheidene excur
sies op het programma. Onder meer zul
len de deelnemers een bezoek brengen
aan het IJsselmeer en de Deltawerken.
Ook'in Duitsland leeft de gedachte
van een „vredescorps". Zo heeft de pre
dikant van Hamburgs Michael-kerk be
sloten om een tramingsinstituut te stich
ten. waar jonge inoUstriële. technische
en economische experts die in onderont-
wikkeldy gebieden willen gaan werker
een korte naopleiding kunnen ontvangen
De leider dr. H. H. Harms is tevens se
cretaris van de Conferentie van Euro-
pese Kerken.
Het instituut zal de naam krijgen van
Overzee-college. Er zal twee maal per
jaar een cursus van drie weken worden
gegeven, waarin aandacht geschonken
zal worden aan de sociale, culturele en
godsdienstige problemen van de landen
waar de jonge specialisten zich zullen
vestigen.
Waaraan heeft het bedrijfsleven
vandaag aan de dag behoefte? Ik
meen aan een gezamenlijke be
langenbehartiging per bedrijfstak,
welke zou moeten omvatten: voor
lichting, statistiek, research, vak
opleiding, public relations, export
enz. Deze mening sprak gisteren
prof. mr. Borst uit op de vergade
ring, welke het Convent van Chr.
Sociale Organisaties in het con
ferentieoord Woudschoten had ge
wijd aan het vraagstuk van de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie.
Deze belangenbehartiging, aldus
(Van onze soc.-econ. redactie)
(Advertentie)
DE HUREN
Vandaag twee commentaren over de hu
ren van woningwetwoningen. Trouw
schrijft o.a.: „De bijkomende kosten, zo
wel voor de woningwetbouw als voor de
premiebouw, moeten ons met zorg ver
vullen. Natuurlijk, wij stellen bijzonder
veel prijs op geriefelijkheid en gemak in
onze woningen. Soms worden ook in
woningwetwoningen allerlei snufjes toe
gepast die de huisvrouw het leven veraan
genamen. Maar het is vaak dit bijzonder
gerief, dat de huren opvoert en dat er de
oorzaak van is, dat veel woningwetwonin-
niet bewoond kunnen worden door die
;ezinnen, waarvoor ze werden gebouwd.
Siet bewoond kunnen worden, want voor
de meerderheid van ons volk is een huur
van 100 of meer te hoog. Het probleem
waarvoor we staan is dus: óf minder ge
rief aanbrengen öf meer subsidie verlenen.
Een nader onderzoek is wenselijk om tot
een juiste keuzebepaling te geraken.
Minister Van Aartsen zou eens precies
moeten laten nagaan, hoe de huren van
dc nieuwbouw zijn samengesteld. Niet de
huren, welke op papier worden betaald,
r de werkelijke huren. De bewinds
man zal dan een aantal verschijnselen
constateren, welke hem ongetwijfeld tot
scherpe maatregelen zullen dwingen. Het is
immers te gek dat in deze tijd van wo-
ningschaarste woningwetwoningen per ad
vertentie Ie huur worden aangeboden, om
dat de huur niet te betalen is voor de ge
middelde Nederlander.
De vraag rijst, of bet wel zin heeft 2500
goedkope woningen meer te laten bouwen,
wanneer door het euvel der bijkomende
kosten de huren zo hoog worden opge
voerd, dat van „goedkoop" nauwelijks
meer kan worden gesproken. De over
heid subsidieert de woningbouw juist om
de minst draagkrachtigen aan een woning
te helpen waarvan de huur in redelijkheid
kan worden opgebracht. De subsidiëring
heeft geen zin, als de huren door bijko
mende kosten voor de minstdraagkrachti-
gen onbetaalbaar worden".
Het Vaderland zegt er o.m. van:
„Wat we nu zo jammer vinden is dat de
minister van bouwnijverheid en volkshuis
vesting het uitgangspunt dat de arbeiders
de huren niet kunnen opbrengen, ook
- als een gegeven schijnt te
den door het te gaan bestrijden. Hij zegt
il.: het is niet zo, dat A-premiewoningen
duurder zijn dan de woningwetwoningen.
Alleen, ja in sommige plaatsen wel, varië
rend van drie kwartjes tot een rijksdaal
der per week. Maar, zei de minister, ik
zal proberen dat er nog af te krijgen en
hij srheen hoopvol gestemd te zijn. Het
is jammer, dat de minister aanhaakt bij
het socialistische betoog in een poging de
juistheid daarvan te ontzenuwen. Want het
is onzin te verlangen, dat de ene categorie
woningen even duur is als de andere, voor
al omdat bekend is. dat de woningwetbouw
p verschillende manieren bevoorrecht
ordt.
Bovendien, wat is duurder? Is de par-
tiruliere woning te duur of is de woning-
wetvorming te goedkoop door onverant
woorde bezuinigingen? Het zal toch ieders
ervaring zijn, dat het duurdere produkt bij-
altijd iets heeft dat aantrekkelijker is.
Iets betere materialen, een extra voorzie-
j, een wat „betere" buurt, een
mooiere compositie e.d. We twijfelen
dan ook niet aan, dat als een arbeider
zijn vrouw de keuze zouden hebben tussen
twee woningen van laten we zeggen 15
en 16 per week in lieel veel gevallen de
duurste woning wordt genomen. Als de mi
nister er naar streeft de prijs van de A
oningen gelijk te maken aan die van de
oningwetwoningen, waarin overigens vei
srheidene prijsklassen bestaan, dan kaï
dat natuurlijk best. Maar dan zal dat als
regel gepaard gaan met verslechteringen
of met vereenvoudigingen. Dat gaat ech
ter weer lijnrecht in tegen het verlangen
naar verbetering van het wtjningbezit, dat
in vergelijking met tal van andere landen
een povere indruk maakt. Hoe kan men
enerzijds de woningen meer ruimte geven,
centrale verwarming aanbrengen, de ge
luidsisolatie verbeteren en*, en anderzijds
de prijs verlagen waartegen het ter be
schikking gesteld werdt?"
prof. Borst is op het ogenblik in
Nederland vergeleken bij Ameri
ka en Duitsland, onvoldoende, te
zwak en te veel versnipperd. Blijk
baar is het Nederlandse volkska
rakter te kleingeestig om zonder
verplichte integratie belangrijke
integratie instituten te scheppen,
en parasitisme te voorkomen. Dat
zou de p.b.o. kunnen, zo meende
prof. Borst. Geschiedt dit alles niet
tijdig, dan zal de centrale overheid
de p.b.o. overbodig maken.
e vergadering van het Convent,
waarin de chr. organisaties op het ge
bied van vakbeweging, middenstand,
landbouw en grootwerkgevers samen
werken, was belegd met het oog op het
grote debat dat de Sociaal-Economi
sche Raad volgende week gaat wijder
aan de trage gang van zaken bij de
p.b.o.
Aanwezig waren gisteren tientallen
bestuursleden van bij het Convent aan
gesloten organisaties, evenals een groot
aantal deskundigen, op het gebied van
maatschappelijke vraagstukken.
Prof. Borst vond de trage gang van
zaken met de p.b.o. vooral in de in
dustrie verontrustend, in tegenstelling
tot het rapport van de organisatie-com
missie van de S.E.R. Over de aanbe
veling van de commissie aan de schap
pen de bevoegdheid te geven tot alge
meen verbindend verklaring van
c.a.o.'s was prof. Borst niet enthousi
ast. Hij vond dit een twijfelachtig punt,
omdat juist op het punt van de c.a.o.
het algemeen belang met het bedrijfs
belang kan botsen. Prof. Borst vond dit
punt overigens ook niet zo belangrijk.
De brief die de bedryfsgroepencentra-
s In de Industrie (werknemers) aan
de S.E.R. gezonden hebben over de
p.b.o.-kwcstle vond hy een hoopgevend
teken. Maar hij vroeg zich af of het
werkelijk alleen maar de werkge
vers zijn die gereserveerd staan tegen
over de p.b.o. en niet de werknemers.
P.b.o. betekent immers een vernieu
wing der maatschappij, een definitief
herstel van gemeenschap door middel
van het scheppen van duurzaam be-
dryrsrecht op sociaal en economisch
gebied, een permanente rechts- en vre-
desordenlng. Wederzijds moet er dan
afstand gedaan worden van machtsmid
delen, ook de vakbeweging zal geen
stok in handen mogen houden.
Prof. Borst was voorts voorstander
van de instelling van een centrale ac
countantsdienst, een bedrijfsparlement
een consumentencontroleorgaan.
Klachten tegen de p.b.o. kunnen zo wor
den weggenomen en voorkomen.
Na het referaat van prof. Borst
gaf de heer P. C. Elfferich, lid van
de organisatie-commissie van de
S.E.R., nog een toelichting op het
rapport, dat deze commissie onlangs
de S.E.R. ter discussie heeft aange
boden. De heer Elfferich nam fel
stelling tegen de opvatting, dat de
privaatrechtelijke organisaties bij
doorvoering van de p.b.o. gedegra-
Aavertentxe
nieuw \RATTEN-
ROEIT ZE GENADELOOS UIT
deerd zouden worden tot kiescolle
ges van de p.b.o. De vrije organisa
ties zouden juist aan betekenis kun
nen winnen. Hij achtte het daarbij
geheel overbodig alsnog het amen
dement-De Gaay Fortman dat inder
tijd werd afgestemd, in de wet aan
te brengen. Dit amendement kwam
er op neer, dat de privaatrechtelij
ke organisaties zich eerst over de
inhoud van ontwerp-verordeningen
zouden moeten uitspreken, alvorens
de schappen hierover een beslissing
nemen. Voor dit samenspel bestaat
ook nu de gelegenheid. De schappen
kunnen hun agenda's met toelichting
aan de organisaties zenden, zodat
deze in haar besturen de agendapun
ten van te voren kunnen bespreken.
Ook vond de heer Elfferich dat de
financiën van de schappen op het ogen
blik rog te veel een kwestie vormen
tussen de commissie toezicht financiën
van de S.E.R. en de betrokken bedrijf-
schapsbesturen. De bedrijfsgenoten moe
ten hier meer betrokken worden en de
financiële stukken dienen in de vakbla
den uitgerafeld te worden.
Ook had de heer Elfferich er bezwaar
tegen, dat een gering aantal personen
soms betrokken is bij een groot aantal
schappen. Zo was het hem bekend, dat
20 pet. van de bestuursleden in de
schappen in meer dan drie bedrijfsli-
chamen zitting heeft.
Na de referaten splitste de vergade
ring zich in discussiegroepen. Aan het
eind van de middag werden een aantal
conclusies opgesteld, die wij elders pu
bliceren.
De p'enaire vergadering stond onder
voorzitterschap van mr. B. W. Biesheu
vel, tevens voorzitter van de N.C.B.T.B
Wij hebben zo de gewoonte de rollen precies om te draaien:
wij de aanklagers van God, Hij de beschuldigde. In theorie
natuurlijk nietmaar in de praktijk toch vaak wel. Als wij
iets van Hem niet begrijpen, dan staan wij onmiddellijk klaar
om Hem onze klachten in het gezicht te slingeren. Wij zijn
verongelijkt en vinden het op z'n minst bijzonder onbillijk
van God, dat Hij ons niet onze zin geeft of ons onze gang laat
gaan. Als God tenslotte de beschuldigingen van Job moe is,
dan begint Hij een vraag te stellen: „Wil de bediller twisten
met de Almachtige? De aanklager van God antwoorde daar
op!" U weet, dat Job geen antwoord heeft: hij kan niet anders
doen dan de hand op zijn mond leggen. Als God de mens
tegemoetkomt, gebeurt dat vaak hard. U, nietige mens, Mij
aanklagen? 17, sterfelijke mens, bedilziek met Mij twisten?
Ken uw plaats, want als God maar één vinger opheft, is het
gedaan, met al uw woorden, klagend of protesterend. Dan ko
men de rollen weer goed te liggen en dan is God de grote
aanklager. Dan moet de mens zich verantwoorden en dan
staat hij als beschuldigde terecht. Dat diezelfde mens tenslotte
vrijgesproken kan worden is dan niet vanwege zijn uitmun
tende verdediging, maar gevolg van het pleidooi van een An
der, Die voor hem in de bres is gesprongen en tegen de Aan
klager zegt, dat Hij de schuld heeft overgenomen!
(Van een onzer verslaggevers)
TN haar openbare zitting van
dinsdagavond heeft de generale
synode van de gereformeerde ker
ken (vrijgemaakt) te Assen zich
beziggehouden met stukken be
treffende de zaak ds. S. J. P.
Goossens. Niet over deze zaak zelf,
maar over een beslissing van voor
gangster der synode, de generale
synode van Spakenburg, 1958.
Laatstgenoemde synode besloot na
melijk een aantal verzoeken om revi
sie met betrekking tot eerder genomen
(Van onze soc.-econ. redactie)
In de vergadering van het Con
vent van Chr. Sociale Organisa
ties, gisteren in het conferentie
oord Woudschoten gehouden, is de
volgende resolutie aangenomen:
nog steeds de aangewezen weg
naar werkelijke samenwerking tussen
ondernemers en werknemers en naar een
verantwoorde gemeenschappelijke belan
genbehartiging in de bedrijfstak. Deze
vorm van bedrijfsorganisatie biedt de
mogelijkheid van een zo goed mogelijk
evenwicht tussen het gemeenschappelijke
belang der bedrijfsgenoten en het natio
naal belang.
o Rekening moet worden gehouden
met de ontwikkeling welke zich
sedert de voorbereiding en totstand
koming van de Wet op de Bedrijfs
organisatie heeft voorgedaan. De be
handeling van verschillende voor
het bedrijfsleven van belang zijnde
vraagstukken, die aanvankelijk in
de eerste plaats tot de zorg der be
drijfstakken werden gerekend is
voor een deel naar het nationale
niveau verschoven. Niettemin zijn
voldoende taken voorhanden en die
nen nieuwe taken zich aan, die bin-
nen de werkingsfeer der bedrijfs
organisatie kunnen worden getrok
ken.
o Het valt moeilijk, onderscheid te
maken tussen wezenlijke en onwezen
lijke oorzaken, die de verdere ontwikke
ling van de p.b.o. belemmeren. De prak
tijk heeft uitgewezen, dat waar de wil
aanwezig is om tot de instelling van
bedrijfslichamen te komen ook de nodige
ruimte in de bepalingen van de wet aan
wezig is om aan de in het bedrijfsleven
bestaande wensen tegemoet te komen.
A Ernstige overweging verdient intus
sen de vraag of de wet op de be
drijfsorganisatie de privaatrechte
lijke elementen die het karakter van
bedrijfsorganisatie dienen te waar
borgen, wel voldoende tot hun recht
doet komen. Hierbij gaat het voor
namelijk om de verhouding van de
organisaties van werkgevers en
werknemers ten opzichte van het
bestuur van het bedrijfslichaam en
om de verhouding van de centrale
overheid tot de bedrijfslichamen.
r Voor wat de verhouding van de orga-
nisaties van werkgevers en werkne
mers ten opzichte van de besturen der
bedrijfslichamen betreft moet het van
wezenlijk belang worden geacht eerst-
vermelde organisaties zo nauw mogelijk
bij de werkzaamheden dezer besturen t€
betrekken. Het beleid van de Sociaal-
Economische Raad en van de. bij instel
ling van bedrijfslichamen betrokken,
ministeries, zy er zoveel mogelijk op
gericht aan de realisering van op dit punt
levende wensen de noodzakelijke mede
werking te verlenen. Mocht er in de be
palingen van de wet onvoldoende ruimte
blijken te zijn deze medewerking te ver
lenen, dan verdient verruiming van de
wet op dit punt aanbeveling.
Ten aanzien van de verhouding van
de centrale overheid tot de bedrijfs
lichamen verdient de vraag overwe
ging of een wijziging van het preven
tieve toezicht in regressief toezicht
niet zou bijdragen tot een juiste
waardering van het bedrijfsorgani
satorische karakter van de p.b.o. Een
wijze matiging bij de hantering van
het instituut van de ministeriële ver
tegenwoordigers kan hiertoe tevens
bijdragen.
n Een omvangrijke regelende bevoegd
heid wordt voor een bevredigende
werking van bedrijfslichamen niet nodig
geacht, doch het ligt in de lijn der
sociaal-organisatorische ontwikkeling de
regeling van lonen en andere arbeids
voorwaarden overeenkomstig de daar
mee opgedane ervaringen eventueel met
mate over te dragen aan publiekrechte
lijke bedrijfslichamen. Overdracht van de
bevoegdheid van de overheid, bepalingen
uit c.a.o.'s algemeen verbindend te ver
klaren aan daarvoor in aanmerking ko
mende publiekrechtelijke organen ver
dient nadere overweging en studie.
g Dwang moet voor de bevordering
van de instelling van bedrijfslicha
men als een met het karakter der
bedrijfsorganisatie strijdig instrument
worden aangemerkt. In bepaalde ge
vallen zal echter niet uitgesloten
mogen worden dat de S.E.R. eigener
besluiten Jnzake ds. Goossens niet ont
vankelijk te verklaren, daar zij de sy
node niet op de voorgeschreven weg
hadden bereikt.
Tegen deze onontvankelijkheidsver-
klaring waren nu te Assen een tiental
bezwaarschriften van enige kerkeraden,
de particuliere synode van Overijssel-
Gelderland en enige personen.
De commissie, die deze bezwaar
schriften in voorbehandeling kreeg en
namens welke ds. J. Faber te Schie-
broek-Hillegersberg rapporteerde, was
van mening dat door de onontvanke-
lijkheidsverklaring van bedoelde stuk
ken de behandeling der daarin aange
roerde zaken niet verhinderd is, omdat
zij ook c'oor stukken van anderen die
de synode wèl op ordelijke wijze had-
gesteld
eld wa
den bereikt aan de orde
ren.
NIET ALS NORM
Intussen stelde de commissie de
synode voor om de overwegingen, die
te Spakenburg tot de onontvankelijk-
heidsverklaring leidde, voor rekening
van die synode te laten. Wel zullen
deze overwegingen niet als norm voor
de toekomst mogen gelden.
Bij de bespreking van deze voorstel
len keerde ds. J. van Bruggen te As
sen, praeses van deze synode en van
de synode te Spakenburg, zich tegen
het rapport van de commissie. Een be
sluit van een vorige synode kan door
haar opvolgster pas herzien worden,
wanneer voldoende gebleken is dat dit
besluit neiziening behoeft daar het in
strijd is met Schrift en belijdenis.
Het besluit van Spakenburg was geen
gelegenheidsgeste maar een beslissing
op grond van een gereformeerde be
schouwing van het kerkrecht. In het
rapport der commissie is het tegendeel
niet aangetoond
De regel die Spakenburg stelde, was
overeenKomstig de regelen uit de bloei
tijd van het gereformeerde kerkrecht,
en waarbij appèlzaken in verband met
revisieverzoeken alleen door de betrok
kenen zelf aan de orde gesteld kun
nen worden en niet door derden, die
er rechtstreeks niets mee te maken
hebben.
Ds. Van Bruggen stelde daarom voor
het rapport te retourneren naar de com
missie.
(Advertentie)
antwoordde:
„te klein gekocht"
Dat wees o.m. een enquête
onder koelkastbezitsters uit.
Kies daarom een royale
praktisch, ultra-modern.
Van 90 t/m 270 liter.
Vraag uw dealer een prijsvraag»
formulier. Win een LADY 'K'
beweging tot de instelling van be
drijfslichamen adviseert. Ook al is
niet in volledige mate overeenstem
ming tussen de representatieve orga
nisaties van ondernemers en werk
nemers bereikt.
Vraag: Hoe moet men ijs bereiden
in een koelkast? Ik heb al enkele
soorten in de handel verkrijgbaar ijs-
poeder geprobeerd, en ook extra ge
zoete vla. maar de resultaten bevredi
gen mij niet. Steeds proeft men de ijs
kristallen. Door toevoeging van gelati
ne wordt dit wel minder, maar dan
wordt de massa weer slijmerig. Hoe
krijgt men ijs. dat overeenkomt met
het ijs van de ijssalon en het ijswa-
gentje? Hoe kan met het beste de
koelkast afstellen? Ineens op het ma
ximum, of moet men langzaam laten
vriezen?
Antwoord: Voor het maken van ijs
in een koelkast is geen vaste regel te
geven, daar de koelkasten niet alle
volgens hetzelfde systeem werken. Bij
de Koop van de koelkast worden veel
al gebruiksaanwijzingen gegeven. Wan
neer men deze niet bezit, kan met de
ze nog opvragen. Wèl is het waar, dat
men het proeven van ijskristallen kan
voorkomen door aan een vla of meng
sel na koud worden wat gelatine toe
te voegen, maar alleen wanneer de vla
niet voor een groot gedeelte uit room
bestaat, anders per halve liter vla
ruim een blaadje gelatine. Men moet
de koelkast op maximum stellen. Ver-
der raadplege men de gebruiksaanwij
zing van de koelkast of een goed kook
boek.
Vraag: Hoe hoog mag het inkomen
van een alleenstaand weduwnaar zijn
om belasting vrij te blijven?
Antwoord: Wanneer de weduwnaar
jonger is dan 65 jaar, dan is over het
algemeen een bedrag van 1499 belas
tingvrij. Is hij ouder, dan 2099.
Vraag: Enige jaren geleden heeft in
de pers een foto gestaan van een gems
met eieien. Is dit een grap of werke
lijkheid^ Hoe staat het met de voort
planting en bevruchting van gemsen?
Zijn gemsen zeldzaam?
Antwoord: Een gems is een zoogdier
en legt geen eieren. Zoals gewone zoog
dieren brengen zij levende jongen
ter wereld. Voortplanting en bevruch
ting geschieden op de bij zoogdieren
gebruikelijke wijze. Vermoedelijk is
dit een foto die in verband met de
eerste april geplaatst was. Gemsen
kan men rekenen tot de betrekkelijk
zeldzame dieren. Zij worden tegen
woordig op verschillende plaatsen be
schermd, waardoor het aantal weer
wat toeneemt.
Vraag: Hoe kan ik een licht-beige
vilthoed het beste rein'Igen?
Antwoord: De beste wijze is: Eerst
het lint van de hoed aftornen. Een
vlekkerig en verschoten lint kan men
wassen. Een licht lint in een sop van
huishoudzeep, een donker lint in een
sop van houtzeep of zeepwortel. Is het
lint na uitspoelen slap geworden, dan
stijve men het in Arabische gom of
gelatine. Hiervoor weke men 5 gram
van het stijfmiddel in koud water en
vervolgens losse men het op in warm
water. Het gesteven lint moet men
uitkmipen in een doek en aan de ver
keerde kant drqpg strijken na het in
model gelegd te nebben, dat wil zeg
gen: Enigszins in een boog. omdat de
onderkant van de hoed breder is dan
de bovenkant. Indien het lint verscho
ten is, moet men het omkeren. Ge
kreukeld lint moet men aan de ver
keerde kant opstrijken, keren en op
de hoed naaien als deze schoon is.
De hoed moet men met een vrij har
de borstel afborstelen, waardoor veel
stof verdwijnt. Daarna moet men hem
afnemen met zemelen, die men ver
warmt tot handwarmte en welke men
met een doekje uit de pan neemt en
over de hoed wrijft tot deze geen vuil
meer afgeeft Bij gebrek aan zeme
len kan men fijn warm zand gebrui
ken. Zeer vuile hoeden kan men afne
men met zemelen en vlekkenwater. In
dit geval moet men de zemelen niet
verwarmen, maar met een vetoplos-
send middel behandelen, waarbij men
dan zo lang wrijft tot alle vloeistof
verdampt is, omdat er anders gemak,
kelijk kringen ontstaan. De zemelen
moet men van de hoed afborstelen.
Wanneer op deze wijze de hoed ls
schoon gemaakt, moet men deze op-
stomen door de hoed boven de tuit van
een ketel te houden, waarin weinig
water kookt. Men zorge er echter
voor ae hoed niet te dicht erbij te
brengen. Men late de stoom aan alle
kanten langs de hoed strijken, terwijl
men de hoed opborsteld. Slap gewor
den vht stijft men namelijk op deze
wijze cp. Men moet de binnenkant van
de hoed niet opstomen, omdat dan de
leren rand hard wordt en gaat in
scheuren. Platte randen kan men, wan
neer deze erg uit hun model zijn, on
der een doek met een lauwwarm ijzer
bijstrijken.
Hierna kan roet het lint strak om
de bol spannen en dit bij het strikje
vastheenten. Men denke er aan dat
het str kje aan de linkerkant van de
hoed behoort te zitten.
Raad van lezer: Naar aanleiding
van een vraag van een der lezers be
treffende een poes die aan maden
lijdt, kan ik helpen met een recept dat
ik van de Nederlandse Vereniging tot
Bescherming van Dieren ontving:
's Morgens en 's avonds geef ik de
poes gekookte groente met vis (ge
kookte schelvis of wijting), alles zout
arm. Ter afwisseling geef ik enkele
dagen brood met gekookte vis, omdat
het menu anders te eenzijdig wordt.
De groente moet altijd zeer fijn gesne
den zijn (zelf doe ik de groente door
de groentemolen), omdat de poes er
anders de stukjes vis uithaalt en daar
door de vitaminen van de groente
mist. Omdat de poes een vleeseter is,
geef ik een- of tweemaal in de week
een half ons rauwe runderpoulet. puur
zonder enige groente erdoor. De poes
mag geen aardappelen hebben. Een- of
tweemaal in de week geve men de
poes een schoteltje melk; ter voorko
ming van diarree niet elke dag. Er
staat ook elke dag een schoteltje vers
water klaar.
Vraag: Van wie is de uitdrukking
..regering regeer"?
Antwoord: Deze uitdrukking is ge
bruikt door dr. Jan Schouten. Het is
natuurlijk mogelijk, dat deze of een
dergelijke uitdrukking reeds vroeger
is gebruikt en er illen in dat geval
ongetwijfeld lezers zijn die dit weten.