Na vijftien jaar
met nieuw elan
Kerk in Marxistische landen
GEESTELIJK
LEVEN
beleeft
een
revolutie
KOM OP
SARIE EN JAN
s
Neerbosch krijgt een nieuwe directeur
l
outli for Clirist zegtKom op en ga mee
T
J GELEZEN: 1
SBLAD
Nederige hoogmoed
Een dominee zei het en het werd gezegd op een
van de vele predikantenvergaderingen van de afgelo
pen week: ..Ik weet wel met veel van de bijbel af.
maar ik weet wel dat..." Het werd zelfs gezegd door
een spreker. Tijdens de discussie maakte een andere
predikant een soortgelijke opmerking.
We horen dergelijke uitspraken tegenwoordig regel
matig. Niet alleen als het gaat om de kennis van de
bijbel, maar ook als het gaat om het persoonlijk ge
loofsleven. In het verlangen om zoveel mogelijk „soli
dair" te zijn met de niet-christenen. wordt zo vaak ge
zegd: Niet dat ik het al heb," of „Niet dat ik het
me altijd even duidelijk bewust ben", of „zoals ik
laatst een dominee hoorde zeggen: niet dat ik me
altijd een christen voel."
Het klinkt zo nederig. Zo heel anders dan de zelf
verzekerde toon die we voor de tweede-wereldoorlog in
vele kerkelijke kringen konden beluisteren. Toen sche
nen we het allemaal te weten.
Er zit een mooie kant aan. Al te zelfverzekerd zijn
Is niet goed en stoot af, dat hebben we in die tijd
wel gezien, maar het wordt me allemaal te gemakke
lijk gezegd. Als een dominee zo maar tussen neus en
lippen zegt. dat hij niet veel van de bijbel af weet.
dan vraag ik me af, wat hij dan al die jaren in de
collegebanken en op zijn studeerkamer gedaan heeft.
Dit is geen nederigheid, die regelrecht komt uit het
hart, dat zich zijn feilen en falen bewust is. maar ne
derige hoogmoed, die met geloof niets te maken heeft.
Zekerheid
Er zijn nu eenmaal dingen die wij als christen
moeten en kunnen weten. Dat betreft niet slechts de
feiten van de bijbel, maar ook diepere geloofswaarhe
den. Paulus schrijft: „Ik weet op wien ik mijn vertrou
wen heb gevestigd en ik ben er van overtuigd, dat Hij
bij machte is, hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft te
bewaren tot die dag. (II Tim. 1:12).
Paulus schrijft ook wel aan de mensen van Philippi:
„Niet dat ik het reeds verkregen zou hebben of reeds
volmaakt zou zijn, maar ik jaag er naar, of ik het ook
grijpen mocht...." Maar deze onzekerheid, als we het
zo mogen noemen, is geibaseerd op zekerheid, dit niet-
weten, is afhankelijk van het wei-weten. Paulus ver
volgt immers: „Omdat ik door Christus Jezus gegre
pen ben."
Wij hebben in de laatste jaren sterk de nadruk ge
legd op het feit dat de wereld onze solidariteit nodig
heeft. Wij moeten naast hen gaan staan als medezon
daars, en niet boven hen als betere mensen. Dat is ech
ter ten dele waar. Als wij alleen als mede-zondaars
naast hen gaan staan, kunnen wij hen ook niet helpen.
Wij moeten als mede-zondaars naast hen gaan staan,
die door Christus gegrepen zijn, die weten van Zijn
vergeving, van Zijn klacht, van Zijn troost, van Zijn
hulp. van Zijn gerechtigheid en van Zijn heiligheid.
Pas als wij zo gegrepen zijn, kunnen we eerlijk er
voor uitkomen dat er aan ons nog veel ontbreekt, want
dan wordt de aandacht van onze zwakheid afgeleid
naar Gods kracht. Als we alleen maar quasi eerlijk
zijn winnen we niemand voor de boodschap van het
evangelie.
T7"OOR Youth for Christ, de Nederlandse Jeugd voor Christus-bewe-
ging is 1961 een jubileumjaar. Het zal namelijk in oktober van dit
jaar precies vijftien jaar geleden zijn dat enkele jonge Amerikanen in
de grote steden van ons land massa-evangelisatiecampagnes kwamen
beleggen. Nog altijd draagt die beweging, die in de jaren daarna zich
een geheel Nederlands pak heeft aangemeten die Engelse naam, ook al
zal in de komende jaren meer nadruk gelegd worden op de Nederlandse
vertaling er van. Youth for Christ is nog altijd een jeugd-evangelisatie-
beweging. Jongeren willen andere jongeren voor Christus winnen. De
nadruk ligt daarbij op de grote bijzondere samenkomst met veel mu
ziek, met korte pakkende toespraken op de man af, met getuigenissen
en bovenal met de oproep om bewust en heel persoonlijk voor Christus
te kiezen.
Muziek
„Te Amerikaans", zei
den vele predikanten en
nog meer gemeenteleden
in 1946. Zij namen vooral
aanstoot aan die „uitno
diging", aan de vraag
om door opsteken van
handen te kennen te ge
ven dat men bewust voor
Christus wilde kiezen.
Daar zijn wij Nederlan
ders te nuchter voor,
klonk het. Dat is te me
thodistisch! Dat is te
veel werken op het ge
voel! Je moet het zaad
uitstrooien en niet probe
ren nog dezelfde avond
tot maaien te komen,
zeiden weer anderen.
Maar al spoedig bleek
dat de Nederlanders en
zeker de Nederlandse
jongeren er geen aan
stoot aan namen. Het
bleek een methode te
zijn die sommigen juist
de stoot gaf om tot een
werkelijk persoonlijk ge
loof te komen en er zijn
duizenden jongeren in
ons land die nog met
dankbaarheid terugden
ken aan het ogenblik van
hun keuze al weten zij
nu wel heel duidelijk dat
die keuze eigenlijk iede
re dag opnieuw weer
moet worden herhaald.
Youth for Christ wil in de ko
mende maanden opnieuw van zich
doen spreken en een grootse poging
ondernemen jongeren die normaal
niet in de kerk komen te bereiken
met de boodschap van het evange
lie. Het zal dit doen door:
12 jubileumrallies in grote neutrale
zalen van de grootste steden van ons
land.
225 film- en andere bijeenkomsten
in Noord-Holland, Drenthe, Groningen
en Zeeland.
De Introductie van een in Singa
pore opgenomen film in Nederlandse
versie: „Something to die for"
„Waard om voor te sterven" ge
heel gespeeld door Aziatische jonge
ren.
Huis aan huis verspreiding van
duizenden tractaten.
De uitgave van een geheel nieuw
liederenboek.
Trefdag voor medewerkers in sep
tember, waarschijnlijk in Arnhem.
Een bijzondere televisie-uitzen
ding.
Gehele vernieuwing van het
maandblad „Jeugd in Actie."
En daarnaast gaat het gewone
werk van weekends, vakantiekampen,
plaatselijke samenkomsten, en open
luchtbijeenkomsten gewoon door.
„Godsdienst der jazz" schreef
een van de dagbladen in die eer
ste dagen. Tegenwoordig is de
muziek van Youth for Christ
maar tam vergeleken bij de mu
ziek die soms door kerken wordt
gebruikt in speciale jazz-diensten.
Het was trouwens ook geen eer
lijke opmerking, want Youth for
Christ heeft zich vrijwel nooit aan
jazz gewaagd. Het maakte ge
bruik van negro-spirituals. maar
zeker niet van de blues, de calyp
so's en wat sedertdien al weer
even populair is geworden. De
muziek die gebruikt werd, wordt
door de tegenstanders in onze da
gen bestempeld als romantisch,
of zelfs sentimenteel. Het is mu
ziek die voortborduurt od het the
ma van Sankey, de zanger van
Moody in de laatste jaren van de
vorige eeuw. Het is de melodische
muziek, die gemakkelijk in het
gehoor ligt, die spoedig wordt
meegezongen. Youth for Christ
heeft in al die jaren nimmer ge
pretendeerd kerkmuziek te willen
scheppen, men zocht naar een
volksmuziek, die middel kon zijn
om het evangelie te verkondigen.
Ongewild werden de Youth for
Christ-rallies, zoals de samen
komsten werden genoemd, de ba
kermat voor het reveil van het
moderne of eenvoudige geestelijk
lied. De meeste quartetten, trio's,
duetten en vele solisten die op het
ogenblik in kerkelijke en niet ker
kelijke samenkomsten zingen heb
ben hun debuut in kleine of grote
re samenkomsten van Youth for
Christ gemaakt. Het Cross-ouar-
tet werd geboren in de Youth for
Christ-rally in Amsterdam waar
een Amerikaans quartet zong.
Vier jongens zeiden toen: Dat
kunnen wij ook. De Zingende Zus
jes. Marry en Thea Verhey. die
meer platen met geestelijke liede
ren verkocht hebben dan enig an
der naoorlogs duet, kregen hun
eerste grote kans op het podium
van Y.f.C. in Den Haag.
Muziek en Youth for Christ wa
ren eigenlijk onlosmakelijk aan
elkaar verbonden en dat zal ook
blijken in de loop van dit jaar
als er een geheel nieuwe bundel
zal verschijnen met 175 koren en
liederen, die in de loop der jaren
op samenkomsten werden gezon
gen en ingestudeerd.
Beweging
TXE KERKEN achter het Ijzeren gordijn zoeken nieuwe theolo-
gische aanknopingspunten, zo zeer zelfs dat er gesproken
kan worden over oen nieuwe theologie. Althans dit is het stand
punt dat de Zwitsers-Amerikaanse hoogleraar Dietrich Ritschl,
kleinzoon van de beroemde theoloog Albert Ritschl, inneemt. Hij
baseert zijn inzichten op gesprekken tijdens verschillende rei
zen naar landen achter het ijzeren gordijn. Dr. Ritschl die zijn
opleiding kreeg aan de universiteiten van Tübingen en Bazel
geeft op het ogenblik college aan het Austin Presbyteriaans Se
minarium in Texas. Hij heeft een uitvoerig artikel geschreven
in een van de laatste nummers van het bekende blad „Christian
Century" (van 29 maart).
Dat het theologisch klimaat ver
anderd is, ontdekte hij in het bij
zonder aan de Comenius Facul
teit in Praag, aan twee verschil
lende seminaria in Hongarije en
aan enkele theologische hogescho
len in Oost-Duitsland. Het is ech
ter de vraag in hoeverre deze
nieuwe theologie werkel'ijk nieuw
genoemd kan worden. Kenmer
kend voor de hedendaagse inzich
ten achter het ijzeren gordijn
noemt prof. Ritschl de gedachte
dat de echtheid van de verkondi
ging niet afhankelijk is van de
ontvankelijkheid van het gehoor.
„Daar." zo vervolgt hij, „spreken
de Oosteuropese christenen van
de communisten en niet-christe
nen als van mensen die kinderen
van God zijn zon.
der te weten. De-
ze gedachte is
typisch Bar-
thiaans."
De vraag kan
dus wel gesteld
worden of de
nieuwe theologie
waarover Ritschl
spreekt niet eer
der een bar-
thiaanse is, die
sterk is beïn
vloed en ver-
vormd door de
omstandigheden in de Russische
satellietstaten. Dat wettigt dus de
conclusie dat het barthianisme,
dat volgens verschillende theolo
gen in West-Europa aanzienlijk
aan invloed heeft ingeboet en op
zijn retour schijnt te zijn. achter
het ijzeren gordijn nog maar pas
in opkomst is.
Geschiedenis
De Oosteuropese christenen
spreken sterk in termen als van
een ..einde van het Constantijnse
tijdperk." Zij zeggen daarmee
dat vanaf keizer Constantijn de
kerk eigenlijk altijd onder de be
scherming gestaan heeft van de
overheid met alle gevolgen van
dien. Kerk en staat lagen dicht
naast elkaar en vaak in eikaars
verlengde. Een feit was nu dat
vooral in de landen die nu achter
het ijzeren gordijn liggen de ker
ken vele privilegiën bezaten, sub
sidies ontvingen, maar daardoor
eigenlijk vergaten aandacht te
schenken aan de misdeelden. De
kerk was geen getuigende ge
meenschap in de staat. Zij heeft
nimmer serieus geprobeerd om
de nationale tegenstellingen met
elkaar te verzoenen, noen de jo-
westen vaak worden gesteld. Zo
wordt er bijvoorbeeld gevraagd:
„Schildert u achter het IJzeren
gordijn het verleden niet ln al te
donkere kleuren? Erkend wordt
dat de vaderen hun best gedaan
hebben, maar alleen maar rela
tief of psychologisch gesproken,
objectief gesproken moet erkend
worden dat hun leer bepaald
wordt door de vruchten en die zijn
niet zo mooL
Een andere vraag die wordt ge
steld is: Gelooft u werkelijk dat
de communistische revolutie de
mensen kan geven, wat de chris
tenen hen had-
Een Westers
theoloog
over de
Oosterse kerk
den moeten
ven? Volgens
prof. Ritschl is
het antwoord van
deze gelovigen
dan: Ja. Hoewel
we het niet eens
zijn met de ideo
logie en met veel
methoden, gelo
ven we toch dat
het nieuwe re-
giem meer ge-
daan heeft voor
het volk dan de
kerk van de eeuwen.
De derde vraag is: Maar ziet
u dan niet het onrecht dat velen
wordt aangedaan? Weegt dit on
recht niet op tegen de communis
tische voordelen? Dan luidt het
Oosteuropese antwoord: Neen. on
ze schuld is groter dan die van het
communisme. Wij hadden beter
moeten weten. Wij hebben vele
eeuwen gehad om te bewijzen wat
wij zeiden, zij zijn nog maar pas
begonnen. Wij moeten het huidi
ge regfem steunen, want heel wat
tegenwoordig onrecht is een ge
volg van wat wij vele jaren gele
den zijn begonnen.
Niet spreken
De conclusie voor de oostelijke
kerkelijke leiders is dan ook vol
gens prof Ritschl dat de kerk in
Oost-Europa op het moment niet
mag spreken. Hoewel het waar is
dat er geen zaligheid is dan in Je
zus Christus en geen hoop buiten
Hem. kan deze boodschap niet tot
de wereld gepredikt worden, niet
slechts omdat die wereld er toch
niet naar zou luisteren, maar om
dat er geen gezag meer is om die
boodschap te prediken.
Het normale kerkelijke werk
gaat gewoon door. Er wordt
(het opgeven van eigen zeker
heid, kerkelijke instituten, gebou
wen enz.), ieder mens serieus ne
men zoals God ons allen serieus
neemt, liefde bewijzen niet 3lechts
in de hoop liefde terug te ontvan
gen. maar als een dienst aan de
naaste.
Opdracht kwijt
Prof. Ritschl stelt de vraag die
hij in het westen heeft gehoord
of de kerk als zij zo denkt niet
haar opdracht en haar uiteindelijk
doel uit het oog verliest. Is wat
hier naar voren wordt gebracht het
doel van het kerk zijn. of is het
slechts een gehoorzaamheid aan
de omstandigheden? In de Oost
europese theologie wordt veel
over de verhouding tussen uitein
delijk doel en de concrete gehoor
zaamheid in het heden nagedacht
Sterke nadruk wordt daarbij ge
legd op het „gebod van het uur",
„Gebot der Stunde". De christen
moet de gegeven situatie aan
vaarden en daarin gehoorzaam
proberen te leven. Christenen
moeten niet vragen waarheen God
hen wil leiden, als zij midden in
Zijn oordeel staan.
Prof. Ritschl, die geen kritiek
wil leveren vanuit zijn westerse
visie, maar alleen een inzicht in
de kerkelijke gedachtenwereld
van de Oosteuropese kerkelijke
leiders, vraagt wel of niet iedere
tijd voor de kerk een tijd van
oordeel Is. Hij komt echter tot de
conclusie dat hoewel ook in het
westen het besef leeft dat bet
werk van de kerk het werk van
Jezus Christus is, de Oosteuropese
kerk een stap verder is in de
unieke interpretatie die deze ker
ken hebben gegeven aan de totale
politieke en economische revolu
tie die zij in de marxistische lan
den hebben doorgemaakt. De in
terpretatie concentreert zich op
schuld en oordeel, vergane kan
sen en nieuwe verantwoordelijk
heden.
Na enige jaren, toen Youth for
Christ Ingeburgerd raakte en
men aan de methoden gewend
was, werd er gezegd: Het is
allemaal goed en wel, maar
een lang leven is deze bewe
ging niet beschoren. De leiders
zelf hebben van meet af aan
gezegd dat het niet de bedoe
ling was om een eigen organi
satie te stichten en zeker niet
om een eigen kerk te vormen.
Dat Is ook nimmer en nergens
gebeurd. Men wilde de kerke
lijke jeugd activeren om getui
gend van Christus, in het leven
te staan en om buitenkerkelijke
jongeren voor Christus te win
nen. Het moest een beweging
zijn en een beweging blijven.
Dat deze beweging op het
ogenblik nog steeds bestaat en
vooral in de grotere steden een
eigen werkterrein heeft gevon
den. is eigenlijk een wonder op
zichzelf. Het grootste wonder
is misschien nog wel dat alleen
al in het vorig jaar in twaalf
verschillende steden, waar de
beweging tot nog toe vrijwel
nimmer voet aan de grond
kreeg, plotseling comités wer
den gevormd. Dat gebeurde
allemaal in een tijd dat de
Y.f.C. eigenlijk worstelde met
een tekort aan landelijke leiders.
In de eerste jaren werd het
werk geleid door Sydney Wilson,
Leo Pasman en Dick Lugthart,
De eerste trok zich in 1951 terug,
de tweede werd directeur van
een conferentieoord in Ede. In de
jaren vijftig waren het vooral
Pasman en Jan J. van Capelle-
veen die het werk stimuleerden
en zich er geheel aan gaven.
Enige jaren geleden moesten bei
den zich kort na elkaar terug
trekken. de eerste wegens een
benoeming tot leraar aan een bij-
beLschool in Duitsland, de tweede
om gezondheidsredenen. Het
bleek niet mogelijk op korte ter
mijn opvolgers te vinden. Wel
stelde de toen gekozen nieuwe
voorzitter, de heer A. Ramaker,
uit Rotterdam, een gedeelte van
zijn tijd beschikbaar om het con
tact met de plaatselijke comitéle
den te bewaren en te doen wat
hij kon.
Velen vreesden dat het werk nu
een langzame dood zou sterven,
omdat de dagelijkse stimulans er
niet meer was. Maar het werk
zakte niet als een te snel gerezen
cakedeeg in elkaar bij de eerste
koele windvlaag. Toen bleek dat
het systeem van plaatselijke co-
mité's, die geheel op eigen krach
ten en naar eigen mogelijkheden
samenkomsten belegden. voor
treffelijk werkte. Ondanks de lan
delijke moeilijkheden bleef het
plaatselijk werk zich steeds ver
der uitbreiden;
Vernieuwing
Het landelijk bestuur heeft dit
jubileumjaar aangegrepen om
naar verdere vernieuwing te zoe
ken. In de meeste plaatsen waar
Youth for Christ in de loop der
jaren gewerkt heeft zullen spe
ciale jubileumrallies worden be
legd. In Haarlem is er reeds een
gehouden: in Vlaardingen ook, de
eerste van een serie van drie.
Rotterdam heeft voor de rest
van het jaar de grote Riviera-
hal iedere eerste zaterdag van de
maand afgehuurd en begon zijn
jubileum-serie met 1200 jongeren
in de eerste bijeenkomst.
Den Haag belegt op 22 april de
jubileumbijeenkomst in de grote
zaal van de Dierentuin. Dan
werkt het team mee dat in tal
van andere samenkomsten in het
land ook zal meewerken met on
der andere de Zingende Zusjes,
het Cross Quartet, de zanglei
der en zanger van het eenvoudige
geestelijk lied, John Buurman en
vele anderen. In Noord-Holland
Drenthe, Groningen en Zeeland
worden in het totaal 225 samen
komsten belegd, die geleld wor
den door de nieuwe „fulltimer
Jaap van Heiningen. De televisie
zal een bijzondere uitzending wij
den aan dit jeugdwerk.
Na 15 jaar bereikt Youth for
Zo begon Youth for Christ in 19461
Grote zalen vol mensen, die aan
dachtig luisterden en enthousiast
zongen.
Christ een nieuwe jeugd. Niet lan
ger de jeugd van de eerste naoor
logse jaren, die de zalen vulden
waar de eerste bijeenkomsten
werden gehouden, maar een
jeugd die is opgegroeid ln een
tijd van welvaart. Maar het ls
nog altijd een jeugdwerk en met
nieuw elan wil men de komende
tijd tegemoet zien. De boodschap
en de opdracht ls echter nog al
tijd dezelfde: Kerkelijke jeugd ac
tiveren en buitenkerkelijke jeugd
winnen voor Christus.
Bezinning op het probleempje
ii XX7ANNEER Sarie en haar moeder zo pardoes de spreek-
kamer binnenstappen verjagen ze daarmee onbewust en g
■h onopzettelijk alle theoretische en practische bezwaren welke
hun geluk of wilt ge: hun ongeluk! aan jeugdleidsters, g
maatschappelijk werkster en predikant heeft bezorgd. Want
nu is het niet langer de vraag of iemand naar hen toe moet g
-ti gaan, en zo ja, wie! Misschien vindt iemand dat hele dilemma
gaan of niet gaan" op zichzelf vrij onzinnigMen meent
nog al eens dat men nooit van z'n levensdagen naar dergelijke
gevallen moet gaan; men meent ook nog al eens dat men
overal moet opdraven waar maar een of andere concrete g
moeilykheid dreigt op te duiken. x}-
TK MOET derhalve tegen wil
1 en dank mijn verhaal weer
eens even onderbreken om in
2 enkele zakelijke overleggingen
te treden. Het is niet mijn
schuld. Ik wil alleen
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
JUBILEUMACTIE VAN
YOUTH FOR CHRIST
JEUGD VOOR CHRISTUS
Het motto van de actie t
het jubileumjaar.
DE VAN LINDONKS MET PENSIOEN
den te beschermen of oorlogei
gen te gaan. De kerk is schuldig gepreekt, er worden bijbelklassen
en deze schuld wordt op het ogen
blik zwaar gevoeld.
Het gevolg is dat de kerkelijke
leiders ster* in het besef leven
dat de tijd van het oordeel voor
de kerk is gekomen. De armen en
na. hebben aev
op daden van barmhartigheid na
woorden van barmhartigheid die
de kerk sprak, hebben zichzelf ge
holpen. De grondvesten van de
staten schudden en de kerk is
daardoor uit haar slaap wakker
geschrokken.
Drie vragen
In dit verband gaat prof. Ritschl
dan ln op drie vragen die in het
gehouden, kinderen krijgen cate
chisatie in sommige landen zelfs
nog op de staatsscholen. Maar al
deze activiteiten worden niet lang-
ger gezien als de belangrijk
ste kanalen om de opdracht
van de kerk te vervullen in de
marxistische wereld. Zij wor
den niet onderschat maar vol
gens prof. Ritschl wil de kerk
een moeilijker weg begaan.
Haar kracht ligt volgens de
oostelijke leiders niet Sn woor
den over godsdienstvrijheid, maar
Sn solidariteit met de mensen.
Voor hen betekent dit in concrete
termen het besef dat de kerk in
het verleden heeft gefaald, de wil
om offers te brengen, zowel ma
terieel, intellectueel als geestelijk
(Van een onzer medewerkers)
De 19e april wordt voor de Van
't Lindenhoutatichtlngen „Neer
bosch" een belangrijke dag. Want
dan zullen directeur en directrice
mr. W. P. van Lindonk cn me
vrouw mr. J. M. van Llndonk-
Honlg zich, na ruim elf jaren
leiding te hebben gegeven aan
het Neerbosache opvoedingswerk,
terugtrekken en za-l een nieuwe
directeur de teugels in handen
nemen: mr. Joh. Visser uit Gro
ningen. Dan zullen de Van Lin-
donks hun levenstaak beëindigen
en afscheid nemen van het werk
dat hun lief is en waarvoor zij
zich veertig jaren lang ten volle
gegeven hebben: het werk voor
de kinderen die het gezin missen
en in inrichtingen beschermd, ge
leid en opgevoed moeten worden.
Bijna een eeuw geleden. in
1863, is het zo heel eenvoudig be
gonnen. In Nijmegen, waar Joh.
van 't Lindenhout twee weeskin
deren, een meisje uit Aalten en
een jongen uit Wamel, liefdevol
in zijn huiS opnam. Zonder eni
ge vergoeding, wat een unicum
was in die tijd. toen de ouderlo
ze kinderen totaal verwaarloosd
en uitgebuit werden. Van 't Lin
denhout had van vrienden een be
drag van 4,60 gekregen, een
oude kast en twee ijzeren ledi
kanten!
Dat was het simpele begin van
wat later de zo bekende protes
tantse weesinrichting Neerbosch
is geworden, die dan nu Van 't
Lindenhoutstichtingen heet. Dui
zenden wezen hebben hier een
nieuw tehuis en een nieuwe toe
komst gevonden, eerst onder lei
ding van „vader" Joh. van 't Lin
denhout. die het werk onder de
wezen veertig jaar lang volhield,
later onder ds. Schrijver, ds.
Steenbeek en ds. Kluin. allen bij
gestaan door hun echtgenoten.
Op 17 november 1949 namen ds.
Een groot, uit geboutvencomplex
midden in de weilanden: duizen
den jongeren vonden hier een
veilig tehuis en in de heer en me
vrouw Van Lindonk een goede
vader en moeder.
en mevrouw Kluin afscheid van
Neerbosch en dat betekende te
vens het einde van de gecombi
neerde functie predikant-direc
teur. Er kwam toen een aparte
predikant voor de geestelijke ver
zorging en de heer en mevrouw
Van Lindonk-Honig werden be
last met de dagelijkse leiding
van de inrichting.
Nieuwe aanpak
Reeds onder ds. Kluin was de
Weesinrichting allengs veranderd.
Want de wezen maakten plaats
voor voogdijkinderen en dat
maakte een andere aanpak van
het werk noodzakelijk, mede ook
door de veranderde inzichten
over het opvoedingswerk. Men
zocht en zoekt het niet meer in
de grote groepen, ingedeeld vol
gens bepaalde leeftijden en ge
slacht (de zgn. horizontale groe
pen). maar meer in het kleine
re „verticale" groepswerk, waar
bij het samenzijn van meisjes en
jongens van uiteenlopende leeftij
den enigszins de gezinssamenstel
ling gaat benaderen.
Onder het echtpaar Van Lin
donk is deze wijziging in het
systeem steeds meer doorge
voerd. Dit betekende echter een
zware opgaaf voor de leiding,
verandering van gebouwen, nieu
we indelingen wat er verder alle
maal nog meer komt kijken bij
zo'n heterogeen samengestelde be
volking van 300 kinderen en meer
dan 100 man (en vooral: vrouw)
personeel.
Het was de Van Lindonks ech
ter wel toevertrouwd, want zij
kenden het klappen van de
zweep. Als jong jurist arbeidde
de heer Van Lindonk al in de
stichtingen voor jongens te Hoen-
derloo en Valkenheide, hij werk
te aan verscheidene opvoedings
inrichtingen in Indonesië, hij
was zes jaar directeur van de
Stichting Nederlands Mettray bij
Zutfen en vervolgens inspecteur
bij het Rijks Tucht- en Opvoe
dingswezen, om in 1945 benoemd
te worden tot hoofd van de 7e
afdeling van het departement
van Justitie.
Ook mevrouw Van Lindonk
was (o.a. door haar functie in
de Heldringgestichten te Zetten)
het werk dat haar in Neerbosch
bij Nijmegen wachtte, niet
vreemd. Nu is dan voor hen bei
den onherroepelijk de tijd geko
men. dat zij hun arbeid voor en
onder kinderen-van-anderen moe
ten beëindigen.
Met vol vertrouwen zullen zij
op woensdag 19 april hun taak
overdragen aan een jongere
kracht: aap de thans 40-jarige
mr. Joh. Visser, die ook geen
vreemde is op het terrein van de
jeugdzorg en o.m. te Dordrecht
secretaris van de Raad voor de
Kinderbescherming is geweest.
Hij heeft zich reeds enkele
maanden in zijn nieuwe en ver
antwoordelijke functie kunnen in
werken. Binnenkort zal hij er als
directeur alleen voor staan.
Tijdens een bijeenkomst in de
kapel van de inrichting om half
drie 's middags zal de officiële
wisseling van het directoraat
plaats vinden, waarna een recep
tie wordt gehouden.
Een gewichtige dag dus voor
het oude, bekende „Neerbosch",
dat daar zo stil en verscholen
ligt in het wijde land achter het
Maas- en Waal-kanaal. Hoe lang
zal die rust nog duren? Beslist
niet lang meer. Grote gemeente
lijke bebouwingsplannen liggen
reeds klaar voor uitvoering.
Maar wat er op Neerbosch
ook veranderen mag, de omge
ving, de naam, de directie, de
jeugdige bevolking zelf. dit
blijft: de zorg voor bet kind, dat
te jong nog, alleen moet staan
In het leven. En de liefde voor
het kind, dat liefde van vader
en moeder mist. In Gods naam
en oni Christus' wil is er voor
dat „andere kind" bijna een
eeuw lang gezorgd ln Neerbosch
en ls er voor het eenzame, het
verstoten, het verlaten kind een
tehuis geweest. Niemand zal
ooit weten, voor hoeveel dui
zenden Nederlandse kinderen die
verschoppelingetjes waren, dat
oude Neerbosch tot een blijven
de zegen ln het leven ls geweest.
Niemand hoeft het ook te weten.
Laat het genoeg zijn, te weten
dat bij alle wisselingen Neer
bosch blijft wat het al bijna hon
derd jaren is: een veilig thuis
voor het kind dat geen thuis
heeft.
jx graag dat men iets snapt van jJ
<x de alternatieven waarvoor we telkens geplaatst worden. jj.
Er zijn mensen, die zeggen dat we Sarie en haar familie
2' zonder meer aan zichzelf moeten overlaten. Waarom? O. om g
wel 'n dozijn redenen. Ze zijn tooh niet heilsbegerlg! Ze ken-
<r nen zelf geen kerkelijk meeleven! Het is hen hoogstens om jj.
de uiterlijkheden van de kerk te doen en niet om het wa- S-
r zen! Ze leven in allerlei ontucht en zonde! Ze zullen nimmer
oprechte kerkleden worden! Ze hebben nergens begrip van!
-tx Alle aandacht aan hen besteed, kan beter worden aangewend
tot de opbouw van de gemeente! Enzovoort, enzovoort. Naar a-
5 mijn gevoel miskent een dergelijke redenatie twee elementen, g
<x die tot het hart van het evangelie behoren. Ten eerste het
<x besef dat we ons alleen kunnen verwonderen dat God naar jj.
f ons heeft omgezien, en dat we eindelijk eens moesten besef- a-
fen dat de vroomste en braafste broeder en zuster voor God
geen haartje .beter zijn dan Sarie en haar hele familie. En ten
<x andere ontbreekt het inzicht dat 't tijd Wordt dat we als ge-
meente de wereld juist in kennis brengen met dit omzien Gods a-
5 naar de mens zoals hij is en hoe kan dat beter geschie- g
jx aen dan door die wereld qp te zoeken? g
"TR ZIJN ook mensen, die van mening zijn dat we spoorslags g
Jt-j naar alle Sarie-geslachten toe moeten hollen. Opnieuw om
•R 'n dozijn redenen: zij hebben hulp nodig; wij hebben een woord jj.
ig voor de wereld; wij hebben te doen wat onze hand vindt om x>
te doen; wij moeten hen onder 't beschermende dak der kerk
<r binnenhalen en al zo meer. Ik vind de laatste groep liefelijker
?dan de eerste. Ik geloof zelfs dat «ze meer weet heeft van het a-
evangelisch élan uit Handelingen en brieven dan de eerste a-
2 groep, die op een of andere manier in 'n wettisch jodendom
5 bleef steken. Maar ik heb toch ook tegen deze tweede groep
<x bedenkingen. Want alles goed en wel, maar je moet je toch a-
j* ook afvragen of Sarie en consorten werkelijk van hulp gediend
zijn. En of ze door alle ondoordachte spontane hulpacties de
Skerk niet zullen gaan beschouwen als 'n lastige betweterige
bemoeial. En ook of ze door dergelijke opgedrongen vriende- p.
J lijkheden niet geremd worden op een vlak, waar een mens a-
eenzaam persoonlijke beslissingen heeft te nemen. De brandweer
•fc rukt per slot van rekening ook alleen maar uit, als er alarm
•U gegeven wordt: ze komt niet bij ons langs de deur om Ie «j.
g vragen of ze ons van dienst kan zijn voor 't geval er 'n a-
fiks fikkre op komst is. g
ij.
Er komt iets bij. De hollende christenen zijn romantici, a-
2 terwijl ze realisten moesten zijn. Natuurlijk: de kerk moet hulp g
bieden, maar ze mag daarbij de zekerheid zoeken dat deze
<i hulp wordt aanvaard; dat men bereid is naar raad te luis- jj.
teren; dat men samen met haar naar 'n oplossing van de moei- a-
c lijkheden wil zoeken. Zoals dfe in zich gekeerde gemeente men-
sen van zich vervreemdt, zo doet dat ook de blijmoedig ac-
■{x tieve gemeente. Het is onzin om dronkaards geld te geven, of x<.
klederen die ze ijlings gaan verpatsen om nieuwe drank te a-
konen. Het is onzin om voor sinterklaas-kapoentje te spelen, g
6 Het kweekt alleen maar egoïsten, hebzuchtige mensen, die een jj.
nieuw adresje vonden om „er beter van te worden'Vjj.
<X jL
Misschien dat men vanuit dergelijke overleggingen iets be- ö-
grijpt van de discussie, die aan het binnenstappen van Sarie
en haar moeder voorafging. De wil om te helpen was aan alle J
kanten aanwezig; de mogelijkheden zagen we niet recht. En ij.
2 dat brengt natuurlijk 't gevaar mee dat we tenslotte niets
zouden doen. Want dat kan helaas ook: een kerk kan zo in g
de problematiek verzeilen dat er niets meer gebeurt, dan het J
voeren van eindeloze discussies pro en contra.
I
WIJKPREDIKANT
drtricfrirfrirtrirtrirtrirtrtririrtriririrtrtrirtririiMrtrtriririrtririrtririrtctririririrkir
VOOR T
Geloven?, door dr. J. M. van
Minnen, no. 6 van „Uit Bijbelse
Bron", U.B.B. serie. Uitgave
N.V. Uitgeverij De Graafschap,
Aalten.
Door zijn werk onder studenten
is de auteur in staat om meer
dan een ander gesprekstof te ge
ven door ontmoetingen met niet-
christenen. Hij doet dit in de taal
van nu, en behandelt wat hij wil
zeggen op duidelijke wijze. Er
zijn onderwerpen bij als: naasten
liefde en huwelijk, naastenliefde
en welvaart, het communisme,
zijn we werkelijk zo slecht, naas
tenliefde en oorlog. Het eerlijk ge
sprek hierover past bij de mens
en bij het geloof, kan dus dienen
om die beide tot elkaar te bren
gen. Wie dit pocket koopt, zal er
varen dat het inderdaad helpt na
denken en spreken over wat gelo
ven betekent.
Hart, hoofd en benen, door Tl-
tla Hoekstra.
Uitgave J. N. Voorhoeve, Den
Haag.
Het 192 bladzijden tellende boek
van Titia Hoekstra „Hart, hoofd
en benen", uitgegeven door J. N.
Voorhoeve te 's-Gravenhage, is
een autobiografisch verhaal, dat
ongetwijfeld goed bedoeld is,
maar dat toch nergens voldoende
niveau en warmte krijgt. Dat is
eigenlijk heel jammer, want haar
ervaringen zouden veel jonge
meisjesharten hebben kunnen be
wegen. het mooie, maar opofferen
de verpleegsterswerk als levens
taak te kiezen. Maar hier schoot
het kunnen van de schrijfster te
kort. Met alle waardering voor de
liefde en de warmte die haar in
haar werk hebben bewogen, kun
nen wij dit boek helaas niet be
wonderen.