Predikanten in ambt aan
veel kritiek onderhevig
Uw probleem is het onze
KRONIEK
je Garde heeft
nieuwe commandant
Vijfdaagse werkweek is
bezwaar voor rooster
ANDERZIJDS
TOENEMENDE CONTROVERSE
W. Sterrenburg
opvolger van
M. W. Schakel
Een woord voor vandaag
Onderwijzers Ger. Gemeenten
bespraken de mammoetwet
Z
Het is duidelijk dat de ver
houdingen in de Hervormde Kerk
zich toespitsen als een gevolg
van de geruchtmakende affaire
Smits. Al zijn de moeilijkheden
ten opzichte van de linkervleugel
voorlopig van de baan, er zijn
groeiende moeilijkheden ten op
zichte 'van de rechtervleugel, die
lang niet alleen bestaat uit de
Gereformeerde Bond. Een voor
beeld hiervan is het emotioneel
zeer geladen artikel van ds. A.
Groot in het ..Hervormd Week
blad." Hij schrijft over de ver
nieuwingen die in de Hervormde
Kerk hebben plaatsgevonden, ook
al wees de synode in het verle
den wel eens iedere theologische
vernieuwing af met de beruchte
meerderheid van de helft plus
een. Hij vervolgt echter:
'POCH WAS zo'n synodale afwij-
X zing toen minder gevaarlijk,
dan de synodale houding van thans.
Toen waren we op weg naar kerk-
herstel. Elke teleurstelling werd
gedragen door hoop en geloof:
maar eens wordt het juk van 1816
verbroken. Dat juk is verbroken.
Een nieuwe kerkorde kwam. Maar
wat nu gebeurt is veel erger dan
wat onder „1816" kon gebeuren.
Nu ia er geen uitzicht op een
nieuwe kerkorde, want die is er.
Nu is er geen geloof en geen hoop
op een toekomst. Want de nieuwe
kerkorde, toegepast in de geest van
1816, dreigt nog erger te worden
dan 1816 was. Wat onder 1816 on
mogelijk was moest nu mogelijk
rijn. Maar de leidinggevende
figuren, de uitvoerders der nieu
we kerkorde draaien alles te
rug tot 1816. De nieuwe kerkorde
wordt door hen tot een leugen! Wat
rij nu doen is de leiding van een
Christusbelijdende geloofsgemeen
schap-on-waardig.
In zijn artikel schenkt hij dan
In het bijzonder aandacht aan
een van de hoofdfiguren van
vroeger jaren, dr. P. J. Krom-
sigt en aan zijn gedachtenwisse-
ling ds. H. G. van Wijngaarden
op 22 november 1926. Deze pre
dikant betoonde zich daar een
strijder voor kerkherstel. Ds.
Groot vervolgt dan over onze
tijd:
V1AAR een ander herstel der kerk,
1*1 dan wat onder deze kerkorde,
onder deze synode daarvoor door
gaat. Deze synode veracht het
woord uit Spr. 23 23 ..koop de
waarheid, ronder ze weer te verko
pen" (vertaling Menge). Want na
dat ze met de nieuwe kerkorde de
zaligmakende kennis van Gods
Woord en wil weer scheen te heb
ben verworven, geeft zij ze nu
weer openlijk prijs. Het compromis
nu door haar gewild, is maar niet
een verkapte negentiende-eeuwse
tolerantie van de leugenverkondi
ger, maar veel erger dan dat. Het
kardinale van de nieuwe kerkorde
staat op het spel. Indien geen ra
dicale koerswijziging in deze zaak
komt, dan wordt het jaar 1961 de
verkrachting van het resultaat van
de strijd voor kerkherstel, m de
kerkorde geschonken. Met al de
gevolgen van dien: naar de zijde
van Rome. van de gescheiden ge
reformeerde kerken, van heel ons
volk. Hebben mannen als Hoede-
maker, de beide Kromsigten, Oort-
huys e.a. dan vergeefs gestreden?
Lees de bovenstaande 12 stellingen
van P J. Kromsigt. Indien de
midden-orthodoxie zegt: Verouderd
dan zeg ik: veranderd, gij, mid
den-orthodoxie; gij staat dichter
bil ds. H. G. van Wijngaarden dan
bij deze confessionele belijder en
geleerde. Lees het profetisch getui
genis dat dr. J. J. Buskes gegeven
heeft in de zaak Smits. Lees de
knappe artikelen van prof. Van It-
terzon. Het synodale verweer hier
tegen (waar nog gegeven, want dood
zwijgen is er ook bij!) klinkt mij
in de oren als woorden van een
cabaretier 4 la Wim Kan: lijmen
Jan, lijmen Jan! En dan aan het
eind van deze hervormd-kerkelijke
tragedie: uithuilen en opnieuw be
ginnen. Het huilen zal er dan zijn,
de tranen om het gruis van Jeru-
zalems muren. Maar ..het opnieuw
beginnen" zal dan niet meer gege
ven worden. De onvruchtbare vij
geboom die wel blad maar geen
vrucht voortbracht wordt, na veel
geduld, ten slotte uitgehouwen.
AT MOETEN WIJ nu doen?
Deze verblinde synode niet lan-
W
ger steunen met haar groots opgezet
te paascollecte en heel haar sterk
zakelijk beleid? Net zo lang tot de
gevolgen daarvan haar funest wor
den en zij bewijzen gaat toch een
synode te zijn met een andere
geest dan die van 1816? Moet tot
die gevaarlijke crisis aangespoord
worden? Of kan deze synode niet
in een crisis komen, gelijk bij een
kabinet wel mogelijk is? Is het
ergste, wat haar kan overkomen,
dat haar barometer „verontrus
ting" aanwijst? Dan is de ramp
voor de grootste protestantse kerk
niet meer af te wenden en de ver
dere opsplitsing van ons protestant
se volksdeel evenmin.
Wat moeten wij nu doen?
Om Zions wil mogen wij niet
zwijgen. Maar zal ons spreken al
leen maar zijn een neen zeggen te
gen de paascollecte? Ja. helpt pra
ten met deze synode nog wel iets?
Enkele jaren geleden werd een
klem aantal personen uit confessio
nele kring door het breed-modera-
men der synode gehoord.
Wat gaf het?
Het memorandum dat door dat
klein getal is ingediend, werd op
genomen in het onverzadigbare
graf van het archief, om er nooit
meer uit te komen. Het is doodge
zwegen.
Wat dan? Moet het komen tot
een daad met een mogelijkheid van
een nieuwe uittocht uit de kerk?
Wat moeten we nu doen?
Kan een appèl van de classicale
vergadering in het voorjaar nog
van invloed zijn op de zomersyno-
de1 Moet dit eendrachtig uitgaan
van de Vrienden van Kohlbrugge
en de Gereformeerde Bond?
Of is in tegenstelling met de
economisch arme dertiger jaren
alle kerkelijk idealisme in onze
welvaartsstaat zó zwak. dat dit
spel als verloren moet worden aan
vaard?
/~\F ZAL het breed-moderamen
weer eens gaan confereren met
kleine groepen ..malcontenten"? Ge
let op het resultaat daarvan in 't
verleden zou ik mijn tijd daaraan
niet opnieuw geven.
Vergeleken bij de twintiger en
dertiger jaren is het bijbel-reforma-
torisch inzicht sterk afgezwakt. Het
-ijkt mij bijna onmogelijk thans
een kerkelijk front bijeen te bren
gen wat in de bewogen periode van
voor de oorlog, met veel meer
diepgang, mogelijk bleek. Door de
geestelijke inzinking van thans heeft
deze synode achoon kans. Maar
aan haar adres alleen dit nog:
waar mensen niet meer onder het
Woord buigen (het geval Smits) en
zelf regeren willen, daar ontbindt
men z'n eigen wetten; daar zwakt
het geweten steeds meer af. daar
groeit twist, nijd, tweedracht. En
terwijl men boven (in het synoda
le apparaat) aan het bouwen is,
zakt beneden (in de gemeente) al
les weg. Al uw bouwsels, synode,
zullen dan torens van Babel zijn.
Die houden het volk niet bij el
kaar. hoewel dat de bedoeling
heette te zijn! Als geduld wordt
(het geval Smits) dat Gods Woord
smadelijk behandeld mag worden,
dan kan de straf verwacht worden,
dat de gemeente wordt uitgeleverd
in de handen van mensen.
Alleen als er bekering komt tot
het Woord en de gehoorzaamheid
aan het Woord kan de op onze
kerk gelegde ban nog verbroken
worden.
Jaarvergadering gereformeerde dominees
Gemeente heeft
ver velings punt
vervroegd....
(Van een onzer verslaggevers)
yERREWEG DE MEESTE gere
tourneerde predikanten zouden,
als zij hun leven nogmaals konden
beginnen, wéér dominee worden.
Dit blijkt uit een enquête, gehou
den door de Vereniging van Gere
formeerde Predikanten. Op de jaar
vergadering van deze organisatie
te Utrecht, heeft prof. dr. R. Schip
pers hiervan mededeling gedaan.
Deze vraag jiaar het nogmaals kie
zen van het predikambt was in de
enquête letterlijk gesteld.
Niet dat voor alle dominees het ambt
steeds zo aantrekkelijk is. De enquête
bewoog zich om deze twee hoofdvragen:
„Acht u wisseling van standplaats wen
selijk". en: ..Meent u dat er behoefte
bestaat aan een „pastor pastorum", een
predikant die als „biechtvader" fun
geert?"
De eerste vraag werd doorgaans be
vestigend beantwoord. Bij de antwoor
den bracht men allerlei moeilijkheden
ter tafel, o.a. deze. dat de eerste stand
plaats voor jonge predikanten veel te
zwaar wordt geacht. Elke zondag twee
maal preken voor een nogal verwend
gereformeerd „publiek" is vooral een
moeilijke opgaaf.
Gebrek aan standplaatswisseling kan
een moeilijk te verwerken nood zijn.
Daarom deden velen de suggestie om
een dienst voor advies en informatie in
te stellen, met regionale consuls.
De pastor pastorum viel minder in
de smaak. „Ik zoek liever zelf een
biechtvader dan dat ik er een toege
wezen krijg", schreef iemand en die
mening werd door velen gedeeld. De
mogelijkheid tot geestelijke verfris
sing moet er echter wel zijn. Daarom
pleitte menigeen voor retraite.
Op voorstel van prof. Schippers zal
een globaal overzicht van deze antwoor
den m handen van de synodale deputa-
ten inzake de pastor pastorum gesteld
worden. Want ofschoon lang niet alle
predikanten aan de enquête gehoor gaven
men kreeg na twee oproepen onge
veer 350 antwoorden binnen worden
de resultaten wel representatief geacht
voor het gereformeerde predikanten-
corps.
Buig uw hoofd
Ds. P. D. Kuiper te Sassenheim (in
deze vergadering als voorzitter herko-
(Advertentie)
De doe-het-zelver.
De man uit het vak. v
Zij verven graag
met BEVER CETALAC
AUTONOMIE
Het (liberale) Algemeen Han
delsblad stelt aich vierkant achter de
(liberale) minister van binnenlandse zaken,
na deze gedreigd heeft raadsbesluiten voor
vernietiging voor te dragen, die beogen
gemeente-ambtenaren sneller in het genot
van een vijfdaagse werkweek te stellen dan
«Ie Rijksambtenaren. Dit schrijft het blad:
Minister Toxopeus is kennelijk bezorgd ge
worden door deze bijzondere baast en over
weegt raadsbesluiten waarbij de vijfdaag
se werkweek volledig per 1 mei a.s. wordt
ingevoerd, voor vernietiging voor te dra
gen, als in strijd met de door de regering
vastgestelde gedragslijn. De gemeenten be
hoeven niet vooraan te gaan, aldus de „la
wine" bevorderend. Slecht wanneer in de
meerderheid der andere bedrijven in die
gemeenten de vijfdagenweek wordt inge
voerd, zou een gemeente om psychologi
sche redenen niet kunnen achterblijven. Wij
weten niet of dit in de gemeenten, die 10
snel tot de invoering van de verkorte ar
beidstijd overgaan, hel geval is. Evenmin
kannen wij beoordelen of het gemeentepcr.
soneel zovcl prodaktiever werkt dan het
rijkspersoneel, maar wij kannen ons «Ie be
zorgdheid van de regering over de katalf
tisehe werking van zo'n snelle verkorting
volledig begrijpen. Minister Toxopeus zal
een vernietiging niet aangenaam vinden.
Het is een aantasting van de gemeente
lijke autonomie en een onprettige maatre
gel. Maar er is geen enkele reden aan Ie
voeren waarom de gemeenten „plus roya-
liste que le roi" zouden moeten zijn. In
tegendeel.
Het Frieseh Dagblad schrijft met
instemming over het onlangs door de Twee
de Kamer aangenomen wetsontwerp, dat be
oogt de financiële verhouding tussen het Rijk
en de gemeenten te verbeteren. Een verhou
ding. die lot nu toe. aldus liet blad, volle
dig in de war was. Het schrijft: De ver
gaderingen van de gemeenteraad hadden
vaak een eigenaardig karakter. De spre
kers konden beschouwingen honden ov.
wat er allemaal nodig was, maar dan
moest het uiteindelijk van Den Haag ko
men. De sprekers konden ook onder pro
test of met gemengde gevoelens, of met
dankbaarheid jegens het college een voor
stel. waarvan Ie kosten en de omvang in
overleg met De Haag waren bepaald, aan
vaarden. Viel het tegen, dan was het de
schuld ven Den Haag, viel het mee. dan
was het een vrucht van de diligentie van
B. en W. Dat wordt nu veranderd. De fi
nanciële verhouding tussen Rijk en ge
meenten krijgt een betere grondslag. Dit
wetsontwerp ia nog maar een begin- Er
(Van een onzer redacteuren)
DURGEMEESTER M. W. Scha-
U kei uit Hoornaar heeft in ver
band met zijn benoeming tot voor
zitter van de Chr. Sociale Vereni
ging „Patrimonium" bedankt als
landelijk commandant van de
Oranje Garde. In deze functie, die
hij jarenlang met grote liefde ver
vuld heeft, zal hij worden opge
volgd door de heer W. Sterrenburg
uit Vlaardingen, die van 1949 af
lid van het hoofdbestuur is en
achtereenvolgens penningmeester
en landelijk secretaris was.
De heer Sterren-
burg (38) is reeds
van zijn dertiende
jaar verbonden aan
de Oranje Garde.
Toen begin 1936
het was april het
vendel Gorkum werd
opgericht, deed de
nieuwe landelijk
commandant zijn in
trede in de gelede
ren van de Garde.
Hy is dus precies
vijf en twintig jaar
lid van deze orga
nisatie, die ten doel
heeft de jeugd te
wijzen op de beteke
nis van de historie en het aankweken
van liefde voor het Oranjehuis.
Toen Wim Sterrenburg met zijn
vriend Seger van der Voorde in 1936
zijn intrede deed in de Garde (zijn
vriend is gesneuveld in Indonesië) wa
ren ze beiden op de zogenaamde over-
gangsschool en ze hadden gelezen, dat
er in de Korenbeurs te Gorkum een
vendel zou worden opgericht. Ze waren
zo onder de indruk van het betoog van
de ook reeds gesneuvelde vendelcom
mandant M. Boegheim, dat ze zich aan
sloten.
zal over het eigen belastinggebied van de
gemeenten een ander ontwerp volgen.
Maar het begin ia er en het nieuwe wets
ontwerp is door de Tweede Kamer met al
gemene (temmen aanvaard.
In de oorlogsjaren kon de Oranje
Garde natuurlijk niet naar buiten op
treden. maar het contact werd toch
levendig gehouden. Kort na de bevrij
ding werd de heer Sterrenburg hopman
en enkele jaren later kreeg hij zitting
in het hoofdbestuur, in welke hoeda
nigheid hij veel en belangrijk werk
heeft mogen verrichten.
Nu is hij dan benoemd tot landelijk
commandant. Hij ziet het als één van
zijn eerste taken de Oranje Garde uit
te bouwen, want helaas is de laatste
jaren het aantal gardisten en vendels
teruggelopen.
De oorzaak? Wel. zegt de heer Ster
renburg, dat komt alleen omdat er
enkele vendels zijn die vermaak in
hun werkschema hebben opgenomen en
ook de kleding hebben veranderd. Dat
alles is naar de mening van de nieuwe
commandant verkeerd, want de kle
ding heeft wel degelijk betekenis. De
kiel bijvoorbeeld is de grijze geuzen-
kiel van de lijfwacht van Willem van
Oranje, de baret wijst op het bestaan
van de school en ie veer op de baret
duidt op de schrijfwijze. De zwarte
broek of rok en de oranje stropdas
hebben daarentegen geen betekenis.
Gelukkig, zei de heer Sterrenburg,
zijn er in den lande nog vele bloeiende
getrouwe vendels, die zich precies
den aan de doelstellingen, die men
zich bij de oprichting voor ogen heeft
gesteld. Hij noemde onder andere de
namen van de vendels Gorkum, Leer
dam. Den Helder en Utrecht.
Commandant Sterrenburg heeft voor
de toekomst enkele grote plannen. Hij
wil de deelneming van de Garde aan
Prinsjesdag vroeger waren er altijd
veel gardisten weer ln ere herstel
len en heeft het plan op zo kort moge
lijke termijn kadercursussen te organi
seren, omdat men vooral behoefte heeft
aan goed geschoold kader.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Beekbergen, vac. J. Veen:
J. N. de Ruiter te Leiden; te Huizen
N.H N den Oudsten, sanatorium pred.
te Amersfoort; door de Generale Synode,
als pred. voor buitengewone werkzaam
heden (geestelijk verzorger in Duisburg
Ruhrort): T. Schot. kand. te Rotterdam,
Bedankt voor Wezep: W. van Tuyl te
Rijssen.
WAALSE GEMEENTEN
Beroepen te Bern. Zwitserland: J. F.
Baudraz te Haarlem, die dit beroep
aannam.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te IJsselstein-Benschop: F. J.
Scholten te Oosterend. Texel; te Abcou
de en te Asperen: J. de Waard, kand, te
Rijsoord; te Siddeburen: J. Wolven tc
Urk: te Zwolle, vac. J. H. Kuiper: Joh.
C. Baumfalk te Ommen.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Borsscle: K. de Gier te
'■-Gravenhage.
zen) opende de drukbezochte vergade
ring. die o.a. werd bijgewoond door de
hoogbejaarde oud-voorzitter prof. dr. F.
W. Grosheide.
Ds. Kuiper tekende op zijn bekende
geestige manier „de predikant in een
veranderende wereld". Dit werd als
gewoonlijk een „one man show'
waarbij de spreker nu eens door de
mond van de klagende en kritiseren
de gemeente sprak en dan weer met
de stem van de zichzelf beschuldigen
de of alle kritiek afwerende dominee.
Geeft men gehoor aan alle klachten
op de kerk, de dominees en de preken,
dan schijnt verbetering een onmogelijke
zaak te zijn. „Wij dreigen tot een pro
bleem te worden", riep ds. Kuiper uit.
„Toch zijn er tekenen, dat we wel de
gelijk voor verandering vatbaar zijn",
ging hij gekscherend voort. ,.Onze pre
ken duren niet meer zo lang als voor
heen. Echter niet omdat we minder te
zeggen hebben, maar omdat de gemeen
te het vervelingspunt vervroegd heeft..."
Vele predikanten zijn op een meer po
pulaire preektrant overgestapt. Maar
soms klinken de woorden van de man-
in-toga „als de conversatie van begra
fenisbedienaars wanneer zij in de bus
naar' huis zitten."
De scherts terzijde stellend meende
ds. Kuiper, dat de kritiek hoe on
redelijk soms toch elementen van
waarheid bevat. Daarom is het on
juist als de predikanten zich hullen
in het kleed van de verdrukte on
schuld. Als de schapen onrustig wor
den kan er met de herder iets niet in
orde zijn.
„Zoek achter de kritiek de criticus",
adviseerde ds. Kuiper zijn collega's.
„Buig uw hoofd onder de kritiek. Onder
alle Kritiek is toch een moment, waar
op wij het hoofd opheffen met een fier
heid ontleend aan de waardigheid van
de waarheid. Want hoe moeilijk de op
dracht ook valt, de Heer eist het moge
lijke, niet het onmogelijke."
Kunst en kerk
Heeft de vernieuwing in de kunst be
tekenis voor de vernieuwing van de
kerk?
Deze vraag werd beantwoord door ds
Okke Jager te Haarlem-Noord en zijn
antwoord luidde bevestigend.
De kunst heeft zich op leven en dood
verbonden aan een nooit ophoudende
vernieuwing. De kunstenaars willen ons
het vanzelfsprekendheidsgevoel afleren.
Daarom is Genesis 1 voor hen hét hoofd
stuk van de Bijbel: zij willen teruggaan
naar het eerste door wegdenken van
het latere. In den beginnen bestond er
geen vooroordeel, geen vanzelfsprekend
heid.
Onophoudelijk keert het woord eerst,
eerste in de dichtkunst terug. Wet
wij als kerk van de kunst moeten le
ren, is dat wij ons teveel laten be
heersen door ons geheugen.
Het nadeel is niet, dat wij niet veel van
preken kunnen onthouden, maar dat
wij te weinig van preken vergéten!
Wij moeten het evangelie niet wegden
ken, maar wèl de bril waardoor wij
het steeds weer lezen.
Ons geloof heeft een baard en we moe
ten iets van de profeten hebben cm er
aan te durven trekken.
Dit is de boodschap van de kunst aan
de kerk. Daarentegen heeft de kerk ook
een boodschap aan de kunst, en wel dat
niet voor niets het woord „blijven" zo
dikwijls in de bijbel staat.
Er moet een voortdurende vernieuwing
zijn, b.v. in het telkens opnieuw bele
ven van de heilsfeiten. Maar wie geen
oog heeft voor het blijvende, door Chris
tus verworven, zal op den duur tot een
echte vernieuwing niet meer kunnen
komen.
Slechts enkele opmerkingen van ds.
ager zijn hier weergegeven. Misschien
wel de minste uit de overvloed van ge
dachten waarop hij de vergadering ver
gastte.
Al turvend noteerden wij de namen
van meer dan veertig dichters en
schrijvers, die hij spelenderwijs één
of meermalen citeerde, ongeacht de
bijbelplaatsen en de anonieme kunste
naars, die hij te hulp riep.
In de avondsamenkomst sprak prof.
dr. W. H. Gispen over de Dode Zee
rollen.
plaats van prof. Schippers zal prof.
dr. J. van den Berg te Amsterdam
voortaan secretaris zijn. De laatste
treedt ook toe tot de redactie van het
Ger. Theol. Tijdschrift.
Het staat er dan toch maar: Indien Christus niet is opge
wekt, dan is uw geloof zonder inhoud. Dat is wèl zwaar ge
laden. Overdrijft Paulus, die dit schreef, niet een beetje? Er
ligt een onmiddellijke en onverbrekelijke relatie tussen Goede
Vrijdag en Pasen. Het lijkt een grote overgang, maar als u
die Goede Vrijdag als een feit voor uzelf aanvaardt en Pasen
niet, dan is uw geloof toch zonder inhoud. En is dat eigenlijk
ook niet vanzelfsprekend? Wie heeft er nu wat aan een dode
Jezus? Is Zijn opstanding niet de bekroning van dat voor
een mens onvoorstelbare gevecht in de hel met de duivel en
al zijn demonen? Dat wil Paulus zeggen: als u bij de Goede
Vrijdag blijft staan, dan blijft u steken en ontbreekt het uw
geloof aan inhoud. Het lijkt wel, of dit woord speciaal voor
sombere christenen is geschreven voor de bekommerden, die
maar niet geloven kunnen, dat Pasen Gods grote gift is aan
mensen, die zich verloren weten in zichzelf en die denken,
dat met Goede Vrijdag de genade eindigt. Christus is opge
wekt, zegt Paulus, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.
Als eersteling: miljoenen zullen volgen. Mannen en vrouwen
en kinderen, zwarten en blanken. Over de graven in alle
landen valt hemels licht. Niet die graven zijn het einde. En
het punt waar het om gaat is, of u vast en zeker gelooft, dat
Christus de eersteling is van de opgewekte ontslapenen!
Schoolraadhield 68ste jaarvergadering
Jaarvergadering in Rotterdam
,Het zal steeds weer de vraag z(jn: zal
de minister erkennen, dat het onderwijs,
dat w(j verlangen andersvoetig is dan dat
wordt gegeven op een school waar alge
mene verzoeningsleer waait of een alge-
verbondsleer de toon aangeeft?"
Deze woorden sprak gistermorgen de
heer P. Kuyt, directeur van de kweek
school de Driestar ln Gouda tUdens de
landelijke jaarvergadering van de Ge
reformeerde Onderwijzersvereniging uit
de kring van de Gereformeerde Gemeen
ten in het dakpaviljoen van het Groot
handelsgebouw te Rotterdam.
In zijn lezing over de „Mammoetwet"
heeft de heer Kuyt na een algemene in
leiding over dit wetsontwerp van minister
Cals van twee-en-half jaar geleden en
een bespreking van de kritieken die zo
wel van de zijde van het openbaar onder
wijs als van de zijde van het bijzonder
onderwijs naar voren kwamen, de be
zwaren van de kant van de Gereformeer
de Gemeenten besproken.
Als belangrijkste bezwaren, naast de
algemene bezwaren van alle politieke
partijen met uitzondering van de K.V.P.
noemde de heer Kuyt voor de Gerefor
meerde Gemeenten de kwestie van de
schoolstichting en de opheffing van
scholen, met daarbij komend de kwestie
van de planprocedure, waarbij een kleine
apering moeilijkheden zal hebben met
aantonen van de levensvatbaarheid
van een school.
Op duidelijke wijze gaf de heer Kuyt
een uiteenzetting van de problemen
van dit wetsontwerp en de gevaren die
het vooral voor het bijzonder onder
wijs met zich meebrengt, als het wets
ontwerp tot wet verheven zou worden
in de huidige vorm. Met genoegen con
stateerde hij dat er al enige verande
ringen ten gunste van het bijzonder
onderwijs zijn gekomen, vooral ook na
de landelijke toogdag in Amsterdam
van het Convent voor christelijk on
derwijs waar het lesrooster, de keuze
vakken en het programma op de scho
len ter sprake zijn gekomen.
Na het referaat van de heer Kuyt volg
de in de middaguren een geanimeerde
discussie. Vooral het probleem van de
brugklassen vormde stof tot een diep
gaand gesprek. Het bestaansrecht van
scholen, het sociografisch rapport van een
samen te stellen commissie, die over het
bestaansrecht van een school zal beslis
sen. de beroepskwestie en de verschui
vingen in het schoolsysteem riepen de
vragen op.
De voorzitter van de vereniging, de
heer J. Koppejan, gaf aan het einde van
de discussie vooral de jongeren onder de
aanwezigen de raad zich zoveel mogelijk
te bekwamen in die akten, welke bij een
eventuele aanvaarding van het wets
ontwerp nodig zijn om zich te kunnen
handhaven bij het onderwijs.
Bij de bestuursverkiezingen zijn de
heren M. Kalle en B. J. de Winter her
kozen. De heer C. J. Hartog uit Middel
burg werd met meerderheid van stemmen
gekozen in een vacature van het bestuur.
(VaA een onzer verslaggevers)
N de discussie over de school en
de vijfdaagse werkweek heeft
zich thans ook prof. dr. G. P. van
Itterzon, hoogleraar aan de Rijks
Universiteit te Utrecht, gemengd.
In zijn openingsrede op de te
Utrecht gehouden algemene ver
gadering van de Schoolraad voor
de Scholen met den Bijbel
waarvan hij voorzitter is roerde
prof. Van Itterzon dit vraagstuk
aan.
De hoogleraar had een aantal ver
schuivingen op onderwijsgebied geme
moreerd. De invoering van de vijfdaag
se werkweek achtte hij een verschui
ving van ongewone betekenis.
„Of de huismoeder zo dankbaar zal
zijn als straks, behalve haar man en
de grote kinderen, ook de schooljeugd
op zaterdagmorgen het huis in- en uit
loopt, moeten we afwachten.
Of het zo begerenswaard is dat de
kinderen, die anders op zaterdagmor
gen op school zijn, naast de vrije
woensdagmiddag ook deze uren op on
ze straten zullen worden gezien; of het
arbeidsritme al dan niet wordt ge
stoord; of de vakanties dan verkort
of de schooldagen verlengd dienen te
worden om tot het minimum aantal
schooluren te kunnen 'geraken enz., het
zijn allemaal vragen die óf rechtstreeks
óf zijdelings de aandacht van bestuur
en personeel zullen vragen, omdat de
kinderen nu eenmaal kinderen van hun
school zijn. Al zal het antwoord van
het bijzonder onderwijs hierbij een ei
gen klank moeten hebben, die in het
geheel niet kan worden gemist."
In ieder geval wordt de personeels
voorziening er door de vijfdaagse werk
week niet eenvoudiger op. Met voldoe
ning constateerde prof. Van Itterson
dat het onderwijzerscorps ten aanzien
van dit vraagstuk een standpunt in
neemt, dat niet door eigen wensen,
maar door het schoolbelang wordt be
paald.
Wanneer de schooltijden echter in-
schrompelen tot 4 Vz dag, wordt het
haast onmogelijk de roosters zo te ma
ken dat leerkrachten van elders kunnen
invallen. Zo brengt een nijpender per
soneelstekort de kans mee, dat school
besturen, om de vereiste lesuren te la
ten geven, hun toevlucht moeten ne
men tot onderwijskrachten, die zij in
normale omstandigheden waarschijnlijk
niet hadden benoemd.
(Ook de secretaris van de School
raad, mr. J. J. Hangelbroek te 's-Gra-
venhage, kwam in zijn overzicht van
de werkzaamheden dezer instantie op
de vijfdaagse werkweek. Er zijn scho
len, die vanouds op zaterdag haar deu
ren gesloten houden.
De besturen bezitten nu reeds de be
voegdheid om de vijfdaagse schoolweek
in te voeren. Mits men maar vasthoudt
aan de 1040 lesuren per jaar. Hiervan
schijnt de minister niet van zins afstand
te doen).
In het algemeen waarschuwde prof.
Van Itterson tegen het zich onttrek
ken van de besturen aan de eigenlij
ke arbeid van hun school: de opvoe
ding van de opgroeiende jeugd. Dit
ligt wel enigszins voor de hand, daar
de school een bedrijf geworden is,
dat vooral administratief veel aan
dacht vraagt.
De besturen mogen echter geen ge
zelschappen van administrateurs wor
den. En dit gebeurt, wanneer zij niet
voortdurend bij de vragen van onder
wijs en opvoeding in deze gistende
periode worden betrokken.
Dit knelt te meer, wanneer de over
heid via de subsidievoorwaarden aan
de bijzondere scholen zaken oplegt, die
op zichzelf nuttig zijn,' maar die in we
zen met de deugdelijkheid van het on
derwijs niets te makeh hebben.
Zo had prof. Van Itterson overwegend
bezwaar tegen het invoeren van de pre
miespaarregeling in de subsidievoor
waarden. De overheid heeft het recht
alleen dan subsidie te geven wanneer
zij van de deugdelijkheid van het on
derwijs overtuigd is. Maar de premie-
spaarregeling voor het personeel heeft
met de deugdelijkheid van het onder
wijs niets te maken.
Op al dergelijke zaken zullen de be
sturen bedacht moeten zijn, willen zij
voorkomen, dat de school ongemerkt
van haar geestelijke grondslag af
schuift.
Tekort minder
Bij het overzien van het christelijk
onderwijs maakte de heer Hangelbroek
gewag van de verbeterde personeelspo-
sitie. Dit houdt mede verband met de
teruggang van het leerlingental.
Voor het jaar 1959-1960 telde het ge-
oon lager onderwijs twintigduizend
leerlingen minder dan het jaar daar
voor. De kweekscholen zagen evenwel
een vermeerdering van het leerlingen-
tal van twintig procent.
Wat het personeel betreft: ln 1960
slaagden in totaal 139 kandidaten voor
het diploma christelijk onderwijs. Dit
komt ongeveer overeen met het aantal
geslaagden voor de vroegere na-acte in
de vooroorlogse jaren. Derhalve is de
deelname veel te gering, want het aan
tal leerkrachten steeg aanmerkelijk.
E. de Jong herdacht
Prof. Van Itterson sprak een woord
ter nagedachtenis aan de heer E. de
Jong Azn. te Voorburg, wiens overlij
den op de middaghoogte van zijn leven
als een gevoelig verlies voor het chris
telijk onderwijs wordt aangemerkt.
Voordat de heer De Jong optrad als
secretaris van het Chr. Pedagogisch
Studiecentrum was hij ruim vijfentwin
tig jaar in een administratieve functie
bij de Schoolraad werkzaam.
Bij de bestuursverkiezing werd prof.
Van Itterson voor de vijfde maal als
voorzitter herkozen, nadat de 2e voor
zitter, prof. dr. K. Dijk te Drieber
gen, hem geprezen had om zijn po
sitieve houding in de strijd voor het
christelijk onderwijs.
(Advertentie)
's werelds
grootste
bloemenpracht
ln Lisse
Vraag: Hoe kunnen wij het beste en
het veiligste velours (terra)-overgordij
nen wassen?
Antwoord: Het wassen van velours
gordijnen is een secuur werkje. Naar
onze mening kan men dit het veilig
ste doen in dreft. Men moet nooit wrin
gen en daarom moet men de gordij
nen op en neer halen en goed spoelen,
nat opnangen en laten uitlekken. Lek
ken ze niet meer, dan kunnen zij weer
op hun plaats worden gehangen en
het is heel goed mogelijk dat het niet
nodig is de gordijnen te strijken.
Moeten de gordijnen echter wèl ge
streken worden dan hebt u hulp nodig,
want mei. mag niet strijken als de
[ordijnen liggen. Iemand anders moet
lus de gordijnen vasthouden met de
goede kant naar beneden, terwijl u er
over de verkeerde kant met een niet
te warm yzer overheen strijkt.
Vraag: Is het mogelijk, dat iemand
tot professor wordt benoemd zonder
dat hij dc doctorstitel heeft? Zo ja, is
dit een uitzondering?
Antwoord: Inderdaad is dit moge
lijk en een uitzondering kan men het
niet noemen, hoewel het niet al te
dikwijls voorkomt.
Vraag: Is het schadelijk voor de ge-
zondheid eten te bewaren in de alumi-
niumoannen. waarin het gekookt is?
Antwoord: Het is niet schadelijk,
maar evenmir smakelijk. En het is
ook niet aan te bevelen met het oog
op de aluminiumpannen zelf. Beter
kan men het kliekje of de melk over
gieten in een cmaillepannetje of in
een glas.
WWV .JÉÜW
Vraag: Een vader woonde samen
met twee dochters. Thans is de vader
overleden. Hij werd als hoofdbewoner
aangemerkt. Kan nu een van de doch
ters als hoofdbewoonster worden be
schouwd? Welke weg moet men daar
voor bewandelen en kan het huisves
tingsbureau bezwaren maken?
Antwoord: Uit de brief maken wij
op. dat de vader met zijn dochters in
gezinsverband samenwoonde. Alle drie
waren dus bewoners van het gehele
huis. In dit geval heeft het geen zin
van hoofdbewoner te spreken. Het be
grip hoofdbewoner wordt door het huis
vestingsbureau gehanteerd en duidt
aan, dat het gezin inwoning heeft (bij
voorbeeld wanneer de vader als eige
naar oepaalde delen van het huis had
verhuurd ol als huurder van het huis
had onderverhuurd aan zijn dochters,
of wanneer de vader een bepaald ge
deelte van het huis had verhuurd of on
derverhuurd aan andere personen).
Was de vader eigenaar van het huis,
dan gaat bij zijn dood de eigendom
over op de erfgenamen. Was de va
der huurder, dan gaat de huur op zijn
erfgenamen over. Zijn de dochters de
enige erfgenamen, dan blijven zij dus
hetzij als eigenaressen hetzij als huur
sters in het huis wonen. Daar het ons
onwaarschijnlijk voorkomt, dat de
dochters clandestien in het huls woon
den, kan de gemeente geen bezwaren
maken. Mocht de gemeente van me
ning zijn, dat er te weinig bewoners
in het huis zijn, dan kan zij trachten
de dochters te bewegen een kleiner
huis te betrekken of inwoning te ne
men en pas in het uiterste geval zou
zij de woonruimte kunnen vorderen.
Zijn de dochters niet de enige erf
genamen. en was de vader eigenaar
van het huis, dan zou een regeling met
de andere erfgenamen moeten worden
getroffen over het lot van het huis.
Was in dat geval de vader huurder,
dan is er een regeling nodig met de
verhuurder om de huur over te dra
gen van de gezamenlijke erfgenamen
op eén van de dochters of op beide
dochters.
Anders wordt de toestand, wanneer
de doenters niet in één gezinsverband
met de vader samenleefden, maar een
deel van het huis als huursters of on
derhuursters bewoonden. In dat geval
zouden de dochters in het door hen ge
huurde of ondergehuurde deel van het
huis kunnen blijven, maar zij zouden
dan vergunning van de gemeente no
dig nebben om het door de vader be
woonde gedeelte te betrekken, en toe
stemming van eventuele andere erfge
namen. De eventuele verhuurder zou
daartegen geen bezwaar kunnen ma
ken aangezien zij de erfgenamen zijn.
Wèl is echter weer de toestemming
van de eventuele verhuurder nodig om
de huur op één dochter of op beide
dochters over te dragen.
Zouden de dochters clandestien in het
huis wonen, dan zou de gemeente haar
kunnen verwijderen uit de woning.
Vraag: Wij hebben een oude vlag
door een nieuwe varvangen. Wat doen
wij het beste met de oude vlag zonder
dat er sprake kan zijn van belediging
der vlag?
Antwoord: Het beste is de banen van
elkaar los te maken, zodat het doek op
houdt vlag te zijn. Niemand zal er aan
stoot aan nemen, wanneer u een rode,
blauwe of witte lap gebruikt of ver
nietigt.
Vraag: Vorig jaar heb ik op de Fe-
mina-beurs wegens aandringen van de
verkoper een starmixer gekocht voor
275, te leverer 1 april 1961. Bij na
der inzien bemerkte ik, dat ik me deze
uitgave niet kon veroorloven en ik heb
direct de andere dag de firma bericht
deze order te annuleren, daar ik door
financiële moeilijkheden de mixer
niet kan kopen Nu doet men een be
roep op mijn handtekening en schrijft,
dat men de mixer 1 april onder rem
bours zal zenden. Indien ik deze niet
accepteer, zijn de gevolgen voor mijn
rekening. Nu is mijn vraag: Wanneer
ik mij niet kan veroorloven deze mi
xer te Kopen, omdat ik geen geld heb.
kan men mij dan dwingen de mixer
toch te nemen?
Antwoord: Inderdaad kan men u
dwingen. U heeft eenmaal uw handte
kening gezet en kunt de koop niet
meer ongedaan maken. Als u volsla
gen in de onmogelijkheid verkeert de
firma datgene te betalen, waarop zij
recht heeft, stel dan voor, dat u haar
de schade zal vergoeden, indien zij de
order annuleert. Ook in dat geval zal
dit voor u een gevoelig verlies zijn.