Het Pasen Jezus dan den edik gene aHet is volbracht, en Je bent geen christen in je eentje "Ruimte voor ons. SSt. «Joh. 17:4. b 129 Alleen maar slil luisteren Naar psalm Post van Marja Zoekend De tien meest verkochte Dan ONS uitgangspunt voor deze pagina „Waarom doe je belijdenis?" werd bekeken door Willy Belgraver en Bert den Braber. Willy ging naar Scheveningen en Bert be zocht een catechisatie avond in Rotterdam. engel ZATERDAG 25 MAART 1961 MORGEN zullen in vat» kerkan I«n aantal jonga mansan, van onza leeftijd, baliidcnis doen van hun galoof. Op Palmzondag zal hun „Ja" klinkan op da door da pradikant voorgelazan vragen. Dia vragen hebben wij, da redaktie, samengesmolten tot één-. Waarom doa ja belijdenis?, an voorgelegd aan een groep belijdeniscatechisenten. Hat is wal duidelijk, dat ar op deza vraag niet een dirakt antwoord mogelijk is. Man spreekt over aan dergelijk delicaat onderwerp niet zo gauw aan open maning uit. Onza bedoeling lag dan ook niet verder dan aan benaderingspoging. Da hieronder volgende op merkingen duiden slechts aan. Ondanks het, misschien, vage verslag, geloven wij er toch goed aan gedaan te hebben deze vraag te stellen. Wij geloven, dat het goed is, en heus niet al leen omstreeks deze tijd, dat wij bepaald worden bij deza vraag. Een vraag, die ons reeds gesteld is of waarvoor wij in de toekomst komen te staan. Een vraag, die betrekking heeft op ons leven zelf. Oaarom doe je |A, daar zitten we dan. We kijken elkaar verwonderd en misschien iets ontsteld aan. Een dergelijke vraag heeft ons overrompeld. Zelfs nü overrompelt zij, terwijl we ons voorbereid hebben gedurende enkele maanden; ondanks het feit, dat wij er steeds mee bezig geweest zijn in onszelf. Iemand verschuift zijn stoel, een ander kucht, maar dan klinkt een stem: ..Wanneer je belijdenis doet, spelen daar vele faktoren in mee. Er is, naar mijn mening, sprake van innerlijke en uiterlijke fakto ren. Met uiterlijke faktoren be doel ik, dat de leeftijd een be paalde rol kan spelen of ook, dat je een bepaalde periode afsluit Er is iets voorbij en tegelijker tijd ontstaat er iets nieuws. Een innerlijke faktor is. dat er een ge voel van een gemis in mij op komt, bij het zien van de mensen die naar het Avondmaal gaan. Je voelt zelf dat er nog iets ont breekt Wellicht mis je de ge meenschap met andere mensen?" Een ander: ,,Ja. maar niet al leen met dc mensen. Het gaat, geloof Ik, allereerst om een ver bondenheid met God." Er komt een merkbare bewe- fjing onder de mensen. Verschil- ende tuiten bedenkelijk de lippen, anderen knikken vol instemming en iemand zegt: „Hef is beide. Je bent geen Christen in je eentje, maar door en in de anderen. Vaak is het dan wel zo, dat men te veel in zichzelf gaat geloven. Zo van: Wij moeten er samen iets van maken, of, dat zullen wij maar eens even opknappen. Dat is na tuurlijk ten dele wel waar, maar het is te rationeel gezien. De zaak komt neer op een per soonlijke keuze voor God. Jij bent alleen verantwoordelijk voor die keuze.De gemeenschap komt er achteraan, misschien direkt er achteraan, maar toch op de twee de plaats." „Maar geloof je werkelijk, dat die keuze van jou is? Er zijn toch anderen, die op die keuze een belangrijke invloed hebben? Toen je b.v. voor het eerst naar catechisatie kwam, werd je ge stuurd door je ouders. Dat is een vorm van binding van jouw zgn. vrije keuze. ,,Kun je een objektieve keuze maken?" vraagt een ander. ,,Dus alle wereldgodsdiensten bestude ren en dan zeggen: dit ligt me cn dat niet. We kiezen toch geen stel sel? Nee. we kiezen voor God. Hoewel die keuze bewust is, be rust zij op het gevoel en als je erover gaat praten, het met woor den aan gaat duiden, ontneem je er iets aan. je doet er afbreuk aan. Je neemt de gevoelswaarde weg. Hetgeen je kiest is onzeg baar." te redeneren. Juist dat is het overrompelende in de vraag, Wij zoeken naar woorden om het onnoembare te benoemen en daarom blijft het stil. Stil ook in ons hart, maar al len voelen we, dat er in die stil te veel ligt opgesloten: het be grip, het vertrouwen, de over gave? Die stilte Is ook het strijdru moer. De strijd die wij voeren om hetgeen dat ons dreigt te ontsnap pen te behouden. Ons „Ja" Is geen besluit, nog minder een apotheose. Het is eerder een teken ten aan val. Het begin van een geschie denis van verliezen en winnen. Een geschiedenis van een verlan gen, dat kenbaar gemaakt is, en dat wij in strijd, met de wereld en met onszelf, trachten te ver wezenlijken. In dat gevecht zullen wij dan ook merken hoe klein wij zijn, doch wij weten, dat God ons daar bij helpt. JE-[ET WAS WARM in het zaaltje van de Westduinkerk in Scheveningen, waar ds. H. Sweepe zijn belijdenis- catechisatie hield. We zaten in een gezellig hoekje, vijf van zijn catechisanten en wij. Op de gezichten van de vijf tegenover ons lag spanning, schuchterheid en een beetje stugheid. Het is ook een vreemde vraag: „Waarom gaan jullie belijdenis doen?" en in stilte vroegen we ons af, wat we zelf verleden jaar op deze vraag geantwoord zou den hebben! Zouden we het zelf onder woorden hebben weten te brengen? Er kunnen zoveel oorzaken zijn en zo veel uiterlijke omstandigheden meespelendie schijnbaar niets met innerlijke roeping te maken hebben. Het is een moeilijk te beantwoorden vraag. Bram van Dam, 23 jaar en machinist op de wilde vaart, zuchtte. Hij had de zondag tevoren al belijdenis gedaan, omdat hij onmiddel lijk na zijn laatste examen en dus nog vóór Pasen het zeegat hóópte uit te zijn. ,,Als je gaat varen krijg je vanzelf meer verantwoording te dragen en dan wil je een houvast, een vast punt, waar je altijd op terug kunt vallen en dat is je geloof, je 'belijdenis. En het feit dat je „ja" gezegd hebt voor God kan, volgens mij, een stimulans zijn om bepaalde dingen te weigeren, die je makkers wél doen, juist omdat je je bewust bent van je verantwoordelijkheid tegenover God". Els de Klerk. 18 jaar en leerling-verpleegster in het Nebo. knikte; met haar was het net zo gegaan, alleen natuurlijk met het verschil, i dat er voor haar geen sprake was van de wilde vaart... Els wil ver pleegster worden en toen dat eenmaal vast stond, wist ze ook: dan doe ik eerst belijdenis. En ze wil dit doen uit volkomen innerlijke overtuiging en om in haar werk sterk te staan. Zo volgen velen de geleidelijke weg: ze groeien op in een chris telijk gezin, gaan naar catechisatie en na enkele jaren doen ze be lijdenis in het geloof van hun ouders en voorouders. Hun eigen over tuiging in de waarheid en de waarde van dat geloof groeit met hen mee en ze doen belijdenis in een kalme geloofszekerheid, waaraan geen gewetensconflicten aan vooraf zijn gegaan Zo voelden Emmy Knoester, 19 jaar en typiste en Aad Bicsbroek, 20 en constructeur-tekenaar het ook. Ze zaten daar. rustig en zelf verzekerd en vertelden dat ze het als een gemis waren gaan voelen niet aan het Avondmaal te mogen en dat ze een innerlijke behoefte hadden om openbare belijdenis te doen. We dachten even aan de sympathieke manier, waarop ds. Sweepe zijn catechisanten op deze laatste avond toegesproken had. ..Als een van jullie het nog moeilijk met zichzelf krijgt en terugdeinst voor de grote stap; kom dan maar naar me toe. Mijn huis staat altijd voor jullie open". Gewetensconflicten, geloofsmoeilijkheden, hoe velen zullen daarmee te kampen hebben gehad? Emil Langendoen. 23 jaar en timmerman, staarde voor zich uit Hij heeft het wél moeilijk gehad met zichzelf. Tot voor kort geloofde hij niets en morgen zal hij gedoopt worden en openbare belijdenis afleggen in de Gereformeerde kerk. samen met zijn vrouw. Hij was ernstig en stil en vertelde dat hij toch op een gegeven ogenblik de overtuiging had gekregen: - „Nu kun je het doen. nu mag je belijdenis doen in dezelfde kerk als je vrouw Het is moeilijk om een ander te vragen naar zijn diepste over tuiging en de grond van zijn geloof, maar het is nog moeilijker iet! aan een ander los te laten over het diepst van je eigen wezen en je persoonlijke relatie tot God. Daarom zullen we morgen alleen maar stil luisteren naar de velen die hun geloof zull£" God alleen weet de reden en de waarachtigheid van hun getuigenis. t^ie ve W) We knikken. Er valt niet over Dit besef is onze belijdenis. Ik was een slaaf vanaf mijn jeugd Ze sloegen mij, ik werkte op hun velden maar nooit heb ik de deugd en moed tot leven uit het oog verloren Toen op een dag werd ik gelost Het leven sloot mij in haar warme adem Ik dacht dit heeft veel bloed gekost En nu heeft Hij mij uitverkoren Een Engels hoogleraar in de geografie heeft zijn haan eraan gegeven om cirkusclown te worden. Was rlit nu wel nodig geweest? Hü had toch minister kunnen worden? Of ligt dat in Engeland toch anders Wij lazen: Een 2t-jarige beschonken terazzo- werker uit Tilburg en een agent san politie hebben zaterdagavond 1 Non, je ne regrette rien Edith Plaf 2 Walk right back The Everley Brothers 3 Sucu Sucu Ping Ping 4 Wooden Hear»» Elvis Presley 5 Babv sitting boogie Buzzy Clifford 6 Corlna. Corlna Ray Peterson 7 I love you Cliff Richard 8 F. B. I. The Shadows 9 Safe the last dance The Drifters 10 Rubberball Bobby Vee Onze favoriet la het schone gezang: ..Sep tember Gouden Rooa". dat men op het Euro visie Songfestival met algemene stemmen nul stemmen waardig achtte een half uur lang slag geleverd, ter wijl zeker honderd toeM-houwers passief stonden toe te k|jken. Afgezien van het vreemde beroep, dat de alcoholist uitoefent en niet lettend op toeschouwers die aan het toezien waren (iets dal maar zelden voorkomt!) vragen wij ons af. of alle toeschouwers enigerlei aanraking met de politie schuw den, omdat zij iets op hun kerfstok hadden. Als dit waar is hopen wij, dat de Tilburgse politie zo snel mogelijk maatregelen zal nemen om deze snelgroeiende Tilburgse onder wereld te liquideren. „De revaluatie van dc gulden is dwaa», niet moedig" volgens de oud-minister van financiën H. J. Hofstra. Als we het niet dachten. Wij zeggen altijd tegen mekaar: „Hadden wc meneer Hofstra nog maar, in plaats van professor Zijlstra". De Nederlandse Greelje Kawffeld is er op liet Eurovisie-Songfestival niet aan te pa» gekomen. Dat is Ie verwachten, als een in het buitenland bekende jazzzangeres (wat Greetje toch is, vooral in Duitsland kent men haar zo) met d'r vinger in d'r mond iets moet zwijmelen over „bloemetjes pluk ken" enz. Volgens de Turken heeft niet Colum bus, doch heeft een Turk Amerika ontdekt. Volgens ons is Amerika een ontdekking van Willem Beu- kelsz. Ik heb Hem nooit geloofd zfjn woorden waren vreemd voor mij en hebben mij een steun ontroofd die ik in band'loos leven vond Want als Hü even naar mij keek na ieder woord van troost zeiden zün ogen breek dc banden van uw ongeloof en volg mij in de boot Ik zag Hem varen op de zee kalm met een vissersaak Hij nam zün vrienden met zich mee Hü praatte graag en vaak En steeds wanneer de zon verscheen cn deze kleine man verdween dacht ik nog vloekend in mijn mist Vannacht heb 'k weer Zijn boot gemist HET leven is Het leven is mooi, het leven is rot, leef, geniet wat het leven biedt! De mensen schreeuwen het door elkaar, hun stemmen rumoeren hoogop Ik kijk hen aan. verlan gend, kunnen zij het weten? Maar dan verstommen de stem men, ze glijden langs me heen met rode hoofden en een lege mondweg. Ik ga hen achterna, trek aan hun jas. Hun hoofden worden gro te klokken en een stem klinkt; ik heb geen tijd, meneer, de trein! U moet het begrijpen. Jawel, ik begrijp het. uit hun on. hoofden moet ik de draden trek ken van het leven, maar als ik hen grijp zijn ze weg. Mijn vin gers. die zich krommen om niets worden zo twee vuisten, die door moeten stoten maar langzaam in de diepte wegglijden. Een lange buis, een diepe put. Het einde on zichtbaar voor mijn troebele ogen. ri Mensen rennen langs me. ze wenken cn lachen, ik ga naar ze toe. ik denk, nu ben ik er. maar ze worden doorzichtbaar, wenken als wieken in de lucht. Een trans parante boodschap. Ik stoot mijn hoofd tegen hun actetashun horloge..... Ik grijp mis en sla tegen de grond, zwaar dreunen de mensen over mij heen. ze vertrappen mijn zieL HE 1 dan raast de wind om ons huis voelen wij ons verplicht harder te praten om de stem in ons niet te horen die zegt dat buiten een Man op ons wacht die wij gedood hebben in de moordkuil van ons hart omdat wij Hem niet wensten bedekten wij ons aangezicht en vergaten dat hij de naaste was die wij lief moesten hebben en als de deur rammelt is dat van de wind, denken we maar het is. weten we de wind niet we sluiten de gordijnen en vertoeven nog even bij de piano om te zingen: ..Niets is o Oppermajesteit bedekt met Uw alwetendheid" zie ik de groe ne weilanden. Mijn hart wordt warm als de zon, mijn mond ver trekt grijnzend, maar als mijn ogen naar boven vliegen snijdt een banale streep de lucht in tweeën, een vliegtuig duikt weg in de dichte mist, die dan valt. Ik gooi het raam open en snel weer dicht. Een plant voor het raam verliest in één ogenblik zijn bladeren, die dor op de grond Ik ben niet lief. Ik ben: aanstellerig ijdel would-be-erig gewild naïef idem poëtisch egocentrisch niet fris weinig boeiend. In Rotterdam (dit lijkt op een nieuwsbericht) heeft een studente gegild van ontzetting, toen ze mijn eerste eenzame brief in „Ruimte" tegenkwam. Haar gan se familie fulmineerde trouwens Je „schelle kreten" hebben me bereikt en gekwetst, Mieke. (Hoe zou jij het vinden om aangeduid te worden met o.a. „dat karakter" en „deze figuur"?). Ik wil alleen flessen, brede ramen met rode maar dit op je bezwaren ant- gordijnen. Rook en brandende woorc[en; allereerst schrijf ik in ogen. De diepte van een leeg glas- Ruimte voor Ons" op verzoek Dc stilte van een leeg hart. De van Pe ruimte-redaktie, die jij zo grijns om een afgezaagde mop. complimenteert. Ten tweede; ik geloof, dat je de brieven nooit ob- HET leven is jectief gelezen hebt (wat pagina 2 De stilte van een kleine ka- betreft verwijs-ik je naar de „gro- mer duikt op mijn schouders. De te leidinggevende redaktie"). In boeken zijn vreemd, de worste- dat geval zou je me a) nooit aan- ling zwaar, de uitkomst nihil, het duiden met wat ik zo even al zei verdriet schrijnend, geen lust en b) niet zeggen, dat ik altijd meer, geen troost meer. Het he- vergelijkingen trek tussen stem den begint waar de toekomst op- mingen en weersomstandigheden, houdt, maar het verleden duldt Hoe frappant dat ook is (mis- geen heden. Twee lange rijen ver- schien ben je er te praktisch voor, pn ja wei ik leden en toekomst daartussen? maar anders moet je er maar onontwarbare Ik,en steeds omgeven door eens op letten): je zult het niet mist of gordijnen. zoveel tegenkomen, dat je er een Verleden is toekomst, het le- argument van kunt maken. Ten ven van gisteren zal dat van mor- derde je wilt dus iets anders, gen zijn. Het heden is slechts een Met lieden als ik wordt het im- dolk die in mijn ziel brandt. Ik mers een muffe boel, nietwaar? vraag weinig, ik krijg niets. Een Goed. Ik sta graag mijn ruimte lange buis, een kort touw, zwart af voor een beter epistel uit jouw zwijgend water wacht, met veel „geprangd gemped". En anders, geduld, onder een stalen brug, in Tja dan moet je er maar over een zwarte nacht. Een trein raast heen lezen en als compensatie een sneller, nog sneller, een priemen- jaargang Moeder-Vrouwenpost ko- de dolk in mijn hart. pen. Daar staat net zoiets in, als Paul en Petra. Net zo net-echt. HET leven is Overigens: de zon schijnt vro- Carpe Diem zeggen de men- 'Uk, warm. jong. Heb jij dat ook, sen en ze trekken het volle le- dat in de lentje iets in je wakker ven met bossen uit de weke aar- wordt, een gevoel van-veel-kun- de We leven maar een keer, maar zij hebben nooit geleefd. Ze lopen op straat en hebben een speldje „Ego, ego et ego" en eronder „N V eigenbelang, instandhouding en uitbreiding". Ik gil. „maar wat is het leven dan" Ben ik gek? Ze trekken spottend hun schouders op en roepen: Mijn aandelen, geld, een vrouw, een borrel, een auto... Ze lachen hard en schril. DEZE WEEK Verder kom je werk tegen van Leo Faase (Het Pasen), terwijl we ook wat gedichten bij deze on derwerpen hebben uitgc. zocht. De foto's zijn van Peter Mokveld. nen, veel-in-de-toekomst zien, oi dat je jong bent? De oude gril ge seringenboom voor mijn raa wuift als een bloemverkoopstj met zachte groene toefjes-onri looflijk. Vogels zoeken de hoj hemel af, maar er zijn geen w< ken. je kunt alle vliegtuigen maar zien. Vandaag heeft de z< weer vriendschap gesloten met aarde, warme vriendschap, voor heel lange tijd. Les compagnoi de la chanson zingen„q"1 fait bon vivre". En ze hebben lijk. Het leven wordt warm. vinden een nieuw ritme nieuv, bijna vergeten kleuren, de bom gaan weer schaduw geven en gras vindt de goede kleur we Dag, qu'il fait bon vivre op gen zo rood, geel en blauw vandaag, TOCH JE MAR, P.s. O ja, ik heb ook geen stand van kunst. Triest h POST VOOR MARJA EN RUIM' Op het moment, dat de ko voor deze pagina naar de zette moest (cn dat is altijd vroeg dc weck) was er nog één reac binnengekomen op Marja's eer brief en op wat „Ruimte" zo i kclijks biedt. Die kwam van B trix Groen uit Den Haag. Om het kort de inhoud van haar bi weer te geven: veel waarder voor onze pagina kan zij niet brengen. Zij gebruikte zelfs woord „prut"En wat Marja treft: ze vindt het allemaal m puberaal geklets en zo. Alleen foto's kan zij waarderen. (Dat dan in ieder geval wat. We z den willen zeggen, Trix, ve: ons eens wat je dan wél op o pagina wilt tegenkomen. Nc eens Iets reëels en eigent om je eigen woorden aan te len. Met meer dan grote bela stelling zien we jouw postiti reactie tegemoet! Red.) 'Ullllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllljllllllllllllll VERTAALDE „BEATNIK"-POEZlE TTET leven is Maar verder komen ze niet, ze zinken weg, een kleine man al leen blijft etaan. Hij kijkt me aan, er loopt bloed langs zijn slapen in zijn baard. Zijn ogen helen de bloedende wonden in mijn ziel, vallen. Angst, angst wurgt op uit kijken in mijn hart. Hij is won- valt uiteen derlijk stil. zijn kleren zijn ge scheurd. Hij pakt mijn arm en neemt me mee. Hij schuift het gordijn weg met een simpel ge baar. Zijn wijzende hand draagt een litteken. In de verte liggen heuvels, op een ervan een kruis. De hemel er boven is wit met ro de draden. Het kruis is klein en dinker. „Het kruis?" vraag ik. „Mijn kruis", zegt hij. „Loop er heen". Als ik de heuvels afdaal is de man verdwenen. Ik loop door een smalle vallei, frisse lucht, veel vogels, geen mensen. IA De diepe ogen van een meis je, een lachende mond, de zach te geur van bloemen. Geel haar, een lange omweg door een groen park. Vreugde om intense gevoe lens. Danom niets, de ander. Een flits en donkere wolken, val lend water, stilte en eenzaam heid. Vier .grijze gordijnen rond om. Weekpiakkende kleren en een laaiende haat. HET leven Is Lang kreunt een zanger Sn een jukebox, aanhoudend herrie. Het tikken van een gladde stok tegen een gladde bal. De lucht is heet, de gemoederen heet. Lachende vrouwen, hel. hoog. Vloekende LEO FAASE mannen, laag, rollend. Klokkende J.JET leven is Als ik eindelijk aan dc voet van de kruisheuvel sta is het kruis verdwenen, het is in mijn hart, en het antwoord van mijn vraag ligt erin besloten. ENGEL Die door negenhonderd stegen met me meegelopen bent En die me weer trouw doet zijn aan de bloedende wonden van Christus Trouw doet zijn aan bloed en water aan stukgeslagen huid en de pijn van open wonden En die mij de meeste pijn hebt bespaard Omdat je weet dat een kind dit niet verdragen kan ENGEL Je slaapt op mijn oogleden En het zand dat je 's morgens achterlaat Is bestemd voor een ver strand En een zee waarvan ik de naam niet uit kan spreken ENGEL je heet Max Omdat ik weet dat je naam zo is Toen we pas vrienden waren Keek ik je recht in je ogen En zag daar een vuur Je maakt me bang ENGEL De regen die onze ogen vult Is niet gewoon meer HOWARD HAR! (vert.: Hans Kreuzen] «lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Betaltr maand (Doorl toepas: Als held t P**l op one

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 22