C
D
Gelukkig kreeg Gert.., griep
mm
mm
m\
ZONDAGSBLAD
X
i'i. X
4.W* iU
1
14
X
IfifS
2 E
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 25 MAART 1961
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
■pETER's levensband was maar kort,
korter dan menigeen voor zich zou
wensen. Want wie zou 18 levensjaren
lang willen noemen? Dan begin je im
mers pas. Peter had toen al zijn leven
doorleefd. Niet in alles bewust. Wat
valt te verwachten van een jongen
die debiel is en neigt naar imbe
ciel? In zijn geboortestraat, waarvan hij
het aantal stenen zo uit zijn hoofd kon
opnoemen, heette hij „getikt''. Maar hij
was dat niet! Hij kon immers meer dan
een ander? Hij was een rekenwonder.
Dat had meester gezegd. Wat dat was
wist Peter niet precies, maar het was
wel hoog. Want als de meester van de
B.L.O.-school zoiets zei, met een klopje
op zijn schouder, dan was dat hoog. Het
werd altijd even stil in de klas als Peter
het niet meer kon harden, wanneer Dirk
de Zendingsreizen van Paulus vlot, al
te vlot opnoemde.
DAN stond hij op. Als Geurt zijn eeuwig
schuitje-varen staakte en met dikke
tong zei: „Petel is gek". Dan werd hij 't
zat. Als Siem geprezen werd omdat hij de
rekenblokken goed gelegd had. Dan werd
Peter jaloers. Dan ging hij breeduit voor
de klas staan, met zijn plompe mannen-
voeten wijd van elkaar. Dan hief hij zijn
arm hoog op en was professor. Zwaar
dreunde dan zijn mannelijk-geworden stem
door het groepje gestoorden, waar alleen
meneer Zalk orde in vermocht te ontdek
ken: .Stil! Allemaal Huistere!" Dan werd
't stil en Peter gaf kollege. Ook meester
keek dan naar hem. Dat was wel 't mooi
ste van aUes. Dan voelde hij zich koning
en hij begon: ..Twalef keer twalef is hon
derdvierenveertig. Zeventig keer vijfenze
ventig is vijfhonderdvijfentwintig. Lluistere!
Mijn straat heb zesentachtighonderdvieren-
vijftig stene. En Dirk heb aohttien, Siem
vijfenveertig. Co negen. Piet. Zo do
ceerde hij van alle jongens hun kapstok
nummers en als 't nog wat langer stil
bleef dan kon je nog meer leren. Vijftien
telefoonnummers kende hij zomaar uit 't
hoofd, het al te grote hoofd. En steevast
besloot hij zijn optreden met: ,,En nou an
't werk! Oeeellah!" Dan danste hij op één
been naar zijn tafel en wachtte trots zijn
beloning af: ..Goed zo. Peter. je bent
knap! Nu ook je rekenboekje proberen,
kerel! Deel twee som dertien." Dat zei
dan meester Zalk en hij gloeide vaa trots.
En met meer ijver dan ooit zwoegde hij
vergeefs, alweer vergeefs op 70 - is
67. 18 x 6 is Zoals die cijfertjes
daar stonden, kon Peter er beslist geen
wijs uit worden. Maar zijn reputatie was
gered. Ze hadden immers allemaal naar
hem gekeken? Hij was een rekenwonder
en niet getikt. Dat zeiden ze wel in het
straatje, ver weg van de inrichting waar
hij was. Maar daar was iedereen gek, be
halve zijn moeder.
SOMS was het echter helemaal mis met
Peter. Dan kon hij 's nachts niet tot
rust komen en stootte hij allerlei vreemde
geluiden uit: Oeeellah! Dirk mot snuite...
nee, niks nodig auwauwauw! 'k hep 't
nie gedaan! zo terug moeder ben toch
lief, hè?, mieter op! 'k wil eruit! zes-
entachtighonderdvierénvijftig stene Dan
hadden de zusters hun handen vol aan de
worstelende jongen, die iedereen wakker
gilde. Hij werd weggereden naar een apart
kamertje, slaperig nagekeken vanuit de
bedden door ae jongens met hun kwijlmon-
den en vreemdverwrongen gezichten. Daar
bracht hij dan de nacht door. aUeen met
zijn vele vragen en konflikten. Eenzame
ziel tussen achthonderd andere eenzamen.
EÉN verhaal zal steeds opduiken als Pe
ter's naam wordt genoemd. Dat was
toen hij begreep dat meester verdriet had.
..Wat is-er meester?" had hij gevraagd
toen ieder aan 't werk was en meneer
Zalk niet zo kameraadschappelijk-opgewekt
was als anders. De Bijbelse geschiedenis
was ook al zo... zo... Hij wist niet goed
hoe hij 't zeggen moest, maar 't was mis
met meester, dat begreep hij wel.
„Juffrouw Rie is erg ziek, Peter. Daar
moet ik telkens aan denken." Juffrouw Rie,
dat was de dochter van meester. Hij moest
het lange tijd verwerken. Maar toen hij 't
snapte is hij opgesprongen en voor de klas
gaan staan: „Lluistere!" Alle jongens leg
den hun werk neer en keken nieuwsgierig:
wat die Peter nou toch weer had? Ook
meneer Zalk zag verbaasd op. „Lluistere!
Meester het verdriet. Juffrouw Rie is ziek.
Llate we nou trooste en zinge: „Gelijk het
gras. hoe was 't ook weer, meester?"
Door
G.v.d.HAVEN
Maar de jongens vielen al in: „Gelijk het
gras is ons kortstondig leven Voor
meester en voor zijn dochter Rie. Meneer
Zalk heeft toen geglimlacht en bedankt.
Maar hij moest telkens slikken. Die jon-
Soms was hij zelf een trein en liepen
de jongens van zijn klas als wagons achter
hem aan. Hij gilde en floot dan als een
echte lokomotief. Dan straalden zijn ogen
en dreunden zijn voeten zwaar op de bos
grond. En op handenarbeid maakte hij 't
liefst treinen. Zo gek kon je 't niet be
denken of hij wist er een trein van te ma
ken. Triomfantelijk legde hij dan alles uit
en wist heel wat onderdelen aan te wijzen.
Als hij samen met meester was en het erg
rustig was van binnen dan vroeg hij het
meneer Zalk wel eens: „Zou ik wel ma
chinist kenne worde, meester?" Wat was
het dan moeilijk voor meneer Zalk om
die trouwe ogen van Peter te zien. En nog
veel moeilijker om op zo'n vraag een ant
woord te geven. Hij hield van die jongen,
zoals hij van zijn werk zielsveel hield.
ZO leefde de jongen zijn bestaantje, be
perkt, heel beperkt. Zo doorleefde hij
zijn geluksmomenten en doorleed hij zijn
geestelijk ziek-zijn. Vaak gekweld door de
woeste stromingen in zijn onbewuste le
ven. Als het avond werd waren aUe jon
gens binnen en konden er niet meer uit.
Want voor de deuren had je een speciale
sleutel nodig en die hadden aüeen de zus
ters. Maar waarom zou je naar buiten wil
len, weg uit het veilig-warme gebouw? Was
de wereld buiten niet wreed voor een arme
van geest? Zou daar begrip voor zulke jon
gens zijn? De moeder van Peter was nog
nooit op bezoek geweest. Al zes jaar lang
was hij alleen, ook in de vakanties. Dat
waren de moeilijkste weken voor hem. O
ja, er werd goed voor hem gezorgd, dat
wel. Maar toch, je miste dan zoveel. De
jongens van zijn klas, die allemaal naar
hun ouders waren. De school, waarin hij
zo intens genoot. En 't meeste van alles
miste hij dan zijn grote kameraad: mees
ter Zalk. Die wist zoveel en kon zo mooi
vertellen Van Jezus, die ook aan Peter be
loofd had Zijn hemel open te doen als het
tijd was. Die hem veel beter begreep dan
meester Zalk zelf. En dat wilde wat zeg
gen! Maar soms was aUes zo verward
voor hem. Dan haalde hij alles door el
kaar. Dan was het net, of er een stroom
door zijn hoofd ging. Dan werd hij weer
trein en gilde en floot, zelfs midden in de
nacht.
PETER's leven is erg veranderd toen
hij achttien jaar werd. Hij had de
school verlaten en was man geworden. Hij
moest toen werken in de tuin. Harken, tak
ken rapen in 't bos en kruien. Soms vond
hij 't wel mooi. vooral als hij hoog op eer
wagen vol takken zat. Dan zong hij luid
en rauw, wat hem maar binnenviel: „Op
een lichte wolkenwagen werd de Heer
van d'aard gedragen" of een psalmvers
dat meester hem geleerd had. Maar vaak
ook was hij stil. Dan miste hij het oude
en vertrouwde zo. AUeen, hij wist er geen
naam aan te geven, ook niet al trommelde
hij nog zo hard op zijn hoofd. Dat deurtje
van begrip ging maar niet open en toch,
hij moest zoveel nog begrijpen.
Op een gure avond is hij weggelopen.
Juist toen men hem de eerste urgn niet
zou missen. Door de enige deur die je zon
der sleutel kon opendoen. 't Was wel
koud zo zonder jas. Maar er was iéts in
hem dat hem wegdreef en het gaf hem
rust toen hij eenmaal op weg was. Ging
hij terug naar moeder, ver weg'in het
straatje met zijn zesentachtighonderdvier-
envijftig stenen? Vreemde klanken stootte
hij uit toen hij eenmaal op de kronkelige
landweggetjes liep. Waren het klanken van
bevrijding of klanken van verlangen?
DAAR gaat hij, stipje op Gods aardbo
dem, die kreunt en zucht in haar zon
deval. Eenzaam mensje, rillend en met
plompe stappen voortgaand, almaar voort
gaand. Soms springt hij op met bonkende
sprongen en zwaaiende armen. Dan gaat
hij weer in rustiger tempo verder. Hij
vindt een knoestige stok, die hij mooi als
wandelstok kan gebruiken. Daar is een
bordje met een schuine streep erop. Hij
slaat er wild tegenaan en lacht hard. Ver
derop is weer zo'n bordje maar dan met
twee strepen en dan nog een met drie. Als
een verlaten schepsel gaat hij voort, door
niemand gezien en door niemand gehoord.
De hemel is donker en de wind is guur.
Zijn trui is al doordrenkt tot op zijn huid.
Maar Peter geeft er niet om. Hij sjokt
voort met hijgende borst, op weg naar be
grip. Naar liefde en bescherming, naar een
doel in zijn bestaan.
OP de overweg blijft hij staan. Hoort hij
't goed? Ja, en hij ziet het ook, ver
weg in het donker. Een trein! Zijn ogen
lichten op. AUe kou is vergeten als hij de
kadans hoort van de vele wielen over de
rails en de trein als een lange glimworm
ziet aanschuiven. Mooi is dat! Even blijft
hij staan in volle verrukking. Een trein,
een echte! flitst Jaét door Peters grote
hoofd. Dan loopt hij hem tegemoet over
de bielsen van de rails, alleen maar let
tend op de snel naderende, verlichte trein
die steeds helderder uit de duistérnis op
doemt. „OeeeUah!" schreeuwt hij wildblij
en zwaait met zijn stok. Dansend op één
voet gaat hij er op af. Machtig' vindt hij
het als de fluit snerpend gilt over het dras
sige polderland
Diezelfde nacht nog heeft men Peter's
lichaam geborgen. In aUe stilte is hij be
graven. Er waren weinig belangsteUenden.
Wel is het „Onze Vader" gebeden aan zijn
graf en er kwam maar een klein stukje
over in de krant, waarin hij werd aange
duid met P.J.K. Maar Peter is thuis en
draagt een nieuwe naam. Hij is daar waar
begrip is en volmaakte liefde en barmhar
tigheid. Daar, waar de Jezus van het paas
feest is en waar niemand meer zeggen zal:
ik ben ziek
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
14. „Kom mee, snel, Zwijntje, we moe
ten de ophaalbrug omhoog hebben, voor
dat de zeerovers komen." Klaus Kat is
al vlak bij de brug gekomen. „Je hoeft
je niet zo op te winden, Klaus, want de
zeerovers zitten nog op het schip. Ze zoe
ken naar een schat en mijn vrienden zijn
hun gevangenen op dat schip. Maar ver
der is er niets aan de hand." Klaus luis
tert niet. Hij draait de brug omhoog.
„Schiet op, Zwijntjedat ding klemt
zo
15. „Ik krijg die brug niet omhoog.
Zwijntje, klim jij eens snel naar boven
en kijk of er onraad is." Zwijntje hijst
zich tegen de ladder omhoog. „Zie je
iets?" roept Klaus van beneden. „Ik zie
alleen maar de zeeroverkapitein." De ka
pitein heeft Zwijntje ook gezien. „Maak
de poort open", buldert hij, „anders ge
beuren er vreselijke dingen." Maar wat
is dat? Daar komt Benjamin konijn ook
aan. „Hé, Zwijntje, ik ben het, Benjamin,
gooi gauw een touw naar beneden."
(Vervolg)
Ze wonen een beetje ach-
teraf Er is weinig verkeer tfoOr CO VCill der SteeilFllVeTS
op straat. En dan stopt er
opeens met piepende rem-
het jankt zacht, 't Is een
hondje! Van verontwaardi
ging staat Gert bovenop
z'n bed. „Wat een gemene
kerel!" schreeuwt hij,
„wat een mispunt, wwat
een Stotterend zoekt
hij naar scheldwoorden.
„Moeder, haalt u het? Als
tublieft gauw! Als het op
straat komt wordt het mis
schien overreden!"
men een auto. 't Portier
gaat open en een onguur
mannengezicht gluurt naar
buiten. Een .zwarte gleuf-
hoed is diep over z'n ogen
getrokken en om de hals zit
slordig een geruite das ge
knoopt.
Gert houdt z'n adem in.
Zó moet een struikrover er
uit zien. De man loenst
naar alle kanten. Dan duikt
hij snel in de auto. Als hij
weer tevoorschijn komt
heeft hij in z'n hand een
klein bundeltje. Dat bun
deltje kwakt hij op de
stoep, 't Portier slaat dicht,
de motor start, en voor
Gert van z'n verbazing be
komen is, is de autto ver
dwenen. En 't bundeltje op
de stoep.
Er komt beweging in.
Schuifelt naar de straat en
Moeder loopt al. Even la
ter komt ze terug met een
klein, wollig hondje, 't Zit
angstig in elkaar gedoken
en de zachte, bruine ogen
kijken schuw rond. Gretig
strekt Gert z'n armen uit.
„Even wachten", zegt moe
der, „eerst iets over het
bed leggen. Je weet niet
of hij zindelijk is. 'k Zal
'm even bij de kachel zet
ten. Zo, eerst een stukje
plastic en dan een zacht
kleedje." En dan drukt
Gert het hondje tegen zich
aan. Hij streelt het zacht
en hij fluistert er lieve
woordjes tegen, 't Is, of het
diertje voelt: hier ben ik
veilig. Met een diepe zucht
legt het zich neer.
G6rt is al het andere
vergeten. Hanjo's verjaar
dag en de cineac. Hij hoort
het niet eens als de bestel
wagen van Hanjo's vader
toeterend voorbijrijdt. In-
gelukkig zit hij rechtop
met de hond op z'n schoot.
„Moeder, mag ik 'm hou
den?"
Als moeder z'e samen
ziet, allebei even tevreden,
kan ze het niet over zich
verkrijgen om nee te zeg
gen. „Goed dan, die me
neer wou hem blijkbaar
toch kwijt. Alleen: je moet
er helemaal zelf voor zor
gen. Misschien heeft vader
nog wel een mand, want
een hond op bed, dat hoort
eigenlijk niet."
„Fijn!" zegt Gert dank
baar. Hij schaamt zich dat
hij zo gemopperd heeft.
Met een verlegen lachje
voegt hij er aan toe: „Ge
lukkig toch maar dat ik
griep kreeg!"
EINDE
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde,
Goudrclnctstraat 125, Den Haag.
Aan de hand der meesters
Dit opschrift bevat slechts de schrale
troost dat we (tenslotte) iets van de
meesters zuUen (kunnen) leren, want zij
houden ons „aan de hand". Maar overi
gens voorspelt het opschrift U deze week
weinig goeds, d.w.z. veel inspanning en
hard werken op moeilijke stellingen.
Dat is men van de redacteur van deze
rubriek niet gewend, dat hij met zo
straffe hand optreedt. Integendeel, ik
hoor wel eens stemmen, dat de opgaven
al te gemakkelijk zijn, dat men ze zo
van het diagram af in een oogwenk
kan oplossen. Nu zie ik hierin volstrekt
geen bezwaar. De bedoeling van deze
rubriek is niet de allersterksten te ver
maken (zij kunnen zich beter tot de of
ficiële vaktijdschriften wenden), maar
in de eerste plaats om de meer eenvou
dige en vooral de zgn. huisschakers af
en toe eens enig schaakplezier te ver
schaffen.
Maar ditmaal bekroop ons het verlan
gen er nu een paar opgaven van zwaar
der kaliber tussendoor te plaatsen, het
geen natuurlijk een extra-prikkel in
houdt om lang en ijverig te zoeken, in
de hoop beloond te worden. Onze beste
wensen vergezellen U op Uw speurtocht.
U bent echter gewaarschuwd!
1. Uit een partij SchweberFreitas
(Sao Paolo 1960).
3. Uit een partij MUevMitev
(Bulgarije 1960).
Wit aan zet won. Hoe?
4. Uit een partij Polugajevski—Smyslov
(Moskou 1960).
Zwart aan zet vond een prachtige manier
om zijn overwicht tot gelding te brengen.
Wat volgde na 1Tel! 2. Kg2
naar uw mening?
Oplos:
Zwart speelde 1. Ld6 en verloor.
Hoe?
2. Uit een partij JohannessenAsmund:
son (Reykjavik I960».
Hieronder volgen 8e oplossingen der
opgaven, geplaatst in onze rubriek van
11 maart j.l. (Het boeiende schaken).
1. JohannessenBöök: 1. Ld4 2.
Tcc4 Txb7 3. Txb7 Lc6 4. Lb4 Dd5 5
Txc6 Dxc6 6. Lxf8 Df3ü 7. Tb2 Lxb2
8. Le7 De2 9. Da2 h5 en remise gegeven.
2. RautenbergSchlensker: 1. Txf6!
Lxf6 2. Dg5!Lf3t 3. Kgl Txb7 4.
Dxf6t en zwart gaf het op.
3. WalkerllngHanssen: 1. Da5??
2. axb4! Dxal 3. Pb3! en de zwarte
dame was gevangen. De zetten, vooraf
gaande aan de diagramstelling waren:
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4
Pf6 5. Pc3 Lb4 6. eó Pd5 7. Dg4 g6 8.
a3 waarmede de gegeven diagramstel
ling bereikt is.
„bcdefgh
Zwart aan zet Hoe zal het verder gaan?
4. AljechinN.N.: 1
Txg4 3. a6 Th4 4. Td8!
wint.
g4! Te4 2. a5
Kxd8 5. a 7 en
Horizontaal: 1. geurigheid, 5. spoed, 8. de onderwereld (Gr. myth.),
12. eiland tussen Sicilië en Tunis. 13. muzikaal toneelspel, 14. be
haaglijke rust en kalmte. 16. schoenvorm, 19. kruipend, eenjarig
kruid, 21. lusthof. 22. heraut vóór Troje, 24. water in Limb., 25.
kippenloop, 26. spitstoelopende strook, 27. stad in Duitsland, 29.
keurig. 30. krampachtige samentrekking van het middenrif, 31.
plaats in België, 33. heks, 35. briefje van 100 gulden (bargoens),
37. stok met voettrede. 39. interest, 42. brede en diépe greppel
langs een weg, om weide enz., 44. bekende graansoort, 46. term bij
kaartspelen, 47. steurkuit, 48. vuurspuwende berg, 49. palmriet
(Mal.i, 51. doornachtige plant, 53. strijdperk, 55. omsloten ruimte,
58. afgodsbeeld, 60. zoon van Jacob, 62. uitroep, 63. lied, 64. flauw
keelgeluid. 66. tegenstelling van lang, 68. stad in Italië, 70. twaalf
gros, van knopen, 72. riviertje op de W.kust van Sumatra, 74. aan
tekening, 76. makker, 77. benedendeel van de rug, 79. water in
België, zijtak Maas, 80. stad in Duitsl., a. d. Saaie, 81. bergketen
op de grens van Europa en Azië. 82. oude Nederl. munt, 83. Spaans
rijpaard, 84. wild rund der Europese wouden, thans uitgeroeid, 85.
leerrede.
Verticaal: 1. plotselinge rijzing v. h. zeewater bij eb op de Zeeuw
se kusten. 2. gem. in Over., 3. hemellichaam. 4. zwemvogel, 5.
wachtplaats, 6. stad in Arabië. 7. volbloed Hollander (Ind.), 8.
pers. voornaamw., voorwerpsvorm, 9. palmboom, 10. gem. in Dr.,
11. erwtensoep, 15. nobele, 17. rangtelwoord, 18. monster. 20. dorp
in Gelderl., 22. zware zoete wijn, 23. latwerk, 26. overdracht van
een wissel. 28. gem. in Dr.. 30. gem. in N. Br., 32. verzoekschrift,
34. vertelling. 35. groot aantal, 36. zijtak Rhóne, 37. kwalijk rieken
de lucht, 38. langzaam, 40. zuiver gewicht, 41. brandverf, 43. ri
vier in Rusland, 45. zwaardvis, 50. opgegeven werk. 52. opera van
Verdi, 54. zuivere, 56. water in Z.H., 57. onbep. voornaamw., 59.
langwerpig rond, 61. knopje op een priktol, 63. telwoord (Eng.),
64. min of meer kaal. 65. stuk geschut, 67. Deens balling stichtte
't hertogdom Normandië, 69. water in Limb., 70. dwaze, 71. punt
hoed, 73. denkbeeld. 75. zijtak Elbe, 76. voegwoord, 78. bolrond
vruchtje (spreekt.), 80. beet.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1 onherroepelijk.
11. moer. 12. Nede. 13. met. 14.
linie, 17. iep. 18. en, 19. dilem
ma. 21. Ie, 22. mas, 23. Sam. 25.
wal, 26. ent, 28. neg. 30. galant,
31. raster. 32. sir, 33. sla. 35. les.
37. end, 39. Aar, 41. N.S.. 43.
aanvang. 46. pt. 47. aap. 49.
kaars, 50. Dee. 51. aria, 53. ma
re. 54. kalfsbiefstuk.
Verticaal: 1. Ommen. 2. noen,
3. het, 4. er, 5. rail, 6. elim, 7.
en, 8. lei, 9. ijdel, 10. keper, 14.
lis. 15. nein, 16. Ems, 19. Da-
larna, 20. aanslag. 22. malie, 24.
meter. 25. was, 26. ets, 27. tra,
29. ges, 34, lava, 36. snaak, 38.
dak, 39. Ans, 40. steek, 42. Sara,
44. Naab, 45. arme. 46. Peru,
48. pil, 50. dat, 52. af. 53. M.S.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden „Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen
een van 5.— en twee van 2.50.
Dag neven cn nichten,
Hebben jullié al genoten van de mooie etalages met al die prachtige
paaseieren? Moeten jullie ook paaseieren verven? Leuk werkje hoor! Je kan
er de grappigste figuren op maken. Hoe gaat het op school. Zyn de repetities
nogal meegevallen? Nog een paar dagen en jullie krygen vakantie en
luieren heerlyk om straks weer hard te blokken voor het laatute rapport.
Tante Jos kreeg weer bericht van ons nichtje uit Argentinië. Ze wenst ons
prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar toe. Dank je wel hoor Renc.
Ik zou bijna zeggen hetzelfde toegewenst, maar wij wensen jou nu maar hécl
prettige Paasdagen toe. Heeft jouw brief een wereldreis van drie maanden gemaakt?
De oplossing van de vorige puzzel is: bomen, brug, boot, beer. bijl, brood, bier.
bril, baard, bank. bok, bord, ballon, banden, boek, buizen, boord, boomstam,
bloemen, broek, balen, bretels, bel, blikje, bolhoed, berm, bladeren, beesten,
boer, bedehuis en boeg.
De hoofdprys gaat naar Janneke Baak. De troostprijzen krijgen Hansje Blyleven,
Adri Dankers en Willy Delleman.
Lang zullen ze leven.. Jan de Jong, Gert de Jong, Cobie Luiendyk en
Cobie Timmermans, hartelyk gefeliciteerd met jullie verjaardag van de neven
en nichten.
gauw de brieven Ik ben er erg blij mee Heb je beter is. Wat heb jij gesmuld Ben je geslaagd? Zijn er zo
pannekoeken. Waar ga weinig onderwijzeressen en on-
derwijzers op school. Marleen
Doorn? Heb jij nog nooit ge-
beantwoorden, want het zijn er het poëzle-album al ontvangen?
héél veel.
Fijn dat jij met Pasen bij
-- en opa mag logeren. Hen-
Bedankt voor je gedicht hoor! jij logeren in de Paasvakantie?
Waren de eit^es^ lekker? Jij bent Hoe was het op
verwend hoor! - Fijn dat avond> Joke Brcederveld? „Het rolschaatst? - ^Naar" welke
een bnef schreef snoephuisje" was zeker wel een speeltuin ben jij geweest Lidy
n Hpprl Ik H 711 I n van nnfnl Tc ia rannnrl manna.
M S-jjss «eS S3&S3S3
Had jij mamma's stoel
sierd? Hoe is het woensdag
avond geweest, Sjaantje Baak?
Waar heb je de boekelegger van
gemaakt? Vonden mamma eri
Mamma nu weer thuis is. Heb
je al van je „lego" gebouwd? Y Y
Hnn haal hnt Aic m Natuurlijk gaat tante
vakantie. - ÜMdll «at
Sff ïïïfkJ: jir a. "briër«I k»„ ïy£n" Ril
Cl. *cht een. IaJ?ge b"®{ schrijven Breukti. Waarom heeft Lenie
pappa het mooi? We zullen ho- Anncmarie Boekesteijn. Waar njet gCSChreven? Hoe gaat het
pen dat het in de vakantie mooi ï?ak®n JuU,.f darP va"- Arle nu met de poes? Waar heb je
Boelhouwer Vandaag is het het nonnewietrie van vemaakt
een gewichtige dag Is het dorp K1 n Sat^ opde ™eed? P.a*
mooi geworden Heel veel sterk- dag op de blokfluit mag spelen.
Fcnnie sneelt Anr-"— J
vallen? Welke bloemen
zaaien? Teake - Durk Oord
en Eddy van Dijk, schrijven jul
lie de volgende keer een lange
Hartelijk welkom Her-
Dijk. Is het verkeers-
goed afgelopen? Ben jij
weer is. Wie moet die kop
voorstellen. Janneke Baak? Na
tuurlijk moet je een adres op
de brief zetten, anders komt hij
te vanavond hoor!
grappig postpapier. Fijn dat
jij zo goed je best doet op
school Joke Baars. Misschien
kan je dan gauw eens een brief
je aan tante Jos schrijven, 'k
Ben erg benieuwd naar je rap
port hoor! Hoe heet jij M.
Bakker? Wist jij niets te schrij
ven? Marry Baljeu, jij deed - -
er helemaal geen briefje bij. tiek. Garrie Boonstra? Heb je er bord in de klas hebben. Welke
Caty Barnhoorn en Wil v. d. al streepjes bijgekregen? 'k Ben stukjes neem jij altijd mee?
Bent, schrijven jullie me de vol- zeer benieuwd naar je rapport Natuurlijk mag jij ook m
gende keer een lange brief? hoorl Grappig dat ik op de- doen. Tineke dc Bruin. Hartelijk
m0on£wiS2S? al naa' het strand geweest
Dorroewieeie van «maalrt Hoe hee, jouw vriendin Marleen
van Egmond? Jij bent ver
schrikkelijk verwend Elly van
Elderen. Het is leuk postpapier.
- de boeken? Is opa
- Speelt Annelies dan op het or- •pikeren v
toch niet terecht? Wat heb jij Boender schrijf jy de volgende gel? Heb jjj dat gedichtje Hoe hpten
ETrannïp niKtnaninr Piin Hot keer een lange brief? Be- ,~i» phh>. ur—"oe heten
zelf gemaakt Eddy Broer? Wan
neer krijg jij je rapport?
Fijn dat jullie nu een eigen ka-
mTVn'1!™™ 2" SfiYBTS;,G;ün'l',',hSba>!!U'a',
oud njn jouw zusjes Lenie den DU„ei m00i eekio„rd hoor'
Boer? Woont Connie dicht bij ^"Ónd het fijn dat Jij mi° zo'n ten' Ma'
jou? Waarom zit jij in klas B? ]ange brlef sohreef ConnJie de
-IOajllI pajeaaarda »mna,. BniIJn. Laak, dat JuUia aanprik- «iSKU WlSÏÏÏÏE 5R
weer beter Peter v. d. Engel'
Grappig zo'n paasklpje. Heb je
hem al geslacht? Krijg jij een
mooi rapport? Leuk dat Kris-
ta nu al een beetje begint te pra
ten, Marieke van Es. Is de wieg
al gemaakt? Krijg jij ook een
mooi rapport? Hartelijk wei-
jij de brief zelf geschreven?
Knap hoor! Hoe gaat het met
kwakertje, Nellie v. d. Eijk.
-uu" acnci ie
«f mÜr wlken? Schrijf Jij me de vol-
gende keer een lange brief Joke
opgezocht hoorl Hoe is het ver-
keersexamen afgelopen?
bent verschrikkelijk verwend
boffert met zo'n prachtige nieu
we fiets. Piet van Gaaien. Fijn
dat je nu kan Ieren blokfluitspe-
„8.- k.mpi - JU kabt hal «kar wal gWSWEK'V:
met zwaar Ie verduren hli al die P..pp.. «eer"» ae. winter ls voor-
Boogaart. Je hebt het de wordt Nellie de Bruin. Moet jij
vorige keer al geschreven. Het ook wel eens in de tuin helpen?
is een dure kostganger hoorl Ga Jij wel eens naar het herte-
Jaap v. d. Berg. Om te smullen Heb je hem al een naam gege- kamp? Jij hebt het zeker wel
Jaap. Pannekoeken! Heerlijk ven. Jammer dat jullie met zwaar te verduren bij al die
ÉH~' w "■*-* Pasen niet naar mamma en pap- broers Ina Buitelaar. Oisterwijk
pa kunnen gaan Kees v. d. Boo- is erg mooi. Hoe komt het dat „,t,
gaart. Moeten jullie nog iets le- jullie de krant later krijgen? f°,' »n
ren voor de gewichtige dag? Jammer dat jij er geen briefje Mocht ie fanl' onhihv,
Branden de lampjes ook? - bd de.ed Plet Buitendijk. - Be- "°.Ch' J'r 7?.f°P, jV
Krijg ik de volgende keer een dankt voor jouw mooie tekening keer^tL tk eL Tan^
brief Anneke Boogaard? Jij Laura Bijl. Heb jij het kalfje ...13f._ï?a.»e *ange ?r:ef!
[ebben jullie het boft maar met zoveel feesten al gezien? Wordt het kleedje
gemaakt? Rietje Both. Moest jij niet mee- mooi? Jij boft maar met zo'n
doen? Wanneer zijn jullie naar nieuwe mantel. Ook jij wordt ^tY^wÏ,
je tekeningen Jen- 5?!Y_~YY_J_.hebt,
hoor! Hoe heet het boek? Welke
spelletjes hebben jullie gedaan?
Fijn dat je nu weer zo ge
zond als een vis bent Lenie
Bergwerff. Bedankt voor Je te-
keningen, gedichtje en opstellen Krijg ik de volgende keer
hoor! Moet jij op school ook op- brief Anneke Boogaard?
stellen maken? -*
toneelstukje
Sterkte 17 april, Lenie!-— Heer
lijk dat jullie al op het strand de nieuwe school
bij. Als er een plaatsje is wordt
het geplaatst. Hartelijk bedankt
hoor! Is het gisteren groot
feest geweest. Johan Gecrts?
Mocht je lang opblijven? Heb je
gegaan.
geweest. Claslen de Best. Hartelijk welkom David Bouw. neke Cornet. Fijn dat jij de Ko-
iet een uitvoering, die lullie Jii bent een echte verzamelaar nincin zn pnert heht caaixn vooraan? Hebben
Is het een uitvoering, die jullie Jij bent een echte verzamelaar ningin zo goed hebt geziei
op Koninginnedag hebben? Krijg hoor! Uit welke boeken speel jij Moest jij ook zingen? Jullie
jij een mooi rapport? Sterkte piano? Het is prachtig postpa- hebben de boel toch nt
hoor, op de gymnastiek! Leuk pier. Ben jij nu weer hele- broken Lenie Coenradie? Juïlie
dat jullie nu 10 kleine lammetjes maal beter Gera Breebaart? Jul- hebben toch nog wel geslapen?
hebben Juri den Besten. Schrijf lie hebben verleden week wel Ik ben zeer benieuwd naar het
je de volgende keer weer eens groot feest gehad. Feliciteer je examen, jij o
een lange brief? Waarom mamma en pappa van mij ook! schortje mooi.
schreven jullie helemaal niets, i'f
Willy Bitter, Wim en Gijs Blom'
Rla van Geest? Jij vond het
dus wel een leuk spel, Ineke van
Geest. Krijg jij een mooi rap
port? Jij hebt alles wel goed
gezien, Corrle Goes. Stond je
vooraan? Hebben Jullie mooie
bloemen in de tuin? Ben jij
hebben" de boel toch niet afgë- Wa^een^toute"^
hrnlten T.enl» rnanraHIa' Tulllo W31 een StOUte ZUS Om JOU OOk
bedankt
Op deze teke
ning staan aller
lei voorwerpen
door elkaar en ze
zijn genummerd.
In de namen van
die voorwerpen
zijn de namen
van dieren ver
borgen. Welke
zijn dat? Ik zal
jullie een klein
beetje helpen. Je
ziet dat nummer
1 een paddestoel
is dus daar zit de
naam pad in.
Hebben jullie het
allemaal begre
pen? De oplos
sing inzenden
vóór dinsdag 28
maart.
acnnji ne neuuen verieaen ween wei ik Den zeer Denieuwa naar het Wat h.S TT
eens groot feest gehad. Feliciteer je examen, jij ook? Wordt het ^ine gemaakt t™hT V
mamma en pappa van mij ook! schortje mooi. Jolandc Crocse? Harielf^ heriankt hL
Hoe heet het boek? Geweldig Geweldig dat jij op de machine j v„n L Y
dat mamma een nieuwe fiets mag gaan naaien. Waar dient de „nL" t- k '2
u cc. heeft gekregen. Clarie Breeder- raket voor? Adri van Dam en heb. lk mls'
Blij. land. Fijn dat mamma nu weer Arnold van Dam, schrijven Jul- Ae" adre? vo°r
lie de volgende keer wat meer? Jhéj.,~ Prt «lYLY® „1°"'^ Wel
^AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAa Heb iii nor meer hrnertlee {|evl goed gezien. Bea Groenen-
-'l-1'1 nog meer broertjes berg Kregen jullie die vlaggetjcs
op_ school?^— Corrie v. d. Graaf,
en zusjes Arend van Dam?
Waarom schrijft jouw zusje nooit
meer? Jij hebt mooi ge
kleurd Tonnle van Dijk. Harte
lijk dank hoor! Hoe h
vriendin? Gisteren
groot feest geweest Kees van
Dijk. Zijn al je vriendjes ge
weest? Ben je erg verwend?
Heb Jij een mooi presentje ge
kregen Adrle Dankers? Welk
beest ga jij van vilt maken?
Zijn de pannelappen mooi ge
worden? Bedankt voor jouw
kelijk verwend Nel Grootcn-
dorst! Wat zal jij deftig zijn met
je nieuwe horloge. Draag jij
vaak oorbellen? Hartelijk wel
kom Ger de Gruiter. Heb jij nog
meer broertjes en zusjes?
Maarten Guichclaar, probeer Jij
- Ucu«„r. vuu. jouw de. volgende keer eens een
gedicht Wout Dankers. Griezelig briefje aan tante Jos te schrij-
hoor zo midden in de woestijn. ven7
Ga jij op de padvinderij?
Schrijf jij de volgende keer wat
meer. Joke Dekker? Wat heb
ben jullie lang moeten wachten
Wllly Delleman? Hoe is het ver-
keersexamen afgelopen? Was
het een mooie optocht? Jam
mer dat Jij helemaal niets
schreef Marijke v. d. Does.
Hartelijk welkom Hans Does
burg. Jullie hebben al grote va
kantieplannen hoor! Het is daar
erg mooi. Jij bent erg ver
wend Annette Dokter. Wat zal
Jij deftig zijn. Opa herkent jou
vast niet. Ga je altijd bij opa
logeren? Ben jij weer hele
maal beter Anneke Domburg?
Bedankt voor je versje hoor!
Jongens en meisjes: de letter
H. wordt volgende weck het
eerst beantwoord. De brievenbus
is dus niet helemaal leeg. Zor
gen Jullie er voor dat hij vol
gende week weer helemaal vol
Is. De letters I t.m. R zijn deze
week aan de beurt. Daag!!
En
aenser
;lf m<
ïeesle'
en tei
sch
»rt. A
biets
ies. dc
e gro
er do
Hoe
iterst
ngstw
enopp
enges!