Toekomst van luchtmacht bepaald niet zo somber Is positie van arbeider werkelijk verbeterd? Minder Nederlandse vliegtuigen nodig Militaire hulp morele plicht van Amerika Nieuwe organen voor maatschappelijke hulp GEBRUIKSGOEDEREN 13-18 MAART' \ywT\yvmw^ïï^ï*T^i n iJ\PJ/\rl l/\ rl T - IjJ 1: f j INDUSTRIE EN SCHEEPSBOUW 13-22 MAART Arts gaf onjuiste verklaring van overlijden af Vrije zaterdag per 1 mei Vele gemeenten negeren oproep van minister Ontwikkeling loonpeil na de oorlog Sociale verzekering nam deel loonstijging weer weg Kader voor Papoea-bataljon MAÏZENA DU RYEA Minister Klompé in Eerste Kamer Omvang gezinsuitgaven 11 WOENSDAG 15 MAART 1961 Do op hef Jaarbeurs-terrein Croesefaan ondergebrachte groepen Elektrische huishoudelijke apparaten - Verlichting - Verwarmings- en kookapparaten - Sanitair - Gereedschappenexposeren t/m 22 maart. Staatssecretaris Calmeijer (Van onze parlementsredacbie) DE vooruitzichten voor de Koninklijke Luchtmacht zijn bepaald niet zo somber als men de laatste tijd heeft doen voorkomen. Het bestaande NAVO-luchtmachtplan loopt ten einde. Er staat een nieuw plan op stapel, dat zich uitstrekt tot 1966. Dit vraagt van ons een vermeerdering van het aantal geleide projectielen, maar het voorziet tevens in een zeer belang rijke vermindering van he aantal vliegtuigen, dat in het oude plan van ons werd verlangd. Door dit laatste wordt de drastische beperking van de Amerikaanse hulp voor ons Starfighter-project aanzienlijk gecompen seerd. Daar komt bij, dat naast de Starfigh ter onze F 84 F Thunderstreak nog enige jaren zeer goed kan worden gehandhaafd. Staatssecretaris Calmeyer (land- luchtmacht) heeft dit gisteravond in de Tweede Kamer verklaard b(j de voort gezette behandeling van de defensie- begroting. Tijdens de middagvergadering hadden de heren Schouwenaar (soc.), Roosjen (a.r.). Moorman (kath. v.) Couzy (lib.) zich zeer bezorgd getoond over de toekomst van onze luchtmacht, nu als gevolg van de nieuwe Amerikaan se bezuinigingspölitlek ons Starfighter- project tot 120 toestellen moest worden beperkt. De heer Sdhouwenaar zei, dat er een gat in oraze luchtvendedigórag is gevallen en de heer Roosjen vond de nood gedwongen wijziging van onze lucht- maohtplanmen het meest benauwende probleem waar onze defensie zich voor ziet gesteld. Met de heren Moorman en Gouzy vroegen zij zioh af of wij nu nog wel aan onze NAVO-verplachtingen kun nen voldoen. De staatssecretaris gaf hier een be vestigend antwoord op. Volgens de nieuwe NAVO-conceptie hoeven we dus minder vliegtuigen bij te dragen en de verlangde vermeerdering van het aan tal geleide projectielen, die daarvoor in de plaaits komt, kunnen we zeker aan. In plaats van twee zijn er nu drie Hawk- eenheden geprojecteerd en door de ver wachte vermindering van de vliegtuigen zullen we stellig ook in staat zijn een tweede Nilkè-afdeling te bemannen. Met Starfighter (uitmuntend!) en Thunder streak (geen verouderd type, maar een toestel dat nog verschillende jaren zijn taak zeer redelijk kan volbrengen!) zul len we ten volle aan de gestelde eisen kunnen voldoen. Een vraag van de heer Moorman be antwoordend bevestigde minister Vis ser, dat de 95 voor eigen rekening te bouwen Starfighters per stuk 900.000 duurder uitkomen dan de 25 die de V.S. voor ons zullen finan eieren (f6,2 tegen 5,3 min p.s.) Op de „Nederlandse" Starfighter drukt een belasting van f 500.000 en een extra-onderdelenvoorziening van f 400.000 over 18 maanden (bij de Am- Starfigther over 12 maanden). „Als ik weer zou moeten kiezen, dan zou ik opnieuw aan de Starfighter de voorkeur geven boven andere typen", aldus ir. Visser. Hij stond afwijzend tegenover het verzoek van de heer Moorman op het departement van de fensie een derde staatssecretaris te benoemen, speciaal belast met lucht macht-aangelegenheden. Ongerust Niet alleen over de luchtmacht, ook over de ontwikkeling van land- en zee macht bleek in de Kamer enige ongerust heid te bestaan. Die kwam overigens in geheel verschillende toonaarden lot uiting. De socialist Schouwenaar vond, dat aan de marine te veel aandaoht wordt be steed ten koste van bijv. de modernise ring van het legerkorps. Aan de „om- wapening" van de beide kruisers kan de P.v.<LA.-fractie „tot haar spijt" geen medewerking verlenen. De heer Schou wenaar diende een min of meer symbo lisch amendement in om gelden, be stemd voor de aanbouw van een tank er- voorraadschip voor de marine, over te hevelen naar de begrotingspost voor het aanschaffen van gepantserde personeels- voerbuigen bij het legerkorps. Minister Visser moest de aanvaarding van dit voorstel ernstig ontraden, omdat het een stukje internationaal overleg doorkruist, waarin het pamlemertt niet behoort te treden. Met deze argumentatie waren de heren Moorman (kath. v.) en Roosjen (ar.) het niet eens, wat hen overigens niet belette zich van het socia listisch amendement en deszelfs achter grond (het terugdringen van de zee macht) te ddstanciëren. Bezorgd toonden vrijwel alle sprekers, maar met name de heer Roosjen, zich ook over het trage tempo, waarin de me chanisering en motorisering van het legerkorps zich voltrekt. De ar. woordvoerder achtte deze gang van zaken niet verantwoord en hij meen de, dat wanneer de nationale industrie hier met voldoende kan helpen, bestel lingen in het buitenland zullen moeten worden gedaan. Staatssecretaris Cal meyer moest echter meedelen, dat het tempo de eerstkomende drie jaar onmo gelijk kan worden opgevoerd. Dit ligt niet aan gebrek aan geld, maar aan ge brek aan geschoold personeel en oefen- mogelijkheid. Het aanschaffen van ver bindingsmiddelen ondervindt geen moei lijkheden Staatssecretaris De Jong (marine) sprak om. over de modernisering van die beide kruisers, waarover ook voor de KVP-er Moorman inlichtingen waren gevraagd. Naar de bewindsman meedeelde is nog steeds geen definitieve beslissing geno men over de ,,omwapening" van de tweede kruiser (De Ruyter). Een Ameri kaans aanbod terzake is nog in studie in verband met de interne afweging van prioriteiten. Intussen is het bepaald niet zeker, dat de Amerikaanse steun ook werkelijk zal worden verleend. Eerder had minister Visser verklaard er niet aan te' denken om de kruisers uit de sterkte af te voeren. Beide sche pen passen volkomen in NAVO-verband. In deze opvatting was de minister nog versterkt door het feat, dat de V.S. een zo groot bedrag voor de verbouwing be schikbaar willen stellen. De ch. fractieleider dr. Tilanus vond het vliegfkampschip „Karei Doorman", dat nu weer verbouwd en gerepareerd moet worden, wel een „erg duur paardje op stal". „Als we dit schip niet hadden zouden we er niet aan denken het aan te schaffen", zo zed hij, maar staatssecretaris De Jong moest dit met nadruk ontkennen. De reparaties, zo legde hij uit, zijn aan- passingswerkzaaimheden, noodzakelijk in verband met de overgang naar een oieuw type vliegtuig. De KVP-er Moorman vond, dat de regering het vraagstuk van de nucleaire voortstuwing van mar ine-vaartuigen niet fors genoeg aanpakt. Waarom wordt er geen haast gemaakt met de geprojeoteer. de nucleaire onderzeeboot? Staatssecre taris De Jong antwoordde, dat het stand punt van de regering te dezen ongewij zigd is, maar dat niet meer gesproken lean worden van urgentie. Het is be paald niet zo, dat de conventionele duik boten met de dag verouderen. Voorlopig zullen ze niet door de nucleaire worden verdrongen. Van Amerikaanse zijde wordt intussen een aanbod verwacht voor een nucleaire onderzeeër. Wanneer het er is, zal het in studie worden ge nomen. In antwoord op vragen van de heer Roosjen (a.r.) zei staatssecretaris Cal meyer nog alle beletselen voor de Natio nale Reserve te hebben weggenomen. De rest zal men aan de mensen zelf moe ten overlaten. Op suggestie van de heer Roosjen' om de N.R. aantrekkelijker te maken (o.m. door het doen vervallen van de basistraining van twee maanden) ging de bewindsman niet in. De Groningse politierechter heeft de chirurg aan het academisch ziekenhuis A. P. B., conform de eis van de officier van justitie, veroordeeld tot f 200 boete, subsidiair een hechtenis van 40 dagen, wegens het tekenen van een onjuiste verklaring van overlijden. B. had name lijk verklaard dat een 74-jarige patiënte, die na door een bromfietser te zijn aan gereden in het ziekenhuis was opgeno men, door natuurlijke oorzaak was over leden. Er was operatief ingegrepen bij deze patiënte en er traden enkele weken later complicaties op. waarna de pa tiënte overleed. De arts had geen ver band gelegd tussen het overlijden en de aanrijding, qiaar enkel tussen de opera tie en het overlijden en verkeerde in de overtuiging, dat de doodsoorzaak na tuurlijk was. Hij bleef bij deze mening ook toen de ziekenhuisadministratie op deze fout attendeerde. Ter zitting ga' hij toe, dat hij niet juist had gerede neerd en gehandeld (Van onze sociaal-econ. redactie) De invoering van de vijfdaagse werkweek voor het overheidsperso neel dreigt de regering over het hoofd te lopen. Ondanks het beroep, dat minis-ter Toxopeus (binnenlandse zaken) onlangs op de provinciale en gemeentelijke overheden heeft ge daan om zich te houden aan de re geringsrichtlijnen, gaan steeds meer provincies en gemeenten over tot het besluit de vrije zaterdag volledig in te voeren per 1 mei aanstaande of zelfs eerder. Door deze ontwikkeling, die een ge volg is van de drastische wijze waarop de werktijdverkorting in hei bedrijfsle- De circulaire, die de minister onlangs aan de colleges van B. en W. en G.S. stuurde, wijst ook meer in die richting. Daarin stelde mr. Toxopeus onder meer dat niet kan worden berust in een door kruising van het regeringsbeleid om door een zoveel mogelijke geleidelijke invoering van de vijfdaagse werkweek, de drukkende invloed, die deze invoe ring heeft op de ontwikkeling van de economie en het wetvaartspeil. enigszins te verzachten Daarbij werd nogmaals een beroep op de colleges gedaan om de regeling voor het rijkspersoneel te volgen en alleen daarvan af te wijken indien de situatie op de arbeidsmarkt dit noodzokelijk maakt: UITVOERINGEN Vele colleges achten blijkbaar een der gelijke situatie in hun gemeenten aan VV/E LEVEN in een tijd van hoogconjunctuur. Algemeen bestaat de op- W vatting dat vrijwel iedereen profiteert van de huidige welvaart. Enkele rekensommetjes maken het echter duidelijk dat men van dat pro fiteren geen al te grote gedachten moet hebben. Een ongeschoolde in-' dustrie-arbeider werkzaam in een eerste klasse gemeente kreeg in de jaren 1938'39 gemiddeld per week in handen 24,Het brutoloon bedroeg 24,91. Op het ogenblik is dit netto-bedrag gemiddeld ruim drie maal zo groot, circa 75,maar het prijsindexcijfer voor de kosten van levensonderhoud is dan ook gestegen van 38 tot 122, dus meer dan ver drievoudigd, zodat de ongeschoolde arbeider voor zijn netto-inkomen thans niet meer kan kopen dan in 1938. De vraag:, of de bruto-lonen dan toch; De wijze waarop de heer Massizo tot naar verhouding niet meer gestegen zijn, dit bedrag komt is uiteraard aanvecht- moet Inderdaad bevestigend beantwoord baar Men zou sommige posten lager worden. Maar wat de lonen bruto meer kunnen stellen, maar met evenveel recht gestegen zijn, dat wordt op het ogenblik anderen weer hoger. Het schatten van weer afgerond door de gestegen loonbe- bedragen blijft altijd subjectief en hangt ZONWERING GEEFT 's Zomers koelte 's Winters warmte Door isolatie van de vensters. Postbus 52 - —".J—» v.. 111 lltl JCUl lJiCyiC- - 7. ven wordt doorgevoerd, komt het rijks-1 weziJg- Neemt men bijvoorbeeld de pro- personeel achterop te liggen. AfspraakXT~n""J J-~ is immers dat het voorlopig nog genoe gen moet nemen met èèn vrije zaterdag per veertien dagen. Hier en daar gaan al stemmen op die menen dat ook het rijkspersoneel vlugger een volledige vijf daagse werkweek moet krijgen en dat niet gewacht moet worden tot 1 mei 1962. Een dergelijk besluit van de regering wordt evenwel in Haagse departemen tale kringen niet waarschijnlijk geacht. Veel meer houdt men rekening met de mogelijkheid dat de minister de beslui ten van meerdere provinciale en ge meentelijke bestuurscolleges zal schor sen en ter vernietiging voordragen aan de Kroon. Hij heeft dat indertijd ook gedaan toen de gemeente Rotterdam be sloot ondanks de bezwaren van rege ringszijde haar personeel gratificatie verschaffen. (Van onze parlemcntsredactie) „De militaire hulp van de Verenigde Staten is geen recht in die zin, dal wij by de opzet van onze defensieplannen en de besteding van onze militaire uit gaven rekening mee mogen houden. We kunnen echter evenmin spreken van een gunst, want Amerika heeft zich moreel tot die hulp verplicht. Vanuit deze op vatting zal ik straks de Amerikaanse au toriteiten benaderen". Zo verklaarde minister Visser gister middag bij de voortzetting van het Twee de-Kamerdebat over de defensiebegro ting. Vorige week had de bewindsman gesteld, dat de Amerikaanse hulp niet iets is, waarop wij recht kunnen doen gelden. Hij bleek met deze uitlating de KVPwoordvoerder, viceadmiraal Moor man aan het schrikken te hebben ge bracht. De heer Moorman meende, dat de hulpverlening van de V.S. is vastge legd in het NAVO-verdrag van 1949 en dus verankerd is in de Amerikaanse wet. Daarom hoeft de minister tegenover Amerikanen niet te staan als bedelaar of gunstbedinger. Hij is hun partne. en hij kan hen wijzen op gemaakte afspra ken, geregeld in een bilaferiaal verdrag. Minister Visser erkende dit en hij ver duidelijkte zijn uitspraak van vorige week. Naar zijn persoonlijk oordeel heb ben de V.S. een zware verantwoordelijk heid op zich geladen voor wat betreft de hulp aan de NAVO-partners, wier veiligheid ook voor Amerika van essen tieel belang is. De a.r. mr. Roosjen adstrueerde deze middag zijn opvatting, dat het percentage van het nationaal inkomen, bestemd voor de defensie, te laag is. Hij had daarmee allerminst willen zeggen, dat een stijging tabiliteitswet zijn reeds aanbevelingen op dit stuk nooit worden voldaan. Met de nu beschikbaar gestelde gelden zullen we het echter moeten doen. Een andere vraag van de heer Roosjen beantwoor dend betoogde de minister dat de NAVO voor wat conventionele strijdkrachten aangaat nooit met de Sovjetunie zal kun nen wedijveren. Dan zou men hier een diensttijd van vijf jaar moeten invoeren. Versterking van de NAVO zal dan ook niet gezocht moeten worden in het in lopen van de achterstand in de conventio nele bewapening, maar in versterking van de organisatie van het bondgenoot schap. In antwoord op vragen van de heer Tilanus deelde de minister mee, dat be sloten is 38 officieren en onderofficieren beschikbaar te stellen als kader voor het Papoea-bataljon op Nw.-Guinea. Er is in tegenstelling tot persberichten, in re geringskring geen onenigheid over deze zaak geweest Het ligt in de bedoeling te zijner tijd ook Papoea-kader voor het bataljon te vormen. Aan het slot van het eerste deel van dit defensiedebat nam de Kamer zonder hoofdelijke stemming een motie-Koersen (kath. v.) aan, waarin er bij de minister op werd aangedrongen geen overmatig gebruik te maken van wettelijke moge lijkheid om niet-bestede bcgrotingsgel- den zonder nadere aanwijzing over te hevelen naar de defensiebegroting van een volgend jaar („overloop"). De motie spreekt uit, dat dit voor wat betreft dc begroting van 1962 beperkt dient te blij ven tot investeringsuitgaven. In het rap port van de Commissie Militair Aan koopbeleid en in dat van de commissie- Simons tot herziening van de Comp- van het nationaal inkomen gepaard moet gaan met een evenredige stijging van de defensieuitgaven. Het ging hem er alleen om. dat aan de NAVO-verplichtingen moet worden voldaan. In het rijtje der nalatigen mag men een welvarend land als het onze niet aantreffen. De mening van de minister was, dat de vraag of de militaire uitgaven te laag zijn slechts relatief kan worden beant woord. In feite kan aan de behoeften in deze richting gedaan. De motie was medeondertekend door de heren Wierda (soc.), Roosjen (a.r.), Couzy (lib.) en Van de Wetering (c.h.). Minister Visser beloofde „met alle macht" te zullen streven naar uitvoering van deze motie „in de geest waarin ze is bedoeld". Hij zegde tevens toe de vaste Kamercommissie voor defensie over dit beleidspunt de nodige inlichtingen te zullen verschaffen. vincie Zuid-Holland, dan blijkt voor he. merendeel van het gemeentepersonee. althans een volledig vrije zaterdag voor de deur te staan, zo die er al niet ia Delft kent reeds de vijfdaagse werk- week sinds 1 feDruari en Rijswijk sinds 1 maart. Per 1 mei volgen Rotterdam, Den Haag, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Dordrecht en Zwijndrecht. In Lelden ls nog overleg gaande tussen gemeentebe stuur, bedrijfsleven en personeelsverte- genwoordlgers over Invoering per 1 mei. Dat ls eveneens het geval over een werk. weekverkortlng voor het personeel van de provincie Zuid-Holland. Waar de provincies Noordholland en Overijssel al zijn voorgegaan (per 1 mei), zal Zuid- Holland wel niet achterblijven. Van verschillende gemeentebesturen ls het bekend dat zij er de voorkeur aan geven de vrije zaterdag in een keer in te voeren inplaats van om de andere week. Niet alleen zijn zij er wel toe ge dwongen, willen zij hun personeel niet kwijtraken aan het bedrijfsleven, boven dien geeft een invoering ineens veel minder rompslomp en moeilijkheden ter zake van verlofregelingen, bureau-uren en dergelijke. Ook acht men het juister dat het pulbliek weet waaraan het toe is. Als men de ene week de gemeen telijke bureaus sluit en de andere week openstelt, ontstaan verwarringen. In kringen van het overheidsperso neel houdt men als gevolg van deze snelle ontwikkeling rekening met een kleine vermindering van de dienst verlening. De gemeentelijke service bedrijven, zoals de reinigingswerken (45 uur), hetgeen betekent dat er bij de huidige schaarste aan personeel niet zoveel kan worden gedaan als voorheen. lasting en de zeer sterk gestegen post sociale verzekering. Het gemiddelde bruto-loon van de on geschoolde industrie-arbeider le gem. klasse bedraagt op het ogenblik f88.42, maar hiervan moet ongeveer f 12.50 af getrokken worden voor sociale verzeke ring en belasting (bij een gezin bestaan de uit man, vrouw en twee kinderen), terwijl dit in 1938 op een bruto-weekin- komen van f29.41 niet meer dan 91 cent bedroeg. Tengevolge van de in het leven geroepen sociale verzekeringen is de po sitie van de ongeschoolde arbeider wel verbeterd, maar het reële netto-week. inlkomen, dat hij besteden kan is onge veer gelijk gebleven. Afgezien van kin- derbijslagen en vakantiegeld. In vrijwel gelijke mate geldt dit voor de basisionen van de geschoolde en de geoefende arbeiders. De bruto-weekin- komens voor geschoolde arbeiders waren in 1938 en in 1959 gemiddeld resp. 31,50 en 104,95 en voor de geoefenden 27,"" en 95,99. Daarbij -kan nog opgemerkt worde dat zich in geringe mate een nivellering voltrokken heeft; de lonen van de onge- sdhoolden zijn naar verhouding nog iets meer opgetrokken dan van de geschool den. DE WINST De winst van de na-oorlogse pe riode is geweest de aanzienlijke ver betering van de sociale verzekering en als belangrijkste voordeel moet waarschijnlijk wel genoemd worden de vrijwel volledige werkgelegenheid. Dank zij de grote vraag naar arbeids krachten, kan bijna iedere arbeider werk krijgen en kunnen gezinnen met grotere kinderen in hoge mate pro fiteren van de ruime werkgelegen heid. Een belangrijk factor is ook de omvang van overwerk in de bedrij ven om over zogenaamde zwarte lo nen nog maar niet te spreken. Als gunstig resultaat van de na oorlogse welvaart mag bovendien niet vergeten worden de aanmerkelij ke verbeteringen van de verschillen de voorzieningsregelingen ten behoe ve van de minst draagkrachtige groe pen. Het is echter onjuist te menen, dat in de eerste plaats de nettolonen m de gunstige gevolgen van de conjunc tuur hebben gedeeld. De koopkracht hiervan is vrijwel niet gestegen In het laatst verschenen nummer van het Sociaal Maandblad Arbeid publiceert de heer A. I. V. Massizzo, medewerker van het Centraal Plan bureau, het resultaat van een inter essant onderzoek naar het werke lijke en naar het wenselijke inkomen van de ongeschoolde arbeider in Ne derland. De heer Massizzo heeft de naar zijn mening redelijke gezinsuit gaven voor een gezin bestaande uit man, vrouw en twee kinderen en wonend in een grote stad, opgeteld en komt dan tot een bedrag van f 4985 per jaar. samen m©t de hele welvaartssituatie. In- dien over 10 jaar de welvaart weer aan zienlijk zou zijn toegenomen, dan zal men ongetwijfeld het bedrag voor rede lijke gezinsuitgaven ook automatisch ho ger stellen Het bedrag van f4985— per jaar voor een gezin van een ongeschoolde arbeider lijkt thans vry aannemelijk. AFROMING Het gemiddelde loon, dat een onge schoolde arbeider, werkzaam in de nij verheid (dus landbouw en dienstensec tor buiten beschouwing gelaten) in een eerste klas gemeente per week verdient bedraagt bruto f88.42. En al voegen we hieraan de kinderbijslag en het vakantie geld nog toe, dan blijft het eindresultaat aanzienlijk beneden het bedrag, dat de heer Massizzo wenselijk acht. Voor een grain met twee kinderen komt er per week aan kinderbijslag en vakantietoe slag nog ongeveer f 12.50 bij, zodat het bruto-woekmkomen circa f 101.— wordt, per jaar betekent dit een inkomen van f5252.—. Maar wat krijgt de ongeschool de gemiddeld netto in handen? De post voor sociale verzekeringen en belastingen doet bet netto-Inkomen aan zienlijk dalen, beneden het redelijk peil van f 4985, dat de heer Massizzo aangeeft. Netto blijft er namelijk per week onge veer f 87 over, dat ls circa f 9 minder dan de f 95.86, die de heer Massizzo berekend heeft. Het gezin van de ongeschoolde ar beider moet het dus gemiddeld met f9 per week minder doen, dan de heer Mas- sizzo redelijk acht. Ook hier blijkt, dat de naoorlogse welvaart de arbeider, ook de ongeschoolde arbeldet wel het rede lijk Inkomen heeft opgeleverd, maar dat de sociale verzekering cn de belastingen weer veel van de verhoging hebben af geroomd. De officier van justitie bij de Maas trichtse rechtbank heeft acht maanden gevangenisstraf geëist tegen de 42-jarlge opperman A. K. uit Maastricht, die op 21 januari bij de burgerlijke stand de geboorte van een dochter had aangege ven, terwijl daarvan geen sprake was. K. had de geboorte verzonnen met de bedoeling van het ziekenfonds een kraamgelduitkering van f55 te krijgen, daar hij een groot deel van zijn loon aan drank had besteed. Hij vulde het ont brekende aan met het kraamgeld. (Advertentie) maakt Uw groanten zo lekker. (Van onze parlementsredactie) TVrOGMAALS heeft minister Klompé benadrukt, dat de sooiale raden, die bij het uitvoeren van de Armenwet zoveel nuttig werk hebben gedaan, qua doelstelling en werkwijze niet geschikt zijn om voor over heid en particulier initiatief te dienen als overlegorgaan ten behoeve van het maatschappelijk opbouwwerk. Tijdens de behandeling van de begro ting van maatschappelijk werk in de Eerste Kamer hadden vooral mej. mr. M. Tjeenk Willink (soc.) en de heer J. Schipper (a.r.) gevraagd om een toelichting van het ministeriële standpunt BÜ 2Ün onderzoek kwam de heer Massizzo tot een totaal bedrag per jaar van 4985— voor redelijke uitgaven van een gezin met twee kinderen, van een ongeschoolde arbeider in een grote stad (prijzen 1959). We laten hier onder de opbouw van het bedrag volgen, met daarachter de bedragen die de heer Massizzo berekend heeft voor de uitgaven, die thans gemiddeld door deze gezinnen werkelijk gedaan worden, in guldens Voeding Huur en water Personele belasting Instandhouding van de woning Woninginrichting en huisraad Verwarming, verlichting Reiniging van de woning Huishoudelijke hulp Kleding Schoeisel Reiniging kleding enz Lichamelijke verzorging Gezondheidszorg (excl. ziekenfonds) Ontwikkeling, ontspanning Lectuur Onderwijs en opleiding Verkeer Verzekeringen Liefdadigheid, geschenken Godsdienst Planten en dieren Roken Onvoorziene uitgaven Besparingen redelijk werkelijk 1965 1890 600 525 20 15 25 25 310 260 300 330 15 15 25 5 460 350 120 105 65 85 60 60 35 30 285 230 70 75 30 30 115 105 50 105 75 70 50 50 20 20 140 140 75 75 4985 4520 Mejuffrouw Klompé antwoordde, te beseffen, dat vele Sociale Raden zich reeds bezig houden met het maatschap pelijk werk in ruimere zin. Als er raden vervallen ten gevolge van de vervanging van de Armenwet door de nieuwe wet Bijstand Levensonderhoud, die momen teel op het ministerie in de maak is. zou een vacuum ontstaan. De bewindsvrouwe gaat daarom na welke mogelijkheden er bestaan om nieuwe overlegorganen het leven te roepen. Natuurlijk kwam bij deze begrotings behandeling ook weer de afgrenzing van de taken van dit departement en die van andere, met name dat van so ciale zaken en volksgezondheid ter sprake. Mejuffrouw Tjeenk Willink bepleitte de instelling van een n let- ambtelijke commissie om deze gren zen af te bakenen. De minister ant woordde, dat de Kamerleden dit on derwerp ter sprake moeten brengen, als ook de andere ministers, die deze zaak aangaat, aanwezig zijn. Mejuffrouw Tjeenk Willink, hoewel behorend tot de oppositie, was gul met haar lof voor het beleid van mejuffrouw Klompé. Kritiek kwam veel meer van 's ministers partijgenoot, de Eindhovense wethouder van sociale zaken N. Schuur- mans. Hij gispte de trage besluitvorming op het departement en meende, dat meer vaart nodig is in de wetgevende arbeid. Mejuffrouw Klompé beaamde dit laatste, maar, zei ze, er zijn veel vacatures. De ambtenaren zijn overbelast. Bovendien maakt de stormachtige ontwikkeling van het maatschappelijk werk een snelle be sluitvorming moeilijk. Subsidies Van vele zijden was aangedrongen op spoed bU dc voorbereiding van een wet telijke regeling van dc overheidssubsi diëring. Als de minister haar zin krijgt, wordt de subsidiëring van maatschappe lijk werk, volksgezondheid cn jeugdzorg in één wet geregeld. De staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschap pen vindt het echter nog te vroeg voor een dergelijke alles omvattende wette lijke regeling. De tot stand koming van zo'n regeling zou ook veel te lang duren, meende de heer Schuurmans kritisch. _!ln de regeling, die de minister op het oog heeft, wil zij de decentralisatiege dachte zoveel mogelijk toepassen. „Toch moet men niet alles aan de gemeenten overlaten. Ik wil de decentralisatie en ook de snelheid bij de wetgeving niet zo ver doorvoeren, dat een deel van het maatschappelijk werk te gronde gaat". Mejuffrouw Klompé wees erop. dat het woord „decentralisatie", bij haar geen lippendienst ze zei letterlijk „lippen- service" ls. Ten bewijze voerde ze aan, dat de decentralisatiegedachte duidelijk wordt gesteld in de nieuwe wet Bijstand Levensonderhoud. Ook de tatogelden kwamen bij dolt debat ter sprake. De heer Schipper had de minister gevraagd, bij de te ontwerpen subsidieregeling de sub sidiëring niet te koppelen aan de opbrengst van de toto en het aan vaarden van gelden uit de voetbal- Dool. Hij kreeg ten antwoord, dat de minister, hoewel zij niet alles wat hij heeft gesteld onderschrijft, zijn wensen in haar beschouwing zal be trekken. Mejuffrouw Tjeenk Willink meende een oplossing voor de besteding van de totogelden gevonden te hebben met haar suggestie, dat de toto-opbrengst die ten deel valt aan de instellingen van maat schappelijk werk, moet worden besteed voor het wetenschappelijk onderzoek ten dienste van dit werk. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan de bezwa ren tegen de financiering van het directe maatschappelijk werk met de toto-op brengst. De minister antwoordde hierop, dat de instelling van ro'n wetenschappe lijk onderzoekcentrum een zaak is van het particulier initiatief „Hieraan moet Ik als overheid niet beginnen". De minister deelde verder aan de Ka mer mee. dat het bedrag van tien mil joen gulden, voor de komende jaren tot 1963 uitgetrokken voor de aanleg van sportvelden en zwembaden in de probleemgebieden, maar lot nu toe ge blokkeerd, zal worden vrijgegeven en ver deeld over de provincies, waarin de pro bleemgebieden liggen. De organisaties, die maatschappelijk werk verrichten ten behoeve van de thuislozen, ontvangen een subsidie van maximaal veertig procent, vervolgde de minister. In samenwerking met het particuliere Initiatief zal worden na gegaan, wat kan worden gedaan, opdat de buitenlandse arbeidskrachten die in ons land werken, zich thuis voelen. Bedoeld worden de Italianen en de Spanjaarden. De minister wees erop, dat de woning nood het onmogelijk maakt alle gerepa- trieerden binnen twee Jaar lnu zelfstan dige woningen te huisvesten. Zij ver klaarde voorts, dat het aantal Ambone zen, dat zonder maatschappelijke bege leiding zijn leven weet te leiden, zeer ge ring ls. Prof. mr. I. A. Diepenhorst (ar.) be steeg het spreekgestoelte om de minister te bedanken voor de subsidie aan de Centraal Bond voor Inwendige Zending en Maatschappelijk Werk. Drs. J. W. van Hulst (c.h.) bracht onder de aandacht, dat de bedragen, die In deze tüd van welvaart voor de hulp aan de misdeelde groepen worden uitgetrokken, nauwe lijks de naam van „offer" kunnen dra gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 11