ZONDAGS- BLAD 31iruiu<> Cciftsrlji- (fiimrnnl Vier maanden in spanning Het dodelijk zwijgen Coed tegen het vocht PALESTINA - KENNER BIJ UITSTEK van <H0eurven 70 jaar L Simpel van relaas een opgetogen moeder ZATERDAG 4 MAART 1961 Om de kleinste baby van Nederland Ik heb voor mij alleen de weg bepaald. Mijn buurman? Ach die moet het zelf maar weten. Geen woord van U wordt door mij aangehaald, ik heb de eis van Christus lang vergeten. Ik ben de lauwe die, niet meer bezeten door 't heilig vuur, in elke omgang faalt. Die op het werk, met onbezwaard geweten, een laffe streep door Uw geboden haalt. 't Staat ook zo gek, bekend te staan als vrome, een christen wordt nooit serieus genomen en 't brood smaakt ook wel zonder Uw gena 'k Blijf buiten schot, al vormen verre tonen het fel signaal om voor U op te komen Uw Naam wordt vloekIk rommel in mijn la! D. VAN BOXEL JR. 't Wordt tegenwoordig veel ge daan door handige of minder han dige doe-het-zelvers: namelijk het verven van behang. Er worden heel wat kwasten en rollers ter hand genomen om een verschoten of vuil geworden behangetje te ca moufleren met een laagje moder ne verf. maar, niet iedereen houdt nu eenmaal van geverfde wanden. Wie tot deze laatste categorie be hoort voelt er misschien wél voor de smalle randjes behang rondom het raamkozijn in een bij het houtwerk passende tint te verven. Vochtplekken, zoals ze op die plaatsen vaak in het behang voor komen. behoren dan namelijk tot het verleden en bovendien kun nen die stukjes muur gemakke lijk tegelijk met de ramen wor den schoongemaakt. De weleerwaarde heer De weleerwaarde heer, door ds. M. E. Voila. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen. Kostelijke geestige schetsjes uit de praktijk van het predikants- werk. Door de humor heen, ont moet de opmerkzame en begrij pende lezer ook de ernst des le vens. Wie dit boekje koopt, zal er gedurig plezierig een uurtje in le zen. Het staartje van een wedstrijd Al Is het al weer een tijdje geleden... u zult zich misschien toch nog wel de wedstrijd her inneren, die we vorig najaar op Blad-Zij" hebben gehou den. Hoe zit dat met zo'n wed strijdje begint er over te denken, gaat dan organiseren, met ingewijden" vragen sa menstellen. een jury in het leven roepen enbrieven open maken. Honderden brie ven, duizenden mogen we wel zeggen. Maar achter al die woorden en zinnen, die je dan leest, staan mensen. Je kent ze niet. hooguit komt een ju rylid een enkele bekende naam tegen, maar dat is toch een hoge uitzondering. Soms lukt het je vla de beantwoording van de vaak nogal persoonlijk getinte vragen een karakter schets te geven, een heel vage overigens, zo van ,,dat is een pittige mevrouw" of, ,,dat moet wel een heel lieve moeder zijn". Doch daarmee houdt het dan op. Tot de uitslag valt en je de drie hoofdprijs-winnaressen opzoeken. Een beetje nieuws- nieuwsgierig ben je dan wel, dat mag u gerust weten, even als waarschijnlijk die hoofd prijswinnaressen er benieuwd naar zijn, „wie er nu van de krant komt", nadat zij een briefje hebben ge kregen, Kijk en dan kan het gebeuren, dat die ..iemand van de krant" voor verrassingen komt te staan. Dat je dan kennis maakt met een nog jonge moeder in een klein plaatsje, die al pratend een tikkeltje verlegen bekent ..ook wel eens wat te schrij ven. O, zo maar gewoon hoor. in een oud schrift".... Of dat je op een woonschip in Wasse naar bij eenvrouwelijke ouderling terecht komt. iets wat je in de verste verte ook niet kunt vermoeden. Met deze twee lezeressen wil len wij u vandaag graag op nieuw laten kennis maken. We hebben het u destijds al be loofd: over het ouderlingschap van mevrouw G. J. van den Bosch-Brethouwer zoudt u nog eens wat lezen. Wat wij u toen niet vertelden is dat het ..otide schoolschrift" van mevrouw L. van der Schrier-Lagendijk uit Leiderdorp bijzonder leuke ver haaltjes bevatte, impressies over Erica, Arnoud en Edwin, haar „kleine drie", zoals ze ze noemt Zo één keer in de maand zult u de komende tijd een verhaaltje tegenkomen, dan weer eens over de jong ste. een andere keer over Ar noud of het hele stel bij elkaar. Zo kan dat gaan met een wedstrijd. Je plant drie etap pes en 't w®rdt eenver volgverhaal! öp '"Blad vindt cli deze verhalen Tien dagen later kon de moe der weer terug naar haar gezin. Haar kmdie lag in een couveuse en bleek intussen nog 60 gram lichter te zijn geworden. Maar het was nog in leven en dat deed de moeder toch nog enige hoop koesteren. De medici van de kli niek echter hyhaalden: „Ver wacht u er heus niets van. Eén op de duizend, dat zo'n kind het redt". Maar zie, op zaterdag jongst leden leefde het kind nóg altijd: bleek het gewicht te zijn toege- npmen tot vijf pond en één ons; en mocht het zelfs de Maas over steken om van nu af aan in de Hoofdingang van het St. Canisius- ziekenhuis te Nijmegen, uaar de dokters ons alleen maar tvilden zeggen: „We hebben natuurlijk ons best gedaan en het is gelukt." ouderlijke woning. De Eist 185, met de grootst denkbare zorgen te worden omringd. Ontmoeting Daar hebben we die zelfde dag nog een ontmoeting met de moe der gehad, de 38-jarige Cornelia van der Heijden, een kort, gezet, keurig vrouwtje, afkomstig uit Schaijk (bij Oss), dat in 1946 trouwde met Willem Keyzers (40> te Beers, momenteel werkzaam op de vleeswarenfabriek der fa. Homburg in het naburige Cuyck. Vader Keyzers was helaas niet thuis, omdat hij in Cuyck nogal wat boodschappen had te doen. zodat we onze felicitaties tot die voor de vrouw des huizes moes ten beperken. Overigens was dit nu ook weer niet zó erg, daar de overgelukkige moeder in te genstelling tot de potdichte dok- De trotse moeder, die onmiddel lijk bereid uas mei huar nu vier maanden oude baby voor onze fotograaf te poseren. toren het honderd uit praatte over haar sterk-wisselende in drukken en belevenissen, die ten slotte toch nog mochten uitlopen op een „happy end". „Wilt u het eens zien?", vroeg ze spontaan. En ze nam ons mee naar een zijkamertje, waar alles glom en blonk en waar in de diepte van een liefdevol opge tuigd wiegje de kleine wereldbur- geres rustig te slapen lag. Boven de wieg prijkten twee ingelijste foto's van het bekende Duitse zangeresje Connie Fro- boess, die we aanvankelijk voor een familielid van de Keyzers aanzagen. Maar mevrouw Kev- zers zei onmiddellijk: „Neen, die Onze bedoeling was dr. A. van Deursen in zijn woning aan de Hoge der A 36b in Groningen op te zoeken en dus trachtten we telefonisch contact te krijgen. Dat mislukte. De telefoon deed het overigens uitstekend en liet wel het bekende belgeluid aan de andere kant horen, doch nie mand meldde zich. Dr. Van Deursen, die donderdag jongstleden, 2 maart, de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, was op reis. Het was dit maal echter niet Palestina of Rome, doch eenvoudig Den Haag, waar hij een bestuurs vergadering van de Ned. Chr. Reisvereniging moest voor zitten. Het viel dus mee en in Den Haag heeft dr. Van Deursen enige ogenblikken voor ons vrijgemaakt, zodat we iets meer kunnen vertellen over deze bekende Neder lander, deze grote Palestina-kenner en tevens voorzitter van de N.C. Reis V. In Charlois stond U' de wieg van dr. Van Deursen, die dus op 2 maart 1891 werd geboren. In Charlois, dat zo voegt dr. Van Deur sen met zijn kennis van feiten en cij fers cr aan toe in 1895 door Rot terdam werd ge- gk, - annexeerd. Daar bezocht hij de lage- re school en de des- ««8* tijds zo genoemde Normaalschool. 4 waaraan hij tevens voor zijn hoofdakte studeerde. Op 1 mei 1909 op 18- jarige leeftijd dus werd hij be noemd aan een thans niet meer bestaande MULO- school in Rotter dam, waar hij ruim acht jaai bleef, tot dat in 1918 de be noeming afkwam aan de Eerste Chr. H.B.S. in Gronin gen. Daar geeft dr. Van Deursen thans nog, ondanks zijn leeftijd, les. In Rotterdam reeds was hij gaan studeren voor de M O.-akte Aardrijkskunde, die hij in 1917 behaalde, Waarna hij zijn studie vervolgde voor zijn kan didaats en doctoraal examen met als bekroning zijn promotie in 1931 onder prof. Steinmetz op een dissertatie, getiteld: „Der Heilbringer", een studie over de heilandsverwachting bij de India nen in Noord Amerika. Publicist- Dr. Van Deursen heeft het on derwijs steeds met de liefde van zijn gehele hart gediend. Maar daarnaast heeft hij ook als pu blicist veel van zich laten horen. Zijn werken zijn bij diverse uit gevers verschenen: Boom in Meppel. Bosch en Keuning in Baarn. Elsevier in Amsterdam, Kok in Kampen. Voorhoeve in Den Haag en Wolters in Gro. ningen. Zijn eerste zoals dr. Van Deursen zelf zegt, schuchtere schreden op het pad der pu- ueu bliciteit heeft hij echter in Rot terdam gedaan, waar de heer H. Diemer, wiens kinderen hij les heeft gegeven, hem heeft aangespoord artikelen te schrij ven voor een destijds door de heer Diemer opgericht blad „De Ster der Chr. weekbladen". Nog heeft dr. Van Deursen een gro te verering voor de heer H Die mer, van wie hij zegt, dat deze een grote rol in zijn leven heeft gespeeld Want het is niet 'oij eenvoudige artikelen in „De Ster der Chr. weekbladen" ge bleven. Er verschenen spoedig in allerlei tijdschriften publica ties van zijn hand. Voor zijn doctoraal examen schreef hij een scriptie over Judea en dat was eigenlijk het begin -van een lange reeks studies over de Bij belse landen. Dr. A. H. M. Schepman zocht dr. Van Deur. sen aan om boekjes over bijbel se aardrijkskunde te schrijven, mede waardoor hij in contact kwam met prof. De Groot, een Palestina-kenner van formaat. Hij werd spoedig redacteur van de uitgave „Boeken bij de Bij bal", die bij Bosch en Keuning verscheen. Deze uitgever ver zocht hem toen ook boeken over Palestina te schrijven, waaraan dr. Van Deursen graag vol deed. In korte tijd waren dru boeken gereed: „Palestina, land van de Bijbel", .Achtergrond van de Psalmen" en „Jeruza lem is wel gebouwd". Ongetwij feld is het laatste boek het meest bekende, doch dr. Van Deursen vindt het tweede zijn beste werk, vooral omdat hij tij dens zijn studie hiervoor veel vreugde heeft beleefd. „Ik heb verbaasd gestaan", aldus dr. Van Deursen, „dat er in de Psalmen zoveel beschrijvingen over het landschap in Palestina voorkomen. Ook werd dr. Van Deursen medewerker aan de Chr. Ency clopedie: hij werkte mede aan een schoolatlas en aan school boeken over Palestina en schreef voor de Terra-reeks „Van Kanaan tot Israël." Naar Palestina ioch is dr. Van Deursen pas in 1934 voor de eerste maal in Palestina geweest. In de komen de Paasvakantie hoopt hij voor de zevende maal naar de Bij belse landen te gaan, wederom als leider van de Ned. Chr. Reis vereniging, waarvan hij op enke le maanden na 38 jaar voorzit ter is. Deze reisvereniging mag zich gelukkig prijzen een zo deskundig en alzijdig Palestino- loog als reisleider ie bezitten. Als zodanig in de Bijbelse lan den is dr. Van Deursen in zijn volle kracht. Van iedere plaats of iedere streek, die bezocht wordt weet dr. Van Deursen nauwkeurig het bijbelgedeelte te noemen, dat daarover spreekt, zodat veel van de aardrijkskun dige en archeologische achter grond van de Bijbel voor zijn reisgenoten duidelijk wordt. Ove rigens heeft dr. Van Deursen een sterke liefde voor de gebie den, waarover in de Bijbel wordt gesproken en dat ver klaart ook. dat hij negen maal een reis naar Rome heeft ge leid. Toch heeft dr. Van Deursen zich ook op ander maatschap pelijk terrein bewogen. Hij is deputaat voor de geestelijke ver zorging van Nederlanders in het buitenland vanwege de Geref synode, alsmede curator van de Johannes Calvijn-academie, een academie voor de voortzetting van de studie van afgestudeer de predikanten, alsmede studen ten-ouderling van de Geref. kerk van Groningen. Zijn verdiensten zijn erkend door de benoeming tot ridder in de orde van Oran je Nassau. Dr. A. van Deursen is 70 jaar. Een werkzaam leven heeft hij achter de rug. Maar zoals hij zelf zegt. heeft het hem blijd schap cn voldoening gegeven geografie te hebben bestudeerd, vooral de geografie van Pales tina. „Het heeft mij vreugde bereid", aldus dr. Van Deursen, „en het heeft mijn horizon glans gegeven, vooral omdat ik het doen mocht bij het licht van de Heilige Schrift." portretten kreeg ik van een goe de kennis te geschenke, omdat mijn jongste dochtertje juist op de verjaardag van Connie Fro- boess geboren werd en het even eens de naam Connie ontving. Toch noemden we het niet naar dat zangeresje, maar naar mé- zelf, want ik heet ook Corrie of Connie IJit dan ter inleiding en toen gingen de dekentjes optTij. waar na de moeder, zo trots als een pauw, de kleine omhoog tilde, die nu meteen danig begon te krijsen. „Ja", zo ging mevrouw Key zers verder, „dat schreeuwen ho ren de meeste mensen niet graag, doch voor mij is het voorlopig nog het heerlijkste ge luid dat ik horen kan. Het heeft namelijk drie weken geduurd, al vorens Connie de eerste kik gaf. Dat was érg. Dat was angstig. De eerste tijd had ze geen bloed, had ze geen stem en kon ze niet slikken, zodat ze met een slan getje in de keel moest worden gevoed. En daar ze in een cou veuse lag betekende dat voeden voor de zusters een ontzettend getob. Het was o zo oppassen, dat er niets in de luchtpijpjes te recht kwam. Voorts kreeg ze ge regeld bloedtransfusies. Als u eens gezien had wat die dokters en zusters dag en nacht hebben gezwoegd om het kind in het le ven te houden. Daarvan kan een buitenstaander zich nooit een juiste voorstelling maken. Medeleven En hcéi het ziekenhuis leefde mee. Dan kwam die dokter en dan weer die zuster even kijken, of er vooruitgang viel te bespeu ren. Trouwens, de belangstelling van allerlei vreemde mensen, die over „een baby van een pond" hadden horen mompelen, was weldra nog veel groter. Tot zelfs van vér buiten Nijmegen kwamen mensen opdagen, in de hoop, een glimp van het kind te kunnen opvangen. En degenen, die bij andere vrouwen in de k'i- niek op visite kwamen, brachten voortdurend méér gezelschap mee met het zelfde doel. Ik hoor de zelfs spreken van „het won der van Canisius" en werd op 't laatst zó nieuwsgierig naar m'n kind, dat ik de derde dag reeds stiekum het bed even verliet, om ook eens goed in die couveu se te kunnen kijken Herhaaldelijk ook beluisterde ik mistroostige opmerkingen als Na vier maanden van soms haast ondraaglijke spanning is dan deze week eindelijk de rust in het gezin der familie Keyzers te Beers teruggekeerd. Beers is een kleine gemeente in Noord-Brabant, 25 kilometer ten zuiden van Nijmegen en van hieruit alleen te bereiken met een veerpont, die de hele dag door de Maas over vaart tussen Mook en Cuyck. Vlak bij Cuyck ligt namelijk Beers. Op de avond van 28 oktober jl. voelde mevrouw Keyzers zich helemaal niet goed. Zij moest met spoed naar het St. Canisius- ziekenhuis in de oude Keizerstad worden overgebracht voor de geboorte van haar zesde kind. En toen moeder en dochter goed en wel door de dokter van de desbetreffende kliniek waren onderzocht kon hij tot zijn spijt alleen maar tegen de vrouw zeggen „Met u is alles in orde, maar van het kindje moet u niets verwachten". Want dit kindje woog nauwelijks één pond, of, om precies te zijn, 630 gram. Natuurlijk had men daar wel meer met een abnormaal kleine baby te maken gehad. Doch een wicht zó klein, neen, dit had men nog nooit beleefd. Ja geen der doktoren had ook maar ooit van de geboorte van zulk een dwergbaby die lééfde gehoord. Althans in Nederland niet. Connie in de couveuse, uanrop tot driemaal toe een vlag werd geplant. ze over de eerste resultaten. En toen Connie 2 pond woog kwam er een vlag bij. Met 3 pond nóg een vlag, want nu mocht m'n dochtertje de couveuse verwisse len met een wiegje. En boven dien hoefde ze voor het eerst niet meer kunstmatig te worden gevoed. Er kon worden overge gaan op het flesje. De laatste maand ging het steeds beter. Het kind begon te reageren als een zuster eens te gen dat flesje tikte. En 't werd zelfs zo parmantig, dat het reac ties begon te geven, zodra het een slabbetje werd voorgedaan. Dat betekende immers, dat er weer eten 'in aantocht was." ,,Wat zeiden de zusters, toen uw kind weldra naar huis zou mogen gaan?" „Ze gunden het mij natuurlijk van harte, maar aan de andere kant vonden ze het verre van )euk. En ik verzeker u dat ze haar nu missen. Want al waren ze ook alles voor de ander baby's, dat hele kleintje trok nu een maal het meest." „En hoe gaat het nu verder?", vroegen we ten slotte mevrouw Keyzers. Eenmaal per week moet ik nog met Connie bij de doktor thuis komen voor controle. Ze is nu immers 4 maanden en heeft nog altijd n^et het gewicht, dat al mijn andere kinderen al hadden toen ze geboren werden. Die wo gen destijds 5 a 6 pond. Maar als ze zo happen blijft naar de fles. zoals ze nu doet. ben ik er vast van overtuigd, dat ze haar achterstand erg gauw inloopt." Laten we het daarop dan hou den! En dit is mevrouw Keyzers met haar oudste tuee dochtertjes: Beppie en Gertie. „Dat wordt toch niets" en het merkwaardige daarvan was. dat ik het wurm nu juist niet meer als verloren wilde beschouwen. Integendeel, ik werd er steeds gekker op Met dat al begrijp ik nog niet, hoe het allemaal zo goed is af gelopen. U moet nl. weten, dat toen ik die bewuste avond in ok tober naar Nijmegen werd ge bracht, het kind nog geboren werd vóór ik in de kliniek arri veerde. Om nooit te vergeten, 't Was precies 7 uur. En 't was drie maanden te vroeg Op het ogenblik is het gewicht nóg wel niet normaal, maar 't kind is kerngezond, heeft geen li chaamsgebreken en is verzot op de fles. waaruit ik ze zesmaal per dag 110 gram toedienen moet. „En wat zeiden uw andere kinderen wel. toen ze hun nieu we zusje vanochtend thuis moch ten begroeten? Of hadden ze er nog weinig besef van?" „Kunt u net denken! De oud ons de telefonische boodschap uit Nijmegen kwam overbrengen, dat Connie vanmorgen om 10 uur het St. Canisiusziekenhuis mocht verlaten. Ze hebben van nacht dan ook weinig geslapen. Pas toen ze m'n zuster en haar man met Connie uit de auto za gen stappen werden ze doodstil. En nu krijg ik eindelijk ook rust. Tenminste, als er vandaag, of begin volgende week nog niet meer gaat gebeuren. Want een uur geleden had ik plotseling al le leerlingen van de school van m'n jongens voor de deur. Ze bleven maar juichen en wilden, dat ik met Connie even naar buiten kwam Toch heb ik dat 1 tmaar niet gedaan. Wel heb ik de "kleine voor het raam laten zien en toen was het goed. Voldaan trok de hele stoet weer naar het I dorp toe". „En het gemeentebestuur?" „De burgemeester en raadsle den weten waarschijnlijk nog nergens van. Anders waren ze zeker al bij ons geweest. Want zó zijn ze hier wel. In Boers leeft iedereen met iedereen mee. Dat werd ik herhaaldelijk ge waar. toen ik elke week naar 't ziekenhuis ging. Wie ik ontmoet te hield me aan om naar Connie te vragen". „Ging u iedere week in Nijme gen kijken?" Het gewicht 'k Ging zelfs tweemaal per week. En m'n man ook nog elke weck een keer. En als ik dan ge weest was en hij Mas toevallig thuis, dan kwam hij me een heel eind tegemoet lopen om uit de verte te roepen: „Wat weegt ze nou?" Bij toerbeurt namen M>e tevens de kinderen mee en zodra ze in het ziekenhuis waren, stelden zij op hün beurt die vraag. Ja, daarom draaide per saldo alles. Ook voor de dokters en de zusters. Weet u, dat drie weken na de bevalling, toen het kind zijn geboortegewicht weer terug had, de zusters van blijdschap een oranjevlag op de couveuse plantten?! Zó opgetogen waren Papa Keyzers was niet thuis, torn uij in Beers waren. Maar hier ziel u hem dan toch. Deze foto werd gemaakt, toen liet echtpaar nog maar twee kinderen had: Henk en Theo. ste. Henk, wordt 10 juni al der tien, Theo wordt op 4 maart elf, Beppie 19 juni negen en Gertie 9 mei vijf. Daarna heb ik nóg een kind gehad, doch die is kort na de geboorte overleden. Alle vier waren ze uitgelaten, zodra de ziekenauto hier aan kwam. Of eigenlijk wonden ze zich gistermiddag al geweldig op. toen omstreeks 12 uur de kantoorhouder van de P.T.T. in Beers, de heer Van de Heuvel,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 15