De verdwijning
van Joachim
C
De reizende sneeuwpop
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1961
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
"^"AAROM ging Joachim Derkinderen
die zaterdagmiddag voorgoed uit
het dorp weg? Op die vraag probeerde
al binnen enkele uren de hele1 goe
gemeente een afdoend antwoord te vin
den, maar niemand was er, die het fijne
van de zaak wist. Het was een wel heel
vreemde geschiedenis, want Joachim
Derkinderen had hier in dit dorpje de
enige, dus goed-beklante kruidenierswin
kel en het zal ongeveer tien over drie
geweest zijn, toen hij mevrouw Van Oos-
tinga-de Vries, voorkomend als altijd,
aan haar boodschappen voor het week
einde had geholpen. Hij had de deur
van de winkel nog voor haar open ge
houden en de vraag gesteld: ,,Gaat het
zo, mevrouw?" En mevrouw Van Oostin-
ga-de Vries had minzaam geknikt en
was naar de overkant van het plein ge
lopen om bij de slager haar inkopen te
vrijgezel, die midden in de dertig
en een niet-onknappe verschijning was.
gesprekspartners besloten het maar op
laatste te houden. Liever een romance
een ongeluk voor Joachim, nietwaar?
VOOR DE economie van het dorpje ver
oorzaakte de onverwachte en zo plotse
linge verdwijning van Joachim Derkinderen
IH nogal wat strubbelin-
reigden zonder de no-
oorzaakte de
je verdi
op die zate
gen. Vele
dige voorraad te komen voor het koi
weekeinde, want, zoals ook elders, lieten
vele moeders het op de laatste uren aan
komen om hun tassen met kruidenierswa
ren te vullen. De huisvrouwen, die hun
boodschappen al 's ochtends of vroeg in
de middag hadden gedaan, prezen zich ge
lukkig en de anderen waren gedwongen een
denierswinkel van Joachim Derkinderen al
weer geopend was. Hun gang naar het
dorpsplein was steeds vergeefs, althans
wanneer men de onderhoudende gesprek
ken die onderweg werden gevoerd, als zijn
de van geen enkel belang voor dit verhaal
wenst te achten. Natuurlijk hadden die
praatjes de geheimzinnige verdwijning tot
onderwerp, maar steekhoudende opmerkin
gen werden niet gemaakt.
En de deur van de winkgl was en bleef
dicht.
tocht met de bus
stadje, dat een tiental kilometers verderop
lag. Zo veroorzaakte het vertrek van Joa
chim al op die zaterdagmiddag i
sn ongerief. Gelukkig was het die be-
:e zaterdagmiddag stralend voorjaars-
en betekende die extra-reis naar de
ZO langzamerhand kon van een soort
noodtoestand worden gesproken, want
wat is een dorp (hoe klein het dan ook
mag zijn) zonder een leverancier van krui
denierswaren? Na zon korte tijd was wel
iswaar nog geen gebrek ontstaan, maar de
gezichten van de huisvrouwen stonden toch
wel zorgelijk bij het vooruitzicht van het
tijdrovende bussen naar de stad. Joachim
had in zijn „afscheidsbrief" toch ver
klaard, dat er maandag een ander zou ko
men? Als hij dan zelf niet terug kwam,
waar bleef dan die ander? De verontwaar
diging over de a-sociale daad van Joachim
Derkinderen werd met het uur groter,
stijging van de algeme
nder de
rusting onder
dorpsbevolking duurde
J°
uurtje later.
auto gestapt, had die achterin ge-
de v
het raadsel ontdekte. Ze drukte
peren knopje omlaaf
de deur ontslool
op slot. Ze rammelde
>te en
:eeppoeder en tand-
het koperen knopje 01
r tsioc
:onder enig
klopte en zag dan
oor zeeppoeder en
pasta een klein briefje op de binnenkant
de winkel en een jonge v
Ze stak de sleutel in het
nen. Nauwelijks
en ze keken naa
gestoken in een helderwit schort,
„Wie van de dames is er s
Maar voordat het tot zakei
den de vragen los. „Waar
'achim? O. u bedoelt m.
Heeft hij u dat niet verteld? Ik heb de
Derkinde-
Ik heb d
Dé (kordate
maal bleef hel
reclames
sen dropfabrikant
vertegenwoor-
icinderen had ge-
akkelijker de gekoc
briefje bev:
slordig-geschreven cijfers, i
die in ieder geval i
eijn bijzonder
„Zoek
Die zondagmorgen 1
men te zijn om te 1
kerkgangers zich gereed i
dominee Van Goor te gaai
de het oude orgel wat r
ludium. De blikken vai
verbaasd omhoog en, nadat
t begrip
is de organ
orgel zitten
gingen verbaasd omhoog en, nadat er enig
gefluister door de rijen was gegaan, kwam
het begrip: ..Joachim is weg. En Joachim
nu achter het
Ik ben weg. Ik koi
Maandag komt i
kinderen."
TN WEINIGE ogenblikken had de mede-
1 deling van mevrouw Doornesteijn over
de aanwezigheid van het briefje een kleine
volksoploop voor de winkeldeur veroor
zaakt De woorden
J?
VRAAG werd nog beantwoord, voor
dat de dienst begon. De jonge Jan van
Dirk Bleeksma, die al een poosje orgelles
had. toonde door zijn spel meer enthousiast
dan virtuoos te zijn.
nog
ewandeld
tig stilstaan voor de
•rdwenen kruidenier,
terug." Dat was wel
t intrigerende zinsnede uit het epis-
s Zondagsmiddags werd e
anders over het dorpsplein
velen bleven aandachtig s
winkeldeur van
„Ik kom nooit i
de meest intrige
van Joachim. „Waarom
„Joachim? O. u bedoelt
ft hij u dat niet
i hem overgenomen,
jonge vrouw zei het tussen het afwegen van
een kilo suiker door. „Komt hij dan hier
niet meer terug?" „Dat weet ik ook niet.
Ik heb deze winkel van hem gekocht."
De vrouwen probeerden met grote ijver
achter de ware oplossing van het grote
raadsel te komen. Het waarom van de
zaak! Ze vroegen verder. De niéuwe win
kelierster probeerde de vragen te ontwij
ken. De vrouwen bleven aanhouden. „Ik
mag het u niet zeggen, dames", zei de
jonge vrouw, „ik heb meneer Derkinderen
beloofd niets te zullen zeggen."
„Is er dan een schandaal?" vroeg één
gretig, „het is toch vreemd
nd zo maar zonder meer weg
gaat?" „Nee, een schahdaal is het niet.
Meer kan ik u niet zeggen."
Op dat ogenblik reed Joachim Derkinde
ren fluitend door een dorpje in Frankrij
„Net zo'n gat, als waar ik vandaan koi
Dit en nooit meer terug. Dit is het voc
tr van de grote ommekeer." Hij had
goede prijs voor de winkel g(
zou wel zien waar het schip
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
6. „Wel jammer, Egel, dat we moe
ten werken. Ik had gehoopt dat we een
plezierreisje zouden gaan maken en nu
zetten ze ons direct aan het werk", zegt
Murr, „kijk eens die aap loopt met onze
zeeroverskaart in zijn handen." Dat
geeft niets, die schat pikken we toch zelf
in", antwoordt Egel. „Ahoy, hijs de zei-
zelf?" En dat doen z
de touwen", buldert de ka-
i komt lopen. „Trek aan het
vrt Leo, „hij zegt het toch
7. De kapitein is woest
haal mijn eten. En zorg
krachtig is. Daar hou ik v
zich om de opdracht
Zwijntje is kok geworden en hij staat
steeds maar te proeven, of de soep al
gaar is. ,Jiou op, Zwijntje", zegt Murr,
eet alle soep op." ,flog even proe-
En inderdaad, de,pan is leeg. Wat
(Vervolr)
De schots dreef verder
de zee in, met Anouk er
midden op. Koud, heerlijk
nieuwsgierig dichterbij.
Een paar kropen ook op
de ijsschots.
Wat is er aan de
tveg naar de Noordpool,
jsschots drijft de
verkeerde kant op.
Dat komt door de
de oudste zee
rob wijs. We zullen met ons
de schots een paar
kilometer verder duwen,
dan komt hij in de goede
golfstroom terecht, die
iet noorden gaa».
O, heel graag,
Anouk dankbaar.