Tutti- Frutti <=P oëzie-album ZATERDAG 18 FEBRUARI 196] wnmn. 1 h«bb«n e uurd. aan in hij lijn dtamtplichlig hart Mm Itbt dirakt aan fill* aanklacht o maar wat hij zagt wildan wa j houdan. Dank ja ar andan ovar, Hlbr kamt dan. De verhouding burger-militair is al vaak in dis eussle geweest en ik, als militair, zou hier ooi graag meest in het i zijn in het bijzondei plaats doel ik hier op het feit, dal blauwe uniforr ving zoekt? En dan i len klein percentage hierbij opvallen. maar toch geloof ik, dat de burgerjongelui hie verhouding niét voor het leger onderdoen. En het is toch ook zo, dat u met deze maatregelen de mili tair uitdaagt. En u zult dat de gemiddel- zogenaamde ,,rui- de houding van best meevalt, ook de de voorb keersong ken zijn. plaats heeft. Ik heb het zelf mecg toen door toedoen van een burgerwagen een botsing ontstond, waarbij twee militaire wag ren betrokken. Ik stond toen het verkeer te en één op de twaalf chauffeurs van de waf passeerden, maakte de opmerking: ..O, de 'eet ik toch wel burgers wil plaa' betreft verkeersongelukken r als gelijken wilt be schouwen Tenslotte wil ik nog opmerken, dat dit stukje niet voor iedereen bestemd is. want er zijn gelukkig ge noeg uitzonderingen, vooral buiten de grote stede t dan wél be stemd is, want dat zullen de betrokkenen waar schijnlijk zelf wel begrijpen. Een militair (Naam en adres ter redaktie bekend, zoals dat IfEITH Wilson wilde niet achterblUv. t zorgvuldig deegrol In^zw s inkt en rolde hel i best gedaan, zei Keith t j 10 stelde prijs werd be- We hebben het al eens een „open pa gina" genoemd, maar je zou ook kunnen spreken van „ladelichten". De (trouwe) le zers hebben zo tussen de Ruimte-regels door kunnen ontdekken, dat wat vroeger „de map" heette, nu plaats heeft gemaakt voor een soort archief. Heel netjes enzo. Een koel-stalen-kast (met 'n slot, dat alleen de ingewijden open kunnen krijgen bergt alles wat binnenkomt of om een of andere reden niet meekon, en dit alles via een efficiënt systeem. Nou ja, efficiënt, laten we zeggen, dat we niet al te lang hoeven te zoe ken om er iets voor Ruimte uit te halen. Deze week zochten we het in een soort tutti-frutti, geen onderwerp dus, maar zo maar-wat, ingestuurd met een op hoop van zegen, 't Is voornamelijk werk van mensen, die niet tot de vaste redaktie-groep beho ren we zijn tenslotte niet zulke egoïsten met zo nu en dan een stoppertje van ons zelf. Voor niet ingewijden stop pertje kun je ook „gaatjes"vullen noemen. BLUES ,Je huilt", zegt hij als ik hoven ben, ,je huilt" hij veegt voorzichtig met zijn hand over mijn wang. ,Jiet is maar regen", zeg ik, „het regent buiten" maar mijn ogen glanzen te veel; hij geeft me een zakdoek, een grote grijze die ruikt naar pepermunt en tabak en brengt me naar de kachel, naar die heerlijkste stoel van de wereld. Ik verberg mijn hele ge zicht in de zakdoek, langzaam komen er don kere plekken in regen, alleen maar regen, alles huilt immers buiten, maar hier, ik word weer warm en de stoel is als een grote hand. Het is goed, dat hij niets zegt, alleen maar rode wijn haalt, droef rood als bloed. Ik krijg een heel vol glas. Pas als ik gedronken heb zet hij het kleine zwarte poesje op mijn schoot heel lief, nu hoef ik hem niet aan te kijken als ik praat. „Je bent verliefd", zegt hij zacht, aarzelend. (De rook van zijn sigaret drijft mijn kant op). Ik buig mij diep over Nopee en vertel, heel langzaam, toonloos. Hij helpt me aan de eerste lukkig „Alleen de blues kunnen je nog helpen", zegt hij, lang na mijn laatste woord en we luisteren zonder praten naar de rauwe stem men die uit de grote gekleurde hoezen komen, het raam staat open, de maan schijnt op mijn haar, zou dat mooi zijn? Maar ik ben zo moe. Het wordt hoe langer hoe triester, Midnight blues, ja het is laat en eigenlijk zou ik weg moeten natuurlijk. Ik wil niet huilen, maar de tranen springen vanzelf vrolijk te voorschijn misschien merkt hij het niet, hij staat voor het raam, en kijkt naar de sterren met een sigaret in zijn hand. Ik leg mijn hoofd op mijn arm en huil heel zachtjes, heel zielig maar hij merkt het toch, komt op mijn leuning zitten, streelt mijn haar tot er geen tranen meer zijn en ik heel leeg ben. De laatste plaat is gedraaid, we kunnen weer over nieuw beginnen. Het hoeft niet, de Engelse zinnetjes zijn achter mijn ogen blijven hangen met weerhaakjes. „Je hebt een mooie ketting aan", troost hij. En dan noemt hij al die rauwe zinnetjes bij hun naam. Een voor een drijven ze weg als zeepbellen. „Nu ben ik heel leeg", konstateer ik ver baasd, we gaan samen Nopee naar zijn mandje brengen, een blauw fluwelen mandje, veel te mooi eigenlijk. Ik denk niet meer, we lopen samen langs de lege huizen, de straat is van ons beiden. Waar om is hij geen vriendin? Dit lijkt wel een bladzij uit een meisjesboek. Hij glimlacht erom als we er zijn zegt hij: „Good-night baby", een herinnering aan de blues, ja, maar ik kan weer glimlachen, ik ben helemaal leeg. Zelfs de wijn die ik gedronken heb maakt een kring om de dan ik. Hij vindt het niet erg om alleen naar zijn kamers terug te gaan en maakt de deur voor me open. Maar ik een hele dure, om hem te draaien als ik i huilen kan erg lief, maar het is nu niet Ik slaap bijna direkt en de maan schijnt naar binnen door mijn raam en zijn raam. Het regent allang niet meer en ik huil niet meer. Gelukkig„Get the blues when it rains." Josephine I Van Cees van der Beek (Delft) leden een impressie, 'n Goeie, ons vandaAg leest: e een tijdje ge- v and aar dat je j <~V[acltt in^Oenetië Het j het Dogenpalei i de talloze straatjes water. Het doe ijn zwarte pij. Ver weg hoor k hert eentonige geplas van ;en gondel. Langzaam komt i vroeger denken. :onder galmende -en, zonder verlich' :onder winstbejag, water geloeid. Het gek tegen de gevels van ee oude patriciërspaleizen kaatst en daarna wegg in de stilte. Toen was er beeld herhalend zonder k had het lusteloos geklatei Wij knikken i pater en ik. De gondelier vaart verder en lost op in het I duister: hol klinkt zijn roep over het water. Dan. staat de pater naast mij. hij is lang en slank. „Venezia bene", zegt hij en lacht ver legen. Hij stelt zich voor. Zijn hiï trekt I ïenteel hi elka; roken. «lancho- ijgend naast telt de pater in gebrekkig Frans van zijn moei: van de keus die hij i kloosti 'ertelt geboren en lopen het Canal Grande. On; •eilijkhedei j klooster en paro- CaïabriVan moeder, die nog leeft. 'zonder doel langs Grande. Onze s klinken gedempt. icht boven onze hoofden t pla; pEBRUARl heeft ons de afge lopen dagen even een vleug je van de lente laten proeven. En omdat er dan volgens de dichter verlangen in de lucht hangt, zie je vandaag twee sfeerplaten uit Parijs. Want lente en Parijs schijnen ergens inhaerent te zijnVolledig heidshalve: Peter Mokveld maakte deze platen. Stoppertje (1) Sorry, Cor de Back, maar als je even de inleiding leest, zie je dat we er verder niets mee be doelen als we jouw gedicht onder dit kopje meenemen. Cor zette er zélf boven: Dm0(vi'fet eerste grijze licht, begin van de lange dijk, di middag bezwaarde geur I rb- hangt boven de zonnegracht temperatuur is goed. De lucht I van een kleur blauw, waarvan Sartre eens zei: „Dit is een I lucht waaronder slechts een dorpsharmonie zou kunnen Op de trappen van de Accade- I mia zit een jonge pater. Hij rookt een sigaret. In het licht I van de maan zie ik zijn slan ke, bleke handen, die een bij- bel vasthouden, afsteken tegen zullen wij elkaa: M' chT de poort van een kloostei moeten. reizen aanklop mderdak te v leer ik in een Italiaans dorp ■p een terrasje onder een bont ;ekleurde parasol mijn espres- o drink. Maar altijd zullen I bladeren vertellen hun Uchtgeheimen hun hant veilig trend met hun spreekgeluiden IlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllHI! tilte geweigerd worden Cor de Back Stoppertje (4) Een mening ertelde mijn moeder) Maar de maatschappij is een instelling waar men groot dot om belangrijker te zijn dan de i kind Ide m nd die Ide mijn vader) lO TOPPERS 1. Wooden Hearts Elvis Presley 2. Safe the last dance for me The Drifters 3. Sucu sucu 4. Kiii Watch 5. Non, je ne regrette rien 6. Sailor 7. My girl Josephine 8. Are you lonesome to night? I love you - Ping Ping The Cousins Edith Piaf Petula Clark Fats Domino 10. Barcelona Elvis Presley Cliff Richard De Wilmari's EN DAN ONZE BLOEDEIGEN TOPPER: Voor alle car- naval-vierders speelt het Dave Brubeck Quartet: „I'm afraid the masquerade is i belangrijk te zijn. i de maatschappij Toen ik hem zag wist lk wat hij zou zegger Maar toen hij wegging had hij nog niets gezegd dan dat het regende Wat denkt U van filiaalhouders als namen voor de burgemeesters van Rijswijk en Voorburg etc.? En dan de wegen die nog braak liggen ter houden in Nederland. Stoc net aan de behoudende klas- larde wethoudster. uitzending van de nieuws dienst hoorden wij het schokkende nieuws dat ergens in de Verenig de Staten enkele dure renpaarden een tragische dood dn de vlammen hadden gevonden. In China zijn de zelfde dag waarschijnlijk 200 men sen van honger gestorven. Dat heb ben we niet gehoord, hetgeen na tuurlijk wel tc verklaren is, want per slot van rekening hebben we met China geen kulturcel uitwisse lingsprogramma. Trouwens er zijn meer Chinezen dan renpaarden. Stoppertje (2) Er bleef ook ruimte over voor: men komt kijken naar de openbare tentoonstelling door stroken mistige verlangens, men komt kijken naar de openbare tentoonstelling van mijn innerlijk, in het donker komt men kijken; verloren dromen tochten uit kapotte ruiten, onderdrukt gebrul uit onbevredigd recht. men komt kijken naar de openbare tentoonstelling diep in de kelder in mijn innerlijk, past u op voor het verblindend licht en de zee met gewonde zeemeerminnen, prille bomen hangen takken langs de grond trap niet op de doorzichtige bloemen met het gezicht van droefheid, onderdruk hier niet de stilte met het verzadigde gemummel van de zee. CLAESINA HULZEBOSCH lliiililllllliillllllllllllllllllllllNIlllllllllllllllllllllllillllllilillllllllllllllllllllillllillllllllllllllilillliilliiiliiiiiin Stoppertje (3) <£a via mo.de.Kne bedolven gevoed nihilisme begraven massagraf panoramo op een grafsteenmassa Arie de Kraay i dat hij t :el pra »t dat al, aar hij Is, zegt i •n goede relatie :n beminnelijk ir Men vergist zich Stoppertje (5) Blauwe vlinder een kleine blauwe vlinder door de wind gedreven een parel parelmoer [van de wind zag ik haar komen glanzen vergaan Gert de Joode QNDER deze kop (lieflijk gehouden om onze „anti- gediehten-abonné's" zachtjes voor te bereiden op wat komen gaat) nemen we vandaag wat poëzie mee, dat min of meer betrekking heeft op het dichten zelf. Min of meerzeggen we er maar bij, om dat, zoals ons al eerder is gebleken, tenslotte niet iedereen gevoelig is voor wat een gedicht (soms) te zeggen heeft. Poëzie-bcsclirf jving w"ettiten,0g0esI!(le gedicht ontvingen Oh dichter in mij Na deze onbestaanbare tijd zal ik wellicht schrijven een dwaze liefde heeft mijn hart verscheurd; zeer dichterlijk was het leven dat mij leidde, zeen vroom mijn liefdessmart oh dichter in mij, die ik zal benijden. Ik schrijf De zon draait duizlingwekkend rond aan mij voorbij een razend rad van avontuur het licht trekt weer zijn vleugels vliegt klapwiekend snel omhoog naar het smeltpunt van de ruimte Claesina Huizebosch de Ik dring mijn adem van links naar rechts tussen het onbewaakte wit, Wit Taal na teken ontstijgen het echoloos drijven van deze ongeschreven stilte van onbegrensdheden is ons denken Tasten moet ik dus achter het oneindig wijde wenken van de nawalmende herinnering CEES VAN DOP vandaag die ik tek( op tintelend papier straks de grote vogel vi de kleine vogel Hall», dichter Gelukkig, dat ik het maar 1 Ik wist het al. Ik ben al lang gek, waar of niet. Je hebt gelijk, goud of de eeuwig durende beweging of zelfs ook maar brood uit stenen is veel te veel gevraagd. is hei niet genoeg te weten, Faul Popel Hans Kreuzen het water ligt zwaar op de wind weeft met zijn weifelend een man tot een psalm en eei kinderen bouwen zandkastelen hun allerlaatste hoop lachend spelen I met het eeuwig teken van de doop en ik ik ben de kindertaal allang de zoete syncllnalen van de moederschoot ik schrijf mijn zoveelste gedicht. CEES WATTEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 20