Het broze geluk Tldus in Jilts' NIEUWE DICHTBUNDEL Hoe kon 200 meter hoog in steile rotswand leven? dr pit' ruL* gev'r"j £nv*~iess; sjk oe„8,: ss 0m„008 rerh„,tHem 'if- iond"",erilrep"icn- zaterdag 18 februari 1961 961 je Geheimen Dit is de bijna loodrecht uit de woestijn oprijzende rotswand. Maar de Dogon- stammen leven met hun geheimen. De moderne on derzoeker ziet nog steeds geen kans. een blik te werpen in de honderden meters hoog gelegen grot- woningen. Iedere ..opening" op dc foto was in het grijs verleden de toegang tot een huls van de Tellem, het volk dat voor de Do- gon langs dc rotswand een boeiende cultuur opbouwde. Land van de Dogon nog beheerst door Mqthen - Maskers - Magie van de gevoelsmens T)WARS door het hart van West-Afrika verheft zich de enorme rotswand. Over een lengte van zeker 250 kilometer is deze soms honderden meters hoge keten een gigantische barrière voor de onafzienbare woestijnzee. Eens, en al zo lang geleden, dat nie mand hun oorsprong kent, leefden hier de Tellem-mensen. Hun woningen zijn er nog in die rotswand, maar ze blijven voorlopig onbereikbaar. Hoe is dc Tellem-er gekomen? Hoe zag de primitieve mens kans, de „weg", die nu bijna loodrecht omhoog schiet, van de hoogvlakte naar zijn „bovenste etages" en omgekeerd af te leggen? Een van de dapperste onder zoekers, de Nederlander Herman Haan, kan er geen antwoord op geven. Nog pas enige maanden geleden hing hij, terwijl zijn gehele lichaam van krachtsinspanning trilde, ja hing hij amechtig aan die „Afrikaanse Muur", maar hij moest zijn koene pogingen.opgeven; de geheimen bleven honder den meters van hem verwijderd. De Tellem zijn verdwenen, zegt de historicus. Soms keren de Tellem terug, fluisteren hun opvolgers (hun verdringers?), die van de Dogon-stammen, elkaar fluisterend toe. De Tellem leven niet alleen voort in het land van de Dogon, maar sinds kort ook in het Museum voor Land- en Volkenkunde van Rotterdam. In een fascinerende expositie wordt hier een tip van de sluier opgelicht met hetgeen de Dogon zelf als bewijsstukken van hun „Mythen, Maskers en Magie" vrijwillig hebben afgestaan. Nederlandse onderzoeker hing amechtig aan „Afrikaanse muur" De „volksverhuizing" langs de rotswand moet zich ruim zeshon derd jaar geleden hebben voltrok ken. Wij weten er niet meer van dan dat de Dogon uit het Zuiden kwamen, van Mandé (u kunt het op de kaart vinden), waar zij hun onsterfelijkheid verloren. De ver halen daaromtrent getuigen van een diep geworteld Godsbegrip, dat merkwaardige overeenkom sten vertoont met de christelijke denkwereld. De Dogon noemt zijn Opperwe zen Amma. Amma schiep de aar de en het eerste mensenpaar, dat later vier paren mensen voort bracht. Hun kinderen (tachtig in getal) verspreidden zich over de gehele wereld en werden de voor ouders van de huidige mensheid. Dit wordt nog steeds verzinne beeld in het vele meters hoge si- rige-masker waarvan de insnijdin gen een huis met tachtig wonin gen voorstellen. in den beginne was alles goed, maar daaraan kwam een einde door Yurugu, een bovenaardse schepping van Amma. Yurugu bracht het kwaad over de we reld. Ook Lebé. de eerste Dogon, moest sterven. Hij werd in Man dé begraven. Mens werd slang DE uit hun oorspronkelijke woon gebied vertrekkende Dogon, wilden Lebé's overblijfselen niet achterlaten. In het eenmaal ge opende graf ontdekten zij, dat het skelet was veranderd in een le vende slang. Hierop is een doden- ceremonic van de Dogon geba seerd. de sigi. waarbij een groot masker wordt gedragen in de vorm van een slang, die, naar de Dogon geloven, de nog op aarde ronddolende zielen naar de Yé- an. de hemel voert. Zo een sigi wordt om de zestig laar gehouden en kan soms vele maanden duren. Op het ogenblik Wonderlijk is, dat de Dogon aan de Tellembeelden groter kracht toekennen dan aan eigen bezweringsmiddelen. Legio zijn de verhalen die de heer Haan van zijn tocht langs de wand (de eerste zo uitgebreide „excursie") heeft meegebracht. Maar niet alleen de mythen, de maskers en de magische beel den maken de door de honorair- conservator ingerichte tentoon stelling belangwekkend. Hij kreeg ook andere bewijzen van een fas cinerende cultuur in handen. Prachtige bronzen armbanden, een schitterende ring met een muildier en zijn berijder, sierlij ke vazen, kortom vele boeiende dingen, waaruit we het leven van die merkwaardige mensen nader bij voelen komen. Een filmpje, automatisch wis selende lichtbeelden, grote ma quettes van het woongebied en een fotografische reconstructie van de rotswand over een lengte van ruim 35 meter, verlevendi gen in hoge mate het intrigerend geëxposeerde resultaat van dit eerste wetenschappelijke contact met de -mens en zijn cultuur in het land van de Dogon. die nog slechts een gering percentage van hun geheimenissen hebben prijsgegeven. En het is al zó ooeiend, dat men er niet op uit gekeken raakt. TON HYDRA De journalistenprijs voor 1960, le Prix Renau- dot, is toegekend aan Alfred Kern voor zijn laat ste roman Le Bonheur fragile (uitg. Gallimard). Het eigenaardige van dit in de ik-vorm geschre ven verhaal is, dat er twee banen door trekken. Op de eerste vindt de lezer de feitelijke gebeur tenissen, op de andere, de brede baan, de re sonantie der feiten in het gemoedsleven van de hoofdfiguur. Daar verdringen elkander in drom men bespiegelingen, verwachtingen, twijfels, te leurstellingen en al wat een gevoelsmens kan be- n Brok kunstenaarsleven Paul Bachère, een Straatsburg- hij zijn levens- se jongeman, verbonden aan zijn drang en kunste- vaders drukkersbedrijf, maar naarsdrift te con- daarnaast zondagsschilder, wordt cretiseren op dc in 1940 door de Duitsers gemobi- rugzijde van een Mseerd en naar het Oostfront ge- oude kalender met zonden, waar hij van opgejaagd materiaal uit de bezetter spoedig Russisch krijgs- ziekenbarak. ge- gevangene wordt. Hij maakt veel neesmiddelen en ellende mee, waar Kern trouwens verplegings- niet te zeer over uitweidt. Na artikelen. Het pro- zijn terugkeer helpt hij dapper bleem van een zijn zieke vader om het bedrijf kunst. adequaat door de overgangstijd te leiden en aan de gevoelens, schildert in de vrije uren. Als de blijft hem plagen oude man sterft, komt er een tot in het uiteinde mogelijkheid zijn liefste wens te lijk succes toe. Het verwezenlijken. De drukkerij wantrouwen in wordt verkocht en Paul krijgt zijn kunstenaar ruimte ten volle zijn artistiek schap, in de moge temperament uit te leven. Een Ujkheid uit te oerste expositie in zijn geboorte- drukken, wat in stad wordt een échec. Een ver- hemzelf en in de blijf in het gebergte geeft hem kosmos leeft, on- geen nieuwe inspiratie; hij voelt dergraaft zijn geluk. Trouwens, in zich te veel gescheiden van de omstandigheden is en blijft mensen en hun strijd paul het slachtoffer van zijn hyper- Als de volevenheid rich vnnr. «evoelige, opgejaagde natuur. Zijn ais ae geiegenneia zich voor- geestelijk bestaan, dat religieus be boet naar Parijs te gaan. waar sef mist, heeft geen stcunvlak; het hij als tekenleraar een reële, zij is een schip zonder roer. De éne het smalle basis voor zijn maat- stemming buitelt over de andere, schappelijk bestaan zal vinden, het ganse, verwarde leven onzer kan hij de aantrekkingskracht dafTen resoneert in zijn ziel. Naast Paul heeft Kern de van deze magneet op alle kunste- prachtige figuur gecreëerd van naars niet weerstaan. Hij jsabelle. de vrouw vol begrip en maakt er kennis met veel vakge- liefde, die verdraagt en vergeeft, noten, met critici en directeuren al verwijt ze hem: ..Je verknoeit van kunstgalerijen, maar blijft je geluk". Aan haar twijfelt Paul lang onopgemerkt tot onver- nooit. Tot haar keert hij telkens wachts het succes komt en daar- ^rug, als de st«jd. die ook woedt de welstand. In het gezin Intussen een zoon geboren, die al vroeg ook naar het penseel grijpt. En zo kan het boek af- sluiten met een mogelijk begin van een tijd van voorspoed vleug optimisme. Teveel Innerlijke onrust Beelden in de vorm van menselijke figuren gebruiken de Dogon voor het bedrijven van witte zowel als zwarte magie. Omtrent de krachten die dc rotswandbewoners aan deze beelden toeschrijven, is maar heel weinig bekend. -0... Jammer, dat Kern. die even- een zeer Duitser als Fransman is, in dit boek niet de concentratie heeft weten te vinden, die zijn vorige roman L'Amour profane op hoger niveau bracht. De La tijnse doorzichtigheid ontbreekt Het accent valt echter niet op hier volkomen. De lezer wordt de uiterlijke gebeurtenissen, op een smal pad gezet in een maar op de verwerking er van f"1* wJoud1 en ™aakt «rote kans «chap zich als schilder presenteert breken. Ze zijn er. De decoratie grijpt de begeerte hem aan het van een oude dorpskerk in de Vo- ook werkelijk te zijn en tracht gezen. de eerste ontmoeting met de zee te Dieppe, op een ander vlak het verblijf in een psychia trische inrichting en zoveel meer. dat is alles pakkend verteld. Maar er is een verwarrend te veel; het snoeimes heeft ontbro- ALFRED KERN de middelbare leeftijd, voor de laatste maal samenkomen in het ouderlijk huis, dat al verkocht is, maar waarin de inboedel nog op verdeling en maatregelen voor de verkoop wacht. Het gezin behoor de tot de gegoede middenstand maar de geldontwaarding heeft het familievermogen uitgehold. Bovendien is geen der drie kin- leren maatschappelijk geslaagd. Als deze mensen nu door de di verse vertrekken dwalen komt liet gehele verleden, gelocaliseerd in de onderscheidene delen van net grote huis, terug in hun ge dachten en ze houden ieder voor zich onuitgesproken bespiegelin gen over hetgeen was, „des mo nologues intérieurs", meer dan gesprekken onderling. Verval VAN SCHULTE NORDHOLT beschilderd met rode, witte en „„6 irte motieven. Op de tentoon- vele stelling is een prachtige collectie Hl PB „e„iblik te zien' d'e een uitstekend beeld treffen de Dogon voorbereidingen geeft van de artistieke fantasieën de Dogon. kant soms iets krampachtigs, geforceerds. Schulte Nordholt, evenals zijn dichtende vrienden, gaat uit van de afkeer juist van grootdoen en alles wat kunstma- voor waarschijnlijk de laatste flrote ceremonie in een ge'iso- eerd bestaan. Andere invloeden zijn namelijk reeds hun leven m denken binnengedrongen. Er zijn D0gon Veel al rotswandbewoners die hun mas- - kers en beelden afstaan omdat de- hen hun waarde en bete kenis hebben verloren. Deze men- hebben zich veelal „bekeerd" tot de Islam. Maar keren wij eerst nog even terug tot hun oorspronkelijk* staat. De uit Mandé wegtrekken de Dogon namen Lebé's gedaante wisseling <de slang) mee naar de rotswand, naar Kani Kombolé, waar zij het Lebé-altaar weer op richtten. Een stukje hiervan is se dertdien verwerkt in elk altaar an nieuw gevormde dorpen. Een andere heilige plaats is te Yugo Doguru, hogerop Geheimzinniger zijn de beel den. In hun mysterieuze vormen schuilt magische kracht, zegt de Dogon. Veel meer laat de man niet los. Van alle beelden die in hun krachtig gestileerde vormen heel. op mensen lijken, weten wij met -ekerheid, dat zij worden gebruikt om zowel witte als zwarte magie te bedrijven. Onder de titel Een lichaam werk, het nadeel van Aarde en Licht heeft de dichter J. W. Schulte Nordholt bij Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag een bundel poëzie uit gegeven, die is samengesteld uit werk dat in de jaren 19541960 retoriek geschreven is. Een zevental ver scheen eerder in de, destijds ook hier besproken, bundel Het Land volk. Een deel van de gedichten herdenkt de oorlog, het verzet en de bevrijding. Als verzameling maakt de bundel mee daardoor een hybridische indruk, wat een beetje jammer is. Bij g-oede poë zie verwelkomt men ook dc rangschikking, de samenvoeging organisch artistiek gc- de ande- schijnseler. getrouw te boeksta- Wat de schrijver betreft, Kern, Straatsburgse jongen, die pas na zijn vijftiende jaar P'rans en Duits heeft geleerd, is, gelukki ger dan zijn held. aan de mobili satie ontsnapt door onder te dui- De dichter zegt, ook wat zijn ken in Z-Duitsland. Hij heeft Men is banger voor pose kiest te spelen. Er is geen dan eventueel voor „prose". Wel- bezien zit het verschil nog die per de generatie die nu om streeks veertig is, heeft deel aan een levensgevoel dat meer op in nerlijke waarachtigheid dan op een gave buitenkant gesteld is. sant- xr- geen plaats meer ook voor Bijna niet de voorstelling geloof betreft, liever te weinig daar en in Frankrijk gestudeerd van een welsluitend en welge- dan te veel. Hij is mens onder en graden behaald in geschiede- vormd „ik", waarvan men uit- de mensen, christen onder de nis. wijsbegeerte en Duits, wel gaat. de heros, de gevallen engel, christenen, dichter onder de dich- ke taal hij nu doceert aan een de door de schoonheid begenadig- ters. Nergens hangt de dichter de Parijse school, de of welke fraaie rol■'-*J- oordeel, er zijn alleen weder- waardigheden, waarvan men op profeet of dë prediker uit. de wijze van de dichter wil be- niet „ichhaft", maar „sachlich" richten. Het leven is belangrijk, ingesteld: en de dichter is niet als persoon, als verschijnsel interes- De roman hij een dode, Ik weet niet of ik hier wou blijven maar ik wou weten wat leven van een gezin Dit mist men nu omdat de ver zen over de oorlog en wat daar mee samenhangt zich, naar mijn smaak althans, minder goed ver- Tnvorlrrsrhfr dragen met de andere, die rea-ge- I OVertvTSCiir ren op het algemene leven. Na- tuurlijk houdt men de afzonder- OMMIGE beelden, aldus het iijke gedichten over en die zijn. geloof langs de rotswand, zijn doorgaans de in staat, de mens te genezen of Schulte Nordholt is niet op de slechte invloeden af te wenden, wijze van Marsman bekommerd beereo.n 51- - °P maar andere beelden dienen de om een vuurvaste en aan de tijd magiër om onheil te brengen of ontheven vorm. Marsman was 1 zijn stamgenoten te straffen. De- zowel in het leven als laatste resten romantische hoSte hfkn een6"indrukwekkende 20 stil in bed al° Dat mel J>™. profetische houding. Psychologie beeld v,en beschrijven, en ervaring hebben de mens der- "0* °P een tombe, en om maar het tekent zich af in de jye prjx Femina waarom- mate ontluisterd, ook in eigen hem heen duisternis." oog, dat de houding van profeet, staat het duister vijf vademen trent beslist wordt door een held, ridder, ziener, estheet, dan- diep, Wie zijn belijdenis gelooft, jury van vrouwelijke auteurs dy desnoods volkomen onmoge- het water des doods, hij lipt beeft geen behoefte aan verwon- dames van hoec stand is luk is geworden. Wie m fotohr.e- daarin denng en een stamelen van nieu- 'a aames> >an no«e »s Geleidelijk aan rijst voor de aandachtige lezer uit de grijze nevel een beeld op van het def- ':ge gezin en elk der overgeble ven leden. De vader, plichtsge trouw hoofdambtenaar, en de moeder, een vrome christin, zijn sinds lang heengegaan. De broer, als kind verwend, lui en genot zuchtig, heeft alle waardigheid verloren. De zusters, de één knap, maar ijóel en oppervlakkig, de inder fier en vol onafhankelijk heidszin, uiterlijk koel, van bin- ïen brandend, botsen ook nu, zo als in het verleden, tegen elkan der. Men kan zeggen, dat de ro man vooral de analyse is van de ze twee vrouwenfiguren. Met al zijn zwakheden, clichés, in dc taal, clichés in de gedach ten. is dit toch geen dood boek geworden: er leeft helmwee, zelf verwijt. jalouzie en spot in. Al leen, het is. zoals bij veel begin nende schrijvers het geval is. te breed-uitgebouwd voor de haasti ge mens van deze tijd. DR. M. C. v. d. PANNE. Rectificatie: de bijtitel van het artikel over Green in het Zon dagsblad van 21-1'61 dient te lul den: „Green, een alleenstaande figuur" en niet: Geen alleen staande figuur. geworden. Wie in fotoboe ken eerwaardige rabbi's in min der dan hun hemd ziet staan, of naakte vrouwen, alle aanzien lijkheid achterlatende, schietende te ademen en te luisteren moeite waard, niet op de heeft begrepen dat dingen ^ge- u~ - rd zijn en nog gebeuren zowel in. het leven als in zijn ïee^^lacheliik^om^^huf^ naai ...v u andermans vrouw kunst, een zoeker, vechter, wor- or^nn^ wordi noorden. Daar kreeg hun eerste schaakt, zal de tovenaar, door stelaar. Hij werkte, op zijn wijze - - - natuurlijk en in zijn materiaal. mPUPPg I'woorden in nieuwe samenhan- ditmaal toegekend voor haar liet woord, dat hem wek- ibe,^fwSenK^n roman La Porte retombée j mediteren, wie zijn geloof be- ken zal. mdt heeft aan dit alles wel be- Gallimard) aan Louise Dood en opstanding bepalen op hoefte. de achtergrond mede de levens houding van de dichter. Ook hier Ach de die terughouding, die schroom; Bellocq hotelhoudster te Pau, geboortig uit de Franse Arden- dode zijn herbegrafenis r uit gingen hun geheimzinnige ikers over het gehele leefge- I van de Dogon. En hier wordt nog altijd bepaald wanneer de grote sigi moet worden gehouden. beeld der Boeiende sculptuur D" dodendansen in het land Dogon. Links wordt het meters hoge masker gedragen mei dc tachtig huizen', symbool van de tachtig mensen uit wie alle le ien is voortgekomen. ffoeslr schijngevechten. in velerlei lieren voorstellende, hebben al len uitsluitend betrekking op de lood. Het dragen ervan is voor behouden aan het maskergenoot schap, waarvan bijna alle besne- len mannen en slechts een enke le vrouw lid zijn. De meeste vrouwenrollen in een dodendans worden echter door mannen uit gebeeld. Zij dragen dan de ge vlochten stuipmaskers met de hoogopgestoken haartooi en ge bruiken twee halve kalebassen om de typering compleet te ma ken. De dierenmaskers zijn meestal uit zacht hout gesneden Homiletica en Biblica Homilctlca en Biblica, de afle veringen nov. 1960 cn Jan. 1961. Uitgave Van Keulen N.V., Den Haag. Deze afleveringen zijn beide oen blijk van de uitnemende wij ze waarop de verschillende me dewerkers de inhoud verzorgen ..ten dienste van de prediking in de breedste zin des woord*". Be halve artikelen die het lezen waard zijn. onder meer op othisch terrein, worden totaal elf schetsen voor preken geboden die oen goede steun kunnen zijn bij de voorbereiding voor de predi king. fluit. offer zoals Beethoven; zijn kunst de neerslag, de kristallisatie van een strijd. Bij een ander type kunstenaar en hier is het idea le voorbeeld Mozart is de strijd aan het werk voorafge gaan. Men bespeurt geen inspan ning meer. Heeft de „strijdende" kurst het voordeel dat men soms hevige wijze wordt ïn noe het men, vjg gecomponeerd en berust hij sterft op cle grond, nen ®n vrijwel onbekend onzinnig wordt". Niet zoals in de lieve God*"ik "dank U"'*voor dit 'ltJ valt met schaduw sa' tijd van dc grote, levenskrachti- leven, „God zij geloofd, het re- 4 men; ge romantici zoals Balzac, Ale- gent weer vandaag", „wij gelo- 'iet Pras 0roclt over Zlln Qraf van h„_:n _:_j xandre Dumas père, Victor Hu- ven dat Hij naar ons kijkt." en niemand weet waar hij is. van beS,n tot eind °P het pro- go is elk werkstuk een bewijs Alleen zijn stem blijft bestaan, cédé van de flash-back, wat op r 20U ï.n" 012 »'i lie duur vermo.it cd gekunsteld te estheten, zoals b.v. te onzent De rook van mijn woorden n„orni j,;: voort, aandoet. j)e taal is simpel en SS jL. „Nr.b« oóerdekt betrokken dan toch moeelUk'; en ..hoe is Maar de «roet aard van God." Een afscheid het mogelijk?" Het zijn, in de moderne stijl van de on derwaardering te zeggen, mee vallers. Op zijn best is er een „bijna", de dichter is bijna een engel, maar al heel gauw volgt daarop, dat hij tevens bijna een dode is, De dichter keert C. RIJNSDORP. Heer der Vliegen Heer der Vliegen, door Wil liam Golding. Vertaling H. U. Jessurun d'Ollvelra. Uitgave De Tijdstroom, Lochem. fel sbehoud. Door spanningen valt de groep uiteen. Ieder team kiest een leider, maar hun in stelling is volkomen verschillend. De een kijkt naar de toekomst en een mogelijke redding; de ander is alleen maar belust op avontuur, hetgeen allerlei uit- spattingen tot gevolg heeft. De schrijver heeft de hoofdfiguren de twee stromingen zeer raak getypeerd en heeft willen laten zien wat er gaat gebeuren als alle remmingen van de geor dende en ordenende samenleving lichaam ar de dood terug, van aarde en licht, een woord van heimwee en slaap. engel bijna, zijn vleugels de indruk De bij de uitgeverij J. H. Kok N.V. te Kampen verschenen dicht bundel Totus In Illls van Wouter v. d. Horst bevat een 24-tal klei ne gedichten ln de nu vrijwel al gemeen gehanteerde, vrije vorm. Het zijn verzen die merkwaardi gerwijs. ondanks dc „moderne" vorm, in wezen in zover ouder wets zijn, dat ze een impressie, een ogenblik, vast- hem opgericht ach raken leggen. Wc hebben hier .«O.* ran impressionisme dus zoals in het gehele gedichtje even voor u plaatst, want deze, uit de gew licht de schilderkunst van Breltner en over- i is hij i l dode Isaac Israëls en van de Duitser Adolf Memel, dte nog vroeger leefde dat bewegingen noteert. (?cn "Uto die zich nog. Veclzegger.d is hier de titel van de bundel: een lichaam van aar de en licht. Dat is de dichter, en deze verzen willen daarvan getui gen. Geen hoge borst meer, ceen kosmische opschepperij als bij dc jonge Marsman,, geen zelfvergo ding zoals bij Perk en Kloos, geen narcistische geestes-aristo- nislische visie zichzelf verwijtend, huiswaarts tussen haak les geplaatste notitie: (een auto die zich nog, zichzelf verwijtend, huiswaarts een overgave spoedt....) aan de vrouw, die zachtjes, op haar blote voeten Het verschil met de schilder- of je met een kus tekenkunst, of met de impressio- nog goedenacht komt groeten nistiisrhk, uicio var. Herman Gor- ongerust ach, slechts bijna een engel. Wie zich zo voelt, als een li chaam van aarde en licht, heeft genoeg aan het raadsel dat hij De dichter leapt ergens tn de de bomen uvuk dij van oer norai nier meer «vond, zijn blik en zijn gehoor De straten Ïëè7 ff JSj£2r d£n 0P,het vluchti« getroffen door üde vogeUzij^v is afgestemd. Bovendien is die het brommen van een zich ver- zijn kaal" rSLlf i«. d,t bofienda. da- ?,£raLaW""bU ?n'ü^rJudara'^n"^'^" d*" '"l primerende, verrassende fasci- het noteren van een gevoelsli&ruk. der«wïd7 f?.ssociïe?d)- hiï nerende raadsel, cn h,j brengt die de eigenlijke kern van het neffi Vlweef vluitir een daarvan verslag uit. waarbij het vers uitmaakt. Om u duidelijk te stoer gebouw waar maar dit al er voorn op aankomt de ver- maken wat ik bedoel, schrijf ik lea wordt tu^x haakje. werkelijkheid afkomstige drukken vormen slechts het uit gangspunt voor de eigenlijke, to tale avond-impressie. De regel „een sterven van de dag der din gen" vormt het thema; het don ker worden wordt dan verder ook alweer vluchtig uitgewerkt in dat beeld van die vrouw. Telkens weer treft die impres sionistische instelling, dit even wakker worden van de aandacht, dit vluchtige „zien" (zoals Van Deyssel dat in zijn Dagboek van Frank Rozelaar noemde). Ik ci teer enige regels: „Rechts liggen links ligt de stad", leeg en verlaten", vogels zijn weg, de bomen zijn kaal", „daar gaat de tram. een meisje", „en plot seling voor Je het meer water", ..hntaarnpa- ,.de p=- vlakte len: late lichtb'oem" den lancs w?" '-tij jv- herken" enz. Maar, het verschil met het vroegere Im pressionisme is, dat het geziene en gehoorde, datgene wat de dich ter vluchtig, maar met zekere in tensiteit waarneemt, aanleiding wordt tot iets anders, iets min der grijpbaars, en dat vormt dan het eigenlijke gedicht. Merkwaar dig is in dit verband het gedicht „Nadering", waarin de dichter zich afvraagt is mijn zien louter een zinsbegoocheling?" De ze dichtpogingen spelen zich af op dc grens van waarneming en verbeelding en ik meen op grond hiervan te kunnen constateren dat dc dichter geen knoeier is. maar van een zekere dichterlijke intel ligentie blijk geeft. Hiermee is overigens, dacht ik, heus wel alles gezegd. Want noch dat zien. noch die zinsbegooche lingen, zijn voor ons, lezers van deze gedichtjes, bijzonder. Zijn zc het voor de dichter wél geweest (en dat wil ik niet uitsluiten, ge zien b.v. het vers „Schelpen"), dan is hij er toch niet in ge slaagd en daarop komt het aan dat bijzondere op de lezer over te dragen. Ik geloof dan ook niet dat hier van een belofte kan worden gesproken. Van der Horst heeft, meen ik, met dit werk «1 volledig getoond wat hij kan en niet kan, waarbij de mogelijkheid npen b'i'ft Hat h:i <n nroza meer wr?rd zou kunnen -en dan in paëzie. C. R.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 19