METRO 11 #eejt onv te denken %uimte voor ons.... veróckijnóel Haar we gewoon door n A denk ik er over ciOy biy ven roken ZATERDAG 11 FEBRUARI 1961 jêI warrelend draait een blauw-grijze rookring in de rich- ting van de goorgerookte vitrages, om vlak voor het ^*7 het ensterglas, door de tocht van een der raamkie ren uit elkaar gerukt te worden en naar alle kanten verspreid zoals Horadansers die tegen het middernachtelijk uur huiswaarts keren. A Ls je In de wachtkamer li» steek je een sigaretje op. A Als je honderd zakken op een auto hebt gesjouwd, /-\ draai je gauw even een „sjekkie". Als je op een verjaardag bent, moet je toch ook Als je zeer verdrietig bent, steek je niet één, maar tier Als je naar de radio zit te luisteren, is zo'n „pinnetjr langzaam vergif" maar wat lekker. Als je om half elf koffiepauze hebt, stop je gauw eei pijp(je). Dat is model En als je „groot" geworden bent, voer je besprekingen of discussies, maak je buurpraatjes, of visites; allemaal een goeie segaar van zeuvenentwintig cente. Maar w Dan is er niets meer. de rook is langzaam opgelost, doch de kamer vult zich langzaam met een egaal blauw-grijs-groen gordijn. Het plafond, dat in zijn oor spronkelijke staat wit gestucadoord was, is thans overdekt met een gele waas, met hier en daar, vooral boven de oude pluche fauteuils bruine vlekken. Het lichte behang is grauw, de kleurschakering tussen knop en kelk is weg gevallen, de rook heeft ook hier zijn nadelig werk gedaan. AAN ROKEND NEDERLAND Ik protesteer U1S GEK Doodgewoon gek Waarom? Omdat U doet wat iedereen doet. Ieder een doet het en nu doet U het ook. U ziet het een ander doen en nu doet U hetzelfde. Moet U ze daar zien zitten. Allemaal zo'n wit stokje in hun hoofd. Lucifertje er onderzuigen blazenzuigenblazenIn spin de rook gaat in. Uit fluit bij spuit er uit! Floep! coupé vol rook! Fraai hoor! Prachtig! Moet U ook eens naar kjjken. Zelf niet aan steken, want dan hangt er te veel rook voor Uw ogen, maar alleen zien, hoe anderen het doen. Gewoonte, zegt U. Jaja, gewoonte. In derdaad. Meer zelfs. Verslaafdheid. Lekker? Gaat nogal. Zeer matig. Opwekkend? In zeer beperkte mate mis schien voor zeer bepaalde personen. Zenuwstillend? Kom, kom! U moet roken! Iedereen laat immers zien, dat het zo prettig is! En ophouden is er niet bij. Nee hoor. We roken door. Tot het bittere einde. En ze zjjn toch zo bitter, die eindjes. Bah! De aanblik van de lampekap is al niet veel minder, eens in haar jeugd wit en glanzend, thans, op middelbare leeftijd is ze al goor en dof als een oudgeworden zi geunerin. Zo is de eens zo gezellige, lich te kamer veranderd in een hol, waarin een zware mineurstem ming hangt ook rond de oude fau teuil, met de asbak op de leu ning, boordevolas, lucifers en peukjes. Op de andere leuning; tabak, shag, sigaretten, pijp. sigaren. De man in de hoek heeft al weer een weduwe gedraaid, en met een vlugge beweging van zijn tong, gevolgd door een langsel- kaar glijden van zijn vingers is er weer een compleet om de lucht te worden ingeblazen. Zijn vorige, eveneens een weduwe, hangt nog smeulend in zijn rechter mond hoek, op de bovenverdieping is zijn oog dacht geknepen om het opstijgende blauwe rooklint hier uit te weren. Terwijl hij met schuinse blik kijkt naar zijn nieu we aanwinst, knijpt hij met zijn altijd trillende vingers de laatste plukjes van de uiteinden en brengt hem naar zijn linkermondhoek. Waarna hij met de peuk het vuur doet ontbranden. Weer volgt een wijd opengesperde rookring, waar na een dik blauwe strom, die er gens diep uit zijn lichaam schijnt te komen de helft is waar schijnlijk in zijn bloed achterge bleven, doch hij merkt het niet, of wil het niet merken De kamer vult zich gestadig met rook, de asbak raakt hoe lan ger hoe voller met lucifers, peuk jes en as, totdat hij overloopt en kleine grijze asvlokjes naar het karpet dwarrelen hoe liefelijk. Maar hoelang zal hij de kamer nog kunnen vullen met zijn li- chaamsrook, waarvan de helft achter blijft. Hoe lang zal deze kamer nog als rookhol dienst Her blauwe pakje shag ligt rus teloos op de stoelleuning, naast een doosje veiligheidslucifers, de vitrages worden steeds goorder. De ongezonde muffe damp wer velt als in een pirouette om de grauw geworden lamp. ZIJN ene oog zit dicht en hniltde rook, wanneer zal zijn innerlijk gaan huilen. Och, wat doet het er toe, dan komt er wel is ook nieü alles gevraagd voor Verleden week heb je het (misschien al) ont dekt we hebben een nieuw rubriekje gekregen. We gaan proberen op elke pagina, die „Ruimte" heet wat te gaan dwarsfluiteren, hetzij over dit, hetzij over dat, hetzij over alletwee. Je ziet het wel. Dan moeten we je ook nog ver tellen, dat Discofiel na een roe rend afscheid van ons ook jul lie goeiendag gaat zeggen. Zijn rubriek kom je dus niet meer te gen. Wèl gaan we elke week een lijst meenemen van de tien pla ten. die het meest zijn verkocht in de afgelopen zes dagen. Van daag zie je dus de eerste tien mét daarbij Onze Eigen Topper. Dé Topper, die wij zelf hebben gekozen als De Plaat van de Week. Caro Buurman (van de groep Leiden) zal er elke keer een tekeningetje bij maken. Zij illustreerde overigens ook dwars fluiteren. De tien toppers Uit betrouwbare-platen-handel-bronnen hoor den we dat déze week déze tien het 't beste deden. 1 Wooden Hearts Elvis Presley. 2 Sucu Sucu Ping Ping. 3 I love you Cliff Richard. 4 My girl Josephine Fats Domino. 5 Non, je ne regrette rien Edith Piaf. 6 Ramona The Blue Diamonds. 7 Safe the last dance The Drifters. 8 Down by the riverside The Blue Dia monds. 9 Are you lonesome tonight Elvis Presley. 10 Sailor Lolita. iDit waren dan de succes; „Dat gaat tien beste, zeggen naar de maan toe, ze. Voor ons waren zoete lieve Iwa- de volgende altijd now" en vanuit de nog een stuk beter. States het bekende dixtelandnummer; Uit Rusland het „Moonlight and bekende Balalaika- Monkey's". AURICE SEE lijkt ons een jonge, stevig te lachen: hij heeft het twee glimlachen door schrijft hij prompt onder het hoofdstuk „ba en dat door velen als „een ande Voor die velen geeft Maurice nu s tramverbinding waar de Rotte reis „Motro" lijkt nogal een du .an di tekort komt om eens druk met glimlachen. En tussen i stukje proza, dat door weinigen ijke nonsens" wordt gerangschikt kijk op de zaak" wordt gewaar- jn kijk op de metro, die onder lijn. Zo'n iedenis Zakjes en ook nog even n Aandacht gevraagd voor: Een inzending van Tilly Hof- kes, ?-jaar, ?-school, uit Den Haag. Zij schreef: AFSCHEID Ga weg en Iaat mij alleen. Ik zal genoeg hebben aan het verdriet alleen. Ik zal de bitterzoete vruchten plukken. Daarom zal ik huilen niet om jou, maar om mij. Ga weg en vergeet, vergeef dat ik niet mij maar jou verliezen kan. Het Engelse ministerie van Volksge zondheid heeft vreemde ideeën over epidemieën. In een onlangs uitgege ven communiqué over de A-griep publiceerde men namelijk enkele cijfers. Daaruit bleek, dat het aan tal slachtoffers van deze griep eni ge honderden beloopt over een pe riode van drie weken. Edoch, „cr is geen reden tot ongerustheid", aldus bet Engelse standpunt. Een standpunt dat wel schril af steekt bij de trammelant, die som mige boulevard-bladen maakten, toen prins Philip het waagde een tijger dood te schieten. We vragen ons af wanneer het Ministerie van Volksgezondheid wordt gewijzigd in een ministerie voor Dierenbe scherming. Hebt u het niet gelezen? Romy'.- roem is geen ruïne. Haar com. back was zelfs overtuigend. De Duitse film brengt het idool van ve len weer terug op het doek. Zullen we weer naar baar knnnen kijken in de glansrollen als keize rin, desnoods prinees? Want haar nieuwste films bleven nergens. We zien haar immers zo graag in so'n Ach, Romy, laat ons wet smullen. Er wordt al zoveel s gebracht. Roken, een probleem? ,,Och, ik vind het wel lekker" vertel de de negentien jarige Jan, „maar op het ogenblik raak ik geen sigaret meer aan, omdat ik in geen geval een slaaf van zo'n tabakstengeltje wil wor den". Hans, een 22 jarig toekomstig onderwijzer deelde ons laconiek mee dat hij altijd rookt, waar dit enigszins mogelijk is, ten minste, zolang zijn portemon- naie dat toelaat. Wat nu eigen lijk het lekkerste van het gehele rookproces is, kon hij niet onder woorden brengen, of het nu het sabbelen, het inhalen, de tabak en rooksmaak, of het uitblazen was, misschien wel alles bij el kaar. Doch toen ik hem echter zag roken, kwam het mij voor dat het sabbelinstinct bij hem wel het meest ontwikkeld was. R. was van mening dat roken en het beoefenen van sport twee gelijknamige polen zijn, die el kaar dus afstoten. „Daarom rook ik slechts zeer zelden, en dan nog alleen op een feestje, en wel voor de gezelligheid". als 1 Het interlokaal gerechtshof te S. heeft zich uitgesproken voor het roken. Deze uitspraak werd vastgelegd in een artikel, dat hier in verkorte vorm volgt: Het Interlokaal Gerechtshof te S. in overweging nemende: Sle dat het roken :ren een middel is groter voor te doen dan wet telijk mogelijk is, g. 2e dat het roken: a. vele nerveuze examinan di kalmeert. b. sommigen na een dag vermoeienden werks een ge not schijnt te zijn, c. ontgoochelde jongeman nen in bepaalde, niet nader te vermelden, situaties nieu we levenskracht schijnt te ge ven. T 'het recht van roken slechts aan volwassenen is toebedeeld. beslist is af te keuren. kin- 4e dat het roken, dank zij zich het ministerie van financiën, duurder is dan men denkt. 6e dat het roken, mits het a. beperkt blijft tot een be drag van. laten we zeggen, 1.50 per dag en b. niet ontaardt in z.g. ket tingrokerij kan worden gere kend tot het zich veroorloven van z.g. onschadelijke luxe verklaart zich voor het zich toedienen van verdovende mid delen in de vorm van rook. welke afkomstig is van onge-, ge-, of dubbel gesausde en ge sneden of gekerfde tabak. Bij misbruik echter dient tc wor den ingegrepen. (De leus van het Hof is „WIJ BLIJVEN ROKEN!) grote onzin. Dit werd ons medegedeeld terwijl ze op haar sprietachtig hoge hakjes een kor te danspas maakte met een pi kant strookje van haar petticoat onder haar B.B. jurk uit. „En ik moet nooit een man hebben die rookt. Dan ga ik nog veel liever op een flatje wo nen, want ik geloof niet dat ik er tegen zou kunnen dat mijn man zijn liefde tussen de sigaret en mij moest verdelen. Voor de dames die streven naar emancipatie van het zwakke ge slacht kwam er toch nog een iets positiever geluid uit de bus. Dit kwam van Truus, een 21 jarige MILVA: „Roken vind ik heerlijk. Als ik wil kan ik het heus wel la ten, maar ik vind het veel te lek ker. en als je het niet al te hart stochtelijk doet, zoals sommige meisjes, die de ene sigaret met de andere aansteken, kan het vol gens mij geen kwaad." „Ik vind het een heerlijk gevoel om de rook in je longen te voelen krie belen, om daarna met een kwasi onverschillig gezicht het grijze rooklint weer uit te blazen naar de wijde verte". „Roken is goed voor de zenu wen, en tevens een goede metho de om de tijd te doden, daarom blijf ik roken, zolang er sigaret ten te koop zijn". METRO akele graag", en ik gaf i kwartje aan de man achter üe kassa, die het achteloos in een emmer wierp, waarna hij mij een paar licslaarzen toewierp Snel trok ik ze aan, haalde diep adem mij en daalde het trapje af. „Vol", hoorde ik de controleur roepen, waarop hij het deksel van het riool boven mij dicht- wierp. Het was, een klein petro- leumpitje uitgezonderd, aarde donker in de nauwe ronde gang. Een stroompje modderig water kabbelde traag voorbij. Ik scharrelde enige tijd onwen nig rond door verschillende gan gen. Bij een slagboom stapte een conducteur uit het duister. „Waar moet je wezen". vroeg hij. „Dorpsweg?" Hij keek naar de wand waar een verlichte tarief- schaal hing. „Dat wordt dan 1.25, meneertje, exclusief". „Ja maar, ik heb bij de in gang al betaald", protesteerde ik. Het antwoord werd nogal on geduldig uitgesproken: „Dat was alleen de huur voor de laarzen, het vervoer is ampart". Zuch tend gaf ik hem een rijksdaalder, die hij razendsnel in zijn zak liet verdwijnen. Ik wachtte op wis selgeld; hij maakte echter geen aanstalten om iets terug te ge- „ïk krijg toch nog geld van u, conducteur", zei ik, wat timide want de techniek gaat zo snel vooruit dat je nooit zeker bent van je zaak. „Spijt me meneer, maar we hebben geen wisselgeld, begrijpt u. Met die duisternis zou dat alleen maar aanleiding tot vergissingen geven". Hij gaf mij een vriendelijk klopje op de schouder: „Zo loop nou maar door, je wordt zo opgehaald". Ik waadde verder door het wa ter. .Plotseling hoorde ik het ge luid van snelstromend water ach ter mij. Verschrikt draaide ik water, die met grote snelheid op mij afkwam. „Help", riep ik juist voordat ik verzwolgen werd. Op een bed kwam ik bij. Ik had een geel-zwartgestreepte py jama aan. Op mijn borst een em bleem van de R.E.T. Een vrien delijk mannetje naderde mij; hij droeg mijn kleren, netjes opge perst en gereinigd. „Waar ben ik", zei ik. nog een beetje dui zelig. „Eindpunt Hillegersberg", sprak het mannetje. „Hillegers berg", herhaalde ik verbaasd, „ik moest naar de Dorpsweg in Charlois". „Jammer, heel jammer, me neer. De conducteur moet vast Dorpsstraat hebben verstaan. Ik krijg van u 3.75". Ter toe lichting zei hij nog: „Voor het reinigen en oppersen van uw kle ding". Nee, zo'n metro is ook niet al- MAURICE SEE De worstjesman In de gracht riep „Help". Het werd duidelijk uitgesproken, goed gearticuleerd en zo. Ik keek de man met het worstje recht in de blauwe kij kers en zei: „Zo, durft u te zeu ren om een beetje onnozele mos terd terwijl daar een arme kerel in het water spartelt? Schaamt u zich niet. Steekt u liever eens een handje uit. Een klein duwtje en hij was aan het spartelen. Zijn worstje dreef een eind verder, in de buurt van de mosterdpot. „Denk er om dat je niet terugkomt zon der de patat-baas", waarschuwde ik, want de worstman wilde ego- istisch alleen naar de kant zwem men. Vertwijfeld keek hij naar mij op en zwom terug naar de friteur, wiens kreten al aanzien lijk veel water bevatten. De grote plons van het karre tje met man en de kleine plons van de man zonder karretje maar met worstje waren intus sen niet aan de aandacht van voorbijgangers ontsnapt. In een ommezien van tijd was het ge zellig druk aan de kade. 't Is dat ik nog een boodschap moest doen. anders was ik graag nog een tijdje blijven kijken. MAURICE SEE les! De pagina van vandaag werd verzorgd door de werk- groep Altena met als team: I Bert Crielaard uit Andel, Jan Hardon uit Gorinchem, Henk Bovekerk uit Noordeloos en Gert de Joode uit Woudri- chem. De foto's zijn van G. J. Waltheer uit Gorkum, de tekeningen van Gert. Voor het geval dat.... het contact- adres van deze groep is Hoofdgraaf 6, Andel. ZAKJE PATAT „Een zakje patat en een beet je gauw", snauwde ik tegen de man in het kraampje. Verbaasd keek hij mij aan. „Kalm een beetje", suste hij, „Keulen en Aken zijn niet op één dag ge bouwd". „Schiet op kerel, anders smijt ik je met je hele santemekraam in het water", schreeuwde ik „Hoor 's, als u zo begint krijgt u helemaal geen patat. Ga maar naar een ander". Het was duidelijk dat de friteur boos werd hij smeet de patat weer in de schaal. „Ik wens door niemand afgeblaft te worden in me eige „Eerlijk is eerlijk, ik heb je gewaarschuwd", zei ik en ik kie perde de wagen in de gracht. Naast mij stond een man een worstje' te verorberen toen de wagen met inhoud in het water tjompte. De man van het worst je draaide zich verstoord om. „U bent ook een mooie", zei hij, ,nou ben ik mijn mosterd kwijt", en hij hield met een theatraal ge baar zijn afgekloven stukje worst omhoog. Er uit gelicht Een aantal inzendingen gaat te rug deze week, een paar andere krijgen een plaats in ons „ar chief". Te zijner tijd hopen we die dan eens mee te nemen. Teleurstellen moeten we echter een zekere R.V. (naam en adres ons onbekend), die onder de titel „Leven" een nogal beangstigend zelf zeker ook niet? Het gedicht van Elly A. uit Den Haag was niet alleen wat somber, maar daarnaast niet goed uitge werkt om het zo maar eens te zeggen. Vooral de laatste regels vonden we niet direkt een vondst. Tenslotte het werk van D. J. van der H., eveneens uit Den Haag. Mogen we eerlijk zijn? Kwasi-ex- perimenteel zouden we dan willen zeggen. üitüitüitititittiüirirtrteüifüüttrtüüirbtrüïi-iririrüttüixïrttüü-bttü-trtrirü-tr-irtrirtrlcit-ti-üirtrtrtz-ü-ü-ü-trk-ü-ü-lrb en het In het verre westen woonden lieden, die bij bepaalde gelegen heden, zoals vredesonderhande- .ingen, gebruik maakten van een voorwerp, waar tabak in werd ge- itopt, vervolgens werd aangesto ken, en tenslotte de ronde deed. u oegrijpt het natuurlijk wel, dit ■vas bij de Indianen, en het voor- .verp was de vredespijp. Eeuwen was dit al zo geweest, en het zou nog eeuwen zo doorge gaan zijn, als de blanken geen roet in het eten hadden gestrooid Deze kwamen namelijk in de Far West, en natuurlijk, net als papa gaaien aapten zij hun „Rode Broeders" na. „Flauw", zult u zeggen, maar het is wel te begrijpen, want al les wat iemand van een ander ras doet, wordt door de blanke zeer verstandelijk nageaapt, alsof het een eigen cultuurvorm was. De na-aap instincten waren ook in die tijd zeer goed ontwikkeld. De Pijp Toen aan het einde van de 18 de eeuw. Napoleon zich in Frank rijk al te zeer naar voren drong, en gevoelens koesterde die me nig staatsman kippevel bezorgde, werd hij van hogerhand naar het verre Egypte gestuurd, om daar te trachten enige overwinningen te halen, of hij dat gedaan heeft weet ik niet meer. In ieder geval heeft hij ook nog een toespraak gehouden, waarin hij de soldaten mededeelde dat er 40 eeuwen naar hen keken, of de soldaten hiervan gebloosd hebben, vermeldt de his torie niet, maar om op ons on derwerp terug te komen, ook die soldaten rookten pijpen. Maar ja. hoe gaat dat, in de droge, ruwe was er woestijn sneuvelde nogal eens een pijpje, tenslotte had de fourier er geen meer in voorraad, zodat de soldaten naar andere mogelijkhe den gingen zoeken, om toch maar nicotine in hun lijf te krijgen. Derhalve ging men over tot het roken uit patroonhulzen, men haalde er de bodem uit, en het prototype van de sigaret was ge boren. Toen al de vijanden waren doodgeschoten, en enkele soldaten 14 dagen „zwaar" hadden gekre gen, omdat zij toch nog schoten, terwijl het niet nodig was, (ze wilden namelijk hulzen om te ro ken hebben) kwam er een op het idee, om papieren hulzen te ma ken. Of hij hiervoor een brief van zijn verloofde heeft gebruikt, of een afschrift van zijn geboortebe wijs wordt niet vermeld, maar het sjekkie was er.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 18