Een geloo DE HERVORMDE HEEK lantaóle van Uart en Wanden te Rutten MARSMAN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 11 FEBRUARI 1961 c c leefden zich uit in verluchte handschriften Al leeft de Jood sedert de verwoesting van zijn tempel in de verstrooiing en al verloor hij veel, één tastbare steun bleef hem vergezellen op zijn zwerftocht door de eeuwen: het Boek der boeken! De heilige geschriften, zijn „Tenach" en „Thora", continueerden het reli gieuze denken en beleven van de Jood en vormden bovendien de onbreekbare draad, waarmede hij, na iedere poging tot destructie, telkens opnieuw zijn eeuwenoud cultuurpa troon mocht borduren. Van dit „Groot Privilege" ben ik nimmer zó diep onder de indruk gekomen als op dit moment, nu ik sta voor een eerbied afd Jood met de hand heeft geschreven en verlucht in het jaai vertellen, want deze „Prophetencodex" is een onderdeel var zoals men er in zijn leven geen tweede te zien zal' krijgen ingende Bijbel, die 1105. Ik moet u er meer van sen zeer unieke tentoonstelling Mag ik u voorgaan naar het Joods Historisch Museum? Het is ondergebracht op de tweede verdieping van het Amsterdam se Waaggebouw, dicht bij het Centraal Station. We hebben ge luk: de man wiens meer dan vijftig jaar oude droom met de ze tentoonstelling in vervulling is gegaan, de Joodse kunsthis toricus O. Meyer tot voor kort directeur van het museum wil zijn liefde en zijn inten se eerbied voor de geëxposeer de heilige boeken op ons over dragen. Kijk, daar ligt het boek der Psalmen opengeslagen bij de eer ste pagina, achterin, want zoals u weet leest de Jood van achter naar voren. Een andere schrift kenner voegt zich bij ons en hij leest met ontzag de Hebreeuwse tekst van de eerste psalm: „Wel gelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelo- zen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoel te der spotteren. Maar zijn lust is in des Heren wet en hij overdenkt Zijne wet dag en nacht". David met Nimbus Behalve vanwege zijn ouderdom boeit het boek door prachtige ver luchting. De tekentrant is type rend voor de vroege Italiaanse re naissance. Fijn uitgewerkte bloemmotieven, kinderfiguurtjes en vogels vormen samen een bij zonder mooi randornament. Daar tussen vier miniatuurtjes met voorstellingen uit het leven van koning David. Er dan ontdekken we iets merkwaardigs in dit Jood se geschrift: op het eerste „schil derijtje" draagt David een nim bus, de gouden stralenkrans waarmee de rooms-kathollek zijn heiligen tooit. Ergo: ook niet- Joodse kunstenaars kregen in het verleden opdracht, de heilige boe ken te verluchten. flPVALLEND in vele boeken is de toegevoegde commentaar en de wijze waarop deze in de tekst, ja zelfs in de typografie van de pagina is opgenomen. Daar komt nog een andere merkwaardigheid bij, die ik eigenlijk eerst moet verklaren. Hoewel de Joodse kunstenaars door de eeuwen heen hun rijke fantasie hebben laten uitleven in sublieme versieringen, een „beeldverhaal" is nooit uit hun handen gekomen. De tekst was en bleef het voornaamste. Geen plaatjesboek om te bekijken, maar een boek om te lezen, was hun oogmerk. Zo ontston den de illustraties u itde tekst; zij vormden er een deel van. Schrift als tekening Hoever de verluchters deze techniek wisten door te voeren, is verrassend mooi te zien in een uit Hongarije stammend besnijde- nisboek. Reeds bij de eerste aan- DU prachtige miniatuur siert een in 1477 te Padua met do hand geschre ven liturgisch hoek. De inhoud bestaat uit rituele voorschriften en lofspreuken op de spijzen bij de maaltijden. Dergelijke boeken teer den veelal in opdracht van beroemde rabbijnen vervuardigd. De liefde voorliet boek is iedere Jood aangeboren stelling gaat een heel mooie en heel oude wereld wagenwijd open. Hier is de harteklop van het Jood se volk in beeld en schrift vast gelegd. Hier leren wij de Jood be ter kennen. Hier peilen wij zijn diepste innerlijk, want zijn den ken en voelen weerspiegelt zich in de vele gebedenboeken en ka lenders. in de kunstig bewerkte rollen en in de Haggadoth. De bezoekers van deze tot en met 19 maart durende exposi tie mogen zeker niet uitslui tend kunstminnaars zijn. Alle exegeten (van welke „richting" ook), alle bijbellezers, ja ook u die zegt „maar een eenvoudig mens" te zijn, geven wij de raad, deze „verklaring" van het Oude Volk niet te missen. TON HYDRA verov .•ert de wereld De eerste acht eeuwen Christendom als een reisboek beschreven door Peter Bamm Soms voelt men zich bij de bespreking van een boek als een muis, die een berg moet afgraven. Zo'n boek, dat als een berg op je af komt, dat je voert tot grote hoogten, je onvermoede vergezichten toont, is het bij W. Gaade in een Nederlandse vertaling verschenen boek van Peter Bamm: „Een geloof verovert de wereld". Dit is een wereld- boek. Het verscheen gelijktijdig in het Duits bij de Droe- mersche Verlagsanstalt en in het Engels bij Thames and Hudson en is nu door de onvermoeide zorg van Dick Ouwendijk in een vloeiend Nederlands toegankelijk. Zo n boek kan alleen maar als wereldboek (met een enorme oplage) worden uitgegeven, want het bevat liefst 365 platen in koperdiepdruk en 18 in kleur. En wat voor platen: nog nooit ter Bamm dankbaar voor dit ver eerder, of wel heel zelden, gere- rassende boek en volgden hem produceerde voorbeelden van oud-christelijke kunst, van zeld zame manuscrip- Toen Nero na de brand van Rome een christen-pogrom gelastte, dicong de bezorgde gemeente er bij Petrus op aan, zich in veilig heid te brengen. Petrus gaf aan de trens gehoor en verliet de stad. Op de Via Appia kwam Christus hem tegemoet. Petrus stelde de vraag: „Domine quo vadis?" Heer waar gaal Gij heen? Christus antwoordde, dat Hij naar Rome ging om Zich voor de lueede maal te laten kruisigen. Daarop keerde Petrus in de stad terug, om zijn leven als getuige voor Christus te beëindigen. Dit beroemde Quo Vadis?" heeft Annibale Caracci op dit schilderij in beeld gebracht. -v »o -fc 4 Inderdaad, deze volgens de trad: tie der middeleeuwse handschrif ten vervaardigde miniatuur stelt koning Salomo voor. Maar bij nauwkeuriger bestudering bemer ken wij, dat de contour geheel be staat uit letters. Samen vormen zij een tekst uit het Hooglied. Dat niet alleen het schrijven van de Thora, maar ook de sa menstelling van niet aan strenge rituele regels gebonden boeken, zoals bijvoorbeeld de Pentateuch, een traditie kende, constateren we bij een handschrift van 1310. Dit boek bevat tekstverklaringen van de beroemdste commentator Sjelomo ben Jitshak van Troyes. oftewel Rasji, die leefde van 1040 tot 1105! Roept u die tijd aan de hand van een geschiedenisboekje eens in de herinnering terug. Vrij wel overal in Europa heerste een chaos, verwekt door woeste Noor mannen. De riddertijd stond pas aan het begin, maar de meeste ridders konden lezen noch schrij ven. Zij lieten zich voorlezen door geletterde monniken. Voor het godsdienstig leven was het noodzakelijk dat de clerus zich bediende van voorstellingen: de massa was immers volslagen analfabeet. Maar lang voordat een bewoner van de Lage Landen voor het eerst een letterteken zag (en nog niet kon ontcijferen) las de vrome Jood reeds persoonlijk „de wet en de profeten"-. Al eeu- heilige boeken hem tot geestelijk voed sel en vormden zij het rijkste cultuur bezit van zijn volk. Ongetwijfeld hebben onze voor vaderen uit de eeuwige bron ook cultuur geput. Het zou interessant zijn. de fraai ver luchte folianten van de klooster lingen te kunnen ■vergelijken met de illustraties van Joodse handschrif ten. Zeer beslist zouden we frap pante overeenkom sten ontdekken. Zonder dit ver gelijk is het ech ter ook wel dui delijk, hoe sterk de Joodse ver sieringskunst an dere culturen heeft beïnvloed en anderzijds, dat deze kunst soms De kleuren hebben nog niets van hun gloed verloren in het „Boek der Psalmen". In typisch Italiaanse renaissancestijl is hier de eerste psalm bijzonder boeiend gevat binnen een randornament tail bloe men, ranken, vogels, fubeldieren en kinderfiguurtjes. De tier miniatuur tjes vertollen taferelen uit het leven van kuning David. Mogelijk is op de reproductie nog zichtbaar, dal David op de eerste voorstelling een nimbus draagt. Op het door engel tjes gedragen lint staan de vergulde beginletters van de tekst. gelijke tred hield met de ex pressievormen van het land, waar de Joodse kunstenaar zijn tweede vaderland had gevon den. Zo zien we elementen van de Duitse gotiek in een Hagga- dah uit het begin van de vijf tiende eeuw. Een bladzijde in drtt boek (dat gewijd is aan de uittocht uit Egypte en op paasavond wordt voorgelezen' heeft enigszins de vorm van een glas-in-lood raam. De tafereeltjes, in warme kleu ren, zijn uit het vlak opgebouwd in een tweedimensionale opstel ling (de figuren op een rijtje, zo als u dat bekend zal zijn van bijv. Da Vinci's ..Avondmaal"). De voorstellingen van dit paas- boek brengen ons bij een ander facet van de Joodse verluchtings kunst. Het zijn lang niet altijd re ligieuze taferelen of symbolen die de geschriften sieren. Vaker zien we afbeeldingen van fabeldieren, mythologische figuren, close- ups" van het alledaagse en ande re heel gewone, zogenaamde „pro fane" voorstellingen. Een Amsterdamse „Megilloth" een rol waarop de geschiedenis van Esther is beschreven ver- loont een schitterend gecalligra- feerde tekst binnen een cirkel, waarop de dierenriemtekens voor komen.Ze zijn bedoeld als sym bolen voor do twaalf stammen Is- raëls, met daaromheen een bonte reeks voorstellingen van sierlijke vrouwen, muzikanten, een statie- karos. een huiselijk scènetje en twee gehangenen! Kleinste miniatuur Wat de miniatuurkunst betreft, spant de Estherrol uit de verza meling van Joseph Stieglitz (Tel- Aviv) wel dc kroon. Nauwelijks een duim breed zijn de goudom- lijste medaillons, maar ze zijn minstens zo druk gestoffeerd als een ..schuttersmaaltijd". Op dit zeverrtiende-ecuwse Italiaanse handwerk kijkt men zich de ogen In deze hoogst unieke tentoon- 0OK in het afgelopen jaar zijn er in ons land weer heel wat kerken gebouwd, grote en kleine. Wij kunnen niet zeggen, dat de aanbouw gelijke tred heeft gehouden met de groeien de en zich verplaatsende bevol king van Nederland. Er is ech ter op het gebied van de kerk bouw heel wat gebeurd. En er moet nog veel meer gebeuren. Tot de kleinere kerken, die in het jaar 1960 tot stand kwamen, behoort de Hervormde kerk te RUTTEN, van de hand van de architect J. Schipper te Zaan dam, de eerste die na de laatste oorlog de Prix de Rome voor architectuur heeft verworven. De kerken in de Noord-Oostpol der kunnen klein zijn, omdat de dorpen klein zijn. De grootte van de dorpen, in het bijzonder die, welke het laatst zijn tot stand ge komen, is achtergebleven bij de achtingen. De modernisering Kernen bouwen. Deze samenwerking is op gelukkige wijze tot stand ge komen. zodat de nog ontbreken de kerken voor gemeenschappe lijk gebruik zullen worden ge bouwd. De kerk te Rutten. die wij hier bij afbeelden en die op 30 juni 1960 in gebruik is genomen, is zoals wij reeds zeiden een kleine kerk. Het aantal zitplaatsen is on geveer 230. Het liturgisch centrum bevindt zich in het laagste gedeelte van de kerkzaal. In het hoogste ge deelte vinden wij onder het aLo- pend dak een verenigingszaal, die 80 a 100 personen kan bevatten. Daarboven is nog een zolder, die als knutselruimte voor de jeugd is ingericht. De deur, die op de foto te zien is, geeft toegang tot een grote oni- moetingshal, waarin zich ook het grote raam rechts bevindt. Ach ter deze hal bevindt zich de kerk zaak terwijl links een kerkeraads. kamer aanwezig is. Het balkon behoort tot de grote verenigings zaal. uit het bouwlichaam van de kerk omhoog. Hij vormt er een geheel mee en is toch een belangrijk element in het silhouet van het dorp. Zo staat dan dit doodeenvoudige kerkje in het nieuwe land. De kerkgebouwen zijn in ons vlakke land altijd de kenpunten geweest, die van verre afstand het silhou et van het dorp bepaalden. In vele grotere nederzettingen is dit tegenwoordig niet meer het geval, omdat vaak torenhoge flat gebouwen het geheel overheersen. Gelukkig is het in de kleine dor pen van het nieuwe land nog de kerk met haar toren, die aan de nederzetting haar uiterlijke vorm geeft. Een nederzetting met een ongekunsteld karakter, die een eenvoudig, als het ware argeloos daar neergezet kerkgebouw vraagt. Aan deze opdracht heeft dc ar- chitekt in Rutten op een buiten gewoon gelukkige wijze voldaan. ten. van onbekende, schiedenis van het vroege christendom van de grootste betekenis zijnde, plaatsen. .,Er zal op het terrein van do kerkgeschiede nis wel nooit een boek verschenen zijn, dat zich op illustratief gebied met dit boek kan meten" zegt prof. Zending De oorspronke lijke titel luidt „Weiten des Glau- bens". Dat is uit nemend gedefini eerd. want dit 365 pagina's tellende boek met zijn 365 illustraties opent werkelijk werelden. De opgang De toren woners. Thans blijkt, dat buiten het hoofddorp Emmeloord geen enkele kern deze grootte bereikt. De oudste, Ens en Marknesse, hebben ongeveer 1200 inwoners be reikt, de latere komen niet ver der dan 400 a 500. Het is duidelijk, dat een der gelijke geringe omvang, ook al is een zeker landelijk gebied rond om de kern voor zijn maatschap pelijke en geestelijke behoeften op deze kem aangewezen, te klein is om een levenskrachtige kerk- de verschillen- onderhouden. Samenwerking De Ned. Hervormde Kerk heeft nog kans gezien in 1960 in Rut ten. Bant en Nagele een zelfstan dige Hervormde Kerk tot stand te brengen. Voor de nog overge bleven dorpen Crell, Espel c was gebouwd, is samenwerking gezocht met de Gereformeerde Kerk om voor gezamenlijke reke ning in ieder dorp één kerk te Met de toren is nog iets bijzon ders het geval. De overheid ver leent in de Zuiderzeepolders sub sidie voor kerkbouw. Deze subsi die bedraagt 40 procent van de theoretische bouwkosten, hetgeen neerkomt op gemiddeld één derde deel van de werkelijke kosten. Daarenboven verleent zij in ie der dorp een extra subsidie voor één kerktoren. Deze subsidie valt om de beurt aan de verschillen de kerkgenootschappen ten deel. Gewoonlijk kiest men daarvoor een kerk, die zich door haar lig- Sing in het dorpsbeeld het best aartoe leent. In Rutten kwam de Hervorm de kerk in aanmerking gemakkelijk een toren te ontwer pen. die een zodanige hoogte heeft, dat hij het dorpsbeeld be heerst. Geslaagd De architect is hierin met zeer eenvoudige middelen geslaagd. De toren, die gebouwd is uit drie zui len. rijst op een logische wijze Völkerkundc, twaalf Inleidin gen tot dc problematiek. Uitga ve Verlag C. H. Beek te Mün- chcn. Acht wetenschappelijke mede werkers van het Frobenius-insti- tuut" van de universiteit van Frankfurt hebben in deze bundel opstellen getracht de volkenkunde dichter tot de belangstellende leek te brengen. Zij zijn uitge gaan van de gedachte, dat in een tijd waarin steeds meer volkeren zelfstandigheid krijgen de volken kunde geen louter academische aangelegenheid is. doch actuele problemen kan belichten. Daar toe zijn de opstellen geschreven ..met heimwee om wat spoedig verloren zal zijn gegaan", en in het besef, dat de roerige stromin gen in Afrika en Azië niet begre pen kunnen worden zonder een belichting van oude culturen. In zijn inleiding houdt de bun del zich bezig met een uitvoerig Voor U gelezen overzicht van de benaderingswij zen. beschrijft vervolgens enkele kenmerkende perioden uit de ont wikkelingsgeschiedenis van wat met reserve natuurvolkeren ge noemd worden en komt tenslotte tot de conclusie, dat volkenkun de voor onze tijd een onmisbaar hulpmiddel is om de politieke en economische evolutie te verstaan. Een uitvoerige literatuuropgave besluit het boek en daarin vindt de leek wellicht ook een meer po- Sulaire verklaring van enkele ier als bekend veronderstelde begrippen. Bijbellezen met de kerk, door Dom. Célestin Charlier O.S.B., vertaald door de monniken van de St. Paulusabdij te Ooster hout. Uitgave J. J. Romen en Zonen, Roermond-Maaseik. Dit voor Rooms-katholiekcn be stemde boek is een verblijdend bewijs van de toenemende be langstelling en aandacht aldaar voor de Bijibel. Een zorgvuldig en deskundig samengestelde studie als deze wil daarbij op allerle; wijze helpen, door In te lichten over het ontstaan van de Bijbel, over de wereld waarin hij tot stand kwam, over zijn boodschap, zijn uitlegging, zijn verhouding tot de weterschap, tot de kunst enz. Zeer vele onderwerpen worden behandeld op een wijze die ook de ontwikkelde Protestant zal boeien. in Schrijvers prentenboek Het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecen trum te 's-Gravenhage is bezig niet een serie, genaamd S c h r ij- vers Prentenboek, wel ke serie in dc handel gebracht wordt door de Uitgeverij De Be zige Bij te Amsicrdam. Ais vier de deel is nu een bock aan de dichter H. Marsman gewijd. Marsmans jeugdvriend Arthur Lehning heeft de Inleiding ge schreven, waarin hy terecht op merkt: „Een Prentenboek is geen zwaarwichtige literaire stu die. Het is ook geen close up, die een biografie kan vervangen. Maar de incidentele feiten, de enkele details, werpen toch wel een verhelderend en soms tevens genuanceerd licht op de figuur van de schrijver, plaatsen hem in zijn tijd en temidden van zijn tijdgenoten, zij laten iets zien van zijn literaire en andere oc cupaties en kunnen bijdragen tot een menselijker en levendiger contact met zijn werk." Paulus tot Bo- nifatius. Met een later nimmer ge ëvenaard elan heeft de vroegere chris- tenheid aan het zendingsgebod voldaan en het Evangelie gepredikt tot aan, ja zelfs tot over de grenzen van de toenmaals bekende wereld want streken waar nog nimmer of zo goed als nooit een Europeaan de voet had gezet, zoals India en China, werden het werk gebied van de Evangeliepredikers. In een inleidend hoofdstuk „Maar toen de volheid des tijds gekomen was tekent Peter Bamm de politieke en culturele voorwaarden voor de opgang van het christendom in deze oecume ne. Het tweede hoofdstuk „Mys terie van het begin" is voor een groot deel gewijd aan de zen- dingsarbeid van Petrus en Pau lus; terwijl het derde hoofdstuk „Eeuwen van zwijgen" de aan dacht vestigt op de gebieden tus sen de Kaspische Zee cn de Ara bische woestijnen: Syrië en Ana- tolië. eens de centrale gebieden van het nieuwe geloof, waar een stralend Christendom geschitterd hoeft in een rijke cultuur. Dit al les is ondergegaan in eeuwen van Mohammedaanse overheer sing. maar nog getuigen oude bouwwerken en ruines, hand schriften en voorwerpen van ker kelijke kunst van dit indrukwek kende christelijke verleden. Wereldzaak Het vierde hoofdstuk „Roma Aeterna" voert op bekender ter rein: het Christendom wordt een wereldzaak. Het hoofdstuk over „Het gouden Byzamium" vertelt hoe de christelijke traditie be waard gebleven is in vertrouwde handen. „De periferie der oude wereld" voert naar India en Chi na, waarmee Byzantium reeds vroeg bctrekküigen heeft gehad: de Thomaschristcnen zeggen te rug te gaan op de apostel Tho mas, van hieruit is China reeds In de 8e eeuw of nog eerder met het Evangelie in aanraking ge weest. Dan volgen de oude vol ken in rijke stoet: Armenië, Georgië, Perzlë, Arablë, Ethio pië. Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan Noord-Afrika. het gebied „Tussen Oost en West", dc voortgang van het Evangelie In Spanje, in Ierland en Brilan- nië, Gallic, de Lage Landen, Ger- manië en reeds is dc lezer na deze reis aangekomen in de Westerse Middeleeuwen. Dit engelenkruis uit het jaar f ■s het werk van een Test gotische smid in Spanje. Hel bevindt zich de schatkamer van de kathe draal te Oviedo en is versierd juwelen, gemmen en meeën. Het is een meesterwerk t de periode, toen het nieuwe Europa als een ware phoenix uit de as der ten ondergegane klassieke wereld oprees. Het met stralen omkranste hoofd van de speerdragcr op de Fran kische figuursteen uit Nieder- dollendorf bij Königswinter plaatst de icetenschap i raadsels. Dc Dc rand is 'sierd r Germaanse dier-ornamenten. Mer heeft de speerdrager wel als Wodan aangeduid, maar de Ger maanse kunst kende dc nimbus, de stralenkrans, niet. Dat sym bool van heiligheid komt uit het Oosten. Pas met het Christendom is het de kunst van het Noorden binnengedrongen. Het moet nok het uerk zijn run een gedoopte heiden, die sich de Christus niet anders kon voor- stellen dan als een jonge oorlogs god, precies als de goden, die hij vroeger kende. Pijpen van de dichter betekenen Men ziet proeven van zijn hand schrift (de drie specimina op bl. 5 lopen wel zeer uiteen!), zijn geboortehuis en het Broederplein te Zeist, zijn ouders en school vrienden, men leest vroege ge dichten en brieven, titelpagina's en drukproeven, men ontmoet al kijkende literaire vrienden zo als Ter Braak en Du Perron, leest karakteristieke citrten, tot op de laatste pagina, onder een goede foto van de gevoelige en wils krachtige. bezige handen van de .lichter de tekst wit wordt tegen het zwart van de, lang voorvoel de, dramatische dood. Lehning schrijft in zijn woord vooraf o a. nog over „de bijzon dere aantrekkingskracht, die Marsmans poëzie nog steeds .uit oefent ook op de jongere gene raties". Zo'n uitspraak is moei- ,ijk te cntroleren. Wel heb ik de ndruk. dat Marsmans poëzie dc na-oorlogse tijd beter te boven s gekomen dan het dichtwerk van Slauerhoff. De poëzie van deze laatste dreef op het roman tisch en non-conformistisch sen timent; de slordigheden, hieraan inhaerent, nam men op de koop toe (een zeerover ziet er nu een maal niet netjes uit). Maar nu Je verschrikkingen van de twee de wereldoorlog zoveel erger ble ken te zijn dan de stoutste fan tasie zich kon voorstellen, is het pikante bij Slauerhoff eraf. Mars man was zeer bekommerd om een gave. vuurvaste en de tijd verdurende vorm. Is dat zijn be houd als dichter geworden" C. R. Pelgrimage Het boek van Peter Bamm is een machtige pelgrimage naar het christelijk verleden. Het openbaart op een dikwijls ver rassende en indrukwekkende wij ze. welke krachten het vroege Christendom geïnspireerd hebben tot een enorme ontplooiing. De schrijver, die reeds eerder met zijn bock „De onzichtbare vlag" dc aandacht op zich vestigde is de Duitse arts Curt Emmerich, die als staf-arts aan het Oost front zich is gaan bezinnen op wezen en bronnen der Westerse beschaving. Vanuit het ontker stende heden heeft hij het spoor terug gevolgd. Hij heeft op deze tocht onvermoede schatten aan het licht gebracht. Zijn boek is dan ook niet alleen een heront dekking van het wezenlijke Christendom zelf geworden, maar ook van de rijke, veelzijdi ge kunst, die het voortschrijden de Christendom in zijn opgang heeft begeleid. Als men de vele afbeeldingen in het boek bewon dert, komt men diep onder de in druk van deze waarheid, dat de kerk niet zonder kunst denkbaar is. De kunst is de graadmeter van het christelijke leven zelf. Het vroege Christendom, dat zo sterk leefde vanuit het eschatologisch besef (waarom het vervuld was van een enorme zendingsdrang) heeft zijn culturele taak hier op deze aarde nimmer veronacht zaamd. Dat sluit elkaar niet uit: de Hemel verwachten en tegelijk aan de aarde werken als aan een schone tuin van God. Wij zijn Pe- zijn. Ook hier of het monument als een chris telijk werkstuk kan worden aan gemerkt. Hel kruis is ook in prae-christelijke tijd in de Ger maanse kunst herhaaldelijk aan gewend. maar de figuur in het bovengedeelte omvat het kruis met beide armenEen sym bool van het pasbekeerde Germanic?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 17