STOPLICHT
De reizende sneeuwpop
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1961
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
III! Ill 111
l^ilJN goede vriend Gerrit Geitemeiter zag mij niet: hij was vol aandacht voor
de bemodderde nummerplaat van zijn motor. Met een zuinige vinger streek
hij wat modder weg, deed een pas achterwaarts, keek weer, aandachtig als een
kunstkenner, en schudde verdrietig zijn hoofd.
Ik verliet mijn wagen. Gerrit bukte zich bliksemsnel en deed een nonchalante
greep in de modder. Ik dook, dacht dat het voor mij bedoeld was. Toen ik opkeek
droop de vettige troep van de nummerplaat: de cijfers waren onleesbaar.
HET deed me wat: motorrijders smijten
niet met modder naar hun voertuigen.
Motorrijders poetsen net zo lang tot lak
werk en chroom de zon vasthouden en
meevoeren, wanneer de machine- de be
rijder langs de wegen sleurt. Ik zei:
„Maar Gerrit, wat doe je nou?" Het
klonk ontsteld, terecht.
Gerrit keek, zijn glimlach was hartver-
overend breed. Hij zei: „Allemensen,
Kees, waar kom jij vandaan?" Samen
keken we naar de bemodderde nummer
plaat. Gerrit was diep onder de indruk:
,,Ja, je moet wel, nietwaar. Het is an
ders niet meer te betalen".
Ik begreep. „Hoeveel?"
„Dat weet ik nog niet. Kijk, ik dacht
deze keer, Gerrit dacht ik, je bent niet
goed wijs, dat je die giroformuliertjes zo
gehoorzaam invult. Gerrit jonge, dacht ik,
Gerrit :laat het er eens een keertje op
aankomen. Je kan, bij wijze van spreken
ter ongeveer en toen ben ik achteruit te
ruggereden. De rechter vond dat heel
mooi van me. Hij ?ei: Beter ten halve ge
keerd, dan ten hele
Gerrit onderbrak mij geagiteerd: „Maar
ik ben ook teruggegaan, dat heb ik die
agent ook verteld. En nou zou ik niet we
ten waarom jij wel mag terugkeren en
ik niet. Dat zal ik die rechter wel eens
even haarfijn schrijven. Hij moet niet den
ken dat ik met me laat sollen: gelijke weg
gebruikers, gelijke bekeuringen.
Eerlijk gezegd: Gerrit was helemaal
door het dolle heen. Hij zou de rechterlij
ke macht wel eens even te grazen nemen,
zei hij. Hij zou dat allemaal wel eens even
subtiel uitspelen. Ze zouden daar bij die
rechtbank allemaal perplex staan, zei hij.
de appel van de stam
nooit weten hoe
valt".
„Wat heeft je vader er mee te maken?"
Een begrijpelijke vraag, nietwaar? Ger
rit keek mij niet begrijpend aan en zei:
„Hoe zo? „Nee laat maar", antwoordde
ik afwerend, want ik herinnerde mij dat
Gerrit nooit een van de intelligentsten is
geweest. Om hem af te leiden vroeg ik;
„Wat heb je uitgespookt?"
„Door een stoplicht gereden. Tenminste
dat zeggen ze, maar ze zeggen zoveel. Als
het waar is, wat ik altijd nog heel even
betwijfel, dan kunnen ze toch altijd nog
even beleefd vragen of ik er soms ook iets
van afweet, en daar zit 'm nou de kneep
„Hebben ze je dan zomaar een boete
opgelegd?"
„Jazeker, zomaar gewoon. Kijk, en dat
neemt Gerrit nou toch 's even lekker niet.
Als Gerrit niet zo zuinig was geweest en
een gewone bromtol had gekocht, dan had
Gerrit gewoon door alle stoplichten kun
nen rijden en geen haan had er naar ge
kraaid, want bromtollen hebben geen num-
*-*— i de
IK suste. Gerrit begreep het deze keer
wel: „Natuurlijk, d'r is natuurlijk
wel zo'n snurker, hoe heet zo'n man, een
agent geloof ik, nou die is natuurlijk bij
me geweest, en die heb ik 's haarfijn ver
teld hoe dat stoplicht in mekaar zat. Nou,
hij schreef alles precies op. precies zoals
ik het 'm zei, maar lauw hoor: gewoon een
girobiljetje. Wat wil je? Die juffrouw van
de»Jus.titie kan -geen. klap zien en d'r
weegschaal Hangt nog scheef ook. Gewoon
een girobiljetje: 25 pop".
Ik zei: „Ik ben ook 's door een stop
licht gereden.
Gerrit zei: „Hoe kom jij nou zo stom
door een stoplicht te rijden. Je bent toch
niet kleurenblind, wel? Rood is rood en
als het rood is stop je, dat is nogal duide
lijk, nietwaar'"
De rollen waren omgekeerd. Ik knikte
schuldbewust en zei timide: „Het was
maar een klein stukje, tweeëneenhalve me-
V..
Door
AAD GRESHOFF
TFTIJ schreven de officier van justitie en
VV maakten hem duidelijk.- dat Gerrits
overtreding niets meer of minder was dan
bittere noodzaak. De officier was niet on
der de indruk en schreef terug, dat de
verbalisant <dat is die Jongen die mij
te grazen heeft genomen, zei Gerrit) een
andere mening was toegedaan en dat de
gang van zaken op het kruispunt anders
was, dan wij hadden vermeld. En dat on
ze brief met het nader rapport van de
verbalisant (die kerel geloven ze natuur
lijk wel en mij niet, zei Gerrit) bij het
proces-verbaal gevoegd zouden worden ter
kennisneming voor het geval onze zaak ter
zitting zou worden behandeld.
Gerrit werd toen uitdagend, zo van „dat
hebben wij 'm toch maar weer eens ge
leverd". tot de dagvaarding kwam He
lemaal ontdaan kwam hij toen bij me en
sliste: „Moet je nou 's kijken, die is bü
de wilde spinnen af."
We lazen samen. Dagvaarding van ver
dachte, stond er en verder: Om te ver
schijnen ter rechtzitting teneinde terecht
te staan dat hij als bestuurder van een
tweewielig motorrijtuig, daarmee rijden
de over de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, gekomen zijnde op al
thans bij geen gevolg heeft gegeven
aan een in het belang van ...door middel
van een lichtsignaal, vanwege het daartoe
bevoegde gezag enzovoorts. Het kwam
er op neer dat verdachte door een licht
signaal was gereden en dat niet had mo
gen doen en of verdachte, tenzij hij het
nog wilde afkopen, maar wilde komen op
biechten. Getuigen en deskundigen mocht
hij meebrengen „Nou", zei Gerrit triest,
„ik neem jou toch zeker mee".
DE rechter zat bepaald niet op Gerrit
te wachten. Hij zat met twee andere
zwarte mannen op een schavotje en keek
met een wijze glimlach naar een enorme
groep bejaarde en hoogstbejaarde manne
tjes. die gezellig keuvelend bijeen groep
ten in de zaal „Allemensen". zei Gerrit,
„allemensen. de kranten moeten nodig
schrijven over de toenemende jeugdcrimi
naliteit." Het was een verademing hem
dat te horen zeggen: de hele middag had
hij mij aangesproken met edelachtbare,
Het duurde uren voor Gerrit's grote
scène kwam. Af en toe maakte een jon
geman zich los uit de groep ouwetjes en
dan werd die jongeman vermanend toe
gesproken door de rechter. Toen Gerrit
eindelijk aan de beurt was begrepen wij
dat de bejaarde mannen alleen maar in
de zaal waren omdat het er warm en
Eenzaam stond mijn vriend daar.aan de
balie tegenover de drie hooggezeten zwar
te mannen. Hij luisterde nauwelijks naar
de woorden van de aanklager; het was
duidelijk dat die voor hem had afgedaan.
Pas toen de rechter vroeg of de verdach
te er nog iets aan had toe te voegen of
af te doen, haalde Gerrit diep adem: „Ja,
kijk u's hier, edelachtbare, ik ben een
sportief motorrijder, en ik weet heus wel
dat er regel moet zijn in het verkeer an
ders wordt het een chaos, maar ik vind
het geen werk, dat ik hier aangeklaagd
moet worden, enkel en alleen omdat ik
tweeëneenhalve meter door een rood licht
je ben gereden. Ik zag dat licht niet, en
dat kan voorkomen, dacht ik zo. en ik ben
toch direct teruggegaan toen die agent het
tegen me zei..
TTIER greep de rechter in. Hij zei: „De
verbalisant zegt, geen contact met u
te hebben gehad. Wilt u het betreffende ver
keerslicht eens beschrijven?"
„Nou gewoon", zei Gerrit, „drie licht
jes boven mekaar en aan de andere kant
van de weg stond een glazen hokje met
een agent er in. Hij riep nog tegen me en
nou vind ik het geen werk, dat hij dat
niet eerlijk toegeeft. Ik vind, dat jullie
die juffrouw Justitia die doek eens van
haar ogen moesten halen. Als eenvoudig
motorrijder tel je hier natuurlijk
Gerrit werd grof; de rechter bleef glim
lachen. Hij onderbrak de woordenvloed
van mijn vriend en zei: „Het verkeers
licht dat u daar beschrijft is een kruis
punt verder opgesteld dan het verkeers
licht, dat in de dagvaarding wordt ge
noemd. Ik moet dus aannemen, dat u door
twee stoplichten bent gereden. U boft:
mijn tarief voor deze overtredingen .is vijf
tien gulden. Hebt u nog iets te zeggen?
Gerrit zei: „Hebben ze hier dan meer
dan één stoplicht". De bejaarde achter
hoede gnuifde.
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
78. „Ik kan julle geschenk toch niet
aanvaarden, edele vrienden", zegt de
man nu, „het dier is te speels." De
heer Haas kan met hem het oerwoud in
gaan en dan naar nieuwe museumstuk
ken gaan zoeken." Dat voorstel wordt
met algemene stemmen aangenomen en
de heer Haas vertrekt op de ezel, nage
wuifd door de anderen. Wordt het geen
tijd om deze wereldreis af te breken en
weer eens naar huis te gaan?" vraagt
Egel en Murr knipoogt begrijpend. Ze
besluiten terug te keren naar de be
woonde wereld.
1. Het besluit om weer naar de be
woonde wereld te vertrekken is gevallen
en het gezelschap wandelt naar het
Strand. „Ik zou wel eens willen weten,
of we geen matroos op een schip zouden
kunnen worden?" zegt Egel, „wat denk
jij Murr?" „Ik zou liever stuurman zijn",
roept Zwijntje, „maar natuurlijk nog
liever kapitein". Intussen komt de man
voor wie z\j alle serviesgoed hebben ge-
wassen, aandragen met een landkaart.
„Wat is dat? Een zeeroverskaart?" vra
gen de jongelui nieuwsgierig
(Vervolg)
De hele dag, de hele
nacht liep Anouk verder
naar het noorden. Nu en
dan ving hij iets op van de
gesprekken van de mensen.
Altijd hadden ze het over
het weer en dat het spoe
dig zou gaan dooien. Alleen
in het noorden bleef het
koud. Dus zette Anouk on
verdroten zijn reis naar
het noorden voort. Hij ge
noot er van. De nachten
waren heel koud, en soms
sneeuwde het en soms vroor
het alleen maar. Tegen de
ochtendstond, als het héél
koud was, kon Anouk van
louter vreugde gaan hard
lopen, waarbij hij met ge
mak over de grootste hin
dernissen sprong. Zijn wit
te lijf was hard en stevig
geworden, de oude hoed zat
aan zijn hoofd gevroren, de
rode winterpeen, waarvan
zijn neus was gemaakt,
krulde dan van pleizier.
De twee zwarte kolen, die
zijn ogen vormden, schit
terden van geluk. O. Anouk
vond het heerlijk om te le-
Hij vermeed de grote ste
den. waar de sneeuw reeds
lang in een vieze modder-
brei was veranderd. Hij
vermeed de grote wegen,
waar sneeuwploegen zich
een weg baanden door de
witte massa, opdat het ver-
keer niet zou worden opge
houden. Anouk stoorde zich
daarbij maar aan één rich
ting: het noorden. Aan de
sterren en overdag aan het
schrale zonnetje zag hij,
welke kant hij moest uit
gaan. Want omdat hij ge-
mél woonden, wist hij al
les van sterren en winden
en zon en maan. Soms keek
hij om en snoof diep de
lucht op. Daar, ver achter
hem. kwam de lente. Hij
róók haar. In het zuiden
was de wind al gedraaid,
daar smolt de sneeuw van
de straten en daken, daar
brak het ijs op de rivie-
door
Thea Beekman
ren, daar begon de zon el
ke dag warmer te schijnen
en daar viel soms regen,
lauwe, zachte regen, die de
modder van de wegen
spoelde. Maar in het noor
den heerste nog de winter,
daar vroor het elke nacht
en dikwijls sneeuwde het
midden op de dag. Daar
bleven de mensen nog zo
veel mogelijk binnenshuis
en ze wisten niet hoe er
een echte, levende sneeuw
man over de kale velden
sjokte, met in de ene hand
een bezem.
Rusten deed Anouk
meestal overdag, op een
koud. beschaduwd plekje,
waar de zon of de milder
wordende wind hem niet
kon bereiken. Reizen deed
hij het liefste 's nachts. Zo
kwam hij in de bergen.
Daar was het heerlijk koud,
de sneeuw lag heel hoog,
veel mensen woonden er
Op een dag in april be
steeg Anouk een hoge berg
top. Hij was moe van het
klimipen en reizen. Die
hij:
Op die bergtop zal lk
kunnen slapen, daar komt
de warme lentewind voor
lopig nog niet. In het dal
is het gevaarlijk voor een
sneeuwman, want daar
wordt het midden op de
dag al warm. Hoe ver zal
ik nog moeten lopen om
het land. waar het altijd
winter is. te bereiken? Dat
het noorden liggen.
Hij zuchtte, leunde op
zijn bezemsteel en keek
neer in het dal De zon
was Juist achter hem op
gegaan een vuurrode
bal, koud en ver.
(wordt vervolgd)
ONZE BRIEVENBUS
Hoe maken jullie het alltemaal? Erg teleurgesteld dat het Us weer zo gauw
weg was? De meeste van jullie hebben toch nog wel een middag kunnen
szhaatsen heb ik wel uit de brieven begrepen. Ik vind het fijn. dat het Is gaan
dooien hoor! Jullie kunnen toch rolschaatsen en dat Is ook een heerlijke sport.
Deze keer heb lk veel tekeningen en gedichten gekregen. Ik was er erg
blij mee! Allemaal hartelijk bedankt! Als er plaats ls krijgen de gedichten
een plaatsje in de krant, als ze tenminste door jullie zelf zijn gemaakt. De
oplossing van de vorige puzzel Is; horizontaal (van rechts naar links), veer,
slee, peen, huis, kip en spaarpot, vertikaal (van boven naar beneden) sneeuw
pop en vogelnest.
De hoofdprijs krijgt Helml de Ru. De troostprijzen gaan naar Maaike
Schelling en Wim Smits.
Hiep- hiep- hoera. Sjanie Berkhout, Arie Bosman, Mlentje de Gana, Ineke
van Herp, Dickie Roest jjj 1 J
i nichten.
Willy Zaalberg, allemaal hartelijk gefeliciteerd
Correspondentie betreffende deze rubriek
aan de heer W. Jurg, Vrederustlaan 176
Den Haag.
Opdracht en tegenopdracht
In probleem no. 612 van v. Dijk valt het
accent zeer zeker op het fraaie en o.i.
originele slotmotief. Niettemin bevat ook
de ouverture enkele aardige momenten.
De problemist droeg dit vraagstuk aan mij
op. Mijn erkentelijkheid voor deze geste
betuig ik met no. 613, dat opgedragen
wordt aan onze Dordtse probleemvriend en
medewerker.
Nb. 612 M. v. Dijk, Dordrecht
Beide problemen tellen voor de ladder
wedstrijd.
Oplossingen in te zenden binnen dri
weken na plaatsing der problemen!
Oplossingen
No. 613 W. Jurg, Den Haag
No. 602 (Hans Rotteveel)
Zwart: 8. 9. 13. 14, 15, 17. 19. 20, 22. 26.
Wit: 23. 25. 28. 30. 33. 37. 39. 42. 43. 50.
Opl.: 23—18 (22—27 gedw.i, 28—23 <13x22
gedw.). 3328 (eerst 3731 is ook moge
lijk). 50x39, 37—31, 30—24. 39—34. 25x3
<9—13 gedw.), 3x25 (13—18). 25—39 (15—20).
39—25, 25—9 (18—23), 9—13 (24—29). 13—9
Aardig zijn de inleidende dwangzetten.
Jammer, dat op enkele momenten zetten
verwisseling mogelijk is.
No. 603 (J. v. d. Boogaard)
Zwart: 6/14, 16, 20, 23, 24, 29.
Wit: 17, 21. 22, 27. 32. 35. 38. 40/44. 47.
Opl.: 35—30, 22—18, 32—28, 43—39, 19x39,
38—32, 42x11. 44—39. 41—37. 47x7 en wint.
No. 604 (M. v. Dijk)
Zwart: 6/8, 10. 12. 14. 15. 21. 22. 25. 26,
27. 35.
Wit: 16. 19. 23. 24. 32, 33. 34. 37 41
Opl.: 24—20, 37^-31! 38—32. 16x20, 34x5.
5x50 (12—17), 50x11, 4137 en wint.
No. 605 (M. v. Dijk)
Zwart: 6. 10. 12. 14. 17 19. 22. 25, 26, 28.
Wit: 11. 21. 23. 29/32, 34, 37 39.
Opl.: 30—24, 23—29. 29—24, 11—7, 21x12,
3429, 32x5, 5x46, 46x2 en wint.
No. 606 (Leen de Rooy)
Zwart: 1. 4. 6. 13. 18/20, 22, 26. 28, 32.
38, 45.
Wit: 11, 15, 17, 21, 24, 29, 30, 35, 37, 41,
43, 44. 47, 49
Opl 30—25, 15x24. 29—23, 44—40, 43—39,
47—42. 49x9, 11—7, 22x8, 35—30, 37—31,
3024, 25x12 en wint.
No. 607 (Leen de Rooy)
Zwart: 2. 3. 7 10. 13. 24. 26. 29. 30. 44.
Wit: 17 19. 21. 22. 27. 32. 37. 40. 45. 47. 49
Opl 49—43. 45—40, 43—39. 17—12 (26x28).
32x25 <7x18 ai. 20—14, 25x5 <8—13 b). 19x8
(3x12 b». 5—28 (2—7. op 2—8 volgt 28—11 met
altijd 11—2), 28—6 <18—23), 6—33 (12—18).
33—17 en wint steeds door 17—12.
a) De auteur gaf deze zet als gedwongen
aan. We zijn het daar echter niet mee eens
Zoals enkele oplossers aangaven is nl. het
volgend spel remise' (8x17), 2014. 25x5
<3_9,. 5_io (17—21). 10—4 (21—26), 4x1
<2631), 123 waarna zwart door 27 en
3137 remise maakt.
b) (2x13), 5x28 (3—9), 28—10 (18—22),
10—32 (13—18), 32—19 (22—27), 19—13 en
Dit eindspel bevat een aantal fraaie
winstgangen. Jammer, dat het probleem als
zodanig faalt door de aangegeven remise
variant. Als gevolg daarvan moeten we dit
vraagstuk dan ook voor onze wedstrijd
laten vervallen.
Correspondentie
J. W., Den Haag. Dank voor uw proble
men. Binnenkort hopen we ieta op te
nemen.
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1. jongensnaam, 5. plaats op een eilandje in 't O.
van het Bodenmeer in Beiers Zwaben. 10. gem. in Gelderl., 12. vis,
13. zuivelprodukt. 15. hijswerktuig, 17. nors. 18. aanloop, 20. wa
terketel (Z.N.), 22. maanstand. 23. bekende afkorting. 25. eerwaar
de heer <afk. Lat). 26. water in Friesland, 27. troubadour, 31. ri
vier in Italië, 32. voedsel, 34. licht weefsel, 41. nevenschikkend voeg
woord. 42. oude rekening (afk), 43. voorzetsel, 44. uitroep. 45. spleet,
47. breuk, scheur, 49. beroemd duits wijsgeer, 51. bekend dier,
53. chef van het personeel, 55. kanton in Zwitserland, 58. meisjes
naam, 59. maat, 60.'bekende.
Verticaal: 1. wortelstok van een tropische plant, veelal gedroogd
en gekonfijt, 2. als 10 hor 3. gekheid. 4. gebod. 6. voorzetsel,
7. op die plaats. 8. bloeiwijze. 9. stad in Ierland, 11. muzieknoot,
14. aardsoort, 15. banknoot (afk), 16. lengtemaat (afk), 17. bood
schapper, 19. voorzetsel. 21. vreemde munt, 24. mount (afk), 27.
masker. 28. sluiskolk. 29. opstootje. 30. water in Z.H 33. gem. in
Friesland, 35. bijwoord. 36. eer. 37. boom. 38. zijtak Donau. 39. zij
tak Donau. 40. een der Ver. Staten, 45. gedeeltelijke breuk. 46.
deel van de mast. 47. kanaalpeil <afk>. 48. uitgesmolten stukje vet,
50. vogel, 52. bijwoord, 54. vaarwel, 56. lidwoord, 57. per expresse
(afk).
9. os. 10. offer. 12. el. 13. nu,
15. Varik, 17. aan. 18. als. 19.
spa. 20. het, 25. ik. 26 L.S., 28.
Simon. 29. A.K 31. amber, 32.
mi, 33. nadat, 34. pot, 36. Oss,
37. elk, 39. ges, 44. Ot. 46. m.s..
48. takel, 50. ekster, 51. Aa, 52.
mg, 54. Eersel, 55. komma, 57.
tap, 58. Ilim, 60. Don., 61. dam,
63. baan. 67. A.B.. 68. Rs. 70.
we, 71. Lt, 73. Ni, 74. s.l.
OPLOSSING VAN DE
VÓRIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. gebbe, 6. ba
ron, 11. kan, 12. een., 14. les, 16.
fa, 18. aldus, 20. ha, 21. fakkel,
22. P-eter, 23. en. 24. si. 26. la.
27. Ti. 28. sta. 30. kas, 32. man,
34. pi. 35. k.o., 37. ei, 38. Ag,
40. soms, 41. sabel, 42. Oder. 43.
To. 44. os. 45. km, 47. as, 49.
net, 51. arm, 53. set. 56. at. 58.
ia, 59. Gd, 61. do. 62. Kassei, 64.
oorlam. 65 e.p 66. Maarn, 69.
mm. 70. wel. 72. bas, 73. nes.
75. verto. 76. dille
Verticaal: 2. EK. 3. banket,
4. Bn, 5. rede, 7. ai, 8. reseda,
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a s. op ons bureau ver
wacht Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden „Puzzel-
oplossing". Er zijn drie prijzen
een van 5.— en twee van 2.50.
pa
meer broertjes ter Verboeven, waarom kreeg ik
krijg lk van Jou geen brief? Bedankt voor Je
r* )ie gedichtje. Heieen Verha-
Hoe ls bet met Je lip?
Heidi" Jij' bent wel erg Hans Verkerk schrijf Jij de vol-
en. Wat gende keer een brief? Ook JU
,Je bent-wordt hartelijk bedankt voor Je
mooie gedichtje Ria Vermaas. Ge
tekening we'dlg hoor. dat JIJ al Juffrouw
- n-/andeier
Van Jou
■lef Jaap Ver-
iuk zo'n klein kindje,
:t? Is de knikkerzak al
leb jij nog meer broer-
jlj tjes en zusjes. Ineke Verniers?
an Heb JU geen zusjes TJeerd Visser?
JU Waar ligt Hoogkerk? Mocht JIJ al-
logeren? Ja lk vind dl
oekers ook griezelig, hooi
- dik ge-
gelles had,
iefje bij? Wat Jammerde keer een lange Je
dat ik van Jou zo n kort briefje kleedje mooi geworden. Ttnie
kreeg. Margriet Rietveld. Ben je Schokker? Hoe ls het met Je moe-
u, ljS 8eweest? Wat ben der? Schrijf Je het gauw? Was het
jij verwend op je verjaardag. Mar-gisteren groot feest? Hoe is hel
Men de boeken? Har- met de zieken. Wllma Schoneveld?
i-iZlJn
we,1schaat'e'mmer d|"' h» 1""' pl" v' d v",t' Heb M helemaal
oen gebruiken "sja^Vvan'nibou""1®1 V 1' ''J®
Heb Je al veel foto's? Watvr,end t>«ter? JIJ fietst zeker
grappig dat JIJ nog zo'n klein wel vaak? Jij hebt wel grootse
broertje hebt. Annie van TUborg? plannen Ada van Vliet. Zijn de vo-
Jij hebt al veel van het ijs geno- geitjes nog bij Jullie? JIJ hebt
ren Kan je goed schaatsenrijden? prachtig postpapier. Hartelijk
THemstr'a'" ^uw c^r'enden "ris welkom Agne. Voerman. Ik ver
schrijf Jij' de volgende' keer 2' r«rV?5® A-b v!f. V«t" J°ü
brief? Wat heb jij mooi gete-1 Corrle de >08- JU deed
kend Cobl Timmerman. Heb Je er Reen briefje bij! JIJ hebt fn
dat helemaal alleen gedaan? Leuk aPr" wel een prijs gekregen Ma-
xrii» 3!H !£ï®..bro®r,Je! ,hcbtL rlrUn V°*' ZUn opa en oma lang bi'
over dé DM Ma'aike"Tuv.^ l^ )u'U® «ebleven? K<"Uï lk van
licht dat Je ook iens vaU als ie j0U d® vo|«ende keer een lange
wilt leren schaatsen. Maaike! Dat brlef J,ap Vreugdenhll? Het was
Rltmeljrr
d hebt i
Schrijf je de volgende uitzicht hoor! Elza en SylvU
>est? Schoolman wisten jullie echt nlei
Jannle meer te schrijver? Fijn dat Jul-
I Jullie lre meester heter is Hennle Schul-
Wim Ier. Vind je dat zo belangrijk waai
t Jij? jtante Jos woont? Je mag raden
Sja-!afgesproken? Vind Je de Franse
d. Heerlijk
Welke spellen he
ter «dij
geen t
lijk zo
ile l'tttenbo-
v. d. Velde.Ji
JU al? Hoe vcn Nlct
Corn. Vel- :f
Jannle
Ga Jijles
Is datge...
hebt getekend? |dijn. Jij
JU deed êr nu zo"n kort krabbeltj.
Vries en Loes de Vries, schrU'
jullie de volgende keer eet
)f? Mocht jij zo lang opbllj-
Vugt. Zou JIJ ook
„mei naar ne gymnastiek
'k kënd'J RU*51 d' PU"®' m001 8®te"
kuniere" ï'1k 'angR een dl,k ,e wonen- Vlnd
Heo je al in niet? Het was glad hoor! Pli
'*"W?.-VulJk? waarom kreeg lk get
J ii 11 it
bij deed, Gezien Roz
n briefje!Smits. Wie Is
Tsjonge, tsjonge wat
hebben al deze knaagdie
ren het druk.
De een loopt nog har
der dan de andere. Het
vriest daar wel héél erg!
Wat zullen ze allemaal
gaan doen?
Aan hetgeen ze bij zich
hebben kunnen jullie het
zien.
Zenden jullie de oplos
sing voor dinsdag 7 fe
bruari in?
Wat heb, jij een feesten gehad brief? nHmm
Hennle Verhoeff. Jij bent ver-gewacht mét schri
wond hoor! Heb Je de pop al een Vljfvinkel? NeUeke gi
naam wel. e„ om>
nog Kan JIJ goed schaatsen? Vertel
ne dc volgende keer eens hot
gegaan ls met de schoolradio,
ra van Wagenlngen? Harte-
1. Wal. Hoe
>ef. Het