Een kanttekening
Dienen wortel van het
maatschappelijk werk
Meningen van anderen
Uniecollecte
Een woord voor vandaag
Stichting opgericht voor
onderzoek enpublikatie
Twente viert feest om
vestiging derde T.H.
X
MEER ACADEMICI
J^E NOTA inzake de Uitbreiding van het Wetenschappelijk Onderwijs, die
minister Cals thans bij de Tweede Kamer heeft ingediend, geeft aan
leiding, kort stil te staan bij de rol die de academici in de hedendaagse samen
leving vervullen.
Allereerst valt dan op, dat het oude verband tussen universiteit en cultuur
voor een groot deel verloren is gegaan. De middeleeuwse universiteit, zoals
die te Parijs, nam in de samenleving van die tijd een plaats in, die ver uitging
boven haar taak voor wetenschap en onderwijs. Zij was hèt cultuurcentrum.
Het zou onjuist zijn, te zeggen, dat de huidige centra van wetenschappelijk
onderwijs thans geen culturele rol meer spelen. Alleen is het accent andere
komen te liggen. Deze verandering is het gevolg van wijzigingen in de struc
tuur van de samenleving en de aard van het wetenschappelijk onderzoek,
wijzigingen, die met elkaar in verband staan.
De vlucht, die de natuurwetenschappen hebben genomen, de nadruk, die het
experimenteel wetenschappelijk onderzoek allengs heeft gekregen, heeft de
aandacht voor de geesteswetenschappen, de cultuurvormende wetenschappen
hij uitstek, doen verflauwen.
Het is ln dit verband verheugend, dat minister Cals een onderzoek wil laten
instellen naar de huidige stand van de beoefening der geesteswetenschappen.
Verschrompeling van de faculteiten der theologie, rechten en letteren en wijs
begeerte ware te betreuren.
De toegenomen ingewikkeldheid van de maatschappij, de steeds verder,
gaande onderlinge afhankelijkheid van de verschillende sectoren in de
samenleving, met name ook de groei en specialisatie der moderne techniek
deden daarnaast de vraag naar academici toenemen.
Om enkele cijfers te noemen: ln 1900 telde ons land 4000 studenten, één
student per duizend inwoners; in 1938 was dit aantal 12.000, bijna anderhalf
per duizend inwoners; in 1958 35000, ruim drie per duizend inwoners, en
in 1975 zal het naar verwachting 66000 bedragen, ruim vijf per duizend Neder
landers.
MENSEN OF MANAGERS
TAE aard van de opleidingen en de opgeleiden is ten slotte eveneens gewij-
zlgd. Niet alleen noodzaakt de toeloop naar de universiteiten en hoge
scholen tot een strakker en zakelijker organisatie van de studie, maar, wat
belangrijker is, het is, ook al weer in verband met de maatschappelijke eisen,
•en vrij beperkt aantal opleidingen, waarop de nadruk is komen te vallen.
Enerzijds betreft dit de technische opleidingen. Het aantal studenten aan de
technische hogescholen neemt enorm toe. Zeker, de verscheidenheid in de
studie der techniek is groot, maar al deze opleidingen zijn onder één noemer
te brengen, die van het technisch denken.
Anderzijds ziet men een sterke toeneming van de maatschappijwetenschappen:
rechten, sociologie en economie. Hoog is het aanzien van de juridische studie
geweest. In de toekomst zullen de juridische faculteiten, en met haar de
sociologische en economische, nog wel opleiden tot de specifieke wetenschap
van het recht, de sociologie en de economie, maar meer en meer zal daartij
de nadruk gaan vallen op de niet-wetenschappelijke taak, die de afgestu
deerden in deze wetenschappen gaan vervullen.
Zij komen vooral terecht in de vele organisaties en overheidslichamen, die de
laatste jaren zijn ontstaan, op posten, waarvoor het er niet zozeer toe doet,
of ze door een Jurist, een socioloog of een econoom worden bezet. Zij zullen
deze organisaties leiden overeenkomstig bepaalde wetenschappelijke normen;
hun werkwijze tendeert in een bepaalde richting, die van het organisatorisch
denken.
Deze ontwikkeling is onvermijdelijk. Sommigen zien haar als een bedreiging.
Het rechtlijnige denken schrikt hen af. Toch dient men ook te bedenken,
dat ze haar voordelen heeft. De overheidsmanagers van deze tijd met hun
conjunctuurpolitiek, de industriële managers met hun rationele technische
en bedrijfseconomische methoden dragen niet weinig bij tot de ontplooi
ing van ons land, van onze samenleving.
De plannen van minister Cals wijzen erop, dat hij wil tegemoet komen aan
de nog steeds toenemende vraag naar dit soort academici.
Het zal daarbij door velen worden betreurd, dat hij ten aanzien van de
derde technische hogeschool in Twente niet de voorstellen van de hoog
leraren Groenman, Van Hasselt en Van Heek heeft opgevolgd. Deze hoog
leraren hebben bij herhaling gewezen op het belang, de opleiding in de
technische wetenschappen te combineren met die in de sociale wetenschappen.
Minister Cals heeft aan deze wens geen gehoor gegeven. Hij wil er zich nog
over beraden. De eisen der parktijk, door de drie hoogleraren genoemd, aan
vaardt hij vooralsnog niet.
De verbreding van de opleiding van de ingenieurs in de richting van d«
sociale wetenschappen is niettemin een zaak die blijvende aandacht verdient,
vooral wanneer men let op de drijfveer van de drie hoogleraren. Zij beklem
tonen, dat een eenzijdig technische houding maar al te gemakkelijk kan
leiden tot verwaarlozing van de menselijke verhoudingen, juist in een bedrijf
zo belangrijk.
De ontmenselijking van de techniek is in onze tijd geen loze kreet. Veel is
reeds gedaan om deze ontmenselijking tegen te gaan. Of het voldoende is,
valt nog te betwijfelen. Vooropgesteld, dat de sociale wetenschappen niet ont
aarden in organisatiewetenschappen het gevaar hiertoe is aanwezig
zullen zij een belangrijke rol in het technisch milieu kunnen spélen.
De mens aanspreken
als beelddrager
van God
„De men* in de samenleving" was
het onderwerp, waarop de deelne
mers van de vijfde conferentie van
Gereformeerde Stichting voor
Maatschappelijk Werk in Zuid-Hol
land zich hebben bezonnen. Deze
conferentie, waarvoor weer grote be
langstelling bestond, is gisteren ge
houden in het Groothandelsgebouw te
Rotterdam.
Dr. B. Rietveld uit Den Haag, die
in de morgenuren sprak over „De
Mens", zei: „Ondanks het verbreken
van de relatie tussen God en mens
door de zondeval, blijft de mens
het beeld van God geschapen,
geeft hem iets onaantastbaars. Het
plaatst hem op een hoog niveau. Dit
moet de christelijke maatschappelijk
werker steeds voor ogen staan. Men
moet het beeld Gods in de ander on
derkennen, wie de ander ook is".
Over die ander sprak 's middags
ds. R. C. Harder, de directeur van
de Gereformeerde Academie voor So
ciale Arbeid „De Nijenburgh". „In
het maatschappelijk werk", zei ds.
Harder, „maken wij een beweging in
de richting van de ander, proberen
we een brug te slaan. Maar zoals
Christus Zichzelf heeft ontledigd, de
gestalte van een Dienstknecht heeft
aangenomen en gehoorzaam is ge
worden tot de dood, zo moeten wij
eigenlijk ook het maatschappelijk
werk verrichten. De Wortel van dit
werk is het dienen. En niet het op
voeden tot en het hervormen naar on
ze gevestigde traditie. Want dan
vechten we voor een verloren zaak'
V erantwoordelijk
Dr. Rietveld wees in zijn causerie
met klem op de grote verantwoor
delijkheid, die we hebben tegenovi
een wereld, waarin de waardigheid
van de mens is aangetast.
We moeten de mens weer in zijn to
taliteit zien. Het maatschappelijk werk,
dat vooral noodzakelijk is geworden
door de voortgang van de industrie er
de ontluistering van de mens, kan al
leen aan de gestelde eisen voldoen,
neer de mens weer wordt aangespro
ken in zijn beeldschap Gods, ook al be
grijpt hij dat niet.
Waar de mens zakelijk wordt beje
gend, wordt hij geschonden. Daarom, zo
zei dr. Rietveld, is de maatschappelijk
werker in de eerste plaats verplicht de
noodlijdende mens in zijn menselijke
waardigheid tegemoet te treden.
Na een boeiende inleiding ovei
plaats van de ander tegenover onszelf
en over de verschillende tussen-mense-
lijke verhoudingen ging ds. Harder ln
zijn referaat dieper in op wat hij zag
als een speciale moeilijkheid var
maatschappelijk werk, zoals dat door
de Gereformeerde Kerken wordt v
Het geestelijk en maatschappelijk
zijn, als we zijn, zeids. Harder, is
gevaar. Want het maakt het opbouwen
van de noodzakelijke verhouding moei
lijk. We zijn geneigd te gaan staan in
de verhouding van lichte veroordeling
1 kritiek.
Het maatschappelijk werk moet ech
ter geworteld zijn in het dienen en wor
den verricht, wanneer er om hulp wordt
gevraagd.
De moderne methode en techniek van
het maatschappelijk werk, zei ds. Har-
der nog, laten zich vertalen in de evan
gelische gedragregels voor de omgang
van de medemens. En dan maken we
dankbaar gebruik van de moderne we-
tenschappen als psychologie, sociologie
1 sociale psychologie.
De deskundigheid is hard nodig. Want
de liefde roept om die deskundigheid.
Advertentie
De 23 genezende bestanddelen
in de vertrouwde fles Abdijsi
roop (Akker-siroop) jagen die
gevaarlijke griephoest weg uit
uw gezin.
ABDIJSIROOP
ECHTSCHEIDING
Uit liet Friesch Dagblad knipten wij de
volgende beschouwing: „Enkele jaren gele
den heeft de toenmalige minister van jus
titie, prof. Samkalden een gespreksgroep
benoemd, die de regering zou adviseren
over de wettelijke regeling van echtsdiei-
Dat is een heel moeilijke zaak, temeer,
omdat de „grote leugen" in Nederland de
zaak heeft vergiftigd. Wanneer een der ech
telieden zich schuldig maakt aan overspel
dan is de andere gerechtigd een eis tot
echtscheiding in te dienen. Maar dat over
spel wordt als grond door de rechtbank
aanvaard, wanneer de eisende partij deze
zonde aan de andere partij toedicht en die
andere partij niet ontkent, zich tegen de
leugen niet verweert, omdat zij samen
hebben afgesproken wie de schuld op zich
zal nemen. Praktisch betekent dit dat de
echtscheiding bij onderling overleg, mits
men het over de JeUgen eens wordt, in Ne
derland mogelijk is. De commissie heeft
sich uiteraard met deze zaak bezig gehou
den en meent het kwaad te kunnen indam-
Maar Jj heeft ook andere vraagstukken
onder de ogen gezien.
Zo bleek het, dat althans de meerderheid
lijke krankzinnigheid als echtscheidings-
grond in de wet zou worden opgenomen.
Als dan de ene echtgenoot bij de rechter
zou komen met een brief van de dokter
dat de andere huwelijkspartner ongeneeslijk
krankzinnig was, dan zou de rechter echt
scheiding kunnen bevorderen.
Maar de commissie komt niet met een
dergelijk voorstel.
Alle medische specialisten, die zij op dit
punt vertrouwelijk heeft geraadpleegd, wa
ren er tegen. Zij hebben nadrukkelijk ge
waarschuwd hier niet aan te beginnen.
Vooreerst al, omdat velen die naar
psychiatrische inrichting zouden worden
overgebracht, wegens tekenen van krank
zinnigheid in het angstige hart de weten
schap zouden meedragen: dit kan óók het
cindo van mijn huwelijk betekenen. Of
reeds eerder: als ik gek word kan hij echt
scheiding aanvragen.
Maar dit is niet het beslissende motief. De
ze deskundige specialisten zeggen: onge
neeslijke krankzinnigheid? Weet wel wa'
zegt! Dacht U dat wij, die dagelijks
krankheid tc maken hebben, dat woord
geneeslijk zo vlot in onze mond nam
Wij ervaren immers dol wij telkens tekort
schieten in ons oordeel, in onze verwach
tingen omtrent het verloop van de i
Er gebeuren onbegrijpelijke dingen. Gees
teszieken die wij ongeneeslijk of vrijwel or
geneeslijk hebben geacht staan weer in h<
volle leven en spelen weer mee zonder b<
DISCRIMINATIE
„Discriminatie is een onder
scheid maken tussen mensen van
verschillende groepen en dit on
derscheid gebruiken om iemand
uit de gemeenschap te stoten".
Deze definitie gaf ds. L. H. Rui
tenberg in een artikel in Her
vormd Nederland", waarin hij
over de discriminatie voorts on
dermeer het volgende schreef:
delijk-aanvaardbaar verschijnsel.
De discriminatie doet de mens on
recht. De mens, die discriminatie
ondergaat, lijdt eronder. Want elk
mens behoort weliswaar tot een
groep, maar hij ls altijd anders dan
het beeld, dat de ander van zijn
groep heeft.
Dit behoren tot
zakelijk. Het is
ligt vreugde in zelfs,
n groep is nood-
i gegeven. Er
.JHHIJ. Men is Neder
lander, Groninger, middenstander,
gereformeerd, plattelander, henge
laar. Maar men is dat op zijn eigen
wijze. Van het behoren tot die groe
pen (verschillend van binding, van
aard) draagt men een stempel,
maar men is ook persoon. En om
dit persoonlijke gaat het.
Op het ogenblik is er één vorm
van discriminatie, die ons sterk be
roert: de rassendiscriminatie.
Het tragische van de rassendis
criminatie is, dat men beoordeeld
wordt naar kenmerken, die men in
derdaad heeft, die men niet kan
veranderen. De arbeider kan burger
worden, de Groninger in Rotterdam
gaan wonen, de middenstander kan
ambtenaar worden en de hengelaar
kan gaan biljarten. Maar men kan
niet uit zijn huid kruipen, al zijn
er enkelingen die het proberen.
In een wereld, waarin de huids
kleur (maar dan met alles, wat die
huidskleur verder symboliseert: de
sociale lagere stand, een andere re
ligieuze traditie, enz.) tot discrimi-
nitatie leidt, wordt een leed gele
den, dat of laf, of opstandig maakt.
Soms zelfs tot (in het geheel gezien
verrassend weinig) uitbarstingen
aanleiding geeft.
Er
Staten mee bezig is), als mentaal.
En met het hart. Het is
voedingsprobleem
de eerste or-
overvloeien
ze graag handtekeningen zetten on
der manifesten, om allerlei instan
ties, regeringen, legaties, kerken
iets met klem onder de ogen te
brengen. Het nut daarvan lijkt mij
beperkt, al is het misschien wel
Maar wij kunnen toch in ieder
geval iets doen. Namelijk in eigen
gemeenschap, in eigen hart schoon
schip maken. Want het afwijzen van
de rassendiscriminatie in andere
landen moet waar gemaakt wor
den door het afwijzen van discrimi
natie in eigen leven. Als wij letten
op de moeite, die wij daar zelf mee
hebben, zullen wij een beetje begrip
krijgen voor de moeite, die men in
de zuidelijke staten van Noord-Ame-
rika, in Zuid-Afrika heeft om wer
kelijk het roer om te gooien. Be
grip, zeg ik. Géén goedkeuring.
Zullen wij eens nagaan welke dis
criminerende krachten in ons eigen
volksleven, in ons persoonlijk leven
werkzaam zijn?
Ja, het antisemitisme, vloek van
Hitiers horden, is overwonnen. Het
is overwonnen, mede omdat het
een begeleidend verschijnsel was bij
de aanranding van ons nationale
bestaan. Toch zijn er discrimine
rende resten. Nog nooit, zelfs na
1945 niet, werd in Nederland een
jood tot burgemeester benoemd.
Sinds 1848 zijn er maar twee mi
nisters van joodsen huize geweest.
Dit moge niet een teken zijn van
antisemitisme, het is wèl een bewijs
ervoor, dat wie benoemingen doen
van personen die aan Nederlands
gezag gestalte moeten geven, aarze
len als het om joden gaat.
persoonlijke houding tegenover
Ambonnez^n, Surinamers, Indische
Nederlanders? Is er nergens ge
remdheid bij het persoonlijk con
tact, over en weer? Is er dat in
voelingsvermogen bij ons, dat het
anders-zijn van de ander ziet als ge
volg van historische, culturele, gees
telijke invloeden wat het natuur
lijk is dan wel domweg als be
horend bij het anders-van-ras-zijn?
Wij stellen deze vraag, waarop
wij uiteraard het antwoord wel we
ten. Wij doen het, om erop te wij
zen. dat pas een verandering bij
onszelf de kracht opwekt, om eer
lijk en open de rassendiscriminatie
tegen te gaan. Wij moeten leren on
derkennen. dat alle discriminatie
(sociale, politieke, culturele) onrecht
aan de mens doet. Dit verhelpen
wij niet door vaag en verheven te
zeggen, dat bij God geen discrimina
tie is. maar door ons goed te rea
liseren, wat sociale, politieke en
culturele krachten aan de mens
doen, opdat wij er doorheen kij-
Opdat wij niet alleen zien wat
voor ogen is, maar het hart
de mens aanzien.
Gevaar
Beroepingswerk
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepbaarstclling: de Classis Gro
ningen heeft praeparatoir geëxamineerd
en beroepbaar verklaard: A. Bakker, P.
Venemastr. 39 te Kielwindeweer, kandi
daat aan de Theologische Hogeschool te
Kampen en D. J. Heslinga. Rabenhaupt-
str. 58a te Groningen, kandidaat aan de
Vrije Universiteit.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Werkendam: H. van Leeu
wen te Arnhem.
De jaarcollecte v
in devolgende plas
de Scholen i
op: Aduard 341,73,
lerzijl 543.75, Pietcr-
zijl 143. Akkrum 533, Berlikum 705,75, Fols-
gare 110.50, Heidenschap 267, Borger 807.50,
Nieuw-Buinen 214.50, Hoger Smilde 750. Den
Hulst 343 58, Laag-Zuthem 177.76. Aalst 118,
Ernst 606. Nieuwer Ter Aa 585.50. Polsbroek
346.85. Castricum 182.50. Dlemen 787.80. Amei-
de 250.83. Barendrecht 2.074.50. Den Briel 257,
Lisse 683.50, Haamstede 202.85, Aalst-Waalre
Zingt de Here een nieuw lied, zeggen zowel Psalm 96 als 98.
En ook elders in de psalmen komt die uitdrukking nogal eens
voor. Muziek en zang hebben een belangrijke plaats in het
leven met God. Zelfs de vervulling van de Heilige Geest uit
zich door het zingen van psalmen, gezangen en geestelijke
liederen. Wat woorden vaak niet zeggen kunnen, drukt een
lied uit. Het verstand schrijft boeken, maar het hart zingt
liederen.
Maar juist daarom moet er sprake zijn, steeds weer van een
nieuw lied, omdat God ons steeds weer nieuwe dingen leert.
Het hart kan niet stil staan bij de liederen van gisteren. Doet
het dat wel dan is dat een bewijs dat er geen geestelijke
groei is. Iedere nieuwe ervaring met God moet steeds weer
in de vorm van een lied worden omgezet.
Niet dat wij dus zelf liederen moeten gaan componeren. Dat
gebeurde bij Israël ook niet. God gaf bepaalde mannen deze
gave, om wat zich in het hart van Gods volk afspeelde in
woorden en tonen en maten om te zetten.
We leven in een tijd waarin er weer nieuwe liederen worden
geboren. Voor veel liederen haalt de muzikale wereld de
neus op, maar dat is niet erg. De liederen die een weerklank
vinden in het hart van de gemeente worden vanzelf mee
gezongen, de andere verdwijnen automatisch. Maar het is we^
een gevolg van Gods werk in onze dagen. Daar mogen we
dankbaar voor zijn. De toekomst is niet zo somber, geestelijk
gesproken.
Ds. Timmer
Aan het begin van de conferentie heeft
ds A- S. Timmer uit Rotterdam,
zltter van de stichting, in zijn openings
woord de aanwezigen bepaald bij de
laatste waarheid omtrent de mens. An
tropologie en psychologie hebben zich
met het geheim van de mens bezig
gehouden. De wetenschappen zijn ach
ter veel dingen gekomen, maar de laat
ste waarheid hebben zij niet ontdekt.
Dat kan God alleen. De taak van de
maatschappelijk werker is de mens
»r te helpen zijn plaats in te nemen
de volmaakte driehoek God,
en medemens.
Advertentie
Handen en Li ppen
ruv/?PUROL
Ds. Clay niet naar
Nw-Guinea terug
De hervormde zendingspredikant Ds.
G. J. Clay, die op Nieuw-Guinea werk
te tussen Seroei en Sorong en onlangs
met verlof in Nederland terugkeerde,
heeft in verband met de opleiding van
zijn kinderen de wens te kennen ge
geven in Nederland te blijven. Ds.
Clay die thans in Katwijk woonachtig
is stelt zich beroepbaar in de Ned.
Hervormde Kerk.
Advertentie
ZOUTLOOS DIEET?
vraagt uw winkelier
zout-arme pindakaas van
777 7ifl(7an
Beter begrip voor geesteszieken
Bij wijze van geschenk aan de
Willem Arntsz Stichting, welke
deze week haar 500-jarig bestaan
zal herdenken, is gisteren in
Utrecht opgericht de Stichting
„Gemeenschap en Geestelijke Ge
zondheid", welke uitgaat van de
gedachte, dat in onze samenleving
meer begrip moet worden aange
kweekt voor de maatschappelijke
vraagstukken betreffende geeste
lijk gestoorde medeburgers. Zij
wil dit begrip bevorderen door
het laten verrichten van onderzoe
kingen en door middel van voor
lichting betreffende de resultaten.
Dit betere inzicht zal, volgens het
stichtingsbestuur, de ontwikkeling moe
ten bevorderen van de verhouding tus
sen de maatschappij en de psychiatri
sche inrichtingen, zulks in het belang
an de geestelijke volksgezondheid.
Het bestuur van de nieuwe stichting
wordt gevormd door vertegenwoordigers
de industrie, enkele wetenschaps-
ïen en enkele publicisten. Voorzit-
„w .s de heer J. M. Redelé, industrieel
te Dordrecht. Voor de wetenschap heb
ben zitting de professoren H. M. M.
Fortman (socioloog) uit Nijmegen,
Gadourek (socioloog) uit Groningin
M. Mulder (sociaalpsycholoog)
Utrecht.
Er zal nog een stichtlngsraad w
den benoemd waarin naar men hoopt
vertegenwoordigers van de verschil
lende landelijke verenigingen
verpleging van geesteszieken zitting
zullen nemen.
De stichting zal geen lid worden van
de Federatie voor Geestelijke Volksge
zondheid, maar heeft deze wel haar op
richting medegedeeld en reeds
van de federatie ontvangen.
De overige gelden die de stich
ting, die onderzoekingen wil
richten en publikaties daaro
nodig heeft, zullen moeten voortvloeien
uit de verhoogde belangstelling, welke
het Nederlandse volk naar men hoor'
gaat voelen voor het werk der stic)
rig.
Een der leden van een kleine advies-
commissie, welke ter inleiding van d«
stichting was gevormd uit medewerkers
van de Willem Arntsz Stichting, de
welljke psychiater dr. A. M. Roosen
burg, deed enkele mededelingen over
ie aard van de te volgen onderzoekin
gen. Zij is van mening, dat in de Neder
landse psychiatrische ziekenhuizen de
verpleegprijzen zo laag zijn gesteld, dat
men de patiënten wel verzorgen, maar
niet voldoende behandelen kan. Ook
meent zij dat er nog zoveel wanbegrip
bestaat ten opzichte van het psychia
trisch ziekenhuis, dat vele patiënten te
lang thuis worden gehouden en daar
door het evenwicht in het gezin sterk
kunnen verstoren. Zij gelooft dat er
aandacht dient te worden besteed
vroegtijdige opneming en aan op
neming van geestelijk gestoorde bejaar-
Ook neemt de maatschappij, aldus
dr. Roosenburg, genezen psychiatri
sche patiënten niet meer werkelijk op.
Deze en nog vele andere misstanden
door misverstaan kunnen worden op
geheven, wanneer het Nederlandse
volk beter begrip krijgt voor wat
in de inrichtingen wordt gedaan
wanneer de inrichtingen zelf meer
kunnen doen.
De stichting zal zich dus specialise-
_ïn op het doen verrichten van weten
schappelijk verantwoord speurwerk bui
ten het specifiek medische terrein er
zich daarbij voorlopig concentreren op
de contacten tussen de Willem Arntsz
Stichting en de maatschappij. Zij hoopt
later ook andere psychiatrische zieken
huizen daarbij te kunnen betrekken.
Plannen
In stad en land van Twente wap
perden gisteren de vlaggen van
openbare gebouwen, fabrieken en
particuliere huizen als teken van
vreugde over het besluit van de
regering om in Twente de derde
technische hogeschool te vestigen.
In de grote steden trokken muziek
korpsen rond en vele duizenden
mensen waren op de been.
In Enschede zal vrijdag een raads
vergadering worden gehouden, waarin
de raad zal worden voorgesteld het
landgoed „Drienerloo", waar de rege
ring de derde technische hogeschool wil
stigen, voor de som van een gulden
er te dragen aan het rijk. Voorts 2d*
een krediet worden gevraagd van
tienduizend gulden voor de stedebouw-
kundige planning, die verband houdt
met de vestiging van een technische ho
geschool. Burgemeester W. Thomassen
van Enschede zei: „Er wacht
voorstelbare hoeveelheid werk
schrik slaat je bijna om het hart als
je leest dat de T.H. reeds in 1962 zal
moeten beginnen. Wat wij in de eerste
plaats hopen, is dat de Tweede Kamer
zich zal conformeren aan de opvattingen
van de regering". Hij verwacht, dat
in de toekomst een druk verkeer in
richting Eindhoven zal zijn, om te z
hoe men het daar heeft gedaan. Bur
gemeester Thomassen is van oordeel,
dat men zeer dankbaar moet zijn voor
de i
doeling van het comité, dat in Almelo
gestreden heeft voor een Twentse T.H.,
een grote feestbijeenkomst te organise-
r0De Stichting tot bevordering van het
technisch hoger onderwijs in de noorde
lijke en oostelijke provincies heeft
verklaard, dat de nota van de minister
kernpunten heeft,
vacuum in het oosten van ons
land wordt gevuld, en de nieuwe in
richting van technisch hoger onderwijs
past in de toekomstige Nederlandse sa
menleving, welke wordt gekenmerkt
door verdere industrialisatie.
Ook de commissaris der Koningin ln
Overijssel, ir. J. B. G. M, ridder de
van der Schueren, juicht de beslissing
an de regering van harte toe.
Van het balkon van het stadhuis te
Almelo weerklonk gistermiddag om
streeks twee uur bazuingeschal. Geuhi-
formeerde leden van de drumband
„Prinses Irene" maakten officieel aan
de burgerij bekend, dat Twente een
technische hogeschool krijgt. De vreug
de in Almelo over de beslissing
minister Cals is algemeen. Overal
den de vlaggen uitgestoken en de di
recteur van de V.V.V., de heer J. A. R,
Prinsen, begon zelfs eigenhandig de
klok van het verkeershuis te luiden. Fa-
Advertentie
gen zijn nog niet gevormd.
De Generale Synode der Gerefor
meerde Kerken heeft drs. J. v. Klinken
te Groningen benoemd tot directeur van
het Algemeen Diaconaal Bureau. De
heer Van Klinken zal op 24 februari
.promoveren aan de V.U. te Amster-
bepaalde onderzoekin- dam, tot doctor in de economische we-
I tenschappen.
geluk nie
eg te «taan, dan vraagt «eer beter wordt 1» geen voldoende grond
_...i men heni mag vragen, voor een echtscheiding,
temohappelijk gezien kan hij niet Wij vinden dat deze bescheidenheid èn be-
sulk verder komen dan tot waarschijnlijkheid. »li»iheid van de medigche wetentchap ook in
6uwe En de waarschijnlijkheid dat iemand niet de per» dankbaar' moet worden vermeld."
Alle Poolse Joden
mogen Rusland nu
verlaten
Alle Joden van Poolse afkomst die
in Rusland verblijven zullen vanaf
heden naar Polen kunnen emigreren.
Dit is het resultaat van een over
eenkomst tussen de Poolse en de
Russische regering, die betrekking
heeft op ongeveer tienduizend Joden.
bezet, zijn verscheidene duizenden Jo
den naar Siberië gedeporteerd. Het wa
ren in hoofdzaak artsen, juristen, za
kenlieden, journalisten en schrijvers.
Na de oorlog werd het hen verboden
oip naar hun vaderland terug te keren.
Eerst ln 1957 wist de Poolse regering
voor ongeveer 25.000 van hun Joodse
landgenoten toestemming te vragen
Rusland te verlaten. Hun kinderen, die
in Rusland waren geboren, kregen ech
ter geen uitreisvisum. Nu mogen ook zij
Rusland verlaten, en men verwacht dat
ze. evenals hun ouders, voor het me
rendeel naar Israël zullen gaan.
Lieve Peter,
Heb je nu hoofdpijn en kringen onder je ogen? Of kun je
tegen heel laat naar bed gaan? Ik zie er op t ogenblik ook
niet florissant uit, we hadden vanmorgen een hele zware repe
titie, 't was gisteravond laat, vanmorgen vroeg, ik voel me- he
lemaal leeg nu 't achter de rug is. Eigenlijk vind ik het wel
interessant om er een beetje lijdend uit te zien, dat is ook
mode: „Dames de teint is bleek en uw coiffure wordt tkrul
len op de blanke wangen gevleid" zeggen de modepraatjes.
Het is eindelijk avond geworden, een koude avond in mijn ka
mer, het helpt niets al die mooie dingen die ik hierheen ge
sleept heb om de overwintering prettig te maken. Maar ik ben
ook geen schilderes die haar laatste geld met een hongerige
maag spendeert aan „iets moois" om dan in haar mamarde
honger noch koude te voelen. Toch voel ik me voldaan, ik heb
al m'n algebrasommen af en begrepen, heerlijk.
Ik heb ook heel fijne herinneringen bij 't woord seringen: ik
stond voor het open raam, de lucht was blauw en wijd, vogels,
geur van paarse en witte seringen, ik was gelukkig, want ik
had een broertje gekregen en zo meteen mocht ik het zien, heel
groot voelde ik me, alsof ik het al droeg en beschermde
Het is een leuk spelletje associëren. Ik doe het vaker in
plaats van schapen tellen, en ook op school (De school is drie
kwart van m'n leven tot op heden, dat merk je wel). Ik kan
't eigenlijk niet laten, bij alles doe ik het, 'k kan me niet voor
stellen hoe je bot weg iets ku)it zien en alleen maar zién.
De betere tekst voor Morgen is het zondag heb ik nog
steeds niet gevonden, zodra ik het heb zal ik 't je schrijven.
Het slot moet ook anders, het eindigt zo dom op „taboeoe
Ik ken eigenlijk helemaal geen middeleeuwse oorkonden. Wel
de gedichten van Jacob van Maerlant enz., die vind ik heel
mooi, vooral een Kerstliedje, dat zo begint:
Ons ghenaket die avontstar
Die ons verlichtet al so claer
Wel was haer doe
Susa minne susanoe
Jesus minne sprac Marien toe.
Of die heel bekende twee Conincskinderen, maar dan hele
maal. De mensen van de Middeleeuwen moeten grote, wijze
kinderen geweest zijn, denk je ook niet?
'k Heb net een zielig, beetje verward boek uit, over een
meisje van zeventien die een bloedziekte krijgt en langzaam
doodbloedt. Zulke dingen gebeuren, zoiets zou mij ook kunnen
gebeuren (en jou). Maar ik zou niet zo rustig kunnen sterven,
mooie verheven dingen in een dagboek schrijven om dat als
troost te geven aan de leraar, die verliefd op me is. Maar het
is >ook een heel ander meisje dan ik. En misschien moet ik niet
zo doordenken over de boeken die ik lees.
Dag, Peter, ik ga koffie drinken, bittere zwarte, (hou jij daar
ook zo van?) met kleine slokjes en helemaal warm worden bij
de kachel
je Marja.
Vlees-vete
in Jeruzalem
Hoewel ze wonen in de hoofdstad van
Israël erkent de Joodse sekte Neturei
Karta in Jeruzalem de Joodse staat
niet. Integendeel, deze ultra-religieuze
groep vervloekt de staat Israël omdat
hij is uitgeroepen op politieke en niet
op religieuze gronden. Daarom ook
hecht deze groep geen waarde aan de
wetten van het land en erkent zij de
rabbijnen die in Israël werken niet.
Op bepaalde gebieden staat in Israel
echter het leven onder controle van het
rabbinaat. Zo is in Jeruzalem alleen
vlees verkrijgbaar dat is geslacht vol
gens de Joodse spijswetten, onder toe
zicht van de religieuze raad. Aangezien
de Neturei Karta deze raad rdet erkent
heeft zij sinds de stichting van de
staat Israël geen vlees kunnen eten,
daar ze dit vlees als ongeoorloofd be
schouwt.
i een einde te maken aan het vlees
tijdperk hebben, de rabbijnen van
de groepering een ritueel slachter naar
het Arabische dorp Shfar-am gezonden,''
om daar koeien te slachten en het vlees
te leveren aan de slagers van Jeruza
lem. Dat ging de religieuze raad te
ver. Zij vaardigde een verbod uit dit
vlees te verkopen en te eten daar vol
gens de 'raditie in Jeruzalem geen
vlees mag v-urden gegeten afkomstig
an buiten Jeruzalem geslachte dieren.
Voor de Neturei Karta betekent dit
dat geen slager het door haar gelever
de vlees kan verkopen. Het vleesloze
tijdperk zal door de sekte moeten wor
den voortgezet.
Poolse studenten op
oud-katholiek congres
Aan het internationale Oud.Katholie-
ken Congres, dat van 20 tot 24 septem
ber a.s. in Haarlem zal worden gehou
den. zullen waarschijnlijk twee studen
ten van de Pools Nationale Kerk deel
nemen.
Deze studenten van achter het Ijze
ren gordijn zullen op uitnodiging van
de Oud-Katholieke studentenvereniging
Batavia en de Bond van Jonge Oud-
Katholieken in Nederland enige weken
ns land doorbrengen. Zij zullen te-
het internationale congres van
Oud-Katholieke studenten, dat aan het
grote congres voorafgaat, bijwonen.
De studentenvereniging Batavia en de
Bond van Jonge Oud-Katholieken voe
ren momenteel een aktie, genaamd de
Poolexpeditie, om de benodigde gelden
hiervoor bijeen te brengen. Animator
van de aktie is de jeugdleider in de
Oudkatholieke kerk van Nederland, pas-
toor T. Horstman van Gouda.
Nieuw bestuur van
Jonge Oud-Kath.
Op een onlangs gehouden Vergadering
van de Bond van jonge Oud-Katholieken
in Nederland is voor het jaar 1961 een
nieuw bestuur gekozen.
Waarnemend voorzitter van het Hoofd,
bestuur is nu C. J. de Haart uit Schoon
hoven. Als eerste secretaris werd aan
gesteld W. J. Verkerk, Remibrandtlaan
99b in Schiedam. Penningmeester is
W. van Buuren jr. uit Utrecht. De he
ren B. W. van Daalen (Leiden) en mr.
G. Chr. Kok (Rotterdam) zijn resp.
2de secretaris en 2de penningmeester,
en mejuffrouw G. W. van der Steen
lid.