Een berghut in de sneeuw C De reizende sneeuwpop KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 21 JANUARI 1961 ZONDAGSBLAD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE 9III1III1IIIIIII11IIIIIII1IUM MET EEN LICHT zoevend geluid steeg het bakje, waarin de winter sportvakantiegangers mannetje aan mannetje stonden, langs de kabel en beneden werden de achtergebleven skiërs tot donkere stippen op de hagelwitte sneeuw, waarop een lage zon lange schaduwen wierp. Hugh en Jill Grynson hadden maar nauwelijks een plaatsje bemachtigd bij het stationnetje en het vreemde (of was het eigenlijk wel zo vreemd?) aan die jonge man en zijn nog jongere vrouw was, dat zij in tegenstelling tot de overige passagiers de weg omhoog gingen, zonder de bij de anderen als onafscheidelijke wintersport-attributen behorende ski's in gereedheid te hebben. TTUGH en Jill Grynson waren de skikunst niet machtig en voor geen geld zou Hugh zich in duizelingwekkende vaart op de lange latten langs de helling omlaag heb ben laten suizen, zoals de overige passa giers kennelijk van plan waren binnen enkele minuten te gaan doen. En Jill even- Ze liet de in fel-gekleurde sporttrui gehulde skiërs en ski-sters bij het uitstap- Sen voorgaan met iets van de onderdanig- eid, die sommige mensen bij het van dichtbij zien van sport-corypheeën aan de dag leggen. Deze eerst^ indruk van Jill Grynson was echter een verkeerde, want dit jonge (en zonder overdrijving mag wor den toegevoegd: charmante) vrouwtje van de Londense boekhouder-met-vakantie Hugh Grynson was alles, behalve onder- Toen ze pas in die Oostenrijkse winter sportplaats waren aangekomen, had ze ge probeerd om haar Hugh over te halen om bij die gebronsde, gespierde ski-leraar de eerste beginselen te gaan leren van een sport, die hun als mensen, die wel gewend zijn in de mist rond te scharrelen, maar niet in vaak metershoge sneeuw, volkomen vreemd was. Maar Hugh, voorzichtig als altijd, had het de moeite niet waard gevonden. „We zijn maar veertien dagen hier, Ski's kopen is te duur en ski's huren is eigenlijk de moeite niet waard. Nee, honey, wij ver maken ons toch wel. Zonder ski's. En zon der gebrokep benen, want ik voel er niets voor om terug te reizen met allebei mijn benen in het gips. Stel je voor, dat we met zo'n gipsklomp tegenover elkaar moesten zitten tot we met de trein in Oostende zouden zijn." DUS hoe graag Jill Grynson ook de ele mentaire beginselen van het glijden op de houten latten zou hebben geleerd, het ging niet door. Hugh verklaarde, dat ze zich, zonder die dingen, toch ook best zou den kunnen vermaken in dit paradijs in de sneeuw. En dat was in die vier dagen, welke zij nu achter zich hadden, ook nog wel ge lukt. Ze hadden wat in het dorp rondge dwaald. ze hadden een Tiroler avond bij gewoond. ze hadden een excursie gemaakt en hadden eergisteren een paar landgeno ten ontmoet, die zij weer waren kwijtge raakt, omdat die zich met alle geweld aan de lessen van de ski-leraar wensten te on derwerpen. Deze morgen had het jonge echtpaar Grynson (een klein jaartje getrouwd) het besluit genomen om naar boven te gaan en daar de boel eens te verkennen. Jill had in het hotel twee wei-voorziene lunch pakketten meegekregen, want ze zouden er een dagje van maken. Terwijl de skiërs zich bij de kabelbaan gereed maakten om aan de afdaling te be ginnen. sjouwden Hugh en Jill door de rul- 1?, hoge sneeuw, in de andere richting: het avontuur tegemoet. ZE waadden over een bergpad, dat zich nog verder omhoog kronkelde, tussen de bomen door, naar een bocht, een paar honderd meter verderop, De sneeuw klon terde aan hun hoge laarzen en al heel gauw hijgden ze door het voor hen zo on gewone klimmerswerk. ,,Het is gelukkig niet steil", merkte Jill op. toen ze op een vlakker gedeelte ston den uit te blazen na de eerste vermoeiende klim, ,,als we bij een afgrond zouden ko men, dan val ik er prompt in. Dat voel ik. ïk geloof, dat je dan door iets of iemand omlaag wordt getrokken. Je krijgt de neiging om er in te springen. Ondanks jezelf. Ik weet niet, wat dat is ,.Heb jij dan wel eèns dichtbij een af grond gestaan?" vroeg Hugh droog, ..ik wist niet. dat je al eerder in de bergen geweest was." ,,Dat ben ik ook niet, maar ik heb het al als ik over één van da bruggen cvar Door JIM COURTWAYS MAe haard, zij het meer zeer grote krachtsin spanning. „Schon gut", zed Hermann Luft. „Hij zegt goed", vertaalde Hugh op- ,,Ik weet, dat je Duits uitstekend is, jongen. Maar met zo'n vlotte conversatie als die wij nu met deze man voeren, wor den we tóch niet veel wijzer. We moeten zien uit te vinden, of die man familie heeft, of zoiets, of dat hij een dokter wil hebben, of naar een ziekenhuis moet. Hij kan^hier toch niet in die hut blijven lig- Ze hielden nog enige krijgsraad en be sloten hun plan aan de man voor te leg gen. Hugh sprak met hem over „Family", over ,,a doctor, ein Arzt" en de heer Her mann Luft begreep. Hij schudde het hoofd. Nee, geen dok ter. Hij kon zichzelf wel redden. „Dat kun je niet", zei Jill Grynson, je bent te ziek om jezelf op je an- radgesproken Engels begreep. Met vele gebaren maakten ze het de zieke duidelijk, dat ze naar het dal zou den gaan om hulp te halen. „Hulp, Hilfe", zei Hugh. Hermann Luft knikte vermoeid. „Come on", sprak Jill, „we gaan naar beneden. Die man kan met geen moge lijkheid zo blijven liggen. Het zou best eens kunnen, dat hij levensgevaarlijk ziek is en ik wil dat niet op mijn geweten heb ben. Onze wederzijdse talenknobbels zijn van te geringe afmetingen om de taalbar rière te doorbreken. Dus: hoe sneller we hulp halen, hoe beter het is." „Kommen zurück. Come back. Komen terug", verzekerde Jill Grynson de zieke, die met een zweem van een glimlach op zijn bleke gelaat, knikte. DE weg terug was er een van vallen en opstaan. Ze haastten zich te veel, om bij het stationnetje van het kabelspoor te komen en één keer gleed Hugh Grynson zeker tien meter in de sneeuw omlaag. Maar gelukkig kwam er niets in de weg om hem te kunnen bezeren. Het wachten op het kabelspoor scheen eindeloos te duren. „Konden we nu maar skiën. Dan zaten we allang beneden", verzuchtte Jill. „En je benen breken, zeker", bromde Hugh. „Niks benen breken. Als je het kunt, dan breek je geen benen. Kwam dat ding Dat ding kwam na een minuut of twin tig. Een horde bontgekleurde skiërs drom de uit de gondel en toen het echtpaar Grynson instapte, waren zij de enige pas sagiers, die naar beneden gingen. Ze probeerden de conducteur uit te leg gen wat ze tegen de berghelling in die hut ontdekt hadden, maar de man begreep het niet, omdat ze probeerden Duits te spre ken. Als ze het in het Engels zouden heb ben gedaan, zou de man hun wel hebben verstaan. Maar dat hadden ze in hun haast om hulp voor Hermann Luft te ha len niet door. In het hotel vroegen ze de gerant naar een dokter, spuiden hun verhaal en kre gen de verzekering, dat Herr Doktor Kranz eens zou gaan kijken. Jül greep de tele foon en verklaarde met klem, dat Herr Doktor nu direct en wel onmiddellijk naar boven moest gaan, omdat er een mensen leven op het spel stond. Herr Doktor ver stond Engels en beloofde te zullen komen, als het dan zo erg was en zo trok het Londense echtpaar Grynson die dag Voor de tweede maal mee het kabelspoor naar boven, nu in gezelschap van Herr Doktoi Kranz, die een half uur later tot de con- MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 73. De handelaar komt vriendelijk op het pas aangekomen gezelschap toegelo pen en hij vraagt: Willen de heren mis schien een vaas kopen? Ze zijn niet duur. Ik vraag niet meer dan één kwart je per stuk. Ik zit precies midden in de uitverkoop. Een kwartje? Hebben ze daar al die moeite voor gedaan met die andere vaas? Ze zoeken in hun zakken, maar ze vinden geen cent. Dan begint het eensklaps hard te regenen. De han delaar zegt: Jongensals jullie straks al mijn vazen leeggieten, dan tracteer ik op pannekoeken." 74. Dat doen ze natuurlijk en een kwar tiertje later roept de man: „Allemaal aan tafel. De pannekoeken zijn klaar." „Wat kijkt u somber, heer Haas?" „Dat moet wel, ik ben mijn zeldzame vaas kwijt. Ga toch weg, ezel." De ezel gaat onverstoorbaar door met 75. De handelaar is wel een beetje boos natuurlijk: „Kijk nou eens, jullie ezel heeft alle pannekoeken opgegeten. De jongelui hebben honger, maar ze houden zich groot en Murr zegt: „Als ik u soms nog met iets anders kan hel penDe man kijkt blij. „Ja natuur lijk", zegt hij, „dat kunnen jullie zeker. Ik heb nog een paar borden te wassen. Misschien willen jullie dat wel doen?" „Dat kleine beetje", vraagt Egel, als zij bij een ontzaglijk grote stapel borden ge komen zijn. „Dat zullen we even voor u clusie kwam, dat Hermann Luft zo gauw mogelijk naar een ziekenhuis moest wor den gebracht. Hetgeen nog diezelfde mid dag gebeurde. „Zie je wel, dat je niet eens behoeft te kunnen skiën, om toch iets mee te maken in dit land", vroeg Hugh Grynson, terwijl hij over zijn dampende kop thee heen, langs zijn vrouwtje door het raam van het bij het hotel horende restaurant naar de opnieuw vallende sneeuw keek. „Maar het zou toch wel leuk zijn, om het te kunnen", antwoordde Jill. de Theems loop en ik kom wat te dicht bij de afrastering." „Je hebt me nooit verteld, dat je hoog tevrees had. Zullen we teruggaan?" „Welnee. Waarom? We blijven toch ge woon bij de afgronden vandaan. Hier is al les nog glooiend. Dat doet me niks." „Zullen we verder gaan?" Ze bereikten de bomen, die hier dichter bij elkaar stonden. „Kunnen we hier wel door, denk je?", vroeg Hugh, „zouden er hier niet van die gemene ijsspleten zitten, waarover je zo af en toe wel eens leest en waarin mensen verdwijnen om pas veel later, als de sneeuw weg is te worden gevonden?" „Hugh, doe niet zo opgewekt. Waar jij het over hebt, dat gebeurt alleen maar bij gletschers en lawines en meer van die din gen. Dat gebeurt niet op een geëffend bergpad in de sneeuw. Kijk eens, wat een boeiend panorama. Ze namen minutenlang de schoonheid van het aan hun voeten liggende winterse berglandschap in zich op, en gebruikten die tijd dankbaar om opnieuw genoeg adem te verzamelen voor de verdere klim. „Adembenemende bergwandelingen" stond er in die folder van het reisbureau. Nou, adembenemend was juist, zei Jill.... Jill.... IAAR toch ploeterden ze verder omhoog en toen ze eindelijk door de bocht van het sneeuwpad waren, zag Jill Grynson de berghut het eerst. „Laten we daar wat gaan rusten, Hugh. Die dingen zijn vrij voor iedereen. Daar kun je zo zonder meer naar binnen gaan en daar kunnen we blij ven tot na de lunch." Haar nu wel zeer amechtige echtgenoot bracht weinig meer dan een paar bevesti gend-klinkende ademstoten uit en ze sjok ten door de ongerepte sneeuw in de rich ting van het houten gebouw, dat op een soort plateau als een idyllische woning op de jonggehuwden scheen te wachten. Scheen, want toen Jill, kordater dan Hugh, de klink van de deur had opgelicht, klonk van de andere kant een zwakke mannenstem: „Blijf maar buiten. Je bent hier absoluut niet welkom... Omdat noch Hugh, noch Jill de Duits gesproken woorden verstonden, opende zij de deur en trad binnen, gevolgd door een nieuwsgierige echtgenoot, die gereed was zijn doortastende vrouwtje, waar nodig, te gen alles en iedereen te beschermen. „Good morning", zeiden ze beleefd. De man lag op een bed in de hut en zag er ziek uit. Hij was het ook. Dat bleek al spoedig. De Engelse jongelui spraken met handen en voeten met de man. die langzaam en gearticuleerd in het Duits vaststelde: „Ich <op zichzelf wijzend) krank. sehr krank". „Hij bedoelt, dat hij ziek is", ontdekte Hugh pienter. „O ja?" vroeg Jill sarcastisch, i ging haar man. „Ich. Herman Luft „Hij heet Hermann Luft huis", vertaalde Hugh grif. „We moeten iets voor deze man doen. Wie weet, misschien heeft hij wel een longontsteking of zoiets.. HET bleef bijzonder moeilijk om tot een conversatie te komen, maar Jill maak te zich verdienstelijk door Hermann Luft in een betere positie op zijn ziekbed te bren gen, hem van fris drinkwater te voorzien en Hugh maakte intussen vuur in de open dat ont- (Vervolg) Het dienstmeisje was maar half gerustgesteld, ze hield vol dat ze écht een vreemde witte gedaante had gezien. Maar nu is hij blijk baar weggegaan, zei ze op gelucht. Mevrouw zei, dat ze ook in de keuken zou blijven, tot Mientje klaar was met de vaten. De dokter keer de terug naar de huiska mer, de kinderen gingen weer verder met hun huis werk en Elsje ging naar bed. De avond verstreek, zonder dat er nog iets ge- op de straat en vroeg zich af wat hij nu moest doen. In het doktershuis was hij niet welkom, daar noem den ze hem een griezel. Goed, dan zou hij andere mensen zoeken, die niet bang voor hem waren. Hij begon te lopen. Het was heel stil en koud, precies wat hij wenste. Opeens kwam hij op een plein te recht. De winkels waren al gesloten, maar in alle eta lages brandde nog licht. Anouk bleef voor een van die winkelruiten staan en keek naar het mooie speel goed, dat lag uitgestald. Opeens schrok hij, hij hoor de stemmen. Stokstijf bleef hij staan. En ja hoor, om de hoek kwamen twee vrou wen aanlopen. Hé, ik zal blij zijn als ik thuis ben, zei de ene Ik ook, zei de andere O. kijk daar eens. wat de kinderen hebben gemaakt! Wat een prachtige sneeuw pop! Ze wees op Anouk die stil op het trottoir stond te luisteren. Aha, dacht hij. Dit zijn aardige vrouwen, die vin den mij wèl mooi. Ik ga met ze mee. misschien hebben ze kinderen, die dan met- mij willen spelen. De twee vrouwen liepen voor bij, druk pratend. Anouk ging achter hen lopen. Op eens keek de ene vrouw om, ze had iets gehoord. Ze gaf een gil van schrik. Help, de sneeuwpop beweegt! De ander keek ook om, zag de sneeuwman, die ach ter hen aan sjokte. Zij gil de ook. Samen zetten ze het op een lopen. Anouk bleef verbaasd staan. Wat was er toch met de mensen? Eerst zeiden ze, dat hij zo mooi was en dan liepen ze angstig voor hem weg. Hij deed toch niemand kwaad! Verdrietig ging hij op een stoep zitten. IJzige tranen biggelden over zijn bevroren wangen. Weer kwa n. Zij Brrrr, wat een rom mel, zei de eerste man. Je kunt er haast niet door komen. Ik heb juist het weer bericht gehoord, zei de tweede man. Over een paar dagen zal het weer omslaan en gaat het dooi en. Dan is al die sneeuw vlug genoeg verdwenen. Ik hoop het maar, zei de eerste. Anouk had het gehoord en hij rilde van angst. Over twee dagen zou het gaan dooien! Nu ja, nen leven nooit lang, dat had de fee hem ook ge zegd. Maar voor hij smolt wilde hij zo dolgraag met kinderen spelen. Doch hoe hij ook rondkeek, hij zag geen kinderen. Die zaten al lemaal thuis bij de kachel of lagen al in bed. Hij zou tot morgen moeten wach- En morgen loopt na tuurlijk weer iedereen doodsbang voor mij weg, dacht hij treurig. Dit is geen goed dorp, de men sen zijn te angstig. Weet je wat, ik ga hier weg, ik ga het veld in. Daar wonen de boeren, die willen hun kinderen vast wel met mij laten spelen. Dat deed Anouk. Terwijl de nacht steeds kouder en stiller werd, sjokte hij over de landweg, langs slapen de boerderijen, langs be vroren en dichtgesneeuwde sloten, langs hooibergen, schuren en stallen. En dan weer over witbesneeuwde velden, eindeloos (wordt vervolgd) Zo'n puzzel als we hier op het plaatje zien, heb ben we in lange tijd niet gehad. Het is een zoek plaat. We zien allerlei figuren en voorwerpen op deze plaat, die allemaal dicht bij elkaar staan. Jul lie moeten nu eens opzoeken welke namen er met een H. be ginnen. We zien handen, een hark, enz. Er zijn twintig, maar als jullie twintig na men hebben ge vonden, is dat voldoende. Oplos sing inzenden voor dinsdag 24 januari. Dag neven en nichten. Er zijn verschillende nieuwelingetjes die mij hebben gevraagd wat het toch betekent als er aan het eind van de brievenbus staat „de letters t/m zijn aan de beurt". Ik zal jullie eens gauw vertellen wat dat betekent. Het is namelijk zo, dat het alphabet 26 letters heeft en dat zijn er veel te veel om in één keer te beant woorden. Daarom hebben we het alphabet gesplitst. Als er nu bijvoorbeeld staat: de lettters A t/m H zijn aan de beurt, dan betekent dat, dat de achternamen beginnend met de letters A t/m H aan de beurt zijn om te schrijven. Hebben we het nu allemaal begrepen? De oplossing van de vorige puzzel is: van links naar rechts (horizontaal) 3 dop, 4 inktpot, 7 kroon, 8 schoen, 9 spoel, 10 baal, 11 rol, 13 sok, 16 De hoofdprijs krijgt Jenneke Cornet. De troostprijzen krijgen thuisgestuurd Klaasje Breeder- land, Nelly de Bruijn en Keei van Drongelcn. Hiep-hiep-hoera. Joke Baars, Thea Brosky, Trudi de Graaf, Margreet Groeneveld, Nico Poot, Wimmie Smits, Tjitska Stien- stra, Marianne Vreugdenhll, Christiaan Willemse, en Gerda van Wijk, van harte gefelici teerd met jullie verjaardag. We gaan nu gauw de brie ven beantwoorden. Frits Adolfs, jij hebt de puz zeloplossing mooi opgeschre ven. Schrijf je de volgende keer eens over je vrienden? Waarom heb jij niet geschre ven dat je zo lang bent ziek geweest, Henny Akse? De ne ven en nichten hadden je dan een mooie kaart kunnen stu ren. Hoe oud is je kleine broer Jan? Jij hebt het wel erg druk Adrie van Andel. Mag jij ook wel eens in de winkel hel pen? Wanneer is er uitvoering van de gymnastiek? Vind je Frans een fijn vak? Het is bij jullie thuis zeker wel ge zellig met al die broers en zus jes, Maaike Baan. Hoe heet jouw vriendin? Was je tante Jos echt niet een klein beetje vergeten, Koos van Baarlen? Fijn dat je nu weer schreef. Knap hoor dat jij al zo kan bakken. Dat is zeker een groot feest dat jouw oma 60 jaar getrouwd is, Matty Bag- chus. Ben je maandag de he le dag vrij? Zal je oma van mij ook feliciteren? Heel veel plezier hoor! Jij hebt wel erg veel zin om te gaan schaat senrijden, Piet Bak. Tante Jos heeft het ook altijd erg graag is Nico hartelijk welkom. Schrijf jij de volgende keer een brief Wim Bakker? Jij ook Willy Barends? Jij hebt al veel lekkere dingen gekookt José v. d. Berg. Is het schort mooi geworden? Wat heb je op de handwerkles gemaakt? Waarom deed jij er geen brief je bij Joke v. d. ook niet Lenie Berg? Jij J Berg? Wat ben jij verschrikkelijk wend Clarl v. d. Berg. Heb je de bontlaarsjes al aangehad? me mi. jullie gekookt? In welke klas zit jij? Wat heb jij weer "looi getekend. Lenie Berg- erff. Hartelijk dank hoor! het met de dames Ge- Koorneef? Lenie wenst beiden van harte beterschap Hoe i tante Jos natuurlijk ook! Gebruik je de klei nog vaak, Juri den Besten? Heb je de puzzel al gemaakt? Nu heb je het boek toch wel uitgelezen? Hartelijk welkom bij de nc- i en nichten Gerard Biesot. Heb jij nog meer broertjes en is? Wist jij helemaal meer te schrijven. Leo Biest? Wanneer ben jij precies geboren? Natuurlijk wil ik ook in jouw poëzie-album schrijven. ïntre v.d. Blij, Tan te Jos kent de neven en nich ten wel, maar zelf heeft ze geen kinderen hoor! Je schreef helemaal niets over je kleine broer. .Tij deed er ook geen briefje bij. Marrie Blok. jy bei Mooi is het op Terschelling, heet Ir vind je niet Geziena Boekliolt? weer Ik kan best begrijpen dat jij graag een zusje zou willen heb ben bij al die broers. Hoe heet jouw vriendin? Vandaag heb jij dus al weer feest Arie Boel-, houwer. Had jij verleden week de stoel van pappa en ma ma nog versierd? Zijn opa oma nog geweest? Veel plezier vandaag hoor! Fransje de Boer, hoe oud ben jij precies? Schrijf je de volgende keer wat school? Kan jij schaatsenrij den? Ingeburg Boog krijg ik van jou nog een brief? Fijn, dat je het boek zo mooi vond, Ina v. d. Boogaart. Dat is nog al wat dat pappa een heel nieuw schip heeft. Hoe oud wórdt Adje op 5 februari? Schrijf je nog wanneer je voor de radio moet zingen? Ge weldig dat jij zomaar secreta ris bent geworden, Kees v. d. Boogaart? Je hebt het nu ze ker wel druk? Fijn dat pappa en mamma met de jaarwisse ling zijn geweest. Leuk dat je me nu een brief schreef Dikkie v. d. Boogert. Vindt j< het fijn om thuis te zijn. Hoe heet je nichtje? Ga jij al lang op de gymnastiek? Wanneer ben jij precies geboren, Jan Bos? Kan jij al zelf een brief schrijven? Hartelijk wei- Marjan Bos. Heb jij veel Ja, ik Eer.es gekregen. Knap hoor P Boutkan, dat jij zelf de opl( hebt geschreven. Ben jij de jongste worden? Leuk dat jij zelf e. schortje mag maken. Is Jol Broederland een nichtje van jo Klaasje Breederland? Waaro schreef je de vorige keer Klari t niet geschreven, Eddy Broer? Er zijn zoveel nichten en neven graag aan de beurt komen, wil jij later worden? Mai zeker wel blij met al d« jx, Nellie de Bruyn? Wat je hondje is verongelukt. Krijg volgende keer een lange brief? jij veel broertjes en zusje» rd Brijder? Hartelijk wel- Marieke v. d. Berg. Natuur- nag jij ook een nichtje wor den. Jij bent al gauw jarig! j echt wel eens ondeugend. Bijl? Fijn dat je er zo eer- or uitkomt. Is Blekkie al leen van jou? Is het vestje voor pop? adie? Heb jij 12 boe Lenie hoor Jenneke! jouw rapport. Jo- op? Misschien kun je nu iatsen wel gauw gaan ge- Jolande. Doe jij er d« e keer een briefje bij. Ma- ures? Bedankt voor je ekeningen Tjark van Dam. el verwend hoor. Hne Jammer dat je broertje zijn ver jaardag niet kon vieren. Ga j'j ook schaatsen? Wat heb jij toch mooi postpapier Lidy van Dorp. Welke spelletjes hebben jullie ge daan? Is „gelukskind" een mooi boek? Misschien kun je wel gauw schaatsenrijden. Grappig, dat de vogeltjes iedere morgen het brood komen opeten. Kees van Dronge- ien. Tante Jos is 27 oktober jarig hoor! Speelt je gitaar al? Is de theater mooi geworden? Kee» van Dijk, waarom schreef jij er geen briefje bij? Ineke van D1J- ke, jij ook niet? Wolter Eefstlng wist jij ook niet meer te schrij ven? Jullie hebben maandag groot feest gehad, Froukje v. d. Ende. Was het leuk? Drente is een heel eind weg hoor! Kan Krista al een beetje staan. Ada van Es? Is het een mooi boek „Hermientje en haar grote vriendin"? Wanneer ben jij precies geboren? Jij bent al aan het logeren geweest, Nellie v. d. Eijk? Zijn al je weest? Schrijf je de Ik geloof dat he wel door kan gaan Johan Geer». Je zal best nog wel een schaats tocht kunnen maken hoor! In welke klas zit jij Eline Glas? Heb jij woensdag een leuke dag Wat heb gin volgende week vrijdag bij jul lie komt. Jan de Groot. Jullie bof fen maar met een hele dag vrij. Lyda de Groot en J. Grootveld schrijven jullie in 't vervolg een briefje? Hartelijk welkom Kiek je Hagendijk. Fijn dat jullie zo'n aardige juffrouw hebben. Heb jij nog meer broertjes en zusjes? Jij hebt de puzzel mooi gekleurd hoor Pimmy van Halem. Knap hoor dat jij hem zelf hebt opge lost. Doe je Joost de groeten? - Mocht jij tot 12 uur opblijven Leo Hay? Dat was een mooie film de Cineac. Jij hebt de brief Drijden' geen briefje Beppic Jij ook niet Wim Heijl? Ook jij bent hartelijk welkom Anja v. d. HU. Heb jij het boekje ook gele- -n? Waarom schreef Tineke niet? Natuurlijk mag Jij ook meedoen Riekje Hoeflaak. Hartelijk welkom hoor! Jij moet schrijven als de let- aan de beurt zijn. ters A Hartelijk '1?aï„Hans HordlJk. Hoe komt 6en hersenschudding Mag je al uit bed? Ji.J boek? Gelukkig dat rter bent Adrie Dai lag je al uit bed? Jij bent wend hoor. Van harte be- -P, Hans! Speel jij veel buiten Jannie Hofstee? Hoe oud is jouw zusje? Kan jij schaatsenrij- tjeuk dat .jouw bro€rtje al i en praten Ansje v. d. e heet hij ook alweer? Vind jij het fijn op school? Wacht je nu niet meer zo lang met schrij ven? - Wist jij echt niet meer te schrijven Adriaan van Houwelin- eb jij je schaatsen al opge- Hartelijk dank voor ïooie plaat Gerrlt van Hou- :n. Heb jij die helemaal al- maakt? Jij hebt ook al erg ik .„Jf1 xn schaatsenrijden begrijp ik wel. In Rotterdam kun je ook Jongens en meisjes wat heb ben jullie weer fijn veel brie ven geschreven. Jullie weten wel dat tante Jos het erg fijn vindt. Zorgen jullie volgende •veek weer voor een voile brie enbus? De letters I t.m. R ijn nu aan de beurt. Veel plezier jongens en mels- es en tot de volgende week. TANTE JOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 18