Wij stappen het cï&ló ik
nieuwe
jaar in
met
een
'Ruimte
voor ons....
MET DE TM.
KEUKEMNEEPJE5
ZATERDAG 7 JANUARI 1961
tt
tf ja zeg ópring /e er in
WIJ HEBBEN WEER EEN
r~
<=&e clown
Toen zag ik
de opgediende karikatuur
van de droefheid
vermomd als
nettenboeter
van de lachfuik
hij, vakwoord
van het circus
riep om begrip
door middel van
een banale rebus
gefiltreerd
uit zijn
gefingeerde domheid
CEES VAN DOP
Sr uit gelicht
Dit wordt geen grapje, zelfs
geen glimlach. Héél ernstig
moeten wij ,,nee" zeggen te
gen de volgende inzenders.
Het gedicht van Jaap Z. uit
Wassenaar kon niet mee, om
dat wij ir dat speciale num
mer geen Kerstpagina hebben
gebracht. Dit geldt
voor Ben van der V.
ter dam. Ook de oud-en
impressies van H. van
uit Slikkerveer konden
zelfde reden niet worden ge
accepteerd, zij het dan dat hier
een ander zondagsblad mee
wordt bedoeld
't Idee was grappig, de uit
drukking lagere-scnools, Wim
K. uit Katwijk aan Zee en het
is om die reden, dat jij je
plaatje weer in de brievenbus
zult vinden. Ten slotte nog
twee inzendiingen, die met
Kerst en oud en nieuw te ma
ken hadden. Lia S. uit Den
Haag tekende naar ons gevoel
voortreffelijke kaarten, maar...
je kent de reden. Ook de pla
ten van Chris S. uit Leiden wa
ren niet slecht. Stuur nog eens
der J.
„Als ik ja zeg spring je, ik hoe ik je daar zo g
ga wel op de uitkijk staan", moet verven."
zei Jan Steen en hij gaf me Vlug hees ik mij
bin- terd staan. Wat een verschil
het nog al don- de stilte van het museum en
ze je vragen uit die herrie bij dat kroegje.
„Vooruit dan maar", dacht ik,
„Hé, sinjeur, help
riep Jan Steen gedempt uit de beerde te tillen. Die lieden
gang, „Ga je gang
I zorg dat je niet in het scha-
l^uot komt want ik weet niet
(glimlach)
Deze glimlach, wordt jullie aangeboden door:
Cartoons: Jan van Loon, Cor den Duik, Quus, 3
FOTO: (links) Harrie P. Weltering.
SCHILDERIJ: Jan Steen (met een kleine cor-
t rectie van Maurice See). 3
f GEDICHTEN: Marianne van Raay, J. Kruide-
t nier, Cees van Dop, Daan van der Waals, Bert 3
f den Braber, Hans Kreuze.
PROZA: Maurice See. 3
in een andere wereld
steken geen hand uit."
Ik kreeg een kleur, de deer
ne was niet bepaald decent
gekleed. „Waarom belt u geen
taxi", vroeg ik weifelend.
„Nog zo'n goochemerd, we le
ven in de 17de eeuw vriend",
snauwde de oude en keek mij
argwanend aan. „Pardon,"
zei ik geschrokken en stapte
gauw over de ronkende venus
heen het kroegje binnen. „Nou
gewoon proberen te doen",
hield ik me zelf voor terwijl
ik op de tapkast toestapte.
„Mag ik een pint bier van
u", vroeg ik aan de dikke
waard, die een paar nogal
smerige kruiken vulde.
gen, ik ben weieens langs zijn
standbeeld gereden", ant
woordde ik stom. „Juist, juist",
zei de waard en schoof een
stukje achteruit. „Mooi pro
gramma gisterenavond
ker, zeker sinjeur, tenminste T.V.", probeerde ik de zaak
te redden. „Hebbus", klonk
een stem achter mij en twee
benige handen sloten om mijn
nek. „Een goeie vangst, me-
neer de schout", slijmde de
vierduitenstuk waard, terwijl de rakkers mij
uit en smeet het op de toon- naar buiten trókken,
bank. „Nu is het mis", dacht ik
De waard vulde een kruik en waagde de sprong. De vloer
als ge duiten hebt", baste de
waard, terwijl hij mij van
top tot teen opnam. Geschrok
ken tastte ik in mijn wam
buis en voelde een dikke beurs.
Ik 1
streek sinjeur, ik hoor
stem een vreemde klank".
„Nee, ik kom uit Rotterdam",
zei ik waarheidsgetrouw
het museum 1
neer zei de suppoost, terwijl
hij mij ophielp. Versuft liep 1
ik zo snel mogelijk naar de I
bij Delfshaven." ,',Ja", zei ik hijgde hij en stopte mij wat
opgelucht en nam van schrik
een te grote slok bier waar
door ik me bijna verslikte.
„Delfshaven, mooie plaats",
de handen. Ik was bijna
de straat uit voordat ikt durf
de kijken. Het was een 'zeem
leer zakje, bijeen gehouden
I
hervatte de waard het gesprek door een koord. Ik trok het
(Rotterdam liet hij verder open... het was gevuld I
links Koeren„Piet Hein werkt met Oudhollandse munten. Ver-
jongen hoor, die schrikt stopte ik het in de zak
haalt centjes binnen. U hebt van mijn terlenka en verhaast-
Ssn danó
voor jou alleen
Geef mij lange rokken
en twee castagnetten
ik zal een dans in strakke
lijnen zetten
omdat ik nu goed weet wat
dansen is
had mij toch geen paso-doble
geleerd
geef mij de castagnetten
geef mij lang glanzend zwart
haar
ik zal als een vlam in je ogen
flikkeren
draaien
bewegen
een vlam in rode rokken
in een dans voor jou alleen
doven in een vuile plas
uitgebluste ogen en uitgestrekte
armen
blauwe lach als om de lippen
van een witte bloem
in een doodgeboren
ongewild
en onvervuld verlangen
Marianne van Raay
hem zeker wel
sinjeur." „Nou dat is te zeg-
gezien te mijn stap.
MAURICE SEE
U leeft mee
U wordt er door geboeid
U raakt er van ondersteboven
ISRAEL VANDAAG IN DE MUZIEK
meegedaan
LATEN we het maar toege
ven: de portee begrijpen we
vaak niet, maar ze trekken ons
desondanks vaak bijzonder aan:
de vele Israëlische liederen,
die we de laatste tijd over de
radio horen. Ook in de platen-
handel is er een duidelijke nei
ging naar dit zo aparte lied
merkbaar en het is daarom,
dat ik er vandaag even jullie
aandacht voor vraag. Als je
eens luistert naar zo'n lied, zo'n
melodie, proef je gelijk de
sfeer van het Israël van nu.
Een Israël zoals de muziek is:
met invloeden uit verschillende
landen en streken én met daar
naast het stempel van origine
le volksmuziek. Je herkent een
Rus8isch-Oosteuropees karakter,
later kwamen daar nog Yeme-
nitische en Spaanse invloeden
uit het Middellandse Zee ge
bied bij, weer gevolgd door
Arabische. En nog zijn we er
niet omdat de immigratie nog
niet tot een eind is gekomen,
wat echter niet wegneemt dat
de speciale charme van het Is
raëlische lied ons en vele an
deren bekoort. Die verschillen
de in deze muziek terug te vin
den perioden zo van na de
eerste Wereldoorlog af heb
ben hun eigen exponenten
alle hebben „g--
die schat teLJHHPBH
in de Israëlische volksmuziek
terug vinden. Om het aparte
ritme en het Hebreeuws als de
maat-aangevende tekst niet te
Opvallend is, dat deze mu
ziek zo waarachtig in karak
ter en kwaliteit vooral door
h'et leger in het land zelf zo be
kend is geworden. Het leger
neemt nu eenmaal in Israël een
(helaas) belangrijke plaats in
en zo kwam het, dat in de
Kiboetsim (de besloten ge
meenschappen in dit land) de
legerleiding de muzikale touw
tjes in handen nam. Er werden
concerten georganiseerd, waar
vrolijke muziekjes en sentimen
tele, zowel als romantische lied
jes te beluisteren waren. Dit
sprak de bevolking zo sterk aan,
dat tekst en muziek al gauw bij
haar gemeengoed waren gewor-
En verder zorgen twee radio
stations er wel voor, dat het
publiek de muziek uit eigen
land kan horen. The Voice of
Israël en het station van het le
ger zijn twee vooraanstaande
propagandisten voor lied en me
lodie. Ook vele mensen gaven
en geven zich nog volkomen aan
de uitvoering van hun volksmu
ziek, zoals de Yemenitische pio
nier Braha Tzefira.
Verder kennen we al de meer
gecultiveerde stijl van zang, on
dersteund door een guitaar van
Ran en Nama, terwijl in ons
land daarnaast Dudaim zeer
populair is.
Ook de jeugd van Israël laat
zich in dit opzicht niet onbe
tuigd. De regering geeft
haar een gelukkige sti
mulans en allerwege is
er onder de jeugd een
enorme interesse ge
groeid voor alles wat
maar met muziek te ma
ken heeft. Dat verklaart
om. het ontstaan van
allerlei jeugdorkesten,
waarvan de meeste zich
met het klassieke reper
toire bezighouden. Het
is begrijpelijk dat deze
jeugdige musici met gro
te aandacht de concerten
volgen van het Israëlisch
Philharmonisch Orkest
dat optreedt in de eigen
zaal, het Mann-Audito-
rium in Tel Aviv, zowel
als op het platteland,
waar dit reizende gezel
schap talrijke concerten ver-
Of de Israëlische Jeugd be
langstelling heeft voor jazz?
Desgevraagd kon men ons daar
op geen antwoord geven! Nu
maken we ons daar weinig zor
gen over, misschien heeft men
in Israël iets anders (beters?)
gevonden.... Jazz kunnen we
trouwens genoeg horen, wij zijn
al héél tevreden met die zo
aparte muziek uit en van het Is-
Gedreven door mijn Ucht gemoed
gebeurd door inspiratie
gevoed door 't volle hart
geroerd tot schreiens toe
geknield voor mijn minzame
zing ik mijn lied
doodleuk
wonderlijk
a wonderful music
Zo maar iets
De moeilijke mens
zoekt zijn geluk
in woorden
die verborgen zijn
De simpele mens
zijn geluk
in zonnige stralen
en in 't fluisterend praten
van 't wiegende gras
J. Kruidenier
HET VROLIJK SPELEN
(naar Hieronymus van Alphen)
Mijn spelen is spelen, mijn leren
is leren,
nlj dan het spe-
mij verdriet.
Mijn hoepel, mijn priktol, in
plaats van mijn boeken,
daarin wil ik mijn tijdverdrijf
de wijsheid, de deugden, die moet
ik niet.
DAAN van der WAALS
Gedicht om te fluisteren
kleine vogel herinnering
ga op m'n hand zitten
of nestel je onder mijn trui
dicht bij mijn hart
laat mij je voorzichtig strelen
en zing me iets voor
uit je poëzle-album van
vroeger
hans kreuzen
<2)e <~rl Öincl
De wind waait zachtjes om het huis
De bomen spelen met hem mee
Heel in de verte hoor je het zingen van de zee
de lucht is pol van tonen en geruis.
Als je heel stil bent hoor je wat de wind vertelt
het zijn verhalen over water en van gras
van vogels en van vissen in een plas
van mensen die nu oogsten op het veld.
Eens heeft de wind mij meegenomen
we stoeiden door de bossen en op het strand
de avondzon zette heel de lucht in brand
het goud scheen van de hemel neer te stromen.
Het is al lang geleden, maar ik weet
dat het eens weer gebeuren zal
als snelle-vogels wieken we door 't heelal
als snelle schepen, naar hun eindelijke haven.
Alles wat ik heb liefgehad
de weemoed en de liefde en de lust
heb ik voor het laatst vaarwel gekust.
Het zal verdwijnen in de nacht.
Bert den Braber