Bloemen voor zuster Mathilde
C
De reizende sneeuwpop
ZATERDAG 7 JANUARI 1961
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
"DEDDEN werden opgeschud en de spreien
-L* recht getrokken. Meèstal sprak de
hoofdzuster het langst met de oudere en
meer bezadigde patiënten.
Peter Ligtendonk vond het best en eigen
lijk hoopte hij maar dat dé hoofdzuster
hem vanavond helemaal oversloeg.
Een kleur schoot naar zijn wangen en
zijn hart begon sneller te kloppen toen hij
het drietal zag binnen komen. Hij schoof
onmiddellijk het werk van zich af.
Daar was zuster Mathilde over wie hij
de laatste dagen maar niet uitgedacht
kwam. Ze stond daar achter de hoofdzus
ter en ze begon op haar handige en vlugge
manier het werk aan de bedden.
Als ze vanavond de late dienst had, was
ze morgenochtend in de vroege omdat ze
dan ook de nachtdienst waarnemen moest.
Hij had zich de laatste tijd beijvérd om
achter de gegevens van hit dienstrooster
te komen.
En ja hoor, bij stukjes en bèetjes was
hij Mathilde's diensturen gewaar geworden.
Nu moest het gebeuren. Als ze wist wat
hij van plan was
De hoofdzuster praatte met dé patiënten
en de beide zaalzusters gingen zwijgend
voort met hun wejk.
Niemand lette op Pétér die geen oog af
hield van het jonge verpleegstertje, dat
met een hoog rodé kleur haar werk dééd.
Maar opeens wérd hij weer door die
mismoedigheid overvallen. Zjjn stemmin
gen wisselden om de minuut.
Meer dan haar slanke figuurtje op een
afstand bewonderen was immérs toch niet
voor hem weggelegd? Misschien mocht hij
straks bij het onderstoppen heel éven in
haar levendige blauwe ogen kijken. Meer
mocht hij niet verlangen, kan hij niet ver-
Hu was immers al bijna twéé jaar t.b.-
patiënt, die maar uiterst langzaam vooruit
ging.
De hele dag had hij naar dit ogenblik
verlangd en nu ze daar stond achter de
smalle rug van de hoofdzuster, voelde hij
zich opeens verder van haér vérwijderd
dan wanneer ze er niet was.
O ja, natuurlijk zag hij wel dat ze hem
nu en dan een schuchtere blik ovér de bed
den heen toewierp.
Ze zou het best leuk vinden, dat hij
zo'n beetje om haar heen draaide, zender
dat hij rechtstreeks op zijn doel durfde af-
Hij vond Mathilde lief. De liefste van al
le zusters aan wier zorgen de patiënten
van de achterhal waren toevertrouwd.
En als hij niet ziek was en een goede toe
komst voor zich had liggen..
Hij durfde het zo niet aan. Welk méisje
zou hem nu ernstig nemen?
Al bijna twee jaar lag hij hier te turen
naar de dikke eik, die zelfs bij de zwaar
ste storm nog onbeweeglijk tussen ae tal
loze buigende dennen stond.
Twintig jaar was hij, een leeftijd waarop
hij eigenlijk de basis voor zijn toekomst
zou moeten leggen.
Straks als hij eindelijk zo ver zou zijn
dat hij zijn bed zou mogen verlaten,
paar vierkante meter heuvelachtige groijd
van het sanatorium op volgerj.
Op de zalen rondom de achterhal ^er-
den de lichten gedoofd. De radio zweeg en
het licht van de maan was nu duidelijk in
het vijverwater te zien.
Mathilde en Jiaar collega naderden dich
ter het bed van Peter Ligtendonk.
De hoofdzuster wist van geen weggaan.
Een paar patiënten begonnep té zingen:
..Abend wird es wieder."
Plotseling was hij wéér
plan. Als alle lichten uit
DN zij wilde een gezonde man met veel
geld of een goede positie. Ze droeg het
hart wat te hoog al had ze dit nooit ten-
volle érkend. Het was al lang geleden. Al
méér dan dertig jaar. Haar kansen slon
ken maar ze ging op in haar werk.
De diploma's vielen haar zo maar in de
schoot en weldra had ze het tot hoofdzuster
gebracht. Ze regeerde te streng, zéiden
haar ondergeschikten dikwijls. Maar lang
niet streng genoeg, dacht ze bitter.
Nu zag ze wat d- gevolgen waren als
ze maar even het oog afwendde.
Ach, die Mathilde had ze nooit goed kun
nen zetten, 't Was een goede verpleegster.
Ze deed het werk nauwgezet en met toe
wijding. Maar toch kon zij de gedachte
maar niet loslaten dat die Mathilde met
dit alles iets anders beoogde.
Wat zij vanavond gezien had beviel haar
niet. Die steelse blikken naar Ligtendonk!
Wat moest daar nu eigenlijk van terecht
komen. Waarom waren die jongelui toch
zo anders dan vroeger. Wat had zij niet
goed op haar tellen gepast, door die stu
dent te laten schieten.
Maar had zij er later geen spijt van?
Dat was weer de andere stem die zich
liet horen. Die stem trachtte ze echter
steeds te smoren in het enthousiasme voor
haar werk. i
Nee, het was geen rechte lijn die zij ge
trokken had. Ondanks dat zij meende het
beste gekozen te hebben werd zij nu ver
vuld van jalouzie. Ze stond, vooral waar
het Mathilde betrof, gauw met haar aan
merkingen klaar en ze kon zich zelf niet
vrijpleiten van veel menselijke kleinheden.
Geërgerd stond ze op. Het was ook zo
moeilijk een blik in eigen hart te werpen.
Kop ze Mathilde maar overplaatsen. Dan
die Ligtendonk niet meer. Het ging
i haar bestwil. Zij zelf was indertijd
vrijwillig vertrokken. Maar zij
en ze had tijdig het gevaar v..__
pappen met een patiënt onderkend.
het i
Door
J. DE BOER
sliepen zou hij het uitvoeren.
Het was een romantisch maar g?vaarj
lijk werkje dat hij wildé doén. Als dé
hoofdzuster het wist
Zijn hart begon fel te bonzen. Eindelijk
verliet de hoofdzuster dé hal.
„Dat is een zorg minder", dacht Peter
Ligtendonk opgelucht. Hij boog zich zijde
lings over het ledikant en sloeg zijn buur
man spontaan op de schouder.
Er werd nog druk onderling gefluisterd.
Gewoonlijk duurde dat nog een uurtje na
dat het laatste licht was ujtgédraaid.
Maar dat hinderde Peter Ligtendonk
niet. Hoe later hoé beter. Even dacht hij
er over zijn buurman in vertróUwen te ne
men. Snel verwierp hij die gedachte echter
weer. 't Was té gevaarlijk en bjj ontdek
king zou ook hij groot risico lopep.
Langzamerhand verminderde het fluiste
ren. De toeneménde rust op de hal lokte
de egels uit hun schuilplaatsen en weldra
scharrelden de dieren naaf hartelust rond
en groeven het grind om, op zoek naar
weggeworpen broodkorstjes.
De patiënten gingên éen voor een onder
zeil en de nachtwind ruiste over de bed
den. Lang nog bleef Peter Ligtendonk naar
buiten kijken. Hij moest zeker weten dat
iedereen sliep voordat hij zijn avontuurlijké
tocht kon beginnen.
Op de oprijlaan verklonken de voetstap
pen van de tuinman die voor vapdaag zijn
laatste ronde had gedaan.
LAN Ui A AM en nadenkend liep hoofdzus
ter De Jong de trap op naar haar
Dat was wel iets heel bijzonders. Iets dat
ze in al de jaren dat ze het sanatorium
diende nog niet meegemaakt had.
Zouden die jongelui werkelijk denken,
dat zij, de ervaren én scherpzinnige ver
pleegster niets in de gaten had? Dan moes
ten zij toch handiger zijn.
Dat verlegen blosje en die schuchtere
blikken in de richting van die Ligtendonk
waren haar niet ontgaan. En die jongen
kon haar, de hoofdzuster, wel weg kijken.
Zij moest zich al sterk vergissen als hier
geen romance bestond. Een romance tus
sen twee jongelui op de afdeling waarop
zij de leiding had. Het was ongehoord en
het was haar taak dit de kop in te druk
ken.
Dat zou ze doen, zonder scrupules. Maar
eerst moest ze het zeker weten.
Ze kon niet overhaast te werk gaan. Wat
deden maar of er geen toekomst bestond.
Zeker, die Ligtendonk zou wel beter wor
den. Zijn papieren stonden goed.
Maar nu liep hij toch op de dingen voor
uit. Stel je voor dat zij hieraan geen paal
en perk stelde dan was het gauw gedaan
met de keurige huisorde.
Ze werd rood van ergernis. Een ogen
blik dacht ze er aan het geval aan de oude
Prof. te vertellen. Maar neen, aan die man
had je in dergeljke gevallen niets. Hij zou
hoogstens een paar wijsgerige opmerkin
gen maken en haar daarna succes toewen
sen bij haar taak.
Er was trouwens nog niets positiefs te
vertellen.
De hoofdzuster zuchtte en dacht diep na
onder het zachte licht van de schemer
lamp. Neen, vroeger was het anders.
De tijd van haar jeugd sproqg in haar
herinnering terug. Ook toén een sanato
rium vol met patiënten. Ook toen liefde.
Als de dag van gisteren herinnerde zij
zich nog die jonge student.
Hij was knap én zijn verpleging was aan
haar opgedragen. Herhaaldelijk had zij
zich er op betrapt dat zij zijn kamer meer
opzocht dan nodig was.
Hij prees haar om alles wat ze deed en
het duurde niet lang of hij begon haar het
hof te maken. Zo waren immers studenten.
Ze moest het eerlijk bekennen dat ze er
lang niet ongevoelig voor was.
Maar ze had zich nu eenmaal een doel
gesteld en om dit te berèiken mocht ze
niet zwak zijn. Van nature duldde ze geen
half werk.
Ze keerde hem de rug toe en een week
daarna was ze op verzoek overgeplaatst.
Toen zag ze hem niet meer en ze meen
de. nee ze maakte zich zélf wijs dat dit
voor hun beider bestwil was.
Maar was het niet veel eerder zo dat ze
de stap te riskant vond?
Hij was tenslotte nog patiënt met een
onzekere toekomst.
Dit laatste overdacht zij het liefst. Ze
wilde dat Mathilde dezelfde weg zou vol-
Cals zij. Evenals de patiënten stond het
d ténslotte onder haar leiding en ze zou
het meisje duidelijk maken dat zij gehoor
zaamd wilde worden.
Een vrouw mocht zich niet binden aan
een man die ziek was en een nog ongewis
se toekomst voor zich had.
Ze gooide het raam open. De avondlucht
drong binnen. Lang bleef de hoofdzuster
naar buiten kijken. Haar oog werd getrok
ken door een witte gedaante die onzekér
tussen de dennen bewoog.
VOORZICHTIG liet Peter Ligtendonk zich
uit bed glijden. Het was een vreemde
gewaarwording zo tegen middernacht. Zijn
voeten trilden toen ze met de koude vloer
in aanraking kwamen.
Onder het nachtkastje tastte hij naar zijn
pantoffels en ging toen in gebukte houding
onder de balustrade langs naar de uitgang
De egels, geschrokken van zijn plotse
linge verschijning rolden zich haastig op
en bleven roerloos liggen. Als hij eerst hét
dichte geboomte maar bereikt had dan was
hij voor ontdekking gevrijwaard.
Spoedig was hij bij de eik. Even leunde
hij er tegen aan. Hier stond Mathilde, die
avond na de dienst toen hij zo plotseling
door haar geboeid wérd.
In die twee jaar dat hij in het sanato
rium verbleef, was hij nooit verder geko
men dan tot de balustrade van de hal. Die
vormde de grens van zijn wereld. Hij
mocht er slechts over heen kijken zoals de
passagiers over de reling van een schip.
Hij wist dat hij voor sanatoriumbegrip-
hij tégen de kou. Daar s
bed.
STEL JE VOOR dat de hoofdzuster
Gebukt ging hij terug naar de vijver.
Van zwakte dreigde hij haast door zijn
knieën te zakken toen hij er over heen
sprong.
Hij was blij toen hij weer onder bescher
ming van de dennen was.
Even rustte hij uit. De kleurige bloemen
blonken in het streepje maanlicht dat met
moeite door de bomen drong.
Weldra stond hij weer op. 't Was hoog
tijd om naar de hal terug te gaan.
Hij was bijna aan het eind van zijn
krachten. Maar hij had zijn doel bereikt.
De laatste meters sjokte hij verder. Plot
seling kromp hij van schrik ineen. Voor de
hal zag hij een bewegende gedaante.
Hij moest er langs wilde hij zijn bed be
reiken. Er was geen andere weg. Wat
moest hij nu beginnen? Hij verschool zich
zo goed mogelijk achter een den.
Natuurlijk was zijn lege bed opgemerkt
en was het niet dat hij reeds hier in het
bos gesignaleerd was, dan zou toch weldra
de gehele sanatoriumbezetting in actie ko
men en naar hem gaan zoeken.
Wat was hij begonnen! Hoe kwam hij,
die als een verstandige jongen bekend
stond, toch zo dwaas zich in een dergelijk
avontuur te storten?
Mathilde Omdat hij van haar hield
en omdat hij het haar met bloemen wilde
zeggen, omdat hij het haar niet anders kón
zeggen, daarom stond hij hier achter een
den te beven als een riet en besteedde hij
zijn laatste energie om de voor haar be
stemde bloemen dicht aan zijn hart te
drukken.
Zwaar leunde Peter Ligtendonk tegen de
den. Hij sloot de ogen en hij begreep dat
het avontuur teneinde was.
Langzaam liep zuster Mathilde op hem
- haar lichte veerkrachtige voetstappen
op het knerpende grind.
Ze nam de bloemen uit zijn handen en
nadat ze haar arm door de zijne gestoken
had voerde zij hem langzaam mee naar de
hal. Geen woord kwam over de lippen van
het tactvolle meisje.
Op de hal gekomen, legde zij de bloemen
op tafel en dekte ze Peter toe met de haar
eigen routine en zorgzaamheid.
Zé zou nu de hal weer moeten verlaten
maar ze voelde dat hij nog iets wilde zeg
gen. Opzettelijk draalde ze en draaide de
bloemen een paar maal om en om.
„Mathilde, fluisterde hij toen, die zijn
voor jou, ik heb ze voor jou geplukt."
Ze had het verwacht maar toch kreeg ze
een kleur als vuur die gelukkig door de
duisternis verborgen bleef.
Aan de uitdrukking op zijn gezicht, waar
op ze heel even het gedempte licht van
haar zaklantaarn liet vallen, zag ze wel
dat ze het bij zwijgen laten moest.
Op de balustrade ging ze zitten. „Ze zijn
voor jou, ik heb ze voor jou geplukt", her
haalde ze fluisterend zijn woorden.
Geruisloos bewogen de aan dunne koord
jes opgehangen vogelbakjes in de wind en
achter haar snoven de egels onverstoor
baar tegen het grind.
Dikwijls hadden ze samen gepraat over
allerlei onderwerpen. Ze kende zijn moei
lijkheden en zijn bezorgdheid voor de toe
komst. En ze wist dat zijn ziekte, die hij
erger inzag dan hij in werkelijkheid was,
het grote struikelblok vormde.
Met een blij hart peuterde ze aan de
bloemen. Als op vleugels zweefde ze daar
na naar hem toe.
Ze boog zich naar hem over. „Peter, ik
ben er zo blij mee", zei ze toen.
De deur van de achterhal ging onhoor
baar open en gereed om tussenbeide te ko
men schuifelde de hoofdzuster met boze
ogen naar binnen. Ze merkten het niet.
„Peter, gmg Mathilde verder, natuurlijk
word je beter, jongen. Er is alleen wat ge
duld voor nodig. En wat de toekomst be
treft, samen zullen we trachten daarin een
weg te vinden. Je hebt mij niets aan te
bieden, zeg je, maar ik ben gelukkig met
jou en met jou alleen"
Achter hen bleef de hoofdzuster staan.
Geen scherpe uitval kwam uit haar mond.
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
67. „Hé, jullie daar, bovenop de brug, ten alles in het werk stellen om de vaas zweefd. „Kalm aan maar, vrienden
zien jullie niet, dat ik van de brug ge- vast te houden, want die mag vooral niet roept hij nu, „ik heb al weer vaste grond
etnï\X;óg™eMa^3elie0°hef' Ha™, het water vallen. Egel heeft met zijn onder mijn voeten. Ik sta op een stuk
Murr, Benjamin, Leo en Zwijntje moe- voeten maar heel even in de lucht ge- rots of zo iets..."
68. Benjamin Konijn heeft intussen
waagstuk uitgehaald. Hij is over de i
naar het gat in de brug gekropen
trekt nu uit alle macht aan
van Egel. Even later staat Egel weer
op de brug. Nu moet de vaas nog over
het gat worden gehesen en ook dat kar
wei gaat tamelijk vlot. Maar als de an-
het smalle touw moeten en
daarbij hun evenwicht moeten bewaren,
dan krijgt vooral Zwijntje het heel erg
moeilijk....
69. Murr kijkt angstig achter de dikke
Zwijntje, die een stuk touw van de brug
heeft losgetrapt. „Wat heb je nu weer
gedaan? Hou je goed vast," zegt Murr
en de heer Haas denkt alleen maar aan
zijn kostbare vaas: „Opschieten jon
gens, de vaas moet naar de overkant. We
kunnen geen minuutje meer verliezen."
En helemaal achteraan de stoet sjokt
de ezel over de brug. Onverstoorbaar
loopt hij door, vlak achter Zwijntje, die
angstig omkijkt. Wat zal er nu weer gaan
de.
Ze draaide zich om en verliet de hal
even geruisloos als zij binnengekomen was.
Over de donkere gangen van het sanato
rium ging ze terug naar haar kamer.
„Zo is het goed, Mathilde, fluisterde zij
ontroerd. Ik, die zo bijdehand meende te
zijn, ik legde de stem van mijn hart het
zwijgen op en ik heb er spijt van gekre-
vuld van het avontuur om dit te merken.
De duisternis tussen de dichte dennen nam
hem geheel op.
Overal stuitte hij op hindernissen op de
heuvelachtige grond. Achter de vijver
moest hij zijn.
„Kalm zijn, Peter," zêi hij fluisterend
tot zich zelf. „Het plan moet slagen."
Uit ervaring wist hij dat er op dit tijd
stip nooit controle op de hal was.
De angst verliet hem echter niet. Als de
dokter eens een voorgevoel had dat er op
de hal iets niet pluis was, of als er eens
iemand om de nachtzuster belde?
Hij was niet veel lichaamsbeweging ge
wend de laatste tijd. Zijn knieën knikten
toen hij na een aanloopje over de vijver
sprong. Daarna kwam hij op vlakker ter-
Voor hem lag het uitgestrekte bloemen
perk dat zijn geuren in de omtrek ver
spreidde en bij gunstige wind zelfs de pa
tiënten op de hal daarvan deed genieten.
Mathilde was dol op bloemen. Hij her
innerde zich nog haar stralend gezicht,
toen zij verleden jaar, nadat zij voor eèn
examen geslaagd was, in de bloemen werd
Dolgraag had hij haar na die tijd nog
eens met een bos bloemen vérrast maar
de paar kwartjes zakgeld die hij gewoon
lijk bezat lieten het niet toe.
Hij wist wel dat Mathilde hier in deze
schone omgeving bloemen in overvloéd
krijgen kon. Ook voor hem stonden ze nu
voor het grijpen en ze stelden hem in
staat Mathilde van zijn gevoelens te doen
blijken.
Armen vol bloemen zou hij willen mee
dragen, om haar daarmee morgen vroeg
als ze op de hal kwam in de nuchtere da
geraad te
HET KON NIET anders dan zo. Hij had
haar niets anders aan te bieden. Het
was kuren en nog eens kuren met een on
gewisse toekomst voor zich.
En toch, zijn hart stond open voor de
romantiek. Ondanks zijn lang niet rooskleu
rige toestand zon hij maar steeds op mid
delen om Mathilde's hart dichter bij het
zijne te brengen.
Peter Ligtendonk wist wel dat het maar
een primitief idee was, dat bij hem op
kwam maar 't had hem in vuur en gloed
Dagenlang had hij er over nagedacht en
het voOr en tegen overwogen.
Onder het nachtelijk briesje bogen de
bloemen willig naar hem toe.
Met zorg plukte hij ze een voor een. De
stengels broeiden in zijn klamme hand. Ge
klemd in de greep van de romantiek deed
hij het ongewone werk.
„Mathilde, ze zijn voor jou, fluisterde
hij. Morgenochtend als je op de hél komt
zal ik ze je geven. Met bloemen wil ik het
zeggen omdat ik het niet anders kan zeg-
Langzaam kroop hij verder terwijl het
aantal geplukte bloemen zich vermeerder
de, Uit zo'n grote massa zou de verdwij
ning ervan de tuinman nauwelijks opval-
De gespaarde bloemen en het weelderig
gebladerte bedekten weer spoedig de leem
tes zodat vrijwel geen spoor achterbleef.
In de verte hoorde hij gedruis uit het na
bije stadje. Daar was de maatschappij
waarop hij straks zou worden losgelaten,
schuw als een jarenlang gekooide vogel op
de natuur. Geen studie achter hem en geen
baan die hem wachtte.
Opnieuw kwam wrevel bij hem op. Hij
richtte zich op i
't eerst huiverde
Het sneeuwde.
En het blééf maar
sneeuwen, uren achtereen.
Op de grote weg kwamen
de auto's vast te zitten
in de hoog opgewaaide
sneeuwhopen en moesten
met takelwagens worden
weggetrokken. De kale
struiken in de tuintjes ver
dwenen helemaal onder de
witte deken en je kon niet
meer zien waar het trottoir
ophield en de straat begon.
De grote mensen klaagden
steen en been, doken hui
verend in hun jas. Ze ploe
terden naar huis. tot aan
de knieën in de witte
sneeuw. En velen zucht
ten: „Ach, ging het maar
heet water regenen."
De enigen, die echt blij
waren met al die sneeuw
waren de kinderen. Zij
hadden pret voor tien. Ze
rolden er in rond, hielden
sneeuwtoalgevechten, bouw
den kastelen van sneeuw
en gleden op hun sleetjes
van de hellingen. O. wat
een schik hadden de kinde
in het dorpje Heideloo
woonde een dokter in een
mooi vierkant huis. Er was
bij dat huis ook een grote
tuin, helemaal rondom en
nu helemaal wit. De vier
kinderen van de dókter wa
ren na schooltijd meteen
in de tuin gaan spelen. Ze
maakten een sneeuwpop, o,
zo'n prachtige sneeuwpop.
Zo groot als een mens, met
een dikke, witte buik, git
zwarte ogen, een lange ro
de neus, een mond van si
naasappelschillen, met een
pijp en een oude hoed en
mét een bezem in zijn ar
men. Uren werkten ze er
aan. En toen de pop klaar
was dansten ze er om heen
en zongen liet liedje van
de Sneeuwman. Kinde
ren binnen komen, riep
moeder plotselig Het is
tijd om te eten. En daar
na moeten jullie huiswerk
maken. Maar Elsje moet
straks naar bed. Elsje was
het jongste dochtertje van
de dokter en zij was nog
tg klein om huiswerk te
maken. Maar ze moest wel
altijd vroeg naafr 'bed.
Het was intussen al don
ker geworden, daarom za
gen de vier kinderen niet,
dat er achter het tuinhek
een vrouwtje stond, dat ge
staan, keek vriendelijk naar
hem op en zuchte diep.
Je bent mooi, sneeuw
man, zei ze zacht. Maar
waarom sta je daar zo stil
voor je uit te kijken? Ik
wilde dat je levend kon
worden en met ons spelen.
Maar de sneeuwpop bleef
stijf en strak voor zich uit
staren en gaf geen ant
woord. Toen ging ook Elsje
naar binnen.
De sneeuwpop zei niets;
hij kón nog niets zeggen.
De fee opende hettuin
hek en liep r
r de s
Thea Beekman
Het vrouwtje bij het tuin
hek had alles gehoord. Ze
glimlachte en knikte in de
richting van dg onbeweeg
lijke sneeuwpop.
Ja, sneeuwman, dat
zou leuk zijn, als jij je kon
bewegen en met de kinde
ren spelen. Weet je, wie ik
ben? Ik ben een fee. En ik
kan toveren. Ik zou je le
vend kunnen maken!
De sneeuwpop antwoordde
niet. Het vrouwtje keek
even naar het grote dokters
huis, waar de vader en de
moeder en de kinderen nu
allemaal om de tafel zaten.
Wil je graag levend
worden, sneeuwman? vroeg
pop. In haar hand hield zij
een zilveren toverstafje.
Eerst zal ik je een
naam geven, sneeuwman,
zei de fee, terwijl ze zijn
voorhoofd met haar staf
raakte. Je heet Anouk.
En ik zal je ook goede raad
geven. Zorg er voor, Anouk,
dat je uit de buurt blijft
van de zonnestralen cn dc
warme kachels.
Ze keek even naar boven,
naar de hemel. De wolken,
waaruit de hele middag
sneeuw was gevallen, waren
weggedreven. Nu was de
hemel zwart en er straal
den duizenden sterren. Het
was heel koud op dit" stukje
van de wereld, het ging
Voorlopig behoef je
niet bang te zijn dat je
zult smelten, Anouk, zei de
fee glimlachend. Maar
wanneer over een paar da
gen de wind draait en het
weer warmer wordt, is het
gedaan met je goede le
ven. Dat is nu eenmaal het
lot van alle sneeuwpoppen
in dit land en je hoeft er
niet om te treuren. En nu
Abalawama, Iribiridi.
Huppelakee.
«wordt vervolgd)
DAG NEVEN EN NICHTEN,
Hebben jullie heerlik gesmuld van de oliebollen en appelflappen? Ik wel
hoor! Lusten jullie ze ook zo graag? We gaan nu weer een heel nieuw jaar te
gemoet en tante Jos wenst jullie allemaal een gezegend nieuwjaar toe.
Ik hoop dat jullie veel zult schrijven, want jullie weten wel dat tante Jos
het altjjd erg fijn vindt zoveel brieven te ontvangen. Jammer dat in de vorige
brievenbus lang niet alle brieven beantwoord konden worden. Er kwamen zo
veel brieven binnen dat ik de rest bewaard heb voor vandaag. We gaan dus
straks eerst de brieven beantwoorden die verleden week zjjn blijven liggen.
Voor we verder gaan bedank ik jullie allemaal hartelijk voor de mooie kaarten
en wensen die ik van jullie heb ontvangen. Vergeten jullie vooral niet je ge
boortedatum in de brieven tie schrijven en natuurlijk vergeten we ook niet
onze naam op de envelop of brief te schrijven.
De oplossing van de vorige puzzel is: Als de kat van huis is dansen de muizen.
De hoofdprijs gaat naar Tineke v. d. Hil.
De troostprijzen krijgen thuisgestuurd Jannie Hofstee, Gerrit van Houwelingen
a Cobie Luijendijk.
Hiep-hiep-hoera.
Lida Baardman, Piet van Eijk, Charles Felix, Hans Hordijk en Lia Mulder
allemaal hartelijk gefeliciteerd van de neven en nichten.
nu de brieven
Jij hebt mooi getekend Anne
ke Domburg. Bedankt voor je
mooie versje. Wat ben jij ver
wend. Zijn de boeken mooi?
Van jou kreeg ik ook al zo'n
mooie tekening Aly Donker
sloot. Ja, ik vind een kerst
boom ook erg leuk. Geweldig
dat jij de kleurenwedstrijd
hebt gewonnen. Ben jij
weer beter Lidy van Dorp?
Leuk postpapier heb jij gekre
gen. Je bent verwend hoor!
Bedankt voor je gezellige brief.
Jij hebt wel genoten van
de film Kees van Drongelen.
Wat een slim ventje. Wonen
1 vogels in het vogelhuis
je? Dat is ook niet leuk voor
poesje Mies, dat ze zo'n hu
meurige moeder heeft. Wist
het?
Welk boek heb je op het kerst
feest gekregen? Vond Krista de
lichtjes mooi? Hebben jullie
mooi gezongen Nellie v. d. Eijk?
Jij bent ook verwend hoor! Is het
boek mooi? Jouw brief was de
vorige keer te laat Lida v. d. EiJ-
dat Krijna je i
kennen. Ja, t
iebollen? Leuk
n beetje gaat
Jos houdt erg
Je d™0Gas?raDatrtis ^en^feu-
am „Maja". Jammer ge
was jouw brief de vorige
ook te laat Ineke van Geest,
lellie v. d, Eijk is ook één
>nze nichtjes. Heb jij pretti-
rstdagen gehad? Harte-
Fi'jn dat jij wel aan de kaart hebt
ht. Is Kees weer beter? Is
luwplaat mooi geworden?
Marijke Gerritsen schrijf jij de
volgende keer een lange brief?
Leuk dat jij de volgende
een gedrukte brief naar tanti
tijd I
blijven kijken. De kinderen
gingen naar binnen, maar
Elsje volgde haar zusjes
niet meteen. Ze bleef nog
even voor de sneeuwpop
Op dit plaatje
zien we allerlei
genummerde
voorwerpen. Zo
te zien denk je
bij jezelf: Wat
een rare puzzel."
Dat valt toch wel
mee. Jullie moe-
ten maar eens
goed kijken, dan
bij elk voorwerp
weer een ander
voorwerp past.
Jullie vullen dus
in no. 1 hoort
bijNu had ik
het toch bijna in
gevuld. Doe je
best maar en als
de puzzel klaar
is, moet je hem
voor dinsdag 10
januari inzenden.
rapport? I
tekening.
mkl
kreeg ik ook al l
ning Wim v. d. Graaf. Hartelijk
dank! Ook jij wordt hartelijk
bedankt voor je mooie tekening
Trudl de Graaf. Hartelijk welkor
hoor bij de neven en nichten. Wai
er ben jij precies geboren?
Jij hebt een mooie stempel
doos gekregen Rinie de Haan
Welke naam heeft het poesje
gekregen? Is het A.B.C. een
leuk spel? Jouw naam is aan
de beurt bij de letters A t.m.
H. Wat leuk dat jullie auto-
tjes en huisjes mochten maken
voor de tentoonstelling
rietje Hagen. Was het
lijk? Hoe oud zijn de tweeling
zusjes? Grappig dat de foto in
de krant stond. Hartelijk
welkom Letty Hallegraeff. Hoe
heet jouw vriendin? Jij bent
onze jongste neef Joost var
Halem. Hartelijk welkom hoor
Fijn dat pappa jou helpt met
schrijven. Is Pimmy weer be
ter? Schrijft hij de volgende
keer ook? Wist jij niet meer
te schrijven Aart Harkes? Hoe
is jouw voornaam R. Harte-
veld? Ook jij bent hartelijk
welkom. Vind jij het fijn op de
boerderij? Geweldig dat jij zelf
al een kastje hebt om je plan
ten te kweken. Kan de kachel
branden? Jij bent wel
verwend op je verjaardag
Leo de Haij. Hoe heet het
boek? Heb jij een mooi rapport
gekregen? Nee. tante Jos is
niet naar de ijsshow geweest
Johnny v. d. Heiden. Vond je
het mooi? Heb jij nog steeds
vakantie? Hartelijk welkom
Thera v. d. Heuvel. Dat is
nogal wat,- een pop van een
halve meter! Pimmy is een
leuke naam. Hij heeft dus al
heel mooi pak. Fijn, dat
weer beter is. Wat is
marva, Beppie v. d. Heu
vel? Jij bent verwend hoor!
Leuk dat je nu versjes op de
blokfluit kan spelen. Wat erg
dat dat grote konijn dood is
gegaan Jenny v.d. Heuvel.
Dat was jammer vlak voor de
Kerst. Hebben jullie mooi ge
zongen in de kerk? Is je trui
mooi geworden Saartje v. d.
Heuvel? Jammer dat er geen
plaats meer voor je gedichtje
is. Jij hebt mooi getekend
hoor! Jij hebt ook al zo
getekend Ria v. d. Heij-
'k Geloof best dat het di
neetje erg lekker was. Kan jij
zo goed gitaar spelen? Het
kan nog genoeg sneeuwen hoor
Thera Heijstek. Heb jij
goede verjaardag gehad? Zijn
al je vriendinnen geweest?
Geweldig dat jij ook op mocht
blijven Tineke v. d. Hil. Waar
hebben jullie geschaatst?
Vind jij Monopolie een leuk
spel Jannie Hofstee? Jij bent
verwend hoor! Is het zakdoekje
mooi geworden? Zullen
mamma en pappa jou verwen
nen met een etui, denk je,
Hans Hordijk? Komen je vrien
den ook volgende week donder
dag? Heel veel plezier hoor!
Was de kerstboom mooi Adri-
aan van Houwelingen? Ga jij
ook wel eens bij oma in Voor
burg logeren? Jij hebt de brief
mooi geschreven hoor! Be
dankt voor jouw prachtige te
kening Henny van Houwelin
gen. Wat ben jij verschrik
kelijk verwend Gerrit van Hou
welingen. Hoe heten de boe
ken? Jij stuurde mij ook al
zo'n mooie tekening. Hartelijk
dank hoor! Is de tekening op
school mooi geworden? Was
het samenspel mooi, Jopie
Hulsman? Maak jij nog eens
een mooi gedichtje? Woont je
zus zo ver weg? De aan
houder wint moet je maar den
ken, Maatje Huizer. Is de tas
mooi geworden? Jij bent wel
verwend hoor! Jammer dat
de zaklantaarn nu al weg
Wim Huizer. Heb je hem nog
kunnen vinden? Hoe heet jouw
vriend? Ja de tegenwoordi
ge dames hebben nu geen last
meer van die lange rokken.
Janneke Janse. Hoe is het nu
met je oma? Dat vind ik erg
leuk een kaart uit Zeeland
krijgen. Willy is dus al
kleine snoeper. Bedankt v<
je mooie tekening hoor! Na
tuurlijk mag jij ook meedoen
Gerrie de Jong. Hartelijk wel
kom hoor! Wanneer ben jij
precies geboren? Dat heb jij
goed onthouden dat je nu aan
de beurt bent Ria de Jong. Je
bent wel verwend hoor! Is het
boek mooi? Jij hebt wel heer
lijk van de oliebollen gesmuld.
Wat maak jij op de hand
werkles Wilma Kalkman? Jii
hebt je versje zeker altijd goea
geleerd? Wat heb jij grappig
postpapier. Hartelijk wel
kom bij de neven en nichten
Jan de Korte. Dat is een heel
boekje „Om twee schit
teroogjes". Wanneer ben jij
precies geboren? Wat kan
jij nu gaan bouwen met al die
lege doosjes, Jan Kraak?
Schrijf je me de volgende keer
eens wat je er van hebt ge
maakt? Heb jij een „echt"
horloge gekregen? Doe je oma
de groeten van mij? Adriaan
Langevelde schrijf jij mij
eens een lange brief?
Wat heb jij mooi getekend Ar
jan de Leeuw van Weenen.
Wat is Alex al gegroeid! Heb
ben jullie mooi gezongen?
Jij hebt je dus wel rond en dik
gegeten Cobie Luijendijk. Ga
jij al lang op de gymnastiek?
Je moet minstens 16 of 17
jaar zijn, wil je daar aan mee
doen Anneke Mottier. Lees jij
de krant zo slecht? Wacht je
lang met schrijven?
Fijn dat je nu weer kunt
schrijven Jannie Notenboom,
'k Dacht werkelijk dat je tan
te Jos aan het vergeten was.
Leuk dat jullie zo'n „lol" heb
ben met het mikadospel.
Klement Notenboom schrijf jij
tante Jos voortaan iedere week
een brief? Je krijgt dan beslist
volgende keer een acht op je
rapport. Joke v. d. Oven
schrijf jij me de volgende keer
een lange brief? Heb jij
nieuw postpapier gekregen
Geertruida Overvoorde? Is je
neefje er nog? Er was verle
den week geen ruimte meer
voor de letters, Geertruida!
Ook jij schrijft mij de volgen
de keer een lange brief Peter
Op 't Hof? Er was toch geen
vuurwerk op oudejaarsavond,
Nico Poot? Het was zeker wel
een herrie bij jullie in de wei
landen? Wat heb jij van de
oliebollen gesmuld Margriet
Rietveld. Was Marjoke blij
met haar kopje? Is Margrietje
nog bij jullie?
Peter Faas, ik vond Jasper
een mooie naam hoor! Jij komt
nu helemaal achteraan, want
jouw kaart was eigenlijk te
laat. Stuur je voortaan de
brief wat eerder weg? Moe
ten jullie weer naar school Ad
en Leo van Leeuwen? Het
volksbusje ging zeker kopje
onder? Fijn dat jij bij Tim
mocht logeren. Schrijf je me
de volgende keer wat je teke
ning betekent?
Jongens cn meisjes, deze
week zijn de letters S t.m. Z
aan de beurt.
(o-S