mm GOOCHELEN is zijn lusi en zijn leven Woonwagenkampen konden beter als staangeld werd verhoogd Een verre burgemeester! Fransen „boos" op Britse namaak-prinses BOEKBESPREKING ZONDAGSBLAD ZATERDAG 7 JANUARI 1961 „Mijn vrouw doet 's nachts de was. Eerder is HET LEVEN geen electnsche stroom. We kun nen die pas aftappen, als de lam pen van de twee lichtmasten in het kamp uit gaan. Eigenlijk is dat natuurlijk gewoon stelen. Maar wat moeten we anders? Of is het soms waar, dat woonwagenbewoners geen mensen zijn, maar beesten, die helemaal niks, dus ook geen wasmachine, nodig heb ben?" De man, die dit vertelde stond met zijn woonwagen in het kamp van Hoorn in Noord-Holland. Hij is een van de 20.000 Ne derlandse woonwagenbewoners, die samen over zo'n vierduizend wagens beschikken. Ze trekken van kamp tot kamp en doen onder weg wat hun handen te doen vinden. De vrouw van de man, die de hierboven beschreven klacht uitte, stond met haar voeten in de modder. Het had geen enkele zin een stap naar voren of naar achteren te doen, want dan stond ze nog in de modder. Alleen de wagens van het kamp te Hoorn hadden een plekje op het droge. Elf op een rijtje. Stuk voor stuk fraai glimmende huizen op wielen. Tweedehands-auto's voor de deur en hier en daar een rommelarijtje, dat vroeger een weegschaal, een bromfiets of misschien ook een handkar IB"boncU& PARIJS HOUDT NIET VAN VROUWELIJKE AGENTEN „Je kunt geen vrouwelijke politie gebruiken om „respecta bele mensen te arresteren", is de mening van de hoofdcom missaris van de Parljse politie. De vrouwelijke agenten zijn in de meeste grote Europese steden gekomen om te blijven, maar Parijs neemt alleen nog maar wat voorzichtige proeven. En bij die experimenten doen de dames nooit alleen dienst. Ze worden vergezeld van een stevige mannelijke collega. Nooit wordt een dame gestuurd als er iets in het verkeer is mis gegaan of in andere gevallen, waarbij er tussen de betrokke nen en de politie onenigheid zou kunnen ontstaan. Ordelievende Fransen vinden het al niet zo prettig door mannelijke agenten te worden aangeroepen. Maar een vrouw, die hen op de bon slingert, vinden ze een belediging. Toch wil de Parijse politie de vrouwelijke afdeling permanent maken en zelfs langzaam uitbreiden. Langzaam, om de Parijzenaars aan de dames te Schignano, een stadje van 1200 zijn geboortestad Schignano moe inwoners, in de bergen langs het ten komen. Hij zal de reis van Italiaanse Como-meer, ongeveer 12.000 kilometer per straalvlieg- 55 kilometer ten noorden van Mi- tuig maken en telkens de admi- hetf'vèrtrek ge- tocTSet vSftr'SS wITiS-maai 1"°. J>~f' merkwaardigste nistratieve aangelegenheden De woonwagens zijn als het ondanks die betere toestanden, ware altijd voor het vertrek ge reed. Waarom? Die van Hoorn voor nen haalden daarover hun schouders zeggen de op en begonnen allemaal tegelijk ben eigenlijk 1 hebt een week of zes in Hoorn ge- bezocht worden. Daar zitten werkt, wel, dan moet je op een klanten. En dus zitten we e keer weg, omdat er niks meer te vast slijpen valt. En met het precies eender." Maar het kan ook gebeuren, dat in een van de wagens het gesprek dig." komt op een schoonzus, een broer of een verre tante. „Hoe zouden ze het maken? We moesten er maar burgemeestersverkiezing gedaan, Schignano komen regelen als die men zich maar kan denken, officieel hoofd der gemeente. Het stadje kan er ongetwijfeld Burgemeester Gelpi heeft ge- prat op gaan de verst van zijn schat, dat hem dit ongeveer eigen gemeente weg wonende bur- 240.000 gulden gaat kosten en de gemeester te bezitten. Burge- bewoners van Schignano hebben meester Aurello Gelpi, rige bouwondernemer woont na melijk in de Braziliaanse stad Sao Paulo, waar hij fortuin heeft gemaakt. In de komende vier jaar van zijn ambtstermijn zal de heer Gelpi een keer per maand naar Schrijven? De volgende dag rijden ze dan weg. „Je zou ze natuurlijk ook kunnen schrijven." „Schrijven? Dat wordt wel wat erg eentonig zo'n brief vol met kruisjes...." Om die opmerking werd harte lijk gelachen, want zij schaamden zich niet voor hun analfabetisme. En ze verklaarden onmiddellijk, waarom de kinderen ook niet naar school gaan. „Iedere dag ander half uur heen en anderhalf uur terug lopen naar de dichtstbijzijn de school. Dat is een onmogelijk heid...." „We zitten hier merkte een van „ze doen niets vc de week komt De Franse jeugd leert al heel vroeg, dat aan de overkant van La Manche (Het Kanaal) op een in mist gehuld eiland, een Eiland vreemd mensenras leeft, dat vlees eet bij het ontbijt. Als de Franse kindertjes op- ons. Eens in Broeien, raken de de gedachte, dat hun Britse van Engeland in handen neemt, dan leidt ze haar land regelrecht naar de afgrond." eiland", Toen de redacteuren verder la zen, vonden ze in het boekje een warm pleidooi voor het (warme) Engelse ontbijt. Dat was natuur lijk een tactische fout. Voor een vertrouwd met Fransman bestaat het ontbijt uit een kop slappe koffie met een croissant. Onverschrokken reizi- hem laten weten, dat zij nog meer van hem verwachten. Zij hopen, dat hij verbeteringen in de stad zal aanbrengen. Want daarom hebben ze hem tot burge meester gekozen. Gelpi kwam naar zijn geboortestad om te be danken voor <ïe hoge eer en te vens om de baan af te wijzen. Hij verklaarde nadrukkelijk dat hij er geen tijd voor had. Maar de bewoners bleven aandringen. „Met een straalvliegtuig bent u hier in 14 uur, en u behoeft al-, leen maar te komen om -belang rijke papieren te ondertekenen. U bent de enige, die het aantal openbare werken kan opvoeren." Gelpi gaf toe. Hij heeft reedis het aquaduct, de scholen, wegen en het kerkhof la ten verbeteren en het harmonie orkest uitgerust met nieuwe ver sierde uniformen en blinkende in strumenten. Gelpi emigreerde in 1922 naar Sao Paulo e snel fortuin. Op -het ogenblik vertoeft hij weer in Brazilië en de loco-burge meester Clemente Peducci neemt de zaken waar, tot Signor Gelpi weer (per straalvliegtuig) terug maakte daar gemeente het staangeld ophalen, buren weliswaar geen kannibalen gêrs~"die uit het land Zeventig cent per wagen. En als 2jjn maar dle eers,e lndruk van vleeseters waren teruggekeerd, brachten verhalen mee over de uja s a Britten, die de dag begonnen i school, met uitgebakken spek, gebakken eieren, pap (brr) en een pro- dukt, -dat; men cdrnflakes noemde. dan vragen, wat er met de *,jn' twee miljoen gulden van minister de Engelse keuken, Klompé gebeurt, zegt hij, dat hij aardrijkskundeles oj dat ook niet weet. Wat mij betreft blijft hen toch bij. laten ze ons voortaan een daalder betalen, als ze dan tenminste ^o kwam het, dat zich een ge- „Liberation" meent, dat de ba- maar wat doen. Dan kunnen ze voel van ongeloof en sterke twij- nier van de ontwaakte prinses d'r miljoenen houden. Nou heb- fej meester maakte van de redac- nu al met pap is besmeurd, drie putjes in de grond ües der parijse bladen, die bij T. Dat zijn bun ochtendpost een 25 pagina's Engeland vecht nieter tellend boekje vonden, met een deur de toiletten. Als je WUC11U uu ÏU11UCU vanaf bent, val je al flauw, En hoog werd opgegeven' ook nog twee lichtmas- deugden van de Britse schotels, vT7ja, precies dezelfde, die de Fransman zijn leven lang tegen iedere prijs heeft vermeden. heerlijk gerecht, geen voedsel i beschaafd mens. BAB WEST Bab West, door Nelly van Dijk-Has. Uitgave Kok, Kam- Bab West is een meisje, dat uit een heel naar milieu afkom stig is. Ze komt terecht in een klein domineesgezin, waar ze zich geheel aanpast. In deze om geving vindt ze de man van haar hart. De moeilijkheden thuis worden opgelost, doordat Bab orde op zaken kan stellen. Het is een heel prettig boek om te lezen. Het is boeiend en totaal anders dan het doorsnee meisjeboek pleegt te zijn. Uitzonderingen De Parij nog wel den het schooltje, ten „C'est incroyable riep t en men greep al bij voorbaat aar het zuiveringszout. Zo - so krantenredacties von- ar zo-zo. dat de Brit- gastronomisch Frankrijk propaganda gingen maken voor de Engelse eetgewoonten. En dat nog wel met de officiële goed keuring van Harer Majesteits re gering. Het boekje werd name lijk door de Britse Voorlichtings dienst de wereld ingestuurd en de titel was: „Een verdediging der Britse keuken." De commentaren van de Parij se kranten waren lang niet mals. Het blad „La Liberation" merkte op: „De gaven van Mau rice Gargon en René Floriot (twee vermaarde Franse juristen) Een arts op zijn praatstoel, door zijn ontoereikend om de Britse I. van der Heijden. Uitgave A. keuken te verdedigen." J. G. Strengholt N.V. In het boekje wordt o.m. gezegd ,.In Engeland voltrekt zich de bewoners: „Velsen prima. Bre da zeer goed. Roosendaal best uit te houden en a meer. Kampen een recreatiegebouwtje, een kraamkamer. Noem maar op. Maar het blijven uitzonderingen." In die goede kampen blijven ze, Een arts op zijn praatstoel Als rustend arts haalt dr. Van reeks herinneringen op .uit zijn ffiSTSSS, paleisrevolutie. De Britse welgeschapen - Ti,.. prinses, ontwaakt eindelijk uit veertigjarige loopbaan. Hij L_be- £aar slaapje i het lot 1 Mee eens schrijft de periode van het begin van deze eeuw tot in de jongste 3**"omne oorlog. Zijn eerste praktijk be- handen te vindt zich in een „dorp aan de rivier' Hij vertelt van de voor ons begrip primitieve geneeskun- De Franse fijnproever isi nei er lige toestanden. Operaties wor- onmiddellijk mee eens, dat ue den verricht in huiskamers, ter- Britse keuken smaakt, alsof ze wijl de kanarievogel de antisep- 200 jaar oud is. Maar wat is dat sis verstoort. Het ziekenhuis staat voor gepraat over het lot van het nog in de kinderschoenen. De ver- land? Gaan de Britse koks "e halen zijn vlot verteld, doch heb- plaats Jnnemen van premier Ma karakter. overwegend anecdotisch JVIiHa''? „Llberatio Een naslagwerk voor de sportvisser Encvclopedie van de sportvis- serij, door Jan Schrelner. Uit gave Elsevier, Amsterdam. De lectuur voor de sportvisser heeft zich tot nog toe beperkt tot verschillende goed uitgevoerde boeken met sterke en minder sterke verhalen, enkele waarde volle tips en veel meer tips, die elke sportvisser reeds voor zich zelf heeft uitgedokterd, Maar een werkelijk universeel naslagwerk waarin elke sportvisser dèt kan vinden, wat hij onverschillig hoe hij de sportvisserij beoefent nodig heeft, was tot nu toe in de Nederlandse taal onbekend. De bekende sportvisser en au teur Jan Schreiner heeft daar een einde aan gemaakt. Zowel de visser die met vaste hengel en snoer de hele dag op één plek blijft, als de actieve vis ser. die met werp- of vliegehengel zijn sport beoefent, vindt in dit boek alles wat hij nodig kan heb ben. Van A tot Z oftewel van aal tot zijlijntje wordt de sport-visserij behandeld. De zeevisser kan er b v in lezen, wat een „harnas- mannetje" is. en de passieve vis- kan te weten komen, hoe de bijt in het koude jaargetijde. vis bijt in net kuuuc jam Daarnaast hebben verscheidene doen. prominenten in enkele hoofdstuk ken de geschiedenis, de ontwikke ling en de organisatie van de sportvisserij in Nederland en Bel gië beschreven. Aandacht wordt ook geschonken aan de wettelijke voorschriften, het beheer van het viswater en van de visstand, ter wijl de levensruimte en het kwe ken van de vis om die visstand op peil te houden, niet vergeten Nu met ingang van het nieuwe jaar voor een groot deel van de Nederlandse bevolking de vijf daagse werkweek een feit is ge worden, is de kans dat het aan tal sportvissers zich ver boven het half miljoen uitbreidt, niet denkbeeldig. De tijd dat we een lijn met haaktje en dobber maar te water behoefden te laten om vis te van gen ligt voorgoed achter ons. De toenemende industrialisatie met de daarmee gepaard gaande wa tervervuiling is daar de schuld van, maar ook de intensieve be- viss'ing, vooral in de randstad Hol land, is er oorzaak van dat de sportvisser wil hij succes heb ben terdege voorbereid aan de waterkant moet komen. Met de .Encvclopedie van de Sportvisse- 1 dat ongetwijfeld PUZZEL VAN DE WEEK KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. lisdodde (gewestelijk), 11. nobel, 12. gekheid, 13. kookt men op, 14. hevige wind, 17. mens, 18. ter gedachtenis (afk. Lat.), 19. gem. in Z.H., 21. scheikundig element (afk.), 22. stuk stof, 23. doortochtgeld. 25. bedekking van een gebouw, 26. hoogste punt, 28. holte in een muur, 30. oplopende vlakfe, 31. schaaldier, 32. bijwoord, 33. waterloop waarnaar Appingedam ge noemd is, 35. voorzetsel, 37. keurig, 39. afgelegen, 41. en personne (afk.), 43. schittering, 46. circa (afk.), 47 schel, 49. vreemde munt, 50. zijtak Saaie, 51. iemand de achting geven, welke hem toe komt, 53. vaarwel, 54 soort van anjelier. Verticaal: 1. ontelbaar, 2. bijb. figuur, 3. voorwerp om te snijden, 4. meervoud (afk. Lat.), 5. rekening, 6. plaats, plek, 7. meisjes naam, 8. zoon van Noach, 9. aanloop, 10. appel, 14. levensvocht in organische lichamen, 15. stad in Noorwegen, 16. dof, 19. vis, 20. staal, 22. gem. in N.H., 24. inhoudsmaat, 25 kleinigheid, 26. uitroep ten aansporing, 27. aarden- of metalen vaatwerk, 29. vreemde munt, 34. vreemde munt, 36. verheffing van de ziel tot God, 38. begerig naar, zeer gesteld op, 39. meertje, 40 stad in België, 42. republiek in Z. Amerika, 44. Aziatisch hoogland, 45. meisjes naam, 46. muze der geschiedenis, 48. gesteente, 50. wereldtaal, 52. noord-zuid (afk.), 53. uitroep. N.T., 6. eek, OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. Ohm, 3. Mai ne, 7. Oss, 10. do, 11. Eos, 12. tel, 14. pa, 15. eerst, 18. keper, 20. rot, 21. kom, 23. ale, 24. Man, 25. molen, 27. Uri, 29. daar, 31. tong, 33. si, 34. ar, 35. ga, 36. Éd, 37. olie, 39. darm, 41. Ag. 43. sport, 45. Ide, 47. eik, 49. era, 50. Bea, 51. idool, 53. Capri, 55. Ee, 56. por, 58. bos, 59. re, 60. tra, 61. gevel, 62. ver. Verticaal: 1. ode, 2. hoera, 8. speer, 9. Lea, 16. rond, 17. pol, 19. plug, 21. kor, 22. met, 24. massa, 25. Maris, 26. nogat, 28. Indre, 30. aal, 32. nar, 37. Ohio, 38. Epe, 39. dra, 40. Miep, 42. ceder, 44. ork, 46. darrc, 48. kop, 50. bas, .51. iet, 52. log, 53. kol, 54. Ier, 57. re, 58. Be. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a.s. op ons bureau ver- wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden„Puzzel oplossing". Er zijn drie prijzen een van 5.- - - Kn (vervolg van pag. 1) voor hij beschikte over een om vangrijke apparatuur. Met z'n programma vulde hij een ganse avond. Nu mag een voorstelling niet langer meer duren dan 20 25 minuten. Destijds had je ook de beroem de Amerikaan Houdini, die zich zwaar geboeid in een rivier liet gooien, maar toch altijd in dertig seconden los was, om dan rustig naar de kant te zwemmen. En die andere Amerikaan, Okito, van origine een Nederlander en afstammeling van de familie Bam berg, welke familie van 1895 1900 tot onze hofkringen behoor de. Ja, Okito leeft nog. Hij is nu 87 jaar. Op het ogenblik reist een zoon van hem met een gro te show door Amerika. Deze zoon presenteert zich als „de Chinese goochelaar", werkt met ganzen, goudvissen in kommen, zweven de ballen boven het toneel en is beroemd om de pracht van de oosterse kostuums, die bij z'n voorstellingen ten toon worden Specialiserng De moderne tijd heeft het goo chelaarsvak erg gespecialiseerd. Je hebt tegenwoordig „algemeen goochelen": dan de carts magi", d.i. goochelen uitsluitend met kaarten waarvoor je nu ook al extra grote speelkaarten kunt kopen, de zgn. „jumbo-cards", die, mèt tien trucs, circa 25 kosten voorts de „manipula tie", dus goochelen met ballen, met sigaretten, met ringen, met munten en ook wel met kaarten; en verder nog de „illusie". Hier onder wordt verstaan wat Cham- bley in Nijmegen presteerde. En wat de Duitser Kassner vóór de oorlog deed. Hij zag kans, dank zij z'n geweldige werktuigen, om zelfs olifanten weg te smokkelen. Een soortgelijk recept werd je, zelfs nog kort na de oorlog, in een Londens theater voorgezet, waar een luid knallende motor rondsnelde met drie mensen erop, die op een gegeven moment spoor loos verdwenen de motor in cluis. Er is nog een Engelsman, die zich in een blok ijs laat in vriezen, plotseling zie je niets meer van hem, maar het ijs ligt in stukken op het toneel. Ook Duitsland heeft nog een goochelaar die vasthoudt aan de .illusie" Dat is een zekere Ka- lanach, die een show brengt wel ke een hele avond in beslag neemt: een auto, met dame en hond erin. verdwijnt e.d. Hij doet alles zeer „gründlich", wat al be gint met het aankondigen van z'n komst. Daar maakt hij een uitgebreide publiciteitsstunt van. En als het eenmaal zo ver is, laat hij elke voorstelling op de bandrecorder vastleggen, om voor de volgende voorstelling te kun nen zeggen tot z'n gezelschap: „Dit moet anders en dat moet zo. In zijn show is een ton ge ïnvesteerd en voor een optreden voor de televisie krijgt hij ,,so wie so" 10.000. Maar nogmaals, de „illusie" is verouderd. Even als het werken met een hoge hoed weinig meer wordt gedaan. Wèl nog de zgn. „mentale ma gie", een soort goochelen, dat doet denken aan telepathie. En de „micro-magic", dat je alleen maar in een klein gezelschap om een tafel kunt doen: geldstukken b.v. in een lucifersdoosje depo neren, zonder dat iemand ziet Met dat al bestaan er op het gebied van goochelen duizenden trucs, doch het aantal principes is beperkt. Hoewel er toch ook nog een vijfhonderd principes zijn. Bovendien kan je een truc op meer dan één manier uitvoe ren. Ik laat bijv. 12 kaarten on gemerkt van m'n hand in m'n zak verhuizen en dat doet Fred Kaps natuurlijk eveneens. Maar langs een andere weg. Hij vindt zijn methode de beste en ik de „Ziet u nu hoe hij het doet?" O ja. Er bestaat welhaast geen truc meer, of ik ken hem. monstreren. Als je je maar niet laat afleiden en je reactievermo gen behoorlijk is." „Goochelen uw kinderen ook?" „Neen, dat vind ik aan de ene kant wel jammer, 'k Heb op zol der ladekasten vol met lectuur en apparatuur staan. Dat wordt eigenlijk veel te weinig gebruikt. Maar m'n beide zoons studeren en m'n dochtertje is nog klein. Goochelen kost veel tijd. Eerst je programma in elkaar zetten - in de juiste volgorde met een cli max dan je stukken opzoeken, èn oefenen. En dan de voorstel ling.... 'k Doe het ten slotte ge heel voor m'n plezier. Honorarium heb ik nooit gevraagd. Tegen woordig wel, omdat de beroeps mensen gingen klagen. Maar dat geld stel ik dan weer voor lief dadige of ideële doeleinden be schikbaar. 'k Heb nl. ook nog de padvinderij. Voorts fotografeer ik veel, ik film nogal eens, ik houd lezingen over de psychologie van het goo chelen voor de rotaryclub en het notariaat vraagt ook steeds meer tijd. Daarom moet ik nu gauw naar Rotterdam...." Een paar seconden later stuift hij in z'n Mercedes weg.... „En nu moet ik gauw naar Rotter dam, want ik zou bijna vergelen dat ik ook nog notaris ben..." Strenge winters in verleden en heden i 2.50. Uit de sterke verhalen over „ouderwetse" winters, die van tijd tot tijd verschijnen, zou men de indruk kunnen krijgen, dat er in het algemeen strengere win ters waren dan thans, zo schreef de heer W. Wemelsfelder uit Rotterdam ons naar aanleiding van het artikel in ons Kerst nummer. Toch, zo gaat hü voort, is die indruk onjuist, want stren ge winters kwamen vroeger even weinig voor als thans. De ge volgen waren echter veel ramp zaliger dan in deze tijd, omdat de mens tegen het natuurgebeu ren nu veel beter gewapend is dan toen. Had de februariramp van 1953 honderd jaar eerder plaatsge had, dan waren Schouwen en Duiveland en delen van Goeree en Overflakkee voorgoed van de kaart verdwenen, zoals in vroe ger eeuwen ook met Roemers waal en Saaftinge gebeurde. Veel is gepraat en geschreven over de winter van 1890-91. Wie nuchter is, moet wel vaststellen, dat veel van vroeger in „een mensenleven wordt geromanti seerd en met een waas van uit zonderlijkheid wordt omgeven. De zakelijke feiten geven een ander beeld. Van 1890-91 moeten we niet minder dan 36 jaar te rug gaan tot 1854-55 om weer een winter te vinden, die met die van 1890-91 kan worden ver geleken. Maar na 1890-91 is het precies eender. Dan duurt het tot 1928-29 voor er weer een winter is, die tot de zeer stren ge mag worden gerekend. In een periode van zeventig jaar kwam dus één echt strenge winter voor, die van 1890-91 en het is geen wonder, dat die een legen darisch karakter heeft gekregen. Maar dan komen we in een pe riode van 18 jaar vier zeer stren ge winters tegen: 1928-29, 1939- 40, 1940-41 en 1946-47. terwijl die van 1940-41 nog niet eens wordt meegerekend en evenmin de bui tengewoon koude februarimaand van 1956. Hieruit blijkt, dat in de eeuw van 1360—1960 er 5 zeer strenge winters waren, waarvan er 4 in ongeveer de laatste 30 jaren en 1 in de eerste 70 jaren van de 100-jarige periode. En hoe staat het nu met de eeuw daarvoor? Te beginnen met de winter 1788— 89 volgen dan 14 strenge winters elkaar met tussenpo zen van 110 jaar op tot die van 1854—'55. Welk een ver schil dus!: 70 jaar met 14 stren ge winters en dan 70 jaar met 1 strenge winter. Het is dus wel erg ongelijk verdeeld. Gaan we nog verder terug, dan vinden we ook de winter van 1739'40. Mo gen we deze winter nu zien als de strengste winter die Europa beleefde? Dat geloof ik niet. Volgens de methode Hellmann leverde de winter van 1739'40 een totaal negatief getal op van 460° C. Deze som wordt ver kregen door bij elkaar op te tel len de gemiddelde dagtempera turen van november tot maart, voor zover die beneden het vriespunt liggen. Om nu maar meteen een vergelijking met de ze tijd te maken, nemen we de winter van 1941—'42. Die gaf als negatief totaal 465° C. (de legendarische winter 1890'91 „slechts" —396° C.) De winter van 1941—'42 bracht ons dus net iets meer kou dan die van 1739—'40. Maar ook de duur van deze beide winters loopt niet ver uit elkaar. Een boekje van van Esveldt, verschenen in 1741 vermeldt, dat het op 4 ja nuari begon te vriezen. In 1941— 42 begon het op 6 janua ri. Beide winters duurden tot omstreeks half maart. De win ter van 1739—'40 leverde 64 da gen op met een gemiddelde be neden 0 en 1941—'42 gaf slechts 55 dagen. Ook daaruit volgt, dat 1941—'42 iets korter van duur was dan 1739— 40 maar daarte genover ook iets kouder. Toch was deze winter van 1739'40 berucht wegens de felle koude en de ontberingen die zijn gele- merkwaardige feiten uit zo'n winter, dan wekt dit de indruk, dat het toen al heel erg was. Wanneer ik lees, dat bij de boerenbruiloft 25 feestenden door het ijs gingen, dan is dat geen bewijs, dat het ijs sterk en dik was. Zo zal van febr. 1956 wel bewaard blijven, dat de kin deren met handen en mond aan de ijzeren brugleuningen vast vroren. Moge dit voldoende zijn om aan te tonen, dat de be ruchte ouderwetse winters ook in deze tijd worden geëvenaard of overtroffen, al behoeven we nu niet bepaald naar een ouder wetse winter te verlangen. „Grieken zijn geen goden", door A. den Doolaard. Uitga ve Querido, Amsterdam. Griekenland komt steeds meer in het centrum der belangstel ling te staan in deze tijd. Een nieuwe golf van romantiek en de grotere verkeersmogelijkhe- den van deze tijd doen velen be sluiten deze bakermat van onze cultuur op te zoeken, er over te lezen, er over te studeren. De boeken over Griekenland ver schijnen in groten getale. Eén van de boeken aan Grie kenland gewijd is het onlangs verschenen boek van A. den Doolaard, „Grieken zijn géén goden". Den Doolaard, de be-' kende schrijver, is in de Balkan- landen geen onbekende. Hij heeft een grote kennis van de landsaard en gebruiken van die volkeren, kent die landen die hij bereist door en door en schrijft boeiend en enthousiast. De verdiensten van dit boek liggen wel het meest in het vuur en de frisheid waarmee hij het hui dige Griekenland beschrijft. Want Griekenland is niet bij uitstek het land van het roerlo ze witte marmer, van de „Stil le Einfalt und edle Grösze" der Klassieken. ïlet is een land met bloedwarme mensen die leven m een eigen leefpatroon dat sterk met-de traditie is verbon den. Een arm land, maar schoon van kleur en vol expres- Het boek van Den Doolaard is een boek voor de vacantie, dat men met plezier zal doorle zen. Een boek dat opwekt tot bezoek van dit land met zijn primitieve, altijd gastvrije en vaak edele mensen. 't Perkoetoetmysterie, door M. A. M. Renes Boldingh. Uit gave Callenbach, Nijkerk. Van de hand van M. A. M. Renes Boldingh is een nieuw meisjesboek verschenen: 't Per- koetoet mysterie. Frank en El- za Tervoorde, een jong ge trouwd echtpaar, vinden na veel strubbelingen inwoning bij de oud-Indischman Van Veen, in zijn ruim buitenverblijf, de Per- koetoet. Met deze inwoning be gint het mysterie zich te ontrol len. De detectivegeest wordt vaardig over Elza en haar man. Door hun oplettendheid en zorg wordt de beminnelijke heer Van Veen net op tijd gered uit de handen van een gewetenloze schurk, die misbruik tracht te maken van het verdriet over de verloren gewaande zoon van de heer Van Veen. 't Perkoetoet mysterie is vlot geschreven. Hier en daar dreigt echter de spanning te verslap pen. Daartegenover staat, dat we weer eens de ellende van de woningnood zien. Hoewel Elza nog al eens de voorkeur geeft aan haar voorge voelens, is Frank echter altijd op zijn post om haar te wijzen op hun Christelijke levensbegin selen. Een gezellig boek voor op groeiende meisjes. Het is verschenen bij de uitge verij Callenbach N.V. te Nijkerk en van een kleurig omslag" voor zien door Hans Borrebach. Dokter Goebbels, door Hein- rich Fraenkel en Roger Man- veil. Uitgave H. J. Paris, Am sterdam. Onder de Duitsland van Hitier heeft Goeb bels een belangrijke plaats in genomen. Zijn intelligentie en zijn enorme bekwaamheden op propagandistisch gebied hebben hem bijzonder gevaarlijk ge maakt. Hij heeft er wezenlijk toe bijgedragen, dat miljoenen voor Hitier gewonnen werden, en eenmaal gewonnen hebben zij door zijn overredingskunst de leider gevolgd, tot in de on dergang. Het is niet opwekkend, wel echter nuttig, de persoon lijkheid van deze man te leren kennen. Hoe lang geleden lijkt het weer, sinds hij zijn verder felijke invloed uitoefende, en hoe kort geleden is het in feite. Dit boek biedt ons een betrouw baar beeld..De vertaling is van J. Eijkelboom. De kleine kolonie, door R. van der Velde. Uitgave Bosch en Keuning, Baarn. Duizenden Nederlanders zijn in de afgelopen jaren geëmi greerd en probeerden in hun nieuwe vadérland een goed be staan op te bouwen. Moeilijkhe- te worden en dat er zich moeilijk heden voordeden, valt licht te begrijpen. De taal, de levensge woonten, zelfs het dagelijks voedsel is zo heel anders als „Ihuis". Ook in deze roman gaat de weg van de Friese boer Eelke Brouwer niet over rozen. Na een moeilijke beginperiode in Saint Quanne, Frankrijk, komt hij eindelijk in de gelegen heid een boerderij te kopen. Weliswaar geen model-boerderij, maar in ieder geval wel een, waar met flink aanpakken iets bereikt kan worden. De reuze steun van Pedro en zijn gezin maken de boerderij tenslotte tot een „kleine kolonie", waar hard wordt gewerkt, maar weer een hechte vriendschapssfeer groeit. Een goed boek voor een aan staand emigrant en een boeiende roman voor de „achterblijvers". De Kruishoeve, door Annie Oosterbroek-Dutschun. Uitga ve J. H. Kok N.V., Kampen. Een boerendochter die tenge volge van een ongeluk langza merhand het licljt uit haar ogen verliest, komt in aanraking met een jonge weduwnaar, die tobt met een door polio verlamd zoontje. Er ontstaat genegen heid, maar voordat het tot een huwelijk komt, is er veel strijd, of men in deze situatie elkaar wel mag aanvaarden. Het boek biedt weinig verras singen, komt slechts moeizaam los van een gangbaar patroon. Maar het heeft een positieve in stelling, en dat is al heel wat in een tijd, waarin vele dichters en schrijvers hun hart naar de nacht wenden. Uitslag ladderwedstrijd In deze serie was het vooral probleem no. 602 van Hans Rotteveel, dat nog al wat slachtoffers maakte. De beide koplopers de heren J. v. Ekelen- burg te Vlaardingen en G. P. Sterrenburg te Sprang-Capelle maakten geen fouten en konden dus direct als prijswinnaar worden aangewezen (laatstgenoemde voor de tweede maal). Als gegadigden voor de laatste prijs kwamen drie deelnemers in aanmerking. Na loting bleek de heer W. v. d. Heuvel te Den Haag de gelukkige. De volledige stand ziet er als volgt uit: J. v. Ekelenburg 82 (10); G. P. Sterrenburg 79 (10); M. Brinks 77 (10); J. Groeneveld 77 (10); W. v. d. Heuvel 77 (9); J. M. E. Masurel 76 (10); A. v. d. Putten 69 (10); P Verwilligen 67 (9); S. Korpershoek 60 (10); J. v. d. Doe 59 (10); A. Droog 59 (10); L. Knol 59 (9); W. B. de Knijff 59 (10); W v. Of wegen 59 (8); C. v. Oostrom 59 (10); J. Witt 59 (10); O. v. d. Horst 50 (9); M. v. Dijk 49 (10); P. J. Sterrenburg 49 (10): L. de Haan 46 (9); M. Muis 44 (10); C. v. d. Heyden 40 (7); A. v. d. Bosch 39 (10); H. v. Rooden 39 (10); P. v. Noordennen 37 (10); A, Kammeraat 31 (8): J. v. Vulpen 28 (10); J. v. Baardewijk 27 (10); B. v. d. Bie 27 (9); C. v. Buuren 27 (8); P. G. Prins 22 (8); J. Hakemulder 20 (10); J. A. Kuiper 20 (10); T. Ouwerkerk 20 (10); J. v. Halen 10 (10): C. Ros 10 (10); J. de Wilde 10 (10); D. Beek huizen 9 (9); W. Looman 9 (9): C. Varken- visser 9 (9); P. Baanen 8 (8); J. W. de Groot 8 (8); G. Leroy 8 (4); A. Versteeg 8 (8); J. Reehorst 7 (7); P. v. d. Zwart 6 (6); D. Appers 2 (2); V. Smit 2 (2). behaald. Nieuwe opgaven v. d. Berg. Daarna brengen we een vraag stuk van een pas beginnend problemist. Zoals insiders zullen opmerken bevat dit probleem enkele technische tekortkomingen (schijf 26 is figurant en het slotmotief is niet scherp). De afwikkeling is echter niet onaardig, zodat wij het ter aanmoediging gaarne een plaatsje geven. No. 609 A. Kammeraat, Ter Aar. Beide problemen tellen voor de ladder- wedstrijd. Oplossingen in te zenden binnen 3 weken. Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg. Vrederustlaan 176 Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 14