WINTERSPORT BIJ OTTERLO ió zyn luót en zyn leven ZATERDAG 7 JANUARI 1961 I Notaris W. G. Weier weet er alles van Afleiden en nog eens afleiden, daar gaat het om En dit zag je vroeger altijd op het repertoire van een stokje met de hoge hoed en een zijden doekje. Men s eens, maar nu heel het ouderwets. t het nóg wel AAN de deftige Oranjesingel te Nijmegen woont notaris W. G. Weier, een gezonde, blo zende vijftiger, nog jong van hart, die net als alle andere notarissen de vertrouwensman is van velen en daarom precies weet, wanneer en waar hij zwijgen moet. Maar er zijn twee. dingen, waarover hij het hon derd uit praat, als je hem een maal gaande hebt gemaakt: de padvinderij die hij dient als plv. hoofdcommissaris der N.P.V. - en het goochelen, dat hij al sinds zijn H.B.S.-tijd in Haarlem heeft beoefend. „Toen ik dit als jongen zo af en toe eens zag, ging het me dermate boeien, dat ik weldra geen gelegenheid voorbij liet gaan om een goochelaar aan het werk te zien. Trad zo iemand ergens in een zaal op, dan probeerde ik in de pauze even achter de schermen contact te krijgen. En soms was zo'n man dan zo vriendelijk, me eens rustig een trucje uit te leggen. Ik was de koning te rijk, als me dat overkwam. Want nu had ik v<eer een nummertje méér, dat ik op m'n repertoire kon zetten." „Had u dan al een repertoire?" „O ja, dank zij een boekje, dat ik ergens op de kop had getikt. Daar las ik ijverig in, pro beerde alles nauwkeurig na te doen, oefende, oefende, al maar oefenen en op een avond in de familiekring een demonstratie. Nu is er géén kritischer publiek dan je eigen familie en je naaste kennissen. Ze lachten me uit als er eens iets niet klopte, maar ik hield vol. Want ik merkte, dat ik vooruitgang boekte. Ik kocht méér boekjes •wist u dat er alleen al over de trucs met ringen een enorme literatuur bestaat? en liet allerlei apparaatjes door vrienden mee brengen uit Duits land. Vlak na de Eerste Wereldoor log, zo omstreeks 1920, waren de marken immers spotgoedkoop. En daar Duitsland in die dagen leiding gevend was op het terrein van de goo chelkunst zat ik net goed. Kisten vol heb ik er be steld. 'k Herinner g die i ,n Berlijn van Con- radi Horster, Frie- drichstrasse 17. En die van Janos Bartl in Hamburg. Zowel Horster als Bartl waren wereldbe roemde goochelaars, die van hun naam profiteerden door tegen hoge prijzen handleidingen voor trucs in de handel te brengen met de spullen die je ervoor nodig had. Men noemde zich „Akademie für magische Kunst", of sierde zich met andere zwaarwichtigheden. In Amsterdam heb je tegen woordig ook zulke zaken. Een heel bekende is „Triks" aan de Kei zersgracht. Ziekman in A'dam- Zuid is eveneens erg bekend. Bei de geven een blad uit en beide le ren je nieuwe trucs. Als je maar betaalt! Want voor een aardig nummer vragen ze al gauw een paar honderd gulden. Er zijn wel trucs waarvoor je een paar dui zend gulden moet neertellen! Ach ja, als je echt in het vak zit, dus je brood ermee verdient, brengt dat geld natuurlijk wel weer z'n rente op. Maar niet als je ama teur bent, zoals ik. nes met ringen zijn nog heel mgbaar. De Duitsers noemen het 'as Chinesische Ringenspiel" en Engelsen spreken van de „Odin- Ervaringen Reeds ln 1922 werd ik lid van de Ned. Ver. van Amateurgooche laars „Hands Down". Toen was die club een half jaar oud. We hebben een twintig leden, van wie lk op het ogenblik zowat het oud ste ben. Elke maand komen we bij elkaar aan huis en wisselen alle ervaringen uit. We vertellen elkaar alles, maar dat lidmaat schap houdt tevens in, dat we bui tenstaanders geen enkel goochel- geheimpje verklappen." „Neen, dat zijn niet allemaal no tarissen. 't Is ook geen club van een zekere standing of van men sen van een bepaalde welstand. Er zijn er b.v. bij, die zo klein be huisd zijn. dat ze onmogelijk thuis kunnen ontvangen. Dat hin dert ook niets. Dan huren we een zaaltje. Maar 't zijn allemaal net te mensen, die in dat goochelen plezier hebben. Misschien is het niet zo bekend, doch de Hertog van Windsor de vroeger Prince of Wales is er een geweldig liefhebber van. Prins Hendrik, de vader van de Koningin, deed het ook wat graag. En de filmacteur Charles Chaplin is een verwoed goochelaar. Trouwens tal van art sen, tandartsen en andere intel lectuelen gaan er evenzeer in op. De Rotterdamse chirurg dr. Koopman onder andere. En de Haagse gynaecoloog dr. Smit. Voorts de secretaris der Mij. van Geneeskunst, dr. Drooglever Fortuyn ons oudste clublid en de Loosdrechtse huisarts dr. Van Wieringen nu woonachtig te Hilversum. De Amsterdamse tandarts Van Leeuwen is even eens lid en tevens bezitter van een merkwaardige verzameling goochelaarsartikelen, zoals mooie koperen vogelkooitjes, koperen maten en gewichten, enfin. je kunt het zo gek niet bedenken of hij kan het u tonen. Tot onze club behoorde verder nu wijlen de bekende politie-deskundige dr. Van Ledden Hulsebos. En na tuurlijk wijlen de Amsterdamse tandarts Frenkel. die eigenlijk de oprichter van „Hands Down" is geweest." „Ja, waarom nu juist nogal len? Beslist niet. Je kunt razend knappe mensen hebben die er nooit iets van terecht zullen bren gen. Zo heb je ook lieden, die sterk zijn in het uitdenken van trucs, maar geen enkele truc kunnen uitvoeren. Dat zie je nog al veel bij diegenen, die een zaak drijven op dit gebied." „Zijn er nog andere clubs dan de uwe?" „In Nederland bestaan er achttien, die alle worden over koepeld door een organisatie, waarvan Henk Vermeyden van „Triks" uit Amsterdam voorzit ter is en ik vice-voorzitter ben; de Nederlandse Magische Unie. Deze unie schrijft ieder jaar een congres uit met wedstrijden d.w.z. we zenden aan zo'n tweeduizend weten dat ze aan goochelen doen, een uitnodiging. En voorts aan een duizend in het buitenland. Er v/orden een programma en een inschrijvingsbiljet aan toege voegd, zodat men, als men een bepaalde truc wil demonstreren, dat melden kan. Vanzelfsprekend reageert lang niet iedereen. Toch telden we op het laatste con gres te Nijmegen in september jl. ons tiende al een 350 goochelaars, onder wie zo'n hon derd buitenlanders. Dit laatste is heel wat en dat komt, omdat het goochelen in Nederland tegen woordig op zeer hoog peil staat. Met de Duitsers is het niet zo gewel dig meer. Thans zijn het vooral de Engelsen, die nog al eens wat goeds brengen. Die nieu we greep b.v., die internationaal be kend is onder de naam „Hindoe Shaffle". en het door elkaar schud den van een spel kaarten behelst, om ze vervolgens weer in de juiste volgorde te krij gen. is van Engel se oorsprong. Op hen werd tijdens het congres dan ook extra gelet. In het totaal wa ren er vijftig goo chelaars, die met een truc ten to nele verschenen. Daarna kwam het moèilijke werk van de jury. Want om volkomen ob jectief te zijn w ik zelf Je zegt tegen het publiek: „Hier heb ik een touwtje" en dan kijk je naar je andere hand. Automa tisch doen de mensen in de zaal dat dan ook. Dat is net genoeg om een knoop in het touw te leggen Aldus werken goochelaars die over weinig „conference" beschikken om de mensen af te leiden. jury en spreek dus uit ervaring is verdraaid lastig. Soms komen goochelaars zich dan nog bij je beklagen over plagiaat dus als ze hebben vastgesteld dat een ander een truc brengt waar van zij menen dat die van hen is afgekeken Maar ja. aan zulke klachten kunnen ook wij niets doen. Niets is er beschermd op dit gebied." Inspannend ook bij „Vindt i de nodige handig- nend?" goochelen inspan- heid moeten beschikken. „Neen, er zijn slechts weinig da mes die zich met goochelen inla ten. Misschien vinden ze het een beetje griezelig. Vingervlugheid hebben ze meestal wel. En dat jam_ is belangrijk, al is het niet het be langrijkste. Vingervlugheid Die vingervlugheid probeer ik zo goed mogelijk Daarom vis ik met een bandre corder allerlei melodieën met een bepaald ritme uit de ether en oefen dan met die recorder op diverse nummers. Een nun> balletjes bijvoorbeeld. begon had ik daarvan nog geen weet en dus kocht ik maar met een een stel van die dingen. noten. Nooit dus met balletjes jongen beginnen als je wil leren gooche len. 't Duurde bij mij vijf jaa; eer ik er mee overweg kon." geweldenaar Zo wilde hij beginnen, toen hij een jaar of vijftien was. Want ma nipuleren met zulke balletjes leek hem uel grappig. Maar toen uist hij nog niet wat hij nu weet: dat je voor het leren van trucs met balletjes al gauw vijf jaar nodig hebt. weer? Hij heeft me eens verteld, dat hij zich „Kaps" is gaan noe men omdat hij als kleine jongen bij een kapper kwam die de jeugd zoet hield met goocheltruc- jes. 'k Heb ook wel eens een an dere lezing gehoord, 't Doet er echter weinig toe. 't Is een zeer knap goochelaar, die in het Geheim „Wat de „En óf! Immers je hebt altijd het risico dat er juist iets niet lukt. 'k Herinner me nog hoe lk een van m'n eerste openba- voorstellingen gaf in Amster- Bestedelingenhuis geloof ik. Ik was nog H.B.S.-er en trad soms wel achtmaal per week op. Steeds weer in die ech te volkswijken als Kattenburg en zo om de jeugd van de straat behouden" *e houden. Op zeker moment ging er iets scheef. Toen haddet ze pas de grootste lol. Trouwens, al goochel je reeds jaren, mislukken doet er haast telkens wat. 't Is nu maar de Nummers met balletjes stellen kunst je eigen fout zo op te van- til. hoge eisen aan een gooche- gen, dat het publiek het niet laar. Toen ik pas met goochelen merkt. Dat geeft je echter grote spanning. Vraag het maar aan Fred Kaps, die optreedt in het repertoire van Wim Kan. Als n vak. Hij is „beroeps" natuur lijk en weet z'n nummers uitste kend te verkopen, 't Is een al leraardigste vent. Steeds goed factor gehumeurd, beschaafd, m^ar hij heet eigenlijk anders. Hoe ook het geheim van het succes van een goochelaar?" „'k Heb eens iemand een ver gelijking boren maken, die wel zo ongeveer he'. antwoord in houdt op uw vraag: Met goo chelen is het net als met een baby als je er naar kijkt is het net gebeurd.... Als gooche laar moet je het publiek voort durend afleiden. Dat is nóg be langrijker dan vingervlugheid. Want ik ken goede goochelaars, die weinig vingervlugheid bezit ten, maar goede goochelaars, die niet dc kunst van het afleiden verstaan, ken ik er niet één." af- Wij zeggen altijd: „The hand is quicker than the eye" (de hand is vlugger dan het oog). Dus je speelt de conferencier.... De meer eenvoudige goochelaars hébben evenwel geen „conferen ce". Zij moeten hun publiek op een andere manier afleiden, ,,'k Heb hier een touwtje", zeggen ze dan bijvoorbeeld en op dat mo ment kijken ze niet naar de hand waarmee ze het vasthou den, maar naar de andere. De mensen in de zaal kijken auto matisch dan ook naar die ande re hand. Heel even maar, doch juist lang genoeg om je dingen kinderen moeilijker dan volwassenen. Bij grote mensen kan je iets suggereren. En die denken zelf al vooruit. Kinderen daarentegen volgen je op de voet of beter: op de vinger. Nummers waarbij het vooral aankomt op vingervlugheid „Fingerfertig- keit" zeggen onze oosterburen zo lekker zijn dus niet voor kin deren. Voor hen moet je werken met lapjes, of doekjes, met ku- Als lk op het toneel sta en dat doe ik nog een paar keer in de maand zoek ik alfijd be paalde typen uit om me te la ten controleren: dikke mensen, goedlachse mensen, kortom gezel lige mensen. Daarmee begin je al, zodra je voor de zaal ver schijnt. Immers, je hebt „men sen van allerlei slag", om met Justus van Maurik te spreken. Er zijn er, die er zo'n avond eens echt voor gaan zitten. Ze willen wat van je zien en meer niet. Die moet ik nu juist heb ben. Wat niet weg neemt, dat je dan nóg wel eens een flater kunt Bukken.... Zo was ik eens aan het gooche len met kaarten, 'k Had zo'n lol lige dikkerd bij me geroepen en zei hem, dat hij een kaart ver duisterd had. Hij ontkende hevig, 't Was ook niet waar, maar ik had die kaart onder z'n schoen gewerkt. Daar hij bleef tegen sputteren ging ik verder: „Haal dan die voet eens weg.... En raap die kaart nu maar gauw op." Doch eilieve, z'n voet kon hij wel weghalen, maar dat bukken ging niet. Hoe kon ik dat weten?! Daar stond ik voor een volle zaal. Niemand kon helaas die kaart zien liggen en die man was niet in staat ze te tanen. Zelf kon ik dat natuurlijk ook niet doen.... Ja, zulke dingen maak je mee. Anderzijds heb je wel eens meevallers. Zo dat geval tijdens een volksvoorstelling in de hoofd stad. 'k Was nog erg jong en ope reerde met gouden tientjes van ....chocolade. Keurig in goud kleurig „zilver"papier verpakt en keihard, 'k Deelde er aan een paar mensen op het toneel een uit, met de boodschap erbij, dat ze de hand onmiddellijk stevig moesten sluiten. En verder zei ik: „Hou allebei je tientje goed vast, want ik ga tot drie tellen. Als je het dan nóg in je hand hebt mag je het houden." Vóór ik begon te tellen zag je ze knijpen. En de spanning in de zaal voelde je groeien. „Hébben jullie het nog?", vroeg ik. „Hou vast hoor!" En nog even later; „Merk je. hoe warm je hand wordt? Nu ga ik tellen...." Vóór ik echter bij drie was gooide één hunner plotseling z'n tientje weg. En als reactie daar op deed nummer twee hetzelf de. Die eerste dacht zoals hij al gauw vertelde dat z'n hand verbrandde. Kans verkeken De zaal zuchtte van teleurstel ling. Die kan« was voor het tweetal verkeken. Maar ik bofte. En zo heb lk nóg wel eens ge boft. 't Moet nu eenmaal met je publiek ook een beetje mee zitten. Maar je hebt vogels van diverse pluimage, 'k Denk aan die professor, die een voorstel ling van me bijwoonde en me midden in de nacht opbelde met de woorden; ,,'k Heb er uren over liggen nadenken, hoe je dat nummer voor elkaar wist te krijgen, maar nu heb ik het." Kijk, dat was een denker-ach teraf. Die zijn er ook heel wat. Dan heb je nog een soort men sen, die eenvoudig niet kunnen verdragen dat je ze in de boot neemt. Ze worden kregel, begin nen eens een andere kant uit 'te kijken en wenden op het laatst helemaal hun blikken van je af. Een nóg lastiger publiek is datgene, dat het je met opzet moeilijk wil maken. Ze komen naar je toe, houden een pols van En ten slotte heb je mensen dat zijn de meest kwalijke die je nummers geraffineerd la ten mislukken. Je deelt bijv. kaarten uit en opeens ontdek je dat er iets niet klopt. Dan heeft er stiekum één een kaart in z'n zak laten zitten.... Zoiets is na tuurlijk niet prettig, want niet sportief. Maar als je je voc chelaar uitgeeft kan je v les verwachten. Vooral in een klein gezelschap. 'k Treed dan ook het liefst op voor een paar honderd mensen te gelijk. Niet veel méér. daar je dan weer te veel contact verliest. En ik heb graag te doen met lie den die beweren: „Dat kan niet." Dan wordt het sportieve element groter, 'k Werk bij voorkeur met gewone gebruiksvoorwerpen, goo- als kopjes en schoteltjes, vorken en messen en wat dies meer zij. t Goochelen is overigens, net als alles, -wel hard veranderd in de loop der jaren. Vroeger had ie in Nijmegen een zekere B. Chambly. Dat was een van de eerste beroepsgoochelaars. Die zaagde mensen door en liet ze soms helemaal verdwijnen, waar- (vervolg op pap. 2) pH| Een kijkje in het Otterlose bos, kort nadat de loodgrijze wolken hun witte vracht hebben laten taller Voor wie de vrije zaterdag een feit werd Gemeente Ede zorgt voor alles behalve SNEEUW |~»E evert uitgestrekte als fraaie gemeente Ede een U wintersportcentrum! Dat is kort en goed het plan van de heer E. J. van Spankeren, directeur van de E.L.B.O., het orgaan, waarin de vier verenigingen voor vreemde lingenverkeer op het territoir van deze Zuidveluwse ge meente samenwerken: Ede zelf en voorts Lunteren, Ben- nekom en Otterlo. Lieden met een vooruitziende blik hebben reeds jaren geleden deze verenigingen in het leven geroepen. Zij zijn uitstekend voor haar taak bere kend en juist daardoor kwam het tussen haar tot een hechtere samenwerking om de gehele gemeente Ede nog intensiever die toeristische belangstelling te bezorgen, die zij ongetwijfeld waard is. Niet zo lang geleden liet de E.L.B.O tegenover station Ede- Wageningen een kantoor inrich ten en daar zetelt nu de heer Van Spankeren. Deze oud-direc teur van de gemeentelijke huis- vestingsdienst is energiek aan de slag gegaan en één van zijn plannen is nu op het territoir van Ede de wintersport moge lijk te maken, waarbij uiter aard de gedachte voorzat om in de toeristisch slappe winter maanden zoveel mogelijk toe- visten in de gemeente onder te Drengen, maar vooral ook hen, die thans in het genot van de vrije zaterdag zijn, een dienst te bewijzen. Ede wintersportcentrum. Dat klinkt nu wel aardig, maar 'S dit plan ook voor uitvoering vatbaar? De heer Van Spanke ren gelooft van wel en gehoord de reacties op zijn plan. is men enthousiast. Men ontveinst zich echter die ene moeilijkheid niet: de sneeuwzekerheid. Wel- 'icht zullen de dorpen in de Al pengebieden van Europa lachen want zelfs daar is men er niet altijd zeker van, dat overal vol doende sneeuw voorhanden is om de skisport te beoefenen. Zo is dat uiteraard ook in Ede, sneeuw is gevallen en de mo gelijkheden voor wintersport gunstig zijn, zorgt de genieen- te Ede ervoor, dat zij, die lief hebbers van de wintersport zijn, aan hun trekken kunnen komen. Prachtig terrein Door zandvt vingen gevormde het Otterlose bos. Dit terrein voor de skisport uitgekozen, dra er voldoende sneeuw is j Voor het beoefenen van de skisport is een prachtig terrein, even ten zuiden van het dorp Otterlo tussen de hoofdweg Ot- terlo-Arnhem en de omheining het Nationale Park „De bijheid keersweg gelegen natuurbad „De Zanding". Bij „De Zan ding" heeft men kantine-accom modatie; op het ijs van het bad zal men kunnen schaatsen, ter wijl de skiërs hun hart kunnen ophalen op het naast het bad beginnende terrein der zandver stuivingen, dat een onderdeel vormt van het natuurreservaat het Otterlose bos. Sportzaken uit Ede zullen, «te*» Indien de omstandigheden voor skiën gunstig zijni daar letter lijk hun tenten opslaan om de van heinde en ver komende wintersportliefhebbers ski's en skischoenen te verhuren. Deze organisatie is in het leven ge roepen, opdat ook zij, die geen uitrusting hebben, niet teleur gesteld behoeven te worden. Vroeger, toen nog grote kud den schapen de Veluwe bevolk ten, gebeurde het dikwijls dat deze dieren het jonge mos op grote open terreinen tussen de bossen vertrapten. De wind kreeg vat op de grond en stuw de het droge korrelige zand op. Hierdoor ontstonden aardige heuveltjes en kleine, uiteraard ondiepe dalen. Voor Nederland se begrippen is dit terrein uit stekend geschikt: geen hoge heidestruiken, geen onzichtbare kuilen, geen boomstronken. Aan de oevers van „De Zanding" kunnen de ski's worden onder gebonden en dan ligt daar het skigebied van het Otterlose bos in al zijn winterse pracht ge reed om sportieve Nederlanders betrekkelijk vlak bij huis spor tieve wintergenoegens te bieden. Ook arresleden Doch er is meer. Zeer wel heeft de heer Van Spankeren zich gerealiseerd, dat niet ieder een, die naar de wintersport gaat, op de ski-latten komt te staan. Velen zullen, ook in het hooggebergte, zich vergenoe gen met wandelingen en toch ten per arreslede. Welnu: ook dat wil de gemeente Ede bieden. Er zijn verscheidene arresle den in gereedheid gebracht, die op de wegen zullen verschijnen, zodra er voldoende sneeuw is gevallen. Waar ze vandaan zijn gehaald, is het geheim van de heer Van Spankeren, maar ze zijn er. In Ede en Lunteren en in Bennekom zal men, als Ede een serieuze poging zal doen een wintersportcentrum te worden, een tocht kunnen maken door uitgestrekte bos- en heidegebie- En voor de fijnproevers: een rit per arreslede vanaf station Ede-Wageningen naar het ski terrein bij Otterlo, eerst door het dorp Ede, dan door het Edese bos over de Koeweg de weg waar vroeger de koeien kwamen grazen om vervol gens op een uitloper van de Gin- kelse heide te komen. De tocht gaat verder dwars over deze hei de, waarbij de oude Hessenwe gen karresporen waarover vroeger de postkoets van Am sterdam naar het Ruhrgebied reed worden gekruist en langs het Mosselseveld, waar volgens een heel oud verhaal Claudius Civilis zijn legerscha ren hergroepeerde om tenslot te het Roekelse bos te bereiken. Is dit bos al arresledend doorgetrokken, dan staat men praktisch voor „De Zanding", waar dus niet alleen de schaat sen, maar ook de skilatten kun nen worden ondergebonden. Ze zijn daar althans te krijgen. De gemeente Ede zorgt voor alles. Gaat het eenmaal sneeuwen en geschiedt dat kort voor de vrije zaterdag, welnu een betere be steding daarvan is nauwelijks denkbaar. De K.N.A.C. deelt in zijn wegeninformatiedienst, die via de radio wordt uitgezonden, ook de sneeuwtoestand op de Veluwe mede, zodat iedereen op de hoogte kan zijn wanneer de gemeente Ede werkelijK win tersportcentrum is geworden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1961 | | pagina 13