De kerk in de schaduwen van morgen OUD EN NIEUW WAT GAAN DE HERVORMDEN DOEN MET DE TUCHT? GEESTELIJK Eerste schuchtere tekenen van nieuw theologisch tijdperk VOLKSWIJK OUDEJAARSBIJLAGE T}E opvallendste theologische gebeurtenis van het afgelopen jaar was waarschijn lijk wel de beslissing van het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken om de basisformule uit te breiden. Meer nadruk wordt nu gelegd op de Schrift en de Drieëenheid. Vooral vrijzinnige kringen hebben al heel wat bezwaren te gen deze verandering te berde gebracht. Zij menen dat deze stap getuigt van een groeiende invloed van de (theologische) orthodoxie. Daar staat echter tegenover dat er in Duitsland een groeiende invloed mtTkbaar is van de theoloog Bultmann, die zo sterk de nadruk legt op de noodzakelijk heid van de „Entmythologisierung" van de Schrift. Enige maanden geleden schon ken wij op deze pagina in het bijzonder aandacht aan deze ontwikkeling, toen wij een uitvoerig interview publiceerden met de Amerikaanse theoloog prof. dr. Carl P. H. Henry. Onder de titel „Wintertijd in de Europese theologie" publiceert hij op het ogenblik deze gedachten in zijn blad „Christiani ty Today". Hij maakt zich zorgen over deze nieuwe ontwikkeling en ziet er een afbrokkeling in van vooral de midden- orthodoxie, die naar zijn mening niet de innerlijke kracht heeft om zich te verzet ten tegen de aanvallen van „links." Begint de invloed van Barth te tanen, nog voor zijn dogmatiek geheel gereed is? Als er werkelijk sprake is van afbrokkeling dan ziet het er naar uit dat deze naar twee kanten plaats vindt. In Duitsland naar „links", in de Verenigde Staten naar „rechts". Een enquête van „Chris tianity Today" heeft uitgewezen dat de overgrote meerderheid van de Ameri kaanse predikanten orthodox wil zijn. Slechts 14 procent schaarde zich aan de kant van de vrijzinnigheid. Het meest op merkelijke was echter dat het aantal pre dikanten dat zich „neo-orthodox" noemde nog kleiner was. De groep die zich in de oecumenische beweging van Amerika vooral opwierp als leiders, bleek het klein ste gedeelte van het kerkvolk te vertegen woordigen. En de situatie in Nederland? Prof. P. Smits mag dan een extreme- opponent zijn, die in eigen kring zeker niet de algemene waardering geniet, het is toch wel duidelijk dat de vrijzinnigen zich steeds meer gaan bezinnen op het „eige ne." Vooral de gereformeerde theologen begin nen wereldnaam te krijgen. Boeken van Berkouwer en Ridderbos worden grif ver kocht in Amerika. De ene vertaling ver schijnt na de andere. Op het moment hebben de hervormde theologen nog be trekkelijk weinig invloed, omdat daar e-en vrijwel volslagen vernieuwing heeft plaats gevonden achter de katheders van de universiteiten. Zowel Berkhof als Lek- kerkerker, Jonker als Roscam Abbing, bevinden zich eigenlijk meer of min nog in een stadium van inwerken. Het zijn nieuwe sterren aan het theologisch fir mament. Zullen het stralende sterren worden? Maar er is nog een aspect. Zijn er werke lijk tekenen, die er op wijzen dat er in confessionele en oud-ethische kringen een zeker verweer komt tegen de evenzeer geprezen als gesmade midden-ortho- doxie? Er zijn predikanten die in deze kringen ritselingen van nieuw leven me- nen te bespeuren. Maar ook hier zullen we moeten afwachten wat de toekomst §j ons zal brengen. 1960 is geen kroonjaar voor kerkgeschiedenis- boeken geworden. Het was het jaar van Kaga- wa's dood en misschien is dat wel de enige tyr pering, die latere geschiedschrijvers aan 1960 zul len geven. En toch....Met Kagawa is een tijd perk gestorven, maar tegelijkertijd geeft dit jaar het gevoel dat we aan de wieg staan van iets nieuws. Kleine ogenschijnlijk onbetekenende zaadjes zijn aan het ontkiemen. Zij kunnen op groeien tot mosterd- of wellicht ook monsterbo men. Wanneer we binnen onze eigen grenzen blijven, komen al direct een paar gebeurtenissen binnen ons gezichtsveld. Neem onze vaderlandse kerk, de Nederlandse Hervormde Kerk. De worsteling om het belijden leek tot een climax te komen: Het jaar 1961, waarin de overgangstermijn voor de nieuwe kerkorde afloopt, wierp reeds zijn zware slagschaduwen vooruit. Denk ook aan de Gereformeerde Kerken, die de Vervangingsfor mule terzijde stelden en met grote spanning wachten op wat de Asser-synode van de Gerefor meerde Kerken (vrijgemaakt) gaat doen. Moe ten wij nog wijzen op de nieuwe kansen en mo gelijkheden die alle kerken van ons land aangre pen op de zendingsvelden? Buiten onze grenzen is het niet anders. In liet afgelopen jaar is hard gewerkt aan de voorbe reiding van de Derde Assemblee van de Wereld raad van Kerken, volgend jaar in New Delhi, waar de beslissing zal vallen over de integratie van de Internationale Zendingsraad in de We reldraad. In rooms-katholieke kring was men druk doende met de voorbereiding van het Twee de Vaticaanse Concillie. En om nog een voor beeld te noemen: In de Oosters Orthodoxe Ker ken was beweging. Veel werd gesproken over de noodzakelijke panorthodoxe synode. Zo stond in 1960 WIE met de penseel van de herinnering het voorbijgegane kerkelijk jaar wil portretteren, merkt telkens weer dat hij wel lijnen kan trekken en achtergronden kan schilderen, maar dat het portret ner gens compleet wordt. Het gebeuren is slechts zichtbaar in vage con touren, die in de komende jaren pas hun definitieve vorm zullen krijgen, of wellicht door nieuwe gebeurtenissen geheel uit het gezichts veld zullen verdwijnen. Is het trouwens wel mogelijk ooit een jaar volledig in beeld te brengen? De belangrijkste gebeurtenissen speel den zich vaak in de geschiedenis af in de verborgenheid. Dr. GEOFFREY FISHER Wel naar Rome, niet naar Cunossa IRENE IN LAUSANNE Jongeren speelden fluit, maar ouderen dansten JA.iR VAN ONTMOETINGEN Veel gespreksgroepen, weinig stoottroepen Er waren een aantal opmerke lijke gebeurtenissen, zoals de „rebellie van Lausanne," waar de jeugd werd opgeroepen de avondmaalsmuren te slechten; de ontmoeting van Nyborg, waar een werkelijk geestelijk gesprek mogelijk bleek tussen kerken van Oost- en West-Europa en de be slissing van St. Andrews, waar bet Centraal Comité van dc We reldraad de basisforrnulc uit breidde. Daar was in het prille oegin van het jaar ook het be sluit van de gereformeerde sy node om het contact mét de Her vormde Kerk voort te zetten. Daar was het plotselinge „be leefdheidsbezoek" van de angli caanse primaat dr. Fisher aan de paus van Rome. Al deze ge beurtenissen verdienden grote koppen in de kranten, maar zul len zij ook van werkelijke kerk historische betekenis blijken te zijn? Kerk en oecumene De belangrijkste gebeurtenis nissen van dit jaar hebben zich niet afgespeeld in de omtuinde gebieden van zelfstandige kerken, maar in de ruimte tussen de ker ken. Kerkelijke leiders verlieten hun studeerkamers voor gesprek ken over het „tuinhek". Het was ten jaar van vriendschappelijke ontmoetingen, van uitgestoken nanden, van diepgaande gesprek ken, een jaar waarin de polemiek als provinciaals op de achter grond kwam te staan. Dat wil niet zeggen dat het een jaar was van oecumenische suc cessen. Duidelijker dan ooit werd het dat de Oecumenische Raad in ons land wat is vastgelopen. Uit de pen van prof. dr. H. Berkhof vloeide zelfs dc uitdrukking: „oe cumenische crisis." Hier is ei genlijk het wachten op de Gere formeerde Kerken. De toekomst van de oecumenische beweging is in de huidige situatie eigenlijk ifhankelijk van de beslissingen die deze kerken gaan nemen. Een groeiende groep in deze ker ken wil graag aansluiting bij de Wereldraad en grotere toenade ring tot de Hervormde Kerk. maar anderen vrezen dat dan juist een grotere afstand gescha pen zal worden tot de andere kerken van gereformeerde sig natuur. die zich niet wensen aan te sluiten. Het is beslist een feit dat een eventuele aansluiting de verhou ding tot de vrijgemaakte Gere formeerde Kerken nog moeilijker zal doen worden. Zij zou de ook in vrijgemaakte kring ontstane opluchting over de terzijdestel ling van de Vervangingsformule wel eens in een verzuchting kun nen doen verkeren. Daar staat tegenover dat het besluit van einde 1959 om de hin dernis van de Vervangingsformu le te slechten, niet heeft opgele verd wat velen er van verwacht ten. Er is een kennelijk gevoel van teleurstelling nu blijkt dat er haast nog grotere obstakels .iggen op kerkrechtelijk terrein. Officieel hebben de vrijgemaak te kerken nog geen standpunt in genomen. Sommige plaatselijke kerken hebben er al op aange drongen dat de synode van As sen twee „synodale" vertegen woordigers zal toelaten om hun standpunt uiteen te zetten, Maar het hardnekkig „neen" tegen toenadering klinkt nog wel heel luid. Nog maar onlangs maakte ie mand in tegenwoordigheid van prof. dr. K. Dijk dc opmerking, dat het maar beter was om de vrijgemaakten de rug toe tc ke ren en de aandacht te vestigen op de verhouding tot de hervorm den. Deze hoogleraar wees die gedachte toen fel af en heeft er ook artikelen over gepubliceerd, maar hij erkende ruiterlijk dat deze houding bij velen gevonden wordt. Dc teleurstelling is niet veg te redeneren. Er zijn overigens wel enige vor deringen in het geheel van de ge reformeerde gezindte. Deze zo mer kwamen leden van verschil lende gereformeerde kerken en gemeenten bijeen in twee belang rijke conferenties op Woudscho- ten en ontdekten tot hun verras sing dat zij toch wel heel veel gemeen hebben. Een feit blijft dat de perspee- -ieven voor een gesprek met dc hervormden zeker niet ontbre ken. Vorig jaar zag het er nog naar uit dat het contact van de- putaten, op niets was uitgelopen. Maar in het begin van dit jaar besloot de gereformeerde synode dat dit gesprek over het „tuin- hek" toch maar zo niet mocht worden afgebroken. Er volgde een gesprek van de moderamina van beide synoden dat. naar wij weten in een zeer goede verstand- houding wordt gevoerd. Het besluit om afgevaardigden te zenden naar de conferentie - van Europese Kerken in Nyborg, en om lid te worden van het we- lelddiakonaat van de Wereldraad, de Interkerkelijke Hulpverle ning, duiden op een grotere open- heid tot de oecumenische bewe ging, zoals die in de Wereldraad j haar bedding vindt. Maar het gaat sommigen niet snel genoeg, .1 getuige het Kamper incident. Daar besloten de studenten - niet geheel eenstemmig om weer lid te worden van de Oe cumenische Jeugdraad. - De pers- attaché legde de nadruk op het feit dat deze jongeren op deze manier druk willen uitoefenen op de kerken. Het verslag werd on- middellijk gedesavoueerd door de senaat van het studentencorps, maar het persbericht gaf even een kijkje in wat leeft bij som mige jongeren. Geen wonder dat er in de kerkelijke pers al heel wat stemmen zijn opgegaan die vragen „Kan dat zo maar...." Reformatie-Rome Merkwaardige tegenstellingen werden dit jaar opènbaar in de Itooms Katholieke Kerk. Aan de ene kant toonde zij een veel gro tere openheid dan ooit. Er zijn dingen gebeurd, die vroeger on denkbaar waren, zoals het be zoek van de anglicaanse primaat, dr. Fisher aan de paus; rooms- katholieke evangelisatiedienst in de St. Nicolaas-kerk te Amster dam, Maar de hervormde predi kant ds. W. A. Smit preekte en de toespraak van kardinaal Al- frink in de volkskerstzang tc U- treclit. Maar aan de andere kant heeft de paus telkens weer de nadruk gelegd op het feit dat er alleen iprake kan zijn van een terug keer in de moederkerk van de „afgescheiden broeders". Aan de ene kant is er een verlangen naar eenheid, aan de andere kant een onwil om eigen r.k. tradities in de waagschaal te stel len. Om wat lijn te brengen in de ze botsende verlangens vormde de paus het „oecumenisch secre tariaat" onder leiding van kar dinaal Bèa. Daarmede gaf hij gehoor aan Het groeiend verlan gen naar een gesprek met an dere gelovigen, maar tevens kan hij nu een einde maken aan alle oecumenische vrijbuiterij van ei gen gelovigen. Ondertussen werd dr. H. van dér Linde, de her vormde predikant rooms-katho- liek en werden r.k. geestelijken protestant. De lucht tussen Ro me en Reformatie klaart op, maar de verschillen worden er duidelijker door. Orthodoxe kerken Meer en meer komen de Or thodoxe Kerken in ons gezichts veld. Hun invloed in de oecume nische beweging wordt ongetwij feld sterker. Er broeit echter iets in het oosten. De vraag kan zelfs gesteld worden of er ccn strijd om de macht gaan- DIBELIUS IN OOST-BDRLIJN God meer gehoorzaam zijn dan mensen de is tussen de oecumenische patriarch van Constantinopel, het geestelijk hoofd van alle Oos ters Orthodoxe Kerken en de patriarch van Moskou. Deze kerken wilden dit jaar reeds bijeen komen voor een pro- synode. die de weg moest openen naar de eerste panorthodoxe sy node sinds het communisme aan de macht kwam. De prosynodo werd tot april 1961 uitgesteld en het is zelfs de vraag of zij dan zal kunnen worden gehouden. Wat speelt zich hier achter de schermen af? Athenagoras van Constantinopel bracht een bezoek aan de patriarchen van het Mid den-Oosten om bepaalde proble men te bespreken. Dat bezoek trok de aandacht, want het was voor het eerst in jaren dat de ze oecumenische patriarch zijn grondgebied verliet. Maar de ver bazing steeg ten top toen Alexei, de patriarch van Moskou, ook plotseling, ondanks zijn 83 jaren, naar het Midden-Oosten trok. Wat zit hier achter? Daar komt bij dat deze kerk in het afgelopen jaar het aan heeft gedurfd om afvallige theo logen, die de kant van het athe ïstisch communisme kozen, te f)E LANGE, lange gang van liet clubhuis wil echt niet meer dan een gang zijn: hij^is êr alleen om er vlug of langzaam, al naar je leeftijd of gemoedsgesteldheid door te hollen of te sloffen op zoek naar het uiteindelijk doel van je komst: een van de kamers of zalen. Die kamers en zalen zijn na deze gang zelfs een soort verrassing, want de gang is min of meer ouderwets en eerwaardig, en de vertrekken zijn gezellig en modern ingericht. Dat komt omdat we dit club huis van een ver voorgeslacht hebben geërfd. Onze aller oudste bezoekers en bezoeksters zijn er eenmaal, als kleuters, op de bewaarschool geweest, terwijl ze er nu als hoog bejaar den weer vaste klanten geworden zijn. Dr. W. A. VISSER 'T HOOFT Het pensioen lokt, maar de plicht roept excommuniceren. Tegelijkertijd wordt het hoofd van de afdeling voor buitenlandse aangelegenhe den van het patriarchaat van Moskou vervangen door de nau welijks dertig-jarige bisschop Nikodim. Zijn voorganger werd in discrediet gebracht, toen in het westen bekend werd, dat hij een belangrijke figuur was in de communistische geheime politie. ?daar helemaal zeker voe]t het westen zich met deze Nikodim ook niet. Hij is immers helemaal opgegroeid onder het communis tische regiem. Bovendien werd een nieuwe afdeling opgericht die speciaal toezicht zal houden op de contacten met de andere Or thodoxe Kerken. Zoekt het com munisme via de kerk een grotere invloed in deze Oosterse Kerken? De toekomst zal deze vraag pas beantwoorden. Uit de TUSSEN toen en nu heeft het gebouw allerlei bestemmin gen gekend: daar zou je een complete roman over kunnen schrijven. Bewaarschool, gewo ne school, distributiekantoor, post voor maatschappelijk hulp betoon, zo maar gewoon leegstaand en overbodig pand, prijsgegeven roofgebied voor hout- en lood jagers tijdens de hongerwinter, en thans sinds 1953 al weer helemaal gerestaureerd wijkge- bouw, waar duizend activiteiten onderdak kunnen vinden. Maar de gang is dezelfde gebleven. Niet wat de verlichting en wat de wanden betreft: die zijn met hun tijd meegegaan. Maar de vloer! Die vloer bestaat nog altijd uit grote vierkante plavuizen uit de vorige eeuw, om en om blauwachtig en geel achtig. Ik denk trouwens dat het toch wel niet dezelfde plavui zen zullen zijn als in de tachtiger of de negentiger jaren, maar dan lijken ze er toch als twee druppels water op. En dat is goed: men moet oude gebouwen nooit helemaal vernieuwen. Dat zou niet echt zijn. Gebouwen zijn net als mensen, die óók uit elk jaar wat meenemen: 'n lach uit het ene jaar, en 'n rimpel uit het andere. Ik ben heel, heel erg op onze lange gang gesteld. MAAR ik wilde U iets vertellen. Ik zei al: men gaat meestal snel die gang door. maar soms blijven er toch enkelingen in wachten. Dat kan 'n kind zijn, dat om een of andere geheim zinnige reden uit 'n club hierheen verdwaalde misschien kreeg het plotseling dorst en wilde 't persé 'n frisse teug wa ter uit de kraan; misschien moest het even iets gaan vertel len aan de concierge namens "de meester of de juffrouw? maar het kan ook een oud mens zijn, dat in deze gang wacht totdat de maatschappelijk werker hem of haar ontvangen kan. In zo'n geval dient namelijk de gang als wachtvertrek. Dat is wel niet ideaal, maar je moet roeien met de riemen die je hebt, en we zouden best een driedubbel zo groot huis kunnen gebruiken. En de gang is tenminste lekker verwarmd en goed verlicht: er zijn heuselijke wachtkamers, die ongezelliger aan doen! GOED, deze week, in de donkere dagen vlak voor kerstfeest, sta ik zelf in die gang, zonder er evenwel helemaal in te staan. Dat klinkt geheimzinniger dan het is, want er is een zijarm, waar je alles kunt horen, zonder gezien te worden. We noemen dat weids onze wasruimte, want er staan twee grote wastafels en aan vijftig haakjes hangen vijftig snoezige was handjes en piepkleine handdoekjes van ons kleuterdagverblijf: keurig op 'n rijtje, maar heel erg laag bij de grond, want an ders kunnen de kleuters er niet bij. En terwijl ik daar zo sta, hoor ik twee mensen met elkaar praten. Twee mensen je zou beter kunnen zeggen: twee vertegenwoordigers van onme telijk ver uiteenliggende generaties, want ik schat dat de oudste wel tachtig jaar ouder is dan de jongste. Het is gewoon 'n ge sprek tussen verleden en toekomst, tussen oud en nieuw. TNE kinderstem is rad. zó vlug dat je 'm ondanks alle helder- heid toch niet goed verstaan kunt. Een meisje, dat opge wonden aan 't vertellen is. Je hoort de pret in die stem en je ziet haar voor je zonder haar te kunnen zien: lichtjes in haar glanzende ogen. dartelende krullen, voetjes die niet stil kunnen staan. De andere stem is dof en versleten, in die mate dat men ook haar aandeel aan 't gesprek niet recht volgt. Maar ik be grijp 't tenslotte toch wel. Het kleine meisje zegt dat ze engel in 'n kerstspelletje zal zijn. En één zin komt almaar terug: „En ik krijg 'n gouwe jurk aan. en 'n gouwe kroon op m'n hoofd!" Daar kan ze niet uitgepraat over raken. Het duurt langer voor ik hoor wat zij zegt. die haar overgrootmoeder zou kunnen zijn. Maar dan tenslotte versta ik 't toch: „Ja", zegt die andere stem. „We krijgen gouwe jurken aan en 'n gouwe kroon op ons hoofdEn is daarmee niet alles ge- zeed? Het nieuwe jaar 1961 wordt voor de Nederlandse Hervormde Kerk gespeld ln vraagtekens. De over gangsperiode van tien jaar voor de nieuwe kerkorde loopt ten ein de. In dit tijdperk hadden dc verschillende modaliteiten elkaar moeten vinden. Met bezorgdheid vraagt men zich nu echter af of de gezochte eenheid niet verder af is dan ooit tevoren. Het richting- gesprek is hier en daar op gang gekomen, heeft enkele goede re sultaten gehad, maar is over het geheel genomen eigenlijk vast gelopen. Vele predikanten van verschillende modaliteiten klagen reeds dat de richtingen zich veel scherper aftekenen dan enige ja- reu geleden. De overgangsperiode Is bijna afgelopen; de nieuwe kerkorde kan in zijn geheel in werking treden, maar de vraag moet gesteld worden of het niet wijzer is deze overgangstermijn maar te verlengen. Is de Her vormde Kerk aan tucht toe? Ve len betwijfelen het. 1961 is in het verleden wel eens het „jaar van tucht" genoemd. Deze benaming is onjuist, want ook in de afgelopen jaren konden tuchtzaken, aan de orde worden gesteld. Het was alleen niet mo gelijk om ambtsdragers uit hun anvot te ontzetten. In deze tien jaar is eigenlijk slechts één leertucht-klacht inge diend door een kerkeraad tegen de vroegere voorzitter van de Zwingli-groep, ds H. van Lun- bij degenen die tucht zien als van levensbelang voor de toekomst van de kerk, een zekere moeheid mericbaar. zen van Odoorn. Deze klacht werd bij een verkeerd adres ingediend cn doorgezonden, maar heeft tot nu toe geen effect gesorteerd. Kwestie Smits Natuurlijk is daar de veelbe sproken kwestie-Smits. Op de vol gende synodezitting hoopt het moderamen verslag uit te bren gen van haar besprekingen met deze hoogleraar emeritus-predi kant. Reeds nu vraagt men zich af of de synode werkelijk tot een uitspraak zal overgaan waar toe zij eigenlijk niet het recht heeft, volgens sommigen of de zaak eenvoudig als afgehandeld zal beschouwen. Een eigenlijke leertuchtkwestie was dit evenwel niet, omdat het hier geen dienst doend predikant betrof. Duidelijk is evenwel gebleken dat er in dit verband lacunes zijn in de kerk orde, zodat het nog steeds niet du id el ik is welke weg eigenlijk bewandeld had moeten worden. Deze moeilijke zaak heeft ech ter wel de ogen gericht op de komende jaren. Wat gaat er in de Hervormde Kerk gebeuren? Wij hebben een aantal predikan ten naar hun mening gevraagd, maar unaniem antwoordden zij: „niets!" Daarmede wilden zij niet zeggen dat er ook niet» moet ge beuren, maar hun verwachtingen in deze zijn niet hoog gespannen. Bereidheid heid om tucht te oefenen" te doen groeien. Deze bereidheid is er wel. Een man b.v. als ds. Buskes meent dat de affaire-Smits maar niet zonder meer formeel mag worden afgedaan, omdat zijn uit spraken de pijlers van het belij den aantasten. Er leeft echter een grote angst voor de gevolgen van een dergelijke tuchbzaak bij ve- lcp van vrijwel alle modaliteiten. Deze angst leeft wel het sterkst in het vrijzinnige „kamp". Men vreest dat een eventueel 'afzetten van b.v. prof. Smits tot een af scheiding van vrijzinnigen zal lei den en tot een scheuring in de eigen (vrijzinnige) groep. Velen, ongeacht hun kerkelijke achter grond, willen een dergelijke schel ding vermijden. Bekwaamheid Na tien jaar is dus de bereid heid er maar ten dele. En de be kwaamheid? Als wij ons oor goed te luisteren hebben gelegd, zijn vele hervormden van mening dat deze eigenlijk nog geheel ont breekt. Eventuele tuchtmaatregelen moeten genomen worden vanuit het grondvlak van de kerk. Vrij wel unaniem is men van. mening dat het nauwelijks verwacht moet worden dat men tot actie zal overgaan. En mocht dat wel het geval zijn. zo verzucht men, dan draait de kerkelijke molen veel te stroef. Er is op dit punt, ook Gesprek Er kan pas werkelijk sprake zijn van tucht als het richtingge- sprek tot het einde is gevoerd, verzekerde men ons. Prof. Smits heeft vragen aan de orde gesteld, waarop het antwoord voor de toe komst van de kerk bepalend kan zijn. Zijn deze vragen legitiem en als de uitspraak valt, dat som mige daarvan zich niet verdra gen met het duidelijke getuigenis van de Schrift en belijdenis, hoe zal dan gehandeld moeten wor den? Zal het noodzakelijk iblijken een nadere interpretatie te geven van een of meer delen van de belij denis of zal het beter zijn van het belijden, der kerk te getuigen in dc vorm van een pastorale boodschap, zoals b.v. is geschied ten aanzien van dc uitverkie zing? Men zal moeten weten waar de werkelijke grenzen lopen, waar de Interpretatie ophoudt en de aan tasting van het belijden begint. Wie gelooft dat de Heilige Geest ook de kerk In alle Waarheid leidt ook en juist bij de wor steling om die Waarheid zal niet defaitistisch mogen zijn, hoe ingewikkeld wij mensen de pro blemen ook mogen maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 25