De kerk in de schaduwen
van morgen
OUD EN NIEUW
WAT GAAN DE HERVORMDEN DOEN
MET DE TUCHT?
GEESTELIJK
Eerste schuchtere tekenen
van
nieuw theologisch tijdperk
VOLKSWIJK
OUDEJAARSBIJLAGE
T}E opvallendste theologische gebeurtenis
van het afgelopen jaar was waarschijn
lijk wel de beslissing van het Centraal
Comité van de Wereldraad van Kerken
om de basisformule uit te breiden. Meer
nadruk wordt nu gelegd op de Schrift
en de Drieëenheid. Vooral vrijzinnige
kringen hebben al heel wat bezwaren te
gen deze verandering te berde gebracht.
Zij menen dat deze stap getuigt van een
groeiende invloed van de (theologische)
orthodoxie.
Daar staat echter tegenover dat er in
Duitsland een groeiende invloed mtTkbaar
is van de theoloog Bultmann, die zo
sterk de nadruk legt op de noodzakelijk
heid van de „Entmythologisierung" van
de Schrift. Enige maanden geleden schon
ken wij op deze pagina in het bijzonder
aandacht aan deze ontwikkeling, toen wij
een uitvoerig interview publiceerden met
de Amerikaanse theoloog prof. dr. Carl
P. H. Henry.
Onder de titel „Wintertijd in de Europese
theologie" publiceert hij op het ogenblik
deze gedachten in zijn blad „Christiani
ty Today". Hij maakt zich zorgen over
deze nieuwe ontwikkeling en ziet er een
afbrokkeling in van vooral de midden-
orthodoxie, die naar zijn mening niet de
innerlijke kracht heeft om zich te verzet
ten tegen de aanvallen van „links."
Begint de invloed van Barth te tanen, nog
voor zijn dogmatiek geheel gereed is? Als
er werkelijk sprake is van afbrokkeling
dan ziet het er naar uit dat deze naar
twee kanten plaats vindt. In Duitsland
naar „links", in de Verenigde Staten
naar „rechts". Een enquête van „Chris
tianity Today" heeft uitgewezen dat de
overgrote meerderheid van de Ameri
kaanse predikanten orthodox wil zijn.
Slechts 14 procent schaarde zich aan de
kant van de vrijzinnigheid. Het meest op
merkelijke was echter dat het aantal pre
dikanten dat zich „neo-orthodox" noemde
nog kleiner was. De groep die zich in de
oecumenische beweging van Amerika
vooral opwierp als leiders, bleek het klein
ste gedeelte van het kerkvolk te vertegen
woordigen.
En de situatie in Nederland? Prof. P.
Smits mag dan een extreme- opponent
zijn, die in eigen kring zeker niet de
algemene waardering geniet, het is toch
wel duidelijk dat de vrijzinnigen zich
steeds meer gaan bezinnen op het „eige
ne."
Vooral de gereformeerde theologen begin
nen wereldnaam te krijgen. Boeken van
Berkouwer en Ridderbos worden grif ver
kocht in Amerika. De ene vertaling ver
schijnt na de andere. Op het moment
hebben de hervormde theologen nog be
trekkelijk weinig invloed, omdat daar
e-en vrijwel volslagen vernieuwing heeft
plaats gevonden achter de katheders van
de universiteiten. Zowel Berkhof als Lek-
kerkerker, Jonker als Roscam Abbing,
bevinden zich eigenlijk meer of min nog
in een stadium van inwerken. Het zijn
nieuwe sterren aan het theologisch fir
mament. Zullen het stralende sterren
worden?
Maar er is nog een aspect. Zijn er werke
lijk tekenen, die er op wijzen dat er in
confessionele en oud-ethische kringen een
zeker verweer komt tegen de evenzeer
geprezen als gesmade midden-ortho-
doxie? Er zijn predikanten die in deze
kringen ritselingen van nieuw leven me-
nen te bespeuren. Maar ook hier zullen
we moeten afwachten wat de toekomst §j
ons zal brengen.
1960 is geen kroonjaar voor kerkgeschiedenis-
boeken geworden. Het was het jaar van Kaga-
wa's dood en misschien is dat wel de enige tyr
pering, die latere geschiedschrijvers aan 1960 zul
len geven. En toch....Met Kagawa is een tijd
perk gestorven, maar tegelijkertijd geeft dit jaar
het gevoel dat we aan de wieg staan van iets
nieuws. Kleine ogenschijnlijk onbetekenende
zaadjes zijn aan het ontkiemen. Zij kunnen op
groeien tot mosterd- of wellicht ook monsterbo
men.
Wanneer we binnen onze eigen grenzen blijven,
komen al direct een paar gebeurtenissen binnen
ons gezichtsveld. Neem onze vaderlandse kerk,
de Nederlandse Hervormde Kerk. De worsteling
om het belijden leek tot een climax te komen:
Het jaar 1961, waarin de overgangstermijn voor
de nieuwe kerkorde afloopt, wierp reeds zijn
zware slagschaduwen vooruit. Denk ook aan de
Gereformeerde Kerken, die de Vervangingsfor
mule terzijde stelden en met grote spanning
wachten op wat de Asser-synode van de Gerefor
meerde Kerken (vrijgemaakt) gaat doen. Moe
ten wij nog wijzen op de nieuwe kansen en mo
gelijkheden die alle kerken van ons land aangre
pen op de zendingsvelden?
Buiten onze grenzen is het niet anders. In liet
afgelopen jaar is hard gewerkt aan de voorbe
reiding van de Derde Assemblee van de Wereld
raad van Kerken, volgend jaar in New Delhi,
waar de beslissing zal vallen over de integratie
van de Internationale Zendingsraad in de We
reldraad. In rooms-katholieke kring was men
druk doende met de voorbereiding van het Twee
de Vaticaanse Concillie. En om nog een voor
beeld te noemen: In de Oosters Orthodoxe Ker
ken was beweging. Veel werd gesproken over de
noodzakelijke panorthodoxe synode. Zo stond in
1960
WIE met de penseel van de herinnering het voorbijgegane kerkelijk
jaar wil portretteren, merkt telkens weer dat hij wel lijnen kan
trekken en achtergronden kan schilderen, maar dat het portret ner
gens compleet wordt. Het gebeuren is slechts zichtbaar in vage con
touren, die in de komende jaren pas hun definitieve vorm zullen
krijgen, of wellicht door nieuwe gebeurtenissen geheel uit het gezichts
veld zullen verdwijnen. Is het trouwens wel mogelijk ooit een jaar
volledig in beeld te brengen? De belangrijkste gebeurtenissen speel
den zich vaak in de geschiedenis af in de verborgenheid.
Dr. GEOFFREY FISHER
Wel naar Rome, niet naar Cunossa
IRENE IN LAUSANNE
Jongeren speelden fluit, maar ouderen dansten
JA.iR VAN ONTMOETINGEN Veel gespreksgroepen, weinig stoottroepen
Er waren een aantal opmerke
lijke gebeurtenissen, zoals de
„rebellie van Lausanne," waar
de jeugd werd opgeroepen de
avondmaalsmuren te slechten; de
ontmoeting van Nyborg, waar
een werkelijk geestelijk gesprek
mogelijk bleek tussen kerken van
Oost- en West-Europa en de be
slissing van St. Andrews, waar
bet Centraal Comité van dc We
reldraad de basisforrnulc uit
breidde. Daar was in het prille
oegin van het jaar ook het be
sluit van de gereformeerde sy
node om het contact mét de Her
vormde Kerk voort te zetten.
Daar was het plotselinge „be
leefdheidsbezoek" van de angli
caanse primaat dr. Fisher aan
de paus van Rome. Al deze ge
beurtenissen verdienden grote
koppen in de kranten, maar zul
len zij ook van werkelijke kerk
historische betekenis blijken te
zijn?
Kerk en oecumene
De belangrijkste gebeurtenis
nissen van dit jaar hebben zich
niet afgespeeld in de omtuinde
gebieden van zelfstandige kerken,
maar in de ruimte tussen de ker
ken. Kerkelijke leiders verlieten
hun studeerkamers voor gesprek
ken over het „tuinhek". Het was
ten jaar van vriendschappelijke
ontmoetingen, van uitgestoken
nanden, van diepgaande gesprek
ken, een jaar waarin de polemiek
als provinciaals op de achter
grond kwam te staan.
Dat wil niet zeggen dat het een
jaar was van oecumenische suc
cessen. Duidelijker dan ooit werd
het dat de Oecumenische Raad in
ons land wat is vastgelopen. Uit
de pen van prof. dr. H. Berkhof
vloeide zelfs dc uitdrukking: „oe
cumenische crisis." Hier is ei
genlijk het wachten op de Gere
formeerde Kerken. De toekomst
van de oecumenische beweging
is in de huidige situatie eigenlijk
ifhankelijk van de beslissingen
die deze kerken gaan nemen. Een
groeiende groep in deze ker
ken wil graag aansluiting bij de
Wereldraad en grotere toenade
ring tot de Hervormde Kerk.
maar anderen vrezen dat dan
juist een grotere afstand gescha
pen zal worden tot de andere
kerken van gereformeerde sig
natuur. die zich niet wensen aan
te sluiten.
Het is beslist een feit dat een
eventuele aansluiting de verhou
ding tot de vrijgemaakte Gere
formeerde Kerken nog moeilijker
zal doen worden. Zij zou de ook
in vrijgemaakte kring ontstane
opluchting over de terzijdestel
ling van de Vervangingsformule
wel eens in een verzuchting kun
nen doen verkeren.
Daar staat tegenover dat het
besluit van einde 1959 om de hin
dernis van de Vervangingsformu
le te slechten, niet heeft opgele
verd wat velen er van verwacht
ten. Er is een kennelijk gevoel
van teleurstelling nu blijkt dat
er haast nog grotere obstakels
.iggen op kerkrechtelijk terrein.
Officieel hebben de vrijgemaak
te kerken nog geen standpunt in
genomen. Sommige plaatselijke
kerken hebben er al op aange
drongen dat de synode van As
sen twee „synodale" vertegen
woordigers zal toelaten om hun
standpunt uiteen te zetten, Maar
het hardnekkig „neen" tegen
toenadering klinkt nog wel heel
luid.
Nog maar onlangs maakte ie
mand in tegenwoordigheid van
prof. dr. K. Dijk dc opmerking,
dat het maar beter was om de
vrijgemaakten de rug toe tc ke
ren en de aandacht te vestigen
op de verhouding tot de hervorm
den. Deze hoogleraar wees die
gedachte toen fel af en heeft er
ook artikelen over gepubliceerd,
maar hij erkende ruiterlijk dat
deze houding bij velen gevonden
wordt. Dc teleurstelling is niet
veg te redeneren.
Er zijn overigens wel enige vor
deringen in het geheel van de ge
reformeerde gezindte. Deze zo
mer kwamen leden van verschil
lende gereformeerde kerken en
gemeenten bijeen in twee belang
rijke conferenties op Woudscho-
ten en ontdekten tot hun verras
sing dat zij toch wel heel veel
gemeen hebben.
Een feit blijft dat de perspee-
-ieven voor een gesprek met dc
hervormden zeker niet ontbre
ken. Vorig jaar zag het er nog
naar uit dat het contact van de-
putaten, op niets was uitgelopen.
Maar in het begin van dit jaar
besloot de gereformeerde synode
dat dit gesprek over het „tuin-
hek" toch maar zo niet mocht
worden afgebroken. Er volgde
een gesprek van de moderamina
van beide synoden dat. naar wij
weten in een zeer goede verstand-
houding wordt gevoerd.
Het besluit om afgevaardigden
te zenden naar de conferentie
- van Europese Kerken in Nyborg,
en om lid te worden van het we-
lelddiakonaat van de Wereldraad,
de Interkerkelijke Hulpverle
ning, duiden op een grotere open-
heid tot de oecumenische bewe
ging, zoals die in de Wereldraad
j haar bedding vindt. Maar het
gaat sommigen niet snel genoeg,
.1 getuige het Kamper incident.
Daar besloten de studenten
- niet geheel eenstemmig om
weer lid te worden van de Oe
cumenische Jeugdraad. - De pers-
attaché legde de nadruk op het
feit dat deze jongeren op deze
manier druk willen uitoefenen op
de kerken. Het verslag werd on-
middellijk gedesavoueerd door
de senaat van het studentencorps,
maar het persbericht gaf even
een kijkje in wat leeft bij som
mige jongeren. Geen wonder dat
er in de kerkelijke pers al heel
wat stemmen zijn opgegaan die
vragen „Kan dat zo maar...."
Reformatie-Rome
Merkwaardige tegenstellingen
werden dit jaar opènbaar in de
Itooms Katholieke Kerk. Aan de
ene kant toonde zij een veel gro
tere openheid dan ooit. Er zijn
dingen gebeurd, die vroeger on
denkbaar waren, zoals het be
zoek van de anglicaanse primaat,
dr. Fisher aan de paus; rooms-
katholieke evangelisatiedienst in
de St. Nicolaas-kerk te Amster
dam, Maar de hervormde predi
kant ds. W. A. Smit preekte en
de toespraak van kardinaal Al-
frink in de volkskerstzang tc U-
treclit.
Maar aan de andere kant heeft
de paus telkens weer de nadruk
gelegd op het feit dat er alleen
iprake kan zijn van een terug
keer in de moederkerk van de
„afgescheiden broeders". Aan de
ene kant is er een verlangen
naar eenheid, aan de andere
kant een onwil om eigen r.k.
tradities in de waagschaal te stel
len.
Om wat lijn te brengen in de
ze botsende verlangens vormde
de paus het „oecumenisch secre
tariaat" onder leiding van kar
dinaal Bèa. Daarmede gaf hij
gehoor aan Het groeiend verlan
gen naar een gesprek met an
dere gelovigen, maar tevens kan
hij nu een einde maken aan alle
oecumenische vrijbuiterij van ei
gen gelovigen. Ondertussen werd
dr. H. van dér Linde, de her
vormde predikant rooms-katho-
liek en werden r.k. geestelijken
protestant. De lucht tussen Ro
me en Reformatie klaart op,
maar de verschillen worden er
duidelijker door.
Orthodoxe kerken
Meer en meer komen de Or
thodoxe Kerken in ons gezichts
veld. Hun invloed in de oecume
nische beweging wordt ongetwij
feld sterker. Er broeit echter
iets in het oosten. De vraag
kan zelfs gesteld worden of er
ccn strijd om de macht gaan-
DIBELIUS IN OOST-BDRLIJN
God meer gehoorzaam zijn dan
mensen
de is tussen de oecumenische
patriarch van Constantinopel,
het geestelijk hoofd van alle Oos
ters Orthodoxe Kerken en de
patriarch van Moskou.
Deze kerken wilden dit jaar
reeds bijeen komen voor een pro-
synode. die de weg moest openen
naar de eerste panorthodoxe sy
node sinds het communisme aan
de macht kwam. De prosynodo
werd tot april 1961 uitgesteld en
het is zelfs de vraag of zij dan
zal kunnen worden gehouden.
Wat speelt zich hier achter de
schermen af? Athenagoras van
Constantinopel bracht een bezoek
aan de patriarchen van het Mid
den-Oosten om bepaalde proble
men te bespreken. Dat bezoek
trok de aandacht, want het was
voor het eerst in jaren dat de
ze oecumenische patriarch zijn
grondgebied verliet. Maar de ver
bazing steeg ten top toen Alexei,
de patriarch van Moskou, ook
plotseling, ondanks zijn 83 jaren,
naar het Midden-Oosten trok.
Wat zit hier achter?
Daar komt bij dat deze kerk
in het afgelopen jaar het aan
heeft gedurfd om afvallige theo
logen, die de kant van het athe
ïstisch communisme kozen, te
f)E LANGE, lange gang van liet clubhuis wil echt niet meer
dan een gang zijn: hij^is êr alleen om er vlug of
langzaam, al naar je leeftijd of gemoedsgesteldheid door
te hollen of te sloffen op zoek naar het uiteindelijk doel van
je komst: een van de kamers of zalen. Die kamers en zalen
zijn na deze gang zelfs een soort verrassing, want de gang is
min of meer ouderwets en eerwaardig, en de vertrekken zijn
gezellig en modern ingericht. Dat komt omdat we dit club
huis van een ver voorgeslacht hebben geërfd. Onze aller
oudste bezoekers en bezoeksters zijn er eenmaal, als kleuters,
op de bewaarschool geweest, terwijl ze er nu als hoog bejaar
den weer vaste klanten geworden zijn.
Dr. W. A. VISSER 'T HOOFT
Het pensioen lokt, maar de
plicht roept
excommuniceren. Tegelijkertijd
wordt het hoofd van de afdeling
voor buitenlandse aangelegenhe
den van het patriarchaat van
Moskou vervangen door de nau
welijks dertig-jarige bisschop
Nikodim. Zijn voorganger werd
in discrediet gebracht, toen in
het westen bekend werd, dat hij
een belangrijke figuur was in de
communistische geheime politie.
?daar helemaal zeker voe]t het
westen zich met deze Nikodim
ook niet. Hij is immers helemaal
opgegroeid onder het communis
tische regiem. Bovendien werd
een nieuwe afdeling opgericht die
speciaal toezicht zal houden op
de contacten met de andere Or
thodoxe Kerken. Zoekt het com
munisme via de kerk een grotere
invloed in deze Oosterse Kerken?
De toekomst zal deze vraag pas
beantwoorden.
Uit de
TUSSEN toen en nu heeft het
gebouw allerlei bestemmin
gen gekend: daar zou je een
complete roman over kunnen
schrijven. Bewaarschool, gewo
ne school, distributiekantoor,
post voor maatschappelijk hulp
betoon, zo maar gewoon leegstaand en overbodig pand, prijsgegeven
roofgebied voor hout- en lood jagers tijdens de hongerwinter, en
thans sinds 1953 al weer helemaal gerestaureerd wijkge-
bouw, waar duizend activiteiten onderdak kunnen vinden.
Maar de gang is dezelfde gebleven. Niet wat de verlichting
en wat de wanden betreft: die zijn met hun tijd meegegaan.
Maar de vloer! Die vloer bestaat nog altijd uit grote vierkante
plavuizen uit de vorige eeuw, om en om blauwachtig en geel
achtig. Ik denk trouwens dat het toch wel niet dezelfde plavui
zen zullen zijn als in de tachtiger of de negentiger jaren, maar
dan lijken ze er toch als twee druppels water op. En dat is
goed: men moet oude gebouwen nooit helemaal vernieuwen.
Dat zou niet echt zijn. Gebouwen zijn net als mensen, die óók
uit elk jaar wat meenemen: 'n lach uit het ene jaar, en 'n
rimpel uit het andere. Ik ben heel, heel erg op onze lange
gang gesteld.
MAAR ik wilde U iets vertellen. Ik zei al: men gaat meestal
snel die gang door. maar soms blijven er toch enkelingen in
wachten. Dat kan 'n kind zijn, dat om een of andere geheim
zinnige reden uit 'n club hierheen verdwaalde misschien
kreeg het plotseling dorst en wilde 't persé 'n frisse teug wa
ter uit de kraan; misschien moest het even iets gaan vertel
len aan de concierge namens "de meester of de juffrouw?
maar het kan ook een oud mens zijn, dat in deze gang wacht
totdat de maatschappelijk werker hem of haar ontvangen kan.
In zo'n geval dient namelijk de gang als wachtvertrek. Dat is
wel niet ideaal, maar je moet roeien met de riemen die je
hebt, en we zouden best een driedubbel zo groot huis kunnen
gebruiken. En de gang is tenminste lekker verwarmd en goed
verlicht: er zijn heuselijke wachtkamers, die ongezelliger aan
doen!
GOED, deze week, in de donkere dagen vlak voor kerstfeest,
sta ik zelf in die gang, zonder er evenwel helemaal in te
staan. Dat klinkt geheimzinniger dan het is, want er is een
zijarm, waar je alles kunt horen, zonder gezien te worden. We
noemen dat weids onze wasruimte, want er staan twee grote
wastafels en aan vijftig haakjes hangen vijftig snoezige was
handjes en piepkleine handdoekjes van ons kleuterdagverblijf:
keurig op 'n rijtje, maar heel erg laag bij de grond, want an
ders kunnen de kleuters er niet bij. En terwijl ik daar zo sta,
hoor ik twee mensen met elkaar praten. Twee mensen je
zou beter kunnen zeggen: twee vertegenwoordigers van onme
telijk ver uiteenliggende generaties, want ik schat dat de oudste
wel tachtig jaar ouder is dan de jongste. Het is gewoon 'n ge
sprek tussen verleden en toekomst, tussen oud en nieuw.
TNE kinderstem is rad. zó vlug dat je 'm ondanks alle helder-
heid toch niet goed verstaan kunt. Een meisje, dat opge
wonden aan 't vertellen is. Je hoort de pret in die stem en je
ziet haar voor je zonder haar te kunnen zien: lichtjes in haar
glanzende ogen. dartelende krullen, voetjes die niet stil kunnen
staan. De andere stem is dof en versleten, in die mate dat men
ook haar aandeel aan 't gesprek niet recht volgt. Maar ik be
grijp 't tenslotte toch wel. Het kleine meisje zegt dat ze engel
in 'n kerstspelletje zal zijn. En één zin komt almaar terug:
„En ik krijg 'n gouwe jurk aan. en 'n gouwe kroon op m'n
hoofd!" Daar kan ze niet uitgepraat over raken. Het duurt
langer voor ik hoor wat zij zegt. die haar overgrootmoeder
zou kunnen zijn. Maar dan tenslotte versta ik 't toch: „Ja",
zegt die andere stem. „We krijgen gouwe jurken aan en 'n
gouwe kroon op ons hoofdEn is daarmee niet alles ge-
zeed?
Het nieuwe jaar 1961 wordt voor
de Nederlandse Hervormde Kerk
gespeld ln vraagtekens. De over
gangsperiode van tien jaar voor
de nieuwe kerkorde loopt ten ein
de. In dit tijdperk hadden dc
verschillende modaliteiten elkaar
moeten vinden. Met bezorgdheid
vraagt men zich nu echter af of
de gezochte eenheid niet verder af
is dan ooit tevoren. Het richting-
gesprek is hier en daar op gang
gekomen, heeft enkele goede re
sultaten gehad, maar is over het
geheel genomen eigenlijk vast
gelopen. Vele predikanten van
verschillende modaliteiten klagen
reeds dat de richtingen zich veel
scherper aftekenen dan enige ja-
reu geleden. De overgangsperiode
Is bijna afgelopen; de nieuwe
kerkorde kan in zijn geheel in
werking treden, maar de vraag
moet gesteld worden of het niet
wijzer is deze overgangstermijn
maar te verlengen. Is de Her
vormde Kerk aan tucht toe? Ve
len betwijfelen het.
1961 is in het verleden wel eens
het „jaar van tucht" genoemd.
Deze benaming is onjuist, want
ook in de afgelopen jaren konden
tuchtzaken, aan de orde worden
gesteld. Het was alleen niet mo
gelijk om ambtsdragers uit hun
anvot te ontzetten.
In deze tien jaar is eigenlijk
slechts één leertucht-klacht inge
diend door een kerkeraad tegen
de vroegere voorzitter van de
Zwingli-groep, ds H. van Lun-
bij degenen die tucht zien als van
levensbelang voor de toekomst van
de kerk, een zekere moeheid
mericbaar.
zen van Odoorn. Deze klacht werd
bij een verkeerd adres ingediend
cn doorgezonden, maar heeft tot
nu toe geen effect gesorteerd.
Kwestie Smits
Natuurlijk is daar de veelbe
sproken kwestie-Smits. Op de vol
gende synodezitting hoopt het
moderamen verslag uit te bren
gen van haar besprekingen met
deze hoogleraar emeritus-predi
kant. Reeds nu vraagt men zich
af of de synode werkelijk tot een
uitspraak zal overgaan waar
toe zij eigenlijk niet het recht
heeft, volgens sommigen of de
zaak eenvoudig als afgehandeld
zal beschouwen. Een eigenlijke
leertuchtkwestie was dit evenwel
niet, omdat het hier geen dienst
doend predikant betrof. Duidelijk
is evenwel gebleken dat er in dit
verband lacunes zijn in de kerk
orde, zodat het nog steeds niet
du id el ik is welke weg eigenlijk
bewandeld had moeten worden.
Deze moeilijke zaak heeft ech
ter wel de ogen gericht op de
komende jaren. Wat gaat er in
de Hervormde Kerk gebeuren?
Wij hebben een aantal predikan
ten naar hun mening gevraagd,
maar unaniem antwoordden zij:
„niets!" Daarmede wilden zij niet
zeggen dat er ook niet» moet ge
beuren, maar hun verwachtingen
in deze zijn niet hoog gespannen.
Bereidheid
heid om tucht te oefenen" te doen
groeien. Deze bereidheid is er
wel. Een man b.v. als ds. Buskes
meent dat de affaire-Smits maar
niet zonder meer formeel mag
worden afgedaan, omdat zijn uit
spraken de pijlers van het belij
den aantasten. Er leeft echter een
grote angst voor de gevolgen van
een dergelijke tuchbzaak bij ve-
lcp van vrijwel alle modaliteiten.
Deze angst leeft wel het sterkst
in het vrijzinnige „kamp". Men
vreest dat een eventueel 'afzetten
van b.v. prof. Smits tot een af
scheiding van vrijzinnigen zal lei
den en tot een scheuring in de
eigen (vrijzinnige) groep. Velen,
ongeacht hun kerkelijke achter
grond, willen een dergelijke schel
ding vermijden.
Bekwaamheid
Na tien jaar is dus de bereid
heid er maar ten dele. En de be
kwaamheid? Als wij ons oor goed
te luisteren hebben gelegd, zijn
vele hervormden van mening dat
deze eigenlijk nog geheel ont
breekt.
Eventuele tuchtmaatregelen
moeten genomen worden vanuit
het grondvlak van de kerk. Vrij
wel unaniem is men van. mening
dat het nauwelijks verwacht moet
worden dat men tot actie zal
overgaan. En mocht dat wel het
geval zijn. zo verzucht men, dan
draait de kerkelijke molen veel
te stroef. Er is op dit punt, ook
Gesprek
Er kan pas werkelijk sprake
zijn van tucht als het richtingge-
sprek tot het einde is gevoerd,
verzekerde men ons. Prof. Smits
heeft vragen aan de orde gesteld,
waarop het antwoord voor de toe
komst van de kerk bepalend kan
zijn. Zijn deze vragen legitiem en
als de uitspraak valt, dat som
mige daarvan zich niet verdra
gen met het duidelijke getuigenis
van de Schrift en belijdenis, hoe
zal dan gehandeld moeten wor
den?
Zal het noodzakelijk iblijken een
nadere interpretatie te geven van
een of meer delen van de belij
denis of zal het beter zijn van
het belijden, der kerk te getuigen
in dc vorm van een pastorale
boodschap, zoals b.v. is geschied
ten aanzien van dc uitverkie
zing?
Men zal moeten weten waar de
werkelijke grenzen lopen, waar de
Interpretatie ophoudt en de aan
tasting van het belijden begint.
Wie gelooft dat de Heilige Geest
ook de kerk In alle Waarheid
leidt ook en juist bij de wor
steling om die Waarheid zal
niet defaitistisch mogen zijn, hoe
ingewikkeld wij mensen de pro
blemen ook mogen maken.