Wat wil jij later worden? %uimte voor ons.... z' Voorlaafsi: DE WAARHEID Herfst Ode aan de arbeid OOK VOOR ONS? II lllllllllllltlllllllfl Ruimte deze week Zoals in „houdt moed" al gezegd gaat de werkgroep Rotterdam iets doen aan de werkende jeugd. Bert den Braber schreef alvast het artikel over de Haven vakschool. Peter Mokveld maakte er een foto bij, Kees van der Velden een tekening. Verder (traditiegetrouw) ook een stukje van Discofiel en... natuur lijk ónze mening over üw mening. iiiiiiiiHiMiiimiiiii MISSCHIEN hebben wij vorige week de tegenwoordig toch al licht ontvlambare gemoederen de opmerkingen „daar zijn ze weer met een pagina, speciaal bestemd voor hen, die op de middelbare scholen of de universiteitenz. enz. in de mond gegeven. Zij, die toen die pagina met een hol gelach van zich af hebben gestoten, wil len we vertellen houdt moed. Want vandaag maken we een begin met wat we na de komende feestdagen (met hun speciale op die dagen afgestemde uitgaven van de krant) nog even zullen voortzetten: nieuws over, gesprekken met en hoe je het maar wil noemen de „wer kende jeugd". Het ligt dan ook wel in de lijn van de werkgroep Rotterdam om deze kopij te verzorgen. Vandaag kom je er dus de eerste aflevering al van tegen, namelijk een artikel van Bert den Braber over het hoe en waarom van de Havenvakschool in zijn stad. Over een tijdje zullen we nog verschillende andere facetten van wat we dan maar „werkende jeugd" blijven noemen gaan bekijken. We hadden het graag op déze pagina al gedaan, maareen ant woord op de door U (oudere lezers) en door jullie (minder oudere lezers) geuite opmerkingen om van kritiek maar niet te spreken was toch wel even nodig I Bovendien hebben we dit u, die zich blijkbaar zó in „Ruimte" verdiept, dat u denkt: „Kom, laten we die jongens een briefje schrijven" vorige week beloofd! Ga er dus maar voor zitten en haal uw hart dus maar weer eens op. „Stokketrekker" „Wat „Stokketrekker" „Wat betekent dat „Nou gewoon kraanmachinist". „Oh maar kan je dat hier op school leren „Wat dacht U dan Kijk maar eens. daar Ik volg met mijn ogen de wat groezelige wijsvinger van de kraanmachinist in spé en zie een getrouwe nabootsing van een zee schip in de tuin staan. Loopplank, luiken, het boven-, tussen- en be- nedendek, de mast en de kajui ten, alles is bedriegelijk echt. Wanneer men op het dek staande de Waalhaven overziet waant men zich op een van die grote zeereu zen die de haven bevolken. De situaties zoals die op een echt schip voor komen, worden hier vol ledig nagebootst en hier kan Arie voor kraanmachinist of winchdrij- ver leren. De gehele dag gaan de steeds dezelfde pakken en balen op en neer; de laadbomen bewegen zich van links naar rechts. Oefe nen en nog eens oefenen. Voor Arie is die tijd nog niet aangebroken. Hij zit pas in een der voorbereidende klassen. Twee jaar duurt dat. tot hij veertien is. daarna gaat hij naar de eigen lijke Havenvakschool. Ultra modern Op die Havenvakschool ben ik een week te gast geweest. Een week lang speuren en neuzen en zich verbazen. Denk je eens in. Alles, ja wer kelijk alles is er; en het is nieuw. Er zijn vier gymnastieklokalen, met een volledige inventaris. De ruimten waar de jongens hun prak tijklessen kunnen volgen zyn licht, modern en van alle materiaal voorzien. Er is een grote hal, die dient voor de lessen in de bewer- We hebben het alle belangstellenden in onze pagina beloofd: vandaag zouden we voor de laatste keer nog even ingaan op wat intussen zo'n beetje tot de zaak- Minck is uitgegroeid. Zoals we al vertelden hebben we (uiteraard) zelf een repliek geschreven. We ontvingen evenwel een brief van iemand, die wel eens iets voor „Ruimte" heeft geschreven, en die ongevraagd een naar ons geviel uitstekend antwoord heeft gegeven op alle aan- en bjjval. Die iemand, Hans Baars, vertolkt ons aller gevoel als hjj schrijft: Kunt u niet lezen „Wat dc brieven, die in „Ruim te" hebben gestaan betreft: ik wil eerst beginnen met iets tegen dc heer Pranger te zeggen. Ik ben het met u eens. zeer geachte heer Pranger. Inderdaad moet een stuk poëzie of proza als het ge schreven wordt door iemand, die weet dat God hem beschermt en liefheeft, een jubel zijn. van vreug de over Zijn liefdevolle Vader, maar vindt u het niet mooi, dat dc/.e krant als christelijke krant ook open wil staan voor hen, die nog niet zover zijn? Het is natuur lijk mogelijk, dat u het niet ziet in de gedichten en in het pro za en dat lijkt mij wel waarschijn lijk. want u schrijft dat het nog nooit gebeurd is, dat iets, dat van uit een bijbelse (christelijke) le vensvisie werd geschreven, werd gepubliceerd. Ik concludeer: u kunt niet lezen of u leest slapend of hoe dan ook. Mij gedichten als 'k ze zo mag noemen) heb ik bij na alle geschreven, wanneer ik mij vol voelde van Gods liefde, of ernaar verlangde en. het is ook al tijd mijn bedoeling, dat men dit leest en ervaart. Nu werden in de krant van 10 september jl. dertien gedichten van mij opgenomen, waarvan vijf onder het thema. ..God houdt de wereld in zijn hand". Of u hebt deze krant nooit gezien, of u hebt gedacht dat ik een Mohammedaan was en dat er in plaats van „God" moest staan „Allah". Vergeef het mij, als ik niet duidelijk genoeg geweest ben, toen op die 10e september. Ik heb dit echter uit volle overtuiging gezegd en zeg dit nog. Heeft u principes Nu wil ik trachten iets te zeg gen op de tweede brief van de heer Th. J. A. Minek. Ik hoop dat mijn woorden niet te fel zul len worden. Mijnheer Minck, de mensen van de redaktie hebben heus nog wel wat meer te doen dan u denkt, fk zelf heb het vrij druk met mijn studie (een duur woord voor zo'n „zwoel, waanzin nige" vierde klas H.B.S.-er, vindt u niet?) En ook zij. die de moed hebben deze redaktie te vormen, hebben nog wel wat meer te doen dan dc bezigheden, waar u zich te hoog voor acht. zou hele maal niet buiten durven komen als u wist, dat die maan leeg zou kunnen vloeien op uw hoofd (o pardon, dit is zwoel). Ja. een normaal mens zwijgt bij een stille avond, maar een abnormaal mens juicht over de wonderen, die diezelfde God in die avond legt (Zie „treinneis" 10 september 1560. Ruimte voor ons., „geschreven op een prachti ge stille avond er. ook „begin van het afscheid" idem). Schaamt u zich met, dat u niet optrad tegen dat onzedelijke gedoe, uit hoofde van uw principes? (die hebt u toch?». Enfin, ik zal zeker met uw minderwaardigheidscomplex en meeleven (als u die hebt) en u dankend voor uw betiteling in tellectueel. kunstzinnig. zwoel enz. groet ik U. En u mag mij gelóven, als ik daar nog vol op rechtheid bij zeg: „God zegene Wot schiet u er mee op En dan: mijnheer de oudere le zer. vindt u al die politiek enzo voort geen waanzin? Indien u soms mijn gedichten riet begre pen mocht hebben, rudere lezer, zal ik graag trachten ze enigszins uit te leggen. Stuurt u mij dan een berichtje met uw adres. Het mijne is: Hans Baars. Koningin neweg 271. Rotterdam (26) Tus sen haakjes: ja. ook ik geloof aan het bestaan van nuchtere jonge lui. maar wat schiet u met zulke jongelui op als zij niet eens pro beren hun medemensen te begrij pen. laat staan lief te hebben? Ik hoop zo. dat men nu éérst eens zal gaan proberen dat wat ge schreven wordt een beetje te be grijpen. Schrijft u mij eens? Modern Ach, P L„ mensen zijn bijna altijd kwetsend. Ook ik ben het in mijn brief. Waarom vind je het zo „modernerig", vond je pa gina's. zoals die over het „mo derne" lied zo vreselijk modern? Ik ben het soms met je eens. P L. Persoonlijk lijkt het mij dat de bladzijden teveel gevuld wor den met besprekingen over aller lei orderwerpen. Zou de toch ge plande ruimte voor ..Aandacht ge vraagd voor niet wat vaker kunnen verschijnen? (Zodra deze wat ongeregelde maand decem ber én de enorm veel ruimte vra gende discussie achter de rug zijn. beginnen we er weer mee. Hans. Zoals u zult begrijpen is hier de redaktie even aan het het woord We vervolgen weer met Hans' brief: En Marsman dan Geachte C. W. van Oosten, ik voel me ten eerste helemaal niet dakloos en ten tweede nog lang geen kunstenaar. Verder gaaf mijn geest helemaal niet zwan ger, want (om in uw terminolo gie verder te gaan) zodra zij door „baarlijke onzin" (pas op dat de heer Th. J. A. Minck u niet zwoel vindt) bevrucht is, treedt het potlood als vroedvrouw op om hetgeen mijn geest baart neer te schrijven. Hoe denkt u dat Shakespeare en Marsman be gonnen zijn? Wij beginnen vaak ln een schoolkrant, maar zo'n pagi na vóór ons en dóór ons Is toch een veel betere oplossing? Ik vind dat u nog ai onvriendelijk bent om ons voor nozems te verslijten, ik heb eens een dominee horen zeggen: „wordt alstublieft wat meer nozem". Waarom zijn no zems artistiek? Vindt u een brom mer, een spijkerbroek of drie cen timeter briljantine zo artistiek? Waarom moet er nu per se heiden dom bij? Waarom is een gedicht heidens, als het woord „God" er niet in voorkomt? „Ik ben een God, in 't diepst van mijn gedachten" (Kloos) zal dan wel christelijk zijn. Dit acht ik veel heidenser dan een zich in de verte te verliezen. Nee, die mentaliteit gaat niet kapot. An ders zouden er geen jongeren meer zijn. die in het zondagsblad van een christelijke krant de moed hebben voor hun geloofsovertui ging uit te komen. Hans Baars, (wiens brief wij een beetje hebben moe ten bekorten). Wij. redaktie. willen tenslotte deze discussie gaan besluiten met wat wij zelf over al die brieven denken. We menen in de eerste plaats, dat een bedankje voor de overstelpende post wel op zijn plaats is. Met name willen wc twee oudere lezers (een mevrouw uit Rotterdam en een mijnheer uit Den Haag) zeggen, dat hun brieven ons bijzonder veel genoe gen hebben gedaan. En hoeven we alle andere briefschrijvers niet meer met name te noemen? We zitten al zo met ruimtetekort. Dat is er ook dc reden van, dat wij niet allemaal aan het woord komen In dit afsluiten van cje po lemiek over „Ruimte". Ons aller gevoelens, gedachten enz. enz. worden vertolkt door Leo Faasse. Cees van Dop en Meine Reitsma. Leo schrijft jullie en u: Afdoend Ja. heren kritici. wij hebben uw geschrijf gelezen en nu denken wij: „Het moet maar eens uit zijn". Bovendien: u kent ons niet eens. Persoonlijk niet en wat wij schreven hebt u niet willen begrij pen. En u. heer Minck. meent zelfs over mijn tijd te kunnen be schikken. terwijl de achturige werkdag ver achter me ligt. Op stille winteravonden kan het me echter wel eens gebeuren, dat ik door de natuur geboeid naar de pen grijp. Maar. mijne heren, ik zou u het volgende willen vragen. U vindt dus. dat christelijke litera tuur op onze pagina bijna niet te vinden is. Ogenschijnlijk ligt de ze zaak een beetje moeilijk, maar is het niet zo. dat er in wat men dan christelijke literatuur noemt, eigenlijk geen levensproblemen, uitgevochten hoeven te worden? De Christen hóéft immers geen problemen te hebben, omdat hij zich door God geleid mag weten. Als er dus wel problemen zijn. ligt dat alleen maar aan ons zelf. Nu weet u ondertussen wel. dat wij jónge mensen zijn. U zult in tussen óók wel weten, dat heel wat Christelijke jonge mensen nog op rood staan. Is het vaak niet zo. dat het overspringen op groen menigmaal op wat latere leeftijd gebeurt. U moet ons ge loven als wij zeggen ons in Chris tus geboren te weters. maar: wij willen ons geloof niet ingegoten krijgen. Wij vechten er voor en wellicht vinden we pas onze rust als we wat ouder geworden zijn. Zijn wij nu niet Christelijk? Dat king en toepassing van metaal. Er is een dito hal, waarin de fijne kneepjes worden bijgebracht van de houtbehandeling. Er is een enorme ruimte voor het schie- manswerk (knopen en splitsen van touw en staaldraden, zeilnaai- en, enz.). Dan zijn er vele lokalen waar het Algemeen Vormend Onder wijs (A.V.O.) wordt gegeven, lokalen voor Havenleer en Vrije Expressie. Ten slotte het beknopte over zicht zou anders niet volledig zijn de jaarlijkse kampen in Amerongen en Malmédy. Waarom zijn wij wél, maar wij zijn óók jong! Dat kunt u op deze pagina zien. Die pagina is trouwens voor jongeren Concluderend de vraag: moet dit nu zo? Ja. mijne heren, dit moet zo. dit is het kenmerk van de jeugd. LEO FAASSE En Cees schrijft: Het was interessant de wel zeer uiteenlopende reacties op „Ruim te voor ons" door te lezen, hoe wel de eerlijkheid mij gebiedt te vermelder., dat er soms een ge ringe glimlach rond mijn boven lip slenterde. Een wrange glim lach, bestaande uit de ingrediën ten: medelijden, wanhoop en be rusting. Laat ik u eerst mededelen (om verwarring te voorkomen) dat ik een var. nafture conservatief inge steld persoon, die zich hoofd zakelijk bepaalt tot een traditione le vormen-canon, volledig accep teer. Maar wanneer deze persoon, (ik doel nu op de heer C, W. van Oosten) een zo grote dosis kortzichtigheid blijkt te bezitten, dat hij zelfs durft beweren, dat de niet Christelijke literatuur baarlijke or.zin is (Ja lezers het staat er zwart op grijs in de ruimte voor óns van 26 novem ber 1960) dan vind ik dit een con servatisme. dat grenst aan een betonnen-deuren-voor-de ogen complex. Deze uitspraak getuigtboven dien van een ergerlijke absentie van enig kunstgevoel en estheti sche waardebepaling. Een ander facet in zijn scheld brief is de ronduit kwetsende op merking dat wij dakloze kunste naars zijn. wier geest zwanger gaat van allerlei baarlijke onzin 'inderdaad mijnheer C. W. van Oosten, ik vind de uitdrukking baarlijke onzin ook zeer fraai). De reeds eerder genoemde heer blijkt dus geheel verstoken te zijn van het meest elementaire inzicht in de intenties van de moderne poëzie. Het is hier niet de plaats om ons in deze zeer interessante materie te verdiepen (ik verwijs de heer van Oosten naar de in leiding bij de bloemlezing „nieuwe griffels, schone leien", geschre ven. door Paul Rodenko. de woord voerder der experimentelen). Ten slotte vraag ik mij nog dit af: deze pagina is voor de jonge ren. Moeten de ouderen ons nu al weer zo gauw om de oren gaan slaan? Als u „Ruimte" niet kunt waarderen, dan blijven er nog an dere pagina's van ons zondags blad over! Wanneer u het te scherp virdt. bedenk dan dat ik het niet scher per mocht schrijven. Uw brief mijnheer van Oosten is kennelijk niet gecensureerd. Tenslotte nog even een paar opmerkingen van Meine Reitsma, die namens ons allen zegt niets anders te beloven, dan dat we ons best zullen blijven doen. We heb ben intussen wei begrepen, dat het onbegonnen werk is het fteder- een naar de zin te maken. Vol spanning wachten we nu (meer dan ooit!) op goede gedichten, goede verhalen, goede cartoons, goede foto's, kortom: op goede bijdragen van leder, die „Ruimte voor ons" een goed hart toe draagt! Afbreken blijkt beter af te gaan, dan het leveren van een positieve bijdrage DiacuMie (voorlopig) gesloten! De lezer, die zich met mij ver baast. zal zich wellicht afvragen of dit nu wel allemaal nodig is. Moet een toekomstige havenarbei der zo'n veelomvattende opleiding volgen? Deze vraag borrelde ook bij mij omhoog en naar wie kon ik be ter gaan dan naar de adjunkt di- rekteur de heer J. van Katwijk? Hij stelde mij gerust. Zelfs prof. Rutten had met deze vraag ge worsteld, verzekerde hij en prof. Rutten. die een man van de daad is. wat enkelen van ons zich mis schien zullen herinneren, ging el ke morgen gedurende een half jaar met zijn „pakkie deeg" de haven in. Zijn bevindingen kwa men. hoe kan het anders, in een rapport. Konklusie: de havenar beider is een vakman. Hij moet zijn vak ergens kunnen leren. De steeds verder gaande mecha nisatie eist een theoretische ba sis. Havenvakschool geboren. Al was het dan. vlak na de geboorte, een mager kindje, het was vol be loften voor de toekomst. Begonnen met 24 leerlingen in een verbouwde havenloods; nu in een modern gebouw met ongeveer 400 scholieren. ,,Ik weet het", zei de man, een smalle glimlach om zijn lippen. Hij tikte met een stokje op de grond, maar hij zag niet dat de lucht achter zijn zwarte gestalte van geel. purperrood tn "paars werd en bloed langs de randen van de wolken in zee droop. De anderen keken verrast eerbiedig op en lachten hem hoopvol toe. Nu was er iemand die het wist, eindelijk. Toen stapte hij naar vo ren en keek de kring rond, min achtend bijna en medelijdend door zoveel domheid. „Het is natuur lijk heel eenvoudig" zei hij en liep naar het raam. Zorgvuldig haalde hij de sigaar uit z'n mond en liet hem onder zijn op getrokken neus voorbijgaan als om hem te keuren. Hij betastte hem, snoof nogmaals en stelde er de prijs van vast. De men sen scheen hij vergeten te zijn, hij voelde zich belangrijk, de an deren waren nu afhankelijk van zijn mening. Hij zweeg dus. „Kijk" zei hij toen, z'n dikke wijsvinger in de lucht priemend maar verder kwam hij niet. Er ging een kleine man staén, die hem op-zij schoof en de deur uitstapte. Toen werd hij rood en kroop weg op een stoel achter aan voor de verbaasde blikken van de mensen. Hij keek strak naar de grond. Hij was de prijs van de sigaar vergeten. LEO FAASSE SIS' de herfst ging onder in de :C0i en kwam langzaam in de üpej weer op dauwig, kleurig wervelde hij over de graui daken en ik zag een gebogen figi die dauw ingaan To Jaj de An de jvei dode bladeren zag ik in de glanzende verte wegglinsteren naar het nieuwe leven; een hartstochtelijke kreet te^ van einde ma steeg vanuit mijn borst ont2yr naar het nieuwe land.... de CLAES1NA HULZEBOI~J Hier legt de lezer wellicht even zijn krant op de ietwat bevende knieën, fronst het voorhoofd en lispelt: „Hoe bestaat het; ik wist niet dat dit in Nederland mogelijk was. Zo'n school, zoveel leerkrachten, zoveel materiaal en dat allemaal In zo'n korte tijd., daar moet enorm veel geld voor nodig zijn!" Inderdaad, volkomen terecht op gemerkt. Maar denk dan eens aan prof. Rutten én het bestuur gevormd door o.a. vertegenwoor digers van grote Rotterdamse havenbedrijven en enkele ge meenteleden. Wanneer je dit alles hebt overdacht, dan heb jc het ook begrepen: Juist, daar komt het vandaan. Vraag Wij schrijven Men.zegt de vogels begroeten de nieuwe dag als een geschenk dat zij allang niet meer ver wachtten de bloemen sluiten hun voorka mers 's avonds om op het begin te wachten zacht prevelend met gebogen hoofden men zegt de mensen sluiten zich op in stalen staketsels met levenslange garantie en schrijven majesteitelijk schrijven wij negentienhonderdzestig anno domini het jaar van onze Heer. THEO VAN RHOON. vre Wij zijn de flinke stoere jongens wa: en hebben gelukkig een goeie baan, de Het vaderland heeft ons reeds toe gezongen hei< en blikt ons met het vurig oog blijmoedig aan. ;ten hee De C.A.O., de steun en de pensioenen, non Zijn trouwe wachters op ons levenspad; S uur v.m. steken we de klaroenen, 'kl° 5 uur n.m.: „hè, hè, we hebben het weer gehad". >aan gen De vrije zaterdag en dan.... de kerstpakketten, K®" de opslag aan het einde van het jaar, |s^ra het dagje uit naar Brussel of naar Etten, H dadrom zijn wij paraat en steeds van zessen klaar. Ker ma» Wat eens geweest is vindt steeds wederkeer, (chri aan 't eind der maand: het stoffelijke goed. ,gen Maar nu fini, de arbeid roept ons weer. dan! Vaarwel mijn vrienden, het ga U goed. 'hooi BERT DEN BRABE^n goedkope platen. HE, [ET is op het ogenblik een opmerkelijk verschijnsel, dat er b(j vrijwel alle platenmaatschappijen goedkopere series zijn uitgekomen in het klassieke genre. WU juichen derhalve verheugd, dat we nu eindelijk onze discotheek kunnen uitbreiden zonder nu direct in armlastigheid te vervallen! Maar o wee, dat valt tegen. Tenminste, zo gaat dat bij mij. Want wat vindt je in deze series? Juist, tophits, maar dan in het klassieke vlak, zoals de paradepaardjes van onze Peter Iljitsch Tsjaikowsky (hebben jullie wel eens zijn tweede symphonie gehoord? Of hebben jullie een opname hiervan in de winkel gevonden? Nee, hè. En dat is jammer, 2aj ,jan 00k door voorzichtig- want juist deze symfonie is werkelijk goed). En natuurlijk vinden hejd worden geleid. We zullen we er ook Delibes. Gounod, Beethoven en vele anderen met al hun <jan njet meer maar zo op de zeer bekende muziekjes-om-mee-te-neuriën. bonnefooi gaan kopen, we gaan luisteren, overleggen met onze verkoper en verheffen zo onze smaak van de min-of-meer nood gedwongen gekochte goedkope mm m mrer urn,,,, s „SS, ff?' jjS*? E„ U.m d„ Vivaldi. Coram teinse, hang naar eerste klas uitvoeringen op eerste klas ma teriaal. TVTATUURLIJK zit hier meer Bach's Brandcnburgse concer- J-achter dan we zo op het eerste ten en typische werken, die al- gezicht zouden zeggen. Laten lerlei variaties behandelen over we vooral ook goed van het feit min of meer bekende thema's, doordrongen zijn, dat er vele En laten we dan Vivaldi, Corelli mensen, die vroeger helemaal en de vele andere Italiaanse I's niet financieel draagkrachtig waren, nu in staat worden ge steld om kennis te maken met de wereld van de meer serieuze muziek waar je naar moet luis teren, dus geen deinende dans liedjes, die de hele lange dag niet vergeten. Maar nu doet zich de treurige bijzonderheid voor. dat deze werken, door hun mindere geliefdheid bij het gro te publiek, niet vaak in de goedkopere series voorkomen. door dc diverse radiostations uit- uitzonderingen zijn spreekt wei- gespuwd worden. En dat vind ik haast vanzelf, gezien het feit. Je zult dan het genot kennen m^ÊÊ volledig te kunnen genieten van echt ^'stèren naar goede muziek (en dan natuurlijk geheel naar deze week zelf mee- eigen smaak!) Ik heb zelfs me- een verheugend verschijnsel, dat Dat is dan ook een enorm punt maakte, dat twee Twens met nen te mogen ondervinden, dat vóór. Maar ik moet het wel verzaligdheid genoten van Ri- uit het standpunt van ons. acht- chard Wagner's heroïeke wer- tien tot vierentwintigjaren be- ken' kijken en dan moet ik zeggen. dat een en ander niet zo héél interessant is. Over het alge meen zijn we toch meer ge- spitst op muziek uit onze eigen resseren. meestal in de duurdere bij vele mensen de interesse naar 45 toeren plaatjes aan het verdwijnen is. daar men het las tig vindt steeds maar plaatjes te S.WnP'to'™ 'toS m°ete" omkeren. En dat ij na. TVUS, al met al. ben ik tot de EJ conclusie gekomen, dat de tuurlijk wel zo. Dus daar moe tijd, al zijn het maar tophits.~lSr prijzen vallen. En op zichzelf ten we het niet meer zoeken. Ze a vind ik dat nog niet zo heel erg. We worden zo gedwongen om te sparen voor de plaat, di< |niet dat moment bijzonder popula^rin is. Dat is natuurlijk zeer ldbij gisch, stel je voor, dat je dalgete meteen een hele lange lanÉ speelplaat moet gaan aanh<jna!r ren! Maar we kunnen wel zefr^igj gen, dat voor de meer „blijvengetv de" muziek de langspeelplaat dinum aangewezen weg is! VOOR onze 45 toerenclub heL ik hier niettemin nog cei paar nieuwe releases op he merk IMPERIAL. Ernie Free man bewerkt piano en Ham mondorgel op een plaatje waa de nummers „The dark on tbfp top of the stairs" en „Com'", on home" op voorkomen.Volk<rDon men objectief bezien zijn hé aardige achtergrondmuziekjes"" niet opvallend. Veel leukei maar ook nog een beetje in ca' fé sfeer zingt Hans Brandei m^»» orkest „Marina" en „Geen lanl kan mooier zijn". Hij heeft eei „volle" stem met een wat zugrrr*-. delijk accent, dat wel past bi het dito ritme. Ook leuk om al) decoratie te draaien zijn stukjes uit My Fair Lady die dit maal eens gevarieerd wordr' door Gerry Howard op zi. trompet in een wat Connifacl tige orkestratie. Gerry laat zi niet als een enorm trompetti horen. De leukste uit dit kleii stapeltje is die van José Marei lo en zijn kwartet met zang val. Hans Boskamp. Ik noem he,... een uitstekend nachtcluborkest je en hun Amsterdamse grach ten. Mackay, mackay en enkelt andere stukjes zijn werkelijk oir**" derhoudend. Vooral leuk is he werkje van Franz Lehar „Deii ist mein ganzes Herz". dat hief**»' zijn natuurlijk ook hier vele uit zonderingen. zoals bij de echte jazzliefhebbers, die over het al gemeen zeer veel houden van hebben willen zijn wel erg gemakkelijk voor degenen, die graag een bepaald onze smaak nummer willen hebben, dat op Tot de volgende keer! DISCOFIEE HMMIIIimilllHHIHMMMMMUMIIimilllIHMMMIIIIII

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 22