Wat wil jij later worden?
%uimte
voor ons....
z'
Voorlaafsi:
DE WAARHEID
Herfst
Ode aan de arbeid
OOK VOOR ONS?
II lllllllllllltlllllllfl
Ruimte deze week
Zoals in „houdt moed" al gezegd gaat
de werkgroep Rotterdam iets doen aan
de werkende jeugd. Bert den Braber
schreef alvast het artikel over de Haven
vakschool. Peter Mokveld maakte er
een foto bij, Kees van der Velden een
tekening. Verder (traditiegetrouw) ook
een stukje van Discofiel en... natuur
lijk ónze mening over üw mening.
iiiiiiiiHiMiiimiiiii
MISSCHIEN hebben wij vorige
week de tegenwoordig toch
al licht ontvlambare gemoederen de
opmerkingen „daar zijn ze weer met
een pagina, speciaal bestemd voor
hen, die op de middelbare scholen
of de universiteitenz. enz. in
de mond gegeven. Zij, die toen die pagina met een hol gelach van zich af hebben gestoten, wil
len we vertellen houdt moed. Want vandaag maken we een begin met wat we na de
komende feestdagen (met hun speciale op die dagen afgestemde uitgaven van de krant) nog
even zullen voortzetten: nieuws over, gesprekken met en hoe je het maar wil noemen de „wer
kende jeugd". Het ligt dan ook wel in de lijn van de werkgroep Rotterdam om deze kopij te
verzorgen. Vandaag kom je er dus de eerste aflevering al van tegen, namelijk een artikel van
Bert den Braber over het hoe en waarom van de Havenvakschool in zijn stad. Over een tijdje
zullen we nog verschillende andere facetten van wat we dan maar „werkende jeugd" blijven
noemen gaan bekijken. We hadden het graag op déze pagina al gedaan, maareen ant
woord op de door U (oudere lezers) en door jullie (minder oudere lezers) geuite opmerkingen
om van kritiek maar niet te spreken was toch wel even nodig I Bovendien hebben we dit
u, die zich blijkbaar zó in „Ruimte" verdiept, dat u denkt: „Kom, laten we die jongens een
briefje schrijven" vorige week beloofd! Ga er dus maar voor zitten en haal uw hart dus maar
weer eens op.
„Stokketrekker"
„Wat
„Stokketrekker"
„Wat betekent dat
„Nou gewoon
kraanmachinist".
„Oh maar kan je dat
hier op school leren
„Wat dacht U dan Kijk
maar eens. daar
Ik volg met mijn ogen de wat
groezelige wijsvinger van de
kraanmachinist in spé en zie een
getrouwe nabootsing van een zee
schip in de tuin staan. Loopplank,
luiken, het boven-, tussen- en be-
nedendek, de mast en de kajui
ten, alles is bedriegelijk echt.
Wanneer men op het dek staande
de Waalhaven overziet waant men
zich op een van die grote zeereu
zen die de haven bevolken.
De situaties zoals die op een echt
schip voor komen, worden hier vol
ledig nagebootst en hier kan Arie
voor kraanmachinist of winchdrij-
ver leren.
De gehele dag gaan de steeds
dezelfde pakken en balen op
en neer; de laadbomen bewegen
zich van links naar rechts. Oefe
nen en nog eens oefenen.
Voor Arie is die tijd nog niet
aangebroken. Hij zit pas in een
der voorbereidende klassen. Twee
jaar duurt dat. tot hij veertien
is. daarna gaat hij naar de eigen
lijke Havenvakschool.
Ultra modern
Op die Havenvakschool ben ik
een week te gast geweest. Een
week lang speuren en neuzen en
zich verbazen.
Denk je eens in. Alles, ja wer
kelijk alles is er; en het is nieuw.
Er zijn vier gymnastieklokalen,
met een volledige inventaris. De
ruimten waar de jongens hun prak
tijklessen kunnen volgen zyn licht,
modern en van alle materiaal
voorzien. Er is een grote hal, die
dient voor de lessen in de bewer-
We hebben het alle belangstellenden in onze pagina
beloofd: vandaag zouden we voor de laatste keer nog
even ingaan op wat intussen zo'n beetje tot de zaak-
Minck is uitgegroeid. Zoals we al vertelden hebben we
(uiteraard) zelf een repliek geschreven. We ontvingen
evenwel een brief van iemand, die wel eens iets voor
„Ruimte" heeft geschreven, en die ongevraagd
een naar ons geviel uitstekend antwoord heeft gegeven
op alle aan- en bjjval. Die iemand, Hans Baars, vertolkt
ons aller gevoel als hjj schrijft:
Kunt u niet lezen
„Wat dc brieven, die in „Ruim
te" hebben gestaan betreft: ik wil
eerst beginnen met iets tegen dc
heer Pranger te zeggen. Ik ben
het met u eens. zeer geachte heer
Pranger. Inderdaad moet een
stuk poëzie of proza als het ge
schreven wordt door iemand, die
weet dat God hem beschermt en
liefheeft, een jubel zijn. van vreug
de over Zijn liefdevolle Vader,
maar vindt u het niet mooi, dat
dc/.e krant als christelijke krant
ook open wil staan voor hen, die
nog niet zover zijn? Het is natuur
lijk mogelijk, dat u het niet ziet
in de gedichten en in het pro
za en dat lijkt mij wel waarschijn
lijk. want u schrijft dat het nog
nooit gebeurd is, dat iets, dat van
uit een bijbelse (christelijke) le
vensvisie werd geschreven, werd
gepubliceerd. Ik concludeer: u
kunt niet lezen of u leest slapend
of hoe dan ook. Mij gedichten als
'k ze zo mag noemen) heb ik bij
na alle geschreven, wanneer ik
mij vol voelde van Gods liefde, of
ernaar verlangde en. het is ook al
tijd mijn bedoeling, dat men dit
leest en ervaart. Nu werden in de
krant van 10 september jl. dertien
gedichten van mij opgenomen,
waarvan vijf onder het thema.
..God houdt de wereld in zijn
hand". Of u hebt deze krant nooit
gezien, of u hebt gedacht dat ik
een Mohammedaan was en dat er
in plaats van „God" moest staan
„Allah". Vergeef het mij, als ik
niet duidelijk genoeg geweest ben,
toen op die 10e september. Ik heb
dit echter uit volle overtuiging
gezegd en zeg dit nog.
Heeft u principes
Nu wil ik trachten iets te zeg
gen op de tweede brief van de
heer Th. J. A. Minek. Ik hoop
dat mijn woorden niet te fel zul
len worden. Mijnheer Minck, de
mensen van de redaktie hebben
heus nog wel wat meer te doen
dan u denkt, fk zelf heb het vrij
druk met mijn studie (een duur
woord voor zo'n „zwoel, waanzin
nige" vierde klas H.B.S.-er, vindt
u niet?) En ook zij. die de moed
hebben deze redaktie te vormen,
hebben nog wel wat meer te doen
dan dc bezigheden, waar u zich
te hoog voor acht. zou hele
maal niet buiten durven komen
als u wist, dat die maan leeg
zou kunnen vloeien op uw hoofd
(o pardon, dit is zwoel).
Ja. een normaal mens zwijgt
bij een stille avond, maar een
abnormaal mens juicht over de
wonderen, die diezelfde God in
die avond legt (Zie „treinneis"
10 september 1560. Ruimte voor
ons., „geschreven op een prachti
ge stille avond er. ook „begin van
het afscheid" idem). Schaamt u
zich met, dat u niet optrad tegen
dat onzedelijke gedoe, uit hoofde
van uw principes? (die hebt u
toch?». Enfin, ik zal zeker met
uw minderwaardigheidscomplex
en meeleven (als u die hebt) en
u dankend voor uw betiteling in
tellectueel. kunstzinnig. zwoel
enz. groet ik U. En u mag mij
gelóven, als ik daar nog vol op
rechtheid bij zeg: „God zegene
Wot schiet u er mee op
En dan: mijnheer de oudere le
zer. vindt u al die politiek enzo
voort geen waanzin? Indien u
soms mijn gedichten riet begre
pen mocht hebben, rudere lezer,
zal ik graag trachten ze enigszins
uit te leggen. Stuurt u mij dan
een berichtje met uw adres. Het
mijne is: Hans Baars. Koningin
neweg 271. Rotterdam (26) Tus
sen haakjes: ja. ook ik geloof aan
het bestaan van nuchtere jonge
lui. maar wat schiet u met zulke
jongelui op als zij niet eens pro
beren hun medemensen te begrij
pen. laat staan lief te hebben?
Ik hoop zo. dat men nu éérst eens
zal gaan proberen dat wat ge
schreven wordt een beetje te be
grijpen. Schrijft u mij eens?
Modern
Ach, P L„ mensen zijn bijna
altijd kwetsend. Ook ik ben het
in mijn brief. Waarom vind je
het zo „modernerig", vond je pa
gina's. zoals die over het „mo
derne" lied zo vreselijk modern?
Ik ben het soms met je eens.
P L. Persoonlijk lijkt het mij dat
de bladzijden teveel gevuld wor
den met besprekingen over aller
lei orderwerpen. Zou de toch ge
plande ruimte voor ..Aandacht ge
vraagd voor niet wat vaker
kunnen verschijnen? (Zodra deze
wat ongeregelde maand decem
ber én de enorm veel ruimte vra
gende discussie achter de rug
zijn. beginnen we er weer mee.
Hans. Zoals u zult begrijpen is
hier de redaktie even aan het
het woord We vervolgen weer
met Hans' brief:
En Marsman dan
Geachte C. W. van Oosten, ik
voel me ten eerste helemaal niet
dakloos en ten tweede nog lang
geen kunstenaar. Verder gaaf
mijn geest helemaal niet zwan
ger, want (om in uw terminolo
gie verder te gaan) zodra zij
door „baarlijke onzin" (pas op
dat de heer Th. J. A. Minck u
niet zwoel vindt) bevrucht is,
treedt het potlood als vroedvrouw
op om hetgeen mijn geest baart
neer te schrijven. Hoe denkt u
dat Shakespeare en Marsman be
gonnen zijn? Wij beginnen vaak ln
een schoolkrant, maar zo'n pagi
na vóór ons en dóór ons Is toch
een veel betere oplossing? Ik vind
dat u nog ai onvriendelijk bent
om ons voor nozems te verslijten,
ik heb eens een dominee horen
zeggen: „wordt alstublieft wat
meer nozem". Waarom zijn no
zems artistiek? Vindt u een brom
mer, een spijkerbroek of drie cen
timeter briljantine zo artistiek?
Waarom moet er nu per se heiden
dom bij? Waarom is een gedicht
heidens, als het woord „God" er
niet in voorkomt?
„Ik ben een God, in 't diepst
van mijn gedachten" (Kloos) zal
dan wel christelijk zijn. Dit acht
ik veel heidenser dan een zich in
de verte te verliezen. Nee, die
mentaliteit gaat niet kapot. An
ders zouden er geen jongeren
meer zijn. die in het zondagsblad
van een christelijke krant de moed
hebben voor hun geloofsovertui
ging uit te komen.
Hans Baars, (wiens
brief wij een beetje hebben moe
ten bekorten).
Wij. redaktie. willen tenslotte
deze discussie gaan besluiten met
wat wij zelf over al die brieven
denken. We menen in de eerste
plaats, dat een bedankje voor de
overstelpende post wel op zijn
plaats is. Met name willen wc
twee oudere lezers (een mevrouw
uit Rotterdam en een mijnheer
uit Den Haag) zeggen, dat hun
brieven ons bijzonder veel genoe
gen hebben gedaan. En hoeven we
alle andere briefschrijvers niet
meer met name te noemen? We
zitten al zo met ruimtetekort.
Dat is er ook dc reden van, dat
wij niet allemaal aan het woord
komen In dit afsluiten van cje po
lemiek over „Ruimte". Ons aller
gevoelens, gedachten enz. enz.
worden vertolkt door Leo Faasse.
Cees van Dop en Meine Reitsma.
Leo schrijft jullie en u:
Afdoend
Ja. heren kritici. wij hebben uw
geschrijf gelezen en nu denken
wij: „Het moet maar eens uit
zijn". Bovendien: u kent ons niet
eens. Persoonlijk niet en wat wij
schreven hebt u niet willen begrij
pen. En u. heer Minck. meent
zelfs over mijn tijd te kunnen be
schikken. terwijl de achturige
werkdag ver achter me ligt. Op
stille winteravonden kan het me
echter wel eens gebeuren, dat ik
door de natuur geboeid naar
de pen grijp.
Maar. mijne heren, ik zou u
het volgende willen vragen. U
vindt dus. dat christelijke litera
tuur op onze pagina bijna niet te
vinden is. Ogenschijnlijk ligt de
ze zaak een beetje moeilijk, maar
is het niet zo. dat er in wat men
dan christelijke literatuur noemt,
eigenlijk geen levensproblemen,
uitgevochten hoeven te worden?
De Christen hóéft immers geen
problemen te hebben, omdat hij
zich door God geleid mag weten.
Als er dus wel problemen zijn.
ligt dat alleen maar aan ons zelf.
Nu weet u ondertussen wel. dat
wij jónge mensen zijn. U zult in
tussen óók wel weten, dat heel
wat Christelijke jonge mensen
nog op rood staan. Is het vaak
niet zo. dat het overspringen op
groen menigmaal op wat latere
leeftijd gebeurt. U moet ons ge
loven als wij zeggen ons in Chris
tus geboren te weters. maar: wij
willen ons geloof niet ingegoten
krijgen. Wij vechten er voor en
wellicht vinden we pas onze rust
als we wat ouder geworden zijn.
Zijn wij nu niet Christelijk? Dat
king en toepassing van metaal. Er
is een dito hal, waarin de fijne
kneepjes worden bijgebracht van
de houtbehandeling. Er is een
enorme ruimte voor het schie-
manswerk (knopen en splitsen
van touw en staaldraden, zeilnaai-
en, enz.).
Dan zijn er vele lokalen waar
het Algemeen Vormend Onder
wijs (A.V.O.) wordt gegeven,
lokalen voor Havenleer en Vrije
Expressie.
Ten slotte het beknopte over
zicht zou anders niet volledig
zijn de jaarlijkse kampen in
Amerongen en Malmédy.
Waarom
zijn wij wél, maar wij zijn óók
jong! Dat kunt u op deze pagina
zien. Die pagina is trouwens voor
jongeren
Concluderend de vraag: moet
dit nu zo? Ja. mijne heren, dit
moet zo. dit is het kenmerk van
de jeugd.
LEO FAASSE
En Cees schrijft:
Het was interessant de wel zeer
uiteenlopende reacties op „Ruim
te voor ons" door te lezen, hoe
wel de eerlijkheid mij gebiedt te
vermelder., dat er soms een ge
ringe glimlach rond mijn boven
lip slenterde. Een wrange glim
lach, bestaande uit de ingrediën
ten: medelijden, wanhoop en be
rusting.
Laat ik u eerst mededelen (om
verwarring te voorkomen) dat ik
een var. nafture conservatief inge
steld persoon, die zich hoofd
zakelijk bepaalt tot een traditione
le vormen-canon, volledig accep
teer. Maar wanneer deze persoon,
(ik doel nu op de heer C, W.
van Oosten) een zo grote dosis
kortzichtigheid blijkt te bezitten,
dat hij zelfs durft beweren, dat
de niet Christelijke literatuur
baarlijke or.zin is (Ja lezers het
staat er zwart op grijs in de
ruimte voor óns van 26 novem
ber 1960) dan vind ik dit een con
servatisme. dat grenst aan een
betonnen-deuren-voor-de ogen
complex.
Deze uitspraak getuigtboven
dien van een ergerlijke absentie
van enig kunstgevoel en estheti
sche waardebepaling.
Een ander facet in zijn scheld
brief is de ronduit kwetsende op
merking dat wij dakloze kunste
naars zijn. wier geest zwanger
gaat van allerlei baarlijke onzin
'inderdaad mijnheer C. W. van
Oosten, ik vind de uitdrukking
baarlijke onzin ook zeer fraai).
De reeds eerder genoemde heer
blijkt dus geheel verstoken te zijn
van het meest elementaire inzicht
in de intenties van de moderne
poëzie. Het is hier niet de plaats
om ons in deze zeer interessante
materie te verdiepen (ik verwijs
de heer van Oosten naar de in
leiding bij de bloemlezing „nieuwe
griffels, schone leien", geschre
ven. door Paul Rodenko. de woord
voerder der experimentelen).
Ten slotte vraag ik mij nog dit
af: deze pagina is voor de jonge
ren. Moeten de ouderen ons nu al
weer zo gauw om de oren gaan
slaan? Als u „Ruimte" niet kunt
waarderen, dan blijven er nog an
dere pagina's van ons zondags
blad over!
Wanneer u het te scherp virdt.
bedenk dan dat ik het niet scher
per mocht schrijven. Uw brief
mijnheer van Oosten is kennelijk
niet gecensureerd.
Tenslotte nog even een paar
opmerkingen van Meine Reitsma,
die namens ons allen zegt niets
anders te beloven, dan dat we ons
best zullen blijven doen. We heb
ben intussen wei begrepen, dat
het onbegonnen werk is het fteder-
een naar de zin te maken. Vol
spanning wachten we nu (meer
dan ooit!) op goede gedichten,
goede verhalen, goede cartoons,
goede foto's, kortom: op goede
bijdragen van leder, die „Ruimte
voor ons" een goed hart toe
draagt! Afbreken blijkt beter af
te gaan, dan het leveren van een
positieve bijdrage
DiacuMie (voorlopig) gesloten!
De lezer, die zich met mij ver
baast. zal zich wellicht afvragen
of dit nu wel allemaal nodig is.
Moet een toekomstige havenarbei
der zo'n veelomvattende opleiding
volgen?
Deze vraag borrelde ook bij mij
omhoog en naar wie kon ik be
ter gaan dan naar de adjunkt di-
rekteur de heer J. van Katwijk?
Hij stelde mij gerust. Zelfs prof.
Rutten had met deze vraag ge
worsteld, verzekerde hij en prof.
Rutten. die een man van de daad
is. wat enkelen van ons zich mis
schien zullen herinneren, ging el
ke morgen gedurende een half
jaar met zijn „pakkie deeg" de
haven in. Zijn bevindingen kwa
men. hoe kan het anders, in een
rapport. Konklusie: de havenar
beider is een vakman. Hij moet
zijn vak ergens kunnen leren.
De steeds verder gaande mecha
nisatie eist een theoretische ba
sis.
Havenvakschool geboren. Al was
het dan. vlak na de geboorte, een
mager kindje, het was vol be
loften voor de toekomst.
Begonnen met 24 leerlingen in
een verbouwde havenloods; nu in
een modern gebouw met ongeveer
400 scholieren.
,,Ik weet het", zei de man, een
smalle glimlach om zijn lippen.
Hij tikte met een stokje op de
grond, maar hij zag niet dat de
lucht achter zijn zwarte gestalte
van geel. purperrood tn "paars
werd en bloed langs de randen
van de wolken in zee droop. De
anderen keken verrast eerbiedig
op en lachten hem hoopvol toe.
Nu was er iemand die het wist,
eindelijk. Toen stapte hij naar vo
ren en keek de kring rond, min
achtend bijna en medelijdend door
zoveel domheid. „Het is natuur
lijk heel eenvoudig" zei hij en
liep naar het raam. Zorgvuldig
haalde hij de sigaar uit z'n
mond en liet hem onder zijn op
getrokken neus voorbijgaan als
om hem te keuren. Hij betastte
hem, snoof nogmaals en stelde
er de prijs van vast. De men
sen scheen hij vergeten te zijn,
hij voelde zich belangrijk, de an
deren waren nu afhankelijk van
zijn mening. Hij zweeg dus.
„Kijk" zei hij toen, z'n dikke
wijsvinger in de lucht priemend
maar verder kwam hij niet.
Er ging een kleine man staén,
die hem op-zij schoof en de deur
uitstapte. Toen werd hij rood en
kroop weg op een stoel achter
aan voor de verbaasde blikken
van de mensen. Hij keek strak
naar de grond.
Hij was de prijs van de sigaar
vergeten.
LEO FAASSE
SIS'
de herfst ging onder in de :C0i
en kwam langzaam in de üpej
weer op
dauwig, kleurig
wervelde hij over de graui
daken
en ik zag een gebogen figi
die dauw ingaan
To
Jaj
de
An
de
jvei
dode bladeren zag ik
in de glanzende verte
wegglinsteren
naar het nieuwe leven;
een hartstochtelijke kreet te^
van einde ma
steeg vanuit mijn borst ont2yr
naar het nieuwe land.... de
CLAES1NA HULZEBOI~J
Hier legt de lezer wellicht even
zijn krant op de ietwat bevende
knieën, fronst het voorhoofd en
lispelt: „Hoe bestaat het; ik
wist niet dat dit in Nederland
mogelijk was. Zo'n school, zoveel
leerkrachten, zoveel materiaal
en dat allemaal In zo'n korte tijd.,
daar moet enorm veel geld voor
nodig zijn!"
Inderdaad, volkomen terecht op
gemerkt. Maar denk dan eens
aan prof. Rutten én het bestuur
gevormd door o.a. vertegenwoor
digers van grote Rotterdamse
havenbedrijven en enkele ge
meenteleden. Wanneer je dit alles
hebt overdacht, dan heb jc het
ook begrepen: Juist, daar komt
het vandaan.
Vraag Wij schrijven
Men.zegt de vogels
begroeten de nieuwe dag
als een geschenk
dat zij allang niet meer ver
wachtten
de bloemen sluiten hun voorka
mers
's avonds om op het begin te
wachten
zacht prevelend met gebogen
hoofden
men zegt de mensen
sluiten zich op
in stalen staketsels
met levenslange garantie
en schrijven majesteitelijk
schrijven wij
negentienhonderdzestig
anno domini
het jaar van onze Heer.
THEO VAN RHOON.
vre
Wij zijn de flinke stoere jongens wa:
en hebben gelukkig een goeie baan, de
Het vaderland heeft ons reeds toe gezongen hei<
en blikt ons met het vurig oog blijmoedig aan. ;ten
hee
De C.A.O., de steun en de pensioenen, non
Zijn trouwe wachters op ons levenspad;
S uur v.m. steken we de klaroenen, 'kl°
5 uur n.m.: „hè, hè, we hebben het weer gehad". >aan
gen
De vrije zaterdag en dan.... de kerstpakketten, K®"
de opslag aan het einde van het jaar, |s^ra
het dagje uit naar Brussel of naar Etten, H
dadrom zijn wij paraat en steeds van zessen klaar. Ker
ma»
Wat eens geweest is vindt steeds wederkeer, (chri
aan 't eind der maand: het stoffelijke goed. ,gen
Maar nu fini, de arbeid roept ons weer. dan!
Vaarwel mijn vrienden, het ga U goed. 'hooi
BERT DEN BRABE^n
goedkope platen.
HE,
[ET is op het ogenblik een opmerkelijk verschijnsel, dat er b(j vrijwel
alle platenmaatschappijen goedkopere series zijn uitgekomen in het
klassieke genre. WU juichen derhalve verheugd, dat we nu eindelijk onze
discotheek kunnen uitbreiden zonder nu direct in armlastigheid te vervallen!
Maar o wee, dat valt tegen. Tenminste, zo gaat dat bij mij. Want wat vindt
je in deze series? Juist, tophits, maar dan in het klassieke vlak, zoals de
paradepaardjes van onze Peter Iljitsch Tsjaikowsky (hebben jullie
wel eens zijn tweede symphonie gehoord? Of hebben jullie een
opname hiervan in de winkel gevonden? Nee, hè. En dat is jammer, 2aj ,jan 00k door voorzichtig-
want juist deze symfonie is werkelijk goed). En natuurlijk vinden hejd worden geleid. We zullen
we er ook Delibes. Gounod, Beethoven en vele anderen met al hun <jan njet meer maar zo op de
zeer bekende muziekjes-om-mee-te-neuriën. bonnefooi gaan kopen, we gaan
luisteren, overleggen met onze
verkoper en verheffen zo onze
smaak van de min-of-meer nood
gedwongen gekochte goedkope
mm m mrer urn,,,, s „SS, ff?' jjS*?
E„ U.m d„ Vivaldi. Coram
teinse, hang naar eerste klas
uitvoeringen op eerste klas ma
teriaal.
TVTATUURLIJK zit hier meer Bach's Brandcnburgse concer-
J-achter dan we zo op het eerste ten en typische werken, die al-
gezicht zouden zeggen. Laten lerlei variaties behandelen over
we vooral ook goed van het feit min of meer bekende thema's,
doordrongen zijn, dat er vele En laten we dan Vivaldi, Corelli
mensen, die vroeger helemaal en de vele andere Italiaanse I's
niet financieel draagkrachtig
waren, nu in staat worden ge
steld om kennis te maken met
de wereld van de meer serieuze
muziek waar je naar moet luis
teren, dus geen deinende dans
liedjes, die de hele lange dag
niet vergeten. Maar nu doet
zich de treurige bijzonderheid
voor. dat deze werken, door hun
mindere geliefdheid bij het gro
te publiek, niet vaak in de
goedkopere series voorkomen.
door dc diverse radiostations uit- uitzonderingen zijn spreekt wei-
gespuwd worden. En dat vind ik haast vanzelf, gezien het feit.
Je zult dan het genot kennen
m^ÊÊ volledig te kunnen genieten van
echt ^'stèren naar goede muziek
(en dan natuurlijk geheel naar
deze week zelf mee- eigen smaak!) Ik heb zelfs me-
een verheugend verschijnsel, dat
Dat is dan ook een enorm punt maakte, dat twee Twens met nen te mogen ondervinden, dat
vóór. Maar ik moet het wel
verzaligdheid genoten van Ri-
uit het standpunt van ons. acht- chard Wagner's heroïeke wer-
tien tot vierentwintigjaren be- ken'
kijken en dan moet ik zeggen.
dat een en ander niet zo héél
interessant is. Over het alge
meen zijn we toch meer ge-
spitst op muziek uit onze eigen resseren. meestal in de duurdere
bij vele mensen de interesse
naar 45 toeren plaatjes aan het
verdwijnen is. daar men het las
tig vindt steeds maar plaatjes te
S.WnP'to'™ 'toS m°ete" omkeren. En dat ij na.
TVUS, al met al. ben ik tot de
EJ conclusie gekomen, dat de
tuurlijk wel zo. Dus daar moe
tijd, al zijn het maar tophits.~lSr prijzen vallen. En op zichzelf ten we het niet meer zoeken. Ze
a vind ik dat nog niet zo heel erg.
We worden zo gedwongen om te
sparen voor de plaat, di<
|niet
dat moment bijzonder popula^rin
is. Dat is natuurlijk zeer ldbij
gisch, stel je voor, dat je dalgete
meteen een hele lange lanÉ
speelplaat moet gaan aanh<jna!r
ren! Maar we kunnen wel zefr^igj
gen, dat voor de meer „blijvengetv
de" muziek de langspeelplaat dinum
aangewezen weg is!
VOOR onze 45 toerenclub heL
ik hier niettemin nog cei
paar nieuwe releases op he
merk IMPERIAL. Ernie Free
man bewerkt piano en Ham
mondorgel op een plaatje waa
de nummers „The dark on tbfp
top of the stairs" en „Com'",
on home" op voorkomen.Volk<rDon
men objectief bezien zijn hé
aardige achtergrondmuziekjes""
niet opvallend. Veel leukei
maar ook nog een beetje in ca'
fé sfeer zingt Hans Brandei m^»»
orkest „Marina" en „Geen lanl
kan mooier zijn". Hij heeft eei
„volle" stem met een wat zugrrr*-.
delijk accent, dat wel past bi
het dito ritme. Ook leuk om al)
decoratie te draaien zijn
stukjes uit My Fair Lady die dit
maal eens gevarieerd wordr'
door Gerry Howard op zi.
trompet in een wat Connifacl
tige orkestratie. Gerry laat zi
niet als een enorm trompetti
horen. De leukste uit dit kleii
stapeltje is die van José Marei
lo en zijn kwartet met zang val.
Hans Boskamp. Ik noem he,...
een uitstekend nachtcluborkest
je en hun Amsterdamse grach
ten. Mackay, mackay en enkelt
andere stukjes zijn werkelijk oir**"
derhoudend. Vooral leuk is he
werkje van Franz Lehar „Deii
ist mein ganzes Herz". dat hief**»'
zijn natuurlijk ook hier vele uit
zonderingen. zoals bij de echte
jazzliefhebbers, die over het al
gemeen zeer veel houden van hebben willen
zijn wel erg gemakkelijk voor
degenen, die graag een bepaald
onze smaak nummer willen hebben, dat op
Tot de volgende keer!
DISCOFIEE
HMMIIIimilllHHIHMMMMMUMIIimilllIHMMMIIIIII