HET
Wordt angst voor de
tandarts overbodig?
ZONDAGSBLAD
Duifje met uw
blanke veren
Museum-
molen
Een goed idee
PUZZEL VAN DE WEEK
Het gouden visioen
H H K H
in
i
i Al 1
E
ZATERDAG 17 DECEMBER 1960
ZESTIG JAAR GELEDEN
Deze week za
ten we Juist, niet
zo bijster op ons HET LEVEN
gemak, bij de
tandarts in die
stoel met daarboven de meest-
ingewtkkelde en griezeligste in
strumenten. die iemand met
kiespijn zich denken kan, toen
de telefoon in de spreekkamer
rinkelde. De tandarts excuseerde zich een ogenblik en wij adem
den verlicht over zijn tijdelijke afwezigheid. Hij kwam terug en
vertelde opgewekt: „Ach meneer, er zijn er nog erger dan u! Ik
had juist een mevrouwtje aan de lijn, die vroeg wanneer ik spreek
uur had. Ik zeg: Nu! Toen zei ze dat ze vreselijke tandpijn had,
maar, zo ging ze verder: „als ik er over een half uurtje niet ben,
dan is de pijn overgegaan. Dan behoeft u op mij niet te wach
ten..." Voor haar en voor alle angstigen dus vandaag de ver
troosting, die hierna volgt.
Pijnloos boren met turbineboor
met een hoog toerental
IB howM
Sedert enkele jaren tracht
men het zo gevreesde boren bij
de tandarts door gebruik van
een boor met een hoog toeren
tal pijnloos te doen verlopen.
De thans gebruikte boor maakt
6000 a 16000 omwentelingen per
minuut en men kan zelfs tot
45000 en meer omwentelingen
per minuut komen. Met behulp
van een kleine turbine kan men
echter nog hogere toerentallen
bereiken en wel tot ca. 400.000.
De nieuwe methode is enthou
siast ontvangen, maar zij heeft
ook bepaalde nïdelen. Naar de
mogelijkheid deze nadelen op
te heffen wordt thans een we
tenschappelijk onderzoek inge
steld. Zo heeft prof. dr. E.
Harndt, directeur van de tand-
kliniek van de Vrije Universi
teit in Berlijn in deze richtin
gen al onderzoekingen gedaan.
De turbines van de nieuwe bo
ren worden aangedreven door
samengeperste lucht, die aan
de zijkant naar binnen stroomt
en via kleine schepradertjes
wordt geleid.
De turbine is niet groter dan
een kwartje. Het boren van kie
zen of oude vullingen en kronen
gaat met een hoog toerental veel
sneller en de patiënt voelt bij een
toerental van meer dan 40000
tm. het dreunen van de boor
niet meer. Rohrbach en Andrea
ingenieurs van een Berlijnse ap-
paratenfabriek construeerden
voor dit onderzoek een trillings
meter. die met een sneldrogende
kunststof aan de tand werd be
vestigd. Het is een lnduktie-tril-
lingsmeter, die de trillingen elek
trisch aan een oscillograaf door
geeft. Op het scherm van dit ap
paraat verschijnt een grafische
voorstelling van de trillingen.
Vibratie en toerental
Het bleek, dat het inderdaad
niet om zintuiglijk physiologische
verschijnselen gaat. maar dat de
trillingen in de tanden grote ver
anderingen ondergaan. In de eer
ste plaats speelt de lagering van
de boor een grote rol.
Bij 6000 t.-m. bedroeg de tril
lingsruimte van de tand bij het
boren met een gelagerde diaman
ten boor slechts één duizendste
millimeter; met een niet gelager
de stalen boor daarentegen 40
duizendste millimeter en met een
gelagerde boor van hard metaal
nog altijd 24 duizendste millime
ter. Met een gelagerde boor van
hard metaal maakt zich het hoge
re toerental door een sterke da
ling van de trillingsruimte en een
gelijktijdige opvoering van de trtl-
lingsfrequentie d.w.z het aantal
trillingen per seconde merkbaar.
Al bij 15000 t.-m. daalt de tril
lingsruimte tot minder dan 9 dui
zendste millimeter, bij 80000 t.-m.
tot 6. bij 250000 t.-m. zelfs tot 3%
duizendste millimeter.
Bij 6000 t.-m. wordt de tand nog
door ieder snijvlak van de boor
geraakt, bij 40000 t.-m. niet meer
door alle snijvlakken, waarbij één
enkel snijvlak de tand heel sterk
raakt. Bij toerentallen van meer
Mevrouw Gloria McGown uit
Sacramento in Ca-
haar wasmachi-
dan 40000 t.-m. wordt de tand al
leen nog maar door het langste
snijvlak geraakt. Bij 6000 t.-m.
klagen de patiënten nog over het
sterke vibratiegevoel, terwijl ze
bij hogere toerentallen ondanks
het verhoogde aantal trillingen
niets meer of heel weinig voelen.
Tijdopnamen met 7000 foto's
per seconde toonden aan, dat de
gebruikelijke boor niet zeer nauw
keurig draait. Vaak doet ook bij
een laag toerental slechts één en
kel snijvlak het werk. Deze onre
gelmatigheid bij het boren hin
dert de patiënt; bij hoge toeren
tallen neemt hij dit echter niet
meer waar. De nieuwe methode
is heel prettig vergeleken bij de
anders zo pijnlijke blootlegging
van het wortelkanaal. Hierbij
komt nog een ander voordeel. Bij
hoge toerentallen valt het dra ai-
moment uit, een feit dat bijvoor
beeld ook bij de bouw van moto
ren belangrijk is.
Draaimoment
roterende beweging dezelfde rol
als de kracht bij een lineaire be
schouwd. Als de boorturbine bij
een hoog toerental een gering
draaimoment heeft, dan betekent
dit, dat de tandarts niet hard
mag drukken, anders komt de
turbine tot stilstand. De tandarts
drukt dus licht, wat minder pijn
lijk is. Ook de warmteontwikke
ling, een andere oorzaak van pijn,
wordt minder.. De patiënten ver
telden, dat ze het Doren niet zo
erg meer vinden. Het geringere
draaimoment vermindert
vel de capaciteit van de I
[ebruikelijke elektrische boor
Carmichael bij Sacramento in Ca-
llfornië opende haar wasmachi
ne en haalde tussen enkele lakens
een duif te voorschijn, die witter
dan wit was.
De vogel was blijkbaar in de
open garage van de McGowns in
de machine gaan zitten, vlak
voordat mevrouw McGown er de
was instopte.
De duif heeft een half uur in de
machine rondgetold, maar een
dierenarts heeft al verklaard, dat
hij weer helemaal de oude zal
worden.
wel de capaciteit van de boor. De
gebruikelijke elektrische boor
heeft een veel groter draaimo
ment, men kan grotere boren ge
bruiken en met een lager toeren
tal hetzelfde effect bereiken als
met de turbinemotor, die slechts
twee millimeter groot is. Daar
door komen de genoemde voorde
len van de turbine te vervallen.
Met andere woorden, de bespa
ring aan werk, de mogelijkheid
dus om meer patiënten te behan
delen is niet zo groot. Het voor
deel voor de patiënt wat de ver
mindering van pijn betreft blijft
echter bestaan.
Met bolling
De grote warmte-ontwikkeling
Deze typisch Hollandse molen
staat niet ergens in de buurt
van ons wijde polderland, maar
op de terreinen rondom het
Duitse Museum te München.
Dat zou overigens geen reden
zijn om daarvan een foto in de
ze rubriek te plaatsen, maar....
de molen stond tot voor kort er
gens langs het Wiesedermeer in
het Westduitse kustgebied.
Daar stonden deze typen in
vroeger jaren bijna net zo dik-
gezaaid als in onze contreien.
Die tijd is lang voorbij en daar
om heeft men een der molens
voor het nageslacht willen be
waren en hem daarom steen
voor steen, onderdeel voor on
derdeel van Wiesedermeer naar
München getransporteerd en
hem daar een ereplaats bij het
museum gegeven.
De aardappeloogst in Califor-
nië (U.S.A.) is dit jaar zeer
overvloedig geweest en de boe
ren hebben lang gezocht naar
een middel om de 6000 ton aar
dappelen die over waren toch
te kunnen verkopen.
Ze kwamen op het idee om
een ongevaarlijk luchtpistool te
ontwerpen waarbij werd gescho
ten met stukjes rauwe aardap
pelen. Bij ieder pistool dat ver
kocht werd ontvangen de kinde
ren 5 kg aardappelen.
Nieuwe citrus
vrucht
In Florida heeft men een nieu
we citrusvrucht gekweekt die
de naam Mandelo heeft gekre
gen. Men zegt dat de vrucht
een kruising is tussen een man
darijn en een grape-fruit (Pom
pelmoes).
De belangrijkste kenmerken
van de nieuwe vrucht zijn, een
erg zoete smaak en bovendien
is hij zeer sappig.
bij een hoog toerental is een pro
bleem op zichzelf. De tand wordt
beschadigd, de hitte veroorzaakt
pijn. de tand moet dus worden
gekoeld. Prof. Harndt kon door
middel van microscopisch onder
zoek aantonen, hoe zeer het tand-
merg wordt aangetast, als de
tand tijdens het boren niet wordt
afgekoeld. Bij een goede koeling
treedt geen beschadiging van het
tandmerg op. Ook tanden en kie
zen waarvan het merg reeds dood
is mogen alleen met een hoog
toerental worden behandeld als
ze tegelijkertijd worden gekoeld,
daar er anders thermische span
ningen optreden, die de tand of
kies beschadigen. Oorspronkelijk
koelde men door middel van
lucht, maar dat bleek niet te vol
doen. omdat dit pijnlijk is en de
slijmhuid van de mond uitdroogt.
Men gebruikt nu water van 20
35 graden. Daarmede wordt de te
behandelen plek tevens gereinigd.
Fataal geluid
De tandartsen zijn over de nieu
we methode overigens minder en
thousiast dan de patiënten. De
luchtstroom waardoor de turbine
wordt aangedreven veroorzaakt
een schril geluid, dat niet alleen
onaangenaam is, maar volgens de
tandartsen ook schadelijk is voor
het gehoor. De patiënt hoeft het
maar kort aan te horen, maar de
tandarts heeft er de hele dag mee
te maken.
De industrie van de tandartsen
benodigdheden streeft er in sa
menwerking met de tandartsen
naar om de nog bestaande nade
len op te heffen. Prof. Harndt is
van mening, dat de turbineboor
slechts voor bepaalde behandelin
gen een vooruitgang betekent en
de tot nu toe gebruikelijke boor
nog niet kan vervangen. Voor de
patiënten is de vermindering van
pijn echter de belangrijkste kant
aan deze vaak zo pijnlijke zaak.
Ganzen bewaken ivhisky
Negentien ganzen bewaken in Glasgow een hoeveelheid whisky
ter waarde van miljoenen ponden.
In de schaduw van Dumbarton Rock, waar koningin Mary van
Schotland zich 400 jaar geleden als kind voor de Engelsen ver
borg, ligt de grootste distilleerderij van Schotse whisky ter we
reld. In de overvolle pakhuizen ligt in totaal 90 miljoen liter van
deze vloeistof opgeslagen, maar voor dieven is men niet bang want
de mannetjes gans, die de pakhuizen bewaakt, maakt onmiddellijk
een groot spektakel, als hij ook maar enigszins gestoord wordt
Zijn achttien vrouwtjes volgen dit voorbeeld enthousiast zodat
er direct groot alarm was, toen men onlangs een proef nam om
te rien of de bewakers voor hun taak berekend waren.
De pnnzenpolitie is ingesteld door de directeur van de distil
leerderij, die op het idee kwam toen hij in een geschiedenisboek
las dat het oude Rome eens door ganzen van de Galliërs gered is.
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1. valdeurtje of schuif aan de waterkerende zijde
van een sluisdeur (Z.N.), 6. wildernis, 12. gem. in Limb., 14. man
van Ruth, 16. familielid, 18.voornaamw., 19. vast, stevig, 21. en
volgende (afk), 22. dam langs een water, 23. lelieachtig tuinbouw-
gewas, 26. persoon van het ras v.d. oorspronkelijke bewoners van
Amerika. 29. twijg. 30. inwendig lichaamsdeel, 32. karakter, 33.
bijwoord, 34. lidwoord, 36. onderricht, 37. voorzetsel, 38. scheikundig
element (afk.), 39. part, 41. eenmaal, 43. rivier in Italië, 44. knaag
dier, marmot in N. Europa, 45. nevenschikkend voegwoord, 47.
gem. in Gelderl., 49. artikel van een wet, 52. emeritus (afk.) 54.
scheikundig element (afk.), 55 duinvallei, 57. deel van een ontken
ning (Fr.), 58. soort onderwijs (afk.), 59. zwemvogel, 61. soort
kers, 63. hemellichaam, 65. jaarlijkse aanvulling van paarden voor
de krijgsdienst, 67. drukte, bedrijvigheid, 69. dominee (afk. Lat
70. bekende afkorting 71. steensoort, 73. geluid van een ezel, 74.
Wv,.v,.uv, autv, lil.ft. «„-CöVIVl V, gtlUlU VOU CiCl, II,
muzieknoot, 75. gewicht, 77. stad in België, 79. snoekbaars, 80. be
kend Nederl. schilder.
Verticaal: 2. voorzetseL 3. rangtelwoord, 4. maal. 5. bijwoord.
7. op dezelfde plaats (afk. Lat.), 8. onverschrokkenheid, 9. grote
aap, 10. rund, II. strijkmes voor zalf, 13. uitroep, 15. graanhoop van
10—16 schoven (Z.N.), 17. zoon van Jacob, 19. streek op de grens
van N. Brab. en Limb., 20. meisjesnaam, 22. boterton, 24. per
expresse (afk.), 25. munt in Nederl. (afk.), 27. nummer (afk.), 28.
water in N. Brab., 31. bekend Ned. schilder. 35. gem. in Drente,
37. telwoord. 39. rivier in Rusland, 40. water in Z.H., 41. boom-
loot. 42. optelling. 46. gem. in Gelderl., 48. ahorn, 50. overschot.
51. glaasje sterke drank, 53. vogel. 55. mikpunt, 56. zoon van
Jacob en Lea, 58. natuurlijk waterbekken, 60. maanstand, 61. mount
(afk.), 62. lidwoord (Fr.), 64. scheikundig element (afk.), 66. voeg
waar twee stukken aan elkaar gezet zijn, 68. grassoort, 72. voedsel,
75. gebod, 76. voornaamw., 77. ga (Eng.), 78. voorzetsel.
ana, 7. as, 8. dam, 9. om, 10.
ros, 11. asla, 13. sta. 14. sim,
17. wee, 20. elf, 22. git. 23. roe
de. 25. kei, 27. Numidië. 28. dol,
29. stère, 30. gebbe, 32. zeker,
34. tenue. 35. Sneek, 37. teems,
39. pal, 40. dal, 42. Ommen, 46.
men, 48. sla, 51. Bol, 52. stapel,
54. pan, 56. bas, 57. eland, 59,
Maris, 60. papa, 61. mos, 63.
kas, 65. tent, 67. dol. 68. vim,
69. ore, 72. Ie, 73. ge, 74. e.e.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. Eger, 4.
smaak, 8. Dora, 12. rob. 13.
stins, 14. Samos, 15. Ne, 16. sto
la. 17. Wim, 18. s.l., 19. ale, 21.
ara, 22. gem, 24. alk. 26. manie,
28. dos, 31. fez, 33. nut, 34.
toets. 36. et, 38. lep. 40. Delden,
41. Beo. 43. kaaiman, 44. ere, 45.
Bemmel, 47. lus, 49.Ee, 50. em
mer. 51. bis, 53. elp, 55. sen, 56.
boete, 58. aam, 61. mal, 62. alk.
64. nat. 66. A D 68. vos. 69
opaal, 70. re. 71. polis, 73. grens.
74. ein, 75. Alem, 76- beeld. 77.
Best.
Verticaal: 1. Erna, 2. goela.
S. eb, 4. storm, 5. Milaan, 6.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden„Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen
een van 5.— en twee van 2.50.
Revolutionaire theorie legde vaste basis voor de kernfysica
Als er een jaartallenboekje zou bestaan bij de geschiedenis
van de natuurkunde, dan zou een van de belangrijkste data
daarin zijn: „14 december 1900 Max Planck publiceert zijn
quantumtheorie". Want de ontdekking van het „energie-atoom"
door deze Duitse natuurkundige heeft samen met de niet
zo heel veel later ontworpen speciale relativiteitstheorie van
Einstein een geheel nieuwe, vaste basis gelegd voor de op
bouw van de moderne natuurkunde, waarvan de kernfysica hoe
langer hoe meer de belangrijkste tak blijkt te zijn. De quan
tumtheorie heeft namelijk een verklaring gegeven voor tal van
verschijnselen in de kleine wereld van het atoom, die zonder
haar zonder meer onbegrijpelijk zouden zijn gebleven. Andere
geleerden hebben op PÜincks grondslag verder gewerkt en een
quantummechanica tot stand, gebracht, zonder welke heel het
tegenwoordige kernfysische onderzoek eenvoudig onmogelijk
zou zijn geweest.
Totdat Planck zijn beroemd
geworden rede uitsprak voor
het Duitse natuurkundige ge
nootschap was de wijze, waar
op het verschijnsel „energie"
zich manifesteert, een raadsel
dat sinds Newton de knapste
natuurkundigen intrigeerde zon
der dat een van hen ooit een
bevredigende oplossing vond.
Het licht bijvoorbeeld, een van
de belangrijkste vormen van
energie, toonde een allermerk
waardigste tweeslachtigheid.
Men kon aannemen, dat het
een onstoffelijke straling was,
een golfbeweging, doch men kon
ook volhouden, dat het licht een
vorm van uiterst kleine en fijne
materie was, bestaande uit mi
nimale deeltjes zoals de mate
rie uit ongelooflijk kleine ato
men is opgebouwd. Beide ver
onderstellingen konden proefon
dervindelijk als juist worden be-
Experimenten
Planck deed wat zoveel na
tuurkundigen vóór hem hadden
gedaan: hij ondernam experi
menten om uit te maken wat
nu waar was in de verschij
ningsvorm der energie en hij
kwam tot de verbijsterende uit
spraak, dat energie zowel on
stoffelijke als materiële straling
is op een en hetzelfde moment.
Zoals een stuk koper uit on
telbaar veel atomen bestaat, zo
is een licht- of een warmte
straal samengesteld uit een
astronomisch groot aantal ener-
§ie-eenheden. Planck noemde
eze „energie-atomen" quanten.
Een vergelijking met iets al
ledaags zal de zaak wellicht
verduidelijken al gaat zij, zo
als alle vergelijkingen, mank.
Een emmer water kan men op
twee manieren ledigen: men
kan de emmer kantelen en het
water in een ononderbroken
stroom uitgieten, men kan ook
met een pollepel het water
schep voor schep uit de emmer
halen. Deze twee manieren zijn
essentieel verschillend, maar
als men met de pollepel razend
snel zou kunnen scheppen zou
men de indruk kunnen wekken,
dat het water een ononderbro
ken stroom is, dus: dat men de
emmer heeft gekanteld.
kan het elementaire werkings-
quantum, dat naar zijn ontdek
ker de „Constante van Planck"
is genoemd, dus beschouwen
als te zijn in de wereld van de
energie wat het proton is in de
wereld der materie: het oer-
deeltje waaruit de onderling
verschillende atomen zijn opge
bouwd.
Het materiële
Dit nu veroorzaakt het mate
riële, het „corpusculaire" ka
rakter van de energie. Tegelijk
echter is energie een zuivere,
onstoffelijke trilling. Het is he
laas niet mogelijk, in eenvoudi
ge woorden uiteen te zetten hoe
dit valt te rijmen. Maar het is
niet zo heel onbegrijpelijk wan
neer men bedenkt, dat materie
en energie in wezen aan elkaar
gelijk zijn en in elkaar kunnen
worden omgezet, zoals de kern
wapens maar al te duidelijk
hebben bewezen.
Elke hoeveelheid energie ver
tegenwoordigt een hoeveelheid
materie, of, beter gezegd, „mas
sa". Elke hoeveelheid massa
correspondeert met een zekere
mate van energie-trilling; hoe
groter de hoeveelheid materie,
hoe kleiner de golflengte. Als U
een rustig wandelingetje maakt
bent U voor een quantumme-
chanicus een trilling van een
Aangezien alle energie op
deze wijze ontstaat, kan zij niet
anders zijn dan een stroom van
afzonderlijke hoeveelheden; de
afzonderlijke hoeveelheden na
melijk, die door de afzonderlij
ke elektronen bij hun terugval
worden afgegeven. Het golfkarak-
ter van de materie verklaart
dus merkwaardigerwijze het
materiële karakter van de ener
gie-golven; het omgekeerde is
trouwens ook waar.
Bohr heeft een geniale presta
tie geleverd; hij verklaarde in
één slag zowel de bouw van het
atoom als de theorie van
Planck. Voegt men hierbij nog
de relativiteitstheorieën van
Einstein, die de totale en abso
lute gelijkwaardigheid van
energie en massa postuleerde
van welk postulaat de atoom
bom op afgrijselijke wijze de
juistheid aantoonde dan
heeft men een groot deel van
de belangrijkste beginselen der j
moderne kernfysica bijeen. Nu
het allereerste van deze princi
pes zijn diamanten jubileum
viert is er dus alle aanleiding, I
er eens in wijde kring de aan- 1
dacht op te vestigen.
•fr -fr
Een golf
ïni u voor een quamumme-
ïanicus een trilling van een Dam
igelooflijk korte golflengte. DOcKDcSpreKlllOGVl
De theorie van Planck heeft
Zo ongeveer is het met de
energie ook gesteld wat haar
verschijningsvorm betreft: zij
is tegelijk een trilling, een golf.
Planck maakte uit, dat de ener
gie een soort atomair karakter
heeft. Zoals er van materie
kleinste deeltjes bestaan: ato
men, zo bestaat er van energie
een kleinste deeltje: het elemen
taire werkingsquantum. Anders
dan de atomen hebben de quan
ta geen bepaalde grootte die al
tijd eender blijft. Hun grootte
is afhankelijk van de golflengte
van de straling waarin zij voor
komen. Maar: altijd Is die
grootte een geheel aantal malen
een elementair werkingsquan
tum. Zo min als men kan spre
ken van 2% of 6% koperatomen,
zo min kan een hoeveelheid
energie bestaan van 2% of 61%
maal het elementaire werkings
quantum: het is 2 óf 3, 61 óf
62, daartussen ligt niets. Men
had voor de ontwikkeling van
de kennis inzake het atoom. Het
is de grote Deense natuurkundi
ge Niels Bohr geweest die als
eerste de quantumtheorie ge
bruikte om te verklaren wat er
in het atoom gebeurt.
Als planeten
Volgens Sir Ernest Rutherford,
de man die ontdekte dat het
atoom geen massief brokje ma
terie is, doch een soort zonne-
stelseltje in het klein, bewegen
om de materiële kern materiële
elektronen net als de planeten
om de zon. Bohr echter gaf
door middel van Plancks thed-
rie een verfijning van dit
atoommodel, die in wezen neer
kwam op een omverwerping.
Hij beschouwde het elektron
niet als een brokje materie,
maar als een golfbeweging om
de kern heen, die een bepaalde
hoeveelheid energie vertegen
woordigt. Wil deze golf blijven
„staan", dan moet elk dal van
Adolphe, door Benjamin
Constant. Uitgeverij Contact,
Amsterdam - Antwerpen.
Aan de serie De Onsterfellj- i
ken heeft de uitgeverij met de-
ze uitgave opnieuw een werk uit
de wereldliteratuur toegevoegd.
Het is de enige roman van de j
bekende Franse staatsman Con- t
stant (einde 18de begin 19de
eeuw en tijdgenoot van Goethe
en Schiller), maar met één slag
wist hij er zich een blijvende
plaats mee te veroveren in de
wereldliteratuur. Zijn werk kan
worden gerangschikt in de lan
ge rij der grote Franse psycho
logische romans. Het heeft tot
onderwerp de liefdesbetrekkin
gen tussen Adolphe (de schrij
ver zelf) en de vrouw Ellénore.
Een betrekking, die tot een
dramatisch conflict leidt. G. H.
M. van Huet leidt het boek in
en L. J. Plemp van Duiveland
verzorgde de vertaling.
Het gouden visoen, door Jo
Manders. Uitgave H. P. Leo
polds, Den Haag.
De hoofdpersoon in dit in een
voudige, heldere taal geschreven
boek is Aaltje Mok, het nederi
ge, hulpvaardige visserskind,
dat na de dood van haar slo
vende moeder en een onaange
name ervaring met de karak
terarme zoon van haar me
vrouw het conventionele, tot
slaafsheid dwingende milieu ont
vlucht en als resultaat van
een nogal avontuurlijke om
zwerving terechtkomt bij
juffrouw Anne.
Het huis van deze wat zwaar
moedige nazaat der Franse re-
fugé's, in de schaduw van de
Amsterdamse Oude Kerk, is niet
aangetast door de ondermijnen
de werking der lichte zeden, die
ook in de vorige eeuw het ken
merk was van „de buurt". Op
dit van de Waalse geest door
drenkte „eiland" rijpt Aaltje tot
persoonlijkheid.
Maar als haar weldoenster is
gestorven, komt een gezeten
snobistische nicht haar opeisen.
Hysterische scènes tussen dit
gepersonifieerde wantrouwen en
haar goedmoedige, berustende
man doen Atie ten slotte beslui
ten haar verbintenis met het
huis aan het Plein te verbreken.
Ze komt bij mevrouw Dandrado
en haar zieke zoon, een artis
tiek tweetal met merkwaardige
gewoonten. Voor de zoveelste
maal past Aaltje zich aan en er
groeit zelfs een liefde tussen
haar en zoon Krit. Hun huwelijk
is kortstondig: Krit sterft in een
sanatorium voordat het kind ge
boren wordt.
Atie wijdt zich met alle kracht
aan de opvoeding van de muzi
kale Dio. Van die opvoeding
maakt zij echter een geïdeali
seerd systeem, waaronder de
geestelijk vroeg volwassen jon
gen, mede door de onweerstaan
bare invloed van Krits intellec
tuele maar boosaardige moeder,
zich niet wenst te schikken. Hij
trouwt en gaat, in het besef van
moeders verdriet, naar de tro
pen, waar hij als chansonnier
triomfen viert.
Wanhoop en wroeging doven
Atie's leven, dat opgroeide on
der de inwerking van duidelijk
omlijnde maar later verwaar
loosde principes en tradities, als
na de Japanse overval op Pearl
Harbour het contact tussen moe
der en zoon definitief verloren
is gegaan.
De waarde van deze van
spellingfouten niet vrije ro
man ligt voor ons voornamelijk
in de scherpe tekening en ontle
ding van de karakters en mi
lieus. De afloop lijkt negatief,
maar is dat dunkt ons toch niet.
Wie voor God schuld heeft bele
den, mag zijn handen gevuld
zien. Ook wanneer God ons on
verzoenlijk voorkomt. De verzoe
ning ligt niet vast in onze ver
wachting maar in Christus' of
fer.
zijn energie. Immers: bezie een
kring van drie jongens en drie
meisjes die om iets heen
dansen; de jongens zijn de golf
toppen, de meisjes de dalen. Ze
dansen dus hand in hand om en
om.
Hun afstand tot het midden
van de kring is afhankelijk van
de grootte van de kring, van
hun aantal dus. Vallen van de
dansende kinderen één jongen
en één meisje uit minder kan
immers niet bij golven dan
wordt de kring daardoor kleiner
en ook de afstand van de over
geblevenen tot het midden. Niet
willekeurig kleiner, maar pre
cies zoveel als nodig is om de
kring weer te sluiten.
Ontstaan van het licht
Dit nu was Bohrs verklaring
van het ontstaan van licht
hij nam er het waterstofatoom
voor, maar had net zo goed iets
anders kunnen kiezen een
energiequant valt op het elek
tron en slaat dit aan, zoals de
natuurkundige zegt. Wij zeg
gen: er komen jongens en meis
jes bij in de kring.
Daardoor .beschrijft het elek
tron een wijdere baan. Maar
daar de natuur altijd streeft
naar herstel van de eenvoudig
ste toestand valt het elektron
even later een fractie van
een miljoenste seconde terug,
en daarbij komt het quant vrij
in de vorm van licht. Dit licht-
quant heeft een eigen naam ge
kregen: foton.
's Konings nar, door Marga
ret Campbell Barnes. Uitgave
Aad. M. C. Stok - Zuld-Hol-
landsche Uitgeversmij., Den
Haag.
Aan Margaret Campbell Bar
nes, die reeds verscheidene
prachtige boeken op haar naam
heeft staan, danken we ook dit
boek over het veelbewogen leven
van de Engelse koning Hendrik
VIII. En zij laat ons dit leven
beschrijven door 's konings hof
nar, inderdaad een vondst van
een positiekeuze. Er is in dit
boek een schat aan historische
kennis verwerkt en ook voor
het overige is het als alle boeken
van deze schrijfster: boeiend,
met oog voor de menselijkheid,
en literair knap verzorgd. De
vertaling is van M. L. Ohl.
Tjoek, door Vincent Mahieu,
Uitgave H. P. Leopold N.V., c
Den Haag.
Een bundel verhalen, spelend 1
in het Indonesië omstreeks 1948.
Vertellingen, geladen door span- e
ning, tragiek en een bijna woes- 0
te' milieuschildering. Het is als
heeft de schrijver in ademloze
vaart zijn gedachten neergepend
en even ademloos leest men ze. t.
Het is als heeft hij de tafere
len in een fel tegenlicht gezien,
waardoor de werkelijkheid tot
een wonderlijke onwerkelijkheid
wordt. Vertellingen die men
eerst leest om het verhaal, dan
overleest om te g<
rijkdom aan taal.
Correspondentie en oplossingen aan de
heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrcinetstraat
125, Den Haag.
Probleem jaarboek
Kortgeleden verscheen het „Jaarboek 1960",
een uitgave van de Ned. Bond van Probleem
vrienden. Het is tegen betaling van 3.—
verkrijgbaar bij de heer A. M. Koldijk, Jan
Huitzingstraat 43, Hoogezand.
Dit Jaarboek is een vaste publikatie van
de genoemde Bond van probleemvrienden.
Het heeft altijd interessante bijdragen van
vooraanstaande problemisten, bijdragen
welke ook voor niet-problemisten of niet-
verstokte problemisten de moeite van het
lezen waard zijn.
He 36 pagina's tellende boekje bevat de
volgende artikelen: „Is componeren moei
lijk" (door Termaat), „Zwart verdedigt"
(door H. en P. Ie Grand), „Het Zagorujko-
thema in de driezet" (door Seilberger),
„Wat, hoe, wie, waar, wanneer" (door Ver-
sluys) en „Nationale lauweren" (door Kol
dijk). In dit laatste artikel worden de 97
problemen vermeld en afgedrukt, welke in
een jaar tijds bekroond werden.
Uit de rijke inhoud van het jaarboek
kozen we volstrekt willekeurig vier proble
men (eigenlijk maar drie, zoals u zult zien).
We hebben deze problemen volledig uit het
verband gerukt waarin ze werden gepubli
ceerd en kunnen ze, vanwege de beperkte
ruimte, evenmin vergezeld doen gaan van
de oorspronkelijke tekst uit het jaarboek.
1. Probleem van H. Hermanson
(Tijdschr. K.N.S.B. 1958)
2. Probleem van N. N.
(Naam volgt later)
4. Probleem van G. Legentil
mm mm p p 1
ÉH.
abcdefgh
Mat in twee zetten
3. Probleem van G. Legentil
mm m m
W
&m m m
m
mmmAm
s m mm
b e d e f g
Mat in twee xetten
UÊ
m m m
,yy,.r V////ML
w T. m
9
9
1 .i m
11 m
m
s a! lm
i
m m m
m
V 0
m
R B 1
abcdefgh
Mat in drie zetten
abcdefgh
Mat in drie zetten
Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der op
gaven, gepubliceerd in onze rubriek van
3 december jl.
1. Knack—Elm: 1Dxg3t! 2. Kxg3
Lxe5t 3. Kh4 g5t 4. Dxg5 hxgöt 5. Kh5 Lf4!
en 6Pg7 mat is niet te pareren.
2. Emden—Lang: 2. Lxh7t Kh8 (Indien
1Kxh7 dan 2. Dh3t Kg8 3. Tf8t? Kxf8
4. Dh8 mat, en dus mat in vier. Na de
tekstzet gaat het één zet sneller) 2. Tf8t en
zwart gaf het op, want er volgt 2Kxh7
3. Dh3 mat.
3. MabbsTadiello: 1 Dxg8t Kxg8 2. Th8t
Kf7 3 Pg5t Kf6 4. Tf8t Lf7 5. Txf7 mat.
Eenvoudig genoeg, maar men moet het zien.
4. Walter—Schulz: Wit zette zijn tegen
stander aldus in vijf zetten mat: 1. Dh8t!
Kf7 2. Pg5t fxg5 (Kxg6 3. Dh7 mat) 3. Pe5t
Kf6 4. fxg5t Kxg5 5. h4 mat. Na afloop van
de partij werd echter gevonden dat het met
1 Pxfötü nog sneller ging. nl. in drie zetten"
1gxf6 2. Dh8t Kf7 3. Dh7 mat; of
1. Txf6 2. Dh8t Kf7. 3. Pe5 mat; of 1.
Kf7 2. Pe5t Kxf6 3. Dg5 mat. Het is
wèl bijzonder dat men zoiets pas achteraf
in een correspondentiepartij vindt.