HET Wordt angst voor de tandarts overbodig? ZONDAGSBLAD Duifje met uw blanke veren Museum- molen Een goed idee PUZZEL VAN DE WEEK Het gouden visioen H H K H in i i Al 1 E ZATERDAG 17 DECEMBER 1960 ZESTIG JAAR GELEDEN Deze week za ten we Juist, niet zo bijster op ons HET LEVEN gemak, bij de tandarts in die stoel met daarboven de meest- ingewtkkelde en griezeligste in strumenten. die iemand met kiespijn zich denken kan, toen de telefoon in de spreekkamer rinkelde. De tandarts excuseerde zich een ogenblik en wij adem den verlicht over zijn tijdelijke afwezigheid. Hij kwam terug en vertelde opgewekt: „Ach meneer, er zijn er nog erger dan u! Ik had juist een mevrouwtje aan de lijn, die vroeg wanneer ik spreek uur had. Ik zeg: Nu! Toen zei ze dat ze vreselijke tandpijn had, maar, zo ging ze verder: „als ik er over een half uurtje niet ben, dan is de pijn overgegaan. Dan behoeft u op mij niet te wach ten..." Voor haar en voor alle angstigen dus vandaag de ver troosting, die hierna volgt. Pijnloos boren met turbineboor met een hoog toerental IB howM Sedert enkele jaren tracht men het zo gevreesde boren bij de tandarts door gebruik van een boor met een hoog toeren tal pijnloos te doen verlopen. De thans gebruikte boor maakt 6000 a 16000 omwentelingen per minuut en men kan zelfs tot 45000 en meer omwentelingen per minuut komen. Met behulp van een kleine turbine kan men echter nog hogere toerentallen bereiken en wel tot ca. 400.000. De nieuwe methode is enthou siast ontvangen, maar zij heeft ook bepaalde nïdelen. Naar de mogelijkheid deze nadelen op te heffen wordt thans een we tenschappelijk onderzoek inge steld. Zo heeft prof. dr. E. Harndt, directeur van de tand- kliniek van de Vrije Universi teit in Berlijn in deze richtin gen al onderzoekingen gedaan. De turbines van de nieuwe bo ren worden aangedreven door samengeperste lucht, die aan de zijkant naar binnen stroomt en via kleine schepradertjes wordt geleid. De turbine is niet groter dan een kwartje. Het boren van kie zen of oude vullingen en kronen gaat met een hoog toerental veel sneller en de patiënt voelt bij een toerental van meer dan 40000 tm. het dreunen van de boor niet meer. Rohrbach en Andrea ingenieurs van een Berlijnse ap- paratenfabriek construeerden voor dit onderzoek een trillings meter. die met een sneldrogende kunststof aan de tand werd be vestigd. Het is een lnduktie-tril- lingsmeter, die de trillingen elek trisch aan een oscillograaf door geeft. Op het scherm van dit ap paraat verschijnt een grafische voorstelling van de trillingen. Vibratie en toerental Het bleek, dat het inderdaad niet om zintuiglijk physiologische verschijnselen gaat. maar dat de trillingen in de tanden grote ver anderingen ondergaan. In de eer ste plaats speelt de lagering van de boor een grote rol. Bij 6000 t.-m. bedroeg de tril lingsruimte van de tand bij het boren met een gelagerde diaman ten boor slechts één duizendste millimeter; met een niet gelager de stalen boor daarentegen 40 duizendste millimeter en met een gelagerde boor van hard metaal nog altijd 24 duizendste millime ter. Met een gelagerde boor van hard metaal maakt zich het hoge re toerental door een sterke da ling van de trillingsruimte en een gelijktijdige opvoering van de trtl- lingsfrequentie d.w.z het aantal trillingen per seconde merkbaar. Al bij 15000 t.-m. daalt de tril lingsruimte tot minder dan 9 dui zendste millimeter, bij 80000 t.-m. tot 6. bij 250000 t.-m. zelfs tot 3% duizendste millimeter. Bij 6000 t.-m. wordt de tand nog door ieder snijvlak van de boor geraakt, bij 40000 t.-m. niet meer door alle snijvlakken, waarbij één enkel snijvlak de tand heel sterk raakt. Bij toerentallen van meer Mevrouw Gloria McGown uit Sacramento in Ca- haar wasmachi- dan 40000 t.-m. wordt de tand al leen nog maar door het langste snijvlak geraakt. Bij 6000 t.-m. klagen de patiënten nog over het sterke vibratiegevoel, terwijl ze bij hogere toerentallen ondanks het verhoogde aantal trillingen niets meer of heel weinig voelen. Tijdopnamen met 7000 foto's per seconde toonden aan, dat de gebruikelijke boor niet zeer nauw keurig draait. Vaak doet ook bij een laag toerental slechts één en kel snijvlak het werk. Deze onre gelmatigheid bij het boren hin dert de patiënt; bij hoge toeren tallen neemt hij dit echter niet meer waar. De nieuwe methode is heel prettig vergeleken bij de anders zo pijnlijke blootlegging van het wortelkanaal. Hierbij komt nog een ander voordeel. Bij hoge toerentallen valt het dra ai- moment uit, een feit dat bijvoor beeld ook bij de bouw van moto ren belangrijk is. Draaimoment roterende beweging dezelfde rol als de kracht bij een lineaire be schouwd. Als de boorturbine bij een hoog toerental een gering draaimoment heeft, dan betekent dit, dat de tandarts niet hard mag drukken, anders komt de turbine tot stilstand. De tandarts drukt dus licht, wat minder pijn lijk is. Ook de warmteontwikke ling, een andere oorzaak van pijn, wordt minder.. De patiënten ver telden, dat ze het Doren niet zo erg meer vinden. Het geringere draaimoment vermindert vel de capaciteit van de I [ebruikelijke elektrische boor Carmichael bij Sacramento in Ca- llfornië opende haar wasmachi ne en haalde tussen enkele lakens een duif te voorschijn, die witter dan wit was. De vogel was blijkbaar in de open garage van de McGowns in de machine gaan zitten, vlak voordat mevrouw McGown er de was instopte. De duif heeft een half uur in de machine rondgetold, maar een dierenarts heeft al verklaard, dat hij weer helemaal de oude zal worden. wel de capaciteit van de boor. De gebruikelijke elektrische boor heeft een veel groter draaimo ment, men kan grotere boren ge bruiken en met een lager toeren tal hetzelfde effect bereiken als met de turbinemotor, die slechts twee millimeter groot is. Daar door komen de genoemde voorde len van de turbine te vervallen. Met andere woorden, de bespa ring aan werk, de mogelijkheid dus om meer patiënten te behan delen is niet zo groot. Het voor deel voor de patiënt wat de ver mindering van pijn betreft blijft echter bestaan. Met bolling De grote warmte-ontwikkeling Deze typisch Hollandse molen staat niet ergens in de buurt van ons wijde polderland, maar op de terreinen rondom het Duitse Museum te München. Dat zou overigens geen reden zijn om daarvan een foto in de ze rubriek te plaatsen, maar.... de molen stond tot voor kort er gens langs het Wiesedermeer in het Westduitse kustgebied. Daar stonden deze typen in vroeger jaren bijna net zo dik- gezaaid als in onze contreien. Die tijd is lang voorbij en daar om heeft men een der molens voor het nageslacht willen be waren en hem daarom steen voor steen, onderdeel voor on derdeel van Wiesedermeer naar München getransporteerd en hem daar een ereplaats bij het museum gegeven. De aardappeloogst in Califor- nië (U.S.A.) is dit jaar zeer overvloedig geweest en de boe ren hebben lang gezocht naar een middel om de 6000 ton aar dappelen die over waren toch te kunnen verkopen. Ze kwamen op het idee om een ongevaarlijk luchtpistool te ontwerpen waarbij werd gescho ten met stukjes rauwe aardap pelen. Bij ieder pistool dat ver kocht werd ontvangen de kinde ren 5 kg aardappelen. Nieuwe citrus vrucht In Florida heeft men een nieu we citrusvrucht gekweekt die de naam Mandelo heeft gekre gen. Men zegt dat de vrucht een kruising is tussen een man darijn en een grape-fruit (Pom pelmoes). De belangrijkste kenmerken van de nieuwe vrucht zijn, een erg zoete smaak en bovendien is hij zeer sappig. bij een hoog toerental is een pro bleem op zichzelf. De tand wordt beschadigd, de hitte veroorzaakt pijn. de tand moet dus worden gekoeld. Prof. Harndt kon door middel van microscopisch onder zoek aantonen, hoe zeer het tand- merg wordt aangetast, als de tand tijdens het boren niet wordt afgekoeld. Bij een goede koeling treedt geen beschadiging van het tandmerg op. Ook tanden en kie zen waarvan het merg reeds dood is mogen alleen met een hoog toerental worden behandeld als ze tegelijkertijd worden gekoeld, daar er anders thermische span ningen optreden, die de tand of kies beschadigen. Oorspronkelijk koelde men door middel van lucht, maar dat bleek niet te vol doen. omdat dit pijnlijk is en de slijmhuid van de mond uitdroogt. Men gebruikt nu water van 20 35 graden. Daarmede wordt de te behandelen plek tevens gereinigd. Fataal geluid De tandartsen zijn over de nieu we methode overigens minder en thousiast dan de patiënten. De luchtstroom waardoor de turbine wordt aangedreven veroorzaakt een schril geluid, dat niet alleen onaangenaam is, maar volgens de tandartsen ook schadelijk is voor het gehoor. De patiënt hoeft het maar kort aan te horen, maar de tandarts heeft er de hele dag mee te maken. De industrie van de tandartsen benodigdheden streeft er in sa menwerking met de tandartsen naar om de nog bestaande nade len op te heffen. Prof. Harndt is van mening, dat de turbineboor slechts voor bepaalde behandelin gen een vooruitgang betekent en de tot nu toe gebruikelijke boor nog niet kan vervangen. Voor de patiënten is de vermindering van pijn echter de belangrijkste kant aan deze vaak zo pijnlijke zaak. Ganzen bewaken ivhisky Negentien ganzen bewaken in Glasgow een hoeveelheid whisky ter waarde van miljoenen ponden. In de schaduw van Dumbarton Rock, waar koningin Mary van Schotland zich 400 jaar geleden als kind voor de Engelsen ver borg, ligt de grootste distilleerderij van Schotse whisky ter we reld. In de overvolle pakhuizen ligt in totaal 90 miljoen liter van deze vloeistof opgeslagen, maar voor dieven is men niet bang want de mannetjes gans, die de pakhuizen bewaakt, maakt onmiddellijk een groot spektakel, als hij ook maar enigszins gestoord wordt Zijn achttien vrouwtjes volgen dit voorbeeld enthousiast zodat er direct groot alarm was, toen men onlangs een proef nam om te rien of de bewakers voor hun taak berekend waren. De pnnzenpolitie is ingesteld door de directeur van de distil leerderij, die op het idee kwam toen hij in een geschiedenisboek las dat het oude Rome eens door ganzen van de Galliërs gered is. KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. valdeurtje of schuif aan de waterkerende zijde van een sluisdeur (Z.N.), 6. wildernis, 12. gem. in Limb., 14. man van Ruth, 16. familielid, 18.voornaamw., 19. vast, stevig, 21. en volgende (afk), 22. dam langs een water, 23. lelieachtig tuinbouw- gewas, 26. persoon van het ras v.d. oorspronkelijke bewoners van Amerika. 29. twijg. 30. inwendig lichaamsdeel, 32. karakter, 33. bijwoord, 34. lidwoord, 36. onderricht, 37. voorzetsel, 38. scheikundig element (afk.), 39. part, 41. eenmaal, 43. rivier in Italië, 44. knaag dier, marmot in N. Europa, 45. nevenschikkend voegwoord, 47. gem. in Gelderl., 49. artikel van een wet, 52. emeritus (afk.) 54. scheikundig element (afk.), 55 duinvallei, 57. deel van een ontken ning (Fr.), 58. soort onderwijs (afk.), 59. zwemvogel, 61. soort kers, 63. hemellichaam, 65. jaarlijkse aanvulling van paarden voor de krijgsdienst, 67. drukte, bedrijvigheid, 69. dominee (afk. Lat 70. bekende afkorting 71. steensoort, 73. geluid van een ezel, 74. Wv,.v,.uv, autv, lil.ft. «„-CöVIVl V, gtlUlU VOU CiCl, II, muzieknoot, 75. gewicht, 77. stad in België, 79. snoekbaars, 80. be kend Nederl. schilder. Verticaal: 2. voorzetseL 3. rangtelwoord, 4. maal. 5. bijwoord. 7. op dezelfde plaats (afk. Lat.), 8. onverschrokkenheid, 9. grote aap, 10. rund, II. strijkmes voor zalf, 13. uitroep, 15. graanhoop van 10—16 schoven (Z.N.), 17. zoon van Jacob, 19. streek op de grens van N. Brab. en Limb., 20. meisjesnaam, 22. boterton, 24. per expresse (afk.), 25. munt in Nederl. (afk.), 27. nummer (afk.), 28. water in N. Brab., 31. bekend Ned. schilder. 35. gem. in Drente, 37. telwoord. 39. rivier in Rusland, 40. water in Z.H., 41. boom- loot. 42. optelling. 46. gem. in Gelderl., 48. ahorn, 50. overschot. 51. glaasje sterke drank, 53. vogel. 55. mikpunt, 56. zoon van Jacob en Lea, 58. natuurlijk waterbekken, 60. maanstand, 61. mount (afk.), 62. lidwoord (Fr.), 64. scheikundig element (afk.), 66. voeg waar twee stukken aan elkaar gezet zijn, 68. grassoort, 72. voedsel, 75. gebod, 76. voornaamw., 77. ga (Eng.), 78. voorzetsel. ana, 7. as, 8. dam, 9. om, 10. ros, 11. asla, 13. sta. 14. sim, 17. wee, 20. elf, 22. git. 23. roe de. 25. kei, 27. Numidië. 28. dol, 29. stère, 30. gebbe, 32. zeker, 34. tenue. 35. Sneek, 37. teems, 39. pal, 40. dal, 42. Ommen, 46. men, 48. sla, 51. Bol, 52. stapel, 54. pan, 56. bas, 57. eland, 59, Maris, 60. papa, 61. mos, 63. kas, 65. tent, 67. dol. 68. vim, 69. ore, 72. Ie, 73. ge, 74. e.e. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. Eger, 4. smaak, 8. Dora, 12. rob. 13. stins, 14. Samos, 15. Ne, 16. sto la. 17. Wim, 18. s.l., 19. ale, 21. ara, 22. gem, 24. alk. 26. manie, 28. dos, 31. fez, 33. nut, 34. toets. 36. et, 38. lep. 40. Delden, 41. Beo. 43. kaaiman, 44. ere, 45. Bemmel, 47. lus, 49.Ee, 50. em mer. 51. bis, 53. elp, 55. sen, 56. boete, 58. aam, 61. mal, 62. alk. 64. nat. 66. A D 68. vos. 69 opaal, 70. re. 71. polis, 73. grens. 74. ein, 75. Alem, 76- beeld. 77. Best. Verticaal: 1. Erna, 2. goela. S. eb, 4. storm, 5. Milaan, 6. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a.s. op ons bureau ver wacht Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden„Puzzel oplossing". Er zijn drie prijzen een van 5.— en twee van 2.50. Revolutionaire theorie legde vaste basis voor de kernfysica Als er een jaartallenboekje zou bestaan bij de geschiedenis van de natuurkunde, dan zou een van de belangrijkste data daarin zijn: „14 december 1900 Max Planck publiceert zijn quantumtheorie". Want de ontdekking van het „energie-atoom" door deze Duitse natuurkundige heeft samen met de niet zo heel veel later ontworpen speciale relativiteitstheorie van Einstein een geheel nieuwe, vaste basis gelegd voor de op bouw van de moderne natuurkunde, waarvan de kernfysica hoe langer hoe meer de belangrijkste tak blijkt te zijn. De quan tumtheorie heeft namelijk een verklaring gegeven voor tal van verschijnselen in de kleine wereld van het atoom, die zonder haar zonder meer onbegrijpelijk zouden zijn gebleven. Andere geleerden hebben op PÜincks grondslag verder gewerkt en een quantummechanica tot stand, gebracht, zonder welke heel het tegenwoordige kernfysische onderzoek eenvoudig onmogelijk zou zijn geweest. Totdat Planck zijn beroemd geworden rede uitsprak voor het Duitse natuurkundige ge nootschap was de wijze, waar op het verschijnsel „energie" zich manifesteert, een raadsel dat sinds Newton de knapste natuurkundigen intrigeerde zon der dat een van hen ooit een bevredigende oplossing vond. Het licht bijvoorbeeld, een van de belangrijkste vormen van energie, toonde een allermerk waardigste tweeslachtigheid. Men kon aannemen, dat het een onstoffelijke straling was, een golfbeweging, doch men kon ook volhouden, dat het licht een vorm van uiterst kleine en fijne materie was, bestaande uit mi nimale deeltjes zoals de mate rie uit ongelooflijk kleine ato men is opgebouwd. Beide ver onderstellingen konden proefon dervindelijk als juist worden be- Experimenten Planck deed wat zoveel na tuurkundigen vóór hem hadden gedaan: hij ondernam experi menten om uit te maken wat nu waar was in de verschij ningsvorm der energie en hij kwam tot de verbijsterende uit spraak, dat energie zowel on stoffelijke als materiële straling is op een en hetzelfde moment. Zoals een stuk koper uit on telbaar veel atomen bestaat, zo is een licht- of een warmte straal samengesteld uit een astronomisch groot aantal ener- §ie-eenheden. Planck noemde eze „energie-atomen" quanten. Een vergelijking met iets al ledaags zal de zaak wellicht verduidelijken al gaat zij, zo als alle vergelijkingen, mank. Een emmer water kan men op twee manieren ledigen: men kan de emmer kantelen en het water in een ononderbroken stroom uitgieten, men kan ook met een pollepel het water schep voor schep uit de emmer halen. Deze twee manieren zijn essentieel verschillend, maar als men met de pollepel razend snel zou kunnen scheppen zou men de indruk kunnen wekken, dat het water een ononderbro ken stroom is, dus: dat men de emmer heeft gekanteld. kan het elementaire werkings- quantum, dat naar zijn ontdek ker de „Constante van Planck" is genoemd, dus beschouwen als te zijn in de wereld van de energie wat het proton is in de wereld der materie: het oer- deeltje waaruit de onderling verschillende atomen zijn opge bouwd. Het materiële Dit nu veroorzaakt het mate riële, het „corpusculaire" ka rakter van de energie. Tegelijk echter is energie een zuivere, onstoffelijke trilling. Het is he laas niet mogelijk, in eenvoudi ge woorden uiteen te zetten hoe dit valt te rijmen. Maar het is niet zo heel onbegrijpelijk wan neer men bedenkt, dat materie en energie in wezen aan elkaar gelijk zijn en in elkaar kunnen worden omgezet, zoals de kern wapens maar al te duidelijk hebben bewezen. Elke hoeveelheid energie ver tegenwoordigt een hoeveelheid materie, of, beter gezegd, „mas sa". Elke hoeveelheid massa correspondeert met een zekere mate van energie-trilling; hoe groter de hoeveelheid materie, hoe kleiner de golflengte. Als U een rustig wandelingetje maakt bent U voor een quantumme- chanicus een trilling van een Aangezien alle energie op deze wijze ontstaat, kan zij niet anders zijn dan een stroom van afzonderlijke hoeveelheden; de afzonderlijke hoeveelheden na melijk, die door de afzonderlij ke elektronen bij hun terugval worden afgegeven. Het golfkarak- ter van de materie verklaart dus merkwaardigerwijze het materiële karakter van de ener gie-golven; het omgekeerde is trouwens ook waar. Bohr heeft een geniale presta tie geleverd; hij verklaarde in één slag zowel de bouw van het atoom als de theorie van Planck. Voegt men hierbij nog de relativiteitstheorieën van Einstein, die de totale en abso lute gelijkwaardigheid van energie en massa postuleerde van welk postulaat de atoom bom op afgrijselijke wijze de juistheid aantoonde dan heeft men een groot deel van de belangrijkste beginselen der j moderne kernfysica bijeen. Nu het allereerste van deze princi pes zijn diamanten jubileum viert is er dus alle aanleiding, I er eens in wijde kring de aan- 1 dacht op te vestigen. •fr -fr Een golf ïni u voor een quamumme- ïanicus een trilling van een Dam igelooflijk korte golflengte. DOcKDcSpreKlllOGVl De theorie van Planck heeft Zo ongeveer is het met de energie ook gesteld wat haar verschijningsvorm betreft: zij is tegelijk een trilling, een golf. Planck maakte uit, dat de ener gie een soort atomair karakter heeft. Zoals er van materie kleinste deeltjes bestaan: ato men, zo bestaat er van energie een kleinste deeltje: het elemen taire werkingsquantum. Anders dan de atomen hebben de quan ta geen bepaalde grootte die al tijd eender blijft. Hun grootte is afhankelijk van de golflengte van de straling waarin zij voor komen. Maar: altijd Is die grootte een geheel aantal malen een elementair werkingsquan tum. Zo min als men kan spre ken van 2% of 6% koperatomen, zo min kan een hoeveelheid energie bestaan van 2% of 61% maal het elementaire werkings quantum: het is 2 óf 3, 61 óf 62, daartussen ligt niets. Men had voor de ontwikkeling van de kennis inzake het atoom. Het is de grote Deense natuurkundi ge Niels Bohr geweest die als eerste de quantumtheorie ge bruikte om te verklaren wat er in het atoom gebeurt. Als planeten Volgens Sir Ernest Rutherford, de man die ontdekte dat het atoom geen massief brokje ma terie is, doch een soort zonne- stelseltje in het klein, bewegen om de materiële kern materiële elektronen net als de planeten om de zon. Bohr echter gaf door middel van Plancks thed- rie een verfijning van dit atoommodel, die in wezen neer kwam op een omverwerping. Hij beschouwde het elektron niet als een brokje materie, maar als een golfbeweging om de kern heen, die een bepaalde hoeveelheid energie vertegen woordigt. Wil deze golf blijven „staan", dan moet elk dal van Adolphe, door Benjamin Constant. Uitgeverij Contact, Amsterdam - Antwerpen. Aan de serie De Onsterfellj- i ken heeft de uitgeverij met de- ze uitgave opnieuw een werk uit de wereldliteratuur toegevoegd. Het is de enige roman van de j bekende Franse staatsman Con- t stant (einde 18de begin 19de eeuw en tijdgenoot van Goethe en Schiller), maar met één slag wist hij er zich een blijvende plaats mee te veroveren in de wereldliteratuur. Zijn werk kan worden gerangschikt in de lan ge rij der grote Franse psycho logische romans. Het heeft tot onderwerp de liefdesbetrekkin gen tussen Adolphe (de schrij ver zelf) en de vrouw Ellénore. Een betrekking, die tot een dramatisch conflict leidt. G. H. M. van Huet leidt het boek in en L. J. Plemp van Duiveland verzorgde de vertaling. Het gouden visoen, door Jo Manders. Uitgave H. P. Leo polds, Den Haag. De hoofdpersoon in dit in een voudige, heldere taal geschreven boek is Aaltje Mok, het nederi ge, hulpvaardige visserskind, dat na de dood van haar slo vende moeder en een onaange name ervaring met de karak terarme zoon van haar me vrouw het conventionele, tot slaafsheid dwingende milieu ont vlucht en als resultaat van een nogal avontuurlijke om zwerving terechtkomt bij juffrouw Anne. Het huis van deze wat zwaar moedige nazaat der Franse re- fugé's, in de schaduw van de Amsterdamse Oude Kerk, is niet aangetast door de ondermijnen de werking der lichte zeden, die ook in de vorige eeuw het ken merk was van „de buurt". Op dit van de Waalse geest door drenkte „eiland" rijpt Aaltje tot persoonlijkheid. Maar als haar weldoenster is gestorven, komt een gezeten snobistische nicht haar opeisen. Hysterische scènes tussen dit gepersonifieerde wantrouwen en haar goedmoedige, berustende man doen Atie ten slotte beslui ten haar verbintenis met het huis aan het Plein te verbreken. Ze komt bij mevrouw Dandrado en haar zieke zoon, een artis tiek tweetal met merkwaardige gewoonten. Voor de zoveelste maal past Aaltje zich aan en er groeit zelfs een liefde tussen haar en zoon Krit. Hun huwelijk is kortstondig: Krit sterft in een sanatorium voordat het kind ge boren wordt. Atie wijdt zich met alle kracht aan de opvoeding van de muzi kale Dio. Van die opvoeding maakt zij echter een geïdeali seerd systeem, waaronder de geestelijk vroeg volwassen jon gen, mede door de onweerstaan bare invloed van Krits intellec tuele maar boosaardige moeder, zich niet wenst te schikken. Hij trouwt en gaat, in het besef van moeders verdriet, naar de tro pen, waar hij als chansonnier triomfen viert. Wanhoop en wroeging doven Atie's leven, dat opgroeide on der de inwerking van duidelijk omlijnde maar later verwaar loosde principes en tradities, als na de Japanse overval op Pearl Harbour het contact tussen moe der en zoon definitief verloren is gegaan. De waarde van deze van spellingfouten niet vrije ro man ligt voor ons voornamelijk in de scherpe tekening en ontle ding van de karakters en mi lieus. De afloop lijkt negatief, maar is dat dunkt ons toch niet. Wie voor God schuld heeft bele den, mag zijn handen gevuld zien. Ook wanneer God ons on verzoenlijk voorkomt. De verzoe ning ligt niet vast in onze ver wachting maar in Christus' of fer. zijn energie. Immers: bezie een kring van drie jongens en drie meisjes die om iets heen dansen; de jongens zijn de golf toppen, de meisjes de dalen. Ze dansen dus hand in hand om en om. Hun afstand tot het midden van de kring is afhankelijk van de grootte van de kring, van hun aantal dus. Vallen van de dansende kinderen één jongen en één meisje uit minder kan immers niet bij golven dan wordt de kring daardoor kleiner en ook de afstand van de over geblevenen tot het midden. Niet willekeurig kleiner, maar pre cies zoveel als nodig is om de kring weer te sluiten. Ontstaan van het licht Dit nu was Bohrs verklaring van het ontstaan van licht hij nam er het waterstofatoom voor, maar had net zo goed iets anders kunnen kiezen een energiequant valt op het elek tron en slaat dit aan, zoals de natuurkundige zegt. Wij zeg gen: er komen jongens en meis jes bij in de kring. Daardoor .beschrijft het elek tron een wijdere baan. Maar daar de natuur altijd streeft naar herstel van de eenvoudig ste toestand valt het elektron even later een fractie van een miljoenste seconde terug, en daarbij komt het quant vrij in de vorm van licht. Dit licht- quant heeft een eigen naam ge kregen: foton. 's Konings nar, door Marga ret Campbell Barnes. Uitgave Aad. M. C. Stok - Zuld-Hol- landsche Uitgeversmij., Den Haag. Aan Margaret Campbell Bar nes, die reeds verscheidene prachtige boeken op haar naam heeft staan, danken we ook dit boek over het veelbewogen leven van de Engelse koning Hendrik VIII. En zij laat ons dit leven beschrijven door 's konings hof nar, inderdaad een vondst van een positiekeuze. Er is in dit boek een schat aan historische kennis verwerkt en ook voor het overige is het als alle boeken van deze schrijfster: boeiend, met oog voor de menselijkheid, en literair knap verzorgd. De vertaling is van M. L. Ohl. Tjoek, door Vincent Mahieu, Uitgave H. P. Leopold N.V., c Den Haag. Een bundel verhalen, spelend 1 in het Indonesië omstreeks 1948. Vertellingen, geladen door span- e ning, tragiek en een bijna woes- 0 te' milieuschildering. Het is als heeft de schrijver in ademloze vaart zijn gedachten neergepend en even ademloos leest men ze. t. Het is als heeft hij de tafere len in een fel tegenlicht gezien, waardoor de werkelijkheid tot een wonderlijke onwerkelijkheid wordt. Vertellingen die men eerst leest om het verhaal, dan overleest om te g< rijkdom aan taal. Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrcinetstraat 125, Den Haag. Probleem jaarboek Kortgeleden verscheen het „Jaarboek 1960", een uitgave van de Ned. Bond van Probleem vrienden. Het is tegen betaling van 3.— verkrijgbaar bij de heer A. M. Koldijk, Jan Huitzingstraat 43, Hoogezand. Dit Jaarboek is een vaste publikatie van de genoemde Bond van probleemvrienden. Het heeft altijd interessante bijdragen van vooraanstaande problemisten, bijdragen welke ook voor niet-problemisten of niet- verstokte problemisten de moeite van het lezen waard zijn. He 36 pagina's tellende boekje bevat de volgende artikelen: „Is componeren moei lijk" (door Termaat), „Zwart verdedigt" (door H. en P. Ie Grand), „Het Zagorujko- thema in de driezet" (door Seilberger), „Wat, hoe, wie, waar, wanneer" (door Ver- sluys) en „Nationale lauweren" (door Kol dijk). In dit laatste artikel worden de 97 problemen vermeld en afgedrukt, welke in een jaar tijds bekroond werden. Uit de rijke inhoud van het jaarboek kozen we volstrekt willekeurig vier proble men (eigenlijk maar drie, zoals u zult zien). We hebben deze problemen volledig uit het verband gerukt waarin ze werden gepubli ceerd en kunnen ze, vanwege de beperkte ruimte, evenmin vergezeld doen gaan van de oorspronkelijke tekst uit het jaarboek. 1. Probleem van H. Hermanson (Tijdschr. K.N.S.B. 1958) 2. Probleem van N. N. (Naam volgt later) 4. Probleem van G. Legentil mm mm p p 1 ÉH. abcdefgh Mat in twee zetten 3. Probleem van G. Legentil mm m m W &m m m m mmmAm s m mm b e d e f g Mat in twee xetten UÊ m m m ,yy,.r V////ML w T. m 9 9 1 .i m 11 m m s a! lm i m m m m V 0 m R B 1 abcdefgh Mat in drie zetten abcdefgh Mat in drie zetten Oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der op gaven, gepubliceerd in onze rubriek van 3 december jl. 1. Knack—Elm: 1Dxg3t! 2. Kxg3 Lxe5t 3. Kh4 g5t 4. Dxg5 hxgöt 5. Kh5 Lf4! en 6Pg7 mat is niet te pareren. 2. Emden—Lang: 2. Lxh7t Kh8 (Indien 1Kxh7 dan 2. Dh3t Kg8 3. Tf8t? Kxf8 4. Dh8 mat, en dus mat in vier. Na de tekstzet gaat het één zet sneller) 2. Tf8t en zwart gaf het op, want er volgt 2Kxh7 3. Dh3 mat. 3. MabbsTadiello: 1 Dxg8t Kxg8 2. Th8t Kf7 3 Pg5t Kf6 4. Tf8t Lf7 5. Txf7 mat. Eenvoudig genoeg, maar men moet het zien. 4. Walter—Schulz: Wit zette zijn tegen stander aldus in vijf zetten mat: 1. Dh8t! Kf7 2. Pg5t fxg5 (Kxg6 3. Dh7 mat) 3. Pe5t Kf6 4. fxg5t Kxg5 5. h4 mat. Na afloop van de partij werd echter gevonden dat het met 1 Pxfötü nog sneller ging. nl. in drie zetten" 1gxf6 2. Dh8t Kf7 3. Dh7 mat; of 1. Txf6 2. Dh8t Kf7. 3. Pe5 mat; of 1. Kf7 2. Pe5t Kxf6 3. Dg5 mat. Het is wèl bijzonder dat men zoiets pas achteraf in een correspondentiepartij vindt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 16