Uiv probleem is het onze EREDOCTORAAT VOOR DS. N. VAN DER ZIJPP N.O.V. wil vierjarige cursus kleuterleidster min Urgentie-opleiding voor soeiale arbeid Lutli. Kerk in Oliio gaat leken leren preken Lekasin MEER KLAARHEID GEVRAAGD EEN OPEN OOG GEBODEN EENTONIGE ARBEID Binnenkort 9 kerken in Noordoostpolder „Petitionement" van protestanten Een woord voor vandaag Russische bijbels worden in het buitenland verkocht 2 QP verrock van de regering is de organisatie-commissie van de Sociaal- Economische Raad op het ogenblik bezig met het opsporen van weer- standen, welke er bij het bedrijfsleven bestaan tegen de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Tevens gaat de commissie na, of de bestaande bedrijfs- lichamen wel goed functioneren. De Sociaal-Economische Raad krijgt in februari al een nota van de commissie, waarover de raad dan in de april-vergadering zal kunnen discussiëren. Mocht de discussie in de raad zelf nog nieuwe gezichtspunten opleveren, dan zal men de regering, behalve het rapport van de organisatie-commissie, ook een verslag doen toekomen van de besprekingen in de raad zelf. De bedoeling is, dat zowel in de organisatie-commissie als in de S.E.R. een vrijblijvende discussie zal worden gevoerd om de tongen los te krijgen en er dus achter te komen, hoe de verschillende groeperingen van het bedrijfs leven nu precies over de p.b.o. denken. Wij vragen ons echter af, of dit plan zal slagen en of de regering op deze wijze wel een verklaring voorgelegd zal krijgen, waarmee zij iets beginnen kan, waaraan zij houvast heeft. Het is namelijk uitdrukkelijk niet de bedoeling van de S.E.R., noch van de de organisatie-commissie, dat er gezocht zal worden naar een standpunt van deze colleges met betrekking tot de p.b.o.; er zullen dus geen stemmingen plaats vinden, en nog minder zal er sprake zijn van minderheids- of meerder heidsrapporten. Het is desondanks mogelijk, dat de werkwijze van de S.E.R. een succes wordt, indien de leden voldoende begrip zullen tonen voor de situatie en zich duide'ijk omlijnd uitspreken. Mocht dit echter minder goed slagen, dan lijkt het ons toch juist, dat er een standpunt uitge'okt wordt en men eventuele voorstellen in stemming brengt. Op deze wijze zal het resultaat concreter kunnen zijn. Dat de raad bereid is, alles in het werk te stellen om deze studie zo goed mogelijk te doen slagen, bewijzen de zes vraagpunten, waarop men de dis cussie wil toespitsen. De S.EJt. wenst aan deze vraagpunten ruimere bekend heid te geven, in de eerste plaats om de discussie reeds tijdig op gang te brengen, en in de tweede plaats om ieder de gelegenheid te bieden aan deze vraagpunten nog nieuwe toe te voegen. Zo wordt de verhouding vrije organisaties en publiekrechtelijke bedrijfs- lichamen aan de orde gesteld. Zul'en bedrijfslicbamcn alleen ingesteld moeten worden voor relatief grote gebieden en zullen de vrije organisaties de taken op onderdelen moeten blijven vervullen? Welk karakter zullen eventuele voorschriften met betrekking tot de onderlinge verhouding van organisaties en bedrijfs'ichamen moeten dragen? Hie* wordt wel een zeer belangrijk punt van de problematiek rondom de p.b.o. geraant. De andere vraagpunten, welke wij hier kort samenvatten, achten wij even eens terecht gesteld. Bevat de Wet op de Bedrijfsorganisatie zelf bepaa'de belemmeringen, zoals de afbakening van het bedrijfsleven, de paritaire bestuurssamenstelling, de regeling van de besluitvorming en de gedeelte'ijke openbaarheid en voorts de invloed van de overheid? Bestaat er behoefte aan het overnemen van taken en bevoegdheden van de centrale overheid? Hoe denkt men over de vaststelling van de rege'ing op sociaal terrein bij veror dening en we'ke invloed verwacht men hierop van ondernemingsgewijze regelingen? Kan voldoende worden voorzien in regelingen op economisch terrein, zoals met betrekking tot de mededinging? En zijn er misschien, sinds het van kracht worden van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, veranderingen gekomen in de taak en de positie van de sociaal-economische groepen (E.E.G.!), waardoor een hernieuwd beraad nodig zou zijn over het uitgangs punt van de wet? Allemaal vragen, welke, indien zij eerlijk en openhartig worden doorgepraat, zullen kunnen leiden tot verheldering van het inzicht in de opvattingen rond om de p.b.o. We bopen, dat het bedrijfsleven in dit opzicht duidelijk zijn verantwoor delijkheid zal verstaan en aan onze regering en volksvertegenwoordiging een rapport zal voorleggen, waaruit conclusies getrokken kunnen worden en waarmee men zal kunnen werken. Het gaat hier om een hoogst belangrijke zaak, waarover, meer dan tien jaar na het inwerkingtreden van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, een grotere klaarheid toch wel dringend gewenst is. ONLANGS bracht een onzer medewerkers een weekeinde door in een vormingscentrum van de Westduitse C.V.J.M. (de oude naam is daar dus nog in zwang). Naast jeugd uit alle kringen waren er ook leidende figuren uit de Bondsrepubliek, op zichzelf al een goed teken. Er zijn hem nog meer dingen opgevallen, die ook voor ons van belang zijn. In Nederland wordt nogal eens de klacht vernomen, dat de christelijke politiek, in het bijzonder in deze tijd van deelnemen aan de regering, reli gieus weinig aanspreekt, en zo weinig christelijk gehalte heeft. Dan lijkt het wel, alsof een goede sociaal-economische techniek voldoende is in de min of meer neutrale staat, die Nederland is. Uit de bijgewoonde discussie nu is onze medewerker gebleken, dat in de Bonds republiek voor velen het grondwetsartikel over „het regeren in verantwoor ding voor God en mensen" geen holle frase is. Ook werden over het verleden onder Hitier duidelijke en goede dingen gezegd en men legde er tevens de nadruk op, dat naar het woord van Christus de hand aan de ploeg geslagen diende te worden en vooruitgezien naar de roeping. Nu zou men kunnen zeggen, dat zulk een min of meer geselecteerd gezelschap geen goede indruk geeft. Doch een opinieonderzoek, in augustus van dit jaar in Duitsland gehouden, heeft aangetoond, dat vijf en tachtig procent tegen „een man als Hitler' was, waarnaast tien procent geen mening had. Vergeleken met gelijke onderzoeken sinds 1953 blijkt bovendien, dat, dank zij stellig het optreden van de regering-Adenauer, de Duitsers tot een betere bezinning op de politiek zijn gekomen. In de wereld van de film en literatuur is het gebruik, het nazisme en in het algemeen West-Duitsland nog steeds af te schilderen als het grote gevaar. Zo leiden vele opinievormers de aandacht af van Moskou en Peking. Daar tegenover behoren wij een open oog te hebben voor de ideologieën die ons thans bedreigen. De MODERNE ontwikkeling van landbouw, industrie en handel eist een steeds groeiend aantal geschoolde arbeiders. Niet alleen hun algemene ontwikkeling moet groter zijn dan die van de doorsnee-arbeider in het verle den, ook hun technische kennis moet uitgebreider wezen. Het is niet voor tegenspraak vatbaar, dat bijvoorbeeld de tegenwoordige land arbeider behoefte heeft aan diepere kennis van de verschillende produkten, van de bemesting, van de machines, die thans in het bedrijf gebezigd worden, dan de landarbeider uit een vroegere periode. Hij moet niet alleen met de „hand", maar ook wel terdege met het „hoofd" werken. Vandaar ook de landbouwscholen, de avondcursussen enz. Zakelijk kan hetzelfde ook gezegd worden van zeer vele arbeiders in de nij verheid. Hun geschooldheid is anders dan die van de vakman uit vroeger tijd. Maar zij is zeker niet van minder gehalte. Het is dan ook onjuist, wanneer er gezegd wordt, dat „de" moderne industrie slechts zekere oefening eist in het verrichten van bepaalde handgrepen, waar bij tenslotte het denkend verstand nauwelijks meer actief behoeft te zijn. Voor het uitgebreide verkeersterrein geldt hetzelfde. De machinist, de bestuur der van een auto, moet werkelijk zijn hersens wel gebruiken. De nieuwste ontwikkeling, waartoe de atoomenergie de stoot zal geven, zal vermoedelijk aan vele werkers nog hogere eisen gaan stellen. Toch is er ook nog veel, meer of minder monotone arbeid. Hij was er ook in het verleden. Men mene niet, dat „de" arbeiders voorheen de gelegenheid had den om iets van zichzelf in hun werk tot uitdrukking te brengen, terwijl zij dat nü niet meer vermogen. Dan maakt men in elk geval de tegenstelling veel te scherp. Wie op dc hoogte is, zal moeten erkennen, dat de technische ontwikkeling ertoe heeft bijgedragen, dat veel noodzakelijke monotone arbeid door de machine kon worden overgenomen. De machine heeft in vele gevallen de arbeid van de mens bevrijd van neerdrukkende tendenzen. Maar met dat al moet toegestemd worden, dat er nog veel monotone arbeid is, dat de ver doorgevoerde arbeidsverdeling velen noodzaakt tot het verrich ten van werkzaamheden, die geestdodend genoemd kunnen worden. Vooral bij oppervlakkige beschouwing. Van meer dan één zijde is er echter op gewezen, dat veel mensen slechts over beperkte capaciteiten beschikken. Zij zouden, zegt men, geen hoger ge kwalificeerde arbeid aan kunnen. Zeer eenvoudig werk bevredigt hen, omdat zij gevoelen: wij verrichten toch noodzakelijke arbeid, wij zijn als volwaardige mensen ingeschakeld In het produktieproccs. In deze opmerking zal wel een element van waarheid liggen. Er zijn mensen, die de begaafdheid mLssen om zelfstandig ingewikkeld werk te verrichten. De publicaties over begaafdheldsonderzoek en intelligentie hebben dit wel aan' nemelijk gemaakt. Maar of het monotone werk zelfs aan zulke weinig begaaf den altijd voldoening geeft, schijnt ons nog zeer de vraag. Veel zal hier wel afhangen van hun geestelijke instelling en van de sfeer, waarin zij hun arbeid verrichten. Worden zij daar inderdaad als volwaardigen beschouwd, die weliswaar eenvoudig, maar'toch volstrekt noodzakelijk werk presteren? Aan die erkenning heeft in het verleden nog al een en ander ont broken. Thans komt hier evenwel verandering, die mede niet alleen het gevolg is van een gewijzigde verhouding tussen „vraag" en „aanbod" op wat men de „arbeidsmarkt" noemt. „Mede", zeggen wij met nadruk. Invloed heeft stellig óók dc veranderde gees tesgesteldheid der ondernemers. De monotone arbeid is een vraagstuk, dat ons niet geheel met rust mag laten. Enerzijds maakt men er zich wat al te gemakkelijk van af door te wijzen op de beperktheid van het vraagstuk, dank zij de toenemende behoefte aan geschoolden. Men heeft ook wel gehoord, dat er mensen zijn, die in zulk mono toon werk behagen scheppen, omdat zij in hun gedachten met andere dingen bezig kunnen zijn. Anderzijds wordt een overdreven voorstelling gegeven van de fabriekssfeer en van de omvang van het monotone werk. Men meent dat bijna allen er onder lijden. Maar men berust in het onvermijdelijke. Noch het een, noch het ander is juist. Beruepineswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Windesheim: C. M. v. Ede, vic. te Deventer; te Hoogvliet (toez.) J. C. Btegman te Bergentheim. Aangenomen naar Emmen: C. Smit te Diever CHRIST. GEREF. KERKEN Berdepen te London (Ontario Canada): Joh. Prins te Groningen. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Bedankt voor Benthuizen: Chr. V. Dam te Rotterdam-Z. Ds. J. Kramer overleden Te Arnhem is op bijna tachtigjarige leeftijd overleden de hervormde emeri tus predikant ds. J. Kramer. Hij werd vandaag in Elden, waar hij tot aan zijn emeritaat predikant was, begraven. In 1908 werd ds. Kramer in Molkwerum tot predikant bevestigd. Hij diende ver volgens de gemeenten Nes en Wiersum en Nieuwolda. In 1924 werd hij in El- den bevestigd, waar hij in 1948 met emeritaat ging. Hij stichtte daar onder Universiteit van Amsterdam heeft besloten een eredoctoraat in de godgeleerdheid te verlenen aan ds. N. van der Zijpp uit Rotterdam, lector van de Doopsgezinde Kweek school aan de Universiteit van Amsterdam, voor zijn belangrijke publikaties op het gebied van de geschiedenis van de Anabaptis- tische Beweging en der Menno- nitische Gemeenten, inzonderheid zijn handboek over de geschiedenis der doopsgezinden en zijn mede werking aan de Mennonite Ency clopedia, De erepromotie geschiedt op de dies der universiteit, op 9 januari 1961. Pro motor is prof. dr. W. J. Kooiman. Ds. Van der Zijpp werd geboren op 2 april 1900 te Warns (Fr.) In Sneek volgde hij het gymnasium, daarna stu deerde hij aan de Gemeentelijke Univer siteit van Amsterdam theologie en semi- De Nederlandse Onderwijzers vereniging (N.O.V.) zal 28, 29 en 30 december in het Kurhaus te Scheveningen haar vijftiende algemene vergadering houden. Tijdens de vergadering zal on der meer gesproken worden over het rapport De opleiding van de kleuterleidsters. In haar verga dering van 1958 heeft het hoofd bestuur een commissie, bestaan de uit mevr. U. Tellegen-Velri stra en de heren dr. L. van Gel- ROZENBURG Dc negatieve strekking van het rapport van de commissie-Van Berknm ten aanzien van het p!an-Rozenbnrg noopt twee bladen tot het geven van hnn visie. De Nieuwe Rotterdamse Cou rant schrijft: „Voor Rotterdam beteke nen de conclusies enerzijds een teleur stelling: men kan niet meer rekenen op de verwezenlijking van een plan-Rozen burg met de medewerking van „de grote drie" gezamenlijk. Anderzijds wordt Rot terdam nu niet langer aan het lijntje ge houden. Als er nu sprake is van bepaalde gevoelens van Rotterdam, moet men daar bij toch wel bedenken, dat de kwestie van oen staalbedrijf op Rozenburg geen uit sluitend Rotterdamse zaak is. Het is in de eerste plaats een nationale zaak. Een ba sisindustrie is nu eenmaal geen louter plaatselijke aangelegenheid in een land, dat niet rijk aan basisindustrieën is. En zeer het bijzonder is er sprake van een na tionale zaak, zodra de mogelijkheid van buitenlandse deelneming aan de orde komt. Als inderdaad Rozenburg een allervoor treffelijkste vestigingsplaats voor een staal bedrijf is wat men met klem kan horen betogen don komen er natuurlijk lief hebbers opdagen. Maar dan zal Nederland alles moeten doen om te zorgen dat het staalbedrijf op Rozenburg geen overwegend buitenlandse aangelegenheid wordt. Juist hierom boort dc Nederlandse regering ten zeerste belang in de kwestie Rozenburg te stellen. Deze week zal de begroting van economische zaken in dc Tweede Kamer aan de orde komen: een prachtige gelegen heid om met minister De Pous over die kwestie Ie spreken." De Telegraaf spreekt zelfs van een onnationaal advies: „Hoewel elke deskun- digo dc opvatting is toegedaan, dat het staalverbruik in de toekomst zal blijven stijgen, heeft een staalcommissie onder voorzitterschap vnn prof. dr. P. P. Berkum een afwijzend advies uitgebracht over de oprichting van een nienw geïnte greerd ijzer- en staalbedrijf op Rozenburg. Dit onnationalc advies is te wijten aan liet feit, dat men het nodig heeft geoordeeld, dat het advies voornamelijk werd opgesteld door belanghebbenden. Het is allerminst een geheim, dat in de commissie-Van Ber kum do dienst wordt uitgemaakt door de Hoogovens, die zich met hand en tand verzetten tegen dc vestiging van een twee de staalbedrijf in ons land, waardoor zij niet meer dc alleenheerschappij zouden kunnen nitoefenen. Hun invloed is zo ver gegaan, dat zij ook de mcdceommissiele- den tot ondertekening van het rapport hebben kunnen bewegen, hoewel prof. Van Berknm en de Staatsmijnen meermalen hebben laten weten, dat zij voorstanders zijn van het Rozenbnrg-projecl. Maar er is nog meer. Het rapport meel in den brede uit, dat de Nederlandse be hoefte aan niet platte slaalproduktcn niet voldoende zou zijn voor een vestiging van een rendabele staalindustrie, doch er wordt nauwelijks gesproken over de reële export- kansen, zelfs niet over die in de zes Euro pese landen, die een gemeenschappelijke markt voor ijzer en staal hebben. Het voorshands negatieve rapport is daarom zo ernstig, omdol de medewerking van Hoogovens voor een nationaal bedrijf vrij wel onmisbaar is. De Hoogovens hebben ech ter mede beïnvloed door hun deelneming in een Duits staalconcern het niet kunnen opbrengen hel nationale belang te laten pre valeren boven bet eigenbelang." Advertenties De senaat van de Gemeentelijke tische letterkunde. Na ongeveer een - J jaar colleges te hebben gevolgd aan de Universiteit te Bern werd ds. Van der Zijpp in 1926 doopsgezind predikant te Zijldijk. Daarna stond hij achtereenvol gens in Joure en Almelo. Sedert 1946 is hij predikant te Rotterdam. Hij heeft een studiereis naar de Verenigde Staten en Canada gemaakt. Sinds oktober 1954 is hij lector aan e Doopsgezinde Kweekschool tot oplei ding van Predikanten te Amsterdam. Tot de werken die ds. Van der Zijpp het licht deed zien, behoren. „De oude doopsgezinden en de weerloosheid". ..Menno Simonsz" en „Geschiedenis der doopsgezinden in Nederland". Hij schreef talrijke artikelen in binnen- en buiten landse bladen. Op 15 december a.s. wordt de her vormde kerk te Nagele in de Noordoost- polder in gebruik genomen, waardoor het aantal kerkgebouwen in deze pol der tot negen zal stijgen. Aanvankelijk werden overal in de Noordoostpolder de kerkdiensten in de barakken der werkkampen gehouden. Na de bevrijding kregen Emmeloord en Ens al spoedig een noodkerk, in 1946 gevolgd door Marknesse. De hervormde gemeente De Noordoostpolder kwam in 1947 tot stand en de eerste echte kerk, werd in Emmeloord gebouwd en in 1952 gebruik genomen. Naar alle waarschijnlijkheid zal nog deze maand de bouw worden aanbe steed van de kerken in Espel en Tolle- beek. Deze beide kerken zullen een bij zonder stempel dragen omdat zij het gemeenschappelijk bezit zullen worden van hervormden en gereformeerden. De ze nemen ieder voor de helft aan de bouwkosten deel en ook de beheerskos ten worden later gemeenschappelijk ge dragen. Na de Noordoostpolder komt thans oostelijk Flevoland aan de beurt. Enke le weken geleden is de eerste hervorm de predikant, ds. A. J. Hoorn bevestigd tot predikant voor buitengewone werk zaamheden, met als opdracht de geeste- lijke verzorging van oostelijk Flevoland. Een kerk is er nog niet de eerste zal in Dronten verrijzen. der en E. Steenbergen, benoemd, die tot opdracht kreeg een nade re uitwerking te geven van de eisen, die gesteld worden aan de opleiding van de kleuterleidster. In het rapport wordt aangedrongen op :n vierjarige opleiding voor kleuter leidsters. bestaande uit een drie-jarige dagopleiding en een part-time opleiding van een jaar. Het thans naast elkaar bestaan van een twee- en een driejarige opleiding verhindert volgens de com missie een gelijkgerichte benadering van het opleidingsprobleem. De opleiding van thans is volgens het rapport ook te weinig gericht op peda gogische vorming van de aspirant-kleu terleidster. terwijl de noodzaak van een goede pedagogische ooleiding wel aller- wege wordt erkend. Een van de grote moeilijkheden in de huidige opleiding is volgens het rapport het ontbreken van een integratie tussen praktijk en theorie enerzijds en tussen de verschillende vakken anderzijds. Dit wordt nog versterkt door het ont breken van een vaste staf van docenten, die als geheel voor de opleiding verant woordelijk is. De commissie adviseert om bij de opleiding te streven naar een nauwe verbinding tussen praktijk en theorie, een sterkere integratie van de vakken en een meer persoonlijke bege leiding van de leerlingen tijdens hun op- leidingstijd. Om dit te bereiken is de aanstelling van stafdocenten noodzake lijk. aldus het rapport. Ook wordt aanbevolen de nieuwe leer lingen tijdens een introductieperiode in studiegroepen op te vangen. De voor stellen tot het aanstellen van stafdo centen en het inrichten van een intro- duktieperiode hebben, besluit het rap port, tot doel de integratie in de oplei ding te bevorderen en daardoor de do centen in staat te stellen meer aandacht aan de persoonlijkheidsvorming van de aspirant-kleuterleidster te besteden. De rectoren, leraren en bestuursleden van meer dan duizend protestants-chris telijke scholen in Brazilië hebben zich met een petitie gericht tot de senaat van hun land. Zij spreken zich uit over het nieuwe wetsontwerp, waarbij het onderwijs in Brazilië opnieuw wordt ge regeld. De onderwijsmensen boden de petitie tevens namens de Raad van Evangelische Kerken aan. Zij vragen om de volledige oacificatie van het on derwijs en subsidie voor de eigen scho len. tevens vragen ze om volledige vrij heid voor de openbare scholen. Ze waarschuwen de senaat tegen een con fessioneel opvoedingsmonopolie, zoals de Rooms-katholieke Kerk van Brazilië dat eist. De Braziliaanse protestantse kerken hebben met kracht het probleem van het analphabetisme aangepakt. Nog al tijd kunnen 40 procent van de Brazi lianen niet lezen of schrijven. De ker ken hebben lagere, middelbare en hoge re scholen gesticht, kweekscholen, se minaria en zelfs een eigen universiteit. Bovendien hebben zij in vele centra avondscholen gesticht om oudere men sen lezen en schrijven te leren. Een van de allerbekendste messiaanse teksten is wel „Er zal een rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isai en een scheut uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen." Christus is niet de bekroning van Davids stamboom, maar een zijtak, j Deze stamboom houdt eigenlijk op bij koning Jojakim. Deze verscheurde de profetie van Jeremia en dan zegt God: „Hij zal niemand hebben die op de troon van David is gezeten." (Jer. 36:30.) Deze naam is zelfs geschrapt uit het geslachts- register van Jozef door Mattheus. Maar er staat nog een geslachtsregister in de bijbel, namelijk in Lucas 3, een register waarin de naam Salomo niet eens voorkomt, omdat het een register is van een geslacht dat via David over de broer van Salomo, Nathan, loopt. Het kan niet anders of dat register moet het register van Maria zijn, die eveneens uit het huis van David was. Christus werd geboren in het huis van Jozef, maar niet uit Jozef. Zo werd de vloek van God in Jeremia vervuld, maar zo werd tevens de profetie van Jesaja vervuld. Onder aan de stamboom schoot een nieuwe scheut uit, die de wereld nieuw leven zou geven. Gods woord werd letterlijk vervuld. Nieuw initiatief van Nijenburgh Naast de gewone dagopleiding hoopt de Gereformeerde Akademie voor Sociale Arbeid „De Nijenburgh", Am sterdamse straatweg 39 te Baarn, een urgentie-opleiding voor sociale arbeid te gaan verzorgen met ingang van fe bruari 1961. Deze opleiding is bedoeld voor hen. die zonder diploma van een akademie voor sociale arbeid reeds in het maat schappelijk werk of het sociaal-culture- Volgens berichten in Zweedse bladen worden de bijbels, die onlangs in de Sowjetunie werden gedrukt in een be trekkelijke kleine oplage om in de gro te behoefte aan bijbels te voorzien, voornamelijk in het buitenland ver kocht. In de Sowjetunie is het bijna volslagen onmogelijk om een bijbel te konen. De biibels in de openbare lees zalen en bibliotheken worden niet aan gewone mensen uitgeleend. Zij mogen alleen uitgeleend worden aan theologen. De Lutherse Kerken van de Verenig- pensioneerden kunnen een cursus volgen ItckKai. JA C.1 .1 1 de Staten hebben in de stad Springfield Ohio een experimentele lekenopleiding gesticht, die ten doel heeft de taak van de predikanten te verlichten. Via spe ciale cursussen die gegeven worden aan de theologische faculteit van de univer siteit van Wittenberg willen de luthera nen de mensen uit de kerkbank aan het werk zetten. De leken kunnen kiezen uit vijf ver schillende mogelijkheden die variëren van een volledige predikantsopleiding in ijltempo tot een spoedcursus voor zon dagsschoolonderwijzers en huisbezoe kers. Oudere lidmaten die alsnog predi kant willen worden, kunnen zich laten Inschrijven voor een theologische studie van vijf jaar, waarin zij alle stof te verwerken krijgen die jorigere studen ten in de loop van zeven jaar doorwer ken. Met deze opleiding is reeds een be- 5in gemaakt en men hoopt dat zij een ïjdrage zal leveren tot opheffing van het grote predikantentekort. Er wordt echter zeer binnenkort ook een begin gemaakt met cursussen die op kortere termijn de nood moeten le nigen. Er komt een heel eenvoudige theologische opleiding voor mensen die in hun vrije tijd graag de kerk op ver schillende manieren willen dienen. Ge- van zes maanden, die hen klaar stoomt voor de kansel. Jongeren een cursus van drie maanden voor ander kerkelijk werk. Bovendien begint spoedig een cursus van 12 maanden op universitair niveau, voor mensen met een weten schappelijke scholing, die graag de ker ken willen gaan dienen. Deze laatste op leiding geeft zelfs een universitaire graad. Tevens zullen elders in het land cur sussen gegeven worden om de lidmaten een beter begrip bij te brengen van het werk van de kerk in onze tijd. De president van de universiteit is dr. Clarence C. Stoughton. Hij is direk- teur geweest van de lutherse leken be weging en van 1952 tot 1957 voorzitter van de Lutherse Wereldfederatie voor gemeentelijk leven. Dr. Stoughton heeft gezegd, dat het hele programma in 1961 op gang zal komen. Hiervoor zal het personeel van de faculteit onder meer aangevuld' moeten worden met een direkteur en een instructeur, verklaarde hij. De synode van C.iio heeft voor het programma in 1961 een bedrag van 20.000 dollar bestemd. Daarnaast heeft de universiteit de commissie van hoger onderwijs nog om een aanvulling van 10.000 dollar gevraagd. Advertentie een (ytéur^) pro du kt le werk werkzaam zijn, alsmede voor hen. die in het sociale werk een func tie zouden willen verwerven. Voor bei de groepen biedt de urgentie-opleiding de mogelijkheid van vakbekwaming. Tot dusver bestond er voor hen, die op wat rijpere leeftijd in de sociale arbeid een werkkring zouden willen vinden, geen mogelijkheid om dit plan via een deugdelijke opleiding te ver werkelijken. Thans is dat wel het ge val. Wanneer zij voldoen aan de toe latingseisen kunnen zij, blijvend in bun huidige werkkring, met februari ter stond beginnen. Eerst na verloop van het eerste jaar, wanneer dus ruimschoots gelegenheid is geweest tot nadere kennismaking met het werk en zijn achtergronden, dient naar een werkkring in de sociale ar beid te worden gezocht. Gedurende het eerste jaar wordt de opleiding verzorgd op twee avonden in de week. Waar deze avondlessen zullen j worden gegeven, in Baarn of elders, hangt van de aanmeldingen af; wan neer Baarn voor de kandidaten te moei lijk bereikbaar is, wordt een gunstiger gelegen plaats gezocht. De Nijenburgh hoopt door middel van deze nieuwe urgentie-opleiding een bij drage te leveren in de voorziening in het grote tebrek aan werkers en werk sters in de sociale arbeid, waarvan het belang en de noodzaak hoe langer hoe meer worden ingezien. R.K. STUDENT WON DE VOSSWS-PRIJSVRAAG De uitslag van de prijsvraag die de Gemeente Universiteit van Amsterdam heeft gehouden, is in een vergadering van de senaat vastgesteld. Deze prijsvraag was uitgeschreven door de faculteit der letteren en wijs begeerte. De opdracht luidde als volgt: „De faculteit vraagt een schets van leven en werken van Gerhardus Johan- nes Vossius als grondslag voor verdere bestudering van dit onderwerp". Het antwoord waaraan de erepenning j is toegekend had als motto: „Wat treurt I ghij hooghgeleerde vos?" Bij de opening! van het naambriefje bleek de schrijver C. S. M. Rademaker te zijn, student gesc'.iiedenis aan de R. K. Universiteit te Nijmegen. De gouden medaille zal worden uitge reikt in de plechtige zitting van de dies natalis der Universiteit op maan-j dag 9 januari. Advertentie UNESCO GEEFT ONDERWIJS VOORRANG De voltallige assemblee van de alge mene conferentie van de Organisatie der< V.N. voor Onderwijs, Wetenschap en; Cultuur, heeft dinsdag een door India; en Groot-Britannië ingediende resolutie aanvaard, waarin de uitvoerende raad en de directeur-generaal worden uitgenodigd meer voorrang te verlenen aan het onder- wijs, bfj het opstellen van de toekomstige! programma's der organisatie. Het onder- wijs zou dezelfde aandacht moeten krij gen als de kwestie van de economische hulp aan de technisch minder ontwikkel de ianden. In de resolutie baseert men zich op de overwegingen dat in de gehele wereld j bijna de helft der kind'eren van school- gaande leeftijd geen schoolonderwijs ge nieten, dat het onderwijs In pas onafhan kelijk geworden landen de sleutel is voor hun materiële welzijn en stabiliteit als staat en dat in de totale hulp der V.N. het onderwijs onvoldoende wordt gesteund in verhouding tot de behoeften. Vraag: Mijn voornaam is Evert. Heeft deze naam een betekenis? Is dit een goed Hollandse naam of is de naam uit de Franse tijd blijven han gen? Antwoord: De naam is van vader landse oorsprong en wordt veelal aan- Ïenomen een afkorting te zijn van Iverhard of Everardus. Dit betekent zo sterk of moedig als een ever. Wij herinneren nog aan de vele Nederland se zeehelden, die de naam Evertsen hebben gedragen. Dit betekent zoon van Evert. Vraag: Van de vroege jeugd af aan hebben wij voor onze kinderen spaar bankboekjes genomen en daarop aar dig gespaard. Maar nu is het bij een onzer kennissen voorgekomen, dat 'een der kinderen na de meerderjarigheid in korte tijd het geld heeft verkwist, hoewel hij behoorlijk verdiende. Is er nu niet een middel om te voorkomen, dat kinderen nadat zij meerderjarig zijn te snel door hun geld heen komen? Antwoord: U zou bijvoorbeeld voor dat dc kinderen meerderjarig worden het geld kunnen besteden voor nuttige aanschaffingen; Boeken, meubels, an dere goederen, voor een studiebeurs, enz. Vraag; In mijn kelder heb ik veel last van ongedierte. Hóe kan ik dit het beste uitroeien? Antwoord: Evenals bij het voorko men van slakken in een kelder (waar over wij onlangs schreven) kunt u het ongedierte opruimen door gebrande gips in de kelder te strooien. Een paar padden zorgen eveneens wel voor de opruiming, doch dit legt u de ver plichting op deze dieren goed te ver zorgen. Een ander middel is een paar bieten in de kelder te leggen. Het on gedierte kruipt er in en dan kunt u de bieten weggooien of vernietigen. Hier mede zijn de middelen nog niet uitge put, want u kan een paar bloempotten in de kelder plaatsen en deze vooi drie kwart vullen met goed gekookte aardappelen. Daarop legge men wal gras en zet de potten tegen de kei dermuur. Binnen enkele dagen zal he' ongedierte daarin te vinden zijn. waar na u zelf voor de verdelging kunt zor gen. Vraag: Is wittebrood minder voed zaam dan gewoon tarwebrood? Of Ir tarwebrood meer gewild omdat het lichter verteerbaar is? Antwoord: Bruin brood of roggebrood is beter voor het gebit en bevat meer voor bet lichaam nodige stoffen Wit tebrood is gebakken van zuiver witte tarwebloem, volkorenbrood van tarwe- een drogist of een dergelijke zaak. Na meel, bruin brood van tarwemeel en tarwebloem, roggebrood van rogge meel. In tarwe- en roggemeel komen, behalve veel zetmeelstoffen, eiwitten, vitaminen, zouten en een weinig vet voor. Tarwebloem heeft wel dezelfde voedingsstoffen, maar door de bewer king zijn vitaminen en zouten verloren gegaan. Vraag: Hoe komt het dat het kei zerrijk van Hailé Selassie twee na men heeft? Voor de oorlog noemde men het Abessinië en thans Ethiopië. Antwoord: Met Ethiopië is het het zelfde geval als met andere landen, die een vroegere naam niet langer willen voeren. De naam Abessinië had name- 'ijk een enigszins minachtende beteke nis, en daarom heeft men de voor keur gegeven „an de naam, die reeds sinds oeroude tijden aan het land werd gegeven: Ethiopië. Vraag: Hoe kan ik een eikriiouten tafeltje beitsen? Antwoord: Indien het tafeltje nog niet blank is. moet u de oude beits eerst verwiideren. Hiervoor kan u een nfbijtmiddel krijgen bij een drogist of een soortgelijke zaak. Is het tafeltje mooi blank geworden, aan moet u het eerst verder goed glad schuren. Ver volgens kunt ii beitsen in de kleur die u wenst. De beits kunt u krijgen bij het beitsen moet u de tafel goed laten drogen, vervolgens uitborstelen, weer schuren en weer beitsen, laten drogen en uitborstelen. Hierna kun u de tafel een dag wat drogen en desgewenst in de was zetten. Vraag: Ik heb een aphalandra, die wel heel sterk het blad laat vallen. Ook heeft de plant last van luis. De bladeren hangen stijf naar beneden en krijgen bruine randen of vlekken. Daarna vallen zij af en zelfs zijn er gave bladen die afvallen. Hoe kan ik deze plant het beste behandelen? Antwoord: De uit Brazilië afkomsti- j ge aphlandra is een mooie sierplant, die het uitstekend kan doen bij nor male kamertemperatuur. Men moet de plant veel sproeien met lauw water. Na de bloei moet men haar zo nodig ver potten in een goede bloemistengrond. De plant mag s zomers niet in de fel le zon staan. Tegen de luis zijn ver schillende middelen met gebruiksaan wijzing in de handel verkrijgbaar. Een goed huismiddel is twintig gram zach te zeep in een liter water oplossen. Daarna flink roeren en er tien gram 1 brandspiritus aan toe voegen. Met tus- senpozen van tien dagen moet men met dit middel SDuiten Na enkele ma len spuiten zullen de luizen wel ver- dwenen zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2