BEGIN EN EIND VAN SALARISSTROOKJE WIE VERPLICHT VERZEKEREN I tf WORDT HET GEBOUW TE HOOG De forumleden zijn: VRAGEN AAN FORUM WAAROM ANDERS BIJ AMBTENAREN? Verantwoorde onvrijheid Sociale verzekeringswetgeving - een vrij ingewikkelde materie, die thans in forumverband aan de orde wordt gesteld. Toch wagen we het er op. In de eerste plaats, omdat iedere loontrekkende erbij betrokken is - van daar de hoofdtitel „Begin en eind van salarisstrookje". In de tweede plaats, omdat het voor iedereen belangrijk moet zijn te weten hoe het verder zal moeten op dat pad der sociale verzekeringswetgeving. Hierover lopen, zoals u zult merken, de meningen uiteen. Hoe is de situatie thans Om te beginnen moet u weten, dat de werknemers- en werkgeversbijdragen aan de sociale verzekeringen 20 tot 30 procent van het loon omvatten. En de sociale verzekeringen worden dan ver staan in hun brede omvang, te weten: de volksverzekeringen AOW (bodemvoorziening tegen geldelijke gevolgen van ouderdom) en AWW (tegen gevolgen van weduwe- en wezenschap) ziektekosten of ziekenfondsverzekering, zowel ver- plicht als vrijwillig (tegen gevolgen van genees kundige behandeling en -verzorging) pensioenvoorziening, waar thans 75 procent van het bedrijfsleven onder valt (tegen gevolgen van pensionering) werkloosheidswet (tegen onvrijwillige werkloosheid) ziektewet (tegen gevolgen van arbeidsongeschikt heid door ziekte) ongevallenwet (tegen ongevallen, werknemers in verband met hun dienstbetrekking overkomen) invaliditeitswet (tegen gevolgen van invaliditeit en ouderdom, benevens voorzieningen voor weduwen en wezen) De laatste twee verzekeringen: ongevallen- en invalidi teitswet zijn thans gebundeld in de nieuwe arbeidsonge schiktheidsverzekering. Deze voorzieningen gelden de doorsne e-werk- nemer. Het overheidspersoneel hoort daar niet bij, omdat voor ambtenaren alleen AOW, AWW en pensioenvoor ziening in deze vorm gelden - andere voorzieningen zijn in de bezoldigingstechniek begrepen. Bij de middenstand gelden slechts AOW en AWW en incidenteel bedrijfspensioenfondsen, waaronder ook zelfstandigen worden gevat. Globaal ziet men dezelfde situatie bij de boeren en tuinders. Welbewust is door de forumleden de kinderbijslagwet buiten beschouwing gelaten, omdat zij van mening waren, dat deze regeling geen verzekering genoemd mag worden, ook al maakt men voor de uitvoering ge bruik van het sociale verzekeringsapparaat. In grote lijnen is dit de huidige stand van zaken. Als u hiervan kennis hebt genomen, kunt u het forum zonder moeilijkheden volgen. •/'- Drs. R. Zijlslra, te Voorschoten H. R. Plomp, tc li recht II IVieringa, te Den Haag Mr. M. G. van der Kan, te Rijsuijlc p, te l irecht Mr. J. Kramer, tc Den lluug VOORZITTER: Onze eerste vraag ts: Tast een verdere uitbreiding van de sociale verzekeringswetgeving de zelfstandigheid en eigen verantwoor delijkheid van de niet-werknemer, zo als middenstanders en werkgevers, niet aan? Ik zou eerst de sector werk gevers aan het woord willen laten. KRAMER: Oe huidige sociale verze keringen zie ik als een vorm van ioon- bctallng aan de werknemer en als een belangrijke sociale maatregel ten dien ste van die werknemer. Immers- hij is zelf niet in staat zich op een behoor lijke wijze te verzekeren zonder dat hij te grote kosten maakt. Voor de zelfstandige: de werkgever, zowel de grote als de kleine, mogen verplichte verzekeringen naar mijn mening niet gelden, tenzij er een bepaalde wette lijke maatregel tot stand zou komen. Af dit door zijn specifieke karakter *nu motiveren, zoals dat het geval was bij AOW en AWW. Voor de zelf standige geldt dus dat hij op basis van zijn eigen verantwoordelijkheid zelf maatregelen in dit opzicht zal moeten nemen. VOORZITTER: Waarom aanvaardt u voor zelfstandigen wel AOW en AWW en niet bijvoorbeeld de ziekte wet? Er zijn toch vele kleine zelfstan digen. die dezelfde problematiek als werknemers hebben bij ziekte" Hoe moet dat dan verder met zo'n man? Terwijl er anderzijds werknemers met hoge salarissen zijn voor wie weer wel gezorgd is KRAMER: Hier gaat dus de loon grens een rol spelen Hoe meer men die ..optrekt", des te meer zal dit pro bleem zich voordoen Maar dat tast naar mijn gevoel het principe niet aan. De inkomensvorming van een zelfstandige is nu eenmaal anders, dan die van een werknemer. De laat ste is in het algemeen gebonden aan loonregelingen, die bedrijfstaksgewijze zijn afgesproken en dus op een an der niveau liggen. ZIJLSTRA: Deze opvatting is ook de mijne. Een verplichte regeling ook voor kleine zelfstandigen zou ik slechts toegepast willen zien. indien zou blij ken a) dat deze groep zelfstandigen in een noodsituatie verkeert en daar b) uit hoofde van eigen initiatieven geen voorzieningen voor treft. Dit was dus het geval bij de AOW en de AWW. Maar het is niet het geval bij ziek tekostenverzekering, omdat in dit op zicht de kleine zelfstandigen voldoen de zelfwerkzaamheid blijken te ont plooien. Met andere woorden: Géén uitbreiding van sociale verzekerings wetgeving voor kleine zelfstandigen, in dien deze mensen zelf al voldoende voorzieningen hebben getroffen. VOORZITTER" Als ik het goed be grijp. verwerpt noch de heer Kramer, noch de heer Zijlstra principieel een bepaalde verplichting. U ziet het dus meer als een kwestie van praktijk, dan van principe" KRAMER Ik zou er wel een prin cipe van willen maken. Maar nog maals: bij de AOW en de AWW heb ik mij heel goed kunnen vinden. VOORZITTER: Meneer Van der Kaa? VAN DER KAA: In middenstands- kringen zijn sinds de invoering van AOW en AWW de principiële bezwa ren tegen verplichte sociale verzeke ring wel vervallen Maar ook ik spreek mij bij voorbaat niet uit voor iedere sociale verzekering voor zelf standigen. Elk geval moet je afzon derlijk bekijken. Volgens mij is de procedure voor de middenstand: 1. Je moet jezelf verzorgen; 2. Als dat zelf-doen tekort schiet zou de organi satie van een bepaalde groep kunnen trachten een oplossing te vinden; Als dat niet lukt. dient er een ver plichte verzekering te komen En het fbijbels) uitgangspunt hierbij is dan Heb ik ook een bepaalde verantwoor delijkheid voor mijn collega, die in moeilijker omstandigheden verkeert dan ik" PLOMP: Ik zit eigenlijk te springen om ook wat te zeggen. VOORZITTER: Het is een open fo rum PLOMP: Kijk. nu wc spreken over de middenstander en de werkgever zou ik willen onderscheiden in loon- dervings- en andere verzekeringen. Tegen eerstgenoemde dient inder daad voor zelfstandigen ..neen" te worden gezegd, dus dat is gauw klaar Maar nu die andere verze keringen. Terecht is zojuist opgemerkt dat in deze kringen AOW en AWW uit nuttigheidsoverwegingen zijn aan vaard. Bij mij wil het er echter niet in, dat je bij het verplicht stellen van bijvoorbeeld de ziektekostenverze kering voor de kleine zelfstandigen hun zelfstandigheid en verantwoorde lijkheid aantast. Want arbeiders en kleine zelfstandigen zijn toch maat schappelijk gelijke groepen? Ik bevind me met deze qualificatie in goed ge zelschap. want zij is afkomstig van Talma Nu kan de heer Zijlstra wel beto gen: Wat al in vrijwilligheid wordt ge daan moet je niet verplicht gaan stel len. maar dan moet hij ook kijken naar de gevolgen van dat vrijwillig verzekerd zijn. In vele plaatsen wordt een premie voor vrijwillige verzeke ring van liefst ƒ3.20 per week betaald Dat vind ik nu een onrechtvaardige behandeling, als je zegt: Mensen, doen jullie dat nu maar vrijwillig, want dat brengt je zelfstandigheid mee. Behan del deze kleine zelfstandigen rechtvaar dig en laat ze onder de sociale verze keringswetgeving vallen. KRAMER: Op mijn beurt popel ik om de heer Plomp tegen te spreken, want ik geef andere sprekers gelijk die zeggen dat de overheid aanvullend moet optreden, indien een groot deel der (kleine) zelfstandigen tekort zou schieten. En wanneer nu blijkt dat een groot deel der zelfstandigen 76 procent van ons volk is tegen ziekte kosten hetzij verplicht, hetzij vrijwil lig verzekerd dit wel doet PLOMP: maar onrechtmatig be last wordt ZIJLSTRA: Dat hangt van het in komen af. KRAMER: dan zeg ik: hier is be paald geen noodzaak aanwezig. En dan betwist ik, dat het onrechtvaar dig zou zijn als een zelfstandige op basis van vrijwilligheid een hogere premie betaalt. PLOMP: Over deze materie is in het Convent van Chr. Sociale Organisa ties uitvoerig gediscussieerd en even als hier, liepen ook daarin de menin gen uiteen. Ik zou hier evenwel wil len accentueren dat het C.N.V. uit drukkelijk op het standpunt staat dat dit stuk verzekering voor maatschap pelijk gelijke groepen in ons volk moet worden ingedragen. WIERINGA: Als je zegt: wat is die vrijwillige verzekering toch duur en: er is een verkeerde verhouding tus sen werknemers en kleine zelfstandi gen. voorzitter, als dit dan de ..rechts grond" moet zijn waarop kleine zelf standigen onder de verplichte regeling moeten komen, dan vind ik dat je toch wel uitermate zwak staat. Zijn er in de vrijwillige ziektekostenverzekering bepaalde mankementen aantoonbaar? Laat de overheid dan corrigerend op treden. bijvoorbeeld door hét verstrek ken van subsidies. PLOMP: Overheidssubsidie in deze zin wijs ik af. De overheid moet de ene bevolkingsgroep niet bevoordelen boven de andere. Naar mijn stellige overtuiging loop je met het huidige systeem van vrijwillige ziektekosten verzekering voor kleine zelfstandigen vast: er is een onevenredige verdeling van de kosten naar draagkracht! En in zo'n geval wil ik het middel van de verplichte verzekering rustig aan grijpen. U moest eens gaan informe ren in Eindhoven. Tilburg, Utrecht en Nijmegen, waar de hoogste premies liggen. Hoeveel mensen bedanken daar niet en redeneren: ..Dit kan ik niet dragen: dan maar niet verzekeren en als ik ziek word, zal ik wel wéér zien"" En de dienst sociale belangen betaalt! ZIJLSTRA: Voorzitter, ik moet u zeggen, dat ik een beetje bang word, als ik de ontwikkeling van die so ciale verzekeringswetgeving overzie. Indertijd is alles terecht prach tig van d? grond gekomen. Maar wat je op het ogenblik wel proeft is. dat men dit toe gaat passen uit hoofde van l'art pour Part. PLOMP: Niet vloeken, hoor ZIJLSTRA: het is dus de kunst om de kunst. Dat je gaat zeggen: Jongens, wat valt er nu nog te ver zekeren? Nogmaals: de omstandighe den noopten indertijd tot de opbouw van een verzekeringswetgeving, om dat zeer veel mensen anders in nood situaties-kwamen te verkeren. Maar is het niet zo. dat wij als verzeke ringsdeskundigen. die betrokken zijn bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid ten deze, moeilijk afstand kunnen nemen van de ontwikkeling? Ik heb zelfs sterk de indruk, dat men daardoor wat te gemakkelijk tot een uitbreiding besluit, terwijl de feitelij ke en praktische omstandigheden daar onvoldoende aanleiding toe geven. Per soonlijk meen ik die mentaliteit wel geconstateerd tc hebben. Dit mentale aspect speelt vandaag zeer zeker een rol. die naar mijn overtuiging zou kun nen leiden tot het verzeilen in een verzekering van de wieg tot het graf PLOMP: Waar is nu een teveel aan verzekeringen? Toon dat eens aan ZIJLSTRA: Dat zal ik. Een wettelijk verplichte ziektekostenverzekering voor kleine zelfstandigen is onjuist, afschaffing van de loongrens voor wachtgeld- en werkloosheidsverzeke ring is onjuist Werkelijk, er is een drang om dat hele gebouw van sociale verzeke ringswet nog hoger tc maken, meer mensen erbij te gaan betrekken, waar van ik zeg: als we niet op een bepaald mQment nuchter afstand van deze zaak kunnen nemen dan komen we inderdaad, tot een vrij algemeen, ie dereen omvattend en alles regelend verzekeringsstelsel Daar zou ik mij persoonlijk, hoewel ik ook werknemer ben en dan alle zegeningen ten deel zou krijgen, beslist niet gelukkig, ja zelfs afkerig van voelen Die ontwik keling zou ik een halt toe willen roe pen. Goed. ik ga nog akkoord met de hui dige wetgeving, inclusief die concen tratie van ziekte-, invaliditeits- en on gevallenverzekering in één arbeidsonge schiktheidsverzekering. maar het ge bouw is daarmee af. Laten we nu pro beren onze energie te richten op het wat overzichtelijker maken van het hele stelsel, want het is vandaag voor een kleine zelfstandige niet meer bij tc fietsen, voorzitter, om dat allemaal op oen redelijke wijze in zijn boek houding te verwerken als hij er geen meneer voor heeft. Verbeter en ver eenvoudig de wetgeving en dan is Nederland, geloof ik. sociaal voldoen de verzekesd tegen alle mogelijke eventualiteiten. VOORZITTER: We zitten nu tegelijk midden in punt twee, daar gesteld werd dat bepaalde groepen werkne mers ook teveel verzekerd worden. ZIJLSTRA: kunnen worden. PLOMP. Als ik zo hoor van de heer Zijlstra: Verzekering van de wieg tot het graf. dan zeg ik. Nou, zover zijn we in Nederland nog lang niet VOORZITTER: Moed houden PLOMP: Ja, dat zullen we. Ik moet u zeggen, dat ik niet zo bang voor die uitbreiding ben. Natuurlijk, een brand verzekering ZIJLSTRA: Gaan we die ook tot een verplichte volksverzekering ma ken? PLOMP: Neen, dat is niet nodig, wilde ik zeggen. ZIJLSTRA: Precies. En dat andere ook niet. dat was mijn stelling. PLOMP: Er werd zo-even zelfs over de tafel gefluisterd: gezinsverzorging. Momenteel vind ik dat nog niet nodig. Maar als je in grotere moeilijkheden komt door de hele zich wijzigende structuur van ons maatschappelijk le ven. dan wil ik daar in de toekomst óók nog wel eens over praten. VAN DER KAA: Bepaalt dus de welvaart de uitbreiding van PLOMP: Niet de welvaart, maar de wijziging van de maatschappij-struc tuur en de wijziging in het optreden van calamiteiten. Je moet je voorzie ningen dus aanpassen aan de tijd waarin je leeft. Hoeveel mensen lopen er nu niet naar de zenuwarts" Toen ik een jongen was. kwam dat praktisch niet voor. Overspannen vrou wen: vroeger lang zoveel niet en nu wel. Hoe komt dat? Omdat de struc tuur van de samenleving is veranderd. Nu is het vaak een zenuwenbaan om te leven VOORZITTER: Dat komt natuurlijk van de produktiviteitsverhoging PLOMP Daar laat ik me niet over uit Maar ik wil nog even ingaan op wat de heer Zijlstra zei over het streven om de loongrens bij de werk loosheidsverzekering weg te nemen. v\ at hij onjuist acht Ik voor mij zeg er ,.ja" op en ik zeg bovendien, dat dit streven niet in de laatste plaats is gracccntiieerd door het optreden van de christelijke vakbeweging. Scherper gesteld het is een eis van christelijke solidariteit om geen loongrens meer in de werkloosheidsverzekering te handhaven. Waarom moeten nu men sen uit een bedrijf, als de ongunst der tijden daar eens slachtoffers maakte, order een zekere loongrens nu 7450- straks 8050. die solidari teit wel onbrengen en de groep uit het - Ifde bedrijf die daarboven zit. niet? Waarom moeten zij voor zich zelf zorgen" De solidariteit, wilt u: de christelijke naastenliefde eist, dat die loongrens wordt weggenomen. Dit is dan ook een der argumenten, die de christelijke vakbeweging op dit punt stelt. ZIJLSTRA: Ik ben daar nog niet uit. hoor. Dat begrip solidariteit en naastenliefde wordt bij deze sociale vcrzekcringswetgeving naar mijn smaak te pas en te onpas gebruikt. In- haerent aan solidariteit is volgens mij nog altijd de vrijwilligheid. Maar hier wordt je een verplichte solidariteit op gedrongen en dat gaat mij te ver. Ik zeg er eerlijk bij dat ik niet weet wan neer het begrip solidariteit wel en wanneer het niet moet worden ge hanteerd, maar ik zie in ieder geval bepaalde gevallen, waarbij het naar mijn gevoel te ver gaat. Extra zwaar wordt het gemaakt doordat je dan als christen naastenliefde ten toon moet spreiden. Dan kom ik helemaal in de knoop, want dan kun je bijna niet meer met goed fatsoen ..neen" zeg gen. Want wie wil nu niet de christe lijke naastenliefde betonen? PLOMP: Als ik het algemeen overzie, dan mag ik de vrijheid heb ben om andere conclusies te trekken en dat op andere motieven te funde ren. ZIJLSTRA: Natuurlijk. PLOMP: en er is nog niemand geweest, die mij heeft kunnen aanto nen dat als je over solidariteit in dit begrensde verband spreekt, dit niet het element is dat doorslaggevend moet zijn om bij de werkloosheidswet de loongrens af te schaffen. KRAMER: Voor dat begrip solidari teit ben ook ik huiverig. Wat is die solidariteit bijvoorbeeld in genoemde werkloosheidswet? Waarom is men van werkgeverszijde tegen afschaffing van de loongrens bij de werkloosheidsver zekering? Omdat dan dus ook men sen met hogere posities eronder gaan vallen, die toch werkelijk niet stante pede op straat worden gezet, daar ze een ruime opzegtermijn hebben, ge bruikelijk: twee. drie maanden. Dan hebben ze toch al een grote mate van dekking, die ze anders zouden vinden in de werkloosheidswet? Op die ma nier heeft de solidariteit tot gevolg, dat de hoger gesalaneerden. die een minder risico hebben, mee mogen be talen aan de totale premiekosten. Dan zeg ik: nu gaat die solidariteit voor mij toch wel een zodanig aspect krijgen, dat ik moet waarschuwen: Wees uiterst voorzichtig met het han teren van dat begrip. W. Wieringa, te Rijnwijk, is algemeen secretaris van de Ned. Clir. Bond Overheidspersoneel en lid van de commissie sociale verzekering van het C.N.V. Hij is reeds tien jaar gesalarieerd bestuurder van de N.C.B.O. en was voor zijn huidige functie werkzaam als gemeente-ambtenaar in Rijswijk. Mr. M. G. van der Kaa, te Rijswijk, is directeur-secretaris van de Chr. Midden stands Bond en sinds 1954 bij deze C.M.B. in dienst. De heer Van der Kaa, die in Utrecht zijn universitaire studie volgde, is thans o.m. lid van de Ziekenfondsraad, lid van de commissie sociale verzekering van de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf en voorts secretaris van de sociale commissie C.M.B. Drs. R. Zijlstra, te Voorschoten, is algemeen secretaris van de Ned. Chr. Boeren- en Tuindershond en sloot kortgeleden zijn economische studie aan de V.U. af. Hij is sinds 1954 in dienst van de C.B.T.B. en volgde vorig jaar mr. B. W. Biesheuvel op als algemeen secretaris van de C.B.T.B. Had hij aanvankelijk de sociale sector voor zijn rekening, thans heeft hij vooral een organisatorische taak. Daarnaast heeft hij een aandeel in het buitenlandse werk en voorts is hij secretaris van de akkerbouw commissie C.B.T.B. Hij is bestuurslid van de Stichting van de Arbeid en plaatsver vangend lid van de S.E.R. Drs. Zijlstra is een broer van de huidige minister van financiën. H. R. Plomp, te Utrecht, is sinds 1953 secretaris van het C.N.V. en speciaal belast met de sector sorialc verzekering. Hij is lid van de Sociale Verzekeringsraad en voor zitter van de federatie van bedrijfsverenigingen. De lieer Plomp was voor zijn huidige functie werkzaam als C.N.V.-districtsbestuurder en bad zitting in het hoofdbestuur van de Chr. Bedrijfsgroepen Centrale. Mr. J. Kramer, te Den Haag, is secretaris van de Vereniging van Prot. Chr. Metaal- industriëlen in Nederland, tevens secretaris van de Vereniging van Chr. Werkgevers in het Bakkersbedrijf. Deze functies, die hij reeds 15 jaar vervult, aanvaardde hij destijds gelijktijdig met een secretariaatsfunctic van het Verbond van Prot. Chr. Werkgevers in Nederland. Sinds kort heeft de heer Kramer zich uil zijn functie bij het Verbond teruggetrokken. Hij is lid van de Ziekenfondsraad. J. D. Troostlicidc, voorzitter van de Prot. Chr. Journalisten Kring, was voorzit van dit forum. VOORZITTER: Als nu globaal zo'n 30 procent van het loon verplicht wordt gesteld voor sociale verzekerin gen en men gaat er nog meer verze keringen bij nemen, zodat het mis schien wel 40 procent wordt kom je dan langzamerhand niet zover dat je zegt: Geel me dit geld zelf in han den, dan kan ik het ook doen. maar dan onder eigen verantwoordelijkheid? PLOMP: Dc een kan dat wel. de ander niet. VOORZITTER: Ja, maar is dat een maatstaf? KRAMER: Maar waarom de een wel en de ander niet? Dat is buiten gewoon subjectief. PLOMP: Voorzitter, dat is niet sub jectief. Ik weet niet wanneer ik sterf. Gelukkig. Dus ik weet niet wanneer ik een weduwe nalaat. Ik weet ook niet, wanneer ik ziek word. Gelukkig. Net zomin weet ik wanneer ik een on geval krijg. Maar als ik het krijg en ik moet zelf betalen, dan kan ik dat individueel niet opbrengen. ZIJLSTRA: Dan verzeker je je er tegen. PLOMP: Daar kan ik me niet te gen verzekeren, hoor. KRAMER: En waarom niet? PLOMP: Omdat bij elke verze kering jé begint maar bij een in dividuele pensioenverzekering de omstandigheden waaronder je leeft en verkeert en hoe je er van binnen en van buiten uitziet, een rol spelen. Dan de particuliere ziektekostenverzeke ring. Als je die afsluit voor je gezin, dan speelt hierbij de gezondheid: zit je niet goed in elkaar dan nemen ze je niet eens, dan word je uitgeselecteerd. VAN DER KAA. Er is wel een verandering in het spel PLOMP: Dat weet ik. Maar hier heb ik vandaag mee te rekenen. VOORZITTER: Alles goed en wel, maar een feit blijft, dat iemand die bijvoorbeeld zes mille heeft kan gaan zeggen: Ik heb nu 6000, geef me nu maar die 30 procent erbij, dan heb ik 8000, dan kan ik de verzekeringen ook zelf dragen. VAN DER KAA: Pas in de laatste jaren is het mogelijk, dat we ons in de vrije sector behoorlijk kunnen ver zekeren. Het is toch jarenlang zo ge weest dat de verzekeringsmaatschap pijen zeer beperkt de ziektekosten wil den dekken. We hebben nu gelukkig een ontwikkeling, waarvoor we dank baar mogen zijn. VOORZITTER: Dat slot van vraag 3: ..Welk percentage zou voor de so ciale verzekering nog aanvaardbaar moeten worden geacht?", daar ben ik toch nog niet uit. ZIJLSTRA: Ik vind dat niet zo moei lijk, voorzitter. Als gevraagd wordt: ..Kan er bij de huidige omvang van de sociale verzekering al niet gespro ken worden van een onvrijheid in de besteding van het inkomen?", dan is hierop volgens mij en waarschijnlijk volgens allen slechts het antwoord ,,ja" denkbaar Want die 20 tot 30 procent is inderdaad een onvrijheid van besteding. Maar dat vind ik op zich zelf niet verwerpelijk, als ik van oordeel ben. dat de verzekeringen ver antwoord zijn. Bij eventuele opvoering van dat percentage mag je niet han teren: is het percentage nu 35 of 40 procent, maar: zijn de verzekeringen noodzakelijk, ja of neen" Kom je bij die vraag tot een bevestigend ant woord. dan moet je als consequentie accepteren dat daarmee weer een stukje inkomen niet vrijwillig besteed kan worden. KRAMER: Volkomen juist. Alleen nog deze kanttekening, namelijk dat de hoogten van de uitkeringen zodanig zijn. da,t er nog een heleboel aan ont breekt. PLOMP: Ik ben blij dat de heren Zijlstra en Kramer dit zo gesteld heb ben Opmerkelijk is ook. dat indien je de arbeiders betrekt bij de uitvoe ring van de bc'rokken sociale verze keringswetten dit een aanmerkelijk verschil maakt Uit eigen ervaring her inner ik me dat we bij een grote on derneming tegen de arbeid"rs zeiden: Jongens, de verantwoordelijkheid voor het bestuur van de afdelingskas leggen we in jullie handen. Simuleren was er toen niet meer bij. Dit gold dus afdelingsknssen die in de uitvoering van de ziektewet geoorloofd zijn In die gevallen beDleiten wij altijd: Laat de arbeider meespreken bij dc uitvoe ring van dc wet. Hoofdvraag: Voor welke groepen en in welke omvang zou de Sociale Verzekeringswetgeving moeten gelden en hoe ver zal men moeten gaan op hel pad der sociale verzekeringswetgeving 1Verdraagt een verdere uitbreiding van de sociale verzekeringswetgeving zich nog met bijvoorbeeld de maatschappelijke zelfstandigheid en persoon lijke verantwoordelijkheid van de middenstander- niet werknemer 2. Is de werknemer maatschappelijk afhankelijker en moet de sociale verzekeringswetgeving in de eerste plaats gezien worden als voor hèm bestemd? 3. Kan er bij de huidige omvang van de sociale ver zekeringswetgeving al niet gesproken worden van een onvrijheid in de besteding van het inkomen, omdat reeds een vrij hoog percentage aan sociale verzekeringspremies wordt ingehouden Welk percentage zou hier nog aanvaardbaar moeten worden geacht 4. Zou het overheidspersoneel opgenomen dienen te worden in de sociale verzekeringswetgeving, zoals die voor iedere andere werknemer geldt, of moet voor de ambtenaren gezien de aparte status van het overheidspersoneel - een afzonderlijke regeling gelden VOORZITTER: Tenslotte de laatste vraag: Moet het overheidspersoneel opgenomen worden in de sociale ver zekeringswetgeving, zoals die voor ie dere werknemer geldt, of moet voor de ambtenaren gezien hun aparte sta tus een afzonderlijke regeling (blij ven) gelden? WIERINGA: Het standpunt van ons, als christelijke ambtenaren-vakbewe ging. is: Een afzonderlijke regeling, behoudens dan natuurlijk het geval van de algemene volksverzekering A.O.W. en A.W.W., omdat hierbij geen spra ke is van de verhouding werkgever- werknemer. Waarom een afzonderlijke regeling? Omdat ambtenaren niet zonder meer loontrekkenden zijn, gezien dus de spe ciale positie en de taak van de over heid. Bij het overheidspersoneel gaat de verhouding werknemer-werkgever niet op. Neemt men nu die sociale verzekeringswetgeving, dan betreffen deze wetten behoudens A.O.W. en A.W.W. steeds de werknemer-werk gever-verhouding. die dus niet van toe passing kan worden verklaard op de verhouding ambtenaren-overheid. Dat is eenvoudig in de huidige staatsrech telijke vorm in Nederland onmogelijk. PLOMP: Ik ben een andere rrjening toegedaan. Punt één: de volksverze keringen behoeven geen discussie, daar zijn we het over eens. Punt twee: Wat de andere sociale verzekeringen betreft moeten wij daar per verzeke ring toch eens over gaan praten. Neem nu die nieuwe arbeidsonge schiktheidsverzekering, die dus een koppeling is van de huidige invalidi teits-, ongevallen- en ziekteverzekering. (Toch is er door deze nieuwe wet ook principieel wat veranderd: de arbeids ongeschiktheidsverzekering zal geen loongrens kennen, zal revalidatie in zich dragen en zal de omslagbasis heb ben. wat onder meer betekent, dat de uitkeringen meegaan met de ontwikke ling van het loonpeil). Met het zicht op deze nieuwe regeling zeg ik: daar moet het overheidspersoneel óók on der vallen. Om te beginnen al om het behoud van deze verzekering. Als nu de overheidsmensen eruit zouden trek ken, waarom zouden bijvoorbeeld de mijnwerkers en de zeelieden, die eveneens een aparte status hebben, dat ook niet doen? En als je een om slagstelsel in de wet brengt, dan moet je daar heel loontrekkend Nederland onder laten vallen. Indien men de ambtenaren uitzon dert. dan betekent dit, dat een man die bijvoorbeeld voor 30 procent inva lide is, niet meer in overheidsdienst kan treden. Want zou hij dat willen, dan verliest hij zijn 30 procent uitke ring! De doorvloeiing van het vrije re bedrijfsleven en naar de overheid en omgekeerd maak je voorts in feite onmogelijk door het innemen van dit standpunt Nogmaals: het overheids personeel moet onder de komende wet vallen en je moet het verder voor de ambtenaren van verzekering tot ver zekering eens gaan bezien. KRAMER: Daar ben ik het van har te mee eens. Ik zie ook helemaal niet in dat een man die op een ministe rie werkt een andere positie inneemt, dan een man die in Den Haag bij een handelmaatschappij of bij een verze keringsmaatschappij zijn arbeid ver richt. Eerlijk gezegd vind ik het een overtrokken begrip geworden, dat een ambtenaar een andere positie ten op zichte van de sociale verzekeringswet geving zou moeten innemen dan een andere werknemer. Staatsrechtelijk mogen er verschillen zijn, maatschap pelijk zeker niet. WIERINGA: Als het allemaal zo zou zijn als de heren Kramer en Plomp stelden, dan was ik het voor 100 pro cent met hen eens. Ik zou nog verder kunnen gaan: Waarom zouden wij dan bijvoorbeeld geen C.A.O. kunnen af sluiten met de gemeente Rotterdam, 'k Zou het best willen. WIERINGA: Nu is de vraag dus: Krijg je die kans en wil je hem heb ben? Je kunt rtaar mijn mening de overheid niet splitsen, zoals de twee heren dat kennelijk willen, in de over heid als gezagdraagster en daarnaast nog een stukje overheid als werkgeef ster. En waarom kun je niet ..opde len"? Omdat staatsrechtelijk die over heid in dit opzicht óók niet ..opdeelt". Voor elke cent die de overheid uit geeft moet verantwoording afgelegd worden tegenover de vertegenwoordi gers van het volk; daarom is er ook bij de ambtenaren geen sprake van een arbeidsverhouding hij is niet zonder meer loontrekkende! U rede neert beiden vanuit het arbeidsrecht, maar er is ook ambtenarenrecht. Zelfs de bekende statuscommissie, waarin toch ook prominenten uit onze refor matorische richting zitting hebben, komt tot de conclusie dat het onmoge lijk is ambtenarenrecht een onderdeel van arbeidsrecht te maken: om bij voorbeeld de aanstelling om te zet ten in een arbeidsovereenkomst, om de sociale verzekeringswetgeving zon der meer voor ambtenaren in te voe ren: die moet worden aangepast aan het ambtenarenrecht, zodat het er een onderdeel van kan worden. Dit prin cipiële verschilpunt is een gegeven feit, waaraan niet valt te tornen. Daar om verkeert de ambtenaar in een af hankelijke positie, die hij heeft te aan vaarden. En daarom passen daarin niet uw maatregelen, want die heb ben een andere basis. En nu zijn er dus mensen die zeg gen: laten we ze er toch maar bij be trekken VOORZITTER: Daar zouden we nog wel een hele dag over kunnen discus sieren', geloof ik PLOMP: Toch wil ik nog een kor te slotopmerking maken. In C.N.V.- kring is deze kwestie nog géén uitge maakte zaak. In ieder geval: C.N.V.- bestuurders hebben meegewerkt aan een rapport waarin duidelijk tot uit drukking komt dat ambtenaren onder de arbeidsongeschiktheidsverzekering, onderdeel dus van de sociale verzekê- ringswetgeving, moeten gaan vallen. We hebben over deze zaak ook al een studieconferentie gehad, waar de ge dachte is besproken: ..Dc overheid als werkgeefster sluit een overeenkomst met personeelsorganisaties en laat die overeenkomst, getoetst aan het alge meen belang, sanctioneren in de Ka mer". We kwamen daar niet tot een conclusie en stelden een commissie in, die in het bijzonder dc verhouding ambtenaar-sociale verzekeringswetge ving nader gaat bestuderen. Het CNV. staat vooralsnog op het standnunt. dat de ambtenaren onder de toekom stige arbeidsongeschiktheidsverzekering zullen moeten komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 6