mozaïek-kunst 1 ""der
r
rarijse antijuair
STAB AT MATER EN
S KERSTLIEDEREN
^Paradijó
expositie
HET ORGEL
NEUSVLEUGEL DER MUZE
0
ZONDAGSBLAD
in een kelder onder een dameskapsalon
YVONNE DE BREMOND D'ARS
SCHREEF MEESLEPEND BOEK
Een verhaal van een
DE
VAN NU
AF AAN
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1960
E
yan onze kunstredacteur)
ET Haagse St. Jacobs-
straatje, naast de Her-
irmde Nieuwe Kerk aan
et Spui, had in het verle-
ccn niet al te beste
lam. Het heette toen Pad-
cmoes en men vond er
tel wat bordelen, alsook
•oegen met animecr-mcis-
en prostituees. Vlak
last die beruchte straat
erd in 1649 de eerste steen
jlegd voor de eerste spe-
aal voor de protestantse
Idienst te bouwen Nicu-
ic Kerk.
Die kroegen en huizen van ple-
L- vindt men er thans niet
meer. Het is een heel klein net
straatje, een steegje met wat
oude huisjes, die t.z.t. wel eens
in het saneringsplan zullen wor
den opgenomen. Het is nog een
van de weinige stukjes typisch
J iele van
en simpel Is. maar die toch een
geheel eigen sfeer heeft. Die
sfeer is er ingebracht door de jon
ge kunstenaar Peter Polderman,
der de dameskapsalon moest pro
ductief worden gemaakt. Met al
lerlei middelen hebben Peter Pol
derman en Lon Kording getracht
het benodigde geld te krijgen voor
het voortbestaan van deze ge
heel eigen expositie-ruimte in Den
Haag. Ze gingen op reis met an
tiek, ze gingen sneltekenen. ver
schenen op kunstmarkten en in
grote magazijnen. Maar het doe!
om zelf te kunnen leven en dan
tevens de jonge kunstenaars
oud Den Haag. Op de hoek
Jacobsstraat kunst.
het Spui en
is al heel wat jaren een kapsa
lon, die later in de St. Jacobs
straat is uitgebreid met een spe
ciale vrouwenafdeling. Een klein
trapje voert naar een klein, ver-
tref
die daar al enkele jaren antiek helpen was niet zo eenvoudig tc
tentoonstelt en bovendien exposi- verwezenlijken,
tios organiseert van eigentijdse
Geen geld
D"
'eter Polderman (links) en Jun
)livier in hun Padmotkelder hij
ct gesuggereerde tuintje met
mozaïek-legels.
Mozaïek
EEN kleine mozaïek-tentoon
stelling heeft Peter Polder-
uooi ecu mem. ver- echter niet veel geld In het la- man tot een hieuw initiatief ge
waar een 1on°e kanoer en U®- Peter Polderman heeft het bracht. Die mozaïek-tentoonstel
waar een jonge Kapper en #>n gctivitejt ontbro_ ling had namelijk nogal de aan
dacht van architecten, die vaak
..zitten" met een behoorlijke ver
den met enorm veel enthousias- siering van gebouwen en kerken,
me aan het werk gegeven en Ook tuinarchitecten kwamen kii-
zorgden voor het debuut van heel ken om te zien wat je door mld-
wat jonge kunstenaars. Om te del van mozaïek kunt bereiken. Ze
kunnen leven was het alles ech
ter niet voldoende, ook niet de
twee jonge charmante kapstertjes aan ac
licel wat klanten bedienen. Spe- r^.' KnrH?^ 7^ hAhhAn
ciaal uit de kunstwereld komen er Yon K°rd'ng. Ze hebben zich bei-
daar naar toe, naar dat kleine on
ooglijke straatje in het hart van
Den Haag.
Onder die dameskapsalon is
een keldertje, dat heel toepasse
lijk de Padmoskelder is genoemd.
Een in tweeën
voert naar een lager
ruimte, die misschien wat donker heid komen. De kleine kelder on-
Ec.plit.tc deur leuke inrichting v.n de kelder
lager gelegen Er moest een bcstaansmogelijk-
ÏATUURLIJK heeft de muze
f een neus, en een welgevorm-
I bovendien. Socrates roemde
jn hobbelige neus als schoon,
lidat die zo goed de adem door-
|t. Het nuttige was bij hem het
ihone. Maar de echte klassieke
riek hechtte aan dc schone
>rm. Dc muze was bij hem een
loolc vrouw, van een onpersoon-
fce, abstracte schoonheid. WIJ
jdendaagse mensen ervaren
muze" als een begrip: dat van
i artistieke inspiratie. Voor ons
het dus al een beetje gedurfd
h van de neus der muze te
(reken. Men denkt dan aan geu-
In: van bos, veld en waarom
Ik niet van keuken. Mcrkwaar-
|g dat dc schrijver op bijna el-
bladzijde van zijn roman vcr-
ladt, dat hijzelf over een gc-
>elig en kieskeurig reukorgaan
schikt- Reukgewaarwordingen
rmen een integrerend deel van
mediterend bewustzijn. Tc-
het einde van het bock, dat
:hzelf aankondigt als een ro-
van de film, zinspeelt dc
teur zelfs op dc mogelijkheid
II een film met geuren.
[s spreken over de neus van
muze al subtiel, nog subtie-
wordt het noemeah van de
svleugel der muze, enkelvoud
gal liefst. Een ruikende neus
n prozaïsch zijn, maar een be-
gende of trillende neusvleugel
jst op een geestelijk surplus,
genover geest staat vlees: wel-
I, een bewegende neusvleugel
Itkcnt het vlees niet (tiet mag
|lfs gebraden vlees zijn), maar
[egt er een geestelijke dimensie
Filmmaniak
lEZE korte inleiding brengt
ons misschien meer recht-
eks tot de auteur en tot zijn
dan het gebruikelijk naver-
van de Inhoud. Johan Dais-
is de schrijversnaam, waaron-
dr. Herman Thiery, geboren
b2. zijn gedichten, essays, ro
ans en toneelwerk publiceert.
Thiery is stadsbibliothecaris
werkelijk het idee heeft een ro- levende mensen, al ruiken we
man onder handen te hebben. hun parfum. Ze blijven spelemei-
#;1,enpe lieden aan dc glanzende op-
vïfLÏÏTdl pervlakte des levetu, Jui.t teals
dat in glamourfilms gebeurt.
ontdekten dat die gewone tegels in
een tuin veel meer betekenis kun
nen hebben dan alleen als loop-
vlak. Dat deel van de tuin waar
tegels liggen ziet er over het al
gemeen zo grauw en grijs uit. zo
zonder enig reliëf.
En binnenhuisarchitecten zagen
ook welk een prachtige wer
king het mozaïek kan hebben bij
de inrichting van huizen. Het mo
zaïek dat kleurrijk of bescheiden
kan zijn, maar altijd een functie
vervult.
Toen kwam de idee. Peter Pol
derman en de mozaïckkunstenaar
Jan Olivier wilden iets voor die
architecten gaan doen. Ze preten
deren echt niet het buskruit te
hebben uitgevonden. Ze willen
slechts een dienende functie ver
vullen, een functie die zich geheel
aanpast bij het op te trekken ge
bouw of ae aan te leggen tuin.
Beiden kregen een gedegen kunst
opleiding en bezitten smaak. Bo
vendien zijn het kundige hand
werkslieden. Met deze eigen
schappen- als achtergrond hebben
ze nu die kleine Padmoskelder
omgetoverd in een permanente
showroom voor mozaïek. Ze heb
ben wandmozaïeken opgehangen,
ze hebben een imitatie-tuin inge
richt en ze hebben mozaïektafels
neergezet. Een belangrijke factor
hierbij is dat ze al die mozaïe
ken samenstelden uit Nederlands
materiaal. Er zijn namelijk heel
wat mozaïekkunstenaars, die me
nen dat alleen het materiaal uit
het buitenland bruikbaar is. Pe
ter Polderman en Jan Olivier me
nen dat dit een sprookje is en to
nen aan, dat ook Nederland vol
doende rijkdom bezit.
len, die de een of andere ver
siering in of aan hun huis of kerk
of in- hun tuin wensen, eens ko
men kijken en praten. De beide
jonge kunstenaars hebben zelfs
een hele staalkaart van mozaïek
motieven samengesteld en door
middel van planten hebben ze een
tuin gesuggereerd. Bovendien or
ganiseren ze eens per week een
cursus in het mozaïek-zetten.
Daarvoor is nu reeds veel belang
stelling, ook van de zijde van
amateurs.
Elk woensdagmiddag vindt u
Naar aanleiding van Johan de kunstenaars in de Padmoskei-
Daisne, Dc Neusvleugel der der, kunt u hun produkten bekij-
Muzc. Een roman van de film, ken en kunt u ideeën opdoen. Zo
uitgave Uitgeversmaatschappij zal die Padmoskelder toch nog
N.V. Standaard-Bockhandel, een centrum kunnen worden, een
Amsterdam. centrum van mozaïek-kunst.
Onder de dumeskupsalon op de
hork van het Spui en de St. Ja
cobsstraat te Den Haag bevindt
zich de Padmotkelder, tvaar thans
l'eter Polderman (links) en Jan
Olivier rechtshun mozaïek
kunst vertonen.
IlilllllH
KRONIEK van een voorval uit de wereld der antiquairs
in Parijs. Een verzamelaar laat een enorme, zeer fraaie
en waardevolle collectie antieke meubelen en kunstvoorwerpen,
san zijn vijf nichtjes als erfenis na. Executeur testamentair is
zijn broer, een heel oude vrijgezel. Het testament stipuleert dat
ie collectie niet mag verkocht worden, maar tussen de vijf
nichtjes „in natura" verdeeld moet worden en wel zo dat elke
jonge vrouw datgene krijgt wat het beste met haar persoonlijk
heid harmonieert, het meeste tot haar geluk kan bijdragen.
Het noverober-nummer van het
maandblad ..Het Orgel" (ultg.
van de Ned. Organisten Vereni
ging, Soetendaalseweg 39b, Rot
terdam) opent met een beschou
wing van dr. Gustav Fock over
,,De laatste vier uitvoeringen
voor de N.C.R.V." met onuitge
geven orgelwerken van dc Ne-
derlands-Noordduitse School.
Harry Mayer schrijft over ..De
opdracht voor de kerkmusicus"
en gaat daarbij uit van de bijbel
se opdracht, die aan deec arbeid
bestaansrecht, zin en doel ver
leent.
„De opdracht tot beoefening
der kerkmuziek ligt verankerd in
Gods Woord. Dit is voldoende
voor ons. Daarom vinden we het
ook niet zo belangrijk, dat de gro
te retormatoren inzake de kerk
muziek onderling er zo geheel
verschillende meningen op na hiel
den. In de Bijbel ligt ook de op
dracht voor het kerkelijk orgel
spel. Een heel mooie opmerking
over de slechte orgelmuziek
maakte destijds de laat-romanti-
sche Duitse componist Arnold
Mendelssohn (1855-1933): „Wan
neer het moderne orgel door
zweiinrichtingen van mechani
sche, elektrische of wat voor
aard. ook het levende op cn af
van de zan-g of van de orkestmu
ziek nabootst, dan herinnert me
de werking die zulks op mij uit
oefent. aan die welke ik in het
panopticum onderga: diens fi
guren spiegelen, ons leven voor,
daar ze echter dood zijn, wekken
ze afkeer. Het subjectieve espres-
sivo is goed voor wereldlijke mu
ziek. in de kerk is het misplaatst,
want het espressivo drukt een
vergankelijk gebeuren, iets indi
vidueel menselijks uit; in de
kerk gaat bet echter over het bo-
ven-persoonlijke, het eeuwige, dat
met tijd cn in haar afspelende
gevoelens niets van doeo heeft.
Daarom heeft het zijn goede re
denen, dat de kerkmuziek de voor
keur geeft aan de strenge vor
men. Ze zijn symbolen van de
eeuwige ijzeren wet, tegenover
welke het overheersen van het
licht melodische met homofone
begeleiding geschikter is voor de
uitvoering van subjectieve, we
reldlijke gevoelens".
W. P. L. Bakker schrijft over
het 2e orgel in de voorm. Sint
Licvcns Monsterkerk te Zierik-
zee. Cor Kroonenberg over de «0
jaar geworden Cor Kee en A.
Risselada over „Llibecks orgel-
pracht".
nend, maar grenst soms aan het
groteske. De lezer zal ook moei
te hebben om de roerende zeker
heid van de schrijfster te delen.
dat een met stijlmeubelen en a 1
ideaal heringericht huis, karak- Wie was Don Uuicnot
ters, levenshoudingen en -wijzen
C. RIJNSDORP
gaat echter geheel verloren in de
beschrijving van reeksen fuifjes
en uitstapjes, in herinneringen
aan en zinspelingen op talloze,
met namen en jaartal aangedui
de films èn voorts van details,
die beter zouden passen in een
culturele correspondentie of reis
beschrijving. Van een ontwikke
ling, spanning, ontknoping is geen
sprake.
Geen roman
TT ET boek is geen roman, geen
essay of causerie over de
filmkunst, geen reisbeschrijving,
geen echt of gefingeerd verslag
van drie bijgewoonde filmfesti-
vals-plus-entourage, maar iets dat
uit deze drie bestanddelen is bij
eengeschreven. De grondtoon van
het boek is een jongensachtig S^IOACCHINO ROSS1Nl
enthousiasme voor de film, haar (17921868) toas eigen-
gescliiedenis, haar mogelijkheden, wei een iieei merkwaar-
hair helden en heldinnen kort- di m Kort i„s
wereM va5 hefwilw d^D?.' h«el-kort« Ieiwiwchtl.
iTngénsaehtigï dwepert? is «tm. die aldus luidde. Een Italiaan, wiens pader en moeder
overgroeid Miu men bijna ree- mueikaal toeren. GloeceWno u„f reeds Droeg blijk non grote mun-
gen, door in de loop der jaren kaliteit en van enorme luiheid. Toen hij een jaar of dertig was
opgedane deskundigheid en erva- vestigde hij zich in Parijs en publiceerde daar o.m. „Willem Teil",
ring, en door een zeker gerijpt „Ofelio" en „De Barbier va:i Sevilla". Toen hij voldoende ver-
,at d<j 'diend had „rustte hij op z'n lauweren". En dat heeft hij negen en
dertig jaar volgehouden"
De oude man draagt de uitvoe
ring van deze uiterst delicate taak
aan de schrijfster op die een zeer
bekende antiquair is in Parijs. Ze
moet dus kennis maken met de
yljf jonge vrouwen, hun persoon
lijkheid peilen, aanvoelen wat het
„equivalent in antiquiteiten" van
elke persoonlijkheid is en dan
haar beslissingen nemen. Ze aan
vaardt deze voor een antiquair
bijzonder fascinerende opdracht
met enthousiasme.en brengt hem
tot een triomfantelijk einde.
Boeiend
waardig om door een Balzac
verwerkt te worden en men kan
slechts met spijt en weemoed er
aan denken, wat een gloedvol, ge
heimzinnig en geheimen onthul
lend psychologisch verhaal dan
ontstaan zou zijn. Wat de schrijf
ster biedt, is niet geheel bevredi
gend. Ze is op haar best wanneer
ze als antiquair-decorateur aan
het woord is. Haar beschrijving
van de verzameling die in een
reusachtig groot en erg verwaar
loosd pand in de rue Lafayette is
ondergebracht, is subliem. Even
beeldend beschrijft ze de vijf mi
lieus der jonge vrouwen. Het
merkwaardige is dat ze het uiter
lijk der vrouwen ook met de in
ventariserende precisie van de
ras-antiquair presenteert. Dit is
kostelijk gedaan. Waar ze echter
te kort schiet, is de psychologie.
Haar toekenningen der stijl-equi
valenten aan de nichtjes zijn al
lerminst overtuigend omdat haar
categorieën al te simplistisch zijn
het
als bij toverslag in een gelukki
ge zin zal veranderen.
Naïviteit
TVT alles getuigt van een frisse
naïviteit, die men slechts
zelden treft In de moderne Fran
se letteren en die misschien aan
leiding geweest is tot de bekro
ning van dit boek door de Acadé
mie Frangaise, In het weergeven
der dialogen en in het schetsen
van een psychische situatie mist
men het ware meesterschap. Er
zijn te veel pijnlijke clichés, te
veel zinnen met een valse onder-
of boventoon en te veel kwasidiep-
zinnigheden, zodat men dergelijke
passages zelden zonder een zeke
re malaise kan lezen.
Toch is het ondanks deze be
zwaren een meeslepend boek.
Misschien omdat het aan een
haast alle rekwisieten aanwezig
zijn: het ontdekken van een ver-
enthousiaste optimisme «Jn: net ontaeKKen van een ver-
waarmee ze naar haar besliann. $°r««n .«hat. de oude tovenaar,
gen toehuppelt
wel ontwape- de «o®d® f<
gelukkig ge
maakte jonkvrouwen. We zijn blij
epicurisme. Opvallend is
tragische accenten ontbreken,
worden hier en daar zo langs de
neus weg, met name uit Polen,
verschrikkelijke gebeurtenissen
uit de jongste tijd gereleveerd.
De tourist geniet er niet minder
Die levensschets is natuurlijk TN DERDAAD, Rossini was voor
maar heel erg summier, maar 1 de Opera Buffa geboren, de
tekent toch wel even de compo- komische opera. Dat opera-ele-
Men krijgt de indruk dat de nist, die een6 hevig bewonderd of ment ontdekt men ook in het
schrijver diepgang en tragiek be- hevig verguisd werd. Hij werd zo „Stabat Mater". Zijn de eerste
wust uit de weg gaat; dat het bewonderd dat Beethoven eens aria's van de tenor en de bas geen
hier een kwestie is van een le- was genoodzaakt bij de eerste uit- typische voorbeelden van Rossi-
vensfilosofie, die meer esthetisch voerjng Van een zijner symfonie- nPs' operastijl? Hier is toch niet
dan heroïsch is. cn een arja van Rossini te laten zo veel van dc diepzinnigheid van
Wat hier beoefend wordt, is zingen om de zaal vol te krijgen, het Stabat Mater-begin. Hoe
een kunst van tiet glanzende op- Schumann moest mets van Ros- kwam Rossini eigenlijk tot dit
pervlak Ook in het kwaad wil slni's muziek hebben netzomin Stabat Mater* Werd het goede le
de auteur niet te diep boren. De als de Wagner-bewondcraars. die
ik-figuur praat aan het eind van een heel ander dramatiscn jac-
het boek met een Jezuïetenpater aal voorstonden. Volgens a?-
en gaat zich voorbereiden op zijn ner zelf was het alleen uossini s
Pasen. Een epicurisme dus, dat originaliteit, die ,,ons ergerae
zich niet volstrekt van geloof en En Heinrich Heine zei: „De
kerk wil verwijderen.
En Heinrich Heine zei: „Dc ver
achters van de Italiaanse muziek
ai u v ri-» h» vio zullen eens in de hel hun welver-
Als hot waar is. dat de Vla- dienje straf njet ontgaan en zij
ing iemand is, biji wie de geest llen mjsschicn veroordeeld wor-
zijn roman „Dc Neus-
_er Muze" is kort gclc-
bekroond met de driejaarlijk-
Belgische staatsprijs. Van een
■ige is in het boek nauwelijks
ake. Een filmdeskundige. ma-
bk kan men wel zeggen, die
m zijn voornaam merkwaardi-
rwijze Thiery heet (wat aan
jt werk een autobiografisch ac-
[nt verleent), een filmdeskundi-
dus bezoekt achtereenvolgens
'ie filmfestivals: het eerste in
hokke. het tweede te Mariénské
izne (het vroegere Marienbad)
het derde aan de Kaukasische
|vièra, het Russische vakantie-
i herstellingsoord aan de Zwar-
Zee: Sótsji. Thiery heeft
'iendschap opgevat voor een
(nerikaans filmpaar: Donald
lawks en Enid Dukington. Deze
Hendschap is wederkerig, maar
Ijft voor en na oppervlakkig, al
hg de ik-figuur dan op een keer
filmster gedurende een och-
hd gezelschap houden, bij welke
[legenheid, na een gemeen-
(happelljk bad in zee. de film
er zo genadig is haar begelci-
|r een kus toe te staan. Dit is
I enige episode in het gc'.ielc
lek, waarbij men al lezende
vlees eet (een uitspraak, die de
auteur tn zijn roman enlgte ma
len aanhaalt), dan is Johan Dais
ne blijkens dit boek een verfijn
de en tot op zekere hoogte we
reldse Vlaming. Wij. van boven
de Moerdijk, bespeuren in zijn
geestelijke wereld de smaak, de
geest en de geur van oude stij
len van leven en kunst, die in
zullen misschi-.. ------
den tot in alle eeuwigheid niet an
ders te horen dan fuga's van
Bach" Merkwaardig eigenlijk,
want Rossini zelf had de grootste
bewondering voor Bach, die hl.'
„een wonder van God" noemde
Die bewondering voor Bach
hield echter niet in, dat Rossini
zich ooit ernstig met het contra
België duidelijker zijn blijven punt "heeft beziggehouden. Dal
nangen dan in Noord-Nederland. was voor de opera niet nodig en
Daisne is geestelijk een oomzeg- bij wilde alleen opera-componls'
ger van Karei van Je Woestijne zjjn. Contrapunt was alleen voor
en Louis Coupérus. maar achter de kerkmuziek gewenst. En kerk
het fin-de-siècle bespeurt men res- muSjcus vvilde Rossini nlmmei
zijn. Tussen 1810 en 1829 schreef
Rossini niet minder dan 38 ope
ten van romantiek en herinnerin
gen aan rococo, barok en zelfs Go-
thiek. Dat de roman, die zo vol
strekt hedendaags is. dit verle-
den als atmosfeer weet op te roe- ni dan ook no(J veertig jaar n«
pen. zegt wel iets ten gunste van zjjn iaatste opera „Willem Teil'
- gecultiveerdheid en de ver- Het Stabat Mater uit 1832 getuig
ineens afgelopen, al leefde
boncfenheld met zijn geboorte
grond en de geschiedenis daar
van, van de auteur.
Maar dit alles neemt niet weg
dat, wanneer men dit boek als
roman beoordeelt, men niet an
ders kan doen dan, hertialende,
staande houden dat dit knappe,
analytische, beschrijvende en ba
dinerende proza geen roman is,
maar een hybridisch geval, bij
eengehouden door de ontwikkel
de smaak, de fijne kennis en de
schrijfvaardigheid van de auteur.
Er gebeurt in het boek nagenoeg
niets; de figuren worden geen
de nog van Rossini's grote genia
liteit. Ook zijn „Petite Messe So
lennelle" uit 1863. De aanteke
nlng op de laatste bladzijde yan
deze Mis geeft enige kijk op Rossi
ni's intenties als componist-
„Goede God ziedaar mijn ar
me kleine mis is beëindigd. Is
het nu gcwijdi muziek, die ik
maakte, of vervloekte muziek
(Musique sacrée ou Sacrée musi-
que)? Ik ben voor de Opera Buf
fa geboren. Gij weet het. Weinig
kunde en een beetje hartelijkheid:
alles is er Zij dus gezegend en
verleen mij het Paradijs".
De Zwitserse sopraan Maria Stader,
die in het Stabat Mater van Rossini
(opgenomen door de D.G.G.) dc
sopruan-purlij zingt.
ven hem te veel en drong er iets
van een geloof in hem door? Heel
precies weten we dat niet. maar
in ieder geval begon hij met het
Stabat Mater toen hij eens met
een vriend een klooster bezocht,
daar aan tafel de wijn „lacrlmae
Christi" (tranen van Christus)
dronk en diepbewogen en dank
baar de abt een stuk muziekpa-
pier met enkele noten overhan
digde. Het waren de eerste noten
van het Stabat Mater. Hij heeft
het werk voltooid en het ook
voorzien van contrapuntische kun
digheden.
Men moet dit Stabat Mater
niet zien als een stuk kerkmuziek,
maar als een religieuze ontboe
zeming van een opera-componist
en als zodanig is het van een on
geëvenaarde schoonheid. Het pas
te bovendien geheel in die tijd,
waarin prima donna's aandoenlij
ke Ave Maria's zongen met gro
te coloratuur-Fertigkeit. Men kan
in het Stabat Mater dan een
danskaraker vinden in het „Sanc-
ta Mater", in het „Quando cor-
dus" is er een verstilling en een
ipnigheid, zoals daarna maar wei
nig bereikt is. Het is een harts
tochtelijke hymne geworden, ge
wijd aan de Moeder van Smarten
DE DEUTSCHE GRAMMO-
PHON GESELLSCHAFT heeft
dit werk op de plaat gebracht in
een zeldzaam ontroerende uitvoe
ring door het Rias Symfonie-Or
kest, het Rias Kamerkoor, het
koor van de St. Hedwigskathe
draal te Berlijn-Oost. de sopraan
Maria Stader, de alt Marianna
Radev, de tenor Ernst Hafllger
en dc bas Kim Borg. Het geheel
o.l.v. Ferenc Fricsay (30 cm.
ulaat LPM 18540)Deze uitvoe
ring is geheel in de echte Rossi-
ni-stijl, zonder een alt en zwaar
accent op het opera-achtlge. Het
s een intens bewogen uitvoering
geworden, waarin alle uitvoeren
den hun hoogste troeven uitspe
len en die als voorbeeld voor al
le uitvoeringen van dit Stabat
Mater mag gelden. Wie dit werk
als een stuk pure muziek onder-
gaat, zal er diep door geroerd
worden.
DU HET naderen van het Kerst-
D feest Is het misschien goed
hier even tc wijzen op twee uit
nemende platen met Kerstliede
ren. Het verband tussen het Sta
bat Mater cn het Kerstfeest is
trouwens niet zo ver te zoeken,
want de kribbe van Bethlehem is
niet los le maken van het kruis
VI* NAAi-b I
IN (►tAAT
op Golgotha. DE DEUTSCHE
GRAMMOPHON GESELL
SCHAFT bracht een Kcrstlicde.
renplaat uit onder de titel „Lie-
der zur heiligen Nacht", waarop
een groot orkest, een koor en
klokken de bekendste Duitse
Kerstliederen uitvoeren, o.m.
„Stille Nacht", „O Tannenbaum"
„Leise rieselt der Schnee" „Vom
Himmel hoch", „Es ist ein Rös'
entsprungen", „Alle Jahre wie
der en „Ihr Kinderlein kom-
met". (25 cm. plaat LPE 17070).
De uitvoering is prachtig, zonder
opgelegde sentimentaliteit, die zo
vaak gebruikelijk is bij Kerstlie
deren. Het niet genoemde koor
zingt voortreffelijk en het orkest
past zich hierbij volkomen aan.
Een voorbeeld voor Kerstliede-
renzang.
TTEEL MOOI is ook het kleine
AJ plaatje dat ARC uitbracht met
Kerstliederen van het Heldria
Meisjeskoor o.l.v. Max Punt met
Henk Herzog aan het orgel (45-
toerenplaat AG 1019). Zoals deze
Haagse meisjes „Midden in de
winternacht", „Ere zij God",
„Nu zijt wellekome" en ..Mijn
knaapje, zijn uw oogkens moe?"
zingen, is van een grote zuiver
heid en doorzichtigheid. Deze
zang is bijzonder goed geleid en
de begeleiding en bewerking van
Herzog zijn te roemen,
Om nog even bij dit Heldria
Meisjeskoor te blijven: ARC
braent het ook uit op een plaatje
met geestelijke liederen onder de
titel „Van u zou 'k willen zin
gen(45-toerenplaat AG 1013),
Zowel dit tltellied als „Zegenbe
de", „SlBap mijn kind" en „La
Nult" worden uitstekend uitge
voerd, weer begeleid door Henk
Herzog.
CORN. BASOSKI.
en verrukt en dit des te meer
omdat het sprookje op de koop
toe ook nog waar is.
L. WEIDINGER
„C'cst arrivé en plein Paris"
van Yvonne de Bremond d'Ars.
Ultg. Henri Lcfcbvrc, Editeur
d'art, Paris).
Wie was Don Quichot, door
Rafaello Busonl. Uitgave N.V.
W. van Hoeve, 's-Gravenhage.
Nederlandse bewerking Mlep
Dlekmann.
In dit boek wordt het leven van
Don Miguel de Cervantes y Saa-
vreda beschreven, die erin ge
slaagd is driehonderdvijftig jaar
na zijn dood nog steeds van zich
te laten spreken- De schrijver-il
lustrator, die een in Europa ge
boortige Amerikaan is, zegt eer
lijk in zijn naschrift, dat het hem
nogal wat moeite heeft gekost op
jeugdige leeftijd met Cervantes'
klassiek geworden werk ver
trouwd te raken. Toen hij echter
leerde doorgronden wat tussen
dc regels geschreven stond, is het
zijn lievelingsboek geworden, dat
antwoord gaf op vele, bij hem
levende vragen.
Dit levensverhaal van Don
Quichot, of, zo men wil: Miguel
Cervantes, is een aaneenrijging
van tegenslagen. ondervonden
door een man. die zichzelf een
mislukkeling achtte, doch die van
nature de goedheid zelve was.
Busoni schijnt 't meest getroffen
te zijn door het feit, dat de illus
traties in de vele uitgaven van
Don Quichot geen Juist beeld ge
ven van het Spanje van vier eeu
wen geleden. Om dit te verbete
ren verbleef hij twee jaar in
Spanje cn produceerde een klei
ne tweehonderd magnifieke teke
ningen. welke in zijn boek staan
afgedrukt.
Mijn paradijs is 't weten dat ik leven mag,
het zonlicht en een blijde lach,
het schreien van de regen
De bomen en de wind en 't zingen van een kind,
muziek, de boeken en de bloemen
en veel meer kleine dingen
te veel om op te noemen.
A. v. d. KOLK-KUIPER
(naar het Engels van
Koos Schuur, Har
ford, N.S. Wales, Austra
lië. Vertaling C.
Rijnsdorp.)
Van nu af aan ga ik over op een andere taal;
dat is: een ander landschap en een andere manier van lopen
als het naar buiten gaan in ae zon na een lange ziekte.
Wel zijn de beelden die ik zie nog steeds eender:
er loopt een vroutr. er is een huis om in te wonen en een huis
om aan voorbij te gaan, een paard wacht geduldig op
zijn ruiter; het vroege morgenlicht is er. en het laatste
verkleuren van dc avond. Maar de woorden veranderen,
wijzigen de hele Kleurige werkelijkheid.
Van nu af aan ga ik over op een andere taal;
dat betekent: een andersoortige hemel en een verschillende
wijze van ademhalen,
als een bad in de branding na de modderpoelen
van het binnenland.
Wel zijn de geuren die ik opsnuif nog steeds dezelfde:
natte blaren in de regen, de rook van brandende blokken hout
's avonds, het jtarfum vun een in het gedrang
passerende vrouw, de vreemde, zoetrokige geuren
van een pakhuis aan een zeehaven. Maar de woorden
wijzigen, wijzigen de atmosfeer.
Van nu af aan ga ik over op een andere taal,
dat is: een andere manier van leven, een andere conversatie,
als het verlaten van de vertrouwde school voor een
kantoor in dc stad.
Wel zijn de geluiden nog steeds gelijk:
de wind, ruizelend door de blaren, of hoog huilend
boven een nietige viereld. het verre oorlogstumult
van de branding, een viovw die een paar maten neuriet
van een melodie
als gedachten van geluk of vrede. Maar de woorden
veranderen, wijzigen de dag.
Van nu af aan ga ik over op
een andere taal
en ik word anders, als een
man die na uitputtende
dagmarsen
door dorre streken, een
vruchtbare vallei bereikt;
er is een kleine stroom van
ondenkbaar helder water.
HU knielt neer te midden van
al dat groen, hU drinkt
Zijn smaak is nog steeds
dezelfde,
maar het water is nieuw als
een nieuwe dag In een
nieuw land,
vol zonneschijn en hemel en
tevredenheid als
een glinsterende zondag
morgen.