Hoe (le zeeslang Cornells een stad redde ZONDAGSBLAD N' r v GERALD B. FITZSIMMONS voor U ook een probleem? ONZE BRIEVENBUS KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZATERDAG 12 NOVEMBER 1960 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE DË BLOWDE DAME OP hetzelfde ogenblik, waarop ik zei: „Goed, meneer Hogan, uitstekend meneer Hogan, ik zal maandag graag beginnen, meneer Hogan", kreeg ik al spijt van mijn snelle toezegging, en ik vroeg me af of ik niet te haastig had toegehapt. Want wat wist ik per slot meer van Frank Hogan dan dat hij een zoon was van tante Sarah's jeugdvriendin en dat hij een succesvol zakenman werd genoemd, omdat hij in een paar jaar in Blueriver een modemagazijn, waarvan iedereen zei, dat het helemaal verlopen was, tot bloei had gebracht. Eerlijk is eerlijk: hij had me vriendelijk ontvangen, me rustig mijn verhaal laten vertellen, helemaal niet uit de hoogte gedaan, zoals sommige directeuren wel eens tegen meisjes kunnen doen om te laten zien, dat ze de „baas" zijn, me een kop koffie aangeboden het was allemaal prettig verlopen, en ik verheugde me echt op de baan, en toen kwam plotseling die nare winkeljuffrouw de directiekamer binnen, en ik weef zeker, dat ik niet heb misverstaan wat ze zei, want ik ben om de drommel niet doof. Ze zei: „Meneer Frank, onze blonde dame takelt toch wel erg af, zouden we haar niet wegdoen?" En ik hoorde Frank Hogan duidelijk antwoorden: „Dat is best, geef ze maar cadeau aan die rare schilder, die weet er wel raad meel" Ik hoorde hem dit zeggen terwijl ik zat te overdenken of ik die maandag al m dienst zou kunnen treden, en ik was zo be duusd door wat ik hoorde, dat ik een ogen blik volkomen de kluts kwijtraakte en wer kelijk als een willoos schepsel ..ja" zei. Maar op hetzelfde ogenblik besloot ik al tante Sarah volledig in te lichten en om raad te vragen. VOOR ik verder ca. zal ik u eerst iets over mezelf vertellen. Ik ben Marjorie Carmichael. 19 jaar oud. en men zegt. dat ik wel niet knap van uiterlijk ben. maar toch iets bijzonders in mijn gezicht heb. waardoor ik tot de aantrekkelijke meisjes behoor Ik woon in Newtown, een villadorp, dat een 1500 mijl van Blueriver ligt. Mijn ouders verloor ik toen ik nauwelijks drie jaar was, en omdat tante Sarah het enige familielid was. werd ik door haar liefde rijk. zoals dat heet, in huis opgenomen en grootgebracht. Tante Sarah was toen ongetrouwd, en is dat nog. Ik geloof, dat zii een onbeant woorde liefde heeft, maar dat doet er fei telijk niet toe. in zoverre tenminste, dat zij uit die onbeantwoorde liefde een haat te gen al wat man is heeft overgehouden, en me heeft opgevoed in de leer. dat een meisje voor alles op eigen benen moet kun nen staan, zodat zij niet is aangewezen op een man. ..Marjorie", heeft tante Sarah altijd gezegd, „trouw nooit. Kijk naar mij, hoe goed heb ik het niet". Toen ik dan ook van de middelbare meis jesschool kwam en een betrekking moest zoeken om zelfstandigheid op te doen. wil de tante Sarah beslist, dat ik in dienst zou treden van een firma, waarvan zij de di recteur kende. En dat is de reden dat ik solliciteerde naar de betrekking van ad ministratrice bij Frank Hogan's Modema gazijnen in Blueriver. Frank Hogan was de zoon van tante Sarah's jeugdvriendin maar dat heb ik u al verteld. U kom ik weer terug op het begin van het verhaal. Toen was afgesproken, dat ik de eerstvolgende maandag zou beginnen, ging ik naar het hotel, waar tante Sarah voor mij, voorlopig, een kamer had be sproken. Ze vond, dat het te vermoeiend voor me was op een dag heen en weer te reizen en ook had ze die kamer besproken voor het geval Frank Hogan me onmid dellijk in dienst zou nemen. Ik overdacht wat me te doen stond. Na tuurlijk had ik onmiddellijk naar Newtown kunnen terugkeren en tante Sarah de zaak verder laten opknappen. Maar dat idee ver wierp ik direct. Ik besloot bij Frank Hogan te gaan werken, mijn ogen goed de kost te geven en als dat nodig mocht zijn hande lend op te treden. Natuurlijk was het daar niet pluis. Die Frank Hogan verkwanselde zijn vrouwelijk personeel als het te oud werd. Aftakelen, noemde die juffrouw dat. Wel ja. aftakelen. Ik werd meteen actief. Ik zou tante Sa rah op de hoogte brengen en haar vragen me dagelijks om zes uur te bellen. Dit bij wijze van voorzorg, om te verhinderen, dat Frank Hogan ook mij aan rare schilders cadeau zou geven zonder dat de buitenwe reld daar iets van merkte. Als tante Sarah me elke dag zou bellen, zou ze kunnen controleren of ik er nog was. Ik nam een vel papier en begon te senrg- ven: Lieve tante Sarah, Tot uw geruststelling kan ik u mede delen, dat ik goed in Blueriver ben aan gekomen en dat ik Frank Hogan heb ge sproken. Hij vroeg mij u zijn groeten over te brengen. Ik ben aangenomen en maandag a.s. treed ik in zijn dienst als administratrice. Ik wil u echter niet ver helen. dat ik van de zoon van uw jeugd vriendin een zeer vreemde indruk heb gekregen. Ik was er n.l. getuige van, dat hij een oude dame, die een paar jaar als verkoopster haar beste krachten aan zijn zaak heeft gegeven, voor een luttel bedrag over deed aan een schilder. Dat kan ik best schrijven, dacht ik. want zo is het natuurlijk gegaan. En tante Sarah wil altijd zo van alles weten, en zal met een enkele zin beslist geen genoegen ne men. Maar wat moest ik nu nog verder schrijven? Even beet ik op mijn pen, een lelijke gewoonte, die ik uit mijn jeugd heb overgehouden, en toen vervolgde ik: U zult met mij eens zijn, dat dit een barbaarse manier van handelen is van die heer Hogan. Ik kan me niet herinne ren ooit op school te hebben geleerd, dat het verhandelen van personeel is toege staan. U had die arme vrouw moeten zien! Ze was helemaal overstuur. Ze huil de als een klein kind, maar Frank Hogan tuas niet te vermurwen. Toen de schilder de prijs een bespottelijk lage had betaald mocht hij haar meenemen. Tot zover was ik zeer tevreden. Nu nog een slot, dacht ik. waaruit blijkt, dat ik in menging van tante Sarah of van wie ook geenszins op prijs stel. Ik wil dat varkentje helemaal alleen, zonder hulp, wassen. Daarom schreef ik nog: Ik zal goed op mezelf passen en er voor zorgen, dat mij niet hetzelfde overkomt als die dame. Wees dus maar niet onge rust. Ik zal u elke dag op de hoogte hou den van de stand van zaken. Kom beslist niet hierheen, en vertel aan niemand, Door -\ maar dan ook aan niemand, wat hier in dit modemagazijn gebeurt. Maak vooral geen slapende honden wakker. Zodra ik over meer gegevens beschik, zal ik zelf de politie wel inschakelen. Het gaat u verder goed. Veel liefs van Marjorie ACHTERAF bezien had ik kunnen weten, dat tante Sarah roet in het eten zou gooien en haar maatregelen zou nemen. De volgende morgen, bij het ontbijt, ontving ik een telegram. Ik las: ..Ben vreselijk on gerust stop kan helaas niet zelf komen in verband met jicht stop heb politie gewaar schuwd stop inspecteur moordzaken/handel in blanke slavinnen lever naar jou onder weg stop laat hij zich in ieder geval le gitimeren stop lever is jonge man met zwart haar bruine ogen en kleine moeder vlek op rechterwang stop zijn stopwoord is zo-zo stop wees erg voorzichtig stop heb je altijd voor mannen gewaarschuwd stop tan te sarah kent de wereld stop tante sarah". Inspecteur Lever kwam een paar uur la ter in het hotel aan. William Lever stond er op het kaartje, dat het dienstmeisje me overhandigde. Hij was ook William Lever, want hij legitimeerde zich als zodanig en hij liet me zelfs zijn politiepenning zien. Ik vond hem al direct erg sympathiek, feitelijk helemaal geen politieman. Hij stel de me echt op mijn gemak, zei, dat ik me niet ongerust moest maken, dat hij meer van die akkevietjes aan de hand had ge had en goed opgelost, dat er hele gevaar lijke mannen in deze maatschappij rond lopen. maar dat ik veilig was, zolang ik maar deed wat hij me zei. en hij zei ook nog. dat hij me vreselijk flink en zelfstan dig vond, wat hij beslist niet van ieder jong en aardig meisje zou kunnen zeggen. En toen we gezellig in een hoekje van de lounge bij een kopje koffie zaten moest ik hem het hele verhaal doen. Ik vertelde hem precies wat de winkeljuffrouw had ge zegd en wat Frank Hogan had geantwoord, en toen ik daarmee klaar was. vroeg hij: Is dat alles? Die vraag bracht me wel een beetje van mijn stuk. en dat zag William wel. want hij voegde er haastig aan toe, dat de politie dat verplicht is te vragen, omdat het altijd mogelijk is. dat iemand, vanwege de zenuwen en de consternatie, de belangrijkste punten vergeet. En daarom moest ik nog eens opnieuw alles vertellen en beginnen bg mijn schooljaren, wat ik wel wat vreemd vond omdat mijn school jaren niets met de zaak zelf te maken hadden, naar ik meende, maar William beweerde, dat de politie om een zaak he lemaal rond te krijgen ook inzicht moest hebben in het karakter en zo van degeen, die aangifte van het misdrijf deed. TOEN we de hele zaak uitenterna hadden besproken en hij me had verteld, dat hij 24 jaar was, drie zusters had, dat zijn vader advocaat was en dat het in de be doeling lag, dat hij zijn vader later ging opvolgen, en ik alles wist van zijn ooms. zijn tantes en zijn grootmoeders en groot vaders, stelden we een plan de campagna °P- We kwamen tot de conclusie, dat ik des middags nog eens bij Frank Hogan zou binnenlopen, zogenaamd om wat inlichtin gen over mijn werk te verkrijgen en dat ik dan zo terloops zou informeren hoe het met die blonde dame was afgelopen. Eerst voelde ik weinig voor het plan, maar William beloofde me, dat hij me zou schaduwen en de winkel in het vizier zou houden tot ik weer gezond en wel naar buiten kwam, en hij vroeg zó smekend of ik de politie in haar moeilijk werk terzijde wilde staan, en hij legde daarbij zijn hand zó lang op de mijne, dat ik niet kon en durfde weigeren. Ik ging dus nogmaals naar Frank Hogan. Hij ontving me onmiddellijk, en ik zag. dat hij zich over mijn bezoek verbaasde. Na dat ik enige pietluttigheden over het werk had gevraagd, vroeg ik hem met bonzend hart of de schilder die blonde dame al had ontvangen. Die blonde dame? Die blonde dame? herhaalde hij net doende of hij niets begreep. O, zei hij. die blonde dame. Ja hoe zou het met haar gaan. Op dat ogenblik kwam de winkeljuffrouw zijn kamer in en Frank Hogan informeer de: Hoe is het met onze blonde dame af gelopen? Is ze naar de schilder vertrokken? Nee. zei de winkeljuffrouw onverschillig, ze was al zo oud, dat zelfs de vreemde snui ter er niets meer mee kon beginnen. We zullen ze nu maar op de markt gooien, alles wat we er voor krijgen is meegeno men. Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen. Het werd raar in mijn hoofd, het was net of de hele kamer ging draaien, ik greep me vast aan een bureau en ik zag nog. dat Frank Hogan op me afkwam, en met het laatste restje aan krachten, dat ik nog bezat gilde ik: Lelijke vrouwenmoor denaar!, en ik strompelde zijn kamer en de winkel uit. WILLIAM stond vlak bij de deur en kon me gelukkig opvangen. Hij gaf me een stevige arm en samen liepen we terug 'naar het hotel, waar ik hem uitvoerig verslag deed van hetgeen er was voorgevallen. Ik was nog helemaal van de kook en een paar maal moest ik het verhaal onderbreken omdat ik eenvoudig niet verder kon ver tellen. Huil maar eens rustig uit, lieverd, zei William, en hij sloeg zijn arm om mijn schouder en drukte zijn hoofd tegen het mijne, en hij zei almaar: niets zeggen, blijf zo maar even zitten. Toen ik na een uurtje weer de oude was, zei William: wat doen we nu verder? Zou je nog eens op onderzoek willen uitgaan? Ik riep: Nooit, nooit ga ik meer naar die vreselijke Frank Hogan terug. Je moet hem arresteren! Niet meer terug? zei William. Maar wat wil je dan? Bij jou blijven, antwoordde ik verlegen. Hij zei.... hij deed.... hij.... enfin, dat doet niets terzake. VOOR het avondeten gingen we samen naar het postkantoor om tante Sarah telegrafisch op de hoogte te brengen van de laatste ontwikkelingen om haar gerust te stellen. Toen we Frank Hogan's Mode magazijnen passeerden, droeg een loopjon gen een houten pop, een vrouwspersoon met blond haar en zwaar beschadigde ar men en benen naar buiten. Wat is dat? vroeg ik aan William. En die tactische schat antwoordde heel gewoon: O niets, lie veling, totaal niets, laten we maar gauw doorlopen. BESLAGEN RUITEN In onze dagelijkse (en we kun nen u verzekeren véél ge lezen) rubriek „Uw probleem is het onze" heeft iets ge staan over het bestaan van ruiten in de winter. Drie huisvrouwen hebben naar aanleiding hiervan de pen ge pakt om hier even het hare over te zeggen. Daar het best mogelijk is. dat dit „pro bleem" ook het „uwe" is gaan we er vandaag op onze pagina even op in. Onze tip-hoek heeft daar wel eens een advies over ge geven, terwijl bij de tip-post ook nu nog brieven binnen komen, die hierop betrekking hebben. Fen afdoend middel bestaat er niet tegen, maar wél kunt u dit euvel voor een groot deel bestrijden. Als de ramen zijn gesponsd en ge zeemd neemt u een schone doek. waarop u wat (niet te veel) vloeibaar afwasmiddel doet. Met dit synthetische af wasmiddel veegt u over de schone ramen, waarbij u zich geen zorgen hoeft te maken over de strepen. Die trekken na een paar tellen wel weg. Het op deze manier aange brachte beschermende laagje op het vensterglas zal het zo vervelende beslaan in sterke mate tegen gaan. Dit geldt ook voor autoruiten! Maak u er een gewoonte van na iede re zeembeurt de ramen even zo'n nabehandeling te geven, dan komt u de winter wel door zonder al te natte ruiten. Voor het geval er toch condens- water op het glas komt, waar door vaak de vitrage lelijke kringen krijgt, wel denk dan eens aan de onlangs gegeven tip de vitrages na het wassen door een waterafstotend mid del te halen. Dit middeltje is bij de drogist te koop en wordt ook gebruikt om bij voorbeeld regenjassen water dicht te maken. Vitrages, die door zo'n oplossing zijn ge haald. krijgen beslist geen vlekken en kringen. 49. Zwijntje, die helemaal in zijn rol als Nimdiaan is, wil zijn oude vrienden met verklappen, waar Egel gebleven is. „Geef die andere wildeman een sigaar, Murr," zegt Leo, „misschien wil hij dan praten." De wilde steekt de sigaar op en paft dikke rookwolken uit, maar zeggen, waar Egel is, doet hij niet. Murr maakt zich kwaad, draait zich om en loopt weg. „Dan zullen we Egel zelf wel vinden, als jullie niet willen zeggen, waar onze goede vriend gebleven is 50. Ze zitten vlak bü de zwijgende Zwijntje te piekeren, wat ze nu moeten gaan doen, als er een Nimdianenvrouw langs komt. De kleren, die zij draagt zijn niet veel zaaks meer, en daarom haalt Benjamin fluks een lap kleurige stof uit de zak waar hun voorraden in zitten. „Dame," zegt Murr, „wij bieden u deze lap stof voor een nieuwe japon, als u zegt, waar Egel is." De vrouw grijpt de lap en 'windt die als hoofddoek om haar hoofd en wandelt verder. Waar Egel is, weten ze dus nog steeds niet. 5. Een eindje verder zit dezelfde vrouw, die water verkoopt voor een paar centen. Maar als zij ontdekt hoe groot de dorst is van onze vrienden, rekent zij guldens voor het water. En dat is nog niet alles, want, nadat Murr zijn hele portemonnee heeft moeten omkeren, duikt de ezel op, die het hele vat water leeg slurpt. De vrouw is woedend en komt niet eerder tot bedaren, dan nadat Murr alle bezittingen heeft overhandigd. Slechts één sigaar mag hij houden. Da; neven en nichten. Zijn we het allemaal weer gewend om naar school te gaan? Het wordt nu echt al een beetje een geheimzinnige tijd om allerlei voorbereidselen en surprises te maken voor het sinterklaasfeest. Hebben jullie al geprobeerd te rijmen? Zal hij wel komen uit dat „lekkere warme" land? Enfin we houden maar moed! Nu heb ik nog een vraag aan jullie, om de patiëntjes die verpleegd worden in „Zonnevéld" te Oostkapelle (Zld.) een kaart te sturen. Deze spastische kindertjes zijn voor een groot deel verlamd en kunnen ook het sinterklaasfeest niet thuis vieren. Zullen we afspreken dat we het niet vergeten? En we vergeten natuurlijk ook niet onze geboortedatum in de brief schrijven. De oplossing van de vorige puzzel is ooievaar, eekhoorn, komkommer, hori zon, kapstok, maandag, spiegelei, spinnewiel. De hoofdprijs krggt Ria v. d. Heijden. De troostprijzen gaan naar Anneke Bos. Joke Breederland, Beppie Heuvel. (Vervolg) Zeeslangen bestaan niet. Bakerpraatjes, kinder sprookjes! Komaan, aan het werk! Maar U ziet hem toch zelf ook, hield de eerste stuurman vol. De pas sagiers zijn doodsbang. Het is een monster van een beest en hij zal ons alle maal in de diepte sleuren. Doe niet zo gek. zei de kapitein boos. Natuur lijk zie ik het beest. Maar omdat zeeslangen niet be staan, kan dit nooit een zeeslang zijn. Wat is het dan? vroeg de eerste stuurman twijfelend. Een zeeslang, denk ik En U zegt U zegt zelf. dat dit beest niet be staat! Neen, zeeslangen be staan niet. Vroeger wel. hield de stuurman vol. Toen zagen de zeelieden ze heel dik wijls. Dit is misschien een overgebleven exemplaar. Neen, zei de kapitein ongeduldig Je bent een domoor, Stuur. Zeeslangen hebben nooit bestaan. Alle maal bakerpraatjes en kin dersprookjes. Daar zijn wij te verstandig voor. Maar nu het schip wordt gevolgd door een bloeddorstig monster met minstens twintig kronkels in zijn staart en een grote kop en sterke witte tan den. zo scherp als een bijl, moeten we toch wel gelo ven dat er zeeslangen be staan. We zien hem toch! Maar de kapitein gaf niet toe. Koppig bleef hij bewe ren dat zeeslangen niet be staan en dat er dus nooit een zeeslang om het schip kon zwemmen. De eerste stuurman zweeg toen maar. Tegen zoveel eigenzinnig heid kon hg niet op. De passagiers echter geloofden er wél in. Ofschoon het griezelige beest tot nu toe niemand kwaad had gedaan werden ze doodzenuwach tig. Twee mannen gingen naar de kapitein en vroe gen: Wat bent U van plan te doen? Niks, gewoon verder varen, bromde de kapitein Maar die zeeslang dan? Straks slokt hij ons allemaal op. Onzin. Bakerpraatjes lijke beest niet doodschie ten? Dit is geen oorlogs schip. riep de kapitein. We hebben geen kanonnen aan boord. U moet toch iets doen. kapitein. KUk, de avond valt, maar niemand durft vannacht naar zijn kooi te gaan. zolang die zeeslang om het schip zwemt Wat moet ik dan doen? Dat monster wegjagen. De kapitein grinnikte. ging naar de verschansing, boog zich voorover en riep: Heidaar beest, je moet weggaan! Cornells hoorde het niet. omdat hij nog altijd in druk gesprek was met'net schip. Heidaar, monster! A- hoy! Wie je ook bent, laat ons met rust, schreeuwde de kapitein. Nu verstond Cornelis het. Hij hief zijn reusachtige kop op en staarde verwonderd naar het mannetje op het dek. Hoor je dat, Koningin Mathilde? Die man zegt, dat ik niet met je mee mag zwemmen. O, dat is de kapitein maar. zei het schip. Van die behoef je je niets aan te trekken. Hij is zo kwaad niet. Ik geloof, dat hij het wel leuk vindt, dat je met ons meezwemt. Opgelucht liet de zee slang zijn kop weer zinken en gaf speels het schip een duwtje. Fijn hè. dat we vriend jes zijn, zei hij gelukkig. En het schip voer voort, dagen achtereen. De pas sagiers en bemanningsle den begonnen gewend te raken aan de aanwezigheid van het zeemonster. Nu het beest het schip niet aanviel en er niets verschrikke lijks gebeurde, kregen ze zelfs schik in het avontuur. Daarover konden ze thuis mooie verhalen vertellen! De hele dag stonden de mensen over de verschan sing in het water te turen, wierpen de zeeslang lekke re hapjes toe en lachten om de rare buitelingen die Cornelis dan maakte. De „Koningin Mathilde" amu seerde zich ook en steven de recht naar de grote zee haven van Luranié. En zie op een stra lende morgen hief de zee slang plotseling zijn kop uit de golven en staarde naar de blauwe bergen aan de horizon. Land' Dat moest Luranië zijn. Van vreugde klapte hij met de staart op het water. Ein delijk zou hij dan dat prach tige koninkrijk te zien krij gen! De eerste stuurman stond naast de kapitein op de brug en krabde zich verle gen onder de pet. Over een paar uur zul len we de haven binnenlo pen. kapitein, zei hij be zorgd. Hoe moet dat nu met die zeeslang? Het beest blijft ons maar volgen. Ik wil er niets meer over horen, zei de kapitein streng. Zeeslangen be staan niet. We gaan ge woon meren op onze vaste landingsplaats en verder niets. Aan de kade stonden ve le mensen het schip op te wachten. Zodra het in zicht kwam steeg een luid ge juich op. Er werd met zak doeken gezwaaid en de sleepboot voer uit om het grote zeeschip de haven binnen te loodsen. Ruim een uur later lag de „Ko ningin Mathilde" gemeerd en konden de passagiers de wal betreden. Opeens ging er een groot geschreeuw op onder de wachtende fami lieleden. Help een monster in de haven! Het zwemt naast het schip! O. o, wat verschrikkelijk. Uit de weg, vlucht! (wordt vervolgd) We hebben ver leden week nog een staartje van de storm gehad, die in andere landen allerlei overstromingen heeft veroorzaakt, weten jullie nog wel? Nu zien we op dit plaatje verschillende voorwerpen o.a. een hoed, veer, gewicht enz. Welke voorwer pen zullen ver dwijnen denken jullie, als er zo'n fikse wind heeft geraasd? Zenden jullie de oplossing voor dinsdag 15 november in? Lang zal die leven Deze week hebben we maar één jarige in ons midden. Hartelijk gefeliciteerd hoor Johan van Es van de neven en nichten. Nu krijgen de brieven een beurt. Jullie poes heeft heel wat kindertjes en kleinkindertjes, hoor Nine Aalbersberg. Ik vind Moppie en Pimmetje leuke namen. Kom je nog wel eens in Zeeland? Er zijn nog neven en nichten die vaker hebben geschreven en dus eerst aan de beurt zijn voor een prijs. Jan Adriaanse, schrijf jij de volgende keer wat meer? Schrijf jij wat meer Rudolf Akkerhuis? Wat grappig dat ze het hondje Rak ker Akkerhuis hebben ge noemd. Hoe heet jouw vriend? Heb je je nieuwe mantel al aangehad Adrie van Andel? Heb ie de brief nog ontvangen? Hoe is het met je konij nen cn muizen Sjaak Ange- nent? Zitten ze in één aqua rium? Wat heb jij leuk postpapier Marga Appels. Jij hebt wel lang gewacht met schrijven hoor! Wat zou die kabouter voorlezen, Willy Ap pels? Wat doen jullie zater dags bij de kabouters? Ben je geïnstalleerd? Addie Baars schrijf jij de volgende keer wat meer? Wat fijn, dat ik zo'n leuke foto van je kreeg Jannelle Baak. Hartelijk dank hoor! Het is dus een echte vakantiefoto uit Scheveningen. Hoe heet je zusje? Heb je donderdag een leuke dag ge had Nellie Baas? Heb je nog een nieuwe jurk gekregen? Zijn al je vriendinnen geweest? Wanneer ben jij precies ge boren Alida Barnhoorn? Heb jij nog meer broertjes en zus jes? Dat meisje op jouw post papier kan heel goed schaat sen. Wat wil jij later wor den José v. d. Berg? Wat heb jij op handenarbeid gemaakt? Mag je al veel naaien? Schrijf jij de volgende keer wat meer Jopie v. d. Berg? Jij ook Sarle v. d.Berg? Van jou kreeg ik ook al zo'n leuke foto Lcnle Berg- werff. Hartelijk dank hoor! Geweldig dat je die nog voor m'n verjaardag stuurde. Na tuurlijk mag Janneke ook schrijven hoor! Jammer dat jullie nog geen bericht uit Zee land hebben ontvangen. Be dankt voor het mooie versje wat jij mij stuurde Willy Berk man. Hoe heten jouw broer tjes? Leuk zo'n klein broertje, vind je niet? Zegt hij alleen 1 nog maar gu-gu? Zo erg is het toch niet dat jij 6 moeders hebt Wim v. d. Beukei? Hoe heet jouw vriend? Waarom kan jij geen lange brief schrij ven? Alles moet je leren. Wim! Welke namen hebben de poesjes Gerrle Bikker. Wo nen jullie op een boerderij? Heb je je nieuwe jurk al aan gehad? Hartelijk welkom Rlnkje Bilkes. Wanneer ben jij precies geboren? Ben jij al tijd zoet? Ook jij bent har telijk welkom Hans Bloemen- daal. Natuurlijk mag jij ook een neefje worden. Jij hebt de brief keurig geschreven, hoor' Wat ben jij verschrik kelijk verwend Inge v. d. Blij. Welke titels hebben de j boeken? Ik wacht nog steeds af hoor! Nog hartelijk dank voor je boekenlegger. Wat heb jij in de vakantie gedaan, Arie Bode? Fijn dat de poes jes zo goed groeien. Heb jij veel knikkers? Fennie Boen der krijg ik de volgende keer een lange brief? Is het speelbroekje al klaar en zijn de sokjes mooi geworden Ina v. d. Boogaart? Hoe was het in België? Is Adje weer beter? Wat heb jij in de vakantie veel verdiend Kees v. d. Boo gaard. Wat ga je er nu meer doen? Wat heb je voor werk gedaan? Wat ben jij ver wend Garrle Boonstra. Hoe kwam het dat je van de trap viel? Jij krijgt het erg druk met al die uitvoeringen Anne ke Bos. Veel sterkte hoor! Heb je nog een nieuwe man tel gekregen? Jij bent ook al zo verschrikkelijk verwend Ada Bos. Is het een mooie jurk? Hoe heet het boek? Jij hebt de brief erg mooi ge maakt met de tekeningen en het leuke gédichtje Joke Bree derland. Hartelijk dank hoor' Welke kleur heeft je nieuwe blouse? Eddie Broer krijg ik de volgende keer een lan ge brief? Hoe heet jouw vriendin Anneke v. d. Brugge? Wanneer ben jij precies gebo ren? Hartelijk welkom Piel Buitendijk. Leuk dat jij nog zo'n klein zusje hebt. Weet je nu al wanneer de gymnas- tiekwedstrijd is Lenle Coen- radl? Vind je Rotterdam leuk? Ja, lego vind ik ook erg leuk, Harm Conijn. Jouw broer heeft natuurlijk al veel van de wereld gezien. Moet jij later ook naar zee? Jam mer, dat jij ziek bent gewor den Jennekc Cornet. Maken jullie nu ook pakjes op de meisjesclub'' Ben jij Zwarte Piet? Jij hebt mooie cij fers Jolande Croese. Wat heb jij veel suikerzakjes Jouw rapport is ook mooi, hoor Ma rijke Croese. Hoe vind je Frans? Nu vergeet je tante Jos toch niet meer. Adri Dan- kers? Waarom gaat de mees ter weg? Wat leuk dat jul lie een „levende" ezel hebben Stella Dedecker? Vond je het leuk op Curagao? Hartelijk dank voor je mooie tekening Hans van Delft. Krijg ik de volgende keer een brief van jou? Van jou kreeg ik ook al zo'n mooie tekening Wilma van Delft. Hartelijk dank hoor! De kinderboerderij vind ik ook erg leuk. Ook jij wordt hartelijk bedankt voor je mooie tekening Trudi van Delft. Hebben jullie zoveel bloemen in de tuin? Mogen jullie allemaal v Zwarte Piet rijn Willie Delleman? Hebben jullie al een briefje getrokken? Waar heb jij op getrakteerd Lldy Dorp? Jij bent wel verwend r. Welke spelletjes hebben jul lie gedaan? Wat ls dat voor af- valmateriaal Kees van Drongclcn? Wat ral jij knap worden. Kees! Heb jij ook een blokfluit Hans van Duljn? Geweldig zo'n club. Schrijf jij de volgende keer wat meer Wim van DuUn? Jij kan dat versje wel zingen van „en dan gaan we naar de speeltuin", Anneke den Adunnen. Heb jij zelf 'n fiets? Heb jij ook een schooltuin? Har telijk welkom Peter v. d. Engel. De tekening vind ik erg mooi. Har telijk dank hoorl Ia Conny weer beter? Dinsdag is het groot feest Johan van Es. Wat zou mamma bakken? Geweldig zo'n mooi pak. Veel plezier hoor! Leuk dat Jij nu orgelles krijgt Marieke van F.s Goed je best maar doen. Heb jij zondag nog een spelletje gewon nen? Hoe gaat het met Kristine? Ja, nu kon Jij Je grotere zusjes uitlachen Nellie v.d. Eijk. Jij hebt mamma goed geholpen hoorl Hoe is het met de wedstrijd afgelopen? Heb jij mooie boeken gezien Plet v. d. Eijk? Waar zijn jouw mooie tekeningen? Jouw vorige brief was te lang Lida v.d. EIJkel Hartelijk welkom hoorl Je mag iedere week schrijven, maar je komt alleen in de krant wanneer Je letter aan de beurt is. Hoe heet je nieuwe zusje? Marianne Fc- dema wist jij niet meer te schrij ven? Jij bent ook hartelijk wel kom Marijke Faas. Wanneer ben jij precies geboren? Ook hartelijk welkom Mientje de Gans. Heb jij nog meer broertjes en zusjes? Jammer dat jij geen tijd meer hebt om te schrijven Nelly Geers. Fijn dat Johan het nu de volgende keer gaat doen. Jij hebt lang ge wacht met schrijven, hoor Ineke van Geest. Geweldig dat jij een di ploma hebt behaald. Van harte ge feliciteerd hoor! Waarom kreeg ik geen brief Gertje Geldof? En van jou ook niet Hannie Gerritsen? Jij vergeet het ook al Helen Goote. Nou ik heb een fijne jaardag,gehad, hoor Aart van Gor- kum. Hebben jullie allerlei spelle tjes gedaan in de herfstvakantie? Jammer dat de vissen niet wil den bijten Gerrit Goudkamp. Ma ken „hoogvliegers" nooit vluchten? Hoe heet jouw vriend? Waren Jouw vader en moeder met vakan tie in Duitsland Jantine v. Graaf? Vond je het leuk bij vriendin slapen? Ja. jullie heh- ben zeker een „heleboel" kippen Wim v. d. Graaf. Wat is dat „Pol deren"? Moet jij ver fietsen naar school? Staan al die bloemen ln de kamer Bea Groenenberg? Neem jij vaak een douche? Mieke Groeneveld, schrijf jij de volg keer wat meer? Jij hebt getekend Gerrle de Groot. Harte lijk dank hoorl Kan je al een beet je schrijven? Heb jij nog iets ge wonnen op de bazar. Mlep de Groot? Heb je je nieuwe jurk al aangehad? Griezelig die leeu wen vind je niet Rienie dc Haan? Mochten ze zomaar in die winkel loslopen? Hartelijk dank jouw mooie Muiderslot-tekenlng Arie Haasnoot. Jij hebt er e mooie beschrijving bij geda^ hoorl Wat een bofferd ben jij met ts nieuwe fiets. Zit jg niet ln anken op school Bram Hamel? Wat heb jij gedaan in de herfstva kantie? Heb jij nog meer broer tjes cn zusjes Marianne van Har ten? Waar speel Jij altijd? Is het overgooiertje al bijna klaar Ria v. d. Heijden? Mag je voor jezelf een pyama maken? Welke koekjes waren het? Ik vind het maar een griezelig verhaal John v. d. Heiden. Heb jij ook zo fietsen ge leerd als op dat plaatje? Grappig hoorl Wat ben jij verwend Bep pie v. d. Heuvel. Heb je je mail lot al aangehad? Leuk hoor een blokfluit. Hartelijk welkom The- ra v. d. Heuvel. In welke klas jij? Geweldig dat jij nu weer 't truitje bent begonnen Jennie t Heuvel. Is oma al thuisgekomen? Heb je je nieuwe mantel al aange had? Jij bent ook al zo ver wend met je nieuwe mantel Baar tje v. d. Heuvel. Leuk dat de poes steeds het balletje naloopt. Tipple vind ik een grappige naam hoor! Wat een bofferri ben jij met je poppekast Jannie Hofstee. Hoe heet jouw zusje? Leuk dat ik een brief van u kreeg mevr. van llou- weling. Aardig van die 90-jarige mevrouw uit Zd Beijerland om zo'n cape te maken. Krijgt Hennie zoveel huiswerk? Wil jij al graag gaan schaatsenrijden Gerrit van Houwelingen? Het kan nog hard genoeg gaan vriezen van de winter hoor! JIJ hebt goed je best gedaan om zoveel geld op te halen. Adrlaan van Houwelingen. Woont Henk nu ver weg? De winkels hebben nu mooie etalages Jople Hulsman. Hebben jullie 5 novem ber nog een beetje feest gehad? Jongens en meisjes Jullie hebben héél goed Je best gedaan met schrijven. Deze week zijn de let- I t.m. R. aan dc beurt. Veel es neven en nichten en tot de volgende week. TANTE JOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20