Hoe (le zeeslang Cornells
een stad redde
ZONDAGSBLAD
N'
r
v
GERALD B.
FITZSIMMONS
voor U
ook
een
probleem?
ONZE BRIEVENBUS
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1960
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
DË BLOWDE DAME
OP hetzelfde ogenblik, waarop ik zei: „Goed, meneer Hogan, uitstekend
meneer Hogan, ik zal maandag graag beginnen, meneer Hogan",
kreeg ik al spijt van mijn snelle toezegging, en ik vroeg me af of ik niet te
haastig had toegehapt. Want wat wist ik per slot meer van Frank Hogan
dan dat hij een zoon was van tante Sarah's jeugdvriendin en dat hij een
succesvol zakenman werd genoemd, omdat hij in een paar jaar in Blueriver
een modemagazijn, waarvan iedereen zei, dat het helemaal verlopen was,
tot bloei had gebracht. Eerlijk is eerlijk: hij had me vriendelijk ontvangen,
me rustig mijn verhaal laten vertellen, helemaal niet uit de hoogte gedaan,
zoals sommige directeuren wel eens tegen meisjes kunnen doen om te laten
zien, dat ze de „baas" zijn, me een kop koffie aangeboden het was
allemaal prettig verlopen, en ik verheugde me echt op de baan, en toen
kwam plotseling die nare winkeljuffrouw de directiekamer binnen, en ik
weef zeker, dat ik niet heb misverstaan wat ze zei, want ik ben om de
drommel niet doof. Ze zei: „Meneer Frank, onze blonde dame takelt toch
wel erg af, zouden we haar niet wegdoen?" En ik hoorde Frank Hogan
duidelijk antwoorden: „Dat is best, geef ze maar cadeau aan die rare
schilder, die weet er wel raad meel"
Ik hoorde hem dit zeggen terwijl ik zat
te overdenken of ik die maandag al m
dienst zou kunnen treden, en ik was zo be
duusd door wat ik hoorde, dat ik een ogen
blik volkomen de kluts kwijtraakte en wer
kelijk als een willoos schepsel ..ja" zei.
Maar op hetzelfde ogenblik besloot ik al
tante Sarah volledig in te lichten en om
raad te vragen.
VOOR ik verder ca. zal ik u eerst iets
over mezelf vertellen. Ik ben Marjorie
Carmichael. 19 jaar oud. en men zegt. dat
ik wel niet knap van uiterlijk ben. maar
toch iets bijzonders in mijn gezicht heb.
waardoor ik tot de aantrekkelijke meisjes
behoor Ik woon in Newtown, een villadorp,
dat een 1500 mijl van Blueriver ligt. Mijn
ouders verloor ik toen ik nauwelijks drie
jaar was, en omdat tante Sarah het enige
familielid was. werd ik door haar liefde
rijk. zoals dat heet, in huis opgenomen en
grootgebracht.
Tante Sarah was toen ongetrouwd, en is
dat nog. Ik geloof, dat zii een onbeant
woorde liefde heeft, maar dat doet er fei
telijk niet toe. in zoverre tenminste, dat zij
uit die onbeantwoorde liefde een haat te
gen al wat man is heeft overgehouden, en
me heeft opgevoed in de leer. dat een
meisje voor alles op eigen benen moet kun
nen staan, zodat zij niet is aangewezen op
een man. ..Marjorie", heeft tante Sarah
altijd gezegd, „trouw nooit. Kijk naar mij,
hoe goed heb ik het niet".
Toen ik dan ook van de middelbare meis
jesschool kwam en een betrekking moest
zoeken om zelfstandigheid op te doen. wil
de tante Sarah beslist, dat ik in dienst zou
treden van een firma, waarvan zij de di
recteur kende. En dat is de reden dat
ik solliciteerde naar de betrekking van ad
ministratrice bij Frank Hogan's Modema
gazijnen in Blueriver. Frank Hogan was
de zoon van tante Sarah's jeugdvriendin
maar dat heb ik u al verteld.
U kom ik weer terug op het begin van
het verhaal. Toen was afgesproken, dat
ik de eerstvolgende maandag zou beginnen,
ging ik naar het hotel, waar tante Sarah
voor mij, voorlopig, een kamer had be
sproken. Ze vond, dat het te vermoeiend
voor me was op een dag heen en weer te
reizen en ook had ze die kamer besproken
voor het geval Frank Hogan me onmid
dellijk in dienst zou nemen.
Ik overdacht wat me te doen stond. Na
tuurlijk had ik onmiddellijk naar Newtown
kunnen terugkeren en tante Sarah de zaak
verder laten opknappen. Maar dat idee ver
wierp ik direct. Ik besloot bij Frank Hogan
te gaan werken, mijn ogen goed de kost te
geven en als dat nodig mocht zijn hande
lend op te treden. Natuurlijk was het daar
niet pluis. Die Frank Hogan verkwanselde
zijn vrouwelijk personeel als het te oud
werd. Aftakelen, noemde die juffrouw dat.
Wel ja. aftakelen.
Ik werd meteen actief. Ik zou tante Sa
rah op de hoogte brengen en haar vragen
me dagelijks om zes uur te bellen. Dit bij
wijze van voorzorg, om te verhinderen, dat
Frank Hogan ook mij aan rare schilders
cadeau zou geven zonder dat de buitenwe
reld daar iets van merkte. Als tante Sarah
me elke dag zou bellen, zou ze kunnen
controleren of ik er nog was.
Ik nam een vel papier en begon te senrg-
ven:
Lieve tante Sarah,
Tot uw geruststelling kan ik u mede
delen, dat ik goed in Blueriver ben aan
gekomen en dat ik Frank Hogan heb ge
sproken. Hij vroeg mij u zijn groeten
over te brengen. Ik ben aangenomen en
maandag a.s. treed ik in zijn dienst als
administratrice. Ik wil u echter niet ver
helen. dat ik van de zoon van uw jeugd
vriendin een zeer vreemde indruk heb
gekregen. Ik was er n.l. getuige van, dat
hij een oude dame, die een paar jaar
als verkoopster haar beste krachten aan
zijn zaak heeft gegeven, voor een luttel
bedrag over deed aan een schilder.
Dat kan ik best schrijven, dacht ik. want
zo is het natuurlijk gegaan. En tante Sarah
wil altijd zo van alles weten, en zal met
een enkele zin beslist geen genoegen ne
men. Maar wat moest ik nu nog verder
schrijven? Even beet ik op mijn pen, een
lelijke gewoonte, die ik uit mijn jeugd heb
overgehouden, en toen vervolgde ik:
U zult met mij eens zijn, dat dit een
barbaarse manier van handelen is van
die heer Hogan. Ik kan me niet herinne
ren ooit op school te hebben geleerd, dat
het verhandelen van personeel is toege
staan. U had die arme vrouw moeten
zien! Ze was helemaal overstuur. Ze huil
de als een klein kind, maar Frank Hogan
tuas niet te vermurwen. Toen de schilder
de prijs een bespottelijk lage had
betaald mocht hij haar meenemen.
Tot zover was ik zeer tevreden. Nu nog
een slot, dacht ik. waaruit blijkt, dat ik in
menging van tante Sarah of van wie ook
geenszins op prijs stel. Ik wil dat varkentje
helemaal alleen, zonder hulp, wassen.
Daarom schreef ik nog:
Ik zal goed op mezelf passen en er voor
zorgen, dat mij niet hetzelfde overkomt
als die dame. Wees dus maar niet onge
rust. Ik zal u elke dag op de hoogte hou
den van de stand van zaken. Kom beslist
niet hierheen, en vertel aan niemand,
Door
-\
maar dan ook aan niemand, wat hier in
dit modemagazijn gebeurt. Maak vooral
geen slapende honden wakker. Zodra ik
over meer gegevens beschik, zal ik zelf
de politie wel inschakelen. Het gaat u
verder goed. Veel liefs van
Marjorie
ACHTERAF bezien had ik kunnen weten,
dat tante Sarah roet in het eten zou
gooien en haar maatregelen zou nemen. De
volgende morgen, bij het ontbijt, ontving
ik een telegram. Ik las: ..Ben vreselijk on
gerust stop kan helaas niet zelf komen in
verband met jicht stop heb politie gewaar
schuwd stop inspecteur moordzaken/handel
in blanke slavinnen lever naar jou onder
weg stop laat hij zich in ieder geval le
gitimeren stop lever is jonge man met
zwart haar bruine ogen en kleine moeder
vlek op rechterwang stop zijn stopwoord is
zo-zo stop wees erg voorzichtig stop heb je
altijd voor mannen gewaarschuwd stop tan
te sarah kent de wereld stop tante sarah".
Inspecteur Lever kwam een paar uur la
ter in het hotel aan. William Lever stond
er op het kaartje, dat het dienstmeisje me
overhandigde. Hij was ook William Lever,
want hij legitimeerde zich als zodanig en
hij liet me zelfs zijn politiepenning zien.
Ik vond hem al direct erg sympathiek,
feitelijk helemaal geen politieman. Hij stel
de me echt op mijn gemak, zei, dat ik me
niet ongerust moest maken, dat hij meer
van die akkevietjes aan de hand had ge
had en goed opgelost, dat er hele gevaar
lijke mannen in deze maatschappij rond
lopen. maar dat ik veilig was, zolang ik
maar deed wat hij me zei. en hij zei ook
nog. dat hij me vreselijk flink en zelfstan
dig vond, wat hij beslist niet van ieder
jong en aardig meisje zou kunnen zeggen.
En toen we gezellig in een hoekje van
de lounge bij een kopje koffie zaten moest
ik hem het hele verhaal doen. Ik vertelde
hem precies wat de winkeljuffrouw had ge
zegd en wat Frank Hogan had geantwoord,
en toen ik daarmee klaar was. vroeg hij:
Is dat alles? Die vraag bracht me wel een
beetje van mijn stuk. en dat zag William
wel. want hij voegde er haastig aan toe,
dat de politie dat verplicht is te vragen,
omdat het altijd mogelijk is. dat iemand,
vanwege de zenuwen en de consternatie, de
belangrijkste punten vergeet. En daarom
moest ik nog eens opnieuw alles vertellen
en beginnen bg mijn schooljaren, wat ik
wel wat vreemd vond omdat mijn school
jaren niets met de zaak zelf te maken
hadden, naar ik meende, maar William
beweerde, dat de politie om een zaak he
lemaal rond te krijgen ook inzicht moest
hebben in het karakter en zo van degeen,
die aangifte van het misdrijf deed.
TOEN we de hele zaak uitenterna hadden
besproken en hij me had verteld, dat
hij 24 jaar was, drie zusters had, dat zijn
vader advocaat was en dat het in de be
doeling lag, dat hij zijn vader later ging
opvolgen, en ik alles wist van zijn ooms.
zijn tantes en zijn grootmoeders en groot
vaders, stelden we een plan de campagna
°P-
We kwamen tot de conclusie, dat ik des
middags nog eens bij Frank Hogan zou
binnenlopen, zogenaamd om wat inlichtin
gen over mijn werk te verkrijgen en dat
ik dan zo terloops zou informeren hoe het
met die blonde dame was afgelopen.
Eerst voelde ik weinig voor het plan,
maar William beloofde me, dat hij me zou
schaduwen en de winkel in het vizier zou
houden tot ik weer gezond en wel naar
buiten kwam, en hij vroeg zó smekend of
ik de politie in haar moeilijk werk terzijde
wilde staan, en hij legde daarbij zijn hand
zó lang op de mijne, dat ik niet kon en
durfde weigeren.
Ik ging dus nogmaals naar Frank Hogan.
Hij ontving me onmiddellijk, en ik zag. dat
hij zich over mijn bezoek verbaasde. Na
dat ik enige pietluttigheden over het werk
had gevraagd, vroeg ik hem met bonzend
hart of de schilder die blonde dame al had
ontvangen. Die blonde dame? Die blonde
dame? herhaalde hij net doende of hij niets
begreep. O, zei hij. die blonde dame. Ja
hoe zou het met haar gaan.
Op dat ogenblik kwam de winkeljuffrouw
zijn kamer in en Frank Hogan informeer
de: Hoe is het met onze blonde dame af
gelopen? Is ze naar de schilder vertrokken?
Nee. zei de winkeljuffrouw onverschillig, ze
was al zo oud, dat zelfs de vreemde snui
ter er niets meer mee kon beginnen. We
zullen ze nu maar op de markt gooien,
alles wat we er voor krijgen is meegeno
men.
Ik voelde het bloed naar mijn wangen
stijgen. Het werd raar in mijn hoofd, het
was net of de hele kamer ging draaien, ik
greep me vast aan een bureau en ik zag
nog. dat Frank Hogan op me afkwam, en
met het laatste restje aan krachten, dat ik
nog bezat gilde ik: Lelijke vrouwenmoor
denaar!, en ik strompelde zijn kamer en
de winkel uit.
WILLIAM stond vlak bij de deur en kon
me gelukkig opvangen. Hij gaf me een
stevige arm en samen liepen we terug 'naar
het hotel, waar ik hem uitvoerig verslag
deed van hetgeen er was voorgevallen. Ik
was nog helemaal van de kook en een paar
maal moest ik het verhaal onderbreken
omdat ik eenvoudig niet verder kon ver
tellen. Huil maar eens rustig uit, lieverd,
zei William, en hij sloeg zijn arm om mijn
schouder en drukte zijn hoofd tegen het
mijne, en hij zei almaar: niets zeggen,
blijf zo maar even zitten.
Toen ik na een uurtje weer de oude was,
zei William: wat doen we nu verder? Zou
je nog eens op onderzoek willen uitgaan?
Ik riep: Nooit, nooit ga ik meer naar die
vreselijke Frank Hogan terug. Je moet
hem arresteren!
Niet meer terug? zei William. Maar wat
wil je dan? Bij jou blijven, antwoordde ik
verlegen. Hij zei.... hij deed.... hij....
enfin, dat doet niets terzake.
VOOR het avondeten gingen we samen
naar het postkantoor om tante Sarah
telegrafisch op de hoogte te brengen van
de laatste ontwikkelingen om haar gerust
te stellen. Toen we Frank Hogan's Mode
magazijnen passeerden, droeg een loopjon
gen een houten pop, een vrouwspersoon
met blond haar en zwaar beschadigde ar
men en benen naar buiten. Wat is dat?
vroeg ik aan William. En die tactische
schat antwoordde heel gewoon: O niets, lie
veling, totaal niets, laten we maar gauw
doorlopen.
BESLAGEN RUITEN
In onze dagelijkse (en we kun
nen u verzekeren véél ge
lezen) rubriek „Uw probleem
is het onze" heeft iets ge
staan over het bestaan van
ruiten in de winter. Drie
huisvrouwen hebben naar
aanleiding hiervan de pen ge
pakt om hier even het hare
over te zeggen. Daar het best
mogelijk is. dat dit „pro
bleem" ook het „uwe" is
gaan we er vandaag op onze
pagina even op in.
Onze tip-hoek heeft daar wel
eens een advies over ge
geven, terwijl bij de tip-post
ook nu nog brieven binnen
komen, die hierop betrekking
hebben. Fen afdoend middel
bestaat er niet tegen, maar
wél kunt u dit euvel voor een
groot deel bestrijden. Als de
ramen zijn gesponsd en ge
zeemd neemt u een schone
doek. waarop u wat (niet te
veel) vloeibaar afwasmiddel
doet. Met dit synthetische af
wasmiddel veegt u over de
schone ramen, waarbij u zich
geen zorgen hoeft te maken
over de strepen. Die trekken
na een paar tellen wel weg.
Het op deze manier aange
brachte beschermende laagje
op het vensterglas zal het zo
vervelende beslaan in sterke
mate tegen gaan. Dit geldt
ook voor autoruiten! Maak u
er een gewoonte van na iede
re zeembeurt de ramen even
zo'n nabehandeling te geven,
dan komt u de winter wel
door zonder al te natte ruiten.
Voor het geval er toch condens-
water op het glas komt, waar
door vaak de vitrage lelijke
kringen krijgt, wel denk dan
eens aan de onlangs gegeven
tip de vitrages na het wassen
door een waterafstotend mid
del te halen. Dit middeltje is
bij de drogist te koop en
wordt ook gebruikt om bij
voorbeeld regenjassen water
dicht te maken. Vitrages, die
door zo'n oplossing zijn ge
haald. krijgen beslist geen
vlekken en kringen.
49. Zwijntje, die helemaal in zijn rol
als Nimdiaan is, wil zijn oude vrienden
met verklappen, waar Egel gebleven is.
„Geef die andere wildeman een sigaar,
Murr," zegt Leo, „misschien wil hij dan
praten." De wilde steekt de sigaar op en
paft dikke rookwolken uit, maar zeggen,
waar Egel is, doet hij niet. Murr maakt
zich kwaad, draait zich om en loopt weg.
„Dan zullen we Egel zelf wel vinden, als
jullie niet willen zeggen, waar onze goede
vriend gebleven is
50. Ze zitten vlak bü de zwijgende
Zwijntje te piekeren, wat ze nu moeten
gaan doen, als er een Nimdianenvrouw
langs komt. De kleren, die zij draagt zijn
niet veel zaaks meer, en daarom haalt
Benjamin fluks een lap kleurige stof uit
de zak waar hun voorraden in zitten.
„Dame," zegt Murr, „wij bieden u deze
lap stof voor een nieuwe japon, als u
zegt, waar Egel is." De vrouw grijpt de
lap en 'windt die als hoofddoek om haar
hoofd en wandelt verder. Waar Egel is,
weten ze dus nog steeds niet.
5. Een eindje verder zit dezelfde
vrouw, die water verkoopt voor een paar
centen. Maar als zij ontdekt hoe groot de
dorst is van onze vrienden, rekent zij
guldens voor het water. En dat is nog
niet alles, want, nadat Murr zijn hele
portemonnee heeft moeten omkeren,
duikt de ezel op, die het hele vat water
leeg slurpt. De vrouw is woedend en
komt niet eerder tot bedaren, dan nadat
Murr alle bezittingen heeft overhandigd.
Slechts één sigaar mag hij houden.
Da; neven en nichten.
Zijn we het allemaal weer gewend om naar school te gaan? Het wordt nu
echt al een beetje een geheimzinnige tijd om allerlei voorbereidselen en surprises
te maken voor het sinterklaasfeest. Hebben jullie al geprobeerd te rijmen?
Zal hij wel komen uit dat „lekkere warme" land? Enfin we houden maar
moed! Nu heb ik nog een vraag aan jullie, om de patiëntjes die verpleegd worden
in „Zonnevéld" te Oostkapelle (Zld.) een kaart te sturen. Deze spastische
kindertjes zijn voor een groot deel verlamd en kunnen ook het sinterklaasfeest
niet thuis vieren. Zullen we afspreken dat we het niet vergeten?
En we vergeten natuurlijk ook niet onze geboortedatum in de brief
schrijven.
De oplossing van de vorige puzzel is ooievaar, eekhoorn, komkommer, hori
zon, kapstok, maandag, spiegelei, spinnewiel.
De hoofdprijs krggt Ria v. d. Heijden.
De troostprijzen gaan naar Anneke Bos. Joke Breederland, Beppie
Heuvel.
(Vervolg)
Zeeslangen bestaan
niet. Bakerpraatjes, kinder
sprookjes! Komaan, aan
het werk!
Maar U ziet hem toch
zelf ook, hield de eerste
stuurman vol. De pas
sagiers zijn doodsbang. Het
is een monster van een
beest en hij zal ons alle
maal in de diepte sleuren.
Doe niet zo gek. zei
de kapitein boos. Natuur
lijk zie ik het beest. Maar
omdat zeeslangen niet be
staan, kan dit nooit een
zeeslang zijn.
Wat is het dan?
vroeg de eerste stuurman
twijfelend.
Een zeeslang, denk ik
En U zegt U zegt
zelf. dat dit beest niet be
staat!
Neen, zeeslangen be
staan niet.
Vroeger wel. hield de
stuurman vol. Toen zagen
de zeelieden ze heel dik
wijls. Dit is misschien een
overgebleven exemplaar.
Neen, zei de kapitein
ongeduldig Je bent een
domoor, Stuur. Zeeslangen
hebben nooit bestaan. Alle
maal bakerpraatjes en kin
dersprookjes. Daar zijn wij
te verstandig voor.
Maar nu het schip
wordt gevolgd door een
bloeddorstig monster met
minstens twintig kronkels
in zijn staart en een grote
kop en sterke witte tan
den. zo scherp als een bijl,
moeten we toch wel gelo
ven dat er zeeslangen be
staan. We zien hem toch!
Maar de kapitein gaf niet
toe. Koppig bleef hij bewe
ren dat zeeslangen niet be
staan en dat er dus nooit
een zeeslang om het schip
kon zwemmen. De eerste
stuurman zweeg toen maar.
Tegen zoveel eigenzinnig
heid kon hg niet op. De
passagiers echter geloofden
er wél in. Ofschoon het
griezelige beest tot nu toe
niemand kwaad had gedaan
werden ze doodzenuwach
tig. Twee mannen gingen
naar de kapitein en vroe
gen:
Wat bent U van plan
te doen?
Niks, gewoon verder
varen, bromde de kapitein
Maar die zeeslang
dan? Straks slokt hij ons
allemaal op.
Onzin. Bakerpraatjes
lijke beest niet doodschie
ten?
Dit is geen oorlogs
schip. riep de kapitein. We
hebben geen kanonnen aan
boord.
U moet toch iets doen.
kapitein. KUk, de avond
valt, maar niemand durft
vannacht naar zijn kooi te
gaan. zolang die zeeslang
om het schip zwemt
Wat moet ik dan doen?
Dat monster wegjagen.
De kapitein grinnikte.
ging naar de verschansing,
boog zich voorover en riep:
Heidaar beest, je
moet weggaan!
Cornells hoorde het niet.
omdat hij nog altijd in druk
gesprek was met'net schip.
Heidaar, monster! A-
hoy! Wie je ook bent, laat
ons met rust, schreeuwde
de kapitein. Nu verstond
Cornelis het. Hij hief zijn
reusachtige kop op en
staarde verwonderd naar
het mannetje op het dek.
Hoor je dat, Koningin
Mathilde? Die man zegt,
dat ik niet met je mee mag
zwemmen.
O, dat is de kapitein
maar. zei het schip. Van
die behoef je je niets aan
te trekken. Hij is zo kwaad
niet. Ik geloof, dat hij het
wel leuk vindt, dat je met
ons meezwemt.
Opgelucht liet de zee
slang zijn kop weer zinken
en gaf speels het schip een
duwtje.
Fijn hè. dat we vriend
jes zijn, zei hij gelukkig.
En het schip voer voort,
dagen achtereen. De pas
sagiers en bemanningsle
den begonnen gewend te
raken aan de aanwezigheid
van het zeemonster. Nu het
beest het schip niet aanviel
en er niets verschrikke
lijks gebeurde, kregen ze
zelfs schik in het avontuur.
Daarover konden ze thuis
mooie verhalen vertellen!
De hele dag stonden de
mensen over de verschan
sing in het water te turen,
wierpen de zeeslang lekke
re hapjes toe en lachten
om de rare buitelingen die
Cornelis dan maakte. De
„Koningin Mathilde" amu
seerde zich ook en steven
de recht naar de grote zee
haven van Luranié.
En zie op een stra
lende morgen hief de zee
slang plotseling zijn kop
uit de golven en staarde
naar de blauwe bergen aan
de horizon. Land' Dat
moest Luranië zijn. Van
vreugde klapte hij met de
staart op het water. Ein
delijk zou hij dan dat prach
tige koninkrijk te zien krij
gen!
De eerste stuurman stond
naast de kapitein op de
brug en krabde zich verle
gen onder de pet.
Over een paar uur zul
len we de haven binnenlo
pen. kapitein, zei hij be
zorgd. Hoe moet dat nu
met die zeeslang? Het beest
blijft ons maar volgen.
Ik wil er niets meer
over horen, zei de kapitein
streng. Zeeslangen be
staan niet. We gaan ge
woon meren op onze vaste
landingsplaats en verder
niets.
Aan de kade stonden ve
le mensen het schip op te
wachten. Zodra het in zicht
kwam steeg een luid ge
juich op. Er werd met zak
doeken gezwaaid en de
sleepboot voer uit om het
grote zeeschip de haven
binnen te loodsen. Ruim
een uur later lag de „Ko
ningin Mathilde" gemeerd
en konden de passagiers de
wal betreden. Opeens ging
er een groot geschreeuw op
onder de wachtende fami
lieleden.
Help een monster
in de haven! Het zwemt
naast het schip! O. o, wat
verschrikkelijk. Uit de weg,
vlucht!
(wordt vervolgd)
We hebben ver
leden week nog
een staartje van
de storm gehad,
die in andere
landen allerlei
overstromingen
heeft veroorzaakt,
weten jullie nog
wel? Nu zien we
op dit plaatje
verschillende
voorwerpen o.a.
een hoed, veer,
gewicht enz.
Welke voorwer
pen zullen ver
dwijnen denken
jullie, als er zo'n
fikse wind heeft
geraasd? Zenden
jullie de oplossing
voor dinsdag 15
november in?
Lang zal die leven
Deze week hebben we maar
één jarige in ons midden.
Hartelijk gefeliciteerd hoor
Johan van Es van de neven en
nichten.
Nu krijgen de brieven een
beurt.
Jullie poes heeft heel wat
kindertjes en kleinkindertjes,
hoor Nine Aalbersberg. Ik
vind Moppie en Pimmetje
leuke namen. Kom je nog wel
eens in Zeeland? Er zijn nog
neven en nichten die vaker
hebben geschreven en dus
eerst aan de beurt zijn voor
een prijs. Jan Adriaanse,
schrijf jij de volgende keer
wat meer? Schrijf jij wat
meer Rudolf Akkerhuis? Wat
grappig dat ze het hondje Rak
ker Akkerhuis hebben ge
noemd. Hoe heet jouw vriend?
Heb je je nieuwe mantel al
aangehad Adrie van Andel?
Heb ie de brief nog ontvangen?
Hoe is het met je konij
nen cn muizen Sjaak Ange-
nent? Zitten ze in één aqua
rium? Wat heb jij leuk
postpapier Marga Appels. Jij
hebt wel lang gewacht met
schrijven hoor! Wat zou die
kabouter voorlezen, Willy Ap
pels? Wat doen jullie zater
dags bij de kabouters? Ben je
geïnstalleerd? Addie Baars
schrijf jij de volgende keer
wat meer? Wat fijn, dat ik
zo'n leuke foto van je kreeg
Jannelle Baak. Hartelijk dank
hoor! Het is dus een echte
vakantiefoto uit Scheveningen.
Hoe heet je zusje? Heb je
donderdag een leuke dag ge
had Nellie Baas? Heb je nog
een nieuwe jurk gekregen?
Zijn al je vriendinnen geweest?
Wanneer ben jij precies ge
boren Alida Barnhoorn? Heb
jij nog meer broertjes en zus
jes? Dat meisje op jouw post
papier kan heel goed schaat
sen. Wat wil jij later wor
den José v. d. Berg? Wat heb
jij op handenarbeid gemaakt?
Mag je al veel naaien?
Schrijf jij de volgende keer
wat meer Jopie v. d. Berg?
Jij ook Sarle v. d.Berg?
Van jou kreeg ik ook al
zo'n leuke foto Lcnle Berg-
werff. Hartelijk dank hoor!
Geweldig dat je die nog voor
m'n verjaardag stuurde. Na
tuurlijk mag Janneke ook
schrijven hoor! Jammer dat
jullie nog geen bericht uit Zee
land hebben ontvangen. Be
dankt voor het mooie versje
wat jij mij stuurde Willy Berk
man. Hoe heten jouw broer
tjes? Leuk zo'n klein broertje,
vind je niet? Zegt hij alleen
1 nog maar gu-gu? Zo erg is
het toch niet dat jij 6 moeders
hebt Wim v. d. Beukei? Hoe
heet jouw vriend? Waarom
kan jij geen lange brief schrij
ven? Alles moet je leren.
Wim! Welke namen hebben
de poesjes Gerrle Bikker. Wo
nen jullie op een boerderij?
Heb je je nieuwe jurk al aan
gehad? Hartelijk welkom
Rlnkje Bilkes. Wanneer ben jij
precies geboren? Ben jij al
tijd zoet? Ook jij bent har
telijk welkom Hans Bloemen-
daal. Natuurlijk mag jij ook
een neefje worden. Jij hebt
de brief keurig geschreven,
hoor' Wat ben jij verschrik
kelijk verwend Inge v. d.
Blij. Welke titels hebben de
j boeken? Ik wacht nog steeds
af hoor! Nog hartelijk dank
voor je boekenlegger. Wat
heb jij in de vakantie gedaan,
Arie Bode? Fijn dat de poes
jes zo goed groeien. Heb jij
veel knikkers? Fennie Boen
der krijg ik de volgende keer
een lange brief? Is het
speelbroekje al klaar en zijn
de sokjes mooi geworden Ina
v. d. Boogaart? Hoe was het
in België? Is Adje weer beter?
Wat heb jij in de vakantie
veel verdiend Kees v. d. Boo
gaard. Wat ga je er nu meer
doen? Wat heb je voor werk
gedaan? Wat ben jij ver
wend Garrle Boonstra. Hoe
kwam het dat je van de trap
viel? Jij krijgt het erg druk
met al die uitvoeringen Anne
ke Bos. Veel sterkte hoor!
Heb je nog een nieuwe man
tel gekregen? Jij bent ook
al zo verschrikkelijk verwend
Ada Bos. Is het een mooie
jurk? Hoe heet het boek?
Jij hebt de brief erg mooi ge
maakt met de tekeningen en
het leuke gédichtje Joke Bree
derland. Hartelijk dank hoor'
Welke kleur heeft je nieuwe
blouse? Eddie Broer krijg
ik de volgende keer een lan
ge brief? Hoe heet jouw
vriendin Anneke v. d. Brugge?
Wanneer ben jij precies gebo
ren? Hartelijk welkom Piel
Buitendijk. Leuk dat jij nog
zo'n klein zusje hebt. Weet
je nu al wanneer de gymnas-
tiekwedstrijd is Lenle Coen-
radl? Vind je Rotterdam leuk?
Ja, lego vind ik ook erg
leuk, Harm Conijn. Jouw
broer heeft natuurlijk al veel
van de wereld gezien. Moet jij
later ook naar zee? Jam
mer, dat jij ziek bent gewor
den Jennekc Cornet. Maken
jullie nu ook pakjes op de
meisjesclub'' Ben jij Zwarte
Piet? Jij hebt mooie cij
fers Jolande Croese. Wat heb
jij veel suikerzakjes Jouw
rapport is ook mooi, hoor Ma
rijke Croese. Hoe vind je
Frans? Nu vergeet je tante
Jos toch niet meer. Adri Dan-
kers? Waarom gaat de mees
ter weg? Wat leuk dat jul
lie een „levende" ezel hebben
Stella Dedecker? Vond je het
leuk op Curagao? Hartelijk
dank voor je mooie tekening
Hans van Delft. Krijg ik de
volgende keer een brief van
jou? Van jou kreeg ik ook
al zo'n mooie tekening Wilma
van Delft. Hartelijk dank
hoor! De kinderboerderij vind
ik ook erg leuk. Ook jij
wordt hartelijk bedankt voor
je mooie tekening Trudi van
Delft. Hebben jullie zoveel
bloemen in de tuin?
Mogen jullie allemaal v Zwarte
Piet rijn Willie Delleman? Hebben
jullie al een briefje getrokken?
Waar heb jij op getrakteerd Lldy
Dorp? Jij bent wel verwend
r. Welke spelletjes hebben jul
lie gedaan? Wat ls dat voor af-
valmateriaal Kees van Drongclcn?
Wat ral jij knap worden. Kees!
Heb jij ook een blokfluit Hans van
Duljn? Geweldig zo'n club.
Schrijf jij de volgende keer wat
meer Wim van DuUn? Jij kan dat
versje wel zingen van „en dan
gaan we naar de speeltuin", Anneke
den Adunnen. Heb jij zelf 'n fiets?
Heb jij ook een schooltuin? Har
telijk welkom Peter v. d. Engel.
De tekening vind ik erg mooi. Har
telijk dank hoorl Ia Conny weer
beter? Dinsdag is het groot feest
Johan van Es. Wat zou mamma
bakken? Geweldig zo'n mooi pak.
Veel plezier hoor! Leuk dat Jij
nu orgelles krijgt Marieke van F.s
Goed je best maar doen. Heb jij
zondag nog een spelletje gewon
nen? Hoe gaat het met Kristine?
Ja, nu kon Jij Je grotere zusjes
uitlachen Nellie v.d. Eijk. Jij hebt
mamma goed geholpen hoorl Hoe
is het met de wedstrijd afgelopen?
Heb jij mooie boeken gezien
Plet v. d. Eijk? Waar zijn jouw
mooie tekeningen? Jouw vorige
brief was te lang Lida v.d. EIJkel
Hartelijk welkom hoorl Je mag
iedere week schrijven, maar je
komt alleen in de krant wanneer
Je letter aan de beurt is. Hoe heet
je nieuwe zusje? Marianne Fc-
dema wist jij niet meer te schrij
ven? Jij bent ook hartelijk wel
kom Marijke Faas. Wanneer ben
jij precies geboren? Ook hartelijk
welkom Mientje de Gans. Heb jij
nog meer broertjes en zusjes?
Jammer dat jij geen tijd meer
hebt om te schrijven Nelly Geers.
Fijn dat Johan het nu de volgende
keer gaat doen. Jij hebt lang ge
wacht met schrijven, hoor Ineke
van Geest. Geweldig dat jij een di
ploma hebt behaald. Van harte ge
feliciteerd hoor! Waarom kreeg
ik geen brief Gertje Geldof? En
van jou ook niet Hannie Gerritsen?
Jij vergeet het ook al Helen
Goote. Nou ik heb een fijne
jaardag,gehad, hoor Aart van Gor-
kum. Hebben jullie allerlei spelle
tjes gedaan in de herfstvakantie?
Jammer dat de vissen niet wil
den bijten Gerrit Goudkamp. Ma
ken „hoogvliegers" nooit vluchten?
Hoe heet jouw vriend? Waren
Jouw vader en moeder met vakan
tie in Duitsland Jantine v.
Graaf? Vond je het leuk bij
vriendin slapen? Ja. jullie heh-
ben zeker een „heleboel" kippen
Wim v. d. Graaf. Wat is dat „Pol
deren"? Moet jij ver fietsen naar
school? Staan al die bloemen ln
de kamer Bea Groenenberg? Neem
jij vaak een douche? Mieke
Groeneveld, schrijf jij de volg
keer wat meer? Jij hebt
getekend Gerrle de Groot. Harte
lijk dank hoorl Kan je al een beet
je schrijven? Heb jij nog iets ge
wonnen op de bazar. Mlep de
Groot? Heb je je nieuwe jurk al
aangehad? Griezelig die leeu
wen vind je niet Rienie dc Haan?
Mochten ze zomaar in die winkel
loslopen? Hartelijk dank
jouw mooie Muiderslot-tekenlng
Arie Haasnoot. Jij hebt er e
mooie beschrijving bij geda^
hoorl Wat een bofferd ben jij met
ts nieuwe fiets. Zit jg niet ln
anken op school Bram Hamel?
Wat heb jij gedaan in de herfstva
kantie? Heb jij nog meer broer
tjes cn zusjes Marianne van Har
ten? Waar speel Jij altijd? Is
het overgooiertje al bijna klaar
Ria v. d. Heijden? Mag je voor
jezelf een pyama maken? Welke
koekjes waren het? Ik vind het
maar een griezelig verhaal John v.
d. Heiden. Heb jij ook zo fietsen ge
leerd als op dat plaatje? Grappig
hoorl Wat ben jij verwend Bep
pie v. d. Heuvel. Heb je je mail
lot al aangehad? Leuk hoor een
blokfluit. Hartelijk welkom The-
ra v. d. Heuvel. In welke klas
jij? Geweldig dat jij nu weer
't truitje bent begonnen Jennie t
Heuvel. Is oma al thuisgekomen?
Heb je je nieuwe mantel al aange
had? Jij bent ook al zo ver
wend met je nieuwe mantel Baar
tje v. d. Heuvel. Leuk dat de poes
steeds het balletje naloopt. Tipple
vind ik een grappige naam hoor!
Wat een bofferri ben jij met je
poppekast Jannie Hofstee. Hoe heet
jouw zusje? Leuk dat ik een
brief van u kreeg mevr. van llou-
weling. Aardig van die 90-jarige
mevrouw uit Zd Beijerland om
zo'n cape te maken. Krijgt Hennie
zoveel huiswerk? Wil jij al
graag gaan schaatsenrijden Gerrit
van Houwelingen? Het kan nog
hard genoeg gaan vriezen van de
winter hoor! JIJ hebt goed je best
gedaan om zoveel geld op te halen.
Adrlaan van Houwelingen. Woont
Henk nu ver weg? De winkels
hebben nu mooie etalages Jople
Hulsman. Hebben jullie 5 novem
ber nog een beetje feest gehad?
Jongens en meisjes Jullie hebben
héél goed Je best gedaan met
schrijven. Deze week zijn de let-
I t.m. R. aan dc beurt. Veel
es neven en nichten en tot de
volgende week.
TANTE JOS.