Ho-n kan, dat nou
OPENBARING
DUITSE m WERKT
ZONDAGS-
BLAD
En in Maastricht zeiden ze
Hiruiur Cciftsrlji UTotirnnl
ZATERDAG 12 NOVEMBER I960
BIER IIEEI MUSEUM
van ^foUanneó
De engel boven de bergen uit
blies de bazuin, een wild geluid
ging op de donkere aarde rond,
een blinkende ster viel op de grond.
Toen sprong de put van de afgrond open,
rook als uit een brandende oven
steeg op en verduisterde het licht.
Wat zijn dat voor dieren, gezicht aan gezicht,
die in de vlammen naar boven klimmen?
God laat uw goedheid ons omringen,
teken ons met uw zegelmerk,
behoed ons binnen uw heilige kerk,
opdat de engelen van het kwade
met hun angel de ziel niet schaden.
O koning des hemels, onze zon,
hoed ons voor koning Apollyon,
God doe de put van de afgrond dicht,
God van de liefde, geef ons licht.
Ickhl: dr. J. W. Scbulte Nordliolt m Tekening: Ria Exel.
A--»-*-'-*-'-*-*-*-'-*-»-* Twee artistieke hoekjes van de
parterre van hel Maastrichter bier-
Contra-spionage in het leger museum, een plelf waar 's zomers
duizenden vreemdelingen komen
kijken, maar di& de meeste Maas
trichtenaren negeren, ja i aak niet
eens wetên
voor de staatsveiligheid
kleed met rood koper, dat hier en
daar aan het groeneo is.
,.Dit was eenmaal de brouwers-
ketel", zo vervolgde de heer Den
Boer, ..waarin behalve het bron
water alle ingrediënten voor de
bierbereiding werden gedeponeerd
zoals mout, hop etc., die daarna
de nodige bewerkingen moesten
ondergaan".
In de buurt van deze ketel
hangt het ..Koelschip". een bre
de. platte, houten bak, waarin
het brouwsel werd afgekoeld.
Voorts een geilkuip of gistkuip,
een hoppers en andere werktui
gen, die men in
die dagen alle
nodig had. om een
goede soort bier
te kunnen fabri
ceren. .,Nog in
1913 telde Maas
tricht 26 brouwe
rijen, die een ge
zamenlijke pro-
duktie hadden van
negen miljoen liter
van hoge kwali
teit Zelfs kalfs-
poten verdwenen
in de brouwers-
ketels, om tot een
vetter bier te ge
raken".
Op zolder
En dan, na deze
en nog tal van
andere wetens
waardigheden over
het bier te heb
ben meegedeeld,
brengt de heer
De Boer ons naar
de zolder, waar
een intiem verga
derzaaltje is ge
creëerd, met Bra
bants bont op de
tafeltjes en langs
de wanden glazen
kasten, die bijna
uitpuilen van de
bierglazen. Hier treft men glazen
aan van alle 450 brouwerijen, die
in Europa op het ogenblik nog
bestaan.
Alles fonkelt en gllnsterd daar
door oni ons heen. Aan de muren
hangen schilderijen en tekenin
gen, die ook al weer eeuwen oud
zijn, maar zonder uitzondering
het bier betreffen. Idem de as
bakken cp de tafeltjes, het glas-
in-lood In de raampjes, ja noem
maar op.
En met dat al voelt men, dat
hier In de eerste plaats bet hart
van de verzamelaar heeft gespro
ken. Niet zo maar een verzame
laar, maar Iemand, die eigenlijk
geen afscheid nemen wilde van
een ambacht, dat eenmaal zijn
levenstaak was.
De hoppers, mei links lagtriaten.
Wat de woorden „Secret Service" betekenen, en welke
functies de Tjeka-NKVD-MVD waarneemt, weet wel iedere
belangstellende krantenlezer. Vooral de liefhebbers van min
of meer opwindende spionage- of avonturenromans zyn
wèl geïnformeerd.
De MAD, de „Militarische Abschirmdienst" van de West-
duitse strijdkrachten, heeft die bekendheid nog niet verkre
gen. Dat ligt misschien aan het feit, dat deze organisatie pas
vier jaren bestaat, maar waarschijnlijker is nog, dat er van
de MAD zo weinig bekend wordt, omdat deze dienst geheel
andere taken heeft dan die drie grote veiligheidsinstituten
van Groot-Brittanië, de Verenigde Staten en de Sowjet-
Unie.
MEN had er ons eens iets
van verteld en dus wis
ten we van zijn bestaan af.
Maar toen we onlangs in
Maastricht verzeild raakten
en zélf eens poolshoogte wil
den gaan nemen, haalde de
ene Maastrichtenaar na de
andere de schouders op, met
de opmerking: „Biermuse
um? Biermuseum? Bier in
een museum bedoelt u? Hoe
kan dat nou? Dat is toch niet
om te bewaren, maar om te
drinken. Nee, 'k zou het u
waarlijk niet kunnen zeg
gen."
Zelfs hotelhouders en res
taurateurs konden het na
lang peinzen niet verder
brengen dan wat binnens
monds gemompel, dat beslo
ten werd met een diepe zucht
en een schemerachtige blik
in een hoofd dat heen en
weer schudde.
Totdat we ten langen leste een
klein, schrander manneke tegen
het lijf liepen, dat na enig naden
ken uitriep: „Ach ja, nou weet ik
het toch. Ge zult „het Knijpke"
bedoelen in de St.-Bemardusstraat
die vroeger Heistraat heette. Dat
is daar bij de Onze Lieve Vrou-
wekerk".
Na nóg enig dwalen door die
bekoorlijke stad aan de Maas. die
stad met haar achtenswaardige
middeleeuwse bouwwerken, met
haar witstenen bruggen, haar wat
mysterieuse doch kraakheldere
stegen, haar statige parken en
haar voorname Vrijthof beland
den we dan eindelijk waar we
wezen wilden.
Misschien waren we een uur te
voren óók al langs die plek geko
men. Wellicht waren we er zelfs
reeds tweemaal gepasseerd. Noch
het een, noch het ander kon als
uitgesloten worden beschouwd.
Want in het halfduister van be
scheiden elektrische lampen en
ietwat verlegen gaslantaarns
zoals dié bij zulke stille sloppen
nu eenmaal horen loop je ge
makkelijk aan iets voorbij.
De zware, donkere eiken straat
deur. die slechts weinig afstak bij
de grijze mergelblokken, waarini
heel oud-Maastricht is opgetrok
ken, stond uitnodigend op een
kier. En toen we binnenstapten
brandden de lampen daar moge
lijk nóg iets gedempter, dan die
welke hun flauwe schijnsel over
de gladde keien van de St. Ber-
nardusstraat lieten vallen.
We maakten kennis met de be
drijfsleider, een lange, slanke,
nog vrij jonge man met zwart
achterover gekamde haren, die Jo
de Boer bleek te heten en een
Rotterdammer is van origine. Veel
eer deed hij echter denken aan
een man van de wetenschap dan
aan een leutige Limburgse bier-
verkoper mede 'door het dunne
brilletje, dat aan het bleke ge
zicht nog een extra accent gaf
van een Kamergeleerde.
Stil....
„Ja, het is hier stil op het
ogenblik", sprak hij enigszins aar-
zeiend en haast angstvallig zacht,
nadat juist die ene bezoeker was
vertrokken, die zoeven nog de
ganse cliëntcle vormde. Pin zo
klonk zelfs het minste gekraak,
dat de vrouw des huizes in die
holle ruimte maakte met het Lim
burgs Dagblad, als houtblokken in
een knetterend haardvuur.
„Ik moet het nu eenmaal van
de zomer hebben, als Maastricht
in het teken staat van de vreem
delingen", vervolgde hij op be
rustende toon. Die kijken zich
hier de ogen uit, in tegenstelling
tot de eigen bevolking, die alle
museumrijkdom negeert."
Inderdaad bood deze merk
waardige gelagkamer, ondanks de
spaarzame verlichting, veel, heel
veel zelfs, om met intens genoe
gen gade te slaan. In de eerste
plaats dat typische figuurtjesbe-
hang vol poppetjes in blauw en
rood dat herinneringen opwek
te aan het befaamde „kladschrift
van Jantje". Doch dat het in een
lokaliteit als deze toch wel won
derlijk goed deed. Het paste uit
stekend bij die. wie weet hoe
oude. grauwe plavuizen, waarmee
de vloer al eeuwen her was ge
legd; het harmonieerde prachtig
we zo'n huishrouwerij voor ons.
Links dc diepe waterput, die zelfs
nu nog kristalhelder water biedt.
Althans, wanneer men de moeite
wil nemen, de emmer die erin
hangt met een winch op te take
len. En mocht het water eens
minder helder zijn, dan ligt dat
niet aan die put, maar aan be
paalde bezoekers, die nimmer de
verleiding kunnen weerstaan, er
allerlei dingen in te laten vallen.
Rechts een schijnbaar soortge
lijk ronde bak. met dezelfde rode
steen gemetseld. Maar die over
eenkomst geldt slechts voor dat
deel ervan, dat boven de grond
werd gebouwd. Want de binnen
kant van deze bak is geheel be-
De MAD is in geen enkel op
zicht een voortzetting van de tij
dens de bittere oorlogsjaren ook
in ons land bekend geworden
„Abwehr". De MAD is een voL-
strekt defensieve instelling, die
tegen sabotage, spionage of on
dermijning bij de strijdkrachten
van de Bondsrepubliek moet wa
ken. De dienst heeft geen enke
le taak in het buitenland, zelfs
niet in West-Berlijn, dat onder
de controle van de vier mogend
heden staat. Naast de MAD zijn
er nog een tweetal organisa
ties, die in zekere opzichten eni
ge gelijkenis met de opzet daar
van vertonen, dat zijn de fede
rale informatiedienst en de vei
ligheidsdienst, die uitsluitend ten
behoeve van de overheid in de
deelstaten en voor de federale
instanties werken.
„Een geval"
De MAD wordt pas „actief",
zoals het in de vaktaal heet,
wanneer er reeds „een geval"
is. De aanleiding tot het ont
plooien van een .actie" is ook
nooit een „tip" van deze of ge
ne, want de MAD beschikt niet
over „tipgevers".
De werkzaamheden van deze
dienst zijn gebaseerd op de ge
wone dienstmededelingen en het
onderzoek in de een of andere
eenheid vindt daarom ook steeds
plaats in samenwerking met de
betreffende commandant, die
voor het onderzoek zijnerzijds
weer de betreffende officieren of
onderofficieren inschakelt. Het is
eigenlijk geen „echte geheime
dienst" als men de andere dien
sten van de grote mogendheden
tenminste als zodanig wil zien.
De Bondsrepubliek is ingedeeld
in zes militaire vakken en elk
vak beschikt over een MAD-
groep, die op zichzelf staat en
met de andere groepen gecoör
dineerd wordt door het „bureau
voor veiligheid", geleid door een
kolonel, die uiteraard aan dc
staf is verbonden.
Hoe?
Uit alle rangen en van alle
eenheden worden de deelnemers
van de dienst gerecruteerd en dit
geldt voor de drie wapenen, land-,
lucht- en zeestrijdkrachten.
Aangezien ook vele vrouwen in
het kader van de federale strijd
krachten werken, maken ook zij
deel uit van de dienst. Bij voor
keur worden tot deze dienst aan
getrokken, zij, die vanwege hun
beroep al ervaring bij dit soort
werk hebben opgedaan, zoals
douanebeambten, voormalige po
litiemannen etc., maar het wil
niet zeggen, dat dit een voor
waarde is. Elke deelnemer wordt
van tevoren getest en dat is ook
wel de verklaring voor het ver
heugende feit, dat er van deze
dienst praktisch nooit „overlo
pers" zijn gekomen. Ook daarom
komt de MAD vrijwel nooit in
„het nieuws".
De discipline is vanzelfspre
kend een voornaam ding, aan de
opleiding wordt dan ook grote
zorg besteed. Naarmate een ver-
antwoordelijker functie moet wor
den bezet zijn ook de toelatings
eisen zwaarder.
Voordeel
Het grote voordeel van deze
„beschermingsdiensl" is al in de
praktijk gebleken. Het is geen
spionagedienst, maar wel een
contra-spionagedienst. Omdat van
meet af aan bij de forma
ties van de strijdkrachten met
deze beschermingsdienst is ge
werkt, slaagden de militaire au
toriteiten. er in vroegtijdig de vij
andelijke agenten tc ontmaske
ren, die toch in de dienst wis
ten binnen te dringen. Er moest
natuurlijk enige ervaring wor
den opgedaan, maar die is er
nu wel en dat verklaart, waarom
juist in de laatste tijd meer pro
cessen tegen zulke agenten voor
het hooggerechtshof konden wor
den afgewikkeld. Bij het verza
melen van de gegevens over de
„vijandelijke" activiteiten is ge
bleken. dat de „binnendringen
de agenten" geenszins uitsluitend
in opdracht van dc Sowjetunie
werkten. Het grootste deel stamt
uit de Sowjetzone. in het laatste
jaar leverden de Oostduitse
machthebbers ongeveer 90 pet.
van de agenten. De Sowjetunie
en de oostelijke staten, voorna
melijk Polen en Tsjechoslowa-
kije, leverden de rest in een on
geveer gelijke verdeling.
met de dikke, witgeschuurde hou
ten tafelbladen, het werkelijk an
tieke koperwerk, de ten dele van
alle gips en kalk ontdane zolde
ring en de tot glimmens toe ge
poetste biertonnetjes, die als tro
feeën aan de zware draagbalken
te pronken hingen. Ja. haast al
les wat hier stond of hing. klopte
precies op elkaar. En toen we er
ook nog een uitgebreide exegese
bij ontvingen en zo begrepen dat
ieder potje en ieder pannetje, elk
kruikje en elk kannetje, in het
verleden werkelijk met bier te
maken hadden gehad, groeide het
onderhoud in dit vertrek uit tot
een boeiend epos over het ger-
stenat.
Kapstok
„Ziet u die gebogen kapstok
daar? vroeg ons de heer Den
Boer voorzichtig. Die werd ver
vaardigd uit een duig van een
biervat. En die lederen voor
schoot, die we nóg wel eens bij
dc bediening aangorden, werd een
maal gedragen door een stevige
brouwersknecht, wanneer hij met
Iaden of lossen was belast. Kijk
eens wat een gobelins daar aan
die wand. Ook die zijn al eeuwen
terug met ware kunstenaarshand
vervaardigd en houden stuk voor
stuk de oude bierbereidingsmetho
den voor het nageslacht vast. En
zie eens dit juweel van een
schouw, met zijn vier reusachtige
blauwe tegels van een halve me
ter in het vierkant. Eén ervan
draagt hel wapen van de Ridder
brouwerij. waaraan dit museum
toebehoort. De tweede vertoont
het familiewapen van de Van
Aubels. de vroegere en huidige
eigenaren van die brouwerij. Een
derde bevat het wapen van Lim
burg. En de laatste die dus
veel jonger is het wapen van
het kantoor der Nederlandse brou
werijen. Alles te zamen vertegen
woordigt een waarde van vele
duizenden guldens".
Toen we vervolgens informeer
den. wie er zóveel geld voor deze
zaak wilde opofferen, wilde onze
gastheer ons dat ook wel onthul
len. „Dat is", zo zei hij. „een
,vobby van mijnheer P. van Aubel
die. ofschoon al zeventig, nog
steeds een der leidende personen
is van de aloude Ridderbrouwe
rij. Hij zag zoiets in Münchcn en
in Brussel, twee steden waar al
jaren terug zulk een museum
werd opgericht. Dat nu vond hij
dermate interessant, dat hij in
november 1958 ook met iets der
gelijks begon. „Maastricht, waar
het eenmaal krioelde van de
brouwerijen, mag niet achterblij
ven", zo redeneerde P. van
Aubel.
't Waren doorgaans kleine, zg.
huisbrouwerijtjes, alle met een
eigen historie en met haar eigen
aardigheden. Deze historie en de
ze eigenaardigheden wilde de heer
Van Aubel voor de generaties na
hem bewaren. Dus kocht hij deze
oude kapitale woning, vestigde in
de parterre dit hoogst merkwaar
dige bierhuis en in de kelder een
complete brouwerij, terwijl hij op
de zolder een zeldzame collectie
glazen bijeen wist te brengen".
In de kelder
Als we via verzakte hardstenen
trappen in die kelder afdalen, zien
Deze lederen voorschoot droeg
eenmaal een gespierde brouwers
knecht. Thans wordt men er als
bezoeker van de taveerne mee
bediend. Het aantal handtekenin
gen erop is niet te tellen.