"WIERZIEJ! *et CORSICA
lirug bij
Merten slikt optreden
van Grieken niet
Aanklacht tegen
echtgenote van
minister Makris
Dat kan wel in
San Francisco
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Opnieuw incident op Corsica
Hij
hield van zijn schip, zcals
iedere zeiler aan het schip
gehecht is waarmee hij
jaren heeft gevaren en dat
een deel van zijn leven is
gaan vormen. Ik weet dat
't verlies van de oude,
verroeste „Boreas" hem
meer pijn deed dan hij
doorgaans liet blijken.
(Slot) Hij was een voortreffelijk zwem
mer en een enthousiast duiker. Het
DIT IS HET VERHAAL duiken met 1e aqualung op dertig en
tian twee jonge Neder- veertig meter diepte in de cnbj.
a schrijfhjk mooie ,,zee-tuinen aan de
landers, een man en een Corsicaanse rotsenkust. werd hem
vrouw, die zich meer geleerd door een vriend, de wereld-
dart tian jaar geleden op Corsica vermaarde Franse duiker en filmer
vestigden en dear, bij Calvi. een JaI«ue? Yves Ctoiisteau
7, v,e.e,7~ J i j ,T In de herfst van 58 kreeg hij een
bungalowpark bouwden voor Ne- kleine. niet veel om het lijf hebben-
derlandse vakantiegangers, toen de beschadiging aan een van z'n
„Corsicaans toerisme" nog een trommelvliezen. Hij kon het gene-
zaak was. die even weinig lucra- zingsprocss nauwelijks afwachten en
tt gmg opnieuw naar de diepte, toen hij
tref als dubieus leek. Het verhaal veronderstelde dat dit zonder gevaar
van een geslaagde onderneming, was. Met een vriend dook hij die
Die slaagde, omdat de bouwers septemberdag (de 18e) bij Cap Ca-
ervan geloof vertrouwen en SSÏf" £T'
fantasie bezaten. toch te djep Hij kwam niet meer
De man was Manus Vroom, boven.
verbonden aan de staf van het De man die hem het duiken had
ANTHONY
VAN KAMPEN
Haagse V D-concern. Manus
Vroom deugde wel voor „zaken",
maar niet voor dat soort zaken.
Hij wenste gedurende de dagen
geleerd, Cousteau (maker o.m. van
de film „De Wereld der Stilte") vond
hem kort daarop. Hij lag er rustig
bij op de bodem der zee en het leek
alsof hij glimlachte in zijn dood. ver
telde Cousteau. Het bleek dat beide
:nro„ j,,, teiae uousteau. net Dieex aat Deiae
Zijner jaren niet aan een bureau trommelvliezen waren gebarsten. Hij
gekluisterd te zijn. Hij wenste moet op slag dood zijn geweest.
nog minder geleefd te worden. Toen ik, in Nederland, het bericht
Wat hij wèl wilde, en zocht was van ziin heengaan ontving, was ik
een leven, dat niet via gebaande f^nwoeldtn^ SKMS
paden verliep, niet over „the bea- heen, die hij me zo vaak
ten trdtk". Hij wilde vrij zijn en had: werk niet te hard
op een dag vertrok hij met z'n ds-aa 1
stalen kits naar de Middellandse
gezegd
het
ieven is er veel te kort voor.... het
is voorbij eer je het weet Hij
n, TT.. ii, was 42 toen hij verdronk. Hij hééft
Zee. hij zou wel zien hoe het een goed leven gehad. Hij was het
verder verliep. Dat was in '46. voorbeeld van de levenskunstenaar.
Heeft hij misschien altijd al een
voorgevoel gehad dat zijn jaren ge
teld waren? Wist hij dat hij moest
woekeren met z'n jaren? Volgde
hij, -bewust of onbewust, een levens-
planning en -timing? Wie zal het ant
woord geven!
Velen, bijna iedereen, waren van
mening dat zijn dood het einde van
het bungalowpark bij Calvi inluidde.
Hij was een dermate dominerende
figuur geweest, zijn persoonlijke
sfeer was dermate verweven met de
sfeer van het park, dat dit nauwe
lijks zonder hem denkbaar was.
Maar het werd het einde niet. Zijn
vrouw, tot dat moment „second in
command", zette
Het verliep aldus: een paar jaar
zwalkte hij door de Mediterrannee die
hij tot in haar uithoeken leerde ken
nen. Toen liet hij het meisje over
komen, met wie hij wilde trouwen:
een dochter uit een bekend geslacht
van zee-officieren. Mejuffrouw Goos-
sens en Manus Vroom trouwden in
'49 in St. Jean Cap Ferrat, en hun
lange, zeer lange huwelijksreis vond
plaats in de Middellandse Zee.
In '50 liep hun schip, de „Boreas",
de baai van Calvi op Corsica binnen.
De Vrooms zagen de baai en kwa
men tot de conclusie, dat deze een
der allermooiste van de hele Middel
landse Zee was. Ze kregen direct
een goed contact met de Corsicanen
en op een dag werd de idee gebo
ren:, daar praktisch op de oever van
de baai, een bungalowpark bouwen
voor de ontvangst van Nederlandse
vakantiegangers.
Corsicanen zijn, als men bij hen
in de smaak valt, uitermate plezie
rige mensen, maar in het algemeen
moet men hun niet vragen voor
je te gaan werken. Dat deden de
Vrooms dan ook niet: ze bouwden
hun bungalowpark zélf. Letterlijk
met hun eigen handen- Met de „Bo
reas" werden de benodigde materia
len van de Cóte gehaald, met be
hulp van Bill, een jonge Nederland
se vriend (plus het autootje dat
Vroom zich had aangeschaft) wer
den stenen en grint uit de rivier ge
transporteerd, terwijl de (toen nog
wilde) tuin van „la Finlandaise"
cactussen, geraniums en andere bloe
men in overvloed bood om een eigen
tuin aan te leggen. Toen tachtig bed-
hem wel kwalijk nam, vas
's mans ten hemel schreiende on
verschilligheid ten aanzien van de
levens van z'n passagiers. Zelfs in
de meest griezelige haarspeldboch
ten bestond hij het rustig met z'n
rug naar het stuur-mechanisme te
staan. Het interesseerde hem niet in
't minst!
Ponte Leccia werd bereikt. Het
was tegen ha!f negen in de morgen:
een verrukkelijke, stralende Corsi
caanse morgen. Ik dronk in een
klein café een kop zwarte koffie en
besloot langs het dal van de rivier
de Golo naar Francardo te wande
len. In de namiddag zou het treintje
me dan weer naar Calvi terugbren
gen. Zo was het plan. Maar het
kwam anders uit.
Ponte Leccia bezit een prachtige
Romeinse brug over de rivier, eer:
der mooiste van heel Corsica. Ik
wilde hem eens op m'n gemak be
kijken en liep er heen. Het water
stroomde, omdat het nazomer was,
traag door de met witte rol-stenen
gevulde bedding.
Er was weinig verkeer. Een en
kele vrachtauto, een enkele toerist.
Ponte Leccia ligt ver van de wereld.
Ineens stopte een nieuwe Citroën;
ik hoorde de wielen onderdrukt over
het wegdek van de brug gieren. Ik
zag dat de bestuurder naar me keek.
Moest hij de weg weten....? Maar op
hetzelfde ogenblik herkende ik hem:
het was m'n oude vriend Luciani.
Het is niet zo ondenkbaar dat
men op een eiland een oude bekende
tegen het lijf loopt. Het is niet zó
groot en de beVolking dun. Toch was
het weerzien met deze verfranste
Corsicaan een verrassing; naar ik
meen voor beide partijen.
Hij nam me mee, en onder de ver
veloze, bijna in elkaar gezakte per
gola van een, op één oud vrouwtje
na, verlaten restaurantje, hebben we
zitten praten. Het leek me lang ge
leden, dat ik hem voor het laatst ge
sproken had. Toch was dat nauwe
lijks een jaar of zes. Hij was, sinds
die laatste keer," ouder geworden.
Z'n haar begon te grijzen bij de sla
pen en er waren rimpels in z'n voor
hoofd.
We spraken over alles: over het
toeristen-seizoen en de Algerijnse
Vol geuren van tijm en heivan droge bessen en lavendel
haar tanden
elkaar en ging,
geholpen door
haar zuster, door.
Dit voorjaar
kwam de ramp
spoed te derden
male: ditmaal
brandde een ge
deelte van het
park af. Was
dit dan het einde? Nee. opnieuw
werd doorgezet, en vóór het hoog-sei-
zoen begonnen was waren de zus
ters Vroom met hun zes jonge vrou
welijke assistenten in staat alle gas
ten op de „oude manier" te ontvan
gen. Een prestatie, waarvoor meni
ge man z'n hoed diep heeft afgeno
men. Zelfs de Corsicanen nemen er
hun petten voor af! Zoveel moed,
optimisme en energie moeten hun
wel totaal onbegrijpelijk ziin voorge
komen.
Men kan dit bungalowpark een
soort Nederlandse enclave op Cor
sica noemen. De naam „Vroom"
(eerst „monsieur Vróm", nu „.ma
dame Vróm") is daar een begrip ge-
Ontmoeting
©S» de
Romeinse
Ponte
Leeeia
Ik merk dat hij me lichtelijk iro-
riisch, spottend, aankijkt. Waarom
eigenlijk? Hij heeft indertijd het
boek ontvangen en weet wat er in
staat, hoewel hij het niet zelf kon
lezen. Maar dat is hem wel verteld.
Als ik blijf zwijgen, vraagt hij:
„En....?"
Ik vertel hem,
dat ik nooit meer
iets van haar ge
hoord heb, maar
dat ik natuurlijk
wel benieuwd ben
naar haar manier
van leven. Ik
vraag hem of hij
er meer van weet,
of hij haar nog
gezien heeft,
hij, „niet vaak, een
vier in al die jaren.
worden. Namen met een'goede klank,
den in het complex wit geschilderde Mede dank zij dje klank kunnen met
bungalows gereed waren, konden de
gasten komen
Die lieten niet lang op zich wach
ten. En wie er kwam, wie daar was,
werd doorgaans iets meer dan al
leen maar „vaste relatie" van het
bungalowpark „Corsica": die werd
een goede vriend. Wie kwam, keer
de meestal terug. Zo was het en zo
is het altijd gebleven. Waarschijnlijk
voornamelijk dank zij de bijzondere
sfeer in dat bungalowpark. Een sfeer
die plezierig, correct en op een be
paalde manier onburgerlijk is. En
die direct aansloeg bij artsen en bio
logen, bij verpleegsters en artiesten,
bij zakenlieden en journalisten, bij
actieve en gepensioneerde officieren
ter koopvaardij. Wat al deze mensen
deden, was in feite niet anders dan
luxueus kamperen. Maar een be
kend Nederlands zakenman, leider
van een groot textiel-concern in
Twente, heeft mij eens gezegd, dat
z'n eerste verblijf in dat bungalow
park de mooiste vakantie van z'n
leven was geweest. Een man, die re
gelmatig eigen vliegtuigen charterde
voor New York, Haifa en Los Ange
les en in de eerste hotels logeerde.
Hii was geen uitzondering.
Kort na '50 was ik voor de eerste
maal op Corsica. Ik ontmoette er
Manus Vroom en we werden spoe
dig vrienden. Hij kende het eiland
toen al door een groot aantal kruis
tochten er dwars doorheen, en over
tuigde me ervan dat het wérkelijke
Corsica achter de bergen lag.
Hij was bereid me er te brengen
en met z'n kleine auto zwierven we
wekenlang over het eiland. Het re
sultaat werd een boek: „Incident op
Corsica". Dank zij Manus Vroom
leerde ik de mensea kennen die ik
er voor nodig had. Dank zij hem ook
de vreemde, vaak middeleeuwse ge
woonten en gebruiken van de Corsi
canen die het binnenland bewonen.
En dank zij hem het contact met
Mary Kingma, het Nederlandse
meisje dat na haar vakantie op Cor-
sica niet meer terugkeerde, maar
daar bleef.
Het bungalowpark rendeerde uit
stekend. Vrienden en zakenmensen
adviseerden de Vrooms dus het uit
te breiden. Van de 80 bedden 160
bedden te maken. Ze deden het niet,
omdat ze er prijs op stelden ook
nog een goed leven te hebben. Ze
zochten geen zorgen, alleen maar
een behoorlijk bestaan.
"'ion kwam de tecenslag. Het be-
gr - do -s", die tussen
Corsica en de Cóte zonk. Vroom
kwestie, over de vooruitzichten van
de wijnoogst en de niet-doorgegane
kern-explosie bij Calvi, over het hu
welijk van Tao Kirifoff en de ziekte
van Emille Rabizani in „de middel
ste straat" van Calvi.
En aldoor was daar tussen ons,
geloof ik, Mary Kingma. Ik wist hoe
hij zich voor haar had geïnteres
seerd, zoals ik van mezelf wist dat
ik brandde van nieuwsgierigheid om
te weten wat er van haar geworden
was.
We spraken verder.... over het
weer, over een Corsicaanse overval
in Marseille, over de nieuwe auto
bussen die het eiland doorkruisten,
over.... en dan ineens de vraag van lijks meer herkennen
Luciani: „Nog wel eens iets gehoord „Waardoor niet?" vraag ik.
van Mary?" „Door het leven dat ze
„Ja", zegt
keer of drie,
Hoe minder hoe beter trouwens.'
Ik begrijp hem niet en kijk hem
vragend aan. „Natuurlijk", zegt hij,
„en, als ik jou was, zou ik er maar
evenmin naar verlangen haar terug
te zien. Sommige mensen moet je
niet meer terugzien, en dat geldt in
de eerste plaats voor schrijvers en
hun objecten."
Ik vraag hem ronduit wat hij daar
mee bedoelt. Hij zwijgt even, schenkt
zich opnieuw een glas witte wijn in,
en zegt dan: „De oude, nee de jonge
Mary Kingma, jouw landgenote, be
staat niet meer. Je zou haar nauwe-
m o e t leiden daar in de bergerie.
Dat leven is veel minder roman-
.isch dan jullie schrijvers, het voor
stellen. Nu ja... voor toeristen, voor
mensen die zo'n soort bestaan even,
een paar weken of maanden, willen
leiden, is het dat misschien. Maar
voor iemand van het Continent, die
geleefd heeft in een sfeer van com
fort en betrekkelijke luxe, is het niet
vol te houden. Tenzij...."
„Wat tenzij....?"
„Tenzij je werkelijk zoveel van el
kaar houdt, dat die dingen niet meer
belangrijk zijn. Maar komt dat voor
in de praktijk?"
„Ik dacht dat Mary en Nico.'ai bij
zonder veel van elkaar hielden."
„Dat hielden ze ook. Maar hoor.,
luister goed naar me.... je bent hier
te kort geweest om dit leven te be
grijpen. Daarvoor moet je h er eerst
vijf of zes of zeven jaar in de bergen
al gauw na dat begin merkte Mary,
wat het in de praktijk betekent in
een Corsicaanse bergerie te leven.
En ze leerde nog veel meer: bij
voorbeeld dat niet zij, of Nicolai, de
baas was, maar zijn moeder. Dié
regelde alles, dié besliste, dié was
in feite het hoofd van het gezin. Er
was nog veel meer, maar de werke
lijk grote problemen kwamen, toen
de baby er was, de kleine Michelle.
Dat was dan wel Mary's kind, maar
het was het ook van Nicolai's
moeder. Tenminste, daar leek het
op. Altijd was Michelle in handen,
altijd stijf ingepakt in dikke doeken
en andere omhulsels. Zo hoort het
namelijk, zeggen de oude Corsicaan
se vrouwen. En schoonmoeder Ma*
riani sjouwde de hele dag met het
kind in de bergerie rond. Hoe min
der frisse lucht het kreeg, hoe min
der ventilatie, hoe beter! Misschien
en de maquis gaan wonen. Gewoon kun je je voorstellen hoe de stern-
het bestaan van herders in de ber-
geries leiden. Dan kom je er achter
hoe Corsicanen leven. En ook hoe
ze wprkelijk zijn."
„Je hebt haar dus ontmoet?"
vraag ik.
„Ja, en nogmaals, dat was niet
opwekkend. Wil je het weten? Goed,
dan zul je het weten, hoewel ik denk
dat ik je een illusie armer maak.
Goed?"
„Vertel maar op."
voor een vrouw. Maar.... ga er zelf
heen, ga zélf kijken, hoewel.... nog
maals.... het is niet opwekkend wat
je te zien krijgt. Weet je waar ze
woont?"
Ik knikte ontkennend. Hij dronk
z'n glas leeg en zei: „Zal ik het je
wijzen?"
Ik dacht even na. Toen zei ik:
„Nee, nu niet. Maar ik kom terug.
Zullen we dan samen gaan?"
Hij glimlachte. „Ben je soms bang
om alleen tegenover je eigen hoofd
figuur te komen staan? Het is
jouw schuld toch niet?"
We betaalden de wijn en langzaam
liepön we naar z'n auto terug. Hij
ging naar Bastia. ik naar Francardo.
Toen hij gas gaf, stak hij nog een
maal z'n cynische kop naar buiten
en zei: „Ze zal de laatste wel niet
zijn.... wat zei die Engelse dichter
ook weer? „The dreamer dies, but
never dies the dream". Adios!" En
bij reed weg, de stoffige Romeinse
brug af, naar Bastia.
ming daar was."
„Koos Nicolai dan haar partij
niet?"
„Nee, in elk geval liet hij dat niet
merken. Zo was het altijd geweest
en zo was het dus goed. De wet der
traagheid. Trouwens, hij was meest
al in de bergen, met z'n dieren."
„En daarna?"
„Daarna is alles verlopen zoals ik
verwacht had dat het moest verlo
pen. Hij bleef een echte Corsicaanse-
„Waar jouw boek eindigde begon herder. Dat wil zeggen: hij versliep dag niet. Maar ik had er ook geen.
pas. Ze naar hem, Nicolai,
terug en ze trouwden. Het leek alle
maal heel mooi in het begin, maar
Ik kwam die dag niet in Francar
do. Ik zat beneden in het Golo-dal
en 'dacht aan het niet-geschreven
boek over het verdere leven van
Mary Kingma en Nicolai Mariani.
Er was geen mens te zien, die hele
name Nederlanders op Corsica
het algemeen, en Calvi in het bij
zonder, geen kwaad doen. Hetgeen
van alle nationaliteiten heel beslist
niet gezegd kan worden.
Gedurende de weken dat ik op
Corsica was, werd me zoals gewoon
lijk vaak gevraagd of ik wist hoe het
't meisje Mary Kingma was vergaan,
die als Hollandse toeriste niet terug
keerde naar Nederland, maar op het
eiland bleef wonen na haar hart te
hebben geschonken aan een jonge
Corsicaanse herder. Ik wist het niet.
Ik had indertijd elk contact met haar
verloren.
Maar ik dacht wel aan haar, die
dagen. Aan die eerste ontmoeting,
op de Quai Kitchener, de kade van
Calvi. Die namiddag, dat ik wat had
zitten schrijven op het beschaduwde
terras van de bar „Ile de Beauté", (Van onze correspondent in Bonn)
en daarna .had gesproken met de'
I der bewijsstuk is een foto met opdracht
i in het Duits, die de toenmalige secre-
i taresse Doxula Leontidu haar baas. mr.
Merten, Kersfmis 1942 ten geschenke
gaf.
.childer Luciani. Toen was ze W,E£W AFFAIRE, die zeer storend
bijgekomen, waarbij ze me even, zou kunnen zijn voor de West-
één moment, had doen denken aan duits-Griekse betrekkingen, is aan
ÏÏPJfSSiïJ&eZïrZXe Sfl»*. gebracht door de 48-
de nocht zwart satijn, zo min als vo- jarige hssense advocaat, mr. Max
gels. rozen en anjelieren. Ik denk Merten. Hij heeft de echtgenote] Srbipd van Salonlki. De Grt'eken, die 1943 heeft gezorgd.
Lf w -Hoor, i„r VinnHino wac j /- i l mr* Merten kort na de bevrijding voor dat zil van de „Ab-
dat het alleen haar houding was, j van e Griekse minister van bin-
hJr'Vp'r Daar'^as'hetI nenlandse zaken, de 35-jarige me-
vrouw Doxula Makris geboren
in het Westduitse weekbald Der Spiegel
(van dezelfde uitgeverij) werden her
haald. Er volgde een protest van de
Griekse ambassade in Bonn en een ver
ontschuldiging door het Duitse minis
terie van buitenlandse zaken over de
„fantastische en boosaardige publika-
ties". De Griekse ministers dienden een
aanklacht in tegen da#- en weekblad.
Mr. Merten boorde intussen verder en
heeft op zijn beurt nu eepi aanklacht in-i
gediend tegen mevrouw
Oneerlijk
lijks had gekend.
SSÜfHSP a..- Merten is
MaknsXeon-d°or deze houding
ivan mevrouw Ma-
kris-Leontidu wel
Opgepakt
Mr. Merten behoorde gedurende de nog de hand boven
oorlog en de Duitse bezetting- van Grie- het hoofd heeft ge-
kenland tot het civiele bestuur In het houden en reeds in
Mevrouw Makris-Leontidu moet. als
Eottekijker van de Duitse ..Abwehr" op
et kantoor van het civiele bestuur, heb
ben geweten dat en hoe mr. Merten de
besluiten van de nazi's, speciaal ten
aanzien van de jodenmoorden, heeft ge
saboteerd. Zij zou hem kunnen helpen
zijn onschuld te bewijzen. Tijdens het
Merten-proces in Athene heeft zij er
evenwel de voorkeur aan gegeven de on
schuld te spelen door net te doen. of zij
Merten
het grootste deel van de dag, lig- enkele behoefte aan.
gend in de zon. Zij moest de dieren Een paar dagen later ging ik te-
terughalen als die verdwaalden. Zij rug, met een hart vol herinnering
moest het werk doen, terwijl hij aan Kallisté, de „wonder-schone".
sliep of luierde. Ik zag haar handen Aan Jean Casinelli, de eenzaam voor
toen ze twee jaar getrouwd was. Ik zich uit zingende gitarist, van wiens
schrok ervan. Ik zag haar haar, je zingen men nooit precies weet of 'net
weet wel dat prachtige haar dat ze een gebed of een leugen is, droom of
had: het was verschoten stro ge- alleen maar show. Aan toeristen die
worden. Ik zag haar kleren, en als niet terug wilden en romantisch lij-
ik zeg dat die shabby waren dan is kende maar stinkend-smenge ber-
dat zacht gezegd. Wees blij dat je gerieën. Aan_ de wild-getatoeëerde
haar zo niet gezien hebt... hoewel
het je misschien stof genoeg zou le
veren voor een vervolg op je „Inci
dent". Of je lezers dat echter op
prijs zouden stellen betwijfel ik.
Neem nu alleen eens zo'n bergerie
waarin ze woont: dat is niet veel
meer dan een stenen hol, waarin op
een open vuur gekookt wordt en
waarin nauwelijks één klein raam-
Over twee jonge 1%'ederlondcrs, die tien jaar
geleden met liun eigen handen een pied-tt-
terre voor Nederlandse vakantiegangers
bouwdenhet bungalowpark Corsica
verhaal begonnen. Een verhaal, dat
alleen op een eiland als Corsica mo
gelijk lijkt, omdat allerlei normen
daar onder bepaalde omstandighe
den andere waarden schijnen te krij
gen.
Een enkele maal overwoog ik te
proberen haar te vinden. Hoe zou ze
het maken? Hoe was het haar ver
gaan met haar jonge herder, Nicolai
Mariani? Had ze het goed, had ze
het arm hielden ze nog steeds van
elkaar? Vragen, waarmee ik me
verzoend had dat het wel vragen
zouden blijven. Misschien was ik
gaan zoeken als Manus Vroom nog
had geleefd. Maar die was er niet
meer. Iets hield me tegen om er al
leen op af te gaan. Angst om oen
realiteit te vernemen, die niet in het
verhaal paste?
Ik reisde een van die dagen met
het antieke, uit twee wagens bestaan
de dieseltreintje het binnenland in.
Doel: Ponte Leccia. Twee en een
half uur door elkaar schudden, met
steeds, bij elke bocht (en het getal
der bochten die de rails maken is
niet te tellen) de door merg en been
dringende dubbeltoon van de fluit.
Zelfs in dat treintje bleek nog
een miniatuur-bar-tje te zijn. De be
stuurder was sts^Tast, wat niemand
hem kwalijk kan nemen. Wat ik dommen
mr. Merten kort na de bevrijding voor (dat zij van de „Ab-
„zuiver" hadden verklaard dr. Mer- wehr" kon los
ten was in het voorjaar van lt'44 door j komen. Hij stelde haar te werk bij de
dc nazi's uit Griekenland teruggeroepen I gecommitteerde van het Internationale
cn voor een krijgsraad gedaagd .omdat Rode Kruis in Saloniki, de Zweed Gyllen-
Leontidu, wegens meineed aange- hij Griekse belangen had gediend ten|raum.
klaagd. Deze meineed zou er toe.nadelp van het Rijk arresteorden
,a de niets vermoedende advocaat, toen
hebben bijgedragen, dat mr. Mer- j deze zich in 1957 naar Griekenland he
ten in maart van het vorige jaar na van te voren door de Westduit-
door een Grieks militair tribunaal
Voor haar werk ten behoeve van de
„Abwehr" is, aldus mr. Merten, me
vrouw Makris-Leontidu, destijds schade-
sc ambassade in Athene tc hebben tfa- loosgesteld met Joodse eigendommen,
ten navragen, of hij zich ongehinderd Mr. Merten kan daarover zeer preelese
als „oorlogsmisdadiger tot 25 ja- naar het land der Hellenen kon bege- inlichtingen verschaffen: Zij. haar te-
y genwoordige echtgenoot Demetrios Ma
ren gevangenisstraf werd veroor- xca- |Urla (minister van binnenlandse zaken)
deeld. De straf hebben de Grieken1 De Grieken deden mr. Merten een en haar oom Konstantin Ka ram a nl is
rJ/,ot,vio ,,.„7 proces aan, waarin hij ervan werd be- 1 thans minister-prcsldcn van Grieken-
destljds Wel niet ernstig geno- schuldigd in 1943 een aandeel te hebben ).and) kregen de beschikking over een
men: toen het rechtsgevoel der gehad in de massa-deportaties van jo- pakhuis, vol zijden stoffen, dat toebe-
Grieken was bevredigd, werd mr. J"f:
Merten reeds in november op vrije echter de 20.000 joden om wie het ging
voeten qesteld en naar West- nlct meer redden van de machinaties
r-, j j j van de „Endlöser" Adolf Eichmann,
Duitsland teruggestuurd. Mr. Mer-1 thans in Israëlische gevangenschap.
ten wil de smaad van het vonnis
evenwel niet op zijn naam laten
rusten.
De „affaire Merten" kwam al ander
halve maand geleden in beweging, toen
het Hamburgse dagblad Hamburger
Echo de beschuldigingen van mr. Mer
ten dat de tegenwoordige Griekse
minister-president Karamanlis, de mi
nister van binnenlandse zaken Makris
en diens echtgenote mevrouw Makris-
Leontidu niet alleen met de Duitse be-
Op 5 maart 1959 hoorde
25 jaren gevangenisstraf tegen zich ei
sen. Hij wil dit vonnis laten herroepen
cn zijn ..bewezen onschuld" laten vast
stellen. Zijn voornaamste wapen daar
bij is een meineed die volgens hem
de vrouw van de tegenwoordige mi
nister van binnenlandse zaken van Grie
kenland tijdens het Merten-proces in
Athene zou hebben afgelegd. Zij had
toen verklaard mr. Merten maar „één-
of tweemaal" te hebben gezien. Merten
daarentegen: Zij heeft voor dc Duise
zetters zouden hebben gecollaboreerd.1 Abwehr gewerkt en zat namens deze
maar zich ook zouden hebben verrijkt I bij mij op kantoor, om mij te bespione-
aan in beslag genomen joodse eigen-1 ren". Hij schijnt daarvoor een aantal
- publiceerde, die kort daarop getuigen te kunnen aanwijzen. Een i
..aprde daarvan zou minstens 15.000
potui sterling hebben bedragen.
In San Francisco kan bijzonder veel
De stad, t'ie al over zeven televisie
stations beschikt (welke alle zeven de
gehele dag .en een groot deel van de
nacht eigen programma's uitzenden)
krijgt er nu een achtste bij uit
sluitend voor de in Chinatown wonen
de Chinezen.
Alles gaat in (Se Chinese taal, ook de
onderschriften vioor de films en de
feuilletons.
pje zit om de rook door te laten;
waarin ze slapen op vodden van de
kens in een ellendig pijpelaatje; een
bed zonder matras onder een zolder
van aarde en takken. En altijd,
overal die moeder, die haar toch al
tijd als een indringster, 'n vreemde
linge blijft beschouwen, hoewel ze
haar in het begin aanvaardde. Die
oude vrouw mét haar schelle stem,
haar felle vogel-ogen èn haar alom
tegenwoordigheid, die Mary vaak tot
een obsessie is geworden."
„Waarom is ze dan niet wegge
gaan?"
vissers van Calvi, Galeria en Sf.-
Florent, aan legendarische maqu -
sards en de veranderde Tao Kirifo f
boven op de Citadel. Aan Mary King
ma, ergens levend in het ruige hart
van dit tegelijk lieflijke en melan
cholieke eiland. Aan dagdromers en
levensgenieters, die hele daar dro
mende en fantaserende cosmopoli-
tische bohème, van het Continent,
hierheen gevlucht.
Het laatste wit
ik zag toen de
„Napoleon" me
naar dat Conti
nent terugbracht,
waren de bootjes
in de baai van
Calvi Sam-
piero Madplè-
ne St. Antoine
de Padoue na-
,0 ja.... dat wilde ze een keer.
Ze zei Nicolai, dat ze er mesr dan
men, mooi als die der vrouwen en
mannen van dit eiland.
Vóór me lag de Middellandse Zee,
donker door de nacht die er boven
stond, en tegelijk gevuld met het
doffe zilver van de maan. Achter me
bleef Corsica, dat vreemde eiland
van Madonna's, grafmonumenten c-n
kleurige altaren. Van Romeinse dors
vloeren. Genuese torens en van olijf
bomen die al bloeiden toen de we
reld nog een stuk jonger dan van
daag was. Een verstild, vereen
zaamd eiland, vol bergen en maquis.
Vol geuren van tijm en hei, van
droge bessen en lavendel. Vol pas
siebloemen en oleanders, geraniums,
klaprozen, cyclamen en de felle, ro
de vlammen van de wilde canna's.
Het laatste, allerlaatste Corsieaan-
genoeg van had en dat ze naar de se verhaal dat ik die avond had ge-
stad ging, naar Calenzana. Daar was hoord, op het terrasje van Fran«."is
een bar. waarin ze desnoods wilde en Pasqualina. was dat van een
Igaan werken. Hij lachte haar uit en man. een rijke Brit, die moedwillig
zei dat hij haar aan haar haren zou de motor van zijn jacht vernielde
•crugslepen naar de bergerie of dood- om niet naar huis terug te kunr.en
schieten. En geloof me, vriend, hij
had het gedaan, want zo zijn ze."
„Ze is dus ongelukkig?"
„Wat is ongelukkig! Ze kreeg
wat ze hebben wilde, hoewel dat min
der geweest zal zijn dan ze waar-
schiin" I- hrpfi In e'k ge
a by
van heel Cuiaica. Vui, u» ai heel wat,
gaan. Hij wilde blijven, zoals vóór
hem, lang geleden, Ulysses daar
bleef, naar men beweert. Men is
daar snel betoverd. Of behekst?
Wat zei Luciani ook weer? „The
dreamer dies, hut never dies fhe
1ream"
Adieu dan, Cru Montagn®
Isolée.... gelukzalig eilandl