a anus Kiek de herfst U spreekt met uw oom C Hoe Johannes 'n held werd KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD ZATERDAG 8 OKTOBER 1960 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE r7'E. was achttien jaar, en naar haar zusters jaloers zeiden, mooi blond, ze had blauwe ogen en een aardig wipneusje, en ze heette naar h"STar" grootmoe der Liesbeth, maar iedereen noemde haar Liesje, ge woon Liesje. Ze werkte als telefoniste op een scheep vaartkantoor en zeker wel een paar honderd maal per dag riep ze „Hallo" en ,,ik zal u doorverbinden" tegen haar volslagen onbekende heren. Haar jonge leven verliep gelijkmatig, zonder schokkende gebeur tenissen, en dat vond ze in haar hart jammer, want ze droomde veel van opwindende avonturen, waarin z|j de hoofdrol vervulde. Maar toen het avontuur kwam, had ze er niet eens erg in, zo simpel en gewoon diende het zich b|j haar aan. Het begon op een mor gen, waarop een stem die ze uit duizenden zou her kennen, haar zei: 93 99 NATUURLIJK, u dient de voorgeschiedenis te weten, anders begrijpt u van het verhaal bitter weinig. Het voorjaar had zich aangediend met een paar mooie, warme dagen en dat had Liesje enigszins uit haar even wicht gebracht, in zover, dat ze veel meer met haar gedachten vertoefde in verre, vreemde landen, dan bij het telefoontoestel, dat ze had te be dienen. Ineens, midden in haar reizen, was de telefoon overgegaan en meer uit gewoonte, dan dat ze zich realiseerde wat ze deed, had ze de hoorn gepakt en voor ze het besefte, riep ze: Ja, met Liesje. T ATER vertelde ze, dat ze het bloedn ■L' haar wangen voelde stijgen, en dat haar tout binnen de seconde had hersteld. Maar goed de fout was gemaakt. Ze hoorde een mannenstem zeggen: Ach, wat een aardige naam hebt u; en: praat eens wat met me, maar bits had ze geantwoord: Wie wilt u spreken? in de hoop, dat de stem verder zou zwijgen. Maar hij deed dat niet. Hij begon: Wie ik wil spreken? Wel u natuurlijk. Daarom bel ik u toch op? Toe nou, meneer, interumpeerde ze de stem, ik ben niet aangenomen voor privé-gesprek- ken, wie wilt u spreken? Ik, begon de stem weer, ik wil u spreken. Verstoord gooide Liesje de haak neer. Nog geen minuut la ter rinkelde de telefoon opnieuw. Weer de Zo ging het tot driemaal toe. En Liesje werd er kribbig van. Bij de vierdq, keer hoorde ze de stem vragen: Hoe oud bent u? Ze zei: zeven, en belde woedend af, maar ze hoorde nog net zeggen: Dan ben ik uw EEN paar dagen werd ze met rust gela ten. En in de grond van de zaak vond Liesje dat jammer. Ze hoopte in stilte, dat de stem zich nog eens zou aandienen en ze wist al precies wat ze dan zou zeggen ook. Maar de stem bleef weg. Honderden malen per dag zei ze: Hallo, en, ik zal u doorverbinden, maar het scheen wel of er geen vervolg zou komen op de romance, zo als ze het was geen noemen, Dat vervolg kwam natuurlijk wel. Op die morgen dan. Ze had weer een paar tientallen malen Hal lo gezegd, toen ze ineens hoorde: U spreekt met uw oom. Liesje wist niet wat ze moest zeggen. Haar hele van te voren ingestu deerde repliek was ze vergeten. Ze stamel de: Ja, wat wilt u? En de stem zei: Met u spreken, misschien ergens een kopje thee drinken Voor de tweede maal belde ze woest af. Welja, thee drinken met een vreemde man, en wie weet wat voor een man. Ja, wat voor een man. Hij had een prettige stem, overdacht ze, een stem, die bij een nog jonge man hoorde. Hoe oud zou hij zijn? Achttien? Nee, misschien wel iets ouder. Hij zou wel een goede functie hebben. Mis schien was hij wel chef op de afdeling boek houding van een groot kantoor of wie weet wel directeur. Maar dit laatste verwierp ze op hetzelfde ogenblik, waarop het bij haar opkwam. Nee, een directeur zou niet met een telefoniste een kopje thee gaan drinken. Zeker niet met een telefoniste, die hij nog nooit had ontmoet en van wie hij niets an ders wist dan dat hij haar stem aardig vond. Toen ze daaraan dacht, deed zich een nieuw probleem voor. Hoe heeft hij, mij merde ze, mijn stem ontdekt? Ze kon zich niet herinneren eerder zijn stem door de telefoon te hebben gehoord. Hij behoorde niet tot de vaste klanten van het kantoor. Dat moet ik, beloofde ze zichzelf een vol gende keer eens te weten komen. Als hij weer belt. Dan zal ik net zo lang vissen, tot ik alles weet. DE stem bleef haast een week weg. En het hinderde haar. Hij had, pruilde ze, best nog eens een praatje met me kunnen ma ken. En inkonsekwent barstte ze ineens los: Ik haat hem. Dat ze hem niet haatte, bleek twee dagen daarna. Ze dronk juist haar kopje koffie, toen de telefoon ging, en de stem, nee. zijn stem zei; U spreekt met uw oom. Wanneer gaan we nu een kopje thee drinken? Ze vatte plotseling moed. Ja, antwoordde ze allerliefst, wanneer? Ik ben tot vijf uur op kantoor en daarna moet ik ijlings naar huis om te eten, want mijn moeder is er op gesteld, dat we al len om zes uur aan tafel zitten. Eerlijk ge zegd, zie ik dus niet zo gaiyv, hoe ik het klaar moet spelen. Maar aan de andere kant: kunt u elk ogenblik van de dag zo maar van kantoor weglopen? Ze luisterde naar het antwoord, maar het bleef uit. Nu? drong ze aan. Kunt u van kantoor weg- Jaan, wanneer u daarin zin hebt? Ze hoor- e hem kuchen. Ach, ja, konk het aarze lend, wat zal ik u zeggen. Nee, natuurlijk ben ik aan mijn tijden gebonden, maar misschien zou ik er wel eens iets op kun nen verzinnen. Ik zou kunnen zeggen, dat ik even een boodschap moest doen, des noods, dat ik bij de tandarts was ontboden, of zo. Ja, ging de stem opgewekt verder, ik geloof wel dat ik het zou kunnen klaren. Kunt u ook niet iets dergelijks verzinnen? Eens moet het toch de eerste keer zijn, dat we elkaar ontmoeten. Hoe heet u eigen lijk nog meer dan Liesje? Vertel eens wat meer over uzelf. DIE vraag vondt ze de brutaliteit ten top gedreven. Wat gaat u dat aan, snibde ze. Ik weet niet eens hoe uw naam is. Wim, luidde het antwoord, gewoon Wim of Wul- Natuurlijk m< zo doorging ruggekomen i moedeloos lum, zoals ze me in de familie noemen. Vindt u het geen leuke naam? Moet u zich voorstellen: Liesje en Wullum. Nou, wan neer gaan we theedrinken? Zaterdagmid dag? Liesje wond zich op. De naam Wullum, zei ze. staat me niet aan, dat in de eerste plaats, van mannen, die smoesjes verko pen om een uurtje vrij te krijgen, moet ik helemaal niets hebben en in de derde plaats heb ik een hekel aan thee. Ik houd alleen van koffie en valt u me verder as jeblieft niet meer lastig. Met een harde slag gooide ze de haak op het toestel. Zie zo, dacht ze, die zit. Die krijg ik niet meer aan de lijn, die heeft zijn portie voor altijd gehad. Daar meende Liesje natuurlijk niets van. De volgende dag en de veertien daaropvolgende dagen zat ze met spanning op de stem te wachten. Elk telefoontje, dat binnenkwam, pakte ze vol hoop aan, en steeds werd het een teleurstelling. Het scheen inderdaad of hij haar opmerking ter harte had genomen en niets meer van zich zou laten horen. Het maakte haar nerveus. Ze ging fouten maken. Eerst fouten, die ze makkelijk kon herstellen. Een verkeerde verbinding of een verbinding te snel ver broken. Maar later ook fouten, die de di rectie de haren te bergen deed rijzen. Ze werd in haar antwoorden kort en soms on hebbelijk. En wat ze zelf verwachtte dat zou gebeuren, gebeurde ook. Ze werd bij de directeur geroepen. Een relatie had zich beklaagd. Bedremmeld luisterde ze naar de vermanende woorden, die tot haar werden gezegd. Ze beloofde beterschap, ja meneer, ze zou beter haar best doen. leer, ze begreep het. Als het u ze ontslagen worden. Te- haar kamer liet ze zich haar stoel vallen. Ze dacht: naar een andere betrekking uitzien. Hier kan ik niet blijven. En ze wist dat ze weg wilde omdat ze verlangde naar de stem, die haar hart had geraakt, en dat ze vooral weg wilde omdat de om geving haar dagelijks aan de stem deed her- :r: U spreekt met uw oom. Wanneer gaan we thee drinken? Ze ant woordde benepen: ik weet het niet, en ze zuchtte. Kom, kom, werd er gezegd, toch geen moeilijkheden hoop ik? Ze zuchtte nogmaals, en herhaalde: ik weet het niet, en zei toen: we moesten elkaar maar niet meer zien, dat is het beste. Niet meer zien, niet meer zien? vroeg de stem ver baasd, en we hebben elkaar nog nooit ge zien, tenminste verbeterde hij zich, u heeft mij nog nooit bewust gezien. Oh, oh, ant woordde ze verbouwereerd, dus u kent mij wel! Een beetje, zei de stem. Een heel klein beetje maar, en dat vind ik zo jam mer. Ik zou u graag beter leren kennen en daarom heb ik u uitgenodigd een kop je thee met me te gaan drinken. Maar ja. volgde er op bedroefde toon, als ik u niet meer mag bellen en als u de naam Wullum niet mooi vindt en als u er niet van houdt, dat een man smoesjes verkoopt om een uurtje vrij te krijgen om te kunnen thee drinken met een aardig meisje, ja, dan is er niets aan te doen. Dan kan ik maar één ding doen. Ophangen. Het gaat u goed. Maar weet, dat u uw oom een grote slag hebt toegebracht. En Liesje hoorde het. Het gesprek was verbroken. ZE zat in zak en as. Ophangen: had ze verstaan, maar ze begreep niet goed, wat hij daarmee bedoelde. Een ding wist ze wel: ze zou de stem nooit meer aan de lijn krijgen. Dat was voorbij. Afgelopen. Kwam nooit meer terug. Ze kreeg diep medelijden met zichzelf. Ze begon zich al lerlei verwijten te doen. En achter het te lefoontoestel begon ze te huilen. Zo werd ze aangetroffen door de personeelschef, die haar allerlei vragen stelde en haar tenslot te voor enkele dagen naar huis stuurde, om dat hij dacht, dat ze overspannen was. Toen ze na vier dagen weer achter haar centrale zat, vertelde haar plaatsvervangster, dat er wel tien keer gebeld was door een heer met een aardige stem, die naar haar had gevraagd. Hij had zelfs haar adres willen weten, omdat hij bloemen wilde stu ren, maar, zei het meisje, dat heb ik hem niet gegeven. Ik wist niet of je van vreugde, maar ze slaagde er in haar stem gewoon te doen klinken, toen ze ant woordde: Nee, het bést zo. Ik stel geen be lang in bloemen van een man, die ik niet ken. Die dag belde hij weer op. U spreekt met uw oom. Wanneer gaan we theedrinken? Onmiddellijk antwoordde Liesje, zaterdag middag om 2 uur, en als plaats noemde ze een restaurant vlak bij het kantoor. O.K. zei de stem, Liesje, tot zaterdag. Drie dagen moest ze wachten voordat het zater dag was, en de dagen schenen haar extra lang. En toen was het zaterdag, en toen kwam de slag. Om elf uur werd ze bij de directeur geroepen. Gaat u zitten, zei hij vriendelijk. Ik heb iets prettigs voor u misschien. Ik heb een paar gasten met wie ik vanmiddag moet lunchen en omdat een lunch zonder dames nooit goed ver loopt, heb ik het genoegen u uit te nodigen mijn gast te zijn. Mijn twee dochters zijn er ook. Nou, wat zegt u er van? U had, hoopt ik, geen andere afspraken lopen. Nou, u geeft geen antwoord. Schikt het u of schikt het u niet? Jazeker, graag, meneer, stamelde Liesje, dank u wel voor de uitno diging. Maar toen ze weer achter haar cen trale zat, zei ze hardop: nee, ik doe het niet, en ze belde haar directeur en vertel de hem, dat ze tot haar spijt verhinderd was, dat ze geen zin had om aan de lunch aan te zitten, want dat ze ging theedrinken. O, luidde het antwoord, dat is jammer, maar eerlijk gezegd, heb ik er nu al he lemaal op gerekend. Het lijkt me dus het beste dat u uw afspraak maar afzegt en toch mijn invitatie aanvaardt. Ik zou zo zeggen: zaken gaan voor het meisje. En de directeur belde af. Wit van woede en be vend over haar hele lichaam stond Liesje het antwoord nog te verwerken toen de deur openging en een jongeman de kamer binnenkwam. U moet? vroeg ze. Niëts, zei de jongeman. Ik kom alleen maar eens naar u kijken, want als ik het goed heb zit u. vanmiddag met mij aan tafel tijdens een' lunch met mijn oom. U? schreeuwde ze. U? Ik met u aan tafel? Nooit en te nim mer. Ik heb een afspraak, ik ga theedrin ken, ik.het kan me allemaal niet schelen., ik neem ontslag., ik ga weg., ik moet geen lunch. 'AT er daarna gebeurde weet Liesje zich op dat ogenblik, zoveel jaren la ter, nog niet te herinneren. Ze viel snikkend op haar stoel en hoorde toen ineens: U spreekt met uw oom! Ze vloog op en door haar tranen heen riep ze: Zei u wat? Ik zei, antwoordde de jongeman: U spreekt met uw oom. Even was het stil. Toen vloog Liesje hem met de kreet: Wullum, om de hals. Ach, Liesje, Liesje, zei Wullum. Zou je ontslag genomen hebben alleen om met mij te kunnen theedrinken. Ja, snikte Lies je. Toen pakte Wullum de telefoon en belde de directeur. Hij zei: Oom, Liesje gaat aar eerst zie je ons W' gelukkig i i zijn. Liesje werd rood MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 34. En zo trekken Murr en Leo op de ezel verder het oerwoud in. „Daar staat een mevrouw, die ons misschien wel de weg kan wijzen", zegt de kater en even daarna vraagt hij aan de dame: „Me vrouw, hebt u soms een varken voorbij zien wandelen, dat Zwijntje heet?" „Nee, dat heb ik niet," zegt zij, terwijl zij het wasgoed aan de lijn hangt. Murr zwaait zo onhandig met de voorraad provisie, die hij draagt, dat het gewicht ervan op het wasgoed terecht komt en dit wordt door de modder gesleept. 35. De vrouw is boos, dat al haar zwa re werk voor niets is geweest, maar Murr weet raad. Hij is van de ezel ge sprongen en hij biedt aan om de hele is hem heel dankbaar en intussen maakt ook Leo zich verdienstelijk door een stoel van een nieuw verfje te voorzien. Als Murr klaar is, legt hij, dom genoeg, het de dame opnieuw te doen. Zij schone wasgoed op de geverfde stoel, maar niemand heeft het nog in de ga ten en de mevrouw is dankbaar voor de hulp en zwaait vriendelijk als ze weer wegrijden. 36. Maar nauwelijks hebben ze hun tocht voortgezet of de zak met eten scheurt en maar nauwelijks kan Murr de mondvoorraad houden. Gelukkig ko men ze weldra bij een ander huis in het bos en daar is een meneer bezig de zak op de zijn sokken te stoppen. Morgen we even dicht. Hij doet dat zo stevig en ook zo uw naald en draad lenen, vraagt Murr onhandig, dat hij tegelijk een stuk van beleefd en de man is zo vriendelijk om de sofa mee vastnaait en als hij trekt, dit gereedschap af te staan. Murr legt scheurt het prachtige pluche van de so- naait het gat fa kapot. (Vervolg) Eensklaps waren er geen' bomen meer vóór hem. Hij stond aan de rand van een besneeuwde bergweide. Midden op die hellende vlakte stond de draak. Hij spuwde vuur uit zeven kop pen tegelijk en zijn Twaalf Soten met klauwen als ooivorken stampten diepe faten in de bevroren grond, ohannes durfde geen stap dichterbij komen. Trillend als een rietstengel trok hij de gebarsten fluit uit zijn zak en probeerde een dans wijsje te Sffelen. „Eerst de draak laten dansen tot hij halfdood van vermoeidheid is en dan ga ik hem met mijn zwaard te lijf", besloot hij. De draak had de jonge man nog niet gezien. Maar zodra Johannes de eerste valse tonen op zijn fluit blies, draaide het ondier zijn zeven koppen in diens richting en spoot zoveel vuur, dat de sneeuw ervan smolt en Johannes het zweet uitbrak. Hij speelde echter door, het ene wijsje na het andere. Ze klonken erbarmelijk vals. De draak scheen een be sluit te nemen. Hij tilde één poot op, nog een poot.. „Aha" dacht Johannes, ,,Nu gaat hij dansen." Maar de draak danste helemaal niet. Het beest stormde vooruit, recht op Johannes af, die nog maar Juist tijd had om opzij te springen en zich achter een boom te verbergen. De draak stoof hem voorbij, maar keerde onmiddellijk terug om de indringer te zoeken en ter plaatse te verslinden.' Johannes, die nu wel be greep dat zijn fluit géén toverkracht bezat, wierp het instrument weg en hief bevend zijn zwaard op. Maar zodra het oude, half doorgeroeste wapen de dik ke huid van de draak raak te, brak het in drie stuk- Waardeloos", flitste het door Johannes heen en nu kon hij nog maar één ding doen: het op een lopen zet ten, zo hard hij kon. Wat rende die jongen! Hij vloog hals over kop over het pad naar beneden, met de brie sende draak op zijn hielen. Nog nooit was Johannes zo hard voor iemand wegge lopen. Hij schaamde zich djep maar hield toch niet op met rennen eer 'hij he lemaal beneden aan de berg was gekomen en de draak de achtervolging op gaf. Hijgend en uitgeput liet Johannes zich op de grond vallen en hoorde, hoe de draak met veel gesnuif en gestamp terugkeerde naar zijn hol bij de top. „Oef, dat was op het nippertje", dacht Johan nes. „Wat een domoor ben ik toch geweest om te den ken dat ik de draak zou kunnen verslaan met een waardeloos fluitjé en' een doorgeroest zwaard. De oude man zei wel, dat die dingen geen toverkracht hadden maar ik geloofde hem niet. Ik heb waarlijk te veel sprookjes gelezen." Alleen zijn trouwe bijl had hij nog. Opnieuw maakte hij een vuurtje om zich te warmen en te kun nen nadenken. „Moet ik nu met han gende pootjes naar huis te rugkeren en bekennen dat ik geen echte held ben?", dacht hij verdrietig. „Dat is me ook wat moois!" En hij zuchtte diep. „Ik heb zelfs geen voed sel meer voor de terugreis. Geld bezit ik evenmin. Ach, ach, wat ben ik ongeluk kig Zijn enige troost was. het vuurtje, dat een heerlijke warmte verspreidde. Dat bracht hem echter op een goed idee. „Ik zal een flinke stapel brandhout hakken en dat verkopen in het dichtstbij zijnde dorp", dacht hij. ,Dan heb ik weer wat geld en hoef niet van honger om te komen." (wordt vervolgd) Beste neven en nichten. Fijn, dat ik deze week weer zoveel brieven van jullie kreeg. Hebben jullie zondag heerlijk van liet mooie weer genoten? Tante Jos wel hoor! Het is nu ook nog zo mooi buiten in de natuur. Alles heeft nog het herfstkleed aan. We zullen hopen dat het morgen ook weer zulk mooi weer is. Jullie krjjlgen toch zeker al gauw herfstvakantie? De nichten en neven die nog niet hun geboortedatum aan Tante Jos hebben geschreven, doen jullie het alsnog? Ook de nieuwelingen schrijven vaak alleen hun leeftijd. Niet meer doen hoor! De puzzel was deze week helemaal niet moeilijk en ik heb ook allemaal goede oplossingen ontvangen. De oplossing luidt: horizontaal: appel, braam en walnoot; jverticaal: banaan, ananas, framboos en peer. Er is eens een asceet geweest, die van een schaal kersen er maar één at, „want", zei hij, „de andere smaken precies een- se tuin valt ons niet op, ln drommen trekken we na heerlijke bollen, want daar i »ar als symbool, de veel direikter or- omdat de aandacht der". In feite had de lijk gelijk, maar het leven wel erg sober worden, wann wij allemaal dit standpunt gin gen innemen. Wel is het waar, dat wij, moderne 20-ste eeu- wers, in het algemeen slechts geïmponeerd worden of getrof fen raken door het massale. Eén sneeuwklokje in een maart- natuur- bloemen. Misschien is die ver onachtzaming van het enkele, het kleine, er ook oorzaak van dat de moderne amateurfoto graaf wél een bloeiend heide veld „knipt", maar niet een en kel erica-bloempje; wél een foto maakt van dc zee bij zonsonder gang. maar niet die ene dode meeuw aan het strand; wél op een toren klimt om dc hele stad op één prent vast te leggen, niet I'j" camera rich, „p mogelijk dicht te draaien; an ders gezegd: het kleinste dia fragma gebruiken. Verder moet het af te beelden objekt zoveel mogelijk in één vlak liggen ten opzichte van het lensvlak. Dus niet één kastanje op 30 cm van de lena en de andere op 50 cm. Voorbeeld: de dieptescherpte bij gebruik van een voorzetlens nr. 2 op een 6x6 reflexcamera bij een opname-afstand van 40 cm. en lensopening 22 bedraagt slechts 10 cm! Wat daarvoor en als teken altijd de camera of de voorkant van dc daarachter ligt, wordt dus on- hun beeldkracht lens. Een goede meetlat hebt u scherp afgebeeld..! de be- dus wel nodig. Nu het fotografe- J, ren met zo'n voorzetlens. Het. grootste probleem daarbij wordt gevormd door de vraag: „wat komt er op m'n plaatje?" Want in zijn facetten Verder Wat is er nu nodig om zo'n| foto te maken, waarop een kleir ding erg groot is afgebeeld? Op de originele foto was de paddc r 7.n groo Kicken imeter. Daarop is de zoekei gebaseerd. Gaat u nu dichterbi in met een voorzetlens, dai u de zoeker niet gebruiken .vant die laat iets heel ander straks op de prer verrukkelijk mooie ge- En in de herfst denken we an prenten van vlammend-rode ikenbossen of minstens van sn laan met bomen in alle tin- ïn bruin en rood. waarvoor de bizarre node-industrie zulke ;toel ongeveer 2-3 keer als een echte. Dat wordt Dc reikt met een voorzetlens. Be halve de normale uitrusting vai etc. natuurlijk! In dc c gaat dat zo: u konsta- teert bij uzelf de brandende be- l«."I hoefte om een voorzetlens te rrokrijk gaan gebruiken. U hebt paalde camera en stapt naar uw fotohandelaar. u uw plannen voorlegt. U vraagi verschillend om een goede voorzetlens bekend merk, worden of als u dat gewend bent op de normale manier leschat. Bij flitsopnamen flit- ;er op 1 meter van objekt dat betekent waarschijnlijk: :en verlengkabeltje kopen). Flit ser in elk geval losmaken van ;amera. omdat anders de hoek van de lichtbundel niet gelijk valt met de opnamehoek, m.a.w. het licht raakt uw onder werp niet. Er bestaan „neigkop- die dit bezwaar ondervan- stapt daarmee Omdat dit verschil voor iedere aen. In twijfelgeval 3 opnamen Piaar aar, combinatie camer=,.Voorzetlenf maken met zelfde diafragma, ..it u in de doch verschillende belichtings praktijk uitkienen, wat u op hel lijd. Werk als het even kan negatief krijgt. Voor bekende ,anaf een statief. middels klemring. merkcamera's bestaan i idee, dat je de herfst op misschien veel „tastba zou kunnen uitbeelden, getal r een sober detail, dat tekst of titel zegt het doosje i zit verpakt de voorzetlens lerfst!" Foto's -groot-afgebeeld hebben al- - be- aanwijzing van uw camera (die cn zeker ln dit speciale geval. staat het dioptrie- u hopelijk niet hebt weggegooid, Durf een beetje te experimente- voorzetlens en dat zoals velen doen) uitkomst ver- ren, niet alleen in de techniek u met het ding kimt fotografe- schaffen. Omdat de dieptescherp- van het kieken met een brilletje K50-31 centimeter te (de afstand waarbinnen de op de camera, maar ook in de kleine-din- Verder vermeldt het doosje (of dingen scherp worden afgebeeld) keuze en verlichting a voorzetten- derwerp. De resultaten kunnen verdient dan pronkstukken van uw al- het aanbeveling de ten» zover bum worden...I De hoofdprijs gaat naar Her- De troostprijzen krijgen thuis gestuurd Ria de Jong, Hcnriët- te Pruim en Jacob Jelle Pruim. Lang zal die leven Hartelijk gefeliciteerd van de neven en nichten Anette Dok ter, Ansje v. d. Hout, Mieke Visser, Loesje de Vries en An nie Westhoeve! We gaan nu de brieven be antwoorden. Wat is dat een leuk gedicht je wat jij mij stuurde, Ria de Jong. Wie heeft het geschre ven? Hartelijk bedankt hoor! Fijn dat het toneelstukje zo goed geslaagd is. Dat is mooi, een bureaulamp. Wat heb ben jullie leuke spelletjes ge daan Corrie de Jong. Jammer dat de ballonwedstrijd niet door ging. Hebben jullie veel konijnen? Hoe oud zijn jé zus jes geworden? Moet jij een heel eind fietsen naar school, Betsie de Jong? Is het ballon feest maandag nog doorge gaan? Hartelijk welkom hoor Betsie! Jij hebt wel heer lijk genoten in Voorthuizen Nella de Jong. Mocht jij ook nog ezeltje rijden? Wat waren daar veel dieren. Knap hoor, dat jij al zo'n steel hebt gemaakt Jan Kees van Kleef. Je hebt er zeker wel goed je best op gedaan? Wat mogen jullie nu gaan maken? Eet jij nog zoveel dropjes Annie van Kleef? Het cadeau kwam dus wel goed van pas. Hoe heet jouw vriendin? Heb jij een leuke dag gehad Marijke Klerkx? Wat zal jij later knap worden! Wat wil jij worden? Gelukkig dat de prijs nu heel is overgekomen Jan Kraak. Ben jij altijd bij oma? Jij kan dus wel iets moois bouwen van Bambinostenen Jan? Jouw vorige brief was te laat Addie Kranenburg. Fijn, dat je vader nu weer beter is. Vond je de rondvaart leuk? Kon je lekker schommelen heb je veel schepen op de i terweg gezien? Wanneer ben jij precies geboren, Franci Kroon? Heb jij nog m< broertjes en zusjes? In welke klas zit jij? Groeit boon al hard, Bertje v Kruk Een fijn vak Vader landse Geschiedenis, vind je niet Bertje? Wist jij niet meer te schrijven Ria de Kwaadsteniet? Schrijf je de volgende keer wat meer? Jouw brief was ook lang niet vol nog Ankie van Leenen. Hoe heet jouw vriendin? Ga jij op de gymnastiek?. Ge weldig dat jij er een broertje bij hebt gekregen, Arjan de Leeuw van Weenen.Hartelijk gefeliciteerd hoor! Alex vind ik een .mooie naam. Fijn dat Waarom heb jij zo lang ge wacht om te schrijven Cobic Luijendijk? Hoe vind je het op de gymnastiek? Jij hebt wel genoten in Ulvenhout? Appelflappen vind ik ook erg lekker Liza Melissant. Je hebt me wel erg lekker gemaakt hoor! Waarom zing jij niet graag? Heb je de trouwerij nog gezien? Wat is jouw broer een boffert Jannie Mon- teny. Mocht jij ook zo laat op blijven? Was de kaas gauw op? Wat heb jij mooi postpa pier. Ik dacht werkelijk dat je me vergeten was Nellie Naayen. Jij hebt wel genoten in de vakantie. Ben jij weer beter? Groeten aan Jozina. Ben jij wel eens een klein beetje ondeugend, Herman No- zel lijkt veel op een kruiswoord puzzell We ziert allerlei voorwer pen en hokjes waar een letter in het midden is geplaatst. J uil ie moeten de namen van de afbeeldin gen van boven naar beneden en van links naar rechts invullen, 'k Zal jullie een klein beetje hei oen. Bovenaan middelste vakje een O staan. We zien ook een rol en de zon afge beeld, dus schrij ven we dat in de vakjes. Zo moeten 1 jullie dus de vol gende vakjes ook 1 invullen. Zenden jullie de oplossing voor dinsdag li oktober in? bel? Krijg jij veel huiswerk mee? Wat ben jij schrikkelijk verwend Jannie Notenboom. Heb je een leuke dag gehad? Heb je de boeken allemaal al gelezen? Gisteren was het ook al groot feest. Hadden jullie mamma's stoel nog versierd? Heb jij nog meer broertjes en zusjes Wim de Pater? Leuk dat jij zo dicht bij school woont. Jacky v. d. Plas krijg ik de volgende keer J ge brief? Wist jij echt niet meer te schrijven Marianne v. d. Poort? Hoe gaat het op school? Volgende keer krijg ik toch wel een lange brief van jou? Wat een bofferd ben jij, dat jij het dineren bent geweest. Was het erg lekker? Heb je je sokken al aangehad Jacqueli ne v. d. Pruim? Zijn ker warm? Dat is zeker wel een heel werk een auto schoon maken? Je hebt dus je ten echt verdiend Welke kleur heeft je nieuwe trui Henriëtte Pruim? Wordt het bureautje mooi? Jij bent dus middags heerlijk vrij. Krijg Ridder? Heb je al veel knik kers? Heb je een leuke jaardag gehad? Kea Ridder, schrijf jij de volgen de keer een lange brief? Be dankt voor je gezellige brief Marja de Ridder. Hebben jul lie gisteren leuke spelletjes gedaan? Vond Jeanne de pop- pewagen mooi? Wat wil jij later worden Plet Rieg- man? Knap hoor dat jij al zo veel dingen hebt gemaakt. Heb jij nog meer broertjes en jes, Piet? Jouw vorige te laat Margriet e zou de volgen de keer wat meer schrijven, maar ik heb helemaal geen brief van jou gehad. Zou je nog wel eens naar Zeist te rug willen, Margriet? Doe iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiii de volgende keer lange brief bij, Lia Roest? Jij ook Lodewijk Rondeboom? Schrijf jij voortaan wi neer je letter aan de beurt Jolanda de Ru? Ben jij e... nichtje van Helmi? Jij bent natuurlijk ook hartelijk wel kom. Op welke school ga jij? Van jou kreeg ik ook geen brief Helmi de Ru. Hoe gaat het op school? Leuk dat je zo maar een gulden kreeg. Dat was gauw verdiend! Hoe gaat het met de haren van Josje en Hetty? Hartelijk wel kom Roelof de Pater. Schrijf je de volgende keer wat meer? Moet jij ver naar school fietsen Catrien Rijsten- kil? Fijn, dat jullie aardige meesters hebben. Wacht je weer zo lang met schrijven? Jongens en meisjes jullie hebben deze week goed je best gedaan met brieven schrij ven. Volgende week zijn de na men met de letters S t.m. Z aan de beurt. Zorgen jullie er voor dat de brievenbus hele maal vol komt? Tot de vol gende week neven en nichten. TANTE JOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20