a anus
Kiek de herfst
U spreekt met uw oom
C
Hoe Johannes 'n held werd
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 8 OKTOBER 1960
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
r7'E. was achttien jaar, en naar haar zusters jaloers
zeiden, mooi blond, ze had blauwe ogen en een
aardig wipneusje, en ze heette naar h"STar" grootmoe
der Liesbeth, maar iedereen noemde haar Liesje, ge
woon Liesje. Ze werkte als telefoniste op een scheep
vaartkantoor en zeker wel een paar honderd maal
per dag riep ze „Hallo" en ,,ik zal u doorverbinden"
tegen haar volslagen onbekende heren. Haar jonge
leven verliep gelijkmatig, zonder schokkende gebeur
tenissen, en dat vond ze in haar hart jammer, want
ze droomde veel van opwindende avonturen, waarin
z|j de hoofdrol vervulde. Maar toen het avontuur
kwam, had ze er niet eens erg in, zo simpel en gewoon
diende het zich b|j haar aan. Het begon op een mor
gen, waarop een stem die ze uit duizenden zou her
kennen, haar zei:
93
99
NATUURLIJK, u dient de voorgeschiedenis te weten, anders begrijpt u
van het verhaal bitter weinig. Het voorjaar had zich aangediend met
een paar mooie, warme dagen en dat had Liesje enigszins uit haar even
wicht gebracht, in zover, dat ze veel meer met haar gedachten vertoefde
in verre, vreemde landen, dan bij het telefoontoestel, dat ze had te be
dienen. Ineens, midden in haar reizen, was de telefoon overgegaan en
meer uit gewoonte, dan dat ze zich realiseerde wat ze deed, had ze de
hoorn gepakt en voor ze het besefte, riep ze: Ja, met Liesje.
T ATER vertelde ze, dat ze het bloedn
■L' haar wangen voelde stijgen, en dat
haar tout binnen de seconde had hersteld.
Maar goed de fout was gemaakt. Ze hoorde
een mannenstem zeggen: Ach, wat een
aardige naam hebt u; en: praat eens wat
met me, maar bits had ze geantwoord:
Wie wilt u spreken? in de hoop, dat de
stem verder zou zwijgen. Maar hij deed dat
niet. Hij begon: Wie ik wil spreken? Wel u
natuurlijk. Daarom bel ik u toch op? Toe
nou, meneer, interumpeerde ze de stem,
ik ben niet aangenomen voor privé-gesprek-
ken, wie wilt u spreken? Ik, begon de stem
weer, ik wil u spreken. Verstoord gooide
Liesje de haak neer. Nog geen minuut la
ter rinkelde de telefoon opnieuw. Weer de
Zo ging het tot driemaal toe. En Liesje
werd er kribbig van. Bij de vierdq, keer
hoorde ze de stem vragen: Hoe oud bent u?
Ze zei: zeven, en belde woedend af, maar
ze hoorde nog net zeggen: Dan ben ik uw
EEN paar dagen werd ze met rust gela
ten. En in de grond van de zaak
vond Liesje dat jammer. Ze hoopte in stilte,
dat de stem zich nog eens zou aandienen en
ze wist al precies wat ze dan zou zeggen
ook. Maar de stem bleef weg. Honderden
malen per dag zei ze: Hallo, en, ik zal u
doorverbinden, maar het scheen wel of er
geen vervolg zou komen op de romance, zo
als ze het was geen noemen, Dat vervolg
kwam natuurlijk wel. Op die morgen dan.
Ze had weer een paar tientallen malen Hal
lo gezegd, toen ze ineens hoorde: U spreekt
met uw oom. Liesje wist niet wat ze moest
zeggen. Haar hele van te voren ingestu
deerde repliek was ze vergeten. Ze stamel
de: Ja, wat wilt u? En de stem zei: Met
u spreken, misschien ergens een kopje thee
drinken
Voor de tweede maal belde ze woest af.
Welja, thee drinken met een vreemde man,
en wie weet wat voor een man. Ja, wat
voor een man. Hij had een prettige stem,
overdacht ze, een stem, die bij een nog
jonge man hoorde. Hoe oud zou hij zijn?
Achttien? Nee, misschien wel iets ouder.
Hij zou wel een goede functie hebben. Mis
schien was hij wel chef op de afdeling boek
houding van een groot kantoor of wie weet
wel directeur. Maar dit laatste verwierp ze
op hetzelfde ogenblik, waarop het bij haar
opkwam. Nee, een directeur zou niet met
een telefoniste een kopje thee gaan drinken.
Zeker niet met een telefoniste, die hij nog
nooit had ontmoet en van wie hij niets an
ders wist dan dat hij haar stem aardig vond.
Toen ze daaraan dacht, deed zich een
nieuw probleem voor. Hoe heeft hij, mij
merde ze, mijn stem ontdekt? Ze kon zich
niet herinneren eerder zijn stem door de
telefoon te hebben gehoord. Hij behoorde
niet tot de vaste klanten van het kantoor.
Dat moet ik, beloofde ze zichzelf een vol
gende keer eens te weten komen. Als hij
weer belt. Dan zal ik net zo lang vissen,
tot ik alles weet.
DE stem bleef haast een week weg. En het
hinderde haar. Hij had, pruilde ze, best
nog eens een praatje met me kunnen ma
ken. En inkonsekwent barstte ze ineens los:
Ik haat hem. Dat ze hem niet haatte, bleek
twee dagen daarna. Ze dronk juist haar
kopje koffie, toen de telefoon ging, en de
stem, nee. zijn stem zei; U spreekt met
uw oom. Wanneer gaan we nu een kopje
thee drinken? Ze vatte plotseling moed.
Ja, antwoordde ze allerliefst, wanneer?
Ik ben tot vijf uur op kantoor en daarna
moet ik ijlings naar huis om te eten, want
mijn moeder is er op gesteld, dat we al
len om zes uur aan tafel zitten. Eerlijk ge
zegd, zie ik dus niet zo gaiyv, hoe ik het
klaar moet spelen. Maar aan de andere
kant: kunt u elk ogenblik van de dag zo
maar van kantoor weglopen? Ze luisterde
naar het antwoord, maar het bleef uit. Nu?
drong ze aan. Kunt u van kantoor weg-
Jaan, wanneer u daarin zin hebt? Ze hoor-
e hem kuchen. Ach, ja, konk het aarze
lend, wat zal ik u zeggen. Nee, natuurlijk
ben ik aan mijn tijden gebonden, maar
misschien zou ik er wel eens iets op kun
nen verzinnen. Ik zou kunnen zeggen, dat
ik even een boodschap moest doen, des
noods, dat ik bij de tandarts was ontboden,
of zo. Ja, ging de stem opgewekt verder,
ik geloof wel dat ik het zou kunnen klaren.
Kunt u ook niet iets dergelijks verzinnen?
Eens moet het toch de eerste keer zijn,
dat we elkaar ontmoeten. Hoe heet u eigen
lijk nog meer dan Liesje? Vertel eens
wat meer over uzelf.
DIE vraag vondt ze de brutaliteit ten top
gedreven. Wat gaat u dat aan, snibde
ze. Ik weet niet eens hoe uw naam is. Wim,
luidde het antwoord, gewoon Wim of Wul-
Natuurlijk m<
zo doorging
ruggekomen i
moedeloos
lum, zoals ze me in de familie noemen.
Vindt u het geen leuke naam? Moet u zich
voorstellen: Liesje en Wullum. Nou, wan
neer gaan we theedrinken? Zaterdagmid
dag? Liesje wond zich op. De naam Wullum,
zei ze. staat me niet aan, dat in de eerste
plaats, van mannen, die smoesjes verko
pen om een uurtje vrij te krijgen, moet ik
helemaal niets hebben en in de derde
plaats heb ik een hekel aan thee. Ik houd
alleen van koffie en valt u me verder as
jeblieft niet meer lastig. Met een harde
slag gooide ze de haak op het toestel. Zie
zo, dacht ze, die zit. Die krijg ik niet meer
aan de lijn, die heeft zijn portie voor altijd
gehad. Daar meende Liesje natuurlijk
niets van. De volgende dag en de veertien
daaropvolgende dagen zat ze met spanning
op de stem te wachten. Elk telefoontje, dat
binnenkwam, pakte ze vol hoop aan, en
steeds werd het een teleurstelling. Het
scheen inderdaad of hij haar opmerking ter
harte had genomen en niets meer van zich
zou laten horen. Het maakte haar nerveus.
Ze ging fouten maken. Eerst fouten, die
ze makkelijk kon herstellen. Een verkeerde
verbinding of een verbinding te snel ver
broken. Maar later ook fouten, die de di
rectie de haren te bergen deed rijzen. Ze
werd in haar antwoorden kort en soms on
hebbelijk. En wat ze zelf verwachtte dat
zou gebeuren, gebeurde ook. Ze werd bij
de directeur geroepen. Een relatie had
zich beklaagd. Bedremmeld luisterde ze
naar de vermanende woorden, die tot haar
werden gezegd. Ze beloofde beterschap,
ja meneer, ze zou beter haar best doen.
leer, ze begreep het. Als het
u ze ontslagen worden. Te-
haar kamer liet ze zich
haar stoel vallen. Ze dacht:
naar een andere betrekking
uitzien. Hier kan ik niet blijven. En ze
wist dat ze weg wilde omdat ze verlangde
naar de stem, die haar hart had geraakt,
en dat ze vooral weg wilde omdat de om
geving haar dagelijks aan de stem deed her-
:r: U spreekt met uw oom.
Wanneer gaan we thee drinken? Ze ant
woordde benepen: ik weet het niet, en ze
zuchtte. Kom, kom, werd er gezegd, toch
geen moeilijkheden hoop ik? Ze zuchtte
nogmaals, en herhaalde: ik weet het niet,
en zei toen: we moesten elkaar maar niet
meer zien, dat is het beste. Niet meer
zien, niet meer zien? vroeg de stem ver
baasd, en we hebben elkaar nog nooit ge
zien, tenminste verbeterde hij zich, u heeft
mij nog nooit bewust gezien. Oh, oh, ant
woordde ze verbouwereerd, dus u kent mij
wel! Een beetje, zei de stem. Een heel
klein beetje maar, en dat vind ik zo jam
mer. Ik zou u graag beter leren kennen
en daarom heb ik u uitgenodigd een kop
je thee met me te gaan drinken. Maar ja.
volgde er op bedroefde toon, als ik u niet
meer mag bellen en als u de naam Wullum
niet mooi vindt en als u er niet van houdt,
dat een man smoesjes verkoopt om een
uurtje vrij te krijgen om te kunnen thee
drinken met een aardig meisje, ja, dan is
er niets aan te doen. Dan kan ik maar
één ding doen. Ophangen. Het gaat u goed.
Maar weet, dat u uw oom een grote slag
hebt toegebracht. En Liesje hoorde het.
Het gesprek was verbroken.
ZE zat in zak en as. Ophangen: had ze
verstaan, maar ze begreep niet goed,
wat hij daarmee bedoelde. Een ding wist
ze wel: ze zou de stem nooit meer aan de
lijn krijgen. Dat was voorbij. Afgelopen.
Kwam nooit meer terug. Ze kreeg diep
medelijden met zichzelf. Ze begon zich al
lerlei verwijten te doen. En achter het te
lefoontoestel begon ze te huilen. Zo werd
ze aangetroffen door de personeelschef, die
haar allerlei vragen stelde en haar tenslot
te voor enkele dagen naar huis stuurde, om
dat hij dacht, dat ze overspannen was. Toen
ze na vier dagen weer achter haar centrale
zat, vertelde haar plaatsvervangster, dat
er wel tien keer gebeld was door een
heer met een aardige stem, die naar haar
had gevraagd. Hij had zelfs haar adres
willen weten, omdat hij bloemen wilde stu
ren, maar, zei het meisje, dat heb ik hem
niet gegeven. Ik wist niet of je
van vreugde, maar ze slaagde er in haar
stem gewoon te doen klinken, toen ze ant
woordde: Nee, het bést zo. Ik stel geen be
lang in bloemen van een man, die ik niet
ken. Die dag belde hij weer op. U spreekt
met uw oom. Wanneer gaan we theedrinken?
Onmiddellijk antwoordde Liesje, zaterdag
middag om 2 uur, en als plaats noemde
ze een restaurant vlak bij het kantoor.
O.K. zei de stem, Liesje, tot zaterdag. Drie
dagen moest ze wachten voordat het zater
dag was, en de dagen schenen haar extra
lang. En toen was het zaterdag, en toen
kwam de slag. Om elf uur werd ze bij de
directeur geroepen. Gaat u zitten, zei hij
vriendelijk. Ik heb iets prettigs voor
u misschien. Ik heb een paar gasten met
wie ik vanmiddag moet lunchen en omdat
een lunch zonder dames nooit goed ver
loopt, heb ik het genoegen u uit te nodigen
mijn gast te zijn. Mijn twee dochters zijn
er ook. Nou, wat zegt u er van? U had,
hoopt ik, geen andere afspraken lopen.
Nou, u geeft geen antwoord. Schikt het u of
schikt het u niet? Jazeker, graag, meneer,
stamelde Liesje, dank u wel voor de uitno
diging. Maar toen ze weer achter haar cen
trale zat, zei ze hardop: nee, ik doe het
niet, en ze belde haar directeur en vertel
de hem, dat ze tot haar spijt verhinderd
was, dat ze geen zin had om aan de lunch
aan te zitten, want dat ze ging theedrinken.
O, luidde het antwoord, dat is jammer,
maar eerlijk gezegd, heb ik er nu al he
lemaal op gerekend. Het lijkt me dus het
beste dat u uw afspraak maar afzegt en
toch mijn invitatie aanvaardt. Ik zou zo
zeggen: zaken gaan voor het meisje. En
de directeur belde af. Wit van woede en be
vend over haar hele lichaam stond Liesje
het antwoord nog te verwerken toen de
deur openging en een jongeman de kamer
binnenkwam. U moet? vroeg ze. Niëts, zei
de jongeman. Ik kom alleen maar eens naar
u kijken, want als ik het goed heb zit u.
vanmiddag met mij aan tafel tijdens een'
lunch met mijn oom. U? schreeuwde ze.
U? Ik met u aan tafel? Nooit en te nim
mer. Ik heb een afspraak, ik ga theedrin
ken, ik.het kan me allemaal niet schelen.,
ik neem ontslag., ik ga weg., ik moet
geen lunch.
'AT er daarna gebeurde weet Liesje
zich op dat ogenblik, zoveel jaren la
ter, nog niet te herinneren. Ze viel snikkend
op haar stoel en hoorde toen ineens: U
spreekt met uw oom! Ze vloog op en door
haar tranen heen riep ze: Zei u wat? Ik zei,
antwoordde de jongeman: U spreekt met
uw oom. Even was het stil. Toen vloog
Liesje hem met de kreet: Wullum, om de
hals. Ach, Liesje, Liesje, zei Wullum. Zou
je ontslag genomen hebben alleen om met
mij te kunnen theedrinken. Ja, snikte Lies
je. Toen pakte Wullum de telefoon en belde
de directeur. Hij zei: Oom, Liesje gaat
aar eerst zie je ons
W'
gelukkig i
i zijn. Liesje werd rood
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
34. En zo trekken Murr en Leo op de
ezel verder het oerwoud in. „Daar staat
een mevrouw, die ons misschien wel de
weg kan wijzen", zegt de kater en even
daarna vraagt hij aan de dame: „Me
vrouw, hebt u soms een varken voorbij
zien wandelen, dat Zwijntje heet?" „Nee,
dat heb ik niet," zegt zij, terwijl zij het
wasgoed aan de lijn hangt. Murr zwaait
zo onhandig met de voorraad provisie,
die hij draagt, dat het gewicht ervan op
het wasgoed terecht komt en dit wordt
door de modder gesleept.
35. De vrouw is boos, dat al haar zwa
re werk voor niets is geweest, maar
Murr weet raad. Hij is van de ezel ge
sprongen en hij biedt aan om de hele
is hem heel dankbaar en intussen maakt
ook Leo zich verdienstelijk door een stoel
van een nieuw verfje te voorzien. Als
Murr klaar is, legt hij, dom genoeg, het
de dame opnieuw te doen. Zij schone wasgoed op de geverfde stoel,
maar niemand heeft het nog in de ga
ten en de mevrouw is dankbaar voor de
hulp en zwaait vriendelijk als ze weer
wegrijden.
36. Maar nauwelijks hebben ze hun
tocht voortgezet of de zak met eten
scheurt en maar nauwelijks kan Murr
de mondvoorraad houden. Gelukkig ko
men ze weldra bij een ander huis in
het bos en daar is een meneer bezig de zak op de
zijn sokken te stoppen. Morgen we even dicht. Hij doet dat zo stevig en ook zo
uw naald en draad lenen, vraagt Murr onhandig, dat hij tegelijk een stuk van
beleefd en de man is zo vriendelijk om de sofa mee vastnaait en als hij trekt,
dit gereedschap af te staan. Murr legt scheurt het prachtige pluche van de so-
naait het gat fa kapot.
(Vervolg)
Eensklaps waren er geen'
bomen meer vóór hem. Hij
stond aan de rand van een
besneeuwde bergweide.
Midden op die hellende
vlakte stond de draak. Hij
spuwde vuur uit zeven kop
pen tegelijk en zijn Twaalf
Soten met klauwen als
ooivorken stampten diepe
faten in de bevroren grond,
ohannes durfde geen stap
dichterbij komen. Trillend
als een rietstengel trok hij
de gebarsten fluit uit zijn
zak en probeerde een dans
wijsje te Sffelen.
„Eerst de draak laten
dansen tot hij halfdood van
vermoeidheid is en dan ga
ik hem met mijn zwaard
te lijf", besloot hij.
De draak had de jonge
man nog niet gezien. Maar
zodra Johannes de eerste
valse tonen op zijn fluit
blies, draaide het ondier
zijn zeven koppen in diens
richting en spoot zoveel
vuur, dat de sneeuw ervan
smolt en Johannes het
zweet uitbrak. Hij speelde
echter door, het ene wijsje
na het andere. Ze klonken
erbarmelijk vals.
De draak scheen een be
sluit te nemen. Hij tilde
één poot op, nog een poot..
„Aha" dacht Johannes,
,,Nu gaat hij dansen."
Maar de draak danste
helemaal niet. Het beest
stormde vooruit, recht op
Johannes af, die nog maar
Juist tijd had om opzij te
springen en zich achter een
boom te verbergen. De
draak stoof hem voorbij,
maar keerde onmiddellijk
terug om de indringer te
zoeken en ter plaatse te
verslinden.'
Johannes, die nu wel be
greep dat zijn fluit géén
toverkracht bezat, wierp
het instrument weg en hief
bevend zijn zwaard op.
Maar zodra het oude, half
doorgeroeste wapen de dik
ke huid van de draak raak
te, brak het in drie stuk-
Waardeloos", flitste het
door Johannes heen en nu
kon hij nog maar één ding
doen: het op een lopen zet
ten, zo hard hij kon. Wat
rende die jongen! Hij vloog
hals over kop over het pad
naar beneden, met de brie
sende draak op zijn hielen.
Nog nooit was Johannes zo
hard voor iemand wegge
lopen. Hij schaamde zich
djep maar hield toch niet
op met rennen eer 'hij he
lemaal beneden aan de
berg was gekomen en de
draak de achtervolging op
gaf. Hijgend en uitgeput
liet Johannes zich op de
grond vallen en hoorde, hoe
de draak met veel gesnuif
en gestamp terugkeerde
naar zijn hol bij de top.
„Oef, dat was op het
nippertje", dacht Johan
nes. „Wat een domoor ben
ik toch geweest om te den
ken dat ik de draak zou
kunnen verslaan met een
waardeloos fluitjé en' een
doorgeroest zwaard. De
oude man zei wel, dat die
dingen geen toverkracht
hadden maar ik geloofde
hem niet. Ik heb waarlijk
te veel sprookjes gelezen."
Alleen zijn trouwe bijl
had hij nog. Opnieuw
maakte hij een vuurtje om
zich te warmen en te kun
nen nadenken.
„Moet ik nu met han
gende pootjes naar huis te
rugkeren en bekennen dat
ik geen echte held ben?",
dacht hij verdrietig. „Dat
is me ook wat moois!" En
hij zuchtte diep.
„Ik heb zelfs geen voed
sel meer voor de terugreis.
Geld bezit ik evenmin. Ach,
ach, wat ben ik ongeluk
kig
Zijn enige troost was. het
vuurtje, dat een heerlijke
warmte verspreidde. Dat
bracht hem echter op een
goed idee.
„Ik zal een flinke stapel
brandhout hakken en dat
verkopen in het dichtstbij
zijnde dorp", dacht hij.
,Dan heb ik weer wat geld
en hoef niet van honger
om te komen."
(wordt vervolgd)
Beste neven en nichten.
Fijn, dat ik deze week weer zoveel brieven van jullie kreeg. Hebben jullie
zondag heerlijk van liet mooie weer genoten? Tante Jos wel hoor! Het is nu
ook nog zo mooi buiten in de natuur. Alles heeft nog het herfstkleed aan.
We zullen hopen dat het morgen ook weer zulk mooi weer is. Jullie krjjlgen
toch zeker al gauw herfstvakantie?
De nichten en neven die nog niet hun geboortedatum aan Tante Jos hebben
geschreven, doen jullie het alsnog? Ook de nieuwelingen schrijven vaak alleen
hun leeftijd. Niet meer doen hoor!
De puzzel was deze week helemaal niet moeilijk en ik heb ook allemaal goede
oplossingen ontvangen.
De oplossing luidt:
horizontaal: appel, braam en walnoot;
jverticaal: banaan, ananas, framboos en peer.
Er is eens een asceet geweest,
die van een schaal kersen er
maar één at, „want", zei hij,
„de andere smaken precies een-
se tuin valt ons niet op,
ln drommen trekken we na
heerlijke bollen, want daar i
»ar als symbool,
de veel direikter
or- omdat de aandacht
der".
In feite had de
lijk gelijk, maar het leven
wel erg sober worden, wann
wij allemaal dit standpunt gin
gen innemen. Wel is het waar,
dat wij, moderne 20-ste eeu-
wers, in het algemeen slechts
geïmponeerd worden of getrof
fen raken door het massale.
Eén sneeuwklokje in een maart-
natuur- bloemen. Misschien is die ver
onachtzaming van het enkele,
het kleine, er ook oorzaak van
dat de moderne amateurfoto
graaf wél een bloeiend heide
veld „knipt", maar niet een en
kel erica-bloempje; wél een foto
maakt van dc zee bij zonsonder
gang. maar niet die ene dode
meeuw aan het strand; wél op
een toren klimt om dc hele stad
op één prent vast te leggen,
niet I'j" camera rich, „p
mogelijk dicht te draaien; an
ders gezegd: het kleinste dia
fragma gebruiken. Verder moet
het af te beelden objekt zoveel
mogelijk in één vlak liggen ten
opzichte van het lensvlak. Dus
niet één kastanje op 30 cm van
de lena en de andere op 50 cm.
Voorbeeld: de dieptescherpte bij
gebruik van een voorzetlens nr.
2 op een 6x6 reflexcamera bij
een opname-afstand van 40 cm.
en lensopening 22 bedraagt
slechts 10 cm! Wat daarvoor en
als teken altijd de camera of de voorkant van dc daarachter ligt, wordt dus on-
hun beeldkracht lens. Een goede meetlat hebt u scherp afgebeeld..!
de be- dus wel nodig. Nu het fotografe-
J, ren met zo'n voorzetlens. Het.
grootste probleem daarbij wordt
gevormd door de vraag: „wat
komt er op m'n plaatje?" Want
in zijn facetten
Verder
Wat is er nu nodig om zo'n|
foto te maken, waarop een kleir
ding erg groot is afgebeeld? Op
de originele foto was de paddc
r 7.n groo Kicken
imeter. Daarop is de zoekei
gebaseerd. Gaat u nu dichterbi
in met een voorzetlens, dai
u de zoeker niet gebruiken
.vant die laat iets heel ander
straks op de prer
verrukkelijk mooie ge-
En in de herfst denken we
an prenten van vlammend-rode
ikenbossen of minstens van
sn laan met bomen in alle tin-
ïn bruin en rood. waarvoor de
bizarre
node-industrie zulke
;toel ongeveer 2-3 keer
als een echte. Dat wordt Dc
reikt met een voorzetlens. Be
halve de normale uitrusting vai
etc. natuurlijk! In dc
c gaat dat zo: u konsta-
teert bij uzelf de brandende be- l«."I
hoefte om een voorzetlens te rrokrijk
gaan gebruiken. U hebt
paalde camera en stapt
naar uw fotohandelaar.
u uw plannen voorlegt. U vraagi verschillend
om een goede voorzetlens
bekend merk,
worden of als u dat gewend
bent op de normale manier
leschat. Bij flitsopnamen flit-
;er op 1 meter van objekt
dat betekent waarschijnlijk:
:en verlengkabeltje kopen). Flit
ser in elk geval losmaken van
;amera. omdat anders de hoek
van de lichtbundel niet gelijk
valt met de opnamehoek,
m.a.w. het licht raakt uw onder
werp niet. Er bestaan „neigkop-
die dit bezwaar ondervan-
stapt daarmee Omdat dit verschil voor iedere aen. In twijfelgeval 3 opnamen
Piaar aar, combinatie camer=,.Voorzetlenf maken met zelfde diafragma,
..it u in de doch verschillende belichtings
praktijk uitkienen, wat u op hel lijd. Werk als het even kan
negatief krijgt. Voor bekende ,anaf een statief.
middels klemring. merkcamera's bestaan i
idee, dat je de herfst op
misschien veel „tastba
zou kunnen uitbeelden, getal
r een sober detail, dat
tekst of titel zegt
het doosje i
zit verpakt
de voorzetlens
lerfst!" Foto's
-groot-afgebeeld hebben al-
- be- aanwijzing van uw camera (die cn zeker ln dit speciale geval.
staat het dioptrie- u hopelijk niet hebt weggegooid, Durf een beetje te experimente-
voorzetlens en dat zoals velen doen) uitkomst ver- ren, niet alleen in de techniek
u met het ding kimt fotografe- schaffen. Omdat de dieptescherp- van het kieken met een brilletje
K50-31 centimeter te (de afstand waarbinnen de op de camera, maar ook in de
kleine-din- Verder vermeldt het doosje (of dingen scherp worden afgebeeld) keuze en verlichting a
voorzetten- derwerp. De resultaten kunnen
verdient dan pronkstukken van uw al-
het aanbeveling de ten» zover bum worden...I
De hoofdprijs gaat naar Her-
De troostprijzen krijgen thuis
gestuurd Ria de Jong, Hcnriët-
te Pruim en Jacob Jelle Pruim.
Lang zal die leven
Hartelijk gefeliciteerd van de
neven en nichten Anette Dok
ter, Ansje v. d. Hout, Mieke
Visser, Loesje de Vries en An
nie Westhoeve!
We gaan nu de brieven be
antwoorden.
Wat is dat een leuk gedicht
je wat jij mij stuurde, Ria de
Jong. Wie heeft het geschre
ven? Hartelijk bedankt hoor!
Fijn dat het toneelstukje zo
goed geslaagd is. Dat is mooi,
een bureaulamp. Wat heb
ben jullie leuke spelletjes ge
daan Corrie de Jong. Jammer
dat de ballonwedstrijd niet
door ging. Hebben jullie veel
konijnen? Hoe oud zijn jé zus
jes geworden? Moet jij een
heel eind fietsen naar school,
Betsie de Jong? Is het ballon
feest maandag nog doorge
gaan? Hartelijk welkom hoor
Betsie! Jij hebt wel heer
lijk genoten in Voorthuizen
Nella de Jong. Mocht jij ook
nog ezeltje rijden? Wat waren
daar veel dieren. Knap
hoor, dat jij al zo'n steel hebt
gemaakt Jan Kees van Kleef.
Je hebt er zeker wel goed je
best op gedaan? Wat mogen
jullie nu gaan maken? Eet
jij nog zoveel dropjes Annie
van Kleef? Het cadeau kwam
dus wel goed van pas. Hoe
heet jouw vriendin? Heb jij
een leuke dag gehad Marijke
Klerkx? Wat zal jij later knap
worden! Wat wil jij worden?
Gelukkig dat de prijs nu
heel is overgekomen Jan
Kraak. Ben jij altijd bij oma?
Jij kan dus wel iets moois
bouwen van Bambinostenen
Jan? Jouw vorige brief was
te laat Addie Kranenburg.
Fijn, dat je vader nu weer
beter is. Vond je de rondvaart
leuk?
Kon je lekker schommelen
heb je veel schepen op de i
terweg gezien? Wanneer ben
jij precies geboren, Franci
Kroon? Heb jij nog m<
broertjes en zusjes? In welke
klas zit jij? Groeit
boon al hard, Bertje v
Kruk Een fijn vak Vader
landse Geschiedenis, vind je
niet Bertje? Wist jij niet
meer te schrijven Ria de
Kwaadsteniet? Schrijf je de
volgende keer wat meer?
Jouw brief was ook lang niet
vol nog Ankie van Leenen.
Hoe heet jouw vriendin? Ga
jij op de gymnastiek?. Ge
weldig dat jij er een broertje
bij hebt gekregen, Arjan de
Leeuw van Weenen.Hartelijk
gefeliciteerd hoor! Alex vind
ik een .mooie naam. Fijn dat
Waarom heb jij zo lang ge
wacht om te schrijven Cobic
Luijendijk? Hoe vind je het
op de gymnastiek? Jij hebt
wel genoten in Ulvenhout?
Appelflappen vind ik ook erg
lekker Liza Melissant. Je hebt
me wel erg lekker gemaakt
hoor! Waarom zing jij niet
graag? Heb je de trouwerij
nog gezien? Wat is jouw
broer een boffert Jannie Mon-
teny. Mocht jij ook zo laat op
blijven? Was de kaas gauw
op? Wat heb jij mooi postpa
pier. Ik dacht werkelijk dat
je me vergeten was Nellie
Naayen. Jij hebt wel genoten
in de vakantie. Ben jij weer
beter? Groeten aan Jozina.
Ben jij wel eens een klein
beetje ondeugend, Herman No-
zel lijkt veel op
een kruiswoord
puzzell We ziert
allerlei voorwer
pen en hokjes
waar een letter
in het midden is
geplaatst. J uil ie
moeten de namen
van de afbeeldin
gen van boven
naar beneden en
van links naar
rechts invullen,
'k Zal jullie een
klein beetje hei
oen. Bovenaan
middelste vakje
een O staan. We
zien ook een rol
en de zon afge
beeld, dus schrij
ven we dat in de
vakjes. Zo moeten 1
jullie dus de vol
gende vakjes ook 1
invullen. Zenden
jullie de oplossing
voor dinsdag li
oktober in?
bel? Krijg jij veel huiswerk
mee? Wat ben jij
schrikkelijk verwend Jannie
Notenboom. Heb je een leuke
dag gehad? Heb je de boeken
allemaal al gelezen? Gisteren
was het ook al groot feest.
Hadden jullie mamma's stoel
nog versierd? Heb jij nog
meer broertjes en zusjes
Wim de Pater? Leuk dat jij
zo dicht bij school woont.
Jacky v. d. Plas krijg ik de
volgende keer J
ge brief? Wist jij echt niet
meer te schrijven Marianne
v. d. Poort? Hoe gaat het op
school? Volgende keer krijg
ik toch wel een lange brief
van jou? Wat een bofferd
ben jij, dat jij
het dineren bent geweest. Was
het erg lekker? Heb je je
sokken al aangehad Jacqueli
ne v. d. Pruim? Zijn
ker warm? Dat is zeker wel
een heel werk een auto schoon
maken? Je hebt dus je
ten echt verdiend Welke
kleur heeft je nieuwe trui
Henriëtte Pruim? Wordt het
bureautje mooi? Jij bent dus
middags heerlijk vrij. Krijg
Ridder? Heb je al veel knik
kers? Heb je een leuke
jaardag gehad? Kea
Ridder, schrijf jij de volgen
de keer een lange brief? Be
dankt voor je gezellige brief
Marja de Ridder. Hebben jul
lie gisteren leuke spelletjes
gedaan? Vond Jeanne de pop-
pewagen mooi? Wat wil
jij later worden Plet Rieg-
man? Knap hoor dat jij al zo
veel dingen hebt gemaakt. Heb
jij nog meer broertjes en
jes, Piet? Jouw vorige
te laat Margriet
e zou de volgen
de keer wat meer schrijven,
maar ik heb helemaal geen
brief van jou gehad. Zou je
nog wel eens naar Zeist te
rug willen, Margriet? Doe
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
de volgende keer
lange brief bij, Lia Roest?
Jij ook Lodewijk Rondeboom?
Schrijf jij voortaan wi
neer je letter aan de beurt
Jolanda de Ru? Ben jij e...
nichtje van Helmi? Jij bent
natuurlijk ook hartelijk wel
kom. Op welke school ga jij?
Van jou kreeg ik ook geen
brief Helmi de Ru. Hoe gaat
het op school? Leuk dat je zo
maar een gulden kreeg. Dat
was gauw verdiend! Hoe gaat
het met de haren van Josje
en Hetty? Hartelijk wel
kom Roelof de Pater. Schrijf
je de volgende keer wat
meer? Moet jij ver naar
school fietsen Catrien Rijsten-
kil? Fijn, dat jullie aardige
meesters hebben. Wacht je
weer zo lang met schrijven?
Jongens en meisjes jullie
hebben deze week goed je
best gedaan met brieven schrij
ven. Volgende week zijn de na
men met de letters S t.m. Z
aan de beurt. Zorgen jullie er
voor dat de brievenbus hele
maal vol komt? Tot de vol
gende week neven en nichten.
TANTE JOS