ZOON GEBOREN Hoe Johannes 'n held werd POCKETBOOKS KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD ZATERDAG 1 OKTOBER I960 VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE TOEN oude Heimen het piepende poortje achter zich had dicht geduwd, bleef hij nog even staan luisteren naar het geruis van het water, dat gestadig door de glinsterende loden pijp in de regenwaterton vloeide. ,,'k Zal straks de vergaderbak maar afsluiten", mompelde hij, „anders gaat de ton nog overlopen en dan zouden Aafke's washok en het houten hofje blank komen te staan". "TER hij verder het hofje inliep stampte hij de klei van zijn laarzen, trok ze vervolgens van zijn voeten en zette ze ten slotte om de hoek van het washok. Zijn doorweekte pet hing hij aan de spijker. 't Was niks gedaan geweest op het land. De hele dag had hij in het natte gras ge kropen en terwijl hij anders zijn werk met blijdschap verrichtte, waren vandaag de uren maar traag voorbij gegaan. Vanmorgen toen hij wegging had het al geregend en het was blijven regenen zo lang de dag duurde. Buiten voelde hij zich beter thuis wanneer de groene weiden in zomerse schoonheid lagen te pronken. Verlangend liep hij op de achterdeur toe. Hij hoefde de klink maar op te lichten en hij stond in het portaaltje. Het gedempte licht van de petroleumlamp drong door de witte gordijntjes en daarachter zag hij een donkere schaduw voortdurend bewegen. Het was de hand van Aafke die in de hoek bij de kachel zat te stoppen... Of.. Zou ze er al aan begonnen zijn? Een brede glimlach overtrok plotseling bet stroeve gelaat van de werkman, die daar met de klink van ae deur in zijn hand stond en die turend door het verlich te raampje nog even in zijn eentje wilde genieten van datgene wat zijn hart nu al wekenlang vervulde. Zijn Aafke stond ook voor niets. Hoelang was het geleden sinds ze dat werk voor het eerst en tevens voor het laatst had gedaan? Oude Heimen hoefde niet lang te rekenen. Dertig jaar was zijn Dat is al lang geleden, oudje en 't is de vraag of je op je ouwe dag zal lukken wat je vroeger in jeugdige overmoed tot een goed einde bracht. Maar enfin, dat waren tenslotte vrouwenzaken. Daarover kon hij zich onmogelijk het hoofd breken. Dat was ook niet nodig. Strakswanneer was het ook weer? zouden Aafke en hij naar de stad gaan. ,,Nu niet langer dralen, Heimen," sprak hij halfluid tot zichzelf. Kordaat trok hij de achterdeur open en schoof het zolder- laddertje, dat midden in het portaal stond haastig opzij. Van binnenuit werd de kamerdeur ge opend en verbaasd stond oude Aafke te genover hem. ,.Wel Heimen, ben jij d'r al? Warempel 't is al over zessen. De tijd was me hele maal ontgaan, (k Ben de hele dag bezig geweest met dat poppespul." Verontschuldi gend wees ze naar de tafel die bezaaid lag met allerlei breipatroontjes. 't Is allemaal zo nieuwerwets en ik kan er haast niet uit wijs worden. Ja ja, bromde Heimen met een brede grijns, nu de jonge op komst is heb je de oude Heimen niet meer nodig, hè? 'k Zal Marjolijn schrijven dat ze hem vooral feen Heimen noemen moet, dan heb jij je ij je oude Heimen te houden, ging hij kwasie boos verder. Daarna liep hij naar de tafel en boog zich over de dunne papiertjes. Voorzichtig nam hij er een tussen zijn stroeve vingers en hield het tegen het lamplicht. Van de lijntjes en krasjes begreep hij niet veel. Maar zijn ogen lachten. Hij wist dat het Aafke wel zou lukken. Hoofdschuddend stond Aafke achter hem, de handen diep in de zij geplant. ,,Als een mens ook oud wordt", dacht ze. TVAAR stond nu haar flinke Heimen die zijn leven lang zo hard gewerkt had en met wie zij vooruit was gekomen, met een verheerlijkt gezicht wat krasjes en streepjes op een papiertje te bewonderen. Zij rekenden allebei op een jongen. Misschien nog meer dan hun zoon en schoondochter daar ginds in de stad. Jan was hun enige zoon en dus lag de enige mogelijkheid tot voortzetting van het geslacht Heimen Rakhorst bij hem. Nog een paar weken zou het duren vol gens zijn brief die vanmiddag gekomen Langzaam droop het water uit Heimens broekspijpen op het vloerkleed en Aafke die anders zo zuinig en trots op het mooie gebloemde tapijt was besloot er ditmaal niets van te zeggen. Er was immers zoveel moois vandaag? Van haar man gingen haar ogen naar de foto van haar zoon aan de wand. Hij leek Krecies op zijn vader maar in tegenstel- ng tot deze hadden weer en wind weinig invloed op zijn uiterlijk gehad. Hoe vurig Heimen er ook op gesteld was dat zijn geslachtsnaam zou worden voort gezet had hij er anderzijds nooit prijs op gesteld dat zijn zoon Jan in zijn voetspo ren zou treden en een werker op het land zou worden. De jongen kon goed leren en toen hij de lagere school verliet waren zij en Heimen reeds zo ver vooruit geboerd dat zij het zonder de hulp van hun zoon konden stel len. Hij mocht naar de middelbare school in het naburige stadje. Hij was enig kind gebleven en zijn meer dan middelmatige intelligentie maakte hen niet weinig trots. Maar later na zijn schooltijd moesten zij de konsekwenties er van aanvaarden. Toen was het dorpje veel te eng gewor den en zelfs het naburige stadje waar hij de H.B.S. had bezocht bood geen mogelijk heden tot verdere ontplooiing meer. Het besluit wat ze toen moesten nemen was geen aangelegenheid van Heimen en haar alleen maar ook de jongen, die intus sen achttien jaar was geworden, sprak een hartig woordje mee en had zelfs een be slissende stem in het kapittel. Hij sollisiteerde met succes en uit drie aangeboden betrekkingen koos hij de aan trekkelijkste uit. Dat was al weer twaalf jaar geleden. En oude Aafke moest het dankbaar er kennen, het waren lang niet de twaalf slechtste jaren geweest. Hij liet een grote leegte achter toen hij wegging maar al lengs hadden zij zich aan ae nieuwe toe stand gewend. Toen hij acht jaar weg was kwam de grote verandering. Op een pinksterfeest bracht hij Marjolijntje mee. Een klein kit tig ding met zwarte ogen en een even zwarte haardos die handig samengeknoe- deld onder een wit hoedje verborgen zat. Even waren ze toen van hun stuk ge- Ze was voor him begrippen zo modern. Haar gewoonten waren zo heel anders dan de hunne. Maar ze genoot van Heimens bloementuin en in een oogwenk was ze de achterdeur uitgesneld om bloemen te pluk ken waarvan ze een grote ruiker maakte. Voor de grap had ze ook haar, oude Aafke. een bloem in het haar willen ste ken. maar ze had het meisje lachend af geweerd en gewezen op haar trouwportret waarop de bloemen zich maar spaarzaam Zij waren eenvoudige boerenmensen moest Marjolijntje bedenken. Het leven op het platteland was iets geheel nieuws voor het stadse meisje. Parmantig hipte ze het kamertje door en voor ieder voorwerp, ieder schilderij hier in het ouderwetse huis van Heimens grootvader had ze be langstelling. Een fotoalbum was er niet maar de por tretten met hun brede bronzen omlijstin gen die al jarenlang op dezelfde plaats aan de wand hingen werden in de brede besproken. Door haar frisse belangstelling haalde ze ongewild het verleden bij de oudjes bo ven en het duuftie niet lang of ze beijver den zich het meisje uitleg te geven. Ze hadden schik in haar gekregen en toen ze zondagsmorgens in de kerk alle psalmen uit het hoofd meezong was het ijs volledig gebroken. Want juist dat was hun voornaamste zorg geweest. O nee, ze wisten wel dat hun zoon niet in zeven sloten tegelijk zou lopen, maar hij was tenslotte hun enig kind en tot aan zijn trouwdag met Marjo lijn was hij min of meer het voorwerp van hun onrust. In tal van zaken liepen hun meningen uiteen. Heimen en zij, geboren op en voor het land, gebonden aan tradities, hebben dikwijls het hoofd geschud over de nieu wigheden waarmee ze door hun schoon dochter werden geconfronteerd. Maar al die dingen verbleekten i ze dachten aan datgene waarin z De liefde tot God en Zijn dienst. Door J. de Boer TAIE NAAM kon nog heel wat narigheid •L' berokkenen, dacht Marjolijn, maar het was toch zaak om voet bij stuk te houden. Haar schoonouders op het platteland re kenden er vast op dat het een jongen zou worden en de naam „Heimen" zou krij- Ze beseften eenvoudig niet welk offer zij bij de vervulling van die wens zou moeten brengen. Heimen was immers geen aanvaardbare naam voor de stad? Het kind zou er later op school vast en zeker mee geplaagd worden. Jammer dat Jan doof was voor haar ar gumenten. Hij wilde de dorpstraditie hand haven. „Geplaagd worden"? had hij giste renavond verwonderd gevraagd. De Rak horsten zijn van nature voor geen kleintje vervaard. Zij waren altijd tot tegenweer bereid waar dit in een eerlijke strijd ge vraagd werd. Ik zelf zou geen echte Rak horst zijn als ik nu al begon met zelfs denkbeeldige hindernissen uit de weg te ruimen. Als hij maar iets van het oude boerengeslacht in zich heeft zal hij de naam „Heimen" met trots dragen. Daarmee had ze het voorlopig moeten Lusteloos bladerde zij wat in een boek dat ze laatst van haar vriendin had gekre gen en waarin talloze namen met hun be tekenis vermeld stonden. Ze had zo gaar ne e<?n mooie zinvolle naam gekozen. Dat was immers algemeen regel. In de kerk bij het dopen was het te merken. Ook in eigen kring was een ge leidelijke distanciëring van de oude ge woonten waar te nemen. Vanavond zou ze het definitief met Jan uitpraten. Het grote moment kwam steeds nader bij en voor die tijd moest de naam van het kind geregeld zijn. Het boek gleed van haar schoot en daarmee de Harry's, de Victors en de Charles. Langzaam daalde de avond. Moe ge speeld beklommen de buurkinderen de por- tiektrappen. Het drong nauwelijks tot Mar jolijn door. Ze zag een oude man met een blij ge zicht, werkend op het land. „Heimen" was zijn naam. De vader van haar man, die verwachtte dat haar kind naar hem ge noemd zou worden. En zijzij kon onmogelijk deze ver wachting in vervulling doen gaan, omdat de vreemde namen uit het boek haar meer aantrokken en omdat ze bang was dat de naam „Heimen" haar kind tot een last zou worden. TAE NAAM „Heimen" zou straks geheel -L' uit de toon vallen tussen al die nieuwe zelf gekozen namen die vandaag aan de orde waren. Neen, het ging echt niet. Zij zou haar kind behoeden voor de plage rijen die ongetwijfeld zijn deel zouden worden. Energiek greep ze het boek weer op maar de voortgaande duisternis belette haar verder te speuren. Ze draaide de schakelaar om en weldra had ze overvloe dig licht. Ijverig bladerde zij verder maar tot een keus kwam ze niet. Er waren er heel wat bij die haar verrukkelijk in de oren klon ken en reeds had ze een selectie gemaakt. Maar wat baatte haar ijver zolang ze haar man niet aan haar zijde wist? Ze herinnerde zich haar moeder die der gelijke meningsverschillen wel eens had voorspeld. „Jullie komt nu eenmaal uit verschillend milieu, kind", had ze vaak gezegd en dit feit zal zich vroeg of laat wel laten gel- Marjolijn temperde het licht en ging toen voor het raam staan. Dat was haar geliefkoosde plaats zo tegen de tijd dat haar man zou thuiskomen. Door haar hoofd dwarrelden de vele en velerlei namen. Zij betwistten elkaar de voorsprong. Eén naam deed aan deze wed ren niet mee omdat hij reeds bij voorbaat terzijde was geschoven. De naam „Heimen". EEN telegram voor Heimen Rakhorst, Oude Aafke schrok er niet van want het was afgesproken, dat zodra er iets bij zonders bij haar kinderen gebeuren ging, de snelste berichtgeving tebaat genomen zou worden. Herhaaldelijk was ze gisteren en vanmorgen het gele straatje afgelo pen om te zien of de bode nog niet in aantocht was. Nu kwam hij toch nog onverwacht. Plot seling zag ze hem door het hofje komen. Zijn gezicht stond ernstig onder de glim mende pet. Een telegram bevatte niet altijd goed nieuws, wist de bode uit ervaring. Vlug droogde Aafke de natte vingers aan haar schort en slofte toen naar de buitendeur. Met een medelijdende blik overhandigde de bode het epistel aan het vrouwtje. Ze gunde zich geen tijd er mee naar binnen te gaan en de sluiting met het broodmes open te maken. Onder de ogen van de bode trok ze het papier bijna aan flarden. Haar gezicht werd een en al lach. Ze kon haar ogen niet van het geschrevene afhouden. Daar stond het immers zwart op wit. Het vodje papier dat ze in haar van blijd schap bevende vingers hield bevatte de vervulling van Hcimens wens. De bode verwijderde zich langzaam. „Het zit wel goed daar," dacht hij opge lucht. Aafke vergat de man te bedanken voor zijn moeite en ze liet de buitendeur wijd open staan. Ze schoof in haar rieten stoel tje en opnieuw spelde ze het telegram. ..Zoon geboren." prevelde ze voor de zo veelste maal. „Heimen," zong haar hart. Spiedend keek ze door het raampje. Daar ginds op het veld werkte Heimen. Ze kon hem maar vaag onderscheiden. Nu had hij een naamgenoot ginds in de stad. Hij moest het direct weten. Wat dom van haar om niet dadelijk naar hem toe te snellen. Over het smalle straatje liep ze het hofje uit. Ze botste bij na tegen de regenwaterton op. Terwijl ze voortliep, ging ze in gedachten alvast na of alles voor de reis geregeld was. Vandaag nog zouden ze naar de stad gaan. Haar kous zakte af maar ze merkte het niet eens. Er mocht geen tijd verloren gaan. Daarom hield ze haar hand boven de ogen en richtte ze haar blik in een rechte lijn op de gebogen gestalte in het „Heimen, Heimen, Heimuuuun", riep ze toen, zo hard ze kon. Haar stem sloeg over en het liep op een hoestbui uit. Maar haar roep vond weerklank. Heimen stiet de spa in de grond en wiste het zweet van zijn rode hoofd. Met onzekere tred vanwege het langdu rig gebukt staan liep hij op haar toe. Hij wist welke boodschap ze bracht. OP de grote blauwe steen, die slechts herinneringen opriep aan een roman tisch verleden en welks brede wand volge- krast was met hartjes en namen gingen ze Aafke had Heimens bril al meegebracht. „Hier Heimen, lees maar", zei ze toen en haar ogen glinsterden in de ijle lucht. Hij legde zijn pet naast zich neer en te vreden nam hij het stukje papier van Aaf ke over. Hij las het zelfde wat Aafke al tienmaal gelezen had. „Zoon geboren", 't Was kort maar de bijzonderheden zouden ze vanavond bij aankomst in de stad wel vernemen. Ze moesten maar dadelijk gaan. 't Was niet naast de deur en ze moes ten zich nog in hun zondagse kleren steken. De boel moest nog nagezien worden. Als een jonge kerel nam Heimen zijn vrouw bij de arm en zo gingen ze naar hun huisje dat eenzaam tussen twee oude bomen wachtte. „Wat is God goed", fluisterde Aafke. Heimen bromde wat terug en daarin lag een hartelijke instemming. „WAT is God goed'. Dat zeiden ook Jan "en Marjolijn op diezelfde dag. Be schaamd keken ze elkaar aan. Gisteren pas hadden ze die hevige woordenstrijd ge had en nu was het of met de entree van de baby de wereld op slag veranderd was. Marjolijn had er op gestaan dat hij de traditie van het dorp zou laten varen en zich zou aanpassen bij de naar haar me ning betere stadsgewoonten. Maar hij had nijdig geantwoord, dat hij daar niet aan dacht en alleen datgene wilde aanvaarden wat hij de moeite waard vond. Voor de eerste maal in hun huwelijk was een ruzie niet direct bijgelegd. En nu? „Wat is God goed, Jan," zei Marjolijn maar steeds. „En wat ben ik liefdeloos en ondankbaar". Het kind begon zacht te schreien. „Stil maar, troostte zij, laat je van je goede kant zien want ik geloof dat ik je opa op de trap hoor. „Hij moet trots kunnen zijn op zijii kleine Heimen". Ontroerd wendde Jan zijn ogen af. Kon een mens zo gelukkig zijn? MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 31. Zo, we zullen eerst die krokodil eens een beetje laten gapen", zegt Leo en hij duwt een stuk hout in de open gesperde muil van het vraatzuchtige monster. „We moeten wel een beetje opschieten", antwoordt Murr ongedul dig, „want onze goede vrienden kunnen niet ver meer zijn. Het lijkt wel of er niemand thuis is. Slapen doen ze ook niet, want anders zou je Zwijntje horen snurken." „Ik hoop maar dat de wilde dieren ze niet hebben overvallen", zegt 32. „Kijk eens, Murr, daar ligt een brief voor ons en ook een heerlijke por tie spaghetti. Hè, kijk nou eens, zie je wat ik zie. In die brief staat „Beste Murr en Leo. Wij zijn met meneer Haas zovoort. Je vindt ons wel. Het staat al- weggegaan. Eerst gaan we rechtuit, dan lerhaal op de kaart, die wij bij ons rechts, dan weer rechtuit, dan links en- hebben. Vriendelijke groten van Egel." 33. „We zullen maar direct vertrek ken en achter de jongens aangaan. Het eten nemen we mee natuurlijk". En wat later zijn ze onderweg. „Dat wordt (Vervolg) Johannes sprong onmid- iellijk op, gespte zich het zwaard om, stak zijn fluit in de zak en riep: „Dat is een' werkje voor mij! Hoe ra, eindelijk zal ik dan een held worden." „Stel je niet zo aan", bromde zijn vader. „Wil je met een oud zwaard en een valse fluit een draak be vechten? Ik hoopte dat je wijzer zou zijn. Neem lie ver een scherpe bijl mee... daar zul je meer plezier van beleven." „Goed", zei Johannes, die groot respect had voor zijn vader. „Ik zal óók een bijl meenemen." Van zijn moeder kreeg hij bovendien een brood, een worst en duizend goe de raadgevingen en zo ver trok hij de volgende och tend om de draak te gaan' bestrijden en de prinses te verlossen. Na drie dagen reizen kwam Johannes in een woest gebergte. De men sen, die in de dalen woon den vertelden hem dat de draak zijn' hol had op de top van de hoogste berg. Wie goed keek kon de rook van zijn vurige adem bo ven de grauwe bergtop zien hangen. Aan de voet van de Dra- kenberg groeide een dicht, donker bos. Johannes zag, dat het goed en kostbaar hout was wat hier groeide en dat een prima houthak ker er veel geld zou kun nen verdienen. Maar hij be greep wel, dat niemand hier durfde wonen of wer ken ^uit angst voor de Hoe hoger hij klom, hoe kouder het werd. Nu be gon ook de avond te val len, de winterzon verdween achter de bergtoppen en de wind stak op. Johannes hui verde en begon wat hout klein te hakken om een vuurtje te stoken. „Morgenvroeg, als het weer licht wordt, zal ik de draak verslaan", dacht hij welgemoed, terwijl hij zijn handen warmde en zijn laatste broodkorst opknab belde. „Alleen vraag ik mij af, hoe? Zal ik mijn tover fluit bespelen en de draak zó lang laten dansen tot hij om genade smeekt? Of zal ik hem zijn zeven kop pen afslaan met mijn on overwinnelijke tover zwaard? Ik ben nieuwsgie rig of er in het hol van de draak ook schatten lig gen opgestapeld." Zo droomde hij bij zijn' kampvuurtje en hij be merkte nauwelijks dat het was gaan sneeuwen. Want het was nog altijd barre winter. De volgende morgen ont waakte Johannes en zag dat zijn vuurtje was uitge gaan. Hij was verstijfd van de koude en zat een halve meter onder de sneeuw. Snel groef hij zich uit, stampte met de voeten om den en begon de berg ver der te beklimmen. Plotse ling hield hij de adem in. Niet ver van hem vandaan, op het ondergesneeuwde bergpad zag Johannes een paar reusachtige voetspo ren zó groot dat een wagen er in had kunnen verzinken. Voetsporen van de draak!! Johannes slikte, slikte nog eens en raapte teen al zijn moed bijeen'. „Komaaneen held deinst niet terug voor een beetje gevaar", sprak hij tot zichzelf. „De prinses moet gered worden en ik wil de schoonzoon van de koning zijn. Daarvoor ben ik geboren, daartoe heeft mijn moeder mij opge- Hij stak de bijl tussen zijn gordel, nam zijn zwaard in de hand en be gon het pad met de voet sporen te volgen. Hoger en hoger slingerde zich de weg, tot Johannes bijna de top van de berg had be reikt. Al van verre hoorde hij de dreunende ademha ling van de draak en het gestamp van zijn twaalf machtige poten, met klau wen als hooivorken. Het hart zonk de jongen in de schoenen toen die gruwelij ke geluiden zijn oor be reikten, maar toch ging hij voorwaarts. (wordt vervolgd) een heerlijke wandeling", glundert Leo, we Zwijntje en de jongens niet al te die, zoals jullie weten, een echte zoete- gauw vinden. Eerst eten, en dan zoe- kauw is. „Straks eten we aardbeienjam ken". Murr zeult de zak voort. „Ga en andere lekkere dingen. Ik hoop, dat toch op de ezel", zegt Leo. Dag neven en nichten, Hoe maken jullie het allemaal? Deze week kreeg ik gelukkig weer opgewekte brieven en ook één van Riné Scigalsky uit Argentinië, onze verst wonende nicht. Ze heeft de brief 3 juli geschreven en vertelt daarin dat het sneeuwt en vriest. Het was tóen bij ons midden zomer. Ze zou best wel eens in Holland willen schaatsenrijden, schrijft ze. Ze heeft het wel eens op de film gezien, leuk hè? Verlangen jullie al naar sneeuw en ijs? Ik nog niet hoor! Er zijn heel wat neven en nichten, die de verkeerslessen toch nog wel i beetje beter mogen leren, want er waren maar weinig goede oplossingen. Hier komt één van de oplossingen op rijm: Onze Plm is geen heer in het moderne wegverkeer Onze Pim moet heel vlug met zjjn karretje naar links of 1 terug. Mattie enorm succes in Duitsland Pocketbooks sinds tien ja ren in Westduitsland in de han del zijn een succes gewor den. De „Börsenverein" van de Westduitse Boekhandel heeft een onderzoek laten instellen naar de ontwikkeling van de pocketbook-productie in de Bondsrepubliek tussen 1950 en 1957. In deze periode versche nen bij 19 uitgeverijen 1.280 ti tels in een gezamenlijke oplage van bijna 65 miljoen exempla ren. (Het aantal uitgeverijen is inmiddels tot 36 gestegen, het aantal titels tot 2.800). Dat was 2.4 procent van de totale bonds- republikcinse boekcn-productie. De gemiddelde prijs steeg in tussen van 1.50 tot 2.10 mark. De handelswaarde bedroeg 123.5 miljoen mark. Een 888 pocket books vielen onder literatuur, waarvan het aandeel echter van 94.4 tot 61.7 procent daalde. De ,,non-fiction" titels (volkenkun de, wetenschap, religie etc.) stegen van 5.6 tot 28.3 procent. De uitgeverij Rowohlt de ,,ro-ro-ro"-serie is tien jaren geleden begonnen met de uitgave naar Amerikaans en Engels voor beeld. Inmiddels bevat de pocket boekhandel rond 2.800 titels. In teressant is de vergelijking met het aantal titels voor schoolboe ken, dat 6.462 bedraagt en 6.3 procent uitmaakt van de totale bondsrepublikeinse boekenproduk- tie. Pocketbooks zijn geen concur renten voor het normale boek ge worden. Tot deze conclusie kwam H. F. Schulz, die in het boek „Het lot van het boek en de boek handel", het pocketbook op hart en nieren heeft onderzocht. Het „goede boek" in pocketformaat wordt er niet méér door gelezen. De 50-pfennig magazines en de prul-literatuur zijn door het poc ketbook in Westduitsland niet ver jaagd. Wel zijn zij zeer ingesla gen bij hogere scholieren, studen ten, de ontwikkelde burger (es), kunstenaars en toehoorders van volksuniversiteiten. Bijna alle uit geverijen hebben concessies ge daan aan het publiek. Onder de 2.800 pocketbook-titels zijn 650 (iets meer dan een-kwart) detec tiveverhalen. Opvallend is voorts, dat de pocketbooklezer zijn inte resse van de literatuur naar non- fiction heeft verlegd. Boeken zijn (ook) in Westduits land een dure liefhebberij. De pocketbooks hebben in dit opzicht heilzaam gewerkt. Zij zijn veel- gekochte geschenken geworden, die afzet van normale boeken niet schaden. De best-scller onder de Westduitse pocketbooks was als enige met een dergelijke op lage het „Dagboek van An ne Frank", waarvan er 653.000 werden verkocht. Zeven andere titels bereikten een oplage van meer dan 300.000, daaronder Pearl Bucks „Oostwind-West- wind", Vaszarys „Monpti", Wilders „De brug van San Luis Rey", MacDonalds „Het ei en ik" en Sagans „Bonjour Tris- tesse". Een 143 titels bereik ten een oplage van meer dan 100.000. Jennie v. d. Heuvel krijgt de hoofdprijs. De troostprijzen gaan i iBagchus, Lenie Coenradie en Saartje v. d. Heuvel. Hiep hiep hoera. Corrie Branderhost, Hans Grootendorst, Marijke Klerx, Johnny de Ridder, Wim Schenk en Adrie Storm allemaal héél hartelijk gefeliciteerd v Dercksen. Jij bent heerlijk uit geweest. Heb je nog mooie schelpen gevonden? Heb jij nog meer broertjes en zusjes Klaas de Dood? Wanneer ben jij precies geboren? Welke postzegels spaar jij Bas Drie- ce? Hoe heet jouw vriend? Heb jij ook nog broertjes en zusjes? Waar is de katjes- kelder Kees van Drongelen? Jij hebt wel genoten Kees! Ben jij niet verdwaald in het Mastbos? Hoe oud is Jantje nu Elly van Elderen? Mag je wel eens met hem wandelen? Hoe heet jouw vriendin? Vind je de schooltuin leuk, Onno Elzinga? Gaat het zwem men al beter? Wanneer moet jij examen doen? Hoe heet het leesboek Marieke i Heeft Krista verleden week woensdag niet gehuild? Mag je ze wel eens helpen? Har telijk welkom Margreet Groe- neveld. Grappig dat jij bij je vader in de klas zit. Heb jij blokfluitles? Schrijf je in vervolg wanneer je letter de beurt is, Margreet? Heb jij de brief zelf geschreven, Hans Grootendorst? Heb je vandaag erg genoten? Waren er veel kippen en konijnen? Heb jij donderdag veel ple zier gehad? Zou jij wel i Numansdorp willen wone Nellie Grootendorst? Hebben jullie al een nieuwe juffrouw op school gekregen? Wat ben jij verschrikkelijk wend Beppie v. d. Heuvel. Zijn de boeken allemaal mooi? Heb jij wel eens blokfluit gespeeld. Leer je het op school? Har telijk dank voor je gedichtje Jennie v. d. Heuvel. Een vol gende keer kom jij wel eens in aanmerking, als het tenminste goed is. Heerlijk zo'n mooi vest. Is je truitje al klaar? Hoe is het met je been? Welke kleur heeft jouw vest Saartje v. d. Heuvel? Harte lijk bedankt voor je gedicht. Schiet het overgooiertje al op? nichten. We gaan nu de brieven be antwoorden. Fijn, dat je fiets weer ge maakt is Mattie Bagchus. Jij hebt maar een heel aardige vader om zoveel eikels en kas tanjes voor je te gaan zoeken. Is het treintje al helemaal klaar? Dat is een hele tijd geleden, dat jij een brief tante Jos hebt gestuurd Greet- je Barendrecht. Wacht je weer zo lang? Hoe gaat het op school? Jij hebt heel mooi getekend Lenie Bergwerff. Wie stelt het voor? Is je broertje weer beter? Hebben jullie al bericht uit Zwitserland gekre gen? Zijn er ook vissen in hel aquarium? Hartelijk dank voor het mooie gedichtje Inge v. d. Blij. Alle gedichtjes kan ik natuurlijk niet in de krant zetten. Een volgende keer, als het tenminste goed is, ben jij weer eens aan de beurt. Wat is de kabouterkerk? Helen van Bochove, krijgt ik de vol gende keer een lange brief van jou? Kan dat eenzame poes je het wel wennen in z'n nieu we tehuis Arie Bode? Fijn, dat je nu weer beter bent. Jij bent wel erg verwend hoor. Wat zal jij knap worden Arie Boclhouwer. Waar was de tapijtententoonstelling? Naar welke films gaan jullie altijd kijken? Vind je handen arbeid leuk? Het is vandaag groot feest Jaap Boer. Moet je vandaag ook aardappels ra pen? Flink hoor, dat. je al zo veel geld hebt verdiend. Krijn Pietcr de Boer, heb jij nog meer broertjes en zusjes? Volgende keer krijg ik een lan ge brief? Jouw vorige brief niet was te laat Wim Boer. Leuk, dat jij een correspondentie vriend hebt. Volgende keer niet vergeten te schrijven, hoor! Wat heb jij al veel knikkers, Garrie Boonstra. Al lemaal verdiend met de kijk doos? Wat heb je erin ge maakt? Fijn, dat ik weer een brief van jou kreeg Ada Bos. Heb je veel schepen ge zien? Waar nowen jouw opa en oma? Jij hebt mooi postpapier Mag je al koken op de huishoudschool, Anneke Bos? Grappig zo'n kookmuts. Wat wil jij later worden? Heb jij de kaart niet ontvangen, Lea Brandwijk? Dan nog van har te gefeliciteerd hoor! Van jou kreeg ik geen briefje? Ga jij al lang op de zondagsschool, Ada Brandwijk? Ben je nu weer beter? Krijg je veel huis werk? Geweldig dat jullie gaan verhuizen Willemijn Brou wer. Leuk, dat jullie een eigen kamer krijgen. Is de Maria- hoeve een boerderij? Jij bent wel verschrikkelijk ver wend hoor Lenie Coenradie. Vind je de verkeerslessen leuk? Wanneer moet jij exa men doen? Jij hebt ook mooi getekend Willy Delle- man. Natuurlijk moet de meester ook streng zijn. Jullie zijn nooit ondeugend? Grappig die bloem. Jij hebt ook al zo mooi getekend met een mooie bloem er bij, Jenneke Cornet. Hoe kom je nu toch zo om van dat hek af te val len? Gelukkig, dat je nu weer beter bent Jij hebt al zin in schaatsenrijden? Ik nog niet Jammer dat jullie :ee konden, Aukje We hebben nu weer eens een heel ander soort kruiswoordpuzzel en helemaal niet moeilijk. Jullie zien allerlei lek kere vruchten rondom de hokjes afgebeeld. De vruchten moeten jullie dus in de hokjes invullen, maar zo, dat alles klopt met de in gevulde letter A. De oplossing "in zenden vóór dins dag 3 oktober. Hoe was de film en Dun, Jannie Hofstee? Heb je genoten van de goochelaar? Ga jij al lang op de jeugd club? Ik dacht dat jij mij vergeten was Jopie Huisman. Fijn, dat ik weer eens een arief van je kreeg. Leuk, dat Willie bij jou in de klas zit. Jammer van de poesjes. Fijn, dat je weer een brief schreef Rlné Scigalsky. Zijn de geschillen al bijgelegd op school? Gelukkig dat de ooe- ratie goed gelukt is. Heel veel groetjes ook van de neven en nichten hoor! Zo jongens en meisjes jullie hebben goed je best gedaan met schrijven deze week. Krijg ik nu weer zoveel brie ven van de namen met de let ters I t-m. R? Ik hoop wel. Veel groetjes en tot de volgende week. Tante Jos.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 24