ZOON GEBOREN
Hoe Johannes 'n held werd
POCKETBOOKS
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 1 OKTOBER I960
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
TOEN oude Heimen het piepende poortje achter zich had dicht geduwd,
bleef hij nog even staan luisteren naar het geruis van het water, dat
gestadig door de glinsterende loden pijp in de regenwaterton vloeide.
,,'k Zal straks de vergaderbak maar afsluiten", mompelde hij, „anders gaat
de ton nog overlopen en dan zouden Aafke's washok en het houten hofje
blank komen te staan".
"TER hij verder het hofje inliep stampte
hij de klei van zijn laarzen, trok ze
vervolgens van zijn voeten en zette ze ten
slotte om de hoek van het washok. Zijn
doorweekte pet hing hij aan de spijker.
't Was niks gedaan geweest op het land.
De hele dag had hij in het natte gras ge
kropen en terwijl hij anders zijn werk met
blijdschap verrichtte, waren vandaag de
uren maar traag voorbij gegaan.
Vanmorgen toen hij wegging had het al
geregend en het was blijven regenen zo
lang de dag duurde. Buiten voelde hij zich
beter thuis wanneer de groene weiden in
zomerse schoonheid lagen te pronken.
Verlangend liep hij op de achterdeur toe.
Hij hoefde de klink maar op te lichten en
hij stond in het portaaltje. Het gedempte
licht van de petroleumlamp drong door de
witte gordijntjes en daarachter zag hij een
donkere schaduw voortdurend bewegen.
Het was de hand van Aafke die in de
hoek bij de kachel zat te stoppen... Of..
Zou ze er al aan begonnen zijn?
Een brede glimlach overtrok plotseling
bet stroeve gelaat van de werkman, die
daar met de klink van ae deur in zijn
hand stond en die turend door het verlich
te raampje nog even in zijn eentje wilde
genieten van datgene wat zijn hart nu al
wekenlang vervulde.
Zijn Aafke stond ook voor niets.
Hoelang was het geleden sinds ze dat
werk voor het eerst en tevens voor het
laatst had gedaan? Oude Heimen hoefde
niet lang te rekenen. Dertig jaar was zijn
Dat is al lang geleden, oudje en 't is de
vraag of je op je ouwe dag zal lukken
wat je vroeger in jeugdige overmoed tot
een goed einde bracht. Maar enfin, dat
waren tenslotte vrouwenzaken.
Daarover kon hij zich onmogelijk het
hoofd breken. Dat was ook niet nodig.
Strakswanneer was het ook weer?
zouden Aafke en hij naar de stad gaan.
,,Nu niet langer dralen, Heimen," sprak
hij halfluid tot zichzelf. Kordaat trok hij
de achterdeur open en schoof het zolder-
laddertje, dat midden in het portaal stond
haastig opzij.
Van binnenuit werd de kamerdeur ge
opend en verbaasd stond oude Aafke te
genover hem.
,.Wel Heimen, ben jij d'r al? Warempel
't is al over zessen. De tijd was me hele
maal ontgaan, (k Ben de hele dag bezig
geweest met dat poppespul." Verontschuldi
gend wees ze naar de tafel die bezaaid
lag met allerlei breipatroontjes.
't Is allemaal zo nieuwerwets en ik kan
er haast niet uit wijs worden.
Ja ja, bromde Heimen met een brede
grijns, nu de jonge op komst is heb je de
oude Heimen niet meer nodig, hè? 'k Zal
Marjolijn schrijven dat ze hem vooral
feen Heimen noemen moet, dan heb jij je
ij je oude Heimen te houden, ging hij
kwasie boos verder.
Daarna liep hij naar de tafel en boog
zich over de dunne papiertjes. Voorzichtig
nam hij er een tussen zijn stroeve vingers
en hield het tegen het lamplicht. Van de
lijntjes en krasjes begreep hij niet veel.
Maar zijn ogen lachten.
Hij wist dat het Aafke wel zou lukken.
Hoofdschuddend stond Aafke achter hem,
de handen diep in de zij geplant. ,,Als een
mens ook oud wordt", dacht ze.
TVAAR stond nu haar flinke Heimen die
zijn leven lang zo hard gewerkt had
en met wie zij vooruit was gekomen, met
een verheerlijkt gezicht wat krasjes en
streepjes op een papiertje te bewonderen.
Zij rekenden allebei op een jongen.
Misschien nog meer dan hun zoon en
schoondochter daar ginds in de stad.
Jan was hun enige zoon en dus lag de
enige mogelijkheid tot voortzetting van het
geslacht Heimen Rakhorst bij hem.
Nog een paar weken zou het duren vol
gens zijn brief die vanmiddag gekomen
Langzaam droop het water uit Heimens
broekspijpen op het vloerkleed en Aafke
die anders zo zuinig en trots op het mooie
gebloemde tapijt was besloot er ditmaal
niets van te zeggen.
Er was immers zoveel moois vandaag?
Van haar man gingen haar ogen naar de
foto van haar zoon aan de wand. Hij leek
Krecies op zijn vader maar in tegenstel-
ng tot deze hadden weer en wind weinig
invloed op zijn uiterlijk gehad.
Hoe vurig Heimen er ook op gesteld was
dat zijn geslachtsnaam zou worden voort
gezet had hij er anderzijds nooit prijs op
gesteld dat zijn zoon Jan in zijn voetspo
ren zou treden en een werker op het land
zou worden.
De jongen kon goed leren en toen hij de
lagere school verliet waren zij en Heimen
reeds zo ver vooruit geboerd dat zij het
zonder de hulp van hun zoon konden stel
len. Hij mocht naar de middelbare school
in het naburige stadje.
Hij was enig kind gebleven en zijn meer
dan middelmatige intelligentie maakte hen
niet weinig trots. Maar later na zijn
schooltijd moesten zij de konsekwenties er
van aanvaarden.
Toen was het dorpje veel te eng gewor
den en zelfs het naburige stadje waar hij
de H.B.S. had bezocht bood geen mogelijk
heden tot verdere ontplooiing meer.
Het besluit wat ze toen moesten nemen
was geen aangelegenheid van Heimen en
haar alleen maar ook de jongen, die intus
sen achttien jaar was geworden, sprak een
hartig woordje mee en had zelfs een be
slissende stem in het kapittel.
Hij sollisiteerde met succes en uit drie
aangeboden betrekkingen koos hij de aan
trekkelijkste uit. Dat was al weer twaalf
jaar geleden.
En oude Aafke moest het dankbaar er
kennen, het waren lang niet de twaalf
slechtste jaren geweest. Hij liet een grote
leegte achter toen hij wegging maar al
lengs hadden zij zich aan ae nieuwe toe
stand gewend.
Toen hij acht jaar weg was kwam de
grote verandering. Op een pinksterfeest
bracht hij Marjolijntje mee. Een klein kit
tig ding met zwarte ogen en een even
zwarte haardos die handig samengeknoe-
deld onder een wit hoedje verborgen zat.
Even waren ze toen van hun stuk ge-
Ze was voor him begrippen zo modern.
Haar gewoonten waren zo heel anders dan
de hunne. Maar ze genoot van Heimens
bloementuin en in een oogwenk was ze de
achterdeur uitgesneld om bloemen te pluk
ken waarvan ze een grote ruiker maakte.
Voor de grap had ze ook haar, oude
Aafke. een bloem in het haar willen ste
ken. maar ze had het meisje lachend af
geweerd en gewezen op haar trouwportret
waarop de bloemen zich maar spaarzaam
Zij waren eenvoudige boerenmensen
moest Marjolijntje bedenken. Het leven op
het platteland was iets geheel nieuws voor
het stadse meisje. Parmantig hipte ze het
kamertje door en voor ieder voorwerp,
ieder schilderij hier in het ouderwetse
huis van Heimens grootvader had ze be
langstelling.
Een fotoalbum was er niet maar de por
tretten met hun brede bronzen omlijstin
gen die al jarenlang op dezelfde plaats
aan de wand hingen werden in de brede
besproken.
Door haar frisse belangstelling haalde
ze ongewild het verleden bij de oudjes bo
ven en het duuftie niet lang of ze beijver
den zich het meisje uitleg te geven. Ze
hadden schik in haar gekregen en toen ze
zondagsmorgens in de kerk alle psalmen
uit het hoofd meezong was het ijs volledig
gebroken.
Want juist dat was hun voornaamste
zorg geweest. O nee, ze wisten wel dat
hun zoon niet in zeven sloten tegelijk zou
lopen, maar hij was tenslotte hun enig
kind en tot aan zijn trouwdag met Marjo
lijn was hij min of meer het voorwerp van
hun onrust.
In tal van zaken liepen hun meningen
uiteen. Heimen en zij, geboren op en voor
het land, gebonden aan tradities, hebben
dikwijls het hoofd geschud over de nieu
wigheden waarmee ze door hun schoon
dochter werden geconfronteerd.
Maar al die dingen verbleekten i
ze dachten aan datgene waarin z
De liefde tot God en Zijn dienst.
Door
J. de Boer
TAIE NAAM kon nog heel wat narigheid
•L' berokkenen, dacht Marjolijn, maar het
was toch zaak om voet bij stuk te houden.
Haar schoonouders op het platteland re
kenden er vast op dat het een jongen zou
worden en de naam „Heimen" zou krij-
Ze beseften eenvoudig niet welk offer zij
bij de vervulling van die wens zou moeten
brengen.
Heimen was immers geen aanvaardbare
naam voor de stad? Het kind zou er later
op school vast en zeker mee geplaagd
worden.
Jammer dat Jan doof was voor haar ar
gumenten. Hij wilde de dorpstraditie hand
haven. „Geplaagd worden"? had hij giste
renavond verwonderd gevraagd. De Rak
horsten zijn van nature voor geen kleintje
vervaard. Zij waren altijd tot tegenweer
bereid waar dit in een eerlijke strijd ge
vraagd werd. Ik zelf zou geen echte Rak
horst zijn als ik nu al begon met zelfs
denkbeeldige hindernissen uit de weg te
ruimen. Als hij maar iets van het oude
boerengeslacht in zich heeft zal hij de
naam „Heimen" met trots dragen.
Daarmee had ze het voorlopig moeten
Lusteloos bladerde zij wat in een boek
dat ze laatst van haar vriendin had gekre
gen en waarin talloze namen met hun be
tekenis vermeld stonden. Ze had zo gaar
ne e<?n mooie zinvolle naam gekozen. Dat
was immers algemeen regel.
In de kerk bij het dopen was het te
merken. Ook in eigen kring was een ge
leidelijke distanciëring van de oude ge
woonten waar te nemen. Vanavond zou ze
het definitief met Jan uitpraten.
Het grote moment kwam steeds nader
bij en voor die tijd moest de naam van
het kind geregeld zijn. Het boek gleed van
haar schoot en daarmee de Harry's, de
Victors en de Charles.
Langzaam daalde de avond. Moe ge
speeld beklommen de buurkinderen de por-
tiektrappen. Het drong nauwelijks tot Mar
jolijn door.
Ze zag een oude man met een blij ge
zicht, werkend op het land. „Heimen" was
zijn naam. De vader van haar man, die
verwachtte dat haar kind naar hem ge
noemd zou worden.
En zijzij kon onmogelijk deze ver
wachting in vervulling doen gaan, omdat
de vreemde namen uit het boek haar meer
aantrokken en omdat ze bang was dat de
naam „Heimen" haar kind tot een last zou
worden.
TAE NAAM „Heimen" zou straks geheel
-L' uit de toon vallen tussen al die nieuwe
zelf gekozen namen die vandaag aan de
orde waren. Neen, het ging echt niet. Zij
zou haar kind behoeden voor de plage
rijen die ongetwijfeld zijn deel zouden
worden.
Energiek greep ze het boek weer op
maar de voortgaande duisternis belette
haar verder te speuren. Ze draaide de
schakelaar om en weldra had ze overvloe
dig licht.
Ijverig bladerde zij verder maar tot een
keus kwam ze niet. Er waren er heel wat
bij die haar verrukkelijk in de oren klon
ken en reeds had ze een selectie gemaakt.
Maar wat baatte haar ijver zolang ze
haar man niet aan haar zijde wist?
Ze herinnerde zich haar moeder die der
gelijke meningsverschillen wel eens had
voorspeld.
„Jullie komt nu eenmaal uit verschillend
milieu, kind", had ze vaak gezegd en dit
feit zal zich vroeg of laat wel laten gel-
Marjolijn temperde het licht en ging
toen voor het raam staan. Dat was haar
geliefkoosde plaats zo tegen de tijd dat
haar man zou thuiskomen.
Door haar hoofd dwarrelden de vele en
velerlei namen. Zij betwistten elkaar de
voorsprong. Eén naam deed aan deze wed
ren niet mee omdat hij reeds bij voorbaat
terzijde was geschoven.
De naam „Heimen".
EEN telegram voor Heimen Rakhorst,
Oude Aafke schrok er niet van want
het was afgesproken, dat zodra er iets bij
zonders bij haar kinderen gebeuren ging,
de snelste berichtgeving tebaat genomen
zou worden. Herhaaldelijk was ze gisteren
en vanmorgen het gele straatje afgelo
pen om te zien of de bode nog niet in
aantocht was.
Nu kwam hij toch nog onverwacht. Plot
seling zag ze hem door het hofje komen.
Zijn gezicht stond ernstig onder de glim
mende pet.
Een telegram bevatte niet altijd goed
nieuws, wist de bode uit ervaring.
Vlug droogde Aafke de natte vingers
aan haar schort en slofte toen naar de
buitendeur.
Met een medelijdende blik overhandigde
de bode het epistel aan het vrouwtje.
Ze gunde zich geen tijd er mee naar
binnen te gaan en de sluiting met het
broodmes open te maken. Onder de ogen
van de bode trok ze het papier bijna aan
flarden.
Haar gezicht werd een en al lach. Ze
kon haar ogen niet van het geschrevene
afhouden.
Daar stond het immers zwart op wit.
Het vodje papier dat ze in haar van blijd
schap bevende vingers hield bevatte de
vervulling van Hcimens wens.
De bode verwijderde zich langzaam.
„Het zit wel goed daar," dacht hij opge
lucht.
Aafke vergat de man te bedanken voor
zijn moeite en ze liet de buitendeur wijd
open staan. Ze schoof in haar rieten stoel
tje en opnieuw spelde ze het telegram.
..Zoon geboren." prevelde ze voor de zo
veelste maal. „Heimen," zong haar hart.
Spiedend keek ze door het raampje.
Daar ginds op het veld werkte Heimen.
Ze kon hem maar vaag onderscheiden.
Nu had hij een naamgenoot ginds in de
stad. Hij moest het direct weten.
Wat dom van haar om niet dadelijk
naar hem toe te snellen. Over het smalle
straatje liep ze het hofje uit. Ze botste bij
na tegen de regenwaterton op. Terwijl ze
voortliep, ging ze in gedachten alvast na
of alles voor de reis geregeld was.
Vandaag nog zouden ze naar de stad
gaan. Haar kous zakte af maar ze merkte
het niet eens. Er mocht geen tijd verloren
gaan. Daarom hield ze haar hand boven
de ogen en richtte ze haar blik in een
rechte lijn op de gebogen gestalte in het
„Heimen, Heimen, Heimuuuun", riep ze
toen, zo hard ze kon. Haar stem sloeg
over en het liep op een hoestbui uit. Maar
haar roep vond weerklank. Heimen stiet
de spa in de grond en wiste het zweet van
zijn rode hoofd.
Met onzekere tred vanwege het langdu
rig gebukt staan liep hij op haar toe. Hij
wist welke boodschap ze bracht.
OP de grote blauwe steen, die slechts
herinneringen opriep aan een roman
tisch verleden en welks brede wand volge-
krast was met hartjes en namen gingen ze
Aafke had Heimens bril al meegebracht.
„Hier Heimen, lees maar", zei ze toen en
haar ogen glinsterden in de ijle lucht.
Hij legde zijn pet naast zich neer en te
vreden nam hij het stukje papier van Aaf
ke over. Hij las het zelfde wat Aafke al
tienmaal gelezen had.
„Zoon geboren", 't Was kort maar de
bijzonderheden zouden ze vanavond bij
aankomst in de stad wel vernemen. Ze
moesten maar dadelijk gaan.
't Was niet naast de deur en ze moes
ten zich nog in hun zondagse kleren steken.
De boel moest nog nagezien worden.
Als een jonge kerel nam Heimen zijn
vrouw bij de arm en zo gingen ze naar
hun huisje dat eenzaam tussen twee oude
bomen wachtte.
„Wat is God goed", fluisterde Aafke.
Heimen bromde wat terug en daarin lag
een hartelijke instemming.
„WAT is God goed'. Dat zeiden ook Jan
"en Marjolijn op diezelfde dag. Be
schaamd keken ze elkaar aan. Gisteren
pas hadden ze die hevige woordenstrijd ge
had en nu was het of met de entree van
de baby de wereld op slag veranderd was.
Marjolijn had er op gestaan dat hij de
traditie van het dorp zou laten varen en
zich zou aanpassen bij de naar haar me
ning betere stadsgewoonten. Maar hij had
nijdig geantwoord, dat hij daar niet aan
dacht en alleen datgene wilde aanvaarden
wat hij de moeite waard vond.
Voor de eerste maal in hun huwelijk
was een ruzie niet direct bijgelegd.
En nu? „Wat is God goed, Jan," zei
Marjolijn maar steeds. „En wat ben ik
liefdeloos en ondankbaar".
Het kind begon zacht te schreien. „Stil
maar, troostte zij, laat je van je goede
kant zien want ik geloof dat ik je opa op
de trap hoor. „Hij moet trots kunnen zijn
op zijii kleine Heimen".
Ontroerd wendde Jan zijn ogen af.
Kon een mens zo gelukkig zijn?
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
31. Zo, we zullen eerst die krokodil
eens een beetje laten gapen", zegt Leo
en hij duwt een stuk hout in de open
gesperde muil van het vraatzuchtige
monster. „We moeten wel een beetje
opschieten", antwoordt Murr ongedul
dig, „want onze goede vrienden kunnen
niet ver meer zijn. Het lijkt wel of er
niemand thuis is. Slapen doen ze ook
niet, want anders zou je Zwijntje horen
snurken." „Ik hoop maar dat de wilde
dieren ze niet hebben overvallen", zegt
32. „Kijk eens, Murr, daar ligt een
brief voor ons en ook een heerlijke por
tie spaghetti. Hè, kijk nou eens, zie je
wat ik zie. In die brief staat „Beste
Murr en Leo. Wij zijn met meneer Haas zovoort. Je vindt ons wel. Het staat al-
weggegaan. Eerst gaan we rechtuit, dan lerhaal op de kaart, die wij bij ons
rechts, dan weer rechtuit, dan links en- hebben. Vriendelijke groten van Egel."
33. „We zullen maar direct vertrek
ken en achter de jongens aangaan. Het
eten nemen we mee natuurlijk". En
wat later zijn ze onderweg. „Dat wordt
(Vervolg)
Johannes sprong onmid-
iellijk op, gespte zich het
zwaard om, stak zijn fluit
in de zak en riep: „Dat is
een' werkje voor mij! Hoe
ra, eindelijk zal ik dan een
held worden."
„Stel je niet zo aan",
bromde zijn vader. „Wil je
met een oud zwaard en een
valse fluit een draak be
vechten? Ik hoopte dat je
wijzer zou zijn. Neem lie
ver een scherpe bijl mee...
daar zul je meer plezier
van beleven."
„Goed", zei Johannes,
die groot respect had voor
zijn vader. „Ik zal óók een
bijl meenemen."
Van zijn moeder kreeg
hij bovendien een brood,
een worst en duizend goe
de raadgevingen en zo ver
trok hij de volgende och
tend om de draak te gaan'
bestrijden en de prinses te
verlossen.
Na drie dagen reizen
kwam Johannes in een
woest gebergte. De men
sen, die in de dalen woon
den vertelden hem dat de
draak zijn' hol had op de
top van de hoogste berg.
Wie goed keek kon de rook
van zijn vurige adem bo
ven de grauwe bergtop zien
hangen.
Aan de voet van de Dra-
kenberg groeide een dicht,
donker bos. Johannes zag,
dat het goed en kostbaar
hout was wat hier groeide
en dat een prima houthak
ker er veel geld zou kun
nen verdienen. Maar hij be
greep wel, dat niemand
hier durfde wonen of wer
ken ^uit angst voor de
Hoe hoger hij klom, hoe
kouder het werd. Nu be
gon ook de avond te val
len, de winterzon verdween
achter de bergtoppen en de
wind stak op. Johannes hui
verde en begon wat hout
klein te hakken om een
vuurtje te stoken.
„Morgenvroeg, als het
weer licht wordt, zal ik de
draak verslaan", dacht hij
welgemoed, terwijl hij zijn
handen warmde en zijn
laatste broodkorst opknab
belde. „Alleen vraag ik mij
af, hoe? Zal ik mijn tover
fluit bespelen en de draak
zó lang laten dansen tot
hij om genade smeekt? Of
zal ik hem zijn zeven kop
pen afslaan met mijn on
overwinnelijke tover
zwaard? Ik ben nieuwsgie
rig of er in het hol van
de draak ook schatten lig
gen opgestapeld."
Zo droomde hij bij zijn'
kampvuurtje en hij be
merkte nauwelijks dat het
was gaan sneeuwen. Want
het was nog altijd barre
winter.
De volgende morgen ont
waakte Johannes en zag
dat zijn vuurtje was uitge
gaan. Hij was verstijfd van
de koude en zat een halve
meter onder de sneeuw.
Snel groef hij zich uit,
stampte met de voeten om
den en begon de berg ver
der te beklimmen. Plotse
ling hield hij de adem in.
Niet ver van hem vandaan,
op het ondergesneeuwde
bergpad zag Johannes een
paar reusachtige voetspo
ren zó groot dat een
wagen er in had kunnen
verzinken. Voetsporen van
de draak!!
Johannes slikte, slikte
nog eens en raapte teen al
zijn moed bijeen'.
„Komaaneen held
deinst niet terug voor een
beetje gevaar", sprak hij
tot zichzelf. „De prinses
moet gered worden en ik
wil de schoonzoon van de
koning zijn. Daarvoor ben
ik geboren, daartoe heeft
mijn moeder mij opge-
Hij stak de bijl tussen
zijn gordel, nam zijn
zwaard in de hand en be
gon het pad met de voet
sporen te volgen. Hoger en
hoger slingerde zich de
weg, tot Johannes bijna de
top van de berg had be
reikt. Al van verre hoorde
hij de dreunende ademha
ling van de draak en het
gestamp van zijn twaalf
machtige poten, met klau
wen als hooivorken. Het
hart zonk de jongen in de
schoenen toen die gruwelij
ke geluiden zijn oor be
reikten, maar toch ging hij
voorwaarts.
(wordt vervolgd)
een heerlijke wandeling", glundert Leo, we Zwijntje en de jongens niet al te
die, zoals jullie weten, een echte zoete- gauw vinden. Eerst eten, en dan zoe-
kauw is. „Straks eten we aardbeienjam ken". Murr zeult de zak voort. „Ga
en andere lekkere dingen. Ik hoop, dat toch op de ezel", zegt Leo.
Dag neven en nichten,
Hoe maken jullie het allemaal? Deze week kreeg ik gelukkig weer opgewekte
brieven en ook één van Riné Scigalsky uit Argentinië, onze verst wonende nicht.
Ze heeft de brief 3 juli geschreven en vertelt daarin dat het sneeuwt en vriest.
Het was tóen bij ons midden zomer. Ze zou best wel eens in Holland willen
schaatsenrijden, schrijft ze. Ze heeft het wel eens op de film gezien, leuk hè?
Verlangen jullie al naar sneeuw en ijs? Ik nog niet hoor!
Er zijn heel wat neven en nichten, die de verkeerslessen toch nog wel i
beetje beter mogen leren, want er waren maar weinig goede oplossingen.
Hier komt één van de oplossingen op rijm:
Onze Plm is geen heer
in het moderne wegverkeer
Onze Pim moet heel vlug
met zjjn karretje naar links of 1
terug.
Mattie
enorm succes in Duitsland
Pocketbooks sinds tien ja
ren in Westduitsland in de han
del zijn een succes gewor
den. De „Börsenverein" van de
Westduitse Boekhandel heeft
een onderzoek laten instellen
naar de ontwikkeling van de
pocketbook-productie in de
Bondsrepubliek tussen 1950 en
1957. In deze periode versche
nen bij 19 uitgeverijen 1.280 ti
tels in een gezamenlijke oplage
van bijna 65 miljoen exempla
ren. (Het aantal uitgeverijen is
inmiddels tot 36 gestegen, het
aantal titels tot 2.800). Dat was
2.4 procent van de totale bonds-
republikcinse boekcn-productie.
De gemiddelde prijs steeg in
tussen van 1.50 tot 2.10 mark.
De handelswaarde bedroeg 123.5
miljoen mark. Een 888 pocket
books vielen onder literatuur,
waarvan het aandeel echter van
94.4 tot 61.7 procent daalde. De
,,non-fiction" titels (volkenkun
de, wetenschap, religie etc.)
stegen van 5.6 tot 28.3 procent.
De uitgeverij Rowohlt de
,,ro-ro-ro"-serie is tien jaren
geleden begonnen met de uitgave
naar Amerikaans en Engels voor
beeld. Inmiddels bevat de pocket
boekhandel rond 2.800 titels. In
teressant is de vergelijking met
het aantal titels voor schoolboe
ken, dat 6.462 bedraagt en 6.3
procent uitmaakt van de totale
bondsrepublikeinse boekenproduk-
tie.
Pocketbooks zijn geen concur
renten voor het normale boek ge
worden. Tot deze conclusie kwam
H. F. Schulz, die in het boek
„Het lot van het boek en de boek
handel", het pocketbook op hart
en nieren heeft onderzocht. Het
„goede boek" in pocketformaat
wordt er niet méér door gelezen.
De 50-pfennig magazines en de
prul-literatuur zijn door het poc
ketbook in Westduitsland niet ver
jaagd. Wel zijn zij zeer ingesla
gen bij hogere scholieren, studen
ten, de ontwikkelde burger (es),
kunstenaars en toehoorders van
volksuniversiteiten. Bijna alle uit
geverijen hebben concessies ge
daan aan het publiek. Onder de
2.800 pocketbook-titels zijn 650
(iets meer dan een-kwart) detec
tiveverhalen. Opvallend is voorts,
dat de pocketbooklezer zijn inte
resse van de literatuur naar non-
fiction heeft verlegd.
Boeken zijn (ook) in Westduits
land een dure liefhebberij. De
pocketbooks hebben in dit opzicht
heilzaam gewerkt. Zij zijn veel-
gekochte geschenken geworden,
die afzet van normale boeken niet
schaden.
De best-scller onder de
Westduitse pocketbooks was
als enige met een dergelijke op
lage het „Dagboek van An
ne Frank", waarvan er 653.000
werden verkocht. Zeven andere
titels bereikten een oplage van
meer dan 300.000, daaronder
Pearl Bucks „Oostwind-West-
wind", Vaszarys „Monpti",
Wilders „De brug van San Luis
Rey", MacDonalds „Het ei en
ik" en Sagans „Bonjour Tris-
tesse". Een 143 titels bereik
ten een oplage van meer dan
100.000.
Jennie v. d. Heuvel krijgt de hoofdprijs. De troostprijzen gaan i
iBagchus, Lenie Coenradie en Saartje v. d. Heuvel.
Hiep hiep hoera.
Corrie Branderhost, Hans Grootendorst, Marijke Klerx, Johnny de Ridder, Wim
Schenk en Adrie Storm allemaal héél hartelijk gefeliciteerd v
Dercksen. Jij bent heerlijk uit
geweest. Heb je nog mooie
schelpen gevonden? Heb jij
nog meer broertjes en zusjes
Klaas de Dood? Wanneer ben
jij precies geboren? Welke
postzegels spaar jij Bas Drie-
ce? Hoe heet jouw vriend?
Heb jij ook nog broertjes en
zusjes? Waar is de katjes-
kelder Kees van Drongelen?
Jij hebt wel genoten Kees!
Ben jij niet verdwaald in het
Mastbos? Hoe oud is Jantje
nu Elly van Elderen? Mag je
wel eens met hem wandelen?
Hoe heet jouw vriendin?
Vind je de schooltuin leuk,
Onno Elzinga? Gaat het zwem
men al beter? Wanneer moet
jij examen doen? Hoe heet
het leesboek Marieke i
Heeft Krista verleden week
woensdag niet gehuild? Mag
je ze wel eens helpen? Har
telijk welkom Margreet Groe-
neveld. Grappig dat jij bij je
vader in de klas zit. Heb jij
blokfluitles? Schrijf je in
vervolg wanneer je letter
de beurt is, Margreet? Heb
jij de brief zelf geschreven,
Hans Grootendorst? Heb je
vandaag erg genoten? Waren
er veel kippen en konijnen?
Heb jij donderdag veel ple
zier gehad? Zou jij wel i
Numansdorp willen wone
Nellie Grootendorst? Hebben
jullie al een nieuwe juffrouw
op school gekregen? Wat
ben jij verschrikkelijk
wend Beppie v. d. Heuvel. Zijn
de boeken allemaal mooi? Heb
jij wel eens blokfluit gespeeld.
Leer je het op school? Har
telijk dank voor je gedichtje
Jennie v. d. Heuvel. Een vol
gende keer kom jij wel
eens in aanmerking, als het
tenminste goed is. Heerlijk
zo'n mooi vest. Is je truitje al
klaar? Hoe is het met je been?
Welke kleur heeft jouw vest
Saartje v. d. Heuvel? Harte
lijk bedankt voor je gedicht.
Schiet het overgooiertje al op?
nichten.
We gaan nu de brieven be
antwoorden.
Fijn, dat je fiets weer ge
maakt is Mattie Bagchus. Jij
hebt maar een heel aardige
vader om zoveel eikels en kas
tanjes voor je te gaan zoeken.
Is het treintje al helemaal
klaar? Dat is een hele tijd
geleden, dat jij een brief
tante Jos hebt gestuurd Greet-
je Barendrecht. Wacht je weer
zo lang? Hoe gaat het op
school? Jij hebt heel mooi
getekend Lenie Bergwerff. Wie
stelt het voor? Is je broertje
weer beter? Hebben jullie al
bericht uit Zwitserland gekre
gen? Zijn er ook vissen in hel
aquarium? Hartelijk dank
voor het mooie gedichtje Inge
v. d. Blij. Alle gedichtjes kan
ik natuurlijk niet in de krant
zetten. Een volgende keer, als
het tenminste goed is, ben jij
weer eens aan de beurt. Wat
is de kabouterkerk? Helen
van Bochove, krijgt ik de vol
gende keer een lange brief van
jou? Kan dat eenzame poes
je het wel wennen in z'n nieu
we tehuis Arie Bode? Fijn,
dat je nu weer beter bent. Jij
bent wel erg verwend hoor.
Wat zal jij knap worden
Arie Boclhouwer. Waar was
de tapijtententoonstelling?
Naar welke films gaan jullie
altijd kijken? Vind je handen
arbeid leuk? Het is vandaag
groot feest Jaap Boer. Moet
je vandaag ook aardappels ra
pen? Flink hoor, dat. je al zo
veel geld hebt verdiend.
Krijn Pietcr de Boer, heb jij
nog meer broertjes en zusjes?
Volgende keer krijg ik een lan
ge brief? Jouw vorige brief niet
was te laat Wim Boer. Leuk,
dat jij een correspondentie
vriend hebt. Volgende keer
niet vergeten te schrijven,
hoor! Wat heb jij al veel
knikkers, Garrie Boonstra. Al
lemaal verdiend met de kijk
doos? Wat heb je erin ge
maakt? Fijn, dat ik weer
een brief van jou kreeg Ada
Bos. Heb je veel schepen ge
zien? Waar nowen jouw opa en
oma? Jij hebt mooi postpapier
Mag je al koken op de
huishoudschool, Anneke Bos?
Grappig zo'n kookmuts. Wat
wil jij later worden? Heb jij
de kaart niet ontvangen, Lea
Brandwijk? Dan nog van har
te gefeliciteerd hoor! Van jou
kreeg ik geen briefje? Ga
jij al lang op de zondagsschool,
Ada Brandwijk? Ben je nu
weer beter? Krijg je veel huis
werk? Geweldig dat jullie
gaan verhuizen Willemijn Brou
wer. Leuk, dat jullie een eigen
kamer krijgen. Is de Maria-
hoeve een boerderij? Jij
bent wel verschrikkelijk ver
wend hoor Lenie Coenradie.
Vind je de verkeerslessen
leuk? Wanneer moet jij exa
men doen? Jij hebt ook
mooi getekend Willy Delle-
man. Natuurlijk moet de
meester ook streng zijn. Jullie
zijn nooit ondeugend? Grappig
die bloem. Jij hebt ook al
zo mooi getekend met een
mooie bloem er bij, Jenneke
Cornet. Hoe kom je nu toch
zo om van dat hek af te val
len? Gelukkig, dat je nu weer
beter bent Jij hebt al zin in
schaatsenrijden? Ik nog niet
Jammer dat jullie
:ee konden, Aukje
We hebben nu
weer eens een
heel ander soort
kruiswoordpuzzel
en helemaal niet
moeilijk. Jullie
zien allerlei lek
kere vruchten
rondom de hokjes
afgebeeld. De
vruchten moeten
jullie dus in de
hokjes invullen,
maar zo, dat alles
klopt met de in
gevulde letter A.
De oplossing "in
zenden vóór dins
dag 3 oktober.
Hoe was de film
en Dun, Jannie Hofstee? Heb
je genoten van de goochelaar?
Ga jij al lang op de jeugd
club? Ik dacht dat jij mij
vergeten was Jopie Huisman.
Fijn, dat ik weer eens een
arief van je kreeg. Leuk, dat
Willie bij jou in de klas zit.
Jammer van de poesjes.
Fijn, dat je weer een brief
schreef Rlné Scigalsky. Zijn de
geschillen al bijgelegd op
school? Gelukkig dat de ooe-
ratie goed gelukt is. Heel veel
groetjes ook van de neven en
nichten hoor!
Zo jongens en meisjes jullie
hebben goed je best gedaan
met schrijven deze week.
Krijg ik nu weer zoveel brie
ven van de namen met de let
ters I t-m. R? Ik hoop
wel. Veel groetjes en tot de
volgende week.
Tante Jos.