Ruimtelijk beleid is op
spreiding gericht
In belang van nesten
en overig Nederland
Lreen verbodsbepalingen voor
In 1980 tvaarschijnlijk
14 miljoen imvoners
Isolement ten einde
„Uitstraling" van Randstad
naar nieuwe centra
de zee in het voorjaar
worden gesloten.
Probleemgebieden
vragen miljoenen
(Van een jnzer redacteuren)
Indien alle premietoezeggingen en
verzoeken voor vestiging van nieu
we dan wel uitbreiding van be
staande bedrijven in de vierenveer
tig aangewezen ontwikkelingsker
nen worden gehonoreerd, dan kun
nen in totaal 16.580 nieuwe arbeids
plaatsen worden gecreëerd. Zij heb
ben betrekking op 267 aanvragen
en de stand is gegeven per 1 au
gustus jl. Van die 2C7 aanvragen
betreffen e 106 (met 10.573 ar
beidsplaatsen) nieuwe bedrijven;
de rest 161 met 6007 arbeids
plaatsen heeft betrekking op
uitbreiding van bestaande onderne
mingen. Verreweg de meeste aan
vragen zijn bestemd voor de drie
noordelijke provincies en Noord-Bra
bant. Zoals bekend krijgen de on
dernemers, die zich in de ontwik
kelingskernen willen vesMgcn, niet
alleen een premie per vierkante
meter nuttige vloeroppervlakte,
maar ook de helft van de grond
prijs vergoed.
Voor 1961 is 20 miljoen ingevolge de
premie- en prijsreductieregeling
uitgetrokken. Voor de periode 1960-
1964 is 130 miljoen begroot voor uit
voering van werken ter verbetering
van de z.g. infrastructuur in de
probleemgebieden (wegen, kanalen
e.d.), terwijl 60 miljoen is geraamd
voor de versnelde of vervroegde uit
voering van rijkswaterstaatswerken
in deze streken. Projecten op het
gebied van toerisme en recreatie
vragen dit en het volgend jaar 3,5
miljoen.
Ook voor de z.g. maatschappelijke
begeleiding van de industrialisatie
in de probleemgebieden worden gel
den beschikbaar gesteld. Er Is
voor 1960-'63 een bedrag van 13 mil
joen uitgetrokken voor maatregelen
op sociaal, sociaal-hygiënisch en
cultureel gebied. Daarbij vraagt de
afronding van het maatschappelijk
beleid in de oude ontwikkelingsge
bieden in genoemde periode nog
eens 7 miljoen.
Om de emeenten In de probleemge
bieden in staat te stellen haar ex
tra-uitgaven te bekostigen krijgen
zij uit het gemeentefonds volgend
Jaar ",5 miljoen. De migratierege
ling (verhuizing van arbeiders e.d.)
vraagt een half liljoen aan subsi
die in 1961, gerwljl voor de z.g.
trainingstoeslagregeling 1,2 mil
joen is geraamd.
(Van een onzer redacteuren) in alle delen van ons land. Een dergelijke politiek
moet het karakter dragen van een spreidingsbeleid,
DE regering ziet haar beleid met betrekking niet slechts in het belang van de Randstad Hol-
tot de ruimtelijke ontwikkeling van Neder- land als de zich vormende Nederlandse metropool,
land als een nationaal geheel, gericht op het maar ook in dat van de andere gebieden, „overig
bevorderen van een optimaal leef- en werkmilieu Nederland" dus.
0 11 1 wenselijkheden. Vooral kan hierbij ge-
objecten als Zuiderzeewerken en Del-
taplan en aan werken tot verbetering
O 1 1 van de-zg. infrastructuur (wegen, ka-
VfiSTlOIÏl** 1UI li «1T1 (l St rlfl ruilen, scholen e.d.). Ook het karak-
r 1 h O ter van het woningbeleid speelt hier
bij een rol: met name dient de wo
ningvoorziening naar kwaliteit en
kwantiteit mede te worden afgestemd
op de gewenste ruimtelijke ontwikke-
Prcmies
Tot de specifieke maatregelen, die
als punt vier op het regeringspro
gramma staan, behoort de al enige
tijd met succes werkende premie- en
prijsreductieregeling voor de industria
lisatie in de probleemgebieden. Mede
ter bevordering daarvan noemt de re
gering de extra inspanningen met het
oog op de versnelde of vervroegde uit
voering van rijkswaterstaatswerken. On
der dit hoofdstuk vallen ook de bijdra
gen aan lagere overheidsorganen voor
de verbetering van de infrastructuur en
voor projecten op het gebied van toe
risme en recreatie, alsmede bijdragen
voor sociale, culturele en recreatieve
voorzieningen, waarvan ook particuliere
instellingen kunnen profiteren. Facilitei
ten bij migratie en scholing van nieu
we arbeidskrachten in de probleemge
bieden en de bevordering van een goe
de maatschappelijke en culturele op
bouw completeren dit lijstje.
Toetsen
In de vijfde plaats zal de regering
de reeds van toepassing zijnde maat
regelen toetsen aan de samenvattende
ontwikkelingsplannen,
CJP DRIE hoofdpunten zal het regeringsbeleid moeten zijn gericht
namelijk:
Verdere ontwikkeling van de Randstad Holland voor de specifieke
taak van dat gebied.
9 Stimulering van de zg. probleemgebieden.
Bevordering van een grotere bevolkingsopname in de overige ge
bieden buiten de Randstad.
Een spreidingsbeleid dus, dat ge
voerd moet worden met gebruikma
king van stimulerende maatregelenen
van maatregelen met een selectief ka
rakter, de laatste vooral noodzakelijk
in het westen, waar de concentraties
groot zijn. Beide soorten van maat
regelen zullen een positief karakter
dienen te hebben zij zullen elkaar
moeten aanvullen en wederkerig steu
nen: verbodsbepalingen voor het wes
ten liggen niet jn het voornemen.
Zaak van aUen
Deze twee wat vreemde tekeningen hebben een nadere verklaring nodig.
Wij gaan er om te beginnen van uit, dat de Nederlandse bevolking in de
periode 19501980 met 3,8 miljoen zielen zal groeien tot rond 14' miljoen.
De vraag is nu: hoe zal dit meerdere aantal over Nederland worden „gespreid"?
Als er geen bepaalde maatregelen worden genomen, moet erop worden gerekend,
dat het Westen in 1980 een inwonertal van 6,8 miljoen zal hebben, dat is 1,9
miljoen meer dan in 1950. Die 1,9 miljoen bestaat dan uit een natuurlijke
aanwas (geboorten minus sterfgevallen) van 1,5 miljoen en een vestigingsover
schot vanuit andere landsdelen van 0,4 miljoen.
Als men nu een duidelijke decen-
tralisatiepolitick wil voeren, dan zal
men om te beginnen als uitgangs
punt willen nemen een evenwichtige
migratiebalans tussen het Westen en
overig Nederland. Dat wil dus zeg
gen: men neme voor dat overig Ne
derland zodanige maatregelen, dat er
geen 6prake meer is van een vesti
gingsoverschot in het Westen. Dat
betekent dan tegelijk, dat die 0,4
miljoen moeten worden afgetrokken
van de 1,9 miljoen voor het Westen
en moeten worden bijgeteld bü de
1,9 miljoen voor overig Nederland,
zodat bet 1,5 en 2,3 miljoen wordt.
Ruimtelijke ordening, zo meent de re
gering, kan in onze vrije samenleving
zich alleen op bevredigende wijze vol
trekken, als er een voortdurende wis
selwerking is tussen activiteiten van
de overheid en spontane maatschap
pelijke krachten. Als haar specifieke
taak ziet de overheid:
Het aangeven van gewenste
algemene lijnen voor de ont
wikkeling van het land.
g Het helpen scheppen van gun
stige voorwaarden voor de
gewenste ontwikkeling door de
uitvoering van overheidswerken,
vestigingskeuze voor openbare
diensten, onderwijs- en andere
overheidsinstellingen, maatrege
len op cultureel en sociaal ge
bied.
Q Het treffen van daarop ge
richte specifieke maatrege
len.
J) Waar nodig en mogelijk het
neerleggen van de verwach
te en gewenste ontwikkelingen in
streek- en uitbreidingsplannen,
dit mede als waarborg voor de
rechten van de burgers,
Speciale wet
In een zevental punten vat de rege
ring haar programma samen. In de
eerste plaats streeft zij naar een spoe
dige totstandkoming van een wet op de
ruimtelijke ordening. Vervolgens dient
een goede coördinatie op rijksniveau te
bestaan. Wat dit betreft zal de rege
ring door een geregelde inschakeling
van de Raad voor de Ruimtelijke Or
dening (waarin de meest belanghebben
de ministers uit het kabinet zitting heb
ben) streven naar een grotere samen
hang en duidelijke gerichtheid van haar
planologisch beleid en van de voorbe
reiding daarvan in ambtelijke commis-
Grote objecten
Het scheppen van gunstige voor
waarden is het derde programmapunt.
Als beslist moet worden over de op
zet, de bepaling van prioriteit en de
uitvoering van werken, waarmee rijks-
gelden zijn gemoeid, zal nauwkeu
rig worden gelet op de ruimtelijke
Doelmatig bodem-
gebruik strikt
noodzakelijk
(Van een onzer redacteuren)
ZEER waarschijnlijk zal de be
volking van ons land in het
jaar 1980 veertien miljoen zielen
Vaste Commissie van de Rijksdienst
voor het Nationa'e Plan na overleg
met de provinciale besturen een ge
coördineerd voorstel zal doen. Het
gaat hier om ro"-?o"a'e ontwll.kelings-
plannen, die worden opgesteld door de
provinciale besturen buiten de drie
westelijke provincies.
Taakverdeling
Een goed samenspel met de lagere or
ganen moet van bijzonder grote bete
kenis worden geacht. De regering
zal wat dit betreft de vaststelling dan
wel herziening bevorderen van streek-
en uitbreidingsplannen, waarin de op
rijksniveau getrokken hoofdlijnen wor
den uitgewerkt. Onder meer zal daarbij
worden gelet op een goede taakverde
ling tussen streken en gemeenten on
derling, zodat een juiste concentratie
kan worden bereikt.
In dit verband zal ook worden ge
streefd in overleg met de provin
ciale besturen naar een vooruit
ziende grondpolitiek, ook door de ge
meenten in de probleemgebieden, en
naar een uitgiftebeleid van grond in
de Randstad Holland, dat afgestemd
is op de noodzakelijke selectie van de
vele activiteiten, die zich daar zouden
kunnen ontplooien.
Gemeenten
Op bestuurlijk gebied zullen, waar no
dig, te kleine gemeenten worden opge
heven of samengevoegd. Ook zal tijdig
gebiedsverruiming worden bevorderd
van middelgrote gemeenten, die met
moeilijkheden te kampen hebben door
gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden.
Voor de grootste agglomeraties zullen
wetsontwerpen worden ingediend tot het
scheppen van bijzondere bestuurlijke
oplossingen (men denke aan de Haag
se en de Rotterdamse agglomeratie).
Programmapunt nummer zeven ten
slotte is de mededeling, dat de re
gering ertoe wil bijdragen, dat de
publieke belangstelling voor de
vraagstukken van nationale ruimte
lijke ordening wordt gestimuleerd en
dat er een vruchtbare wisselwerking
ontstaat tussen de gedachtenvor-
ming bij de overheid en in de maat
schappij en haar verschillende orga
nen. Initiatieven vanuit het bedrijfs-
leven worden bijzonder gewaardeerd.
tellen. Maar de mogelijkheid be
staat, dat dit cijfer nog hoger zal
zijn. Bedroeg de bevolkingsdicht
heid per vierkante kilometer 340
in 1957, momenteel is dit cijfer al
352. En een verdere stijging ligt
in het verschiet: omstreeks 1980
zullen op één vierkante kilometer
365 Nederlanders wonen. Dit is
uiteraard een gemiddelde: regio
naal doen zich grote verschillen
voor de ongelijke verdeling
van de druk is ten slotte een van
de belangrijkste uitgangspunten
bij de overheidsbemoeiingen met
de ruimtelijke ontwikkeling.
Afstemming
Dat die bevolkingsdruk ongelijk is
moge al blijken uit het feit, dat er
momenteel in het Westen 801 mensen
op één vlerkante kilometer wonen en
in de Randstad Holland zelfs 2496!
In dat Westen woont bij a de helft
der totale bevolking en in de Rand
stad 36 procent. Gaat de ontwikkeling
op dezelfde voet voort, dan zullen in
1980 in de Randstad 3290 mensen op
een km2 wonen!
Dat deze hoge bevolkingsdichtheid
een zo doelmatig mogelijk gebruik van
onze bodem noodzakelijk maakt is lo
gisch. En eveneens dat het wil men
de meest gunstige ontwikkeling voor
het land als geheel verkrijgen voor
al aankomt op een zo goed mogelijke
afstemming van de gebruiksvormen
van die bodem. Waarbij wèl moet wor
den bedacht (de ervaringen van de
laatste vijftig jaar bewijzen het), dat
dit gebruik niet statisch is. Men denke
o.m. aan de noodzakelijke aanpassing
van het aanwezige areaal aan. nieuwe
eisen zoals b.v. de herinrichting van
grote delen van het platteland om een
optimaal rendement te kunnen opleve-
Men moet aannemen, dat het beeld
van de komende periode zal worden
beheerst door een voortgaande ver
stedelijking en in samenhang daar
mee door een verscherping van
het recreatievraagstuk.
Reactie
op
een motie
(Van een onzer redacteuren)
Op 11 december 195f heeft de
Tweede Kamer met algemene
stemmen een motie aangenomen
van de heer Andriessen c.s.,
waarin de regering werd uitge
nodigd een nota aan de Kamer
over te leggen, waardoor inzicht
in de problematiek van de ruim
telijke ordening zou kunnen
worden verkregen „en waaruit
tevens de beleidslijnen, welke
de regering bij het beoordelen
van deze problemen en de me
dewerking tot oplossing daar
van denkt te volgen, zouden
kunnen worden gekend".
Minister Van Aartsen heeft
thans aan het in deze motie
neergelegde verzoek voldaan. De
„Nota inzake de ruimtelijke or
dening in Nederland" is een
boekwerk van 136 bladzijden
geworden. Zij bevat hoofdstuk
ken over het ruimtelijke vraag
stuk, over de te verwachten be
volkingsgroei en -spreiding,
over de hoofdlijnen voor de ge
wenste ruimtelijke ontwikkeling
van ons land, en over het te
voeren beleid.
De aanbieding van de nota is
vertraagd door de regerings
wisselingen en door de afdoe
ning van de onmiddellijk ur
gente vraagstukken, waarvoor
het huidige kabinet zich na zijn
optreden zag gesteld. De voor
bereiding van de nota geschied
de door bemiddeling van de
Vaste Commissie van de Rijks
dienst voor het Nationale Plan.
Het stuk is daarna besproken
in de Raad voor de Ruimtelijke
Ordening uit de ministerraad.
Op de middag van 4 mei jl.
werd het sluitgat in de Zand-
kreekdam tussen Noord- en
Zuid-Beveland geblokkeerd. En
op zaterdag 1 oktober a.s. zal de
brede weg over de dam officieel
voor het verkeer worden openge
steld. Men mag dit rustig een his
torische dag noemen voor Zee
land: aan een eeuwenoud isole
ment van het eiland Noord-Beve
land zal voorgoed een eind zijn
gekomen. De nieuwe dam is in
een recordtijd afgewerkt! Toen
de dam werd gesloten leek het
erop, dat pas eind van dit jaar of
begin 1961 de auto's van en naar
Noord-Beveland zouden kunnen
rijden. Rijkswaterstaat en aan
nemers hebben er een eer in ge
steld op hun schema enkele maan
den in te lopen. Dat er in Zeeland
een feest van wordt gemaakt ligt
voor de hand: de Commissaris
der Koningin, jhr. mr. A. F. C.
de Casembroot, zal zaterdag a.s.
de weg „inwijden" en tegelijk die
dag de veerdienst tussen Kortge-
ne en Wolphaartsdijk buiten be
drijf stellen. Die is n.l. niet meer
De luchtfoto van Mastboom
Vliegbedrijf N.V. geeft een voor
treffelijk overzicht van de situatie
ter plaatse. Als een liniaal ligt
de nieuwe dam tussen de eilan
den, slechts onderbroken door de
sluiskolk, waarover de brug open
staat. Rechts op de foto de weg,
die zich naar de aanlegplaats van
de provinciale stoombootdiensten
naar Zierikzee slingert. Deze stei
ger zal over enkele maanden zijn
rol hebben vervuld: aan de oost
kust van Noord-Beveland is n.l.
een nieuwe aanlegsteiger in aan
bouw, vanwaar in de toekomst
de veerboten naar Schouwen-Dui-
veland zullen vertrekken. Dat
kan, omdat de bussen en auto's
over de nieuwe dam erheen kun
nen rijden. De reiziger zal dan
hooguit een half uur moeten va
ren tegen ruim een uur of nog
meer tegenwoordig.
Aan de nieuwe toegangsweg op
Zuid-Beveland wordt nog hard ge
werkt. Voor een deel is deze weg
gereed, maar het aansluitende
stuk in de buurt van Goes moet
nog volgen. In ieder geval zal het
vanaf zaterdag mogelijk zijn te
voet op Noord-Beveland te ko
men. Dan rest nog de dam door
het Veersegat, die tussen Wal
cheren en Noord-Beveland wordt
gelegd. Als alles goed gaat zal de-
gigantische afsluitdam vlak bij
1961
Begin is er
Uit de cijfers van 1950 tot en met
1959 blijkt, dat zich reeds een grote
re spreiding van bevolking begint te
voltrekken dan in het enkele jaren
geleden verschenen rapport over het
Westen des Lands werd veronder
steld. Het vertrek uit het Noorden
neemt af en in het Oosten is het ver
trek ongeveer in evenwicht met de
vestiging. In het Zuiden treden zelfs
vestigingsoverschotten op, maar het
Zuidwesten (Zeeland) heeft nog al
tijd een relatief groot vertrekover-
Het is mogelijk
Dit alles geeft steun aan de verwach
ting, dat een evenwichtiger verdeling
van bestaansbronnen en bevolking over
het land in de lijn van de mogelijkhe
den ligt. Opvallend is echter, dat de
werkelijke bevolkingsgroei in het Wes
ten, ondanks de geringere migratie,
tot nog toe nauwelijks lager komt dan
van ligt voornamelijk in de grotere na
tuurlijk aanwas die zich in geheel
Nederland voordoet en waardoor op
een bevolkingstoeneming met tenminste
een half miljoen méér moet worden
gerekend dan in het rapport over het
Westen des Lands tot 1980 werd ge
raamd.
Niet vanzelf
Conclusie van dit alles kan dus zijn,
dat al zijn er duidelijke decentrali
serende krachten werkzaam de ge
wenste aanpassing van de bevolkings
spreiding zich niet volledig vanzelf zal
voltrekken. Er zijn gebieden het
Noorden, Zeeland waar de moeilijk
heden niet zonder speciale maatrege
len kunnen worden overwonnen. En
daarom is een doelbewust van de cen
trale overheid zeer gewenst.
Ook aandacht voor
agrarische
gebieden
Jaarverslag K.N.V.B.
Aantal clubs steeg,
maar ook strafzaken
(Van onze sportredactie)
Het jaarverslag van de KNVB over
het hondsjaar 1959—1960 maakt melding
van een enorme stijging van het aantal
strafzaken. Speciaal in het district West
II nam het aantal ernstige vormen aan.
De stijging bedroeg hier in vergelijking
mt vorig jaar 114 of 38,9 pet. Inmiddels
heeft het bondsbestuur laten weten dat
strengere maatregelen zullen worden ge
nomen om het kwaad definitief de kop
ln te drukken. Spelers en clubbesturen
zijn dus gewaarschuwd.
Opvallend is ook de nieuwe stijging
van het aantal verenigingen. Er meldden
zich in het totaal 62 nieuwe clubs op het
bondsbureau aan. Daarbij waren 23 za
terdagclubs.
Het jaarverslag bevat voorts de ge
bruikelijke jaaroverzichten van compe
titieleiders en commissieleden. Een ding
is ons opgevallen in het overzicht betref
fende het Ned. zaterdagelftal. We mis
ten de keurige overwinning die het voor
lopig zaterdagelftal in maart op het Ned.
amateurelftal behaalde. Was dit niet de
moeite waard of was het beter het ama-
taurelftal deze blamage te onthouden?
Van een onzer redacteuren
TTET streven naar een even-
wichtige ontwikkeling van
Nederland als geheel, met een
zoveel mogelijk daarin betrekken
van de gebieden buiten de Rand
stad Holland, is de algemene lijn
in het regeringsbeleid. Daardoor
kan een vergroting van spannin
gen bij de verdere uitgroei van
de Randstad Holland worden
voorkomen. Tevens zal dit pro
ces leiden tot het opnemen van
grotere delen van het land in de
sfeer van de Randstad. De gren
zen tussen „het Westen" en „ove
rig Nederland" zullen daardoor
nog verder vervagen, al zullen'
er uiteraard aanmerkelijke ver
schillen blijven.
Drie soorten gebieden kunnen
den onderscheiden: die met sterke
concentratie en dreigende congestie,
die met geslaagde industrialisatie
en daarop gebaseerde stedelijke ont
wikkeling, en de in hoofdzaak nog
agrarische gebieden, waar de indus
trialisatie in bepaalde kernen haar
beslag nog moet krijgen.
Centrale functie
In dit geheel zal de Randstad
Holland een centrale functie vervul
len, die echter duidelijker zal kurn
nen worden gericht op de specifieke
taken van het westelijke landsdeel
naar gelang bepaalde taken door ge
bieden aan de periferie worden over
genomen. Wat dit betreft zou men
dus van „uitstraling" kunnen spre
ken, die zich langs de grote ver
keerswegen zal voortplanten in de
richting van de bestaande en nog te
vormen zwaartepunten van stedelij
ke ontwikkeling buiten het eigenlijke
Westen, zoals de Brabantse industrie
steden, de steden langs de Veluwc-
zoom en aan de IJssel, de Drentse
steden en die in de IJsselmeerpol-
ders (Lelystad) en ook in het Noor
den. In het Zuiden en Oosten valt
deze ontwikkeling in het spannings
veld tussen de Randstad, het Rijn-
Roergebied en de grote Belgisch-
Franse agglomeraties.
In de Randstad zelf is het beleid ge
richt op behoud van de historisch ge
groeide centra op de stedelijke ring
als blijvende apart gelegen zwaarte
punten, met gelijktijdig behoud van
agrarisch middengebied als cen
trale ruimte van groot formaat. Ver
der zullen de plannen voor de Rand
stad en die voor de inpolderingen in
IJsselmeer en Deltagebied op elkaar
moeten worden afgestemd.
Dat bij dit alles de agrarische gebie-
ïn in ons land niet mogen worden ver
geten spreekt vanzelf. Zij zullen ratio
neel ontwikkeld moeten worden, waar
bij grote aaneengesloten eenheden voor
al op de klei- en leemgronden behou
den dienen te worden. Ook de recrea-
de natuurbescherming verdienen
alle aandacht, alsmede de bescherming
bos-, heide- en duinterrein tegen
matige inbeslagneming voor perma
nente of tijdelijke bewoning.
Bulten tvonen
Een apart punt is ook de ontwikke
ling van doelmatig uitgekozen plaatsen
in de invloedsfeer van de grote ste
den voor het buiten wonen. De regering
wil voorts bereiken, dat zoveel moge
lijk alleen slechte landbouwgronden be
trokken worden bij de inrichting van
opslagruimten en ander militair ge
bruik, terwijl zij speciale aandacht zal
besteden aan de ligging van vliegvelden
met het oog op hinder van de bebou
wing in de omgeving.
En ten slotte zal zij haar bijzon
dere zorg geven aan de kwaliteit van
het water en aan de bescherming van
bestaande en nieuwe waterwinplaat-
sen tegen bacteriologische en chemi
sche verontreinigingen. Waar dat mo
gelijk is wil zij industriële afvalstof
fen via persleidingen naar zee afvoc-
beroemde genees
middelen in een
tablet doen won
deren!
tegen pijnen en
griep.