Op receptie |oto Nu kan iedereen flitsfoto's maken! HE C Hoe Johannes 'n held werd ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1960 KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE OP RECEPTIES, waar het onderscheid tussen heer en knecht achter zwarte pakken verborgen gaat, kijken de zwarte heren altijd autoritair: zij willen duidelijk maken dat zij geen kelners zijn. De kelners kennen dat trucje: zij kijken ook autoritair. En een tikje ver baasd tegelijk, alsof zij zich afvragen hoe dat blad met glazen wel in hun handen is geraakt. Een dergelijke situatie vereist tact. Zonder dat is het niet onmogelijk, dat je het gesprek met de dame, die alleen maar naar de receptie kwam om haar nieuwe hoed te laten bekijken, onder breekt om de jubilaris zelf te vragen of hij je even een borreltje wil brengen. De jubilaris gaat immers ook in het zwart gekleed. Denk niet, dat het overdreven is-, er zijn recepties waar juist de jubilaris, die toevallig een zachtaardig man is en niet weet hoe te weigeren, zich het vuur uit de krakende receptieschoenen loopt om de mensen, die alleen maar kwamen om op zijn kosten iets te gebruiken, van sherry en sigaren te voorzien. TV at komt allemaal voor, maar derge lijke dingen zie je pas als je wat receptieroutine krijgt. Voor mij was het de eerste ontvangst; ook het eerste bezoek aan het hotel, dat mij altijd had aange keken alsof het precies wist hoeveel er in mijn portemonnaie zat. Onzin natuurlijk, maar hotelgevels kijken zo, soms. Zoals ook een groep vreemde mensen zo kan kijken, terwijl zij geforceerd-nonchalant welopge voed staan te doen op een receptie tussen vorstelijke palmen, gordijnen in konink lijke kleuren, onder enorme lichtkronen be schaafd strijkje. Het gezelschap keek zo en ik zag mijn povere sportcostuum verkleuren in de scha duw van de rokcostuums en rafelig wor den in de glans van de cocktailjurken. Ik voelde mij een beetje, een beetje erg, op gelaten en wist zeker, dat iedereen een nieuw onderwerp had gevonden om de sle pende conversatie een nieuw ruggesteuntje te geven. TTvIT waj het moment om te bedanken voor de eer, rechtsomkeert te maken en terug te gaan naar het baantje dat mij ellen de keel uithing. Maar het meisje tegenover mij glimlachte bijzonder lief, stak mij een ballepuntpen toe en zei met een stemmetje, dat je je nog vele jaren herinnert: „Wilt u hier even tekenen?" Ik tekende en liet me dit nog vertellen: „Daar vindt u de jubilaris". Zij bleef vrien delijk; mijn glimmend-geperste sportcostuum kon haar kennelijk niets schelen en ge dwee liet ik mij in de juiste richting diri- IK was binnen. Ik kon niet meer terug, wilde ook niet terug, want ik was ge komen om iets te bereiken in de we reld. Liefst zonder ellebogenwerk; de elle bogen vormen mijn zwakste punt. En daarom elleboogde ik mij een nauwelijks met het blote oog waarneembaar paadje tussen de welgedane heren met kleine borreltjes en grote sigaren en massale stemmen en tus sen de showende dames met uitdagende jurken en gek-moderne hoeden en jaloerse blikken, op weg naar de jubilaris en op zoek naar Kareitje. Ik had het nog nooit zo bekeken, maar op dat moment werd het mij duidelijk; zonder Kareltje kon ik niets beginnen, hier en nergens niet. De hele wereld draaide om Kareltje, die mijn vriend is en iets heel belangrijks bij Fles sen N.V. bovendien. Hij had mij gezegd: ,De ouwe Van Dipten bij ons gaat met pen sioen en die baan is net iets voor jou. Ik heb er al met de directie over gesproken en het zit, geloof ik, wel snor. Kom op de af scheidsreceptie van Van Dipten, gedraag je een beetje fatsoenlijk, niet te opdringerig en niet meer dan twee borreltjes en zo, dan zorg ik dat jij in contact komt met onze directeur, de ouwe meneer Straalman". DAT had Kareltje, mijn vriend, gezegd. Ik had hem ontroerd de hand gedrukt en bedacht vervolgens met blijde verwon dering hoe rijk ik was met zulk een vriend. Tót ik oog in oog met de jubilaris stond. Toen dacht ik alleen nog: „Waar zit die Ka reltje toch?" De jubilaris keek mij keurend aan. „Jou ken ik niet", zag ik hem denken en hij stak mij de hand toe. Mijn hand ont moette de zijne, ik zei: „Hoe maakt u het pardon gefeliciteerd". Ik meen dat de etiquette-makers voor dergelijke gelegen heden een andere kreet voorschrijven, maar op dat moment kon ik er echt niet opkomen. De opgepoetste jubilaris Van Dipten vond dat kennelijk niet erj£ Om helemaal eerlijk te zijn: zijn antwoord verraste mij enigszins Hij zei: „Dat is het juiste woord, gefelici teerdheel juist ja, want het was een rot baan. Ik vraag me af hoe ik het hier vijf tig jaar he buitgehouden. Waar ken ik u WAT zeg je in zo'n geval? „Ik ben uw op volger, tenminste als de directie het goedvindt?" Nee, dat doe je niet. Je mompelt wat, bent even blij dat je er van af bent om je dan plotseling te realiseren dat je als sollicitant niet zo'n bijster beste beurt hebt gemaakt. „Henk, jongen, daar gaat die prachtkans", dacht ik en ik reikte naar de glazen, die, balancerend op een ervaren kelnershand, voorbij zweefden. Be grijpt u me alstublieft goed: ik drink zel den of nooit, maar op dat moment had ik echt behoefte aan een hartige slok. Op de meest knullige manier had ik een opgelegde H/flJN hand was niet de enige, die een prooi zocht. Op recepties zijn er al tijd vele handen boven dienbladen. Dat is heel normaal, aanvaardbaar zelfs. Al leen dat nauwelijks waarneembare duwtje, dat mijn schouder tegen het blad gaf. hoorde er beslist niet bij, Het blad ontsnapte gre tig aan de geroutineerde kelnershand en viel een forsgebouwde heer, in keurig zwart gekleed, in de rug aan. De jus d'orange deed het hem. Met de sherry en de port viel het nogal mee, de klinkklare jenever trou wens ook v/el, maar dat oranje vruchten sap is voor stomerijen van onschatbare waar. de. Het is in staat een stemmig costuum in een slag alle luister te ontnemen en de drager er van zonder voorbereiding tot het clowneske middelpunt van een receptie te maken. JET slachtoffer keek omik trok mij haastig terug. Hij reageerde een beetje traag het was hem waarschijnlijk nog nooit overkomen maar zijn woede was verschrikkelijk. Mocht u hem nog eens ontmoeten; u zult een heer zien met donker haar, grijzende slapen, een gelaat dat ge bruind en gegroefd is. Zo zien die captains of industry er altijd uit. Maar ik zag alleen maar een woedende stier, die zorgvuldig de torero zocht, die gewaagd had hem in de rug te spietsen. Het. werd de kelner. De arme man schrompelde duidelijk waarneembaar en hij was aanmerkelijk kleiner toen de jus d'orange-jas in zijn gezicht werd ge slingerd en hij werd meegesleurd, waar schijnlijk naar de keuken. Er he EEN ogenblik dacht ik dat hij mij op staande voet tussen de afwas zou de poneren. Hij gromde, wierp mij een duis tere blik toe, beheerste zich' en zei: ,,Nee". Het klonk een beetje voorzichtig; hij hield er kennelijk rekening mee, dat ik een klant van hem was. Dat liet ik hem onmiddellijk vergeten. Ik zei op de meest tyrdate manier zo denk ik er tenmin ste zelf over: ,,Weet dan, meneer de di recteur,' dat ik die troep over uw jas heb gesmeten en dat die kelner er niets, maar dan ook niets mee heeft te maken. Het maakte geen indruk. Het maakte mij alleen duidelijk dat mijn meest kor date manier nog niet kordaat genoeg is. De directeur overstelpte mij met een uit gelezen collectie verwensingen, die door een te onbeheerste ademhaling niet hele maal tot hun recht kwamen. Ik kan ze dus niet herhalen. Ik verstond alleen maar ,,Dit moet betaald worden". „Betaald", herhaalde ik, nogal dom. „Natuurlijk, be taald, wat dacht u dan!" zei hij weer en: „Dit pak moet gestoomd worden, dat kost geld". Ik sta er op dat u onmiddellijk de naam van uw firma geeft. U ziet dan de rekening wel...." lachen. Stel je eens voor: mijn baas die een rekening krijgt voor een stommiteit van één van zijn ondergeschikten. Dat be taalt hij nooit, dacht ik en ik zei: „Pro beert u het eens bij de firma Wilson, daar hebben ze een reclameactie. Ze stomen daar hele kostuums voor tweevijftig. Ik zag de koks, serveersters en bordenwas sers glimlachen en ik zag nog dat de kel ner mij een dankbare blik toewierp. Toen keerde ik mij om en liep terug naar het baantje dat mij ellen de keel uithing. IN DE vestibule van het hotel zag ik Ka reltje. Hij zag er geagiteerd uit en dat is bijzonder vreemd, want Kareltje is de kalmste man die u en ik ooit hebben ont moet en misschien zullen ontmoeten. Hij stormde op mij toe, vloerde een koninklij ke palm en sqhreeuwd'e: „Waar zit je nou toch. Je schijnt het niet zo belangrijk te vinden." „Dat kan ik jou ook wel vra gen", antwoordde ik, een beetje nijdig. „Ik loop daar anderhalf uur op die' re ceptie te banjeren, sla een belachelijk fi guur bij de jubilaris, krijg een hevige ru zie met de directeur, maar wie ik zie, geen Kareltje". Hij keek mij onderzoekend aan: „Jij bent anderhalf uur op de receptie.... waar ben je geweest?" Ik maakte een vaag ge baar in de richting van de zaal die ik zo juist had verlaten. Zijn hoofd draaide met mijn hand mee; er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Hij draaide zijn hoofd ver der door en knikte nadrukkelijk: „Daar, m'n beste Henk, daar in die zaal zit ju bilaris Van Dipten. Daar in die andere zaal. Kom mee. Misschien is nog niet al les verloren". En hij trok me mee. MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 28. Ze besluiten om de ezel te lenen maar op, dat je niet misselijk wordt," le boomstam boven een afgrond lopen, van de man en een poosje later trekt ons zegt Leo. „Kijk eens, ik kan ringetjes bla- weet hij Murr's sigaar om te draaien en tweetal verder de wildernis in. Murr be- zen," Murr is heel trots op deze presto- sluit dapper de grote sigaar op te steken, tie. Leo heeft al weer een nieuwe streek de arme hater steekt nu zonder dat mj die hij van de man heeft gekregen. „Pas in gedachten. Terwijl ze over een smal- er erg in heeft, het vuur in zijn mond. 29. Hij schrikt zo hevig, dat hij zijn evenwicht verliest en zich maar nauwe lijks aan de boomstam kan vastgrijpen. ,-,Help me toch, Leo, pak de ezel vast en hijs hem op de stam en dan houd ik de?" „Hoe kan dat nou, Leo, hier in het zijn staart goed vast." Leo is niet zo oerwoud. Vooruit schiet op, help me", snel. Hij lacht en zegt: „Wat krijg ik Maar Leo doet niets en Murr moet los- als ik je optrek. Tien glazen rode limona- laten. 30. „Hé, ik ben gelukkig niet erg diep beurde. „Zie je, wat ik zie", zegt hij, geef antwoord." Maar niemand antwoordt, gevallen." Murr staat op de grond, want „kijk daar eens. Daar ligt het luchtschip ze hadden juist de overkant van het ra- aan de overkant van dat riviertje. Ahoy, Wel homt een grote krokodil met open- vijn bereikt, toen dit nieuwe ongeluk ge- Egel, Ahoy ZwijntjeAhoy Benjamin, gesperde muil in hun richting drijven. brein binnendrong: Dat moet 'de directeur zelf zijn, die daar de kelner meesleurt, dacht ik. Mijn vermoeden werd door ner veus-samenscholende lieden met de meeste klem bevestigd. Ik ging er even bij zitten. Ik dacht: „Wat heeft Kareltje gezegd? Niet te opdringerig, niét meer dan twee bor reltjes en zo, en dan zorg ik dat jij in con tract komt met onze directeur!" Eii ik dacht ook: „Dat contact hebben we dus gehad. Henk, jongen, blijf kalm. Nu rustig opstaan en je waardig, doch onop vallend verwijderen". Ik stond op en be gon juist aan het hoofdstuk verwijderen, toen ik mij realiseerde, dat ik en niemand anders die kelner in een bijzonder onpret tig parket had gebracht. Dat heb ik wel; ik denk zo af en toe aan mijn mede-men- DE gerant van het hotel zei mij: „Wij stellen het natuurlijk zeer op prijs dat u bekent; dat komt vandaag de dag nog maar weinig voor. Maar als het niet te veel gevraagd is: loopt u even door naar de keuken, de kelner heeft het er nogal moeilijk mee. Hij zal u uiterst dankbaar zijn als u hem uit zijn benarde positie be vrijdt. Meneer, het was mij een genoe gen Dat zei de gerant en ik strompel de aarzelend keukenwaarts. want ik her innerde mij de woede van de heer met de grijze slapen en de jus d'orange op de rug nog maar al te goed. Die woede was meer dan een herinne ring; zij was nog steeds werkelijkheid. Koks, serveersters en bordenwassers groepten angstig bijeen en keken vol me dedogen naar een piepklein mannetje, dat bij nadere beschouwing de kelner bleek te zijn. Hij stond lusteloos een vochtig doekje over de besmette jas te wrijven en wierp af en toe een schuwe blik op de directeur, die met krachttermen de acti viteit van de kelner probeerde op te voe ren. De krachttermen waren van een peil, dat je je verwonderd afvroeg waar een directeur van een groot bedrijf ze wel ge hoord mocht hebben. Maar met directeu ren ben je daar nooit zeker van. Ineens kon het me allemaal niets meer schelen: Kareltje was ik vergeten, ik was bereid mijn leven lang dat baantje dat me qllen de keel uithing te houden, en ik wierp al mijn kansen öp de baan van Van Dipten met deze kreet voor de voeten van mijn (Vervolg) Met deze woorden gaf de oude man aan Johannes een gebarsten fluitje en zette zijn reis voort. De iongen stopte het fluitj. ging zijn opzoeken. De houthakker had juist een zeer dikke boom onderhanden. Hij was zó verdiept in zijn werk, dat hij niet zag hoe Johannes dichterbij kwam. Eindelijk ontdekte hij de zoon en riep boos: „Wat sta je daar nu? Vooruit, help mij een hand- Ie. Vóór de avond valt moet deze boom geveld zijn ®n van alle takken ont- Maar Johannes stak geen hand uit, hij dacht aan zijn toverfluit. Straks", zei hij kalm. Hij wierp zijn bijl op de grond, haalde de fluit uit zijn zak en begon erop te Nu had Johannes nog nooit eerder op een fluit gespeeld en het klonk dus verschrikkelijk vals. Woe dend wierp zijn vader zijn gereedschap weg, trok de fluit uit Johannes' vingers „Nu geen onzin meer. Je bent te groot geworden voor dat soort spelletjes. Vooruit, werken!" En of hij wilde of niet: Johannes, die toekomstige held, moest houthakken en takken zagen en zijn rug krom werken. Zijn vader, die nooit iets weggooide, omdat een arme man al les kan gebruiken, had het Later vond' Johannes het fluitje terug op de kast plank, waar zijn vader het had neergelegd. Maar hij oefende voortaan alleen als hij helemaal alleen in het Het was dat jaar een koude winter en het begon al vroeg te vriezen. Sloten en piassen werden met ijs overdekt. Op zekere dag besloot Johannes vroeg op het ijs hakken vangen. Hij nam een touw, een net en zijn bijl mee en toog op pad. Maar nauwe lijks was hij aan de oever van het meer gekomen of hij hoorde iemand roepen: .Help, help, ik verdrink!" Zonder bedenken rende Johannes het krakende ijs op en kwam al spoedig bij een wak, waarin een oude man met een grijze baard lag te spartelen. Johannes wierp de man het touw toe en trok hem op het droge. Toen hakte hij snel wat brandhout, stak een vuur tje aan, zodat de drenke ling zich kon drogen. „Bravo, jongen", zei de oude man. „Dit is al de tweede maal dat je mij het leven hebt gered. Hoe kan ik je danken?" „Heel eenvoudig", zei Johannes, die nog altijd dacht dat de oude man een tovenaar was. „Geef mij een zwaard, dat mij on overwinnelijk maakt." De oude man schudde het „Ik heb wel ard Je, het is roestig en bot. Als je het wilt hebben, kun je het krijgen. Toverkracht bezit het echter niet." Johannes geloofde daar niet veel van. Hij nam het oude, roestige zwaard aan en bekeek het nieuwsgie rig. Toen ging hij, zonder vis maar met een zwaard naar huis. Daar poetste hij de roest eraf en nu pas zag hij hoe oud en versle ten het ding was. „Nu ja", dacht hij, „het is bot en zit vol krassen en vlekken maar het is vast en zeker betoverd en ik zal er grote 'heldendaden mee verrichten." Later op de middag kwam zijn vader thuis met „Ik ben naar de stad ge weest om brandhout te ver kopen", vertelde de hout hakker. „En daar hoorde ik dat de enige dochter van onze koning door een draak is geroofd. De ko ning heeft bekend laten maken, dat degene, die de draak kan verslaan en de prinses verlossen haar tot vrouw mag hebben." (wordt vervolgd) Dag i i nichten. Hebben jullie verleden week nog heerlijk zullen hopen dat nu het weekend ook mooi w wat tekening bjj de brieven gekregen, wat ik natuurlijk erg leuk vind! Vergeten jullie niet je geboortedatum in de brief te schrijven? En natuurlijk ook niet vergeten je naam op de brief of envelop te schrijven. Dit keer hebben we een leuke plaat, vinden jullie niet? 'k Ben benieuwd naar de inzendingen en tante Jos kan dan meteen eens zien of jullie de verkeerslessen op school goed volgen. Dan komt nu de oplossing van de vorige week. Stok-Vis, Klok-Huls, Noten-Balk, Schoorsteen-Mantel, Voet-Spoor. De hoofdprijs krijgt Esdra van Wageningen. De troostprijzen gaan naar Ingrld Thierry en Willie Zaalberg. Hoe simpel de flitsfotogra- fie in wezen ook is, toch hebben nog duizenden men sen moeilijkheden met het maken van hun plaatjes. Zij vinden een „richtgetal" maar een moeilijk begrip en „flits- foto's geven altijd van die akelige zwarte schaduwen" zeggen zij. Voor alle boxbe- zitters, maar ook voor de mensen met een wat duur dere camera, is onlangs het (flits) ei van Columbus ge vonden. Voortaan kunt u flitsen naar hartelust en.... met de zekerheid, dat „elk schot een haas is", elke flitsfoto een goede foto. En ook de roetige schaduwen behoren voortaan tot het verleden. Flitsfoto's zullen voortaan zacht van gradatie zijn en ze zullen geen enkele storende scha duw hebben. Wat dat dan wel voor een wonderbaarlijke uitvinding is? Eigenlijk niets bijzonders, en u hoeft er ook geen kost bare accessoires voor te ko pen. De hele uitvinding be staat uit een simpel beugel- tje, dat u op uw toestel zet, op de plaats waar anders het flitsapparaat komt. Aan dit beugeltje is een camera schoentje zodanig gemon teerd, dat de reflector van uw flitsapparaat naar boven wijst, wanneer u de flitser op het beugeltje schuift. En wanneer u nu een film van 21 din (als u niet weet wat 21 din is, uw handelaar weet het zoveel te beter) in uw box stopt, kunt u naar hartelust flitsen zonder u iets aan te trekken van een richt getal of de grootte van de lensopening. Alles wat u moet weten: film van 21 din kopen, lamp je in de flitser, Vh meter af stand bewaren. De sluitersneiheid van de box is altijd eender, de be zitters van duurdere toestel len moeten 1 25 sek. aanhou- En nu maar flitsen, met het heerlijk-veilige gevoel, dat er niets meer mis kan Proeven hebben bewezen, dat het bij deze methode niet uitmaakt of de lensopening 8, 11, 16 of 22 bedraagt, om dat de belichtingsspeelruim te van de moderne zwart-wit films, er voor zorgt, dat er iri elk geval een negatief komt, waarvan een goede vergroting te maken valt. De enorme lichtopbrengst van de kleine flitslampjes en ie belichtingsspeelruimte van de moderne zwart-wit films, vormen het hele geheim van de nieuwe methode. Het is inderdaad het ei van Columbus en men vraagt zich af, waarom niemand eerder op dit idee is geko- Natuurlijk hebt u al begre pen, dat het trucje alleen bin nenshuis opgaat. Het licht van de naar boven gerichte flits moet door het plafond weerkaatst worden, waardoor u met indirect licht werkt. Buiten pleegt er nu eenmaal geen plafond te zijn en de flitslampjes geven wel véél licht, maar zoveel, dat het weerkaatst wordt door zon of Ook in hele donkere, ouder wetse kamers met een ge schilderd plafond kunt u be ter de oude methode toepas sen van de flits, die recht vooruit straalt. De nieuwe methode is bestemd voor normale huiskamers, halls e. d. met een licht plafond. Maar daar kunt u dan ook verzekerd zijn van feilloze kiekjes. Vooral voor foto's van kin deren is de nieuwe methode uitermate geschikt. Door het ontbreken van storende scha duwen worden uw foto's teer der en omdat het licht van boven komt, krijgt het haar een mooie glans, wimpers en wenkbrauwen krijgen meer reliëf en het huis meer door tekening. Probeert u het maar eens, u zult zien, dat uw foto's be langrijk aan kwaliteit hebben gewonnen...... Lang zal die leven.... Arie Boelhouwer, Jaap Boer. Els Bronsveld, Jopie Huisman, Micke Reeders, Gczientje Rceders, Leen Schellevis, Jan van Vliet en Joke Wiegcrs, al len hartelijk gefeliciteerd van de neven en nichten. Nu gaan we de brieven be antwoorden. Waarom heb ik van jou geen brief gekregen Leen Schellevis? Jij gaat tan te Jos toch niet in de steek laten? Dinsdag heb jij groot feest. Heel veel plezier hoor! Gelukkig dat jouw voet bij na beter is. Gerda Schellevis. Het is nu groot feest natuur lijk. Zijn het mooie vlaggen? Ga je nog wel eens naar het strand. Willie Schellevis? Wat heeft jullie broer jullie verwend. Fijn hoor! Kees Schljff doe jij er de volgende keer een lange brief bij? Hartelijk welkom Riedl Sloof! Schrijf jij de volgende keer precies wanneer je geboren bent? Jij ook Dlcky Sloof? Hartelijk welkom hoor! Leo Sloof, ook jij bent harte lijk welkom. Vergeet je niet de volgende keer je geboorte datum in de brief te schrij ven? Je kan zo'n tafelten- nisballetje los kopen Jannie v. d. Spek. Vind je het een leuk spelletje? Hoe gaat het op school? Jij hebt het wel erg naar je zin op de U.L.O. Ine ke Steenkas. Krijg je veel huiswerk? Gefeliciteerd met het behaalde diploma hoor! Is je beugeltas al klaar Cor- rie Steenks? Jij ook gefelici-; teerd hoor! Volgende keer hoop ik een lange brief van jullie te ontvangen, Plet en Sjaak Stok. In welke klas zit ten jullie nu? Adrle Streef kerk van jou krijg ik de vol gende keer toch ook een lange brief? 'k Wou dat ik ook zo hard kon lopen als dat jonge- op jouw postpapier, Truus- je Stout. Ik kwam jullie dan al lemaal eens opzoeken. Heb jij fijn van het mooie weer ge noten? In welke maand ben jij geboren en op welke dag Klaske Sybesma? Ga jij vaak in het bos wandelen? Is je overgooier en blouse al klaar Willy Tamerus? Wat moet jij op de handwerkles maken? Ga je ook wel eens logeren? Hartelijk bedankt voor je mooie tekening hoor! Heb je zondag een leuke dag gehad Ingrid Thierry? Je mag schrijven van je zesde tot je zestiende jaar hoor! Jammer dat je geen tijd meer had voor een tekening. Hoe gaat het op school? Fijn, dat het goed gaat op school Sjanle van Tilborg. Je hebt er inderdaad twee mooie vakken bij gekregen. Krijg je veel huiswerk? Heb je de puz zel al een keer helemaal afge kregen, Jaap Tol? Heb jij ge noten van die clown? Knap, dat die man zomaar vuur kon blazen. Hartelijk welkom Chris Triemstra. Wat heb jij welkom Atie Tuit. Leuk klein broertje, vind je niet? Mag jij het weieens vasthou den? Natuurlijk mag jij ook meedoen Harm Verbeek. Hartelijk welkom hoor! Heb jij nog broertjes en zusjes? Wim Verkalk wist jij niet meer te schrijven? Volgende keer beter hoor! Is jouw moeder weer beter Rla Ver maas? Fijn, dat jouw broertje nu graag naar school gaat. Heb je al veel aardappels ge raapt? Moet jij ver lopen naar school, Alie Vermeer? In welke klas zit je nu? Heb je nog wel tijd om naar tante Jos te schrijven? Bedankt voor je mooie tekening Anja Verschoor. Heb jij geen zus- Waarom kijkt verschrikt? Wit is er gebeurd? Ja, hij is helemaal vergeten wat de verkeersborden betekenen. Mag hij rechts om of mag hij doorrijden? Weten jullie het wel? Dan moet je de oplos sing voor dinsdag 27 september in sturen. jes? Hoe heet jouw nichtje? Wat hebben jullie veel fees ten Thea VerweiJ. Ben jij de jongste? Hartelijk bedankt voor je mooie foto. Ik ben er erg blij mee. Vandaag is het groot feest Marianne Vos. Zijn opa en oma nog geko men? Heb je je nieuwe man tel en jurk al aangehad? Veel plezier hoor! Wacht jij weer zo lang met schrijven Mlep de Vrij? Hoe was het op je ver jaardag? Hartelijk bedankt voor je mooie tekening Agaath de Vries. Bruina vind ik een mooie naam. Hoe heet jouw broertje? Kan hij al praten? Ga jij vaak fietsen Rla van Vuuren? Jammer dat het de laatste tijd geen mooi weer in om te fietsen. Was het een mooi schip? Ben jij al naar het ziekenhuis geweest Esdra van Wageningen? Bedankt voor je mooie tekening. Het speldje krijg je toegezonden hoor! Je andere broers zijn toch niet ziek Goof v. d. Wa ter? 'k Ben niet gewend van jou alleen een brief te krijgen. Hoe gaat het op school? Hartelijk welkom bij de neven en nichten Flip van 't Wout. Heb jij een leuke vakantie ge had? Hoe gaat het met je zus je? Hartelijk dank voor ie mooie tekening Gerard Wub- ben. Hadden jullie mamma's stoel versierd? Jouw troost prijs komt nog hoor! Even geduld. Woont opa en oma dicht bij jullie Willie Zaal berg? Fijn, dat ik de volgen de keer een mooie tekening van jou krijg. Uchelen is mooi, vind je niet? Jouw vorige brief was te laat Theo Zandbergen. Leuk. dat jullie een groentetuin hebben. Hoe vind je het op de gymnastiek? Van jou kreeg ik ook al zo'n mooie tekening Kees Zee dijk. Hartelijk bedankt hoor! Ben je nu weer beter? Wat zal jij knap worden. Goed je best maar doen Kees! Hartelijk bedankt voor je mooie teke ning Joke van Zessen. Fijn, dat je zo'n prettige verjaar dag hebt gehad. Heb je de pop al een naam gegeven? Ook jij stuurde een mooie tekening in Ietje van Zessen. Hartelijk dank hoor! Wat ben jij ver wend. Tante Jos is 27 oktober jarig. Wat leuk, dat jullie een zusje hebben gekregen. Dlnl en Willie Zintel. Groeit ze hard? Wat is dat voor een club „Klimop"? Hebben jullie alle hondjes gehouden? Jouw vorige brief was te laat Cokkle v. d. Zwan. Hadden jullie mamma's stoel nog ver sierd? Wat zijn opa en oma ver weg. Zo moeilijk was de puzzel toch niet, Cokkie? Zo jongens en meisjes Ik heb de brievenbus helemaal leeg gemaakt. Jullie zorgen er voor dat hij volgende week helemaal vol U? De letters A t.m. H zijn aan de beurt. Dag neven en nichten! Tante Jos.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 23