PUI:
iSeiómoc/raal cl verwaande cynicuó?
JEUGDLEDEREN VAN
DEBUSSY
---- w" ,°re, tss: K-si' hem
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1960
GROOT EXPRESSIONIST
MENSEN die zich sinds vele weken, dag in dag uit, in mas- -
U in trossen, in de grote zalen v.n de Tate Gallery te
Londen voor Picasso s werken verdrongen wat zochten ze daar opstandiger worden. Hij is agres-
en wat vonden ze Picasso is een magische naam geworden
terecht of ten onrechte De grote Spanjaard, die volgend jaar 80 af wat
wordt, is zonder twijfel een kunstenaar met formidabel talent, «**j
met fantasie en ideeën-rijkdom. Daarbij is hij van een ongeloof
lijke elasticiteit, want bijna ieder jaar brengt hij iets nieuws. klasslclsme lieten we onverschil-
Voortdurend gaat hij experimenteren op nieuw, terreinen, aldoor
zoekt en vaak vindt hi| nieuwe expressiemogelijkheden, door vraagt rich af, is dat nn waar en
nieuwe vormen, kleuren, composities. Nooit blijft hij lang bij ®Pre?ht? Men twijfelt er aan en
hetzelfde blijft hij dan ook niet zichzelf Een van de Picasso- schap Tan "pïcasso. ^n^ooraï
problemen er komen er nog meer I
te gaan, of s
wij protesteren emotioneel
wijzen dan maar liever alles
komt. „Tot hier maar
i ook niet", zo voelen
het. Met zijn kubisme rijn we
meegegaan en zün twijfelachtig
Knellend onbehagen bij een
grote tentoonstelling
helaas niet voorgoed, om- strijden. Maar abstractie
i constateren dat hij
omgekeerde weg is gegaan dan het heden of van de toekomst? andere tijden religieuze
Juist door die problemen en thiek gelaat, grijpt met zijn slan-
niet slechts door de kolossale om- ke expressieve handen ietwat wei-
vang (12 grote zalen) was deze felend, onzeker, naar zijn voedsel.
Picasso-tentoonstelling in Londen, In de ene hand houdt hij al een
zelfs na herhaalde bezoeken, de rond broodje, de andere hand
meest vermoeiende die ik in raakt met een licht, teer gebaar,
mijn leven heb meegemaakt. haast strelend, een kruik aan.
Picasso kent geen rust en laat Een ontroerende schildering, vol
ook ons niet rustig beschouwen, stilte en treurigheid,
genieten, begrijpen alles wat De andere blinde is tragisch,
wij anders bij een kunstcollectie Een oude man, haast in vodden
zoeken en vaak ook vinden. Picas- gekleed, zit op de grohd, melan-
so jaagt ons onbarmhartig door choliek voor zich uitstarend. In
de jaren van zijn onwaarsohijnlij- sterke tegenstelling tot de totale
ke metamorfoses heen en nergens blindheid van de oude, kijkt het
mogen wij langer verblijven jongetje dat tegen hem
hij veranderde
andere grote kunstenaars. Hij be- Bgide mogelijkheden vervullen
met gave en grote scheppin- ons met schrik. Hoe is hetJ
langer hoe meer sel-(Picasso op te lossen?
van wilde defor-
Expressionist
in een oerwoud
maties en in eer
oorli
fantasie vlucht uit de ruwe
het raad- materiële realiteit waren. Maar
abstractie kan ook spel zijn, of
'troost, of 6port, of pure fantasie.
ogszuchtige instelling te
over de realiteit en tegen na
en mens. Daarbij wil hjj de
tuur nooit geheel opgeven, niet talrijke, radicale en
uitschakelen alleen maar ver- de metamorfoses in Picasso's
minken, deformeren en dus eigen- kunst, voor zijn agressies en zijn
eigenzinnig verder gaan op een
In ieder geval is deze vlucht
slechts uit de werkelijkheid de stap die
siecnts u en nict wU
zijn kubistische
Ingenieuze wijzTbTkstukkeiTvan
Het is een frase om te zeggen:
„hij schildert niet wat hij ziet
maar hoe hij er over dénkt",
ronde vrucht ^ie t,doet da* J*®*" Hebben de
v.* -leden dan
Picasso is een geboren, een be-
sxo te vaak. Ï^MDd zit utu iuuuc vi uwu
Vooral kunnen we niet blijven »i)t, met grote donkere amandel- -
waar we dat het liefst zouden vonmige ogen de wereld in. Hij ?1ft -
willen doen, bij de aandoenlijke, immers voor twee kijken interpretatie
fijne, vaak meesterlijke, maar "ij is zich van zijn taak heumst geven en nc
niet te talrijke werken van zijn en zijn mooie Oosterse blik
jeugd. Of ook bij zijn interessante, merig en eerder droevig dan
vaak boeiende, kubistische expe- gewekt. De handen, die in deze pe-
rimenten, die meestal zeer aan- riode bij Picasso een grote rol
trekkelijk zijn. Vooruit voor- spelen, ziet men bij de oude man
waarheen? haast niet, maar zijn magere lan
ge blote voeten zijn zo expressief
door Greco ge-
siuuLaien van nei veneaen aan u _it„
niet hun eigen visie, hun eigen „?Pr te realereJi
interpretatie ven de realiteit ge- X M. H? re«ee™ 0p xijn
dl™.wV0zf4™zrkum; Jjf"; tadt^je 1.
™rteMbJr«pln.°m P,CaSS1> be"
begrijpen
En dan nog iets
Tussen al de gruwelen
tere en laatste periode, komt af
en toe, onverwacht en verrassend
als een groet uit een andere we
reld, een gevoelig fijn echt por
tretje, of een stilleven van even-
*7 - ïaua. „ue ouae jooa is een van c°mpositie en rustige
had de kunstcrlUek, die de harts- de tien schilderijen, die Rusland Kleuren-
tocht heeft artistieke scheppingen voor de tentoonstelling in Londen
in afzonderlijke laden te stoppen gestuurd heeft. Daaronder is
om er dan een naam op tc plak- ook nog een prachtig stilleven
ken. deze belangrijke eerste le- 1908: drie kommen en een karaf,
vensperiode van de begaafde Sterk en plastisch zijn de voor
werpen in de ruimte opgebouwd,
We vinden het bepaald tragisch, en mooi, alsof
en een groot verlies voor de schilderd ware...
kïm*wLd.at W n,et ,anger zo b,eef Beide doeken ontstonden
als^hij in het begin was. Helaas 1903. ,,De oude Jood'
te, dat chaotisch en irrationeel is,
revolutionnair en vaak destruc
tief, als het niet door de rede ge-
Ongelovig zoeken
jaartal -
Er zijn andere kunstenaars in
onze tijd, die door hun vlucht uit
de werkelijkheid in nihilisme ver
vallen. Ze willen de rijkdom van
de natuur ontwijken en alles tot
een magere geometrische formu
le reduceren. Dit is niet vereen
voudiging, slechts verarming,
simplicisme, dus eigenlijk nihi
lisme. Maar Picasso is noch ni
hilist, noch anarchist; hij is ei
genlijk moediger dan al dezen en
moediger ook dan de abstrahe
rende kunstenaars. Hij blijft bij
de realiteit en reageert er op, hij
heeft geen keuze, hij is expres
sionistisch kunstenaar wél de
seismograaf is van de toekomst,
wee ons! Dan wordt onze we
reld óf verscheurd en verslonden,
óf wat nog erger is, in een wan
hopige toestand verzet, waarin al
les wat tot nu toe door alle tij
den heen ons dierbaar was, ver
nietigd wordt en zal verdwijnen.
Als hij daarentegen als expres- We verlaten de Picasso-tentoon-
niet te goeder trouw, dan kan
men hem alleen als een verwaan
de cynicus beschouwen, die alles
durft omdat er genoeg snobs zijn
die hem bewieroken, wat hij ook
doet. Dat zou echter in sterke te
genspraak zijn, met zijn waarlijk
groot talent en' zijn verleden, zo
dat we dit maar liever niet wil-
„De maaltijd van de blin
de", een van de aangrijpen
de jeugdwerken van Picas
so. (uit 1903)
stelling, ondanks de kostelijke
kunstwerken die we gezien heb
ben, met een gevoel van kwel
lend onbehagen.
DR. M. RéVéSZ-ALEXANDER
Spanjaard met de
blauwe",, dan „de r
de ,.negro"-periode betiteld, tot Een
1 prachtig stilleven uit ontstonden in dezelfde jaren
de vele schrikbarende koorts-
verscheurde lichamen
ook deze werken schien is de wereld om hem heen sionist. Zulke geesten kunnen
veranderd. Hij moet hierop
ageren, emotioneel op
stormachtige en vernietigende
tijden als de onze tot 'bittere sa-
met zijn tirici, tot vertwijfelde critici of
Een dichter schrijft een sociale roman
afgrijselijke gedrochten ont- eigen verleden. Misschien kan hij tot in eenzaamheid afgesloten
kleuren, stonden. Dit troost ons enigszins, niet anders. Dat hij
Heel vroeg
pABLO PICASSO, in 1881 in
al. Hij kwam ook heel vroeg r
Frankrijk, waar hij nog steeds
verblijft. De eerste belangrijke pe
riode van zijn kunst begint i
r geen tekeningen
karakteristieke,
duurt met de overgangstijd scherpe, fijne, bij-
etherische lij
nen, kan hij vaak
meer uitdrukken
dan in een schil
derij. Eigenlijk
was Picasso nooit
kolorist.
tot een consequent kubisme
gerekend tot 1910, dus van zijn
20ste tot zijn 30ste jaar. Deze
jeugdperiode was misschien de
tijd waarin hij de meeste werken
van blijvende waarde schiep.
Helaas was deze tijd te kort.
Men is geneigd de vraag te stel-
len: hoe wès het geweest als hij Zijn kleuren
zijn productie daarna niet meer meestal óf afge-
had kunnen of mogen voortzetten? Hpmr.t a* koei en
Was hij dan ook tot de belang- ÏKpn zo
rijkste kunstenaars van onze tijd heel zelden z0"
gerekend? Er waren immers in a^s. 'n sommige
het verleden meer dan genoeg kleine kubistische
kunstenaars, die slechts een korte doeken vol en
levensduur hadden en we tellen krachtig. Juist dit
dezen toch tot de grootsten Ze maakt ook zijn ku-
hebben soms weinige, maar on- bistische composi-
vergankelijke werken' achtergela- ties 20 aantrekke-
Een zachte,
smeltende samen
klank van kleuren,
die haast muzikaal Hal
kunnen klinken,
evenals in zijn
andere jeugdwerken
£e koele, gematigde er
afgestemde kleuren
1925/27) ons het meest boeien v..
ons het naast staan, is een feit,
dat ook op de Londense tentoon
stelling duidelijk bleek.
Over de plaats die aan Picasso
ta onze kunst toekomt, zal toch
uiteindelijk de toekomst oordelen.
Wij hebben daarvoor nog niet vol
doende afstand. Dat echter de
scrub
harmonie hebben.
De belangrijkste schepping van
expres- santropen worden. Picasso is dat
verschillend en individueel op Cassandra die zelf niet e
hem reageren: óf hij wordt
rig bewonderd, zonder kritiek
voorbehoud gevolgd als de grote gang lijkt. Hij
profeet die zijn tijd vooruit is. óf dat te doen,
hij wordt afgewezen als onop- buust om er
recht, verwaand en arrogant, die
slechts de massa wil epateren nu
hij alles mag en durft. Hij is im
mers beroemd, rijk en in de mo
de! Ik wil daarop niet nader in
gaan, doch alleen opmerken dat
deze reacties als argument
wat en waarom hij iets verkon
digt, iets wat op wereldonder-
gedoemd om
onder te bezwijken.
TAE DICHTER Emile Clancier,
auteur van vijf poëziebun
dels en in het maatschappelijk
leven een der programmaleiders
van de Franse radio, heeft in de
jaren '56'59 een cyclus van
drie romans gepubliceerd, die
sterk de aandacht heeft getrok
ken, nl. Le Pain Noir,
Knechtschap en
bevrijding
Wee ons
Fabi
D r
d e
jS we nu met verlangen terug
denken aan zijn jeugdperiode,
de werken doordrenkt
kunnen dienen, dat hij als maniteit, van diepe identificatie
bezeten expressionist
hij dat doet
in zijn keuze is.
Er komt nog een belangrijk
I punt bij, dat het „raadsel Picas-
so" misschien ook kan belichten.
Picasso was en is nooit geheel
abstract - hij kan de werkelijk
heid niet verlaten en komt er al
tijd op terug, hoe erg, hoe ver
scheurd en onmogelijk deze ook
onder zijn handen wordt.
Zelfs de titels van z"
bewijzen dit, titels die ons gren
zeloos irriteren, omdat zijn ge
drochten dan heten: „Vrouw in
schommelstoel", „Vrouw de ha
ren kammend'
formaties van het menselijke
Maar ook dit bewijst dat hij de
werkelijkheid niet wil
verlaten, hij wil nie
zijn. Waarom niet?
gédre- met menselijk lot en leed,
te"reageren als toch ook schoonheid en gratie
niet willekeurig n'e* verloochenden, dan vragen
we ons af: wat is er dan met Pi
casso gebeurd? De wereld is ver
anderd en hij is gedwongen als
expressionist zijn antwoord te ge
ven op de vragen, die onze tijd
aan iedereen stelt. Want de tijd
is agressief en overvalt ons allen
met vragen, waarop wij niet kun
nen antwoorden.
Wij echter weren de vragen pn
zijn doeken pr,oble?T?ei? a'- we ontvluchten
Menselijkheid
TAEZE WERKEN treffen ons
-L' door hun bijzondere gevoelig
heid, hun diepe belangstelling voor
en intens medeleven met het men
selijke lot, en door hun zeer per
soonlijke vormgeving. Het koele geling,
kleurengamma, waarin inderdaad veel heeft geleefd
deze hele eerste periode
mij ook misschien hèt belangrijk
ste uit zijn gehele oeuvre, is het
Zelfportret uit 1901. Dat is een
meesterwerk eenvoudig, op
recht, waardig en een belijdenis
zoals alle grote zelfportretten dat
zijn. Picasso was hier nog heel
jong, pas 20 jaar, maar ziet er
veel en veel ouder uit. Geen^jon-
geleden. Zo
„De oude Jood", Picasso's
verbeelding van een oude
blinde man met een kleine
jongen naast zich, die voor
twee moet kijken, (uit 1903)
uit zelfbehoud en ontwijken
het eiland van ons eigen indivi
dueel leven en werk. De expres
sionistische kunstenaar kan dat
terwijl wij "iet doen; hij kan alleen in zijn
slechts wilde de- kunst vluchten en de vlucht van
nselijke! Picasso draagt alle sporen van
t hij de een verbitterde strijd, van een
niet kan soort oorlog en chaos, een des-
abstract tructie waaruit slechts wilde kre
ten van dood en vertwijfeling, van
mensen en dieren tot ons door-
Abstractie dringen!
Dit alles geldt alleen als zijn
ABSTRACTIE is immers rustiger, kunst waar en oprecht
decoratiever,
geeft dan is hij als een gevoelige
genot dan zijn woeste ma- mograaf, die de aardbevingen
tegen de realiteit te vooruit verkondigt. Is hij echter
la v i 11 e (uitg. Laffont, Pa
rijs). Zijn verhaal begint enke
le jaren na de oorlog van 1870
en eindigt omtrent de eeuwwis
seling.
In het eerste deel voert Clan
cier ons naar het platteland in
Midden-Frankrijk. Een pachtboer,
Jean Charron, leidt met zijn
groeiend gezin een sober leven,
dat bepaald wordt door de gang
der seizoenen, die hun eigen
moeiten zowel als genoegens mee
brengen. Om ze te beschrijven
heeft Clancier geput uit de herin
neringen van zijn grootmoeder,
wier ouderdom samenviel met
zijn jeugd. De moeiten zijn niet
weinige: harde arbeid, ook kin
derarbeid, schrale oogsten, slech
te prijzen, brand en hagel. Er
zijn ook de stille vreugden, die
het samenleven met de natuur
geeft. De vader-figuur domineert;
naast hem staat de frêle gestalte
van de moeder met de weelde
rige haartooi. Reeds hier treedt
de zesjarige Catherine naar vo
ren, die later het middelpunt van
het verhaal zal worden.
DE CRISIS in het leven van het
gezin komt, als de boer de
pacht wordt opgezegd, omdat hij
weigert een vals getuigenis af te
leggen ten gunste van de pacht
heer. Er is geen bestaanszeker
heid; de zwakke staat weerloos
tegenover de sterke. Het gezin
belandt in een stadje in de buurt.
De vader vindt alleen slecht-be-
taald werk, de oudere jongens ko
men als inwonend knecht bij boe
ren in de omtrek en Cathie met
haar acht jaren moet de wereld
in om in huishoudingen te helpen.
Ze vindt goede, ze vindt harde
meesteressen. De verzwakte moe
der gaat uit werken in rijke hui
zen. Ten laatste is het haar al
les te zwaar; ze kwijnt weg aan
de beruchte longtering en als één
der jongens door een dodelijk on
geval wordt getroffen, komt ook
weldra haar laatste uur.
Toch is niet alles somberheid;
de Charrons hebben goede vrien
den gevonden en een zoon, die
dreigde invalide te worden, ge
neest. De moeder, lichamelijk-
zwak, was geestelijk-sterk. De
droomster Cathie schept zich een
eigen wereld. Ze heeft de schone,
rijke Emilienne ontmoet.
nen. Cathie is ondertussen ge
trouwd met haar edelmoedige
jeugdvriend, Aurélien, maar haar
kinderloos huwelijk verdort. De
buitenechtelijk-geboren Frédéric
blijft alleen. Er gebeurt nu iets,
dat een barst trekt door het
beeld dat de lezer zich heeft ge
vormd van de verstandige Ca
therine. Een onberedeneerde lief
de bloeit in haar op voor een jong
anarchist. Ze nadert de grens van
verboden terrein, tot ze schrikt
en zich schaamt, als ze door een
toeval verneemt, welke ongewe
ten offers Aurélien, de verwaar
loosde echtgenoot, indertijd voor
haar heeft gebracht. Nieuwe mo
gelijkheden voor huwelijksgeluk
doemen op. We zullen er niet
meer van horen; Clancier sluit
zijn verhaal af.
Hart
VIA NAA1.D
€N PIAAI
fLAUDE DEBUSSY, de Franse
veel blauw voorkomt, past bij de staat hi] hier, geheel tot aan zijn
maeere bleke fipnrpn Hip hiï hals in een donkere mantel ge- componist ate leejae van
vaak uit de wereld der misdeed huld- zodat zelfs zijn handen niet 1362 tot 1918, heeft ongeveer
den haalde. Er is een grote reeks te zicn zijn- Ziin bleek «claat zestig liederen geschreven,
circus-mensen, vaak hele fami- met het dominerende hoge voor- waarvan de meeste wel bekend
lies, harlekijns en akrobaten, met boofd, gaat schuil onder een dikke zijn, zowel door lie derenrecitals als door de grammofoonplaat. Er
™r»a.hve^S.rto"oSd. watbheS een builtje met vier jeugdUederen van Debussy ge-
ie toch nop kU van al veel ouder maakt. De ogen zijn schreven toen hij ongeveer 20 jaar was, dat die bekendheid niet
zwaarmoedig en de blik is diep- heeft gekregen en dat nu via de grammofoonplaat is herontdekt.
zinnig. Dit merkwaardige portret Omstreeks 1880 maakte Debussy kennis met de jonge en beeld-
heeft een tijdloze waardigheid, schone vrouw van architect Vasnier, die hem niet alleen in kennis
«Helaas kon ik door technische bracht met de nieuwe stromingen in de Franse literatuur (o.a. Thé-
die toch nog iets
fijnheid en charme konden behou-
Dan is er uit deze tijd een hele
«erie variaties op het thema
moeder en kind, altijd mooi,
warm en geëmotioneerd. En ten-
•lotte zijn er ook enkele blinden.
En dit alles Bonder sentimentali
teit, al zijn ze eoms met
1 dit later nog te doen)." saions iniroauceerae. m axe salons was mevrouw Vasnier, die
Deze ene keer heeft Picasso volgens Debussy over een uitzonderlijke sopraanstem beschikte, de
zichzelf vrij en oprecht geopen- eerste vertolkster van zijn liederen, waarbij de componist zelf
patihos* vervuld, "dat de begrijpen- ,baard- zo d_at. wU„d!1 nooit meer aan de vleugel begeleidde.
de ziel van een kunstenaar ver- lr,mnPr
raadt. „De maaltijd van de blin
de" en ,,De oude Jood" zijn aan
grijpende werken en staan op een
hoog artistiek niveau. De jonge
bliad. mi een «in eympi ueW
hij nooit meer gedaan. Heeft hij
kunnen vergeten. Wij zouden hem
zo willen vasthouden en later ook 4
zo willen zien, op een weg die uit- veel later, toen Debussy reeds
gaat van dit meesterlijke begin contact met mevrouw Vas-
en voortgaat in een richting die nJ?r had verbroken, verklaarde „Clair de Lune",
bij dit gelaat bij deze ogen, bij nog, dat zij de enige werke-
ia- j_,_ ,t liikp vprlnlk«!tpr van yiin IïpHo.
,iDe kat die een vogel
eet", een van de werken die
het kubistisch element van
Picasso tonen, (uit 1939).
gegund
"DICASSO WERD verder gedre-
ven en dwingt ons met hem
Zelfs merkte hij daar
bij op, dat zijn liederen alle be-
koorlijkeid verloren als ze door
iemand anders werden gezongen.
de latere impressionist ont
dekt. Die vier jeugdliederen zijn
„Clair de Lune", „Pantomime",
„Pierrot" en „Apparition".
niet het bekende uit 1892, doch
een eerste versie. Verlaine ver
telt hier van bekoorlijke gemas-
kerden, die dansen en op de luit
spelen, maar toch een beetje
toch droevig gestemd zij'n. Zij bezin-
enkel 6en ietwat somber de overwin-
J- de wisselvallig-
1 die jaren nog sterk onder
vloed van Massenet,
reeds ontdekt men in
lied de latere componist van de nenjie liefde
„Pelléas et Mélisande", het lyri
sche drama uit 1902.
Die vier jeugdliederen werden bun zang sterft als het
door Debussy opgedragen Unt '""u* J~
mevrouw Vasnier en voor
eerst uitgegeven ii
bijlage van het F
tijdschrift „La Revue Musicale'
heid van het leven. Aan geluk
denken die gemaskerden niet en
zang sterft als het ware weg
t het licht van de maan. Heel
"het fijnzinnig heeft Debussy de sfeer
jals getekend en hij eindigt met een
het Franse muziek- haast plastische schets van het
„La Revue Musicale". door maanlicht overgoten land-
Door het feit, dat deze liederen schap.
Wilma Driessen, de 22-jari-
ge sopraan, zong voor CNR
vier jeugdliederen van De
bussy.
dus geen officiële uitgever kre
gen, bleven ze vrij onbekend.
Maar ook de moeilijkheidsgraad eigenlijk
is zodanig, dat de meeste zan- rot. Ca
gers van de liederen afzien. De Harlekijn,
liederen stellen namelijk hoge ten slotte
eisen wat de intonatie betreft er
hebben bovendien een verfijning,
zowel in de zang- als in de piano
partij, die bij een vertolking al
gauw te niet wordt gedaan,
mag dan nog wel
persoonlijke kunst van Debussy
zijn geweest, die hij in die jeugd
liederen gaf, het is wel een ui
terst subtiele kunst. Het zijn rag
fijn geslepen diamantjes, waarin
1 Pier- lijk fantastische vertellingen
Cassandra, Colombine en ook zijn „Pierrot",
waarbij Colombine schelm een meisje tracht te
n liefde droomt. De- leiden. In dit vers komt even
heel geraf- de maneschijn voor en in de pia-
situatie. nopartij heeft Debussy dan ook
Debussy het dichter die vaak
Deze dichter droombeelden schreef en wiens
maak- lyriek steeds een woord-muziek
is. Zijn heel fijn-getekend gedicht
„L'Après-midi d'un faune" inspi
reerde Debussy tot een van zijn
meest tere orkestwerken. Het
vers „Apparition" is een heel sub
tiel liefdeslied, waarin engelen,
bloemen en stervende violen de
gelukzaligheid en de smart van
de liefde meemaken. Slechts een
Debussy was in Btaat dergelijke
reine poëzie te verklanken op ge
lijkwaardige wijze. Het is een
van de meest fijn-impressionisti
sche toondichtern van Debussy
geworden.
DE 22-jarige Haagse sopraan
Wilma Driessen, een leerlinge
van To van der Sluys aan het
Kon. Conservatorium te Den
Haag, is door de firma C. N.
Rood uitgekozen die vier jeugd
liederen van Debussy op de plaat
te brengen, daarmee een prach
tige primeur aan de grammofoon-
platenindustrie gevend. Niet al
leen een primeur wat de. liederen
betreft, maar ook wat Wilma
Driessen betreft. Het is verwon
derlijk tot welk een technische
en muzikale hoogte een dergelij
ke jonge zangeres nu reeds is ge
komen. Wilma Driessen is een
coloratuursopraan, maar die
blijk geeft ook in het middenre-
gistér een klankvolle stem te heb-
De uiterst moeilijke intervallen
(er zijn enige vervaarlijk hoog
gelegen nootjes bij) worden door
Wilma Driessen technisch uitne
mend uitgevoerd. En daarnaast
voelt men een innerlijke bele
ving, waarbij Johan Otten aan de
vleugel uitstekend begeleidt en
heel fijne trekjes in de pianopar
tij naar voren weet te halen. (45-
toerenplaatje CNR HX 1191). Dit
platendebuut zal Wilma Driessen,
die al bij de Ned. Opera is ge-
engageerd en meerdere uitnodi
gingen kreeg van opera's in het
buitenland, zeker en terecht
een grotere bekendheid geven.
Zij verdient die bekendheid om
dat ze een artieste is.
CORN. BASOSKI
Arbeidstoestanden
HET TWEEDE deel begint met
een familieraad. Wat te doen
met de twee meisjes, geboren in
de jaren der vernedering? Ze toe
vertrouwen aan het weeshuis, in
die tijd een oord der verschrik
king? Catherine, nu dertien jaar,
treedt naar voren; zij zal de
kleintjes verzorgen en de huishou
ding voeren met de hulp van de
thuis werkende broer.' Daarbij
gaat ze uit werken in het huis
van haar heldin en krijgt zelfs
de kans kamenier te worden.
Maar er komen konflikten, ont
sproten aan jaloezie, en zo moet
ze de poort binnengaan van de
Fabrique du Roi. de grote porse
leinfabriek, vele jaren geleden
gesticht met medewerking van de
koning. Dit geeft de schrijver de
gelegenheid de arbeidstoestanden
in het laatste kwart der 19e eeuw
te tekenen met al wat daar voor
ellendigs aan vast zat Vermoe
delijk heeft de moeder van de
auteur, aan wie hij dit boek heeft
opgedragen, hem van het nodige
materiaal in dezen voorzien. On
nodig details te geven. Was het
in ons land veel beter?
Het boek eindigt met de brui
loft van Emilienne die de zoon
van de directeur van de fabriek
huwt. Alle arbeiders worden er
bij betrokken. Dit grote feest
brengt een breuk in het leven van
de dappere Catherine. Ze doet
mee aan de algemene roes en
haar overkomt, wat vreeger bij
veel volksfeesten gebeurde: ze
wordt zwanger. Verscheidene ver
zoekingen besluipen haar; ze wijst
ze af en allen scharen zich om
haar, tot helpen bereid. Aan eni
ge poging om haar recht te ver
schaffen en, anderzijds haar recht
te doen, wordt niet gedacht en
de toekomstige vader, broer van
Emilienne, wordt ongemoeid ge-
Bewustwording
HET DERDE deel geeft, wat
het maatschappelijk leven be
treft, de bewustwording der ar
beidersklasse en de groei van het
eenheidsbesef. Na het wrokkend
gemor en de verspreide woede
uitbarstingen uit het vorige boek
komen nu de eerst partiële, later
algemene stakingen. Twee stro
mingen tekenen zich af in de
strijd: de anarchistische, die de
zwarte vlag voert en totale om
verwerping van de maatschappij
nastreeft, en de socialistische,
die de rode vaan volgt en de vrij
making der arbeiders beoogt, des
noods met, maar liever zonder
revolutie. Van beide richtingen
komen vertegenwoordigers bij de
Charrons, die nu Limoges, de
vermaarde porseleinstad, bewo-
NATUURLIJK kan een snelle
ren door de meer dan elfhon
derd bladzijden geen recht doen
aan de rijke inhoud. Er zijn
veel figuren van het tweede plan,
in scherpe lijnen neergezet. Daar
is de ex-communard Père Bap-
tiste, meester in zijn vak. maar
geen meester in zelfbeheersing.
Hij helpt de Charrons op ver
schillende manieren in hun nood,
maar als hij om zijn revolutio
naire gezindheid wordt uitgesto
ten, geraakt hij aan lager wal
en is niet te redden. Aan de an
dere kant de schommelende tante
Félicie, dienstbaar in een patri
ciërshuis en verburgerlijkt; on
danks haar medelijdende hart ver
foeit zij alle arbeidersactie. Me
nige episode, soms vermakelijk,
vaker treffend in haar sobere in
kleding, blijft in het geheugen be
waard: de bedevaart om de ge
nezing van de zieke Francet te
verkrijgen, de romantische ont
moeting tussen een andere broer
en de trotse Emilienne, de droom-
tocht van Catherine door het huis
van haar idool en zo veel meer.
Op één ding moet met nadruk
worden gewezen: deze boeken
zijn uit het hart geschreven en
vinden zo gemakkelijk de weg
naar het hart van de lezer. Over
vele bladzijden ligt een dichter
lijk waas, dat de felle kontoeren
van nood en onrecht verzacht.
Een stil licht, straalt uit van
de centrale figuur, Catherine, in
wie droom en daad samengaan.
Haar innerlijke kracht beheerst
dit brok leven.
De Kerk
DE KERK betekent niets voor
dit arbeidersmilieu. In de ou
dere generatie leeft nog een
dwaas bijgeloof; de jongeren wij
zen zonder agressiviteit alle gods
dienst af. Voor hen is de kerk de
dienares van het kapitaal. Trou
wens, de geestelijken, die Clan
cier een enkele maal even naar
voren schuift, zijn er niet naar
om het vooroordeel tegen hun
stand en hun leer weg te nemen;
ze zijn misschien goedig, maar ze
missen alle begrip voor de noden
van de werkmansstand. Aan een
christelijk-sociale beweging denkt
niemand.
De hoop van deze mensen is ge
vestigd op ruimer ontwikkeling
de encyclopedie Larousse wordt
stukgelezen en op een sterker
arbeidersklasse. De 20e eeuw aan
welks begin ze staan, zal, naar ze
verwachten, de bevrijding en rij
ker levensontplooiing brengen.
Deze verwachting zal niet be
schaamd worden; onze eeuw
heeft meer gegeven, dan men
toen durfde vragen, althans in
het materiële vlak.
Het was zeer zeker verdiend,
dat Le Pain noir in '57 werd
bekroond met de Grand Prix du
Roman; de volgende delen
staan, wat schrijftechniek en ge
voelswaarde betreft, op hetzelf
de peil. Taal en stijl, aangepast
ran de optredende personen,
zijn vrij van alle pronk en pa
thos; de doorzichtige eenvoud
vergemakkelijkt het contact tus
sen lezer en verhaal.
Dr. M. C. v. d. Panne.