CORSICA N de wonderschone Waarom volgt Brussel Haags voorbeeld niet? R ondvlucht passagiers mogen fotograferen Hoe het veranderde en hoe het zichzelf gelijk bleef WEERZIEH «ET CORSICA Anthony van Kampen De CÓTE, LAATSTE halte vóór Corsica. Het Air France-vliegtuig bleek al weken geleden bespro ken-uitverkocht te zijn, hetgeen betekende, dat de overtocht Cóte —Calvi gevaren moest worden. Dat betekende dus óók een avond en een nacht overblijven in Nice. De zogenaamde Cóte d'Azur bleek niet veranderd, behalve dat er> (zo mogelijk) nog meer mensen op en bij elkaar hokten dan twee jaar geleden. En er was nog meer neon en nog meer publiciteit over wéér nieuwe dranken. Er waren ook weer meer auto's. Viert dan wérkelijk half-Europa vakantie aan de zuidkust? Die avond is de zee zwart blauw en de hemel vol verwaaid rossig schuim. De wind heeft de kracht van een Passaat. In wer kelijkheid is het een staartje van een Mistral. Een onrustigener veus-makende wind. Het strand is, ondanks de avond, nog vol toeristen die blijkbaar niet kunnen scheiden van de zee. Het vertrouwde beeld: ultra-korte shorts en miniatuur-bikini's wat de dames betreft. Bruin-, bijna zwartgeblaker de mannen. Een nogal realistische expositie van menselijk naakt. Later, in de stad, waaien ge- spreksflarden op de terrasjes naar ons toe. Wat besproken wordt is volmaakt onbelangrijk. Sport. De verkiezing van de een of andere Miss Zus Zo. Over Gracia en Rainier, die tot in lengte van jaren gespreksstof zullen blijven leveren. Over Garbo, die in Cap d'Ail woont en halsstarrig weigert haar anoni miteit prijs te geven, dank zij een dwaas, klein petje en een formidabe le zonnebril. Het is allemaal uitzonderlijk onbe langrijk, zoals de hele Cóte eigen lijk onbelangrijk geworden is. Het moet er vroeger, in de ,,gay nine- tees", heel plezierig zijn geweest, maar dat is lang geleden. Nu is het alleen nog maar een machtig luna park, een immense kermis, alles ge lakt en gevernist. Niets is er echt aan de Cóte, op de bergen na, de zee en de hemel. Het is er duur en het wordt nog steeds duurder. Des ondanks verschijnt de werkelijke aristocratie hier niet meer. Hier ver schijnen filmsterren en gegoede za kenlieden, de arrivé en de nouveau riche. Men noemt de Cóte nog steeds een blauwe sirene, maar de sirene kreeg rimpels en verwelkte met het jaar. Alle middelen der toeristische kosmetiek zijn nodig om de illustere illusie van voorheen in stand te hou den. Wie niet blind is ziet een nogal triest beeld van nabloei en décaden- Ik neem er snel en zonder spijt afscheid van. Die dag brengt de „Napoleon" van de Compagnie Gé nérale Transatlantique me in zes uur naar Calvi op Corsica. Een mooi schip en een goed schip. De officieren lopen in uniformen, zó wit, dat ze levende advertenties voor een bepaald wasmiddel konden zijn. En het goud op het wit lijkt puur-ge- dolven. Over de service kan men beter zwijgen. Zo ergens de „Fran se slag" een kans krijgt en welig tiert, dan aan boord van deze sche pen. De „Napoleon" is afgestampt met toeristen, die op de een of an dere manier maar aan een ligstoel moeten zien te komen. Een zitplaats is namelijk niet in de passageprijs begrepen. En je moet er een heb ben, want het dek wordt soms zo heet, dat je er een ei snel op kunt bakken. Aan boord Fransen, Oostenrijkers, Engelsen en wat Amerikanen. De Oostenrijkers reizen in clubverband en hebben de 6 uur die de overtocht duurt hard nodig om hun hele natio nale liederenrepertoire te zingen. Allemaal liederen over bergen en meren, heuvelen en dalen. En over liefde, die versmaad werd. Het Mis tral-staartje is nog steeds merkbaar en tempert de hitte wat. Na vijf uur komt men echter tot de conclusie, dat vliegen toch wel sneller en com fortabeler gaat. HET IS SCHEMERAVOND als we meren. Het oude, zeer vertrouwde beeld van vijf jaar geleden, toen ik hier voor het laatst was. De baai van Calvi is nog even verdroomd als altijd. Het waterfront, de kade, nog precies hetzelfde antieke pira- tennest. Op de stenen de vissers, zit tend op hun netten, of leunend tegen de paniers, de korven waarmee ze op langouste vissen. De muren der huizen oud en verweerd. En over en boven dat alles dominerend, groots en geweldig, de Citadel van Calvi, oer-oude burcht, gebouwd in t' grijs verleden. De muren aangevreten door de tijd, de Mistral en de ver zengende hitte der Corsicaanse zon. Op iedere vierkante meter van die de hemel instormende muren de sig natuur van het verleden. Muren, ge havend, gekerfd en doorgroefd door een opeenvolging van eeuwen. Mu ren, die heel dat kleine stadje be heersen. Zich Calvi voor te stellen z o n d e r dè Citadel is net zo on mogelijk als Amsterdam zonder 't IJ. De eerste avond in Calvi. We doen wat we er altijd het eerst de den: de Citadel op. Die avond doet hij me meer dan ooit denken aan een stuk decor voor een woeste scène uit een Wagner-opera. Een decor, bestaande uit een wirwar van steeg jes en straatjes. In de spelonken wonen mensen, soms dertig, veertig meter hoog. Grotbewoners, de leven de have van de Citadel. Vanavond doet hij me denken aan een soort flatgebouw uit de middeleeuwen. De stijl? Een combinatie van Moorse, Romaanse, Gothische en nog ande re stijlen. Iedere generatie bouwde er aan, hetgeen nodig was omdat er nooit een tijd was dat Corsica niet door een andere natie belaagd werd. Dat begon al in de oudheid met de Grieken en het is nóg zo (vertellen u de Corsicanen). Corsica vormt dan wel een Frans departement.... nu ja.... maar het zijn geen Fransen die daar wonen. Wat dan wél? Cor sicanen! Vraag me niet, wat nu pre cies een Corsicaan is. Waarschijnlijk een vreemde, duistere mixture van Italianen, Fransen, Spanjaarden, Grieken, plus nóg enkele bloed-bij- voegingen. Ze houden niet van Frankrijk, zeggen ze. Vandaar dat heel wat Corsicanen NON op de rot sen van dit eiland schreven, toen De Gaulle hun laatst vroeg z'n poli tiek met ja of nee te bekrachtigen. (Waarbij men dan echter niet moet vergeten, dat Corsicanen geboren nee-zeggers zijn; met name tegen Frankrijk en de Fransen). De Citadel. Ergens in die enorme muren is, lang geleden, een steen gemetseld, die vermeldt dat daar, achter die steen, Columbus werd ge boren. Als men dan de moed heeft voorzichtig op te merken dat men meende dat 's mans wieg eenmaal in Genua stond, blijkt dat men een perfide, laaghartige opmerking heeft gemaakt, die eensdeels op wangunst berust, anderzijds een frappante de monstratie vormt van uw tekort aan historisch inzicht. Natuurlijk werd Columbus hier geboren! Hij ontdek te de nieuwe wereld, en vervolgens kwam Napoleon, eveneens pp Corsi ca geboren, om de óude wereld naar zijn inzicht te verdelen. Ze vertellen u dat, de Corsicanen, alsof het een soort grootscheepse herverkaveling van een werelddeel betrof. Columbus en Napoleon.... beiden zonen van Corsica. Hebben de Corsicanen van anno 1960 dus niét het recht hun eiland als de navel der wereld te zien? Hoe zou die wereld er uit zien zon der Corsicanen? (Als het gesprek zover is gekomen, is men minstens aan z'n derde glas wijn toe en-'ge- looft u het verder wel.) Wat waar is, dat is dat Bona parte hier, in de Citadel, onderdook, en zich daar voorbereidde op z'n „100 dagen". Een deel van z'n bibli otheek is er nog. Niemand die er zich voor interesseert. De Citadel bij avond. Oók een ideaal decor voor de een of andere Derde Man-film, of een film over welk ander luguber, sinister of ro mantisch thema. Er kan van alles gebeuren in die sfeer, en onder de belichting van zó'n maan. In de enorm dikke muren zitten hier en daar wat ruitjes. Licht gloort er door. Kinderen huilen er achter. Een Corsicaanse jongen zit te vrijen met een meisje op een hoge stoep, ge maakt van rotsstenen. De maan komt juist achter de tinnen van de Citadel vandaan en beschijnt hen. Een lieflijk en vredig beeld. Tristan en Isolde, om maar in de Wagner- sfeer te blijven. Beneden hen ligt de baai, een bassin vol glanzend kwik. Met dofzilveren banen maanvuur er in. De sterren schijnen vanavond zo helder als lampions. Jammer dat Walt Disney niet in de buurt is. Hij zou alle denkbare inspiratie gratis cadeau krijgen voor een nieuwe „Fantasia". Boven op de Citadel leidt Tao, de Wit-Rus, nog steeds z'n club. Een jaar geleden stuurde hij me een fles wijn. Merk: Patrimonia. Dat wil zeggen: de beste van heel Cor sica. Ik stuurde hem een foto-pocket van Nederland terug en daarna nog een ansichtkaart, die m'n komst ver meldde. Hij ontvangt me als was ik z'n broeder. Tao ziet er goed uit. We drinken daarop. Geen wijn, maar pastis. Het is m'n eerste glas sinds de aan komst. De pastis smaakt nog even zoet en onschuldig als altijd, dit zus je van de absinth, en is nog even verraderlijk voor hen die geen Corsicaan zijn. Ze zeggen dat alle kruiden, alle geuren, alle dromen van de maquis (de wildernis van Corsica) in de pastis verenigd zijn. Ik heb het nooit betwijfeld. Terug naar beneden, een lange kronkelweg naar de begane grond. En daar, aan de haven, moet dan de ontmoeting met Frangois le Noir van „Chez Frangais" volgen, de man met het uiterlijk van een zee rover en het hart van een lam (ten zij men z'n vijand is). De ontmoe ting gaat echter niet door, omdat Frangois er niet is. Ik vraag z'n dochter Pasqualina (ouder gewor den, maar nog even aardig, zij het wat feller in de ogen) waar haar va der is. Ze kijkt me droefgeestig aan en zegt dat hij ziek is. Ik vraag: „Ernstig ziek, Pasqualina?" Ze zwijgt en schenkt de wijn in. Een visser vertelt me dan, dat Frangois 3e dag tevoren te veel witte wijn en pastis gedronken heeft. Dat bete kent dat Frangois zichzelf is geble ven sinds vijf jaar geleden. Dóór naar Emille in het nauwe straatje achter de kade. Als hij me ziet, haalt hij eerst een fles rosé uit de ijskast. De beste van z'n huis. Dan drukt hij m'n hand en ik de zij ne. Dat is een aangrijpend moment, want Emille en ik zwoeren elkaar enkele malen eeuwige vriendschap. Hij vond, indertijd, dat zijn dochter en mijn zoon maar moesten trou wen, opdat we dan ook nog familie van elkaar zouden worden. Het plan was goed, maar de direct-betrokke- nen vonden de afstand te groot, vrees ik. Hij neemt me direct mee naar de hoek van het café en toont me daar z'n toilet, dat ik eens, verscheidene jaren geleden, de eer had officieel te openen. Wie hierom lacht, be grijpt van Corsica niets. Dat was in de dagen, dat toiletten nog onbeken de grootheden op dit eiland waren. Op een dag kocht Emille er een in Marseille en nam het mee. Het bleef een jaar of wat ter bezichtiging in z'n zaak staan. Als een soort sani tair curiosum. Iedereen bekeek en bewonderde het. Tot de dag, dat we hem zeiden dat het attribuut einde lijk eens voor zijn taak bestemd diende te worden. Aan schrijver dezes viel toen de niet geringe eer te beurt de plechtigheid te mogen verrichten. Een jaar daarna kocht Emille een grammofoon. Hij liet hem ons vol trots zien. Toen we vroegen naar z'n platen, keek hij ongelukkig. Hij hèd gèen platen. Of die er dan bij moesten? Welnee! De rest van de avond: bij de gita risten in „Au Son des Guitares". Het oude, beroemde sentimentele repertoire, voor de toeristen ad in finitum gespeeld en gezongen. De stem van Corsica: week, roman tisch, melancholiek. Een van de jon gens zingt met een hoge Tino Rossi- stem en maakt de indruk van een koorknaap. Maar dat is meer schijn dan wezen. Daarna loop ik langs het strand, precies op de vloedlijn, naar het Nederlandse bungalowpark te- »ug, waar ik voorlopig heb. Die vloedlijn is een gouden draad, want de zee licht. Het lijkt of de hele baai indirect verlicht is. Het is zeer indrukwekkend, en als je op dat moment aan Holland terug denkt, met riame aan de regen je vertrok, vraag je je af e eigenlijk nog ooit terug Die avond ontdekte ik dat Corsica was veranderd. Andere prijzen dan vijf jaar geleden. Meer mensen, meer auto's, meer campings, meer neon, meer scooters, tjes, meer kitsch in de winkels, meer affiches, meer excursies. Cor sica ontdekte de toerist en zag de mogelijkheden in hem. Hij imiteert nu een beetje Nice, maar de imita tie is kinderlijk, bijna tragi-komisch. IN DE DAGEN daarna merk ik hoe weinig dat Corsica in we zen veranderde. Ik denk dat het ook te oud is om te kunnen veranderen. Op Corsica heeft alles met het verleden te maken, met de voltooid verleden tijd. Een zorgeloos eiland, waar je veel De baai van Calvi is nog even verdroomd als altijd slaapt, veel vergeet, veel fantaseert, behulpzaam te zijn. Ze laten hun veel droomt en waar iedereen kan doen waar hij 2 vindt alles wat eiland, waar het nog mogelijk -niets te doen en waar men snel bevrijd wordt van alle zorgen, span- hoofd torste en twee andere ningen en gedrevenheden die een haar handen. Voorop liep haar man. bestaan op het continent blijkbaar Hij torste ook iets. Z'n pijp. Men noodzakelijk met zich brengt. Geen zegt daar echter dat het zo hoort nog even hard werken als heeft. Iedereen twee, drie en vier eeuwen geleden, doet goed. Een Het eerste wat ik zag toen ik de bergen in ging, was een Corsicaan- die één mand op haar beter oord voor lijders nagerziekte dan Corsica, dat ver droomde, verstilde, middeleeuwse maar ik kan het nog steeds niet ders zien dan als Een wonderlijk eiland. De eerste de vrouwen vinden dat ook. Maar niet allemaal meer. Ze hebben nog altijd hun eindelo ze siësta's, ze houden nog evenveel van hun wijn en pastis, en gaan van VW-prospectus, het standpunt uit, dat het leven te En hij verzamelde z'n oude strijd makkers weer en ze bouwden we derom een vlot. En ze vertrokken. Men beweert dat Ulysses in de richting ging van de Zuilen van Her cules, zoals in die dagen de Straat van Gibraltar nog werd genoemd. De Zuilen werden echter nooit be reikt. Ze kwamen namelijk bij een der Gelukzalige Eilanden. Daar wa ren druiven, wijn en mooie vrouwen. En daar was zon en snarenspel. Wat Er werd gemeerd en ze bleven daar. En nooit kwam Ulysses meer Ik weet nu welk eiland het was, waar hij bleef, hoewel de naam nooit anders wordt genoemd dan „een der Gelukzalige Eilanden". Het was natuurlijk Corsica, door de Grieken genoemd: „Kallisté". Hetgeen betekent: de Wonderschone. Ik hoop u nog te mogen schrijven over Kallisté! kort is om dat te verknoeien met bereikbaar pa- hard werken. Werken is uitsluitend voor de domme. En voor de vrou- Ze bleken nog even trots als basis dag las ik al op de slecht gedrukte altijd, en het woord „honneur" de „Grandes Fêtes de ligt hun de mond bestorven. egemaakt. Wat ik zag, hoorde en sicanen stelen niet. Niet omdat i Don Camillo of voor kwestie tweede Clochemerle-boek. in Calvi, in de maquis, grote vuurwerk bleek te bestaan uit trof ik een herder slapend aan. Ik enkele niet geheel drooggebleven wilde hem de weg vragen en pro vuurpijlen, aangevuld met een ein- beerde deloos aantal, voetzoekers, die tot werd ontbranding kwamen tussen de wakker te maken. Het langdurige bezigheid. Hij leek me heel arm. Z'n kleren vlagge- nigte, die de straatjes en steegjes ™dden\ Hij zaS <fr verwaarloosd uit. op de rug of aan de borst) krijsten. te. Niemand trok zich daar echter iets van aan, de gendarmes in de aller laatste plaats. Hoogtepunt van het festival vorm den de parachutisten, die boven de ken "Een* baai uit hun toestellen sprongen. Ze sordino geluid waren verplicht, vanwege het op- - - voeren der sensatie, tot tien meter vrije sprong. D.w.z.: ze moesten eerst tot tien tellen, alvorens hun parachute te openen. Er gebeurde cii ftuuuc géén ongeluk. Iedereen was daar gebaar^ met v,iü behalve misschien de huw- Aldoor bleef hij me slaperig, met half-geopende ogen, aankijken. Ver derop, tegen de berghelling, graas de z'n kudde schapen. Je hoorde het geluid van de belletjes om hun nek- haast lieflijk con de middagstilte. Toen ik hem vroeg of hij arm was, zei hij dat hij rijk was. De berg was van hem, zei hij, en de helling van die andere berg verderop ook, de kudde. Hij maakte een breed blij cirkel van Nederlandwat een mooi land TJET is een vreemde samen- loop van omstandigheden, schreef het Brusselse blad La Libre Belgique gisteren, dat ter wijl in België een belastingver hoging van zes miljard frank wordt aangekondigd, de Neder landse regering laat weten dat de belastingen per 1 juli 1961 met 6,7 miljard frank zullen worden verminderd. De regering in Den Haag aar zelt niet de belastingen* op de on dernemingen en het kapitaal te verminderen, zo vervolgt het blad. Men weet daar in feite zeer goed dat de economische expansie af hankelijk is van het particulier ini tiatief. dat dient te worden aange moedigd en niet vernietigd. Een les voor onze linkse technocraten, die ervan dromen de belastingen in België te verhogen... Het blad zegt aan een Belgische regeringsvertegenwoordiger de vraag te hebben voorgelegd, waar om België zich niet aansluit bij het voorbeeld van Nederland. Het ant woord: ,,De belastingen in Neder land zijn altijd hoger geweest dan bij ons. Den Haag kan zich belas tingverlagingen veroorloven, om dat de Nederlandse overheidsfinan ciën gezond zijn. Dat is in België niet het geval. Vóór alles moeten onze financiën op orde worden ge bracht door bezuinigingen en door belastingen. De Nederlanders komen nu langzaam oen periode van vijftien jaar van versobering te boven." La Libre Belgique schrijft dat het hiervan akte heeft genomen, maar vervolgt: Niemand heeft nog aangetoond, waarom een verhoging van de belastingopbrengst met zes miljard frank in België absoluut noodzakelijk is, waar een werkelij ke bezuiniging op de begroting, ge paard aan economische expansie, voldoende zou zijn. Ook het blad La Cité herinnert in een commentaar aan de in België aangekondigde belasting verhoging en zegt dat deze onge veer hetzelfde bedrag betreft als de verlaging in Nederland. De Nederlandse en de (nog niet of ficieel bekendgemaakte) Belgi sche begrotingen met elkaar vergelijkend, merkt het blad op, dat Nederland ongeveer 7,8 mil jard frank (ruim 600 miljoen gulden) meer aan defensie uit geeft dan België, maar ook 400 gulden meer aan onderwijs. „Nederland, wat een mooi land", verzucht La Cité. para's kunnen luchten noch vanwege hun furore bij de Corsi caanse meisjes. De plaatselijke harmonie, om het werkte' o o 6 1 J;net zo goed bunnen zeggen: „de he- o je wereld is van mij". Ik begreep dat hij inderdaad rijk aan grond dat hij een vrouw had die hard te en twee mooie kinderen. Hij was rijk, maar anders dan men op het continent rijk is. Hij ser spelen dan die dagen. Enkele Was rijk, zoals hij daar lag, jong en malen volgde een groep fakkeldra- sterk en donkerbruin, onder het fel- gers het korps. De fakkels waren le middaglicht van Corsica. Hij voel- miniatuur-klem en t bood een on- ^e zich daar beslist niet ongelukkig vergetelijk schouwspel bijna twee 0p jat ogenblik. Dit was zijn rijk. meter lange negers uit Frans Equa- j]n hij was de koning. De aarde tonaal Afrika, ware Jago's, dood- waarop hij liep was zijn troon en ernstig te zien meelopen in hun pa- Gods hemel boven hem zijn bal- rachutistenuniform, gewapend met dakijn. Dat alles, de die kinderlijk kleine flambouwtjes. - Voorop reed een auto, waarop met reuzenletters PERS geschreven hij was niet stond. Een Corsicaan, gewapend met een machtig fototoestel, spring de auto heen en weer ei het historisch gebeuren allerverste nageslacht fotografisch vast te leggen. Achter de muziek dan de complete bevolking, hossend, zingend, dansend en transpirerend vanwege de subtropische hitte. Ieder droeg een vlaggetje en had een pa pieren hoedje op. Elke vlag en elke Ineens vielen z'n ogen toe en ik zag dat hij weer sliep. Hij sliep bezig liever dan hij praatte. Het was trou- het wens het uur der siësta. Een heilig op dit eiland. "1 OEN ULYSSES, groot man in de turbulente wereld der Griekse mythen, na jaren van strijd en avontuur weer naar zijn vaderland terugkeerde, ga c'est du Pastis!') Men kon zich lope. Die had gewacht, ondanks de afvragen (maar dat is natuurlijk niet Vrijers, die haar zeiden dat hij, x -li.--7 ter Ulysses, nimmer meer zou weder- lardig) of het feest alleen ere van de heren Casanis ganiseerd. EE, IN FEITE veranderde keren. Maar zietdaar was hij weer. En de dag, nadat hij de Vrij ers had verslagen, wachtte hem Pe nelope, gelijk de dichter schrijft op Corsica niet zo veel. Alle „met rozenknoppen in het haar oude ruzies, veten en levens lange processen bleken nog rustig aan de gang te zijn. kussen op de mond". Ulysses, het strijden en avontu- moe, besloot de rest De Corsicaanse jongens kijken nog levensdagen aan haar zijde door te brengen. Maar hij had teveel ge reisd, denk ik, teveel geavontuurd, nationale service de da- Want na een paar jaar al vond hij niet allen als dat) dat rustige leven leeg en doelloos. allemaal naar de vrouwelijke toeris ten en achten het nog steeds eer kwestie De kantonrechter te Hoofddorp, mr. J. E. Goudsmit, heeft Martins Air Charter in het gelijk gesteld: ook tijdens rondvluchten mogen de passagiers naar hartelust luchtfo to's maken. De luchtvaartwet verbiedt het fo tograferen uit vliegtuigen zonder spe ciale toestemming van de minister van defensie. Twee jaar geleden werd bepaald, dat het verbod niet gold voor passagiers van luchtvaartuigen „die geëxploiteerd worden voor het ver voer van personen of goederen. Vol gens de directeur-generaal van dt rijksluchtvaartdienst, de heer J. W. F. Backer, was deze bepaling alleen bedoeld voor grote maatschappijen en mochten rondvlucht-passagiers nog steeds geen gebruik van hun came ra's maken. Martin's Air Charter betwijfelde dit, lokte met medeweten van de rijks politie een proefproces uit en kreeg gisteren gelijk. De kantonrechter zei: ,,Ik vind een rondvlucht ook een ver- keersvlucht, net zoals ik meen, dat de spoorwegen iemand vervoeren, die met een retourtje reist en niet eens het station uitgaat". KAMERMEISJE Twee jaar werd voor de rechtbank te Amsterdam geëist tegen de IJs- selsteinse smid J. G. van E. (40) die het Amsterdamse kamermeisje Tony (33) met wie hij enige tijd had sa mengeleefd, had neergestoken. Het meisje kwam er weer boven op en voor de rechter verklaarde zij: „Ik ben altijd bang van hem geweest, daarom dorst ik hem niet te weige ren". Op de eerste Pinksterdag van dit jaar volgde het meisje de wens van haar moeder op en ging niet naar IJsselstein. De smid kwam toen naar Amsterdam; er ontstond ruzie, die eindigde met de steekpartij. „Hij had al eerder gedreigd me te tatoueren", zei de vrouw gisteren. De officier achtte de poging tot doodslag, bewezen. De raadsman, mr. J. W. Witsen Elias, zei dat er slechts spra ke was van eenvoudige mishandeling. De sterke smid had slechts lichte steekwonden toegebracht. Bovendien had hij twaalf glazen bier op. aldus de raadsman. Uitspraak volgt op 6 BALDADIGE HEIERS Twee baldadige heiers werden gis teren door het gerechtshof te Amster dam in hoger beroep vrijgesproken. Het tweetal 38 en 22 jaar oud was door de Utrechtse politierechter tot 8 en 6 weken gevangenisstraf ver- De Brit John Justin, oud RAF-piloot i vroeger lid van de Old Vic, zal in december zijn Broadway debuut maken in James Costigans „Little Moon of Al- ban". Hij vertolkt in dit stuk de rol van een Britse officier die tijdens de Ierse rebellie liefde opvat voor een Iers meisje (gespeeld door Julie Harris). Regisseur Herman Shumlin. oordeeld. Zij zouden' begin september 1959 de afzetting van een wegopbraak in Jutphaas gedeeltelijk hebben ver nield. De jongste had in een op al cohol geïnspireerde baldadigheid de vrouwenfiguur van het verzetsmonu- ment omhelsd. Het beeld was geval len en gebroken. De burgemeester van Jutphaas pleitte in een brief voor het tweetal. De gemeente, zo schreef hij, heeft een fout gemaakt; het beeld stond nagenoeg los op het voetstuk. VERDUISTERING Volgens de aanklacht heeft de fili aalhouder van een Amsterdamse rij- wielfabriek (34) in negen maanden radiotoestellen, bandrecorders, televi sietoestellen, wasmachines en 1 koel kasten verkocht en de opbrengst ƒ82.000 in'zijn eigen zak gestoken. Drie jaar gevangenisstraf eiste de of ficier van justitie bij de rechtbank te Haarlem gisteren tegen de filiaalhou- Verdachte en zijn verdediger wezen beiden op de administratieve wan orde bij de rijwielfabriek. Er was nog een verdachte in deze zaak, een Haarlemse artiest (38) die enkele da gen per week bij de filiaalhouder werkte en van de opbrengst van de verduisterde goederen 3000 zou heb ben ontvangen. De uitspraak in beide zaken volgt over veertien dagen. HOTELDIEF Klaas de J., 26 jaar oud en tolk, belde op 12 augustus, 's nachts, aan bij een Amsterdams hotel. De deur werd automatisch geopend: de eige naar verwachtte nog een late gast. De tolk pakte een sleutel en bracht een bezoek aan de corresponderende kamer, waar de Engelse student Ire land lag te slapen. Voor de rechtbank te Amsterdam, waar gisteren negen maanden met af trek' tegen Klaas de J. werd geëist, vertelde hij, statenloos te zijn en bij zonder te zijn aangetrokken door de portefeuille, die het paspoort van de Engelse student bevatte. Een dag voor hij de diefstal pleegde was hij over de Nederlandse grens geglipt bij een poging op een „zwarte" manier aan een paspoort te komen. Zijn pas poort was hij kwijtgeraakt door dienst neming in het Vreemdelingenlegioen. Op 6 oktober zal de rechtbank uit spraak doen. De 60-jarige metaalsorteerder D. V. uit Den Haag, die als filiaalbe heerder 2200 had verduisterd en had afgedragen aan zijn spilzieke vrouw, werd gisteren veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 weken met aftrek. Zijn echtgenote is in een psychiatrische inrichting opgenomen. Zes weken gevangenisstraf eiste de officier van justitie bij de rechtbank te Groningen tegen de chauffeur J. van S. (23) die op 3 december 1959 een aanrijding met een trein zou heb ben veroorzaakt. De wagen werd toen meegesleurd en een der inzittenden van de wagen kwam toen om het le ven. De rechtbank beoordeelt over 14 dagen of de chauffeur inderdaad roekeloos heeft gehandeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 9