SURINAME NDING DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD Het eeuwfeest der ZONDAGSBLAD ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1960 dat Suriname een zorgenkind is, Nederland een kind van veel liefde, ee scheiden en hind van veel zorgen. Maar daarom ook voor kind, waarvan het moederland zich niet zal A. W. F. Idenburg in de Eerste Kamer. (3 mei 1923) „Het is bekend dat de Broedergemeente verreweg de eerste is geweest, die zich iets heeft laten gelegen liggen aan het geestelijk heil van de slaven, die wij in Suriname hadden ingevoerd. Daarvoor pleit de plicht der dankbaarheid tegen over die buitenlandse instelling, die zich vele jaren grote offers in geld, en nog groter offers in levens heeft getroost, om. een taak te vervullen, die in de eerste plaats door Nederland had moeten worden ter hand genomen, en die die taak heeft vervuld op zodanige wijze, dat men van Suriname met recht kan zeggen, dat tiet is de meest Nederlandse van onze koloniën." A. W. F. Idenburg in de Eerste Kamer. (3 mei 1923) NIEMAND kent het nog steeds wat deftige dorp Zeist werkelijk, die niet in aanraking is geweest met de Broedergemeente. Men staat er versteld over, hoezeer deze kleine ge meente door de eeuwen heen haar karakter heeft weten te handhaven I Voor de toerist die zich niet direct naar de Zeister Bossen, met het „Laantje zonder end" en het „Jagers huis" spoedt, wordt dat alles gesymboliseerd in de twee imposante pleinen, gelegen aan weers zijden van de Nassaulaan, die voert naar het Zeister Slot, in 1746 door de Amsterdamse koopman Cornells Schellinger aangekocht ten bate van de Zeister Broedergemeente. Aan weerszijden van deze laan liggen de waarlijk imposante pleinen, links het Broederplein met de zetel van het Zeister Zendingsgenootschap, rechts het Zusterplein, met het sobere, maar indrukwekkende kleine witte kerkje. Niemand moet na laten het eens te bezoeken, en er een kerkdienst mee te maken, die vóór de laatste Wereldoorlog nog steeds in de Duitse taal plaats vond; zusters en broeders nemen gescheiden plaats; de zus ters met een wit kapje op het hoofd, met lintjes in kleuren, die aanduiden of ze ongehuwd, ge huwd of weduwe zijn. Aan het Zusterplein is de Meisjesschool Selegen; even buiten het Broe- erplein de Jongensschool met hun geheel eigen sfeer, waarop ook tallozen, die niet tot de Broederschool behoorden, onder wijs genoten, en dankbaar aan de gedegen lessen terugdenken, die zij daar mochten ontvangen. Wie, die hem heeft meegemaakt, - zal ooit het schoolhoofd van de Jongensschool, de heer Arbos, vergeten? Even buiten het Zusterplein ligt het kerkhof der Broedergemeen te, met allemaal gelijke stenen, waar de gestorvenen der ge meente liggen: Duitsers, Denen, Nederlanders, vrijwel allen nauw verbonden aan de gemeente- en zendingsarbeid van deze kleine, maar hoogst actieve gemeente. Daarheen beweegt zich, na de zeer vroege kerkdienst op de Paasmorgen, de lange stoet der gemeenteleden, om er onder ba zuingeschal de doden van. het af gelopen jaar te herdenken, en net Paasevangelie te lezen op de Zending Zowel religieus als maatschap pelijk vormt deze kerkelijke ge meenschap een unicum in Ne derland en West-Europa: niet In het minst om wat de Heilige Geest bewerkt heeft in de har ten der gelovigen; eeuwen lang rijn ze voor het Nederlandse Christendom een voorbeeld ge weest van zendingsijver, en zij zijn het nóg! Die zendingsijver door de eeuwen heen is een won der, wanneer men bedenkt dat, de kinderen meegerekend, de Zeister gemeente vrijwel nimmer méér dan 500 zielen heeft geteld, en de gemeente Amsterdam Haarlem 200 zielen alles bij een slechts 100 gezinnen! De Nederlandse staat gedenkt met dankbaarheid wat deze me rendeels uit Duitsland afkomstige nederzetting tot op vandaag be tekend heeft voor de zending dn Suriname. De eenvoud van opzet, de volharding In wat men een maal aanving, de grote zegen die het werk bracht, zijn oor zaak dat Nederland met respect vervuld mag zijn voor wat de ze kleine gemeenschap heeft ge daan voor Suriname. Er is geen speciale band aan deze kerkelij ke gemeenschap, zelfs niet aan het Christendom nodig, om met eerbied te staan tegenover de ar beid van deze gemeente, en wat deze, geïnspireerd door haar stichter N'lcolaus Ludwich von Zlnzendorf, heeft betekend voor Suriname, vooreerst in geeste lijk opzicht, maar ook door ve lerlei arbeid van barmhartigheid en onderwijs, op algemeen maat schappelijk en cultureel gebied. Die nationale dank voor wpt de Broeder-gemeente gedurende twee eeuwen in Suriname had gedaan, kwam treffend tot uiting toen in september 1935 op een zendelingsfeest te Zeist herdaent werd, hoe op initiatief van Von Zinzendorf, twee eeuwen geleden met de zending m Suriname een begin werd gemaakt. Op woensdagmiddag 18 sep tember stond de kleine gemeen te één middag via radio en pers in aller belangstelling, want in het kleine kerkje aan het Zus terplein waren bijeen de minister van koloniën, dr. H. Colijn, de juist in Nederland vertoevende Souverncur van Suriname, prof. r. J. C. Klclstra en alle nog in leven zijnde oud-gouverneurs van Suriname, mr. D. Fock (1908 19111, G. J. Staal (1916—1920), mr. A. J. A. A. baron Van Heemstra. 1921—1928en dr. A. A. L. Rutgers (1928—1933) om n redevoeringen te getuigen van vat deze zendingsarbeid voor Su riname, en dus voor geheel Ne derland betekend had. kunnen voorstellen wat vreemd en schoon gebeuren hier plaats vond: de Broedergemeen te draagt een sterk piëtistisch ka rakter, en was slechts met de wereldlijke autoriteiten in aanra king gekomen, voor zover haar zendingsarbeid zulks noodzake lijk maakte; thans kwamen de hoogste regeerders en oud-gou verneurs van Suriname naar het kleine, witte kerkje aan het Zus terplein te Zeist, om him dank uit te spreken, voor wat deze kleine gemeenschap had bete kend voor land en volk van Su- Het is goed, dat ook thans ons volk zich dat ogenblik herinnert, want deze herdenking draagt de waarde van een symbool! Im mers, wat er ook geschied is sindsdien in de verhouding der volkeren, de zendingsarbeid der Broedergemeente is voortgegaan onder de machtige inspiratie van haar stichter Von Zinzendorf. Zinzendorf Het is met grote religieuze voorgangers vaak als met be gaafde kunstenaars: ten onrechte verwachten velen van hen, dat zij naar menselijke maatstaf vol maakte mensen zijn qua aanleg en karakter. Ook Zinzendorf bewijst hoe on juist deze wens is. Bestudering van zijn leven en persoonlijk heid doet verstaan, dat Gods werk gebruik maakt van onvol maakte mensen, en dat juisi daarin Gods grootheid kan blij ken, terwijl daardoor tevens wordt aangetoond in de geschie denis, dat ook het gebrekkige door God gebruikt kan worden. De waarde van een in dit Jaar verschenen boekje over Zinzen dorf, samengesteld door de be kende voormannen der Broeder gemeente H. G. Steinberg, H. L. C. Schutz, \V. Lutjeharms en J. M. van der Linde, is onder meer gelegen in het feit dat zij ons een Zinzendorf geschilderd hebben die menselijk, al te men selijk is! Hij was vaak moeilijk in de omgang, prikkelbaar, emotioneel. Zijn moeder vond hem reeds als kind een tondeldoos, zo licht ont vlambaar. Hij was trots op zijn afkomst als rijksgraaf, een grandseigneur die eens sprak: „Ik ben een Zinzendorf! Die zijn het leven niet waard, tenzij zij het aan grote dingen wagen Maar daar staat tegenover, dat hij een ziener was, dichterlijk van aanleg, onbaatzuchtig, een daadmens, die regeren kon, spion- taan in spreken, geweldig als het op inspireren aankwam van anderen, spreker van formaat, man van uitersten, alle middel maat hatend, groots van idea len, en zijn levensidealen heeft hij geheel in dienst gestelo van de Christelijke zending! Zijn levensperiode, die in onze school boekjes geldt als de aanvangs tijd van de Pruikenperiode, was voor hém een Zendingstljd by uitnemendheid. De Zending, vooi velen onzer een erkend noodza kelijk aspect van het Ohristen- leven, was voor hem inzet, dag taak, alles! Een gezinsleven heeft hij als kind niet gekend, zijn huwelijks leven mag met als voorbeeld gelden, maar alles wat hij te geven had, schonk hij 'aan de ge meente die hij vormde, besteed de hij aan de Zending, die hij onafgebroken tot aan zijn dood toe inspireerde. Zijn vader, die staatsminister was, stierf zes weken voor de geboorte van de ionge Lutz; zijn moeder hertrouwde in 1704, en moest de opvoeding van de jonge Lrtz aan de grootmoeder Hen- iiette Catharine von Gersdorf overlaten. Van haar zou Zinzen dorf later getuigen: „Mijn prin cipes heb ik van haar, want zij was een persoon, wier hart voor alles in de wereld openstond, dat zich voor de Heiland interesseer de". Hij studeerde te Wittenberg en maakte studiereizen, maar cen traal is wellicht voor hem ge weest de gebeurtenis, die door de eeuwen heen bewaard moet blijven voor komende geslach ten: in 1719 zag hu te Düssel- dorf het schilderij van de gekrui sigde, en dit ontvlamde ook in zijn hart de opdracht: „Dit deeo Ik voor U wat doet gij voor mij?" In 1731 aan het hof van Dene marken vertoevend, voor de kro ning van koning Christiaan VI. kwam hij in gesprek met twee gedoopte Groenlanders en een Afrikaanse lakei, en meer dan voorheen werd hem duidelijk bescherming, dat hij de organisa tie zo weinig op de voorgrond stelde? Want zelf was hij, hoewel hij van alle proselytenmakerij af- hlj de Zending: „Gens aeterna, gij eeuwig geslacht, gij Moraviërs!" Wanneer men hem nauwkeurig beziet, zou men in hem wellicht geen man ontdekken, die werk op mijn kon volhouden in and ondernomen, maar wat hem te doen stond: op 23 juli 1731 bracht Zinzendorf ver slag uit van dit gesprek in de gemeente van Herrnhut, en riep hij op om de Zendingsweg te gaan, en reeds drie dagen later boden twee broeders zich aan zich als zendeling naar de neger slaven op St. Thomas te begeven In het jaar 1727 had in de ge meente van Herrnhut een „op wekking" plaats gevonden, die door de gemeente zelf ervarer werd als de herhaling van het Pinksterwonder. Sindsdien werd de gemeente te Herrnhut door honderden bezocht, om te verne men wat grote dingen God aar. deze gemeente had gedaan. Ze waren nog geen. vijf jaar geleden uit het oude Hussieten- land overgekomen, uit Moravië en Bohemen, en hadden, zich o der bescherming gesteld van graaf Von Zinzendorf, die met hen de .gemeente Herrnhut (on der 's Heren hoede) stichtte. Ze wilden geen secte zijn, maar als gezinsgemeente een kerk, doch géén kerk die opging in. de or ganisatie, met een strenge leer want daarin zag Zinzendorf geen enkele garantie voor een levend geloofsleven. Ontmoeting Hém ging het alleen om de persoonlijke ontmoeting met en de liefde tot Jezus. Hij haatte in die eeuw van nationalisme alle abstractie, systematiek en logica, en beriep zich op zijn intuïtie, waar deze in overeenstemming was met de Bijbel en het geloofs leven van de gemeente. Zijn spreuk was: „Es 1st mir so", waarover hij eens opmerkte: „Ik voel het zo aan. Het Is een heel simpel woord, maar het ver tolkt het hele begrip van ziener. Ik blijf er bij: het hele vraag stuk van ziener bestond hierin: ihnen war so, en het kwam uit." Daarom verwachtte hij het in genen dele van de theologie: „Wij geloven, dat de gehele theologie, waarmee wij voor de heilige en gelen kunnen bestaan, zonder dat wij ons behoeven te schamen, op een blaadje van octaafformaat ge schreven kan worden met grote letters.... Wij moeten met de Heiland in persoon bekend wor den, anders deugt alle theologie niet. Dit is de inhoud van het geloof der broeders." Hij geloofde wel in het zicht baar aspect der Kerk, maar vreesde een al te vaste organisa tievorm met een zeer precies verzorgd kerkrecht, met alle con sequenties van dien: „Hoe min der een sociëteit vast gevormd is en hoe minder de mensen zelf weten, dat zij een sociëteit zijn, des te beter. Een gemeente moet niet gesetteld worden, of zij wordt ipso facto een verstarde zijn gemeente of de Kerk elders „naar Herrnhutter el" zou wor den gemeten. Hij riep zijn ge meente toe: „Herrnhut, weet ge, straal van de morgenster, waar om gy „Hoeder des Heren" heet? Opdat in u. zo dag als nacht, bet Lam gediend worde! En, God lof! Wij werken voor Hem graag! Hij stelde over de gemeente „„„.uur vc zaal, vooral niét kathedraal, preekte hij, en ging voor in de liturgie. Was het zelf- ifroflrverta zijn levendige, bewegelijke waarmee hij zijn omgeving boei de, wist van doorzetten, snel af werken, anderen te dwingen tot beheersing der moeilijkste om standigheden. Tijdens synodes kende hij geen rust, er moest dóór vergaderd worden, voeding en slaap achtte hij nauwelijks: de Heer moest worden gediend, de heidenen wachtten! Hij reisde door geheel Duits land. naar Nederland, naar En geland, naar Zwitserland en Let land, naar West-Indië en Noord- Amerika. Hij deed het vaak te voet, en overal wist hij als een Napoleon zijn zendingsmanschap pen te bezielen in het geloof aan Het Komende Rijk. De georganiseerde kerken be streden hem; in Nederland ver schenen in de jaren 1738 tot 1752 niet minder dan veertig vlug schriften tegen hem, maar hij faalde niet: dwars door alle fou ten heen wist hij één der groot ste stoten te geven tot de zen dingsarbeid: de kleine Antillen, Groenland, Noord-Amerika, Su riname, de Goudkust, Zuid-Afrika, de Joden, Ceylon, Zuid-Oost-Euro- pa, Perzië, Egypte, Labrador, Ja maica en Oost-Indië wist hij met zijn nimmer falende kracht te bereiken. Op zijn sterfbed mochten de enkele omstaanders de dankbare woorden van hem vernemen: „Ik had aan een paar „eerstelingen" uit de heidenen gedacht. En nu gaat het in de duizendtallen! Welk een formidabele karavaan uit onze dienst voortgekomen, staat nu al rond het verhoogde Suriname Ook Suriname viel machtige zendingsgreep! Op 20 december 1735 e. den de eerste Zinzendorfse delingen te Paramaribo: twee Mo ravische emigranten en H. C. von Larisch, de persoonlijke page van de Graaf. Hun opdracht, die Zin zendorf had meegegeven luidde kort: „bij de gewone arbeid zien, of er onder de vrije Indianen of de Moren iets voor de Heiland te winnen zou zijn." Zij gingen als gewone mijnwer kers arbeiden. Larisch stierf reeds op 4 februari 1736; de twee anderen keerden kort daarop naar Duitsland terug. In oktober 1738 arriveerden nieuwe zendelingen en ook zij moesten reeds een jaar later onder moeilijke omstandig heden Suriname weer verlaten. Maar in 1740 zette een nieuwe kleine groep voet aan wal. In 1740 kon de Zendingspost Pilger- hut gesticht worden; de eerste doop vond plaats in 1748. Van 1748 tot 1760 mocht onder grote zegen de zendeling Th. S. Schumann in Suriname arbeiden. In 1754 schreef deze aan Zinzen dorf: „Langs de Atlantische kust tussen Suriname en de Orinoco zal geen Indiaan zijn, die niet weet, tot wie hij zich moet wen den, als het hell van zijn ziel hem ter harte gaat...." In 1763 werd de Zendingspost Pilgerhut, drie jaar na de dood van de 41-jarige Schumann, door opstandige slaven jammerlijk verwoest en verbrand, maar het zaad was reeds gestrooid: het Evangelie had in Suriname onder Duitse leiding onstuitbaar zijn loop genomen, ondanks alle schijnbaar mislukte pogingen, dank zij de enkele getrouwen, die Christelijke helden, die hun leven in de meest letterlijke zin aan de Christelijke zending gegeven had- De Duitse dichter en wijsgeer Johann Gottfried Herder (1744 1803) schreef in 1802 in zijn tijd schrift „Adrastea": „Toen Nico- laas Lodewijk graaf Zinzendorf op 9 mei 1760 zijn ogen voor de ze aarde sloot, ging met hem de grootste veroveraar heen, dien deze onze achttiende eeuw ge kend heeft, een van de grootste, die de aarde in hef geheel ge- Colijn over Zinzendorf Op gelijke wijze oordeelde ook dr. Colijn in zijn herdenkingsrede, die hij die middag in september 1935 ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest der Suriname- zending, in het kleine Zeister kerkje van de Broedergemeente hield. Nadat de voorzitter ds. P. M. Legêne hem had ingeleid, ving hij voor de radio aldus zijn her denkingstoespraak aan: „Wie de historiebladen over de eerste helft der 18e eeuw raadpleegt, stuit op een reeks van welbekende namen. Namen van vorsten als Lodewijk XV Frederik en Peter de Groote, Maria Theresia en Karei XII van Zweden; namen van staats lieden als Sir Robert Walpole, Fleury of Alberoni en van le geraanvoerders als Marlborough of Eugenius van Savoye. Hij leert ook verstaan, als hij de naam van John Law tegenkomt en kennis neemt van de wind handel uit die tijd, dat ook op dit gebied het woord vande Prediker der Oudheid waar blijkt: hetgeen er geweest is, hetzelfve zal er zijn en hetgeen er gedaan is hetzelve zal er ge daan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon. Zelden echter tenzij dan in boekwerken die zich met het geestelijk leven bezig houden vindt men de naam van graaf Von Zinzendorf vermeld. En, toch is de vraag niet misplaatst of het levenswerk van deze man de tijd niet beter heeft verduurd dan dat van zo menig ander uit die tijd wier namen men, als die van bekenden, steeds met zich omdraagt." In een ook vandaag nog zeer leesbare rede, die te vinden is in het even eenvoudig als fraai uit gegeven boekwerk van het Zeis- ter Zendingsgenootschap, waarin alle die dagen gehouden redevoe ringen zijn opgenomen, gaat dr. Colijn verder in op de grote be tekenis voor Kerk en Natie, en met name voor Suriname, van de arbeid van het Zeistèr Zendings genootschap. De grote, persoonlijke waarde ring van Colijn voor deze arbeid komt wel duidelijk uit in zijn slotwoorden: „De arbeid der Herrnhutters beperkt zich niet tot Suriname alleen. Met uitzondering van Australië waar de zending in het jaar 1919 werd overgedra gen aan de Presbyter-Zending, werkt Herrnhut in alle wereld delen. De Moravische Kerk in de Verenigde Staten is een loot van uw stam. Labrador en Alas ka, Californië en Nicaragua, Zuid-Afrika en Tibet, voorma lig Duits Oost-Afrika niet-Ne derlandse delen van West-Indië, het zijn alle namen, die op uw wapenschild mogen prijken. Maar tot ons spreekt toch Su riname het meest en Suriname is trouwens, als ik het wel heb, uw voornaamste zendingsge- bied, dat tot 1927 geheel van uit Hernnhut verzorgd werd, zij het dan met enige steun van het Zeister Hulpgenootschap. Geve de almachtige God u ook in het derde eeuwjaar rij ke zegen op uw werk en doe Hij het Christenvolk van Neder land verstaan, dat het zich in deze ook voor u zo zware tij den, niet onttrekken kan aan een Nederlandse kolonie. Wat was het geheim, waarin school de kracht van de uit niet meer dan honderd gezinnen tel lende Broedergemeente, waar door zij in staat was dit moeiza me werk aan te vangen, en meer dan twee eeuwen lang tot op vandaag toe voort te zet ten? Ongetwijfeld mede in de vas te, Bijbelse overtuiging dat het Evangelie voor alle volken Is, en dat diegenen die het reeds kennen en belijden, door Chris tus geroepen zijn het ook aan ón deren te schenken. De arbeid der Broedergemeente is één der grootste vruchten van het Pink sterfeest geweest in West-Europa! In de geschiedenis tussen Ne derland en Duitsland komen enke le zwarte bladzijden voor, maar niet vergeten mag worden dat Duitsland ten aanzien van Su riname, Nederland in deze Chris telijke overtuiging is voorgegaan. Uitgaande van en gedragen door het bekende lied, waarmee het door ons genoemde boekje over Zinzendorf, geschreven naar aanleiding van zijn tweehonderd ste sterfdag, afsluit: „Laat ons zo verenigd wor- als Gij met de Vader zijt! Dat van U, verhoogde Heiland zich geen enkel lid afscheid' Van het branden uwer liefde Neem' ons licht alleen zijn En de wereld zal bekennen dat wij Uwe, jong'ren zijn'." Gevaar voor verrassingsaanval - Niets nieuws onder de zon - De modderpoel van Loemoemba - Taak voor de Verenigde Naties TAE sowjetunie bereidt zich se- dert 1955 voor op een verras singsaanval met kernwapens op de Verenigde Staten. Men heeft het deze week in de krant kun nen lezen en zich wellicht ver baasd afgevraagd, wat er nu waar Is en wat niet. Sprak de naar het Westen overgelopen kapitein Ni kolai Artamonof de waarheid, toen hy voor een commissie van het Amerikaanse Congres ver klaarde, dat de Russische leiders een dergelyke aanval zullen ont ketenen, als zy denken, het pleit met een slag te kunnen beslech ten. Of is het zo, dat zelfs Chroesjtsjef een nieuwe wereld oorlog werkeiyk nlèt onvermy- deiyk vindt en met de leidende staatslieden van het Westen van mening is, dat een dergelyke wereldcatastrofe slechts tot mas sale vernietiging zal leiden en dat er geen overwinnaar zal zyn? Waarschuwing Waarschuwingen als die van de Russische marine-officier worden de laatste tijd meer gehoord. En kele weken geleden heeft nie mand minder dan Allen W. Dul les, het hoofd van de Amerikaan se Centrale inlichtingendienst, eveneens de mening verkondigd, dat het Kremlin achter de scher men bezig is, voorbereidingen te treffen voor een verrassingsaan val op de vrije wereld. Dulles is de man, die verantwoordelijk was voor de vluchten van de U-2 boven en langs de grenzen van HAMMARSKJOELD het Sowjetblok en hij beschikt dus over gegevens, die zijn waar schuwing de nodige kracht kun nen bijzetten. De mogelijkheid is niet uitge sloten, dat Dulles (een broer van de overleden minister van bui tenlandse zaken John Foster Dulles) zijn veronderstelling voornamelijk gebaseerd heeft op de verklaringen, welke dé Rus sische kapitein al eerder tegen over leden van zijn Centrale in lichtingendienst heeft afgelegd. Dat neemt echter niet weg, dat hij over het nodige materiaal kan beschikken, aan de hand waar van hij de beweringen van deze gedeserteerde marine-officier op haar juistheid kan toetsen. Bedoeling NU is het zo, dat Dulles een be paalde bedoeling heeft gehad, toen hij zijn mening gaf over de werkelijke bedoelingen van de Sowjetunie. Hij is nl. een vurig voorstander van het voortzeuen van de verkenningsvluchten langs het gebied van de Sowjet unie (en als het kan er boven) en hij vreest wellicht, dat de Verenigde Staten zich als gevolg van de internationale verwikke lingen van de afgelopen maanden zullen laten verleiden tot het af zien van deze vluchten. Daarom herinnert Dulles aan het feit, dat de Russen herhaal delijk een doeltreffende vorm van inspectie de beste waar borg voor een eerlijke ontwape ning hebben geweigerd te aanvaarden. Om die reden wijst hij er voorts op, dat de Russen om hun eigen veiligheid te be schermen de vrees voor spionage aanwakkeren met aanvallen op vliegtuigen te doen en de Ame rikaanse toeristen onaangenaam heden te bezorgen. Processen met veel publiciteit en de gevangen houding van de Amerikaanse RB-47-piloten zijn er volgens Dulles in het brein van Chroesj tsjef op gericht, druk uit te oefe nen om de geheimen van de mi litaire voorbereidingen te helpen bewaren. En door middel van deze tactiek zou hij willen voor komen, dat de vrije wereld de kennis krijgt, die essentieel kan zyn voor haar veiligheid. Niet nieuw voorraad kernwapens bezat en met name in de afgelopen jaren, waarin de Russen tot grote pres taties kwamen op het gebied van het lanceren van geleide projec tielen en raketten, hebben alle verantwoordelijke staatslieden in de vrije wereld rekening gehou den met de mogelijkheid, dat de Sowjetunie bij verrassing een aanval met kernwapens zou doen, niet alleen op de Verenigde Sta ten, maar ook op andere delen van de niet-communistische we reld. Niet voor niets werd in Genève lange tyd onderhandeld over een akkoord om aanvallen by verras sing onmogeiyk te maken. Niét voor niets hebben voornamelyk de Verenigde Staten getracht, tot een verbod van het houden van kernproeven en vervolgens van het vervaardigen en bezitten van kernwapens te komen. En niet voor niets is het grootste gedeelte van de vrye wereld omgeven door een net van radarstations. Niet voor niets ten slotte zyn dag en nacht Amerikaanse straal- bommenwerpers in de lucht, uit gerust met kernwapens, om by een verrassingsaanval onmlddel- lük terug te kunnen slaan. Vergelding DE Russische kapitein verklaar de, dat een verrassingsaanval waarschijnlyk wordt, als de Rus sische leiders er van overtuigd zyn, het pleit met één slag te kunnen beslechten. Ook deze op vatting is niet nieuw. Zij bewijst slechts hoe juist de zienswijze van de Amerikaanse strategen (waartoe we in dit geval ook president Eisenhower rekenen) is geweest met betrekking tot de massale vergeldingstactiek in ge val van een Russische aanval. Meer dan eens is deze tactiek fel aangevallen door Amerikaan se politici, geleerden en militai- omdat zij te weinig moge- ONGETWUFELD bevatten de waarschuwingen van Dulles en de gedeserteerde marine-offi cier een kern van waarheid. Maar wat zij beweren en waarvoor ze ons willen waarschuwen is niet nieuw. Van het ogenblik af, waarop men in de vrye wereld met zekerheid kan aannemen, dat de Sowjetunie een behoorlijke lijkheden bood, wanneer zich „beperkte oorlog" zou voordoen. Men vergat echter wel eens, dat men met het badwater het kind weg wilde gooien. De vrees, dat de massale vergelddngstactiek weieens zou kunnen leiden tot een wereldcatastrofe, die nie mand gewild heeft, moge gerecht vaardigd zijn. Zij mag echter geen reden zijn om de verhou dingen in de wereld zodanig te wijzigen, dat de Sowjetunie in de gelegenheid wordt gesteld, haar ongetwijfeld snode plannen uit te voeren. En dat gevaar zou in derdaad veel dichterbij komen, als de Verenigde Staten hun de fensiepolitiek drastisch zouden gaan wijzigen. Troebel water TtlRECTER is de dreiging, die uitgaat van het Russische vissen in het troebele Kongo lese water. De Sowjetunie heeft het dreigement uitge sproken, dat „andere landen" zich rechtstreeks met de zaken In Kongo zullen inlaten, wan neer de Veiligheidsraad zyn plicht in dit door onrust ver scheurde land zou verzaken. Dit kwam er op neer, dat de Rus sen openlyk te kennen gaven, Loemoemba te hulp te zullen komen, als secretaris-generaal Hammarskjoeld zou blyven weigeren, naar het pypen van deze mislukte dictator te dan- Gelukkig hebben de meeste leden van de Veiligheidsraad en in het bijzonder de Afri kaanse staten, zich weinig van dit Russische dreigement aan getrokken. Om de Russen de wind uit de zeilen te nemen heeft Hammarskjoeld opdracht gegeven, radio-Leopoldstad vrij te geven, op voorwaarde, dat geen politieke redevoeringen zouden worden uitgezonden en de vliegvelden inKongo op nieuw open te stellen voor verkeer, dat naar het oordeel van de troepen der Verenigde Naties een vreedzaam karakter heeft. Ondanks de enorme verwar ring namen de gebeurtenissen In Leopoldstad toch een vry gunstige wending, die tot uit drukking kwam ln de beslis sing van de Veiligheidsraad, niet de delegatie van Loe moemba, maar die van Kasa- voeboe onder leiding van de door Loemoemba onslagen minister van buitenlandse za ken Bomboko, in de vergader zaal toe te laten. Veranderingen TN Kongo heeft men meer dan ergens anders geleerd, de dag niet te prijzen, voordat het avond is. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op, zo snel, dat men nauwelijks tijd heeft, ze op de voet te volgen en op haar juiste waarde te schatten. Het ene ogenblik blijkt de Kongolese Senaat de felste be strijder te zyn van Loemoem ba en diens politiek. Het an dere moment komt zAj zo onder de invloed van zijn merkwaar dige persoonlijkheid, dat zy zich enthousiast achter hem schaart, nadat hij volkomen wettig door president Kasa- voeboe is ontslagen. Dan kiest het leger onverwacht de zyde van de president, gaat het over tot de arrestatie van Loemoem ba, maar gaat op het beslis sende ogenblik weer door de knieën als gevolg van de wel sprekendheid van deze dema- En zo gaat het door, van dag tot dag. Telkens ïykt het er op, dat het leger definitief de zyde van Kasavoeboe kiest en de rekening met Loemoemba vereffent, maar steeds opnieuw aarzelt het en zyn er krach ten, die er in slagen het in een andere richting te dryven. Daarvan weet Loemoemba op geraffineerde wyze te profite ren. En op het ogenblik dat we dit artikel schreven was nog niet bekend, hoe de steeds wisselende stryd tussen Kasa voeboe, die de enige wettige macht in Kongo vertegenwoor digt en Loemoemba, die de verpersooniyking is van alles, wat met onwettigheid en on verantwoorde! ykheid te maken heeft, is geëindigd. Er was ech ter een tendens waar te ne men zoals reeds werd opge merkt die iets meer ver trouwen in de toekomst van Kongo geeft. Hoop en vrees TJET zou een kroon op het J-J- moedige werk van sei taris-generaal Hammarskjoeld zyn, als de tegen Loemoemba gerichte krachten er definitief in zouden slagen, de macht in handen te nemen. Dan zou de mogelijkheid bestatin, dat de Verenigde Naties in samen werking met de Kongolese troepen, die totdusver niet goed wisten, wie zij nu wel of wie zij niet moesten steunen, orde en rust in Kongo herstellen. Slechts onder leiding van de Verenigde Naties kan een re gering van goedwillende Kon golese politici de economische chaos in het land opruimen, een eind maken aan de com munistische infiltraties en ook op politiek terrein maatregelen nemen om een punt te zetten achter het geharrewar, of de republiek Kongo een centrale regering dient te hebben, dan wel uit een confederatie van verschillende staten moet be staan. Voorlopig Is het belangrUk- bewlnd komen, die ln het be lang van Kongo met de Ver enigde Naties willen earn werken. Pas dan kan er eind komen aan het Russische KASAVOEBOE gewroet in de modderpoel, die Loemoemba van zyn land ge maakt heeft. Als dat eenmaal gelukt is, Is er al heel wat gewonnen en kan de schade voor de Kongolezen en voor de landen van de vrye wereld, die de gebeurtenissen In Kon go met grote bezorgdheid heb ben gadegeslagen, wellicht nog tot een minimum worden be perkt. Zo niet, dan moet voor Kongo het ergste worden ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 20