Dieren van gewapend beton varende postbode van de Brabantse Biesbos ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1960 en man wacht op een nieuwe hoot Present Op dat tijdstip is daar tevens één van de twee Drimmelense collega's van Janus, Dirk Ha ringman of Kees Schuller, prompt present. Hij is dan al bij An nie van Loon geweest, een al wat grijzende juffrouw, die in een kamer der ouderlijke woning te Drimmelen een poststationnetje beheert en hem alle post uit het dorp en uit de Brabantse Biesbos trouw pleegt mee te geven. In Made ,,ook maar een hulpkan toor, want dat hoort net als wij onder het kantoor in Raamsdonks- vèer", schampert Haringman een beetje wordt dus stuivertje ge wisseld. Zodra Annie van Loon de buit A LS je er nooit geweest bent valt het echt niet mee om je een heldere voor stelling te maken van de Biesbos. En omdat we er nimmer vertoefden is dat eigenlijk altijd zo gebleven. Ze trók ons niet, die plek op de landkaart, met al haar grillige lijnen en stre pen; die plek, waarvan we op school eenmaal huiver den, omdat ons het drama van de St. Elizahethsvloed, met z'n in de wieg drijvende baby en de heen-en-weer- springende kater, misschien wat al te realistisch was verteld. Maar onlangs zijn we er dan toch eens heengetogen, naar het meest „hulpeloze" deel nog wel, om kennis te maken met Janus Driesprong (46), de varende post bode, voor wie grote dingen te gebeuren staan. Janus krijgt nl. van de P.T.T. een nieuwe boot, een echte motorvlet waar meer pit in zit (dank zij een 33 p.k. diesel!), die het kleine vletje met z'n 22 p.k. benzinemotor zal ver vangen. ,.Hoe lang doe je dat werk nu al?", hebben we Janus gevraagd, nadat hij om half vijf 's middags z'n witte schuitje iy het pittores ke haventje van Drimmelen had afgemeerd. Varende Hij bleek er bijna twintig jaar bij de post op te hebben zitten en haast al die tijd verrichtte hij zijn taak varende. Dat hij dus alle kreken van de Biesbos uitte kenen kan, zal niemand verwon- Van de Brabantse of de Drim- melse Biesbos dan wel te ver staan, want er bestaat ook nog zoiets als de Werkendamse Bies bos en de Dordtse Biesbos, maar dat zijn eigenlijk geen echte Bies bossen meer. Die van Dordt werd immers ingepolderd en de eiland jes van de Werkendamse Biesbos zijn toch allemaal op een of an dere manier met elkaar verbon den, en uiteindelijk' met het vas teland van Noordbrabant zodat je ze zonder uitzondering per auto of fiets bezoeken kunt. „Kom daar bij ons eens om!", zei Janus. „Mens nogentoe, als ik dat met elkaar vergelijk, dan zit ten die andere Biesbossers op fluweel. Natuurlijk, ook in de Brabantse Biesbos is het isole ment wel iets verzacht, doordat alle boeren er tegenwoordig over een telefoon beschikken, èn over radio, en soms nog over televisie. Maar zonder varen kom je er toch nog altijd niet op of af. Som mige boeren bezitten dan ook zelf een motorvletje en voor zo ver ze dat niet hebben zijn ze, net als hun arbeiders, aangewe- Drlmmelen er twee telt." Overkant Drimmelen is* een klein aan trekkelijk plaatsje, gelegen op de zuidelijke oever van de Amer, die z'n water ontvangt van de Maas en uitmondt in het Hollands Diep. Wanneer je, op die oever staande, over de rivier heen kijkt, zie je pas een paar honderd meter verder want die Amer is heus geen stroompje om mee te spotten! de hoge schelven riet van de Brabantse Biesbos en de rode daken van enkele Biesbos- hoeven, waaronder er zelfs één is met 113 bunder land. Daar be gint dus het arbeidsveld van Ja nus Driesprong, op de noordelijke oever van die nu eens zachtmoe dige, doch bij stormweer lang niet gemakkelijke Amer. Kijk je een paar kilometer naar rechts, dan ontdek je de machtige over spanningen van de brug van Kei- zersveer, terwijl je even ver naar links kijkend het Amerwater weg ziet vloeien onder de Moerdijkbrug Ondanks al dat imposante heeft Drimmelen echter weinig in de melk te brokkelen. Het telt maar vier- a vijfhonderd inwoners (pro testant) en hoort bij het vijf ki lometer zuidelijker gelegen Made, dat zeven- a achtduizend zielen (r.k.) telt. In Made zetelt burge meester drs. J. Krul, in Made staat het raadhuis en daar staat eveneens het postkantoor, waar 's ochtends om half 7 de post stukken, van wélk oord ook af komstig, per postauto uit Breda worden aangevoerd. mm DRIESPRONG Noordooster trekken we ons veel aan. Maar dag in dag uit regen vinden we wél erg. En die sneeuw natuurlijk. Zo'n tas vol post weegt toch al knap zwaar." „Ja, de laatste twee dagen van de week krijgen we het meest te verstouwen. Vrijdags en zaterdags hebben we haïst altijd twee tas sen vol: de radiobladen, de da mesweekbladen, landbouwbladen 't is haast alles landbouw in de Brabantse Biesbos; er woont één veehouder reclamefolders van allerlei zaken, geïllustreerde bladen etc. Op zo'n manier heb je gauw heel wat kilo's papier te torsen. Maar de koffie is goed in de Biesbos, 't Ontbreekt je alleen wel eens aan tijd. Dan eten we zelfs onze boterhammen maar lo pende op. In de vakantietijd heb je elke dag veel post. In deze periode kamperen er nl. honderden jonge lui in de Biesbos en zitten tal van watertoeristen in hun bootjes in de kreken. Dat is dan wel eens zoeken, maar op den duur spoor je allen op." „Neen", zei Driesprong, „er zijn wel jongelui die met ons mee willen varen vier a vijf perso nen kunnen er in de motorboot maar dat is zonder meer niet toe gestaan. Alleen als de directeur in Raamsdonksveer het goed vindt doen we het wel eens. Zo heb ik wel een vergunning gekre- dag uit Made binnenheeft gaat ze die sorteren. Janus krijgt dag in, dag uit, zijn portie voor de Biesbos, ook Dirk of Kees ontvangen van haar wat Biesbospost en wat er overblijft is voor de derde man, die in Drimmelen bestelt. Toen wij er waren was het Ha ringman, die deze taak gedurende twee weken werd toebedeeld en Schuller ging met Driesprong mee, de Biesbos in. Als die twee weken om zijn, is het de beurt van Haringman, om met Drie sprong de Amer over te steken. En dan heeft Schuller dienst aan de wal. Dat rouleert dus voor dit tweetal elke veertien dagen. Voorkeur „Heb je nog voorkeur?", vroe gen we Haringman, die juist bij Annie van Loon kwam binnenstap- „Ach", zei hij, „als je de Bies bos in bent-geweest ben je klaar die dag, maar als je 's ochtends dienst hebt in Drimmelen, moet je 's middags nog eens stuiver tje gaan wisselen in Made, omdat daar dan om kwart over vier voor de tweede keer post wordt aangevoerd. Nu door de bus van de B.B.A. Die neemt dan van ons weer post mee om half zes. En die aangevoerde post moet je dan eerst weer bij juffrouw Van Loon brengen, die ze sorteert, waarna je nog een tweede bestelling moet uitvoeren in de Kom van Drim melen. Maar ja, aan die Biesbos bestelling zitten weer andere kan ten. Dan moet je in de letterlijke zin roeien met de riemen die je hebt. Want ik heb geen motor vletje zoals Janus. Hij neemt me wel een twintig minuten op sleep touw, doch daarna groeten we elkaar. En nu hangt het er maar helemaal van af, hoe het tij is." „U moet zich dat zó voorstel len", lichtte Janus Driesprong toe: „De Brabantse Biesbos grenst in het zuiden aan de Amer en in het noorden aan een vaar geul, die bekend staat als de Noor derklip. Je kunt dan niet alleen tussen al die eilandjes doorvaren, maar ook om die hele groep heen. Wanneer het water nu aan het zakken is, dus wegstroomt naar het Hollands Diep, vaar ik eerst met Haringman tegen de stroom in de Amer op en sleep hem zo ver, nl. tot het zgn. Gat Van Mo- ken, dat hij zonder al te veel inspanning roeiend verder kan gaan. Hij neemt de zgn. binnen- route, om langzaam maar zeker van de eb te gaan profiteren. Is het vloed, dan sleep ik hem eerst een eind de richting van het Hol lands Diep uit dus opnieuw te gen de richting van de stroom in tot het Steurgat en dan werkt hij ook weer de binnenroute af. Maar nu in oostelijke richting. Op die wijze trekt hij profijt van de vloed. Buitenroute Vanzelfsprekend neem ik altijd de buitenroute, dus het grootste deel van de Biesbospost voor m'n rekening. Die buitenroute heeft trouwens ook de diepste vaar geul. Doch voor één man zou er te veel tijd mee gemoeid zijn om de hele Brabantse Biesbos te „Zien jullie elkaar na afloop van de bestelling altijd op een vaste tijd weer?" „Daar mankeert nooit zo veel aan, maar als er een harde wind staat, zijn we inplaats van om half vier.'pas om half vijf in Drimmelen terug. Dan heb je een strop, want we moeten daarna nog eerst naar Annie van Loon, Niet alleen om je post af te ge ven, maar ook om af te rekenen. Wij zijn immers niet slechts be steller, doch tegelijk een postkan toortje in zakformaat. Als er een boer is die een brief wil verzen den en hij heeft geen postzegel in huis, dan plakken wij er een op. En wil hij wat postzegels in huis hebben, dan verkopen wij hem die net zo goed. Postzegels hebben we steeds bij ons. Die postzegels is echter het erg ste niet. We moeten evenwel te vens giro's incasseren, stortingen op spaarbankboekjes, kortom tal van financiële transacties uitvoe ren, die elders op een postkan toor tot stand plegen te komen." „Dus u hebt tevens de verant woording voor een geldbuidel?" „En of. Dat gaat soms over be dragen tussen de duizend en twee duizend gulden. We hebben steeds een boekje bij ons, waarin we zulke zaken noteren en waaruit we een bewijsje van ontvangst scheuren dat we de betrokkene ter hand stellen. Dit brengt uiter aard de nodige controle mee bij juffrouw Van Loon. wanneer we haar de gelden afdragen. En als we de boeren hun zin gaven, wa ren we er nog broodbezorger, sla- gersbediende, tabaksleverancier etc. bij. Ze vragen nl. n zo graag, of je morgen niet dit of dat voor hen mee kunt brengen. Daar kan je evenwel niet aan beginnen. Er wonen in de Brabantse Bies bos zo'n 25 boeren en ongeveer 25 arbeiders met hun gezinnen. Tezamen schat ik 125 mensen. Dat gaat dus> eenvoudig niet. En 't mag trouwens niet ook. De post die uit de Biesbos komt heeft zelden een grote rang. Maar wat er naar toe i worden gebracht, vult elke een grote tas en de laatste di van de weck wel twee tassen. ;n. Die zit in de vierde klas van de H.B.S. en is nog maar 15 jaar. 'k Heb voorts drie meis jes, die me ook wel eens „gehol- pen" hebben. Daar hebben Dirk en Kees geen weet van, omdat het verstokte vrijgezellen zijn (33 en 34). De een woont nog bij z'n ouders thuis, dicht bij ons post stationnetje, en de ander zit met z'n moeder op een woonschuit. Ze zijn niettemin tevreden en dat ben ik zelf ook. Alleen als ik een veel beter betalende baas zou kun nen krijgen zou ik misschien ver anderen. Maar dat zie ik voorlo pig nog niét. Laten we dus straks maar overstappen op 33 P.K." Ver weg „Ja, onze klanten zitten soms hopeloos ver weg. Er zijn er, waarvoor je nog drie kwartier moet tippelen, als je je bootje eenmaal hebt vastgelegd, 's Zo mers is dat nog geen ramp. Maar in de herfst en de winter! als het veel regent of er ligt een dik pak sneeuw, zodat je je lieslaarzcn aan moet trekken, is het wel En toch, als je de reis weer achter de rug hpbt, ga je meestal voldaan huiswaarts. De mensen noemen je allemaal bij je voor naam, omdat je een soort ver trouwensman voor hen bent. je kunt overal koffie en thee drinken als je wilt, neen, wat dat aangaat mogen we nooit mopperen." „En wanneer het vriest?" ,,'k Heb "het nog maar één keer Zo steekt Janus Driesprong el- ie dag de Amer over, tevolking van de Brabants >os hun krantje te brengen, of iun brieven; en om hun geld dat se storten op meegemaakt, dat ik de boot in Drimmelen moest achterlaten, en alles van a tot z lopen moest. Dat was tijdens een zeer strenge win ter. Maar sinds hier die grote elektriciteitsfabriek is verrezen de welbekende Amer-centrale zal zoiets niet gauw meer ge beuren. De vele warmte, die het koelwater meevoert, zorgt er wel voor, dat de rivier hier onder alle omstandigheden bevaarbaar blijft. In de Biesbos ligt het natuurlijk anders. Daar gaan de kreken vrij snel dicht, als het eèn beet je vriezen wil. En dan gaan wij over het ijs heen." „Ja, dat is niet altijd gevaar loos. Vaak staat het water een heel stuk lager dan het ijs, maar ook daar krijg je de nodige kijk op. Hetzelfde geldt wat het over steken met ruw weer betreft, 't Kan hier in oktober en november soms geducht spoken. En ook wel eens in andere maanden. ten zitten. Eenmaal, toen ik ziek was, heb ik verstek moeten laten gaan. 'k Had een longontsteking opgelopen. Overigens heb ik nooit wat gemankeerd." „Wind of storm kan ons niet zóveel schelen", zei Dirk Haring man. „Zelfs niet van de felle Het motorvletje loopt dc haven van Drimmelen binnen, met het roeibootje van Dirk Haringman HANDIGE GIDS: Dit is de vervaardiger van de merkwaardige dierenverzameling: Nic. Schoonbroodt, in de omge ving bekend als „de fantast". DE FANTAST zo noemen ze in de streek Nic. Schoonbroodt. De 42-jarige Ni- colaas heeft een schilders- en behangersbedrijf in Heerlerheide, hèt lief lijke plaatsje temidden van het zacht glooiende Zuidlimburgse land. Maar daar om spreken de streekgenoten niet over hem als zijnde de fantast. Deze bijnaam heeft hij te danken aan ja, aan zijn rijke fantasie die hij .uitleeft in gewapend beton. Dit mengsel van grint, zand, cement en staven ijzer lijkt nu op het eerste gezicht niet bepaald op een substantie die ertoe is bestemd om vorm te geven aan een fantasie. Toch staan de tastbare bewijzen, die tevens aardig aan het gewicht zijn, open en bloot aan de verkeersweg van Hoensbroek naar Heerlen te kijk. Eigenlijk zijn wij er'even „ingetuind", daar bij Heerlerheide. Toen wij op deze weg reden, viel ons oog op een ooievaarsnest. Wat is dat nou, dachten wij. Een ooievaarsnest aan de grote weg. Zonder eerst ruggespraak te plegen met Rinke Tolman wisten wij wel, dat dit wel iets heel bijzonders was. Wat zeggen, wij? Een onmogelijkheid. Want geen enkele ooievaar zal het in zijn hoofd krijgen zijn nest te bouwen op een plaats waar de eieren zo maar voor het oprapen liggen. Neen, daar moest iets aan de hand zijn. Wij be sloten op onze gemotoriseerde schreden terug te keren en eens poolshoogte te nemen. Het bleek ons toen dat de ooievaar voornoemd geen levende vo gel was, maar een geraffineerde nabootsing van een lepelaar en wel uit beton. Fantastisch, lieten wij ons ontvallen. Welke fan tast heeft dat ding hier neergezet. Een blik in het rond leerde ons, dat de ooievaar niet alleen de me nagerie vormt van de man die kennelijk in het nabije huis woont. In de tuin zagen wij verscheidene ooievaars, kikkers, hertjes, konijntjes en enkele grappige kabouters die een gezicht trokken van: wat zeg je me daar van? Geen landman AI deze figuren zijn ontspro ten aan de fantasie cn gevormd door de geoefende handen van Nicolaas Schoonbroodt, een zoon van het schone land, die voor bestemd was het leven van een landman te slijten doch reeds op zeer jeugdige leeftijd tot de ontdekking kwam dat er geen boer in hem stak. Na een half jaar op de boerderij te hebben gewerkt, verkoos hij de schil derkwast en ging voor dit vak de benodigde bekwaamheid ver garen op diverse cursussen. Na deze opleidingen bekwaam de hij zich ook in kunstzinnige richting, zodat hij zich ook re clameschilder mocht noemen en de tekenstift alsmede de penseel eveneens wist te hanteren. Hij had ook boetseren geleerd en met het schetsen zou hij hiervan nog veel plezier beleven bij zijn latere liefhebberij: het maken van dierfiguren van gewapend Eerst maakt de heer Schoon broodt een schets of een model van klei. Daarna vervaardigt hij de figuur uit gips om ver volgens de uiteindelijke gestalte van ijzeren staven en beton te maken. Maar dikwijls genoeg ook maakt hij een figuur zo uit de hand. Zoals de keer toen iemand bij hem kwam en dood leuk zei: Ik wil een arend heb ben. Ik kom met een dag of veertien terug. Dan is ie zeker wel klaar. Nu heeft men zelfs in het schone Limburg niet direct een arend bij de hand, Nicolaas Schoonbroodt moest het dan ook zonder arend, die bereid was te poseren, stellen en besloot de betonnen vogel zo maar uit de hand te maken. Hetgeen geluk te. De klant was tevreden. Lang is het vervaardigen van dierfi guren en andere beelden een hobby geweest. Sinds ongeveer een jaar echter is de heer Schoonbroodt in samenwerking met zijn zoon Jan bezig de zaak groter op te zetten en meer voor de handel te werken. t- J Wie zal een snelle voorbijganger kwalijk nemen, indien hij dit ooie vaarsnest voor een echt houdt? De ze lepelaar nestelt langs de weg bij Heerlerheide. Kleurecht Op fabrieksdak Men kan zich afvragen, wie er belangstelling heeft voor de beelden van gewapend beton die soms zo'n kleine 200 kilo wegen. Welnu, men kan een ooievaar als decoratie van een tuin ge bruiken, iets waartoe een kabou ter of een kikker zich ook goed lenen. Maar een ooievaar was ook net wat werd gezocht door een handelaar in baby-artikelen. Een fabrikant uit Keulen liet zo'n betonnen gevaarte op het dak van zijn fabriek plaatsen en in het gazon liet hij twee her ten plaatsen als blikvangers. Onlangs kwam een pater uit Luxemburg, die verklaarde in Heerlerheide eindelijk te hebben gevonden wat hij in verschillen de landen tevergeefs had ge zocht. Hij wilde namelijk heb ben een stuk of tien beesten om in een kloostertuin te zetten. Het is mogelijk met het ge wapend beton te maken wat je maar wilt, vertelde ons de heer Schoonbroodt. Desnoods een oli fant. En dit kolossale dier staat dan ook op het werkprogramma. De levensgrote olifant zal dan een „plaatsje" krijgen in de tuin bij zijn huis. Het geheim van de echtheid der dieren zit 'm voor een be langrijk deel in de kleuren. De verfsoorten worden gelijk met het cement verwerkt, zodat de kleur „door en door" is. Opvallend vindt de heer Schoonbroodt het, dat de ooie vaar het meest in trek is bij de mannelijke bezoekers. Vrouwen moeten meestal niets van de ooievaar hebben en kiezen lie ver een ander dier uit. Op Koninginnedag had de be- tonartist annex fantast voor een speciale attractie gezorgd: een vlammen spuwende ooievaar. Het hele plaatsje liep uit om naar dit merkwaardige ver schijnsel te kijken. De kabou tertjes doen het ook goed met hun baardjes van echt haar. De meeste honden die langs ko men, rennen het terrein op en blaffen tegen de betonnen man- nckes en dieren. Als de brave honden bemerken dat de aan gesprokenen niet reageren, kij ken zij verbaasd en verlaten het terrein (bijna) hoofdschuddend: wat het daar voor een rare beesten zijn, snap ik niet.... Maar het mooiste bewijs voor de echtheid waarmee Nic. Schoonbroodt de dieren maakt, werd geleverd door een 2-jarig kindje. Dat stapte dc tuin bin nen en gaf alle dieren een kusje. giro of boekje an de Rijlespostspaarbank. Recht! Ie machtige Amei ;ele bedrijven van Tot nu toe hebben we en we durven dit best toegeven nooit geweten wat „Femöring" of een „Cocide montanes" zijn. Om het maar direkt te zeggen, het eerste is rosbief, maar dan op z'n Zweeds, het tweede een karakte ristieke schotel uit dc bergstre ken ten noorden van Oud-Castilië in de vorm van een soort hutspot, die in gangen wordt opgediend. Maar zo je ooit in een Spaans restaurantje „Cocide montanes" op de menukaart tegen zou ko men en je Spaans is niet direkt al te goed om niet te zeggen nogal slecht dan weet je toch maar niet wat je op je bord krijgt als je het de ober zou aan wijzen. En dat geldt zeker niet alleen voor alle mogelijke Spaan se gerechten, ook in tal van an dere landen kan de menukaart een soort puzzel zijn mét uiter aard evenzoveel verrassingen. Beetje laat Daarom is het van de uitgeve rij Scheltens Giltay te Amster dam zeker geen gek idee geweest een uitgebreide culinaire reisgids voor Europa uit te geven en van de auteur, Sj. Sinnema, uiteraard nog minder om zo'n gids samen te stellen. Natuurlijk, in heel wat uitgaven, zo van „Hoe zeg ik het in het met inplaats van pun tjes een of ander land, kom je vaak uitgebreide lijsten tegen met betrekking tot de spijskaart. Dit boek echter biedt meer, namelijk eens wat anders dan aardappe len met biefstuk en doperwtjes in het Frans of Engels. En dat is er nu het aardige van, alleen zou het misschien niet handiger ge weest zijn een dergelijke uitgave zo omstreeks mei te laten ver schijnen? Heel wat geïnteresseer den in lectuur als deze hebben immers de vakantie er al op zit ten? Maar goed, dat doet uiteraard aan de inhoud niets af. Naast ve le menu-woorden uit Europese landen, komt men ook specialitei ten en nationale gerechten tegen, terwijl de wijn in elk land weer anders ook de volle aan dacht heeft gekregen. Lang te zoeken naar een restaurant hoeft men ook niet met dit boek in de hand. Eetgelegenheden in de be langrijkste steden en toeristen oorden van België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot Brittanië en Ierland, Italië, Joegoslavië, Lu xemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden en Zwitserland, worden er in ge noemd en zowel aan de meer of minder gevulde beurs is qua in deling gedacht. Menige vrouw zal het tenslotte weten te appreciëren, dat de schrijver van „Weet wat u eet in zo u het eens gezellig zoudt vinden een ty pisch Deens gerecht te serveren, dat niet moeilijk klaar te maken is, koop dan: Per persoon twee magere var kenskoteletten, waartussen u eni ge gedroogde pruimen en stukjes appel doet (de pruimen moeten van te voren worden geweekt). Dan bindt u de koteletjes op el kaar, waarna u ze een half uurtje laat braden. Tenslotte giet u er wat melk over en dan heeft u „Svinemprbrad" gekregen, dat wel even anders smaakt dan ons „gewone karbonaadje", maar be slist lekker is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 15