Dieren
van
gewapend
beton
varende postbode van de
Brabantse Biesbos
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1960
en man wacht op een nieuwe
hoot
Present
Op dat tijdstip is daar tevens
één van de twee Drimmelense
collega's van Janus, Dirk Ha
ringman of Kees Schuller, prompt
present. Hij is dan al bij An
nie van Loon geweest, een al
wat grijzende juffrouw, die in een
kamer der ouderlijke woning te
Drimmelen een poststationnetje
beheert en hem alle post uit het
dorp en uit de Brabantse Biesbos
trouw pleegt mee te geven. In
Made ,,ook maar een hulpkan
toor, want dat hoort net als wij
onder het kantoor in Raamsdonks-
vèer", schampert Haringman een
beetje wordt dus stuivertje ge
wisseld.
Zodra Annie van Loon de buit
A LS je er nooit geweest
bent valt het echt niet
mee om je een heldere voor
stelling te maken van de
Biesbos. En omdat we er
nimmer vertoefden is dat
eigenlijk altijd zo gebleven.
Ze trók ons niet, die plek
op de landkaart, met al
haar grillige lijnen en stre
pen; die plek, waarvan we
op school eenmaal huiver
den, omdat ons het drama
van de St. Elizahethsvloed,
met z'n in de wieg drijvende
baby en de heen-en-weer-
springende kater, misschien
wat al te realistisch was
verteld.
Maar onlangs zijn we er dan
toch eens heengetogen, naar het
meest „hulpeloze" deel nog wel,
om kennis te maken met Janus
Driesprong (46), de varende post
bode, voor wie grote dingen te
gebeuren staan. Janus krijgt nl.
van de P.T.T. een nieuwe boot,
een echte motorvlet waar meer
pit in zit (dank zij een 33 p.k.
diesel!), die het kleine vletje met
z'n 22 p.k. benzinemotor zal ver
vangen.
,.Hoe lang doe je dat werk nu
al?", hebben we Janus gevraagd,
nadat hij om half vijf 's middags
z'n witte schuitje iy het pittores
ke haventje van Drimmelen had
afgemeerd.
Varende
Hij bleek er bijna twintig jaar
bij de post op te hebben zitten en
haast al die tijd verrichtte hij
zijn taak varende. Dat hij dus
alle kreken van de Biesbos uitte
kenen kan, zal niemand verwon-
Van de Brabantse of de Drim-
melse Biesbos dan wel te ver
staan, want er bestaat ook nog
zoiets als de Werkendamse Bies
bos en de Dordtse Biesbos, maar
dat zijn eigenlijk geen echte Bies
bossen meer. Die van Dordt werd
immers ingepolderd en de eiland
jes van de Werkendamse Biesbos
zijn toch allemaal op een of an
dere manier met elkaar verbon
den, en uiteindelijk' met het vas
teland van Noordbrabant zodat je
ze zonder uitzondering per auto
of fiets bezoeken kunt.
„Kom daar bij ons eens om!",
zei Janus. „Mens nogentoe, als ik
dat met elkaar vergelijk, dan zit
ten die andere Biesbossers op
fluweel. Natuurlijk, ook in de
Brabantse Biesbos is het isole
ment wel iets verzacht, doordat
alle boeren er tegenwoordig over
een telefoon beschikken, èn over
radio, en soms nog over televisie.
Maar zonder varen kom je er
toch nog altijd niet op of af. Som
mige boeren bezitten dan ook
zelf een motorvletje en voor zo
ver ze dat niet hebben zijn ze,
net als hun arbeiders, aangewe-
Drlmmelen er twee telt."
Overkant
Drimmelen is* een klein aan
trekkelijk plaatsje, gelegen op
de zuidelijke oever van de Amer,
die z'n water ontvangt van de
Maas en uitmondt in het Hollands
Diep. Wanneer je, op die oever
staande, over de rivier heen
kijkt, zie je pas een paar honderd
meter verder want die Amer
is heus geen stroompje om mee
te spotten! de hoge schelven
riet van de Brabantse Biesbos en
de rode daken van enkele Biesbos-
hoeven, waaronder er zelfs één
is met 113 bunder land. Daar be
gint dus het arbeidsveld van Ja
nus Driesprong, op de noordelijke
oever van die nu eens zachtmoe
dige, doch bij stormweer lang
niet gemakkelijke Amer. Kijk je
een paar kilometer naar rechts,
dan ontdek je de machtige over
spanningen van de brug van Kei-
zersveer, terwijl je even ver naar
links kijkend het Amerwater weg
ziet vloeien onder de Moerdijkbrug
Ondanks al dat imposante heeft
Drimmelen echter weinig in de
melk te brokkelen. Het telt maar
vier- a vijfhonderd inwoners (pro
testant) en hoort bij het vijf ki
lometer zuidelijker gelegen Made,
dat zeven- a achtduizend zielen
(r.k.) telt. In Made zetelt burge
meester drs. J. Krul, in Made
staat het raadhuis en daar staat
eveneens het postkantoor, waar
's ochtends om half 7 de post
stukken, van wélk oord ook af
komstig, per postauto uit Breda
worden aangevoerd.
mm DRIESPRONG
Noordooster trekken we ons veel
aan. Maar dag in dag uit regen
vinden we wél erg. En die sneeuw
natuurlijk. Zo'n tas vol post weegt
toch al knap zwaar."
„Ja, de laatste twee dagen van
de week krijgen we het meest te
verstouwen. Vrijdags en zaterdags
hebben we haïst altijd twee tas
sen vol: de radiobladen, de da
mesweekbladen, landbouwbladen
't is haast alles landbouw in
de Brabantse Biesbos; er woont
één veehouder reclamefolders
van allerlei zaken, geïllustreerde
bladen etc. Op zo'n manier heb
je gauw heel wat kilo's papier te
torsen. Maar de koffie is goed in
de Biesbos, 't Ontbreekt je alleen
wel eens aan tijd. Dan eten we
zelfs onze boterhammen maar lo
pende op.
In de vakantietijd heb je elke
dag veel post. In deze periode
kamperen er nl. honderden jonge
lui in de Biesbos en zitten tal
van watertoeristen in hun bootjes
in de kreken. Dat is dan wel eens
zoeken, maar op den duur spoor
je allen op."
„Neen", zei Driesprong, „er
zijn wel jongelui die met ons mee
willen varen vier a vijf perso
nen kunnen er in de motorboot
maar dat is zonder meer niet toe
gestaan. Alleen als de directeur
in Raamsdonksveer het goed
vindt doen we het wel eens. Zo
heb ik wel een vergunning gekre-
dag
uit Made binnenheeft gaat ze die
sorteren. Janus krijgt dag in, dag
uit, zijn portie voor de Biesbos,
ook Dirk of Kees ontvangen van
haar wat Biesbospost en wat er
overblijft is voor de derde man,
die in Drimmelen bestelt.
Toen wij er waren was het Ha
ringman, die deze taak gedurende
twee weken werd toebedeeld en
Schuller ging met Driesprong
mee, de Biesbos in. Als die twee
weken om zijn, is het de beurt
van Haringman, om met Drie
sprong de Amer over te steken.
En dan heeft Schuller dienst aan
de wal. Dat rouleert dus voor dit
tweetal elke veertien dagen.
Voorkeur
„Heb je nog voorkeur?", vroe
gen we Haringman, die juist bij
Annie van Loon kwam binnenstap-
„Ach", zei hij, „als je de Bies
bos in bent-geweest ben je klaar
die dag, maar als je 's ochtends
dienst hebt in Drimmelen, moet
je 's middags nog eens stuiver
tje gaan wisselen in Made, omdat
daar dan om kwart over vier
voor de tweede keer post wordt
aangevoerd. Nu door de bus van
de B.B.A. Die neemt dan van ons
weer post mee om half zes. En
die aangevoerde post moet je dan
eerst weer bij juffrouw Van Loon
brengen, die ze sorteert, waarna
je nog een tweede bestelling moet
uitvoeren in de Kom van Drim
melen. Maar ja, aan die Biesbos
bestelling zitten weer andere kan
ten. Dan moet je in de letterlijke
zin roeien met de riemen die je
hebt. Want ik heb geen motor
vletje zoals Janus. Hij neemt me
wel een twintig minuten op sleep
touw, doch daarna groeten we
elkaar. En nu hangt het er maar
helemaal van af, hoe het tij is."
„U moet zich dat zó voorstel
len", lichtte Janus Driesprong
toe: „De Brabantse Biesbos grenst
in het zuiden aan de Amer en
in het noorden aan een vaar
geul, die bekend staat als de Noor
derklip. Je kunt dan niet alleen
tussen al die eilandjes doorvaren,
maar ook om die hele groep heen.
Wanneer het water nu aan het
zakken is, dus wegstroomt naar
het Hollands Diep, vaar ik eerst
met Haringman tegen de stroom
in de Amer op en sleep hem zo
ver, nl. tot het zgn. Gat Van Mo-
ken, dat hij zonder al te veel
inspanning roeiend verder kan
gaan. Hij neemt de zgn. binnen-
route, om langzaam maar zeker
van de eb te gaan profiteren. Is
het vloed, dan sleep ik hem eerst
een eind de richting van het Hol
lands Diep uit dus opnieuw te
gen de richting van de stroom in
tot het Steurgat en dan werkt
hij ook weer de binnenroute af.
Maar nu in oostelijke richting.
Op die wijze trekt hij profijt van
de vloed.
Buitenroute
Vanzelfsprekend neem ik altijd
de buitenroute, dus het grootste
deel van de Biesbospost voor m'n
rekening. Die buitenroute heeft
trouwens ook de diepste vaar
geul. Doch voor één man zou
er te veel tijd mee gemoeid zijn
om de hele Brabantse Biesbos te
„Zien jullie elkaar na afloop
van de bestelling altijd op een
vaste tijd weer?"
„Daar mankeert nooit zo veel
aan, maar als er een harde
wind staat, zijn we inplaats van
om half vier.'pas om half vijf in
Drimmelen terug. Dan heb je een
strop, want we moeten daarna
nog eerst naar Annie van Loon,
Niet alleen om je post af te ge
ven, maar ook om af te rekenen.
Wij zijn immers niet slechts be
steller, doch tegelijk een postkan
toortje in zakformaat. Als er een
boer is die een brief wil verzen
den en hij heeft geen postzegel
in huis, dan plakken wij er een
op. En wil hij wat postzegels in
huis hebben, dan verkopen wij
hem die net zo goed. Postzegels
hebben we steeds bij ons.
Die postzegels is echter het erg
ste niet. We moeten evenwel te
vens giro's incasseren, stortingen
op spaarbankboekjes, kortom tal
van financiële transacties uitvoe
ren, die elders op een postkan
toor tot stand plegen te komen."
„Dus u hebt tevens de verant
woording voor een geldbuidel?"
„En of. Dat gaat soms over be
dragen tussen de duizend en twee
duizend gulden. We hebben steeds
een boekje bij ons, waarin we
zulke zaken noteren en waaruit
we een bewijsje van ontvangst
scheuren dat we de betrokkene
ter hand stellen. Dit brengt uiter
aard de nodige controle mee bij
juffrouw Van Loon. wanneer we
haar de gelden afdragen. En als
we de boeren hun zin gaven, wa
ren we er nog broodbezorger, sla-
gersbediende, tabaksleverancier
etc. bij. Ze vragen nl. n zo graag,
of je morgen niet dit of dat
voor hen mee kunt brengen. Daar
kan je evenwel niet aan beginnen.
Er wonen in de Brabantse Bies
bos zo'n 25 boeren en ongeveer
25 arbeiders met hun gezinnen.
Tezamen schat ik 125 mensen.
Dat gaat dus> eenvoudig niet. En
't mag trouwens niet ook.
De post die uit de Biesbos
komt heeft zelden een grote
rang. Maar wat er naar toe i
worden gebracht, vult elke
een grote tas en de laatste di
van de weck wel twee tassen.
;n. Die zit in de vierde
klas van de H.B.S. en is nog maar
15 jaar. 'k Heb voorts drie meis
jes, die me ook wel eens „gehol-
pen" hebben. Daar hebben Dirk
en Kees geen weet van, omdat
het verstokte vrijgezellen zijn (33
en 34). De een woont nog bij z'n
ouders thuis, dicht bij ons post
stationnetje, en de ander zit met
z'n moeder op een woonschuit.
Ze zijn niettemin tevreden en dat
ben ik zelf ook. Alleen als ik een
veel beter betalende baas zou kun
nen krijgen zou ik misschien ver
anderen. Maar dat zie ik voorlo
pig nog niét. Laten we dus straks
maar overstappen op 33 P.K."
Ver weg
„Ja, onze klanten zitten soms
hopeloos ver weg. Er zijn er,
waarvoor je nog drie kwartier
moet tippelen, als je je bootje
eenmaal hebt vastgelegd, 's Zo
mers is dat nog geen ramp. Maar
in de herfst en de winter! als het
veel regent of er ligt een dik pak
sneeuw, zodat je je lieslaarzcn
aan moet trekken, is het wel
En toch, als je de reis weer
achter de rug hpbt, ga je meestal
voldaan huiswaarts. De mensen
noemen je allemaal bij je voor
naam, omdat je een soort ver
trouwensman voor hen bent. je
kunt overal koffie en thee drinken
als je wilt, neen, wat dat aangaat
mogen we nooit mopperen."
„En wanneer het vriest?"
,,'k Heb "het nog maar één keer
Zo steekt Janus Driesprong el-
ie dag de Amer over,
tevolking van de Brabants
>os hun krantje te brengen, of
iun brieven; en om hun geld
dat se storten op
meegemaakt, dat ik de boot in
Drimmelen moest achterlaten, en
alles van a tot z lopen moest. Dat
was tijdens een zeer strenge win
ter. Maar sinds hier die grote
elektriciteitsfabriek is verrezen
de welbekende Amer-centrale
zal zoiets niet gauw meer ge
beuren. De vele warmte, die het
koelwater meevoert, zorgt er wel
voor, dat de rivier hier onder alle
omstandigheden bevaarbaar blijft.
In de Biesbos ligt het natuurlijk
anders. Daar gaan de kreken
vrij snel dicht, als het eèn beet
je vriezen wil. En dan gaan wij
over het ijs heen."
„Ja, dat is niet altijd gevaar
loos. Vaak staat het water een
heel stuk lager dan het ijs, maar
ook daar krijg je de nodige kijk
op. Hetzelfde geldt wat het over
steken met ruw weer betreft, 't
Kan hier in oktober en november
soms geducht spoken. En ook
wel eens in andere maanden.
ten zitten. Eenmaal, toen ik ziek
was, heb ik verstek moeten laten
gaan. 'k Had een longontsteking
opgelopen. Overigens heb ik nooit
wat gemankeerd."
„Wind of storm kan ons niet
zóveel schelen", zei Dirk Haring
man. „Zelfs niet van de felle
Het motorvletje loopt dc haven
van Drimmelen binnen, met het
roeibootje van Dirk Haringman
HANDIGE GIDS:
Dit is de vervaardiger van de
merkwaardige dierenverzameling:
Nic. Schoonbroodt, in de omge
ving bekend als „de fantast".
DE FANTAST zo noemen ze in de streek Nic. Schoonbroodt. De 42-jarige Ni-
colaas heeft een schilders- en behangersbedrijf in Heerlerheide, hèt lief
lijke plaatsje temidden van het zacht glooiende Zuidlimburgse land. Maar daar
om spreken de streekgenoten niet over hem als zijnde de fantast. Deze bijnaam
heeft hij te danken aan ja, aan zijn rijke fantasie die hij .uitleeft in gewapend
beton.
Dit mengsel van grint, zand, cement en staven ijzer lijkt nu op het eerste
gezicht niet bepaald op een substantie die ertoe is bestemd om vorm te geven
aan een fantasie. Toch staan de tastbare bewijzen, die tevens aardig aan het
gewicht zijn, open en bloot aan de verkeersweg van Hoensbroek naar Heerlen
te kijk.
Eigenlijk zijn wij er'even „ingetuind", daar bij
Heerlerheide. Toen wij op deze weg reden, viel ons
oog op een ooievaarsnest. Wat is dat nou, dachten
wij. Een ooievaarsnest aan de grote weg. Zonder
eerst ruggespraak te plegen met Rinke Tolman
wisten wij wel, dat dit wel iets heel bijzonders was.
Wat zeggen, wij? Een onmogelijkheid. Want geen
enkele ooievaar zal het in zijn hoofd krijgen zijn
nest te bouwen op een plaats waar de eieren zo
maar voor het oprapen liggen.
Neen, daar moest iets aan de hand zijn. Wij be
sloten op onze gemotoriseerde schreden terug te
keren en eens poolshoogte te nemen. Het bleek ons
toen dat de ooievaar voornoemd geen levende vo
gel was, maar een geraffineerde nabootsing van
een lepelaar en wel uit beton.
Fantastisch, lieten wij ons ontvallen. Welke fan
tast heeft dat ding hier neergezet. Een blik in het
rond leerde ons, dat de ooievaar niet alleen de me
nagerie vormt van de man die kennelijk in het
nabije huis woont. In de tuin zagen wij verscheidene
ooievaars, kikkers, hertjes, konijntjes en enkele
grappige kabouters die een gezicht trokken van:
wat zeg je me daar van?
Geen landman
AI deze figuren zijn ontspro
ten aan de fantasie cn gevormd
door de geoefende handen van
Nicolaas Schoonbroodt, een zoon
van het schone land, die voor
bestemd was het leven van een
landman te slijten doch reeds
op zeer jeugdige leeftijd tot de
ontdekking kwam dat er geen
boer in hem stak. Na een half
jaar op de boerderij te hebben
gewerkt, verkoos hij de schil
derkwast en ging voor dit vak
de benodigde bekwaamheid ver
garen op diverse cursussen.
Na deze opleidingen bekwaam
de hij zich ook in kunstzinnige
richting, zodat hij zich ook re
clameschilder mocht noemen en
de tekenstift alsmede de penseel
eveneens wist te hanteren. Hij
had ook boetseren geleerd en
met het schetsen zou hij hiervan
nog veel plezier beleven bij zijn
latere liefhebberij: het maken
van dierfiguren van gewapend
Eerst maakt de heer Schoon
broodt een schets of een model
van klei. Daarna vervaardigt
hij de figuur uit gips om ver
volgens de uiteindelijke gestalte
van ijzeren staven en beton te
maken. Maar dikwijls genoeg
ook maakt hij een figuur zo uit
de hand. Zoals de keer toen
iemand bij hem kwam en dood
leuk zei: Ik wil een arend heb
ben. Ik kom met een dag of
veertien terug. Dan is ie zeker
wel klaar.
Nu heeft men zelfs in het
schone Limburg niet direct een
arend bij de hand, Nicolaas
Schoonbroodt moest het dan ook
zonder arend, die bereid was te
poseren, stellen en besloot de
betonnen vogel zo maar uit de
hand te maken. Hetgeen geluk
te. De klant was tevreden. Lang
is het vervaardigen van dierfi
guren en andere beelden een
hobby geweest. Sinds ongeveer
een jaar echter is de heer
Schoonbroodt in samenwerking
met zijn zoon Jan bezig de zaak
groter op te zetten en meer voor
de handel te werken.
t- J
Wie zal een snelle voorbijganger
kwalijk nemen, indien hij dit ooie
vaarsnest voor een echt houdt? De
ze lepelaar nestelt langs de weg
bij Heerlerheide.
Kleurecht
Op fabrieksdak
Men kan zich afvragen, wie
er belangstelling heeft voor de
beelden van gewapend beton die
soms zo'n kleine 200 kilo wegen.
Welnu, men kan een ooievaar
als decoratie van een tuin ge
bruiken, iets waartoe een kabou
ter of een kikker zich ook goed
lenen. Maar een ooievaar was
ook net wat werd gezocht door
een handelaar in baby-artikelen.
Een fabrikant uit Keulen liet
zo'n betonnen gevaarte op het
dak van zijn fabriek plaatsen en
in het gazon liet hij twee her
ten plaatsen als blikvangers.
Onlangs kwam een pater uit
Luxemburg, die verklaarde in
Heerlerheide eindelijk te hebben
gevonden wat hij in verschillen
de landen tevergeefs had ge
zocht. Hij wilde namelijk heb
ben een stuk of tien beesten om
in een kloostertuin te zetten.
Het is mogelijk met het ge
wapend beton te maken wat je
maar wilt, vertelde ons de heer
Schoonbroodt. Desnoods een oli
fant. En dit kolossale dier staat
dan ook op het werkprogramma.
De levensgrote olifant zal dan
een „plaatsje" krijgen in de
tuin bij zijn huis.
Het geheim van de echtheid
der dieren zit 'm voor een be
langrijk deel in de kleuren. De
verfsoorten worden gelijk met
het cement verwerkt, zodat de
kleur „door en door" is.
Opvallend vindt de heer
Schoonbroodt het, dat de ooie
vaar het meest in trek is bij de
mannelijke bezoekers. Vrouwen
moeten meestal niets van de
ooievaar hebben en kiezen lie
ver een ander dier uit.
Op Koninginnedag had de be-
tonartist annex fantast voor een
speciale attractie gezorgd: een
vlammen spuwende ooievaar.
Het hele plaatsje liep uit om
naar dit merkwaardige ver
schijnsel te kijken. De kabou
tertjes doen het ook goed met
hun baardjes van echt haar.
De meeste honden die langs ko
men, rennen het terrein op en
blaffen tegen de betonnen man-
nckes en dieren. Als de brave
honden bemerken dat de aan
gesprokenen niet reageren, kij
ken zij verbaasd en verlaten het
terrein (bijna) hoofdschuddend:
wat het daar voor een rare
beesten zijn, snap ik niet....
Maar het mooiste bewijs voor
de echtheid waarmee Nic.
Schoonbroodt de dieren maakt,
werd geleverd door een 2-jarig
kindje. Dat stapte dc tuin bin
nen en gaf alle dieren een kusje.
giro
of
boekje
an de Rijlespostspaarbank. Recht!
Ie machtige Amei
;ele bedrijven van
Tot nu toe hebben we en we
durven dit best toegeven nooit
geweten wat „Femöring" of een
„Cocide montanes" zijn. Om het
maar direkt te zeggen, het eerste
is rosbief, maar dan op z'n
Zweeds, het tweede een karakte
ristieke schotel uit dc bergstre
ken ten noorden van Oud-Castilië
in de vorm van een soort hutspot,
die in gangen wordt opgediend.
Maar zo je ooit in een Spaans
restaurantje „Cocide montanes"
op de menukaart tegen zou ko
men en je Spaans is niet direkt
al te goed om niet te zeggen
nogal slecht dan weet je toch
maar niet wat je op je bord
krijgt als je het de ober zou aan
wijzen. En dat geldt zeker niet
alleen voor alle mogelijke Spaan
se gerechten, ook in tal van an
dere landen kan de menukaart
een soort puzzel zijn mét uiter
aard evenzoveel verrassingen.
Beetje laat
Daarom is het van de uitgeve
rij Scheltens Giltay te Amster
dam zeker geen gek idee geweest
een uitgebreide culinaire reisgids
voor Europa uit te geven en van
de auteur, Sj. Sinnema, uiteraard
nog minder om zo'n gids samen
te stellen. Natuurlijk, in heel wat
uitgaven, zo van „Hoe zeg ik het
in het met inplaats van pun
tjes een of ander land, kom je
vaak uitgebreide lijsten tegen met
betrekking tot de spijskaart. Dit
boek echter biedt meer, namelijk
eens wat anders dan aardappe
len met biefstuk en doperwtjes in
het Frans of Engels. En dat is er
nu het aardige van, alleen zou
het misschien niet handiger ge
weest zijn een dergelijke uitgave
zo omstreeks mei te laten ver
schijnen? Heel wat geïnteresseer
den in lectuur als deze hebben
immers de vakantie er al op zit
ten?
Maar goed, dat doet uiteraard
aan de inhoud niets af. Naast ve
le menu-woorden uit Europese
landen, komt men ook specialitei
ten en nationale gerechten tegen,
terwijl de wijn in elk land
weer anders ook de volle aan
dacht heeft gekregen. Lang te
zoeken naar een restaurant hoeft
men ook niet met dit boek in de
hand. Eetgelegenheden in de be
langrijkste steden en toeristen
oorden van België, Denemarken,
Duitsland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groot Brittanië en
Ierland, Italië, Joegoslavië, Lu
xemburg, Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, Spanje, Zweden en
Zwitserland, worden er in ge
noemd en zowel aan de meer of
minder gevulde beurs is qua in
deling gedacht.
Menige vrouw zal het tenslotte
weten te appreciëren, dat de
schrijver van „Weet wat u eet in
zo u het
eens gezellig zoudt vinden een ty
pisch Deens gerecht te serveren,
dat niet moeilijk klaar te maken
is, koop dan:
Per persoon twee magere var
kenskoteletten, waartussen u eni
ge gedroogde pruimen en stukjes
appel doet (de pruimen moeten
van te voren worden geweekt).
Dan bindt u de koteletjes op el
kaar, waarna u ze een half uurtje
laat braden. Tenslotte giet u er
wat melk over en dan heeft u
„Svinemprbrad" gekregen, dat
wel even anders smaakt dan ons
„gewone karbonaadje", maar be
slist lekker is.