ie ene m
mb..
Avondmaal begin of
einde der oekumene
Kracht van de Kerk
in haar getuigenis
Een woord voor vandaag
Dr. F. Nolde wenst een
internationaal ethos
Kerken helpen
Chili
Kanttekening
Had Israël oud-Jeruzalem
kunnen behouden?
Pleidooi voor
coëxistentie
2
Een knelpunt
In de oekumenische beweging
is het heilig avondmaal en de
intercommunie weer opnieuw
ter sprake gekomen. De helft
van de jongeren die de confe
rentie te Lausanne bijwoonden
vierden samen het avondmaal,
de andere helft hield zich af
zijdig. Ook in de Nederlandse
kerkelijke pers is over dit on
derwerp geschreven. De baptis
ten predikant ds. J. van Dam
kwam tot precies de tegen
overgestelde conclusie als dr.
J. J. Buskes. In de wekelijkse
rubriek Nader bezien" in
„De Christen" schrijft ds. Van
Dam over de viering van het
avondmaal te Lausanne:
In de afgelopen maand» waren
een 1700 jongeren uit heel de
wereld te Lausanne, Zwitser
land bijeen op een oekumeni
sche konferentie. Op die kon-
ferentie werd opnieuw de zaak
van wat men noemt het
oekumenisch avondmaal aan
de orde gesteld. Een van de
sprekers op deze conferentie,
de bekende Nederlandse hoog
leraar professor Hoekendijk
(Utrecht) riep de jongeren op
het onmogelijke mogelijk te
maken door gemeenschappelij
ke avondmaalsvieringen te rea
liseren. Hoewel de leiding van
de konferentie nadrukkelijk
meedeelde geen initiatieven in
de richting van een gemeen
schappelijke avondmaalsviering
tijdens de konferentie te kun
nen nemen, deed een groep
van een 15-tal predikanten
geheel privé, een oproep aan
de in een van de kerken beleg
de avondmaalsviering deel te
nemen.
Daarmee is waarschijnlijk,
evenals twee jaar geleden, het
vraagstuk van de gemeen
schappelijke avondmaalsviering
binnen de oekumene weer ak-
tueel geworden. Voorstanders
van deze zogenaamde oekume
nische avondmaalsvieringen mo
tiveren hun standpunt vanuit
de gedachte, hun overtuiging,
dat de gemeenschappelijke
avondmaalsviering het begin
van alle oekumenische arbeid
moet zijn, omdat ware een
heid pas daar mogelijk is
waar men samen bij brood en
wijn de dood van Christus
gedenkt". Deze voorstanders
gaan er a priori van uit, „dat
we bij elkaar behoren".
Deze motivering achten wij
onjuist. We spreken nu niet
over het feit, dat het avond
maal de gemeente is gegeven
terwijl voorlopig de oekumeni
sche gemeente nog een fïktie
is. Het gaat ons in dit kader
slechts om de telkens weer ge
hoorde motivering: we horen
bij elkaar.
Wij menen, dat het wp-horen-
bij-elkaar nog niet vast staat:
het moet nog blijken! Het feit,
dat iemand lid is van een be
paalde kerk zegt ons helaas
niet steeds voldoende; is het
lidmaat van die kerk door per
soonlijk geloof een kind van
God? Dat is de vraag waar het
ons en menen we het getui
genis van de Schrift om gaat.
Het antwoord op die vraag al
leen toont aan of we al dan
niet bij elkaar behoren.
Oekumenisch avondmaal" is
niet het begin naar het eind
punt van de oekumene. Voor
lopig kunnen we slechts sa
men spreken en samen ons
door de Heer der Kerk laten
gezeggen, terwijl we bezig zijn
te luisteren naar het getuigenis
van de Heilige Schrift.
In het blad „In de Waag
schaal" verzorgt dr. J. J. Bus
kes een rubriek. „Terzijde"
die waarschijnlijk een van de
best gelezen van de kerkelijke
pers is. Hij herinnert aan het
referaat van prof. dr. J. C.
Hoekendijk waarin deze opriep
tot ongeduld. De jongeren moe
ten het schijnbaar onmogelij
ke ondernemen en aandringen
op intercommunie. Mede onder
invloed van deze oproep werd
het avondmaal gevierd.
Ds. Buskes vervolgt;
Zij, die de oproep deden uit
gaan, en zij, die aan de oproep
gehoor gaven, willen het ge
meenschappelijke avondmaal
blijkbaar niet zien als het ein
de van de oekumenische ar
beid, maar als het begin, het
oecumenisch gesprek. Wij kun
nen ons over het initiatief van
de vijftien predikanten slechts
verheugen. Prof. Miskotte heeft
eens gezegd: „Zo zeker als
het een verkeerde hebbelijk
heid is van sommige confe
renties, waarbij de deelnemers
geen geestelijke eenheid von
den en ondergingen, om een
eenheid alsnog te demonstre
ren door samen avondmaal te
vieren, zo zeker is het een ver
keerde, ja boze en schier de
monische neiging van leerstel-
ligverzekerde groepen, om geen
eenheid te willen beleven dan
op voorwaarde dat alle gasten
het over de leer der verzoening
volkomen eens zijn geworden.
Wij weten inderdaad niet, wat
wij doen, als wij het eucharis
tisch feest menen te kunnen
vieren zonder te geloven in het
bloed der verzoening: maar wij
zullen misschien bevonden wor
den zeer wel te weten wat
wij doen en ons schrikkelijk
te vergrijpen, als wij het eni
ge gebeuren, dat de dorre
woorden der belijdenis (en au
fond zijn ze alle dor) metter
daad kan levend maken, ver
storen met de verheffing van
formules tot sacrale initiatie-
termen".
Het oekumenisch gesprek kan
alleen voortgang hebben, als
we samen avondmaal vieren,
voordat en opdat wij het sa
men eens zijn.
Prof. Miskotte zegt: „Ik
houd het ervoor, dat de una
sancta der eenvoudigen hier
ons de ware wijsheid kan le
ren". Ook zij verstaan het niet.
Evenwel is het voor hen niet
verborgen als voor de wijzen
en verstandigen in religieus en
theologisch opzicht. De jeugd
van Lausanne is de una sancta
der eenvoudigen geweest, die
ons, ouderen en wijzen, de wa
re wijsheid kan leren. Dat zij
op dit punt de traditie, die zij
als een barrière voelde, door
broken heeft, is voor ons, oude
ren zowel beschamend als be
moedigend. Persoonlijk heb ik
nooit kunnen geloven in een
Luthers, een Gereformeerd of
een Anglicaans avondmaal.
Het avondmaal is niet van de
ze of gene kerk. Het is het
avondmaal van de Heer Jezus
Christus. Niet deze of gene
kerk, maar Jezus Christus
roept ons tot avondmaal.
Wat zou het in geestelijke
zin groot zijn, als alle christe
nen in Nederland op Goede
Vrijdag of op Pasen samen
avondmaal vierden, niet om
daarmee te betuigen, dat de
verschillen tussen de kerken
van nul of gener waarde zijn,
maar om een innerlijk-nood-
zakelijke katholiciteit te de
monstreren, een katholiciteit,
die om nog eens prof. Mis
kotte te citeren aan de dag
brengt, dat allen, die in Chris
tus geloven over heel de we
reld, ook wanneer ze in alle
mogelijke opzichten verschil
len, één belijdenis overhouden,
één samenstemming, één sa
menzang: Jezus, Uw verzoe
nend sterven blijft het rustpunt
van ons hart!
Laten wij God danken voor
ie doorbraak van Lausanne.
RECTIFICATIE
Eergisteren namen wij een ge
deelte over uit een artikel van
prof. dr. J. Waterink. Wij ver
meldden in de inleiding dat het
overgenomen was uit het „Ge
reformeerd Weekblad", uitgave
Kok. De lezers zullen hebben
begrepen dat dit het „Centraal
Weekblad" moest zijn waaraan
prof. Waterink een vaste mede-
I.C.C.C. op Woud schoten
(Van een onzer medewerkers)
TN ZIJN referaat op de I.C.C.C. conferentie, die te Woudschoten
wordt gehouden en waar ongeveer 130 gasten uit geheel Europa
en de Verenigde Staten aanwezig zijn, citeerde prof. dr. S. U. Zui-
dema gisteravond Johannes 3 36 „Wie de Zoon van God onge
hoorzaam is, zal het leven niet zien." Hij vervolgde: Aan deze dui
delijke taal ontbreekt het maar al te vaak binnen de kerk en in
het gesprek van de kerk met de wereld. Het koningschap van
Christus ligt niet in het verlengde van de gangbare menselijke
aspiraties, inspiraties en transpiraties. Daarom begint alle zen
dingswerk met de proclamatie van het koningschap van Christus.
gen beiden had hij sterke bezwaren.
Maar er zijn ook kleine theologische
groepen, vervolgde hij, die een duidelijk
standpunt innemen tegenover het Schrift
gezag en de bijbel als Gods Woord blijven
erkennen.
Met name sprak hij van het goede
werk van de Studenten Mission Deutsch-
lands, waaruit een vrij grote groep jon
gere theologen is voortgekomen, die de
Bijbel weer volkomen als Gods Woord
aanvaarden. Een moeilijkheid vond deze
predikant dat in Duitsland vrijwel alle
kerken, ook de zogenaamde vrije kerken,
bij de Wereldraad zijn aangesloten, be
halve de "Vrije Evangelische Gemeenten
en enkele kleinere groepen.
Samenwerking en
geen samensmelting
is het doel
Prof. Zuidema sprak over „Het konink
rijk der hemelen en zijn Koning." Sterke
nadruk legde hij op de onvergelijkbaar
heid en het souverein monopolie
Christus, die de grote „Ik ben" is. De
spreker wilde niets weten van de gelijk
schakeling van het koninkrijk der he
melen met het westen. Niemand kan dit
koninkrijk inlijven, omdat niemand bij
machte is de Koning in zijn greep te
krijgen en Christus Jezus naar zijn hand
te zetten.
Maar ook legde deze hoogleraar
sterk de nadruk op het feit dat wij
er met heilswaarheden alleen niet zijn.
„Ook in die afschuwelijke vorm van
orthodoxie, die de heilswaarheden
verkoopt als koeien, behandelt als wis-
kundesommen, en die inmiddels van
geen aanbidding weet, en van geen
zweren bij de naam van Jezus alleen,
maar die bij eigen orthodoxie zweert;
hoe licht en hoe vaak verval ik er in,''
bekende hij
Twee lijnen
Deze twee lijnen lopen door de ge
hele conferentie. Aan de ene kant wordt
er geprobeerd om de bijbelse -waarheid
scherp te stellen, aan de andere kant
is er het duidelijk besef dat deze waar
heid slechts iets voor ons kan gaan be
tekenen als wij zelf een ontmoeting met
Christus, die „De Waarheid" is hebben
In dit verband zei de (vrijgemaakte)
gereformeerde predikant ds. W. Borg-
dorff dan ook dat God de mensen uit
nodigt tot het bruiloftsfeest en zij dit
feest niet zelf organiseren. Het konink
rijk Gods komt zonder ons toedoen. Het
is niet vrucht van mensenlijke ontwik
keling, maar is een gave. De kerk moet
de mensen nodigen tot het feest. Haar
kracht ligt enkel en alleen in haar ge
tuigenis en niet in aardse machtsfactoren
zoals een sterke organisatie en een een
heid om samenbundeling van krachten.
Geen superkei-k
Ook de voorzitter van de I.C.C.C. had
in z(jn openingswoord reeds de gedachte
van een super-kerk afgewezen. Volgens
de grondslag van deze Raad van Kerken
is het doel samenwerking en niet samen
smelting. De kerken willen via deze
Raad samen hun getuigenis doen klinken.
Deze samenwerking is echter een
plicht. Alle ware kerken van Jezus
Christus zijn verplicht een klaar getuige
nis te geven van hun geloof in Christus.
EVenzo zijn ook de eisen Gods aan zijn
volk om zich af te scheiden van alle on
geloof en corruptie duidelijk en positief,
aldus dr. Mclntire.
Hij zag ook de practische noodzake
lijkheid van samenwerking, omdat hele
kerkverbanden verstrjkt zijn in het mo
dernisme van verscheiden naam en
graad. Deze valse samenwerking moet
worden bestreden en een gezonde bijbelse
samenwerking van kerken, die getrouw
zijn aan hun belijdenissen, worden be
vorderd.
Duitsland
Tijdens deze conferentie geven ver
schillende sprekers een overzicht van di
situatie in hun land. Zo sprak reeds ds.
Heinrich Jochums van de Evangelische
Gesellschaft für Deutschland. Hij ze'
de theologen van zijn land sterk
beïnvloed door Barth en Bultmann. Te-
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Opheusden: J. van Root-
selaar te Delft; te Sao Paulo, Ned. Prot.
kerk: J. G. Panhuysen, pred. directeur
jongensinternaat van het Christ. Lyceum
te Zeist.
Aangenomen naar Altforst:: M. Jansen,
vicaris te Schaersberg-Waubach.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Grijpskerk, Gr.: G. van
den Berg te Wetsinge-Sauwerd; te
Christchurch, Nieuw-Zeeland: J. W. Dee-
nik te Auckland, N.Z., voorheen te Poor-
tugaal.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Wie ben ik? Wat ben ik? Wat doe ik? Waarom leef ik?
het zijn vragen waarmee we ons niet dagelijks bezig plegen
te houden. Niet dat we zo weinig aan en over onszelf denken, j
maar die gedachten draaien meestal om heel andere onder- i
werpen: „Hoe kom ik vóóruit in de wereld?" is zo'n vraag.
En: „Wat moet ik doen om populair te worden?"
Pas als we in de knoei zitten, komen we er wel eens toe na
te denken over de zin van het leven. En dan meestal in de
heel pessimistische trant. Zoals Job die de dag vervloekte
waarop hij geboren was!
Op de eerste bladzijde van uw Bijbel staat heel precies wie
ge zijt, wat ge zijt en waarom ge leeft op deze aarde. „En j
God zeide: „Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze
gelijkenis, opdat zij heersen.En God schiep de mens naar
Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw J
schiep Hij hen. En God zegende hen...."
Ziet ge, dat het er tweemaal staat: ge zijt geschapen I
naar Gods beeld"? Daar is niets onduidelijks aan en daar
kan geen misverstand over bestaan. Wat er ook van de mens
is terechtgekomen doordat de zonde in de wereld kwam
de mens behoeft niet te zoeken naar het antwoord op de
vraag wie en wat hij is: hij is Gods beeld!
Veel jeugd
Op deze conferentie zijn theologen uit
vrywel alle Westeuropese steden aanwe
zig. Jammer is evenwel dat de voorzitter
van de Europese organisatie dr. Hedegard
plotseling niet kon komen, omdat zijn
vrouw zeer ernstig ziek is geworden.
Ook de Nederlandse hoogleraar prof. dr.
Aalders is door ziekte verhinderd.
Opvallend is het grote aantal jongeren.
Een jeugdorganisatie van de Evang. Ref.
Kirche in Wuppertal stuurde officiële
vertegenwoordigers, terwijl ook ver
scheidene baptistenjongeren uit Frank
rijk aanwezig zijn. De organisatie van
Molukse christen jongeren zond vier
afgevaardigden en er zijn ook vrij veel
jonge Nederlanders.
Wereldraad en de politiek
ten beïnvloeden door het feit dat de
militaire kracht de spanningen nog ver
groot. Door samenwerking en door
goed voorbereide conferenties moet
met geduld gezocht worden naar een
oplossing voor de conflicten.
Het ligt in de bedoeling dat de ker
ken, als dit plan door het Centraal Co
mité wordt aanvaard, voorgelegd zal
algemene vergadering
Op het congres van de Wereld- 6- De diplomaten mogen zich niet
raad der Kerken in St. Andrews
heeft de Amerikaan dr. Frederick
Nolde gisteren een plan van zeven
punten ingediend ter verminde
ring van de spanningen tussen
Oost en West.
Dr. Nolde is voorzitter van de
commissie inzake internationale
aangelegenheden. Hij wees erop,
dat de toestand in de wereld op
het ogenblik gevaarlijker is dan
sinds het mislukken van de top
conferentie, misschien zelfs sinds
de Koreaanse oorlog.
„In deze gespannen atmosfeer is de
mensheid door de mógelijkheid van ver
dere verslechtering of totale vergissin-
zich
komen", aldus dr. Nolde, „Wie
hier geen rekenschap van geeft loopt
een heel groot risico."
In de zeven punten spreekt hij het
volgende uit:
In de huidige wereld ontbreekt een
ware internationale gemeenschap.
Toch moeten de mensen in dit atoom
tijdperk samen leven of de totale ver
nietiging aanvaarden. Het risico van
de coëxistentie kan door een vreedza
me concurrentiestrijd en een groeien
de samenwerking ondervangen worden
2. Het is niet eenvoudig om de gewel
dige kloof tussen de communistische
en de niet-communistische wereld te
overbruggen. Maar het openbaar ma
ken van de factoren die ons van el
kaar gescheiden houden is reeds een
stap in de goede richting. Het is de
taak van de commissie voor buiten
landse aangelegenheden een bijdrage
aan deze analyse te geven.
3. Als de staatslieden elkaar beter wil
len leren kennen, zullen zij zich moe
ten houden aan bepaalde spelregels.
Daartoe is een internationaal ethos
nodig. Daar dit niet bestaat zullen we
moeten proberen om een minimum
gedragslijn te formuleren.
4. Hoewel het vertrouwen tussen de gro
te drie tot een dieptepunt is ge
daald, blijft het toch noodzakeijk dat
er een bewapeningscontrole komt.
De hoop op een volledige ontwapening
is een illusie, zolang men het niet
eens kan worden over de stappen die
moeten worden genomen.
5. Het voortbestaan van het probleem
Berlijn en van het gescheiden Duits
land is wel verontrustend maar be
hoeft niet tot paniek aanleiding te ge
ven. Voorkomen moet worden dat als
de onoverkoombare tegenstellingen
tussen de grote mogendheden een op
lossing van deze problemen in de weg
staan, de situatie slechter zal wor-
26
Inge legde haar handen aan de slapen en sloot
haar ogen alsof zij een angstwekkend visioen wilde
wegvagen. Ik liet haar stil begaan-totdat zij weer
op haar stoel zat. „Hier" zei ze. „Lees nu verder.
Dit schreef hij mij het laatste."
„Ik dank je voor je eerlijkheid. Na alles zou de
ze teleurstelling toch vernietigend voor me zijn ge
weest. Misschien is het ook beter, dat er niemand
treurend achter zal blijven wanneer ik vaL Ik kan me
nu geven zoals het behoort, zoals mijn kameraden
dat doen. Ik zal niet meer achterblijven als er vrij
willigers worden gevraagd. Ik zal gaan waar ik ge
roepen word en mijn laatste gedachten zullen zijn
bi.i jou. Dit kan mij tenminste niemand ontnemen."
Er was geen spoor van trots of heerszucht te vin
den in al zijn verdere regels die ik onder de ogen
knteg. Het was een toon, een Duitse toon van een
verbazingwekkende deemoed en onderworpenheid.
Nee. veel meer, er was geen geloof meer in de
toekomst. Afgezien van Inge's verdriet, was dit voor
mij een hoopvol teken, waarover ik mij diep in mijn
hart verblijdde, hoe bitter het feit op zichzelf dan
Toen ik opkeek zag ik hoe Inge strak voor zich
uitstaarde. Vals rode kleurtjes plekten op haar wan
gen en de randjes van haar ogen waren rood. Ik zei
om de spanning te breken: „Wel, Inge, misschien
is het toch beter zo. al heb je alles misschien een
beetje verkeerd beoordeeld. Maar hoe kon het an
ders, hoe lang nebben jullie elkaar niet gezien?"
Alsof ze niet tegen mij. maar tegen zichzelf sprak
zei ze: „Ik heb hem de dood in gejaagd. Hij heeft
de dood gezocht en ik heb hem vermoord
Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en ik zag
hoe haar lippen beefden als van een klein kind.
Die uitlating was ontstellend genoeg en opeens was
het me duidelijk wa* haar zo hopeloos verdrietig en
nerveus had gemaakt. In dié laatste gedachte had
zij zich vastgebeten. Zij voelde zich schuldig aan
zijn dood. Als er één gedachte is die ik te lijf moest
gaan, dan was het zeker deze. „Dwaasheid natuur
lijk"' zei ik. misschien wat driftiger dan ik bedoel
de. „Hoe kom je aan die gedachte? Als dat waar
zou zijn. dan was je Erich verre van een held. Wie
dapperheid bewijst en gevaarlijke stunts uithaalt
omdat hij levensmoe is veracht ik."
r o m n
öoor h€Rm. steqqeRöè»
Ik kon niet helpen, dat ik op hetzelfde moment
aan Henk dacht. Was ook hij het gevaar niet gaan
zoeken, omdat hij zich m mij teleurgesteld voelde?
Ik had mezelf met deze woorden recht in het hart
getroffen. Zou ik ook eens als Inge leed gevoelen
omdat ik hem de dood had ingejaagd?
Inge beheerste zich wonderlijk. Ze slikte het
nieuw opkomend verdriet met geweld weg, maar
gaf toch geen antwoord. Ze ontweek mijn blik.
„Het is in diepste wezen laf. Wie het leven ver
der niet aandurft is altijd laf. Zelfmoordenaars zijn
geen helden al beweert men dat wel eens. Ik voel
meer voor de man die voor zijn bestaan en zijn be
zit vecht en ik had liever gelezen, dat hij zich door
je houding diep gekrenkt voelde en gesproken had
van zijn rechten en jouw misvattingen." Och, het-
was alles een pleidooi voor mezelf en daarom voor
Inge misschien overtuigend genoeg, want ze kwam
naar voren en vroeg: „Meen je oprecht wat je
zegt, of zeg je dat maar om me te troosten?"
„Natuurlijk niet". Ik ben er van overtuigd, dat
het zo is en niet anders en ik vind het fout van je
om je in die gedachte vast te bijten."
„Het was misschien allemaal niet nodig geweest"
hield Inge vol." Misschien was Erich toch gesneu
veld en dan zou hij nooit leed hebben gehad om
Dit was een logica waar ik zo gauw geen ant
woord op wist. Ze had gelijk, maar dat „misschien"
was een wankel punt. want ik had uit zijn schrij
ven begrepen, dat hij eerst zeer voorzichtig met
zichzelf was geweest,
„Nee Inge. Even „misschien" was hij ook terug
gekeerd en alles zou zeker zo pijnlijk zijn geweest
en veel jaren zouden er dan voorbij zijn gegaan
waarin je je bezwaard zou hebben gevoeld. Kom,
je moet hier overheen. Denk aan wat er ligt tus
sen mij en Henk. Hij is ook niet voor niets ver
trokken. Ben ik nu schuldig als hem wat zou over
komen? Zulke naturen hebben de tijd mee, om met
een erevlag te vallen als een held voor het oog,
maar in feite wegens gebrek aan levensmoed. Ge
loof me, werkelijke helden telt de wereld maar
weinig. Het is alles geen heldendom, wat men voor
heldendom verslijt.
Daarmee wil ik niets afdoen van de prestaties die
onze jongens leveren, uit werkelijk nationale gedre
venheid, uit verlangen naar recht en geloof in hun
rechtvaardige 'aak. Daarom is het maar goed. dat
we alleen de feiten zien en de algemene motieven
aanvaarden die hen in de dood hebben gestort. Maar
jij en ik, wij weten, dat er ook anderen zijn."
„Zij hebben toch hun moed opgebracht", zei In
ge. Het deed me goed, dat zij opeens weer strijd
vaardig werd. „Natuurlijk", gaf ik grif toe. „Zon
der die moed zouden er geen daden van geweld
zijn gepleegd. Alleen, ik denk nu aan Erich, zou
het ook niet anders hebben gekund. Zou hij zo ge
handeld hebben als je nooit geschreven had?"
„Zie je wel, nu zeg je eigenlijk toch dat ik schul
dig ben."
„Nee, ik bedoel alleen, dat hier opzettelijk ge-
vaar is gezocht door hem en daar kun jij nooit
verantwoordelijk voor zijn."
Inge zuchtte en stond op. Zij ruimde diep ir
dachten de enveloppen van tafel. Toen zei ze:
ga weg hier."
Door dit laatste voelde ik mij diep getroffen. Het
deed me meer pijn dan ik kon zeggen, want ik
had mij aan haar gehecht. We hadden al zoveel
samen doorgemaakt. „Waarom dan?" vroeg ik.
Inge haalde haar schouders op. „Ik weet het
eigenlijk niet, maar ik houd het hier niet meer uit."
„Dat zal overal wel eender zijn Inge. Wij zijn
hier nog samen. We hebben hier nog zoveel steun
aan elkaar. Ik zou het niet doen, althans voorlo
pig niet."
„Ik wil een andere omgeving, misschien een an
dere stad of ergens buiten. Ik voel me moe en
ziek. Wat moet ik hier nog doen?"
Wordt vervolgd
worden __D__oo
van de Verenigde Naties. Het is niet
bedoeld als officiële kerkelijke politiek,
maar als een leiddraad voor het ge-
Cliina
Het is evenwel de vraag of dit
plan werkelijk de volle instemming
zal krijgen van de kerken. Er is een
groeiend verzet vooral in Ameri
ka te bespeuren tegen het feit
dat de oecumenische beweging zich
zo vaak met de politiek bem-eit.
Nog maar een jaar geleden sprak een
Amerikaanse conferentie zich uit voor
de erkenning van Rood-China door
de V.S. Dit plan heeft toen een
stroom van protesten doen opwaai
en en er beginnen steeds meer stem
men te klinken, die dc Wereldraad
wil afhouden van politieke uitspra
ken en acties.
Dat onderwerp kwam trouwens ook
weer ter sprake toen prof. Hromadka
bekend om zijn pro-communistische
sympathieën betoogde dat naar zijn
mening ieder topgesprek onmogelijk
is, zolang communistisch China niet
tot de Verenigde Naties wordt toege
laten. Veel invloed zal hij evenwel
met deze opmerking niet hebben, want
de schrik zit nog steeds in vele oecu
menische benen.
De noodkreet uit het door aardbevin
gen verwoeste Chili heeft, zoals overal
in de wereld, ook de Nederlandse ker
ken tot grote hulpvaardigheid aan
spoord. Tot nu toe is op giro 5261 \i
de Stichting Oecumenische Hulp i
Kerken en Vluchtelingen te Utrecht
totaal een bedrag van f 73.659 voor Chili
binnengekomen. Hiervan kwam f 37.000
van de wilde ganzen, de radioactie van
het I.K.O.R. en f 20.000 van de sectie
voor Internationale Hulpverlening
de Nederlandse Hervormde Kerk.
Daarnaast hebben ook de Gerefor
meerde kerken eind juli een oproep tot
hun gemeenteleden gericht om een bij
drage voor Chili. Het algemeen diaco
naal bureau der Gereformeerde kerken
te Utrecht heeft reeds een bedrag van
f 10.000 ontvangen. De rest van het be
drag is van particuliere zijde binnenge
komen.
Tengevolge van twee hevige aardbe
vingen op 21 en 22 mei j.l. en een daar
opvolgende vloedgolf kwamen in de bij
zonder zwaar getroffen zuidelijke Chi
leense provincies pl.m. 1500 mensen om
het leven. Een miljoen mensen werd
dakloos. De totale schade die door deze
ramp ontstaan is bedraagt pl.m. 40i
miljoen dollar.
dachaüTpastoor
roth omgekomen
Pastoor Roth, de R. K. geestelijke,
die in het concentratiekamp Dachau dui
zenden slachtoffers van het Nazi-regime
heeft bijgestaan en getroost, is dezer
dagen bij een bergongeluk te Voralberg
in Oostenrijk om het leven gekomen.
Pastoor Roth was 52 jaar. In Dachau,
waar hij in 1941 geïnterneerd was heeft
hij als kamppastoor niet alleen geeste
lijke bijstand verleend aan de katho
lieke gevangenen, maar ook aan tal
andersdenkenden. In 1954 werd de
toor door dé aartsbisschop van Mün-
chen, wijlen kardinaal Faulhaber, be
noemd als geestelijk leider van de Nazi'
die in Dachau geïnterneerd waren.
Toen dit interneringskamp gesloten
werd, heeft pastoor Roth er voor gezorgd
dat het kampterrein in tact is gebleven
als aandenken aan de duizenden
die er gevallen zijn.
Pastoor Roth heeft de laatste maanden
van zijn leven bij vrienden in Noord-
Italië en Zwitserland doorgebracht, hij
heeft gezegd dat hij na zijn dood geen
publiciteit
de rol van de ver. naties
CECRETARIS-GENERAAL Ham-
marskjoeld verdient in deze da
gen de onverdeelde steun van de
vrije wereld in zijn conflict met de
fanatieke en onberekenbare premier
van Kongo, Patrice Loemoemba.
Toegeven aan de eisen van de pre
mier zou in strijd zijn met het
Handvest van de Verenigde Naties
en deze organisatie verlagen tot een
instrument, waarvan would-be-dic-
tators naar believen gebruik zouden
kunnen maken.
Het is de taak van de Verenigde
Naties, orde en rust in Kongo te
herstellen en te handhaven, ook en
vooral na het vertrek van de Bel
gische strijdkrachten. Hammar-
skjoeld heeft zich volledig gehouden
aan de letter en de geest van de
door de Veiligheidsraad aangenomen
resoluties. De eisen van Loemoem
ba waren dan ook onredelijk en zijn
jongste optreden was onverantwoor
delijk.
Dat Hammarskjoeld de provincie
Katanga niet als een afgescheiden
onafhankelijke staat beschouwt, mo
ge blijken uit het feit, dat hij niet
heeft geaarzeld, opdracht te geven
dit gebied door troepen van de Ver
enigde Naties te doen bezetten om
het vertrek van de Belgische een
heden mogelijk te maken en te ver
snellen. Ook betekent de goede ver
standhouding tussen hem en dc Ka-
tangese premier Tsjombe niet, dat
hij deze steunt in diens verzet te
gen de centrale regering van Loe
moemba in Leopoldstad.
Wèl weigert Hammarskjoeld en
zeer terecht medewerking te ver
lenen aan het gebruik van VN-
troepen om de bevolking van Ka-
tanga een regiem op te leggen, dat
zij in meerderheid niet wenst. Hij
kan dit ook niet doen, omdat de or
ganisatie der Verenigde Naties ge
acht wordt, zich niet in te laten met
de binnenlandse politieke problemen
van haar leden-staten. Afgezien nog
van het feit, dat hem het recht niet
toekomt, op eigen gezag het zelfbe
schikkingsrecht aan Katanga te ont
houden.
De rol die Hammarskjoeld totdusver
in Kongo heeft gespeeld, is die van
bemiddelaar. Eerst heeft hij een op
lossing gezocht voor het zo snel mo
gelijk doen vertrekken van de Bel
gische troepen. Nu dit vertrek vrij
wel in kannen en kruiken is, kan
hij, wat Katanga betreft, niet an
ders doen dan een afwachtende hou
ding aannemen om te zien, hoe het
politieke conflict tussen Loemoemba
en Tsjombe zich ontwikkelt.
Zodra echter Loemoemba stappen
zou nemen om Katanga met geweld
zijn wil op te leggen, verandert de
situatie voor Hammarskjoeld. Het
is zijn taak, orde en rust te hand
haven, ook in Katanga. Het gebruik
van geweld door Loemoemba zou
ongetwijfeld leiden tot een bloedige
strijd en een chaos teweegbrengen
in een gebied, dat in tegenstel
ling tot de rest van Kongo na de
overdracht van de souvereiniteit be
trekkelijk rustig is gebleven.
Het ziet er naar uit, dat het pro-
bleem-Katanga alleen op vreedzame
wijze kan worden opgelost, wanneer
de republiek Kongo wordt omge
vormd tot een federatie van staten,
die een grote mate van zelfbestuur
behouden.
Tsjombe heeft zich met een derge
lijke oplossing akkoord verklaard,
en ook Loemoemba heeft gezegd, het
niet belangrijk te vinden, of Kongo
centraal of in federatief verband
geregeerd wordt.
De daden van Loemoemba zijn ech
ter niet in overeenstemming met
zijn woorden. En daarom heeft Ham
marskjoeld het zo moeilijk.
Vragen in Israels parlement
Een voorstel ingediend door de
oppositionele Cheroet een parle
mentaire commissie een onderzoek
te laten instellen naar de omstan
digheden waaronder de oude stad
van Jeruzalem in de Arabisch-
Israëlische oorlog van 1948 is over
gegeven aan de Jordaanse troepen,
is door het Israëlische parlement
verworpen. Het voorstel was ge
daan naar aanleiding van de me
moires geschreven door dr. Dov
Joseph, voorheen militair gouver
neur van Jeruzalem, die in zijn
werk beschuldigingen uit aan het
adres van generaal David Shaltiet,
de commandant van Jeruzalem in
die oorlog.
Minister-president Ben Goerion rea
geerde op het voorstel van de Che
roet met te verklaren dat „het de
taak van het parlement is politieke
besluiten te nemen, maar dat zij met
geschiedschrijven niets te maken
heeft". Hij meende dat de tijd nog
niet rijp is alle episoden uit de oor
log om Israëls zelfstandigheid in het
daglicht te stellen.. Dit temeer niet
omdat de ."eschiedenis nog te vers is
dan dat objectieve gevolgtrekkingen
kunnen worden gemaakt.
Rapporten aanhalend die hij tijdens de
oorlog had uitgebracht aan de voor
lopige Israëlische regering, zei Ben
Goerion, dat aangetoond is dat 'net
verlies van ."e oude stad onvermijde
lijk was en van het begin van de
strijd af werd verwacht.
Boosaardig en lasterlijk vond de pre
mier het verwijt dat de voorlopige Is
raëlische regering niets heeft gedaan
memoires schrijft dr. Dov Joseph
o. a. dat generaal Shaltiet niet het
„minste begrip had van de historische
belangrijkheid van Jeruzalem voor de
Joden waar ook ter wereld".
Klaagmuur
Duidelijk is dat de Israëliet, die wil
terugkeren naar zijn land niet genoe
gen neemt met een Israël zonder his
torisch Jeruzalem. Het beschikt wel
over de nieuwe stad, maar niet over
de oude stad waar de tempel gestaan
heeft. Het gevolg is dat Joden nog
altijd willen .rekken naar de klaag
muur in ue oude, nu Jordaanse stad.
Zo hebben de Jordaanse soldaten en
kele dagen geleden nog de 46-jarige
rabbijn Shimon Rubin aan de Israë
lische soldaten overgeleverd. Rubin
had de demarcatielijn tussen Jorda
nië en Israël overschreden ten einde
bij de Klaagmuur in het Jordaanse
deel van Jeruzalem gebeden te kun
nen uitspreken. Hij heeft de muur niet
bereikt. Onmiddellijk na het over-
sch.ijden van c. grens werd hij ge
arresteerd. Bij zijn terugkeer in Is
raël verklaarde rabbijn Rubin: „Ik
bood de man 25 dollar aan als hij
mij naar de Klaagmuur wilde bren
gen. Hij wilde niet. Toen het niet
mogelijk bleek bij de Klaagmuur te
bidden heb ik de gebeden op straat
opgezegd."
R.k. kerk in Hongarije:
De R, K. kerk in Hongarije heeft gjs-i
teren in een verklaring, waarin zorg
vuldig werd vermeden op Marxistische'
tenen te trappen, aan de gelovigen voor
gehouden, dat zij aanpassingsvermogen
moeten tonen, indien zij „de zending van]
Christus in een Communistische maat-'
schappij willen uitvoeren."
In de verklaring wordt opgemerkt, dal
de gelovigen, hoewel de kerk andere
doeleinden nastreeft dan de staat, niet
temin burgers van die staat zijn en dat
zij de kerk daarom de toenemen
de welvaart van het gehele volk wenst
De verklaring, die in diplomatieke be
woordingen een pleidooi Inhield voo-
voortzetting van de vreedzame coëxi I
stentie met het regime en die is ge i
publiceerd op de voorpagina van het
Rooms Katholieke weekblad „Ujember"
herdenkt ondertekening van een over
eenkomst tussen de kerk en de athe
ïstische staat, welke o.m. voorziet in
Communistische financiële steun aan de
kerk in ruil voor niet-inmenging in de
politiek.