ie ene m mb.. Avondmaal begin of einde der oekumene Kracht van de Kerk in haar getuigenis Een woord voor vandaag Dr. F. Nolde wenst een internationaal ethos Kerken helpen Chili Kanttekening Had Israël oud-Jeruzalem kunnen behouden? Pleidooi voor coëxistentie 2 Een knelpunt In de oekumenische beweging is het heilig avondmaal en de intercommunie weer opnieuw ter sprake gekomen. De helft van de jongeren die de confe rentie te Lausanne bijwoonden vierden samen het avondmaal, de andere helft hield zich af zijdig. Ook in de Nederlandse kerkelijke pers is over dit on derwerp geschreven. De baptis ten predikant ds. J. van Dam kwam tot precies de tegen overgestelde conclusie als dr. J. J. Buskes. In de wekelijkse rubriek Nader bezien" in „De Christen" schrijft ds. Van Dam over de viering van het avondmaal te Lausanne: In de afgelopen maand» waren een 1700 jongeren uit heel de wereld te Lausanne, Zwitser land bijeen op een oekumeni sche konferentie. Op die kon- ferentie werd opnieuw de zaak van wat men noemt het oekumenisch avondmaal aan de orde gesteld. Een van de sprekers op deze conferentie, de bekende Nederlandse hoog leraar professor Hoekendijk (Utrecht) riep de jongeren op het onmogelijke mogelijk te maken door gemeenschappelij ke avondmaalsvieringen te rea liseren. Hoewel de leiding van de konferentie nadrukkelijk meedeelde geen initiatieven in de richting van een gemeen schappelijke avondmaalsviering tijdens de konferentie te kun nen nemen, deed een groep van een 15-tal predikanten geheel privé, een oproep aan de in een van de kerken beleg de avondmaalsviering deel te nemen. Daarmee is waarschijnlijk, evenals twee jaar geleden, het vraagstuk van de gemeen schappelijke avondmaalsviering binnen de oekumene weer ak- tueel geworden. Voorstanders van deze zogenaamde oekume nische avondmaalsvieringen mo tiveren hun standpunt vanuit de gedachte, hun overtuiging, dat de gemeenschappelijke avondmaalsviering het begin van alle oekumenische arbeid moet zijn, omdat ware een heid pas daar mogelijk is waar men samen bij brood en wijn de dood van Christus gedenkt". Deze voorstanders gaan er a priori van uit, „dat we bij elkaar behoren". Deze motivering achten wij onjuist. We spreken nu niet over het feit, dat het avond maal de gemeente is gegeven terwijl voorlopig de oekumeni sche gemeente nog een fïktie is. Het gaat ons in dit kader slechts om de telkens weer ge hoorde motivering: we horen bij elkaar. Wij menen, dat het wp-horen- bij-elkaar nog niet vast staat: het moet nog blijken! Het feit, dat iemand lid is van een be paalde kerk zegt ons helaas niet steeds voldoende; is het lidmaat van die kerk door per soonlijk geloof een kind van God? Dat is de vraag waar het ons en menen we het getui genis van de Schrift om gaat. Het antwoord op die vraag al leen toont aan of we al dan niet bij elkaar behoren. Oekumenisch avondmaal" is niet het begin naar het eind punt van de oekumene. Voor lopig kunnen we slechts sa men spreken en samen ons door de Heer der Kerk laten gezeggen, terwijl we bezig zijn te luisteren naar het getuigenis van de Heilige Schrift. In het blad „In de Waag schaal" verzorgt dr. J. J. Bus kes een rubriek. „Terzijde" die waarschijnlijk een van de best gelezen van de kerkelijke pers is. Hij herinnert aan het referaat van prof. dr. J. C. Hoekendijk waarin deze opriep tot ongeduld. De jongeren moe ten het schijnbaar onmogelij ke ondernemen en aandringen op intercommunie. Mede onder invloed van deze oproep werd het avondmaal gevierd. Ds. Buskes vervolgt; Zij, die de oproep deden uit gaan, en zij, die aan de oproep gehoor gaven, willen het ge meenschappelijke avondmaal blijkbaar niet zien als het ein de van de oekumenische ar beid, maar als het begin, het oecumenisch gesprek. Wij kun nen ons over het initiatief van de vijftien predikanten slechts verheugen. Prof. Miskotte heeft eens gezegd: „Zo zeker als het een verkeerde hebbelijk heid is van sommige confe renties, waarbij de deelnemers geen geestelijke eenheid von den en ondergingen, om een eenheid alsnog te demonstre ren door samen avondmaal te vieren, zo zeker is het een ver keerde, ja boze en schier de monische neiging van leerstel- ligverzekerde groepen, om geen eenheid te willen beleven dan op voorwaarde dat alle gasten het over de leer der verzoening volkomen eens zijn geworden. Wij weten inderdaad niet, wat wij doen, als wij het eucharis tisch feest menen te kunnen vieren zonder te geloven in het bloed der verzoening: maar wij zullen misschien bevonden wor den zeer wel te weten wat wij doen en ons schrikkelijk te vergrijpen, als wij het eni ge gebeuren, dat de dorre woorden der belijdenis (en au fond zijn ze alle dor) metter daad kan levend maken, ver storen met de verheffing van formules tot sacrale initiatie- termen". Het oekumenisch gesprek kan alleen voortgang hebben, als we samen avondmaal vieren, voordat en opdat wij het sa men eens zijn. Prof. Miskotte zegt: „Ik houd het ervoor, dat de una sancta der eenvoudigen hier ons de ware wijsheid kan le ren". Ook zij verstaan het niet. Evenwel is het voor hen niet verborgen als voor de wijzen en verstandigen in religieus en theologisch opzicht. De jeugd van Lausanne is de una sancta der eenvoudigen geweest, die ons, ouderen en wijzen, de wa re wijsheid kan leren. Dat zij op dit punt de traditie, die zij als een barrière voelde, door broken heeft, is voor ons, oude ren zowel beschamend als be moedigend. Persoonlijk heb ik nooit kunnen geloven in een Luthers, een Gereformeerd of een Anglicaans avondmaal. Het avondmaal is niet van de ze of gene kerk. Het is het avondmaal van de Heer Jezus Christus. Niet deze of gene kerk, maar Jezus Christus roept ons tot avondmaal. Wat zou het in geestelijke zin groot zijn, als alle christe nen in Nederland op Goede Vrijdag of op Pasen samen avondmaal vierden, niet om daarmee te betuigen, dat de verschillen tussen de kerken van nul of gener waarde zijn, maar om een innerlijk-nood- zakelijke katholiciteit te de monstreren, een katholiciteit, die om nog eens prof. Mis kotte te citeren aan de dag brengt, dat allen, die in Chris tus geloven over heel de we reld, ook wanneer ze in alle mogelijke opzichten verschil len, één belijdenis overhouden, één samenstemming, één sa menzang: Jezus, Uw verzoe nend sterven blijft het rustpunt van ons hart! Laten wij God danken voor ie doorbraak van Lausanne. RECTIFICATIE Eergisteren namen wij een ge deelte over uit een artikel van prof. dr. J. Waterink. Wij ver meldden in de inleiding dat het overgenomen was uit het „Ge reformeerd Weekblad", uitgave Kok. De lezers zullen hebben begrepen dat dit het „Centraal Weekblad" moest zijn waaraan prof. Waterink een vaste mede- I.C.C.C. op Woud schoten (Van een onzer medewerkers) TN ZIJN referaat op de I.C.C.C. conferentie, die te Woudschoten wordt gehouden en waar ongeveer 130 gasten uit geheel Europa en de Verenigde Staten aanwezig zijn, citeerde prof. dr. S. U. Zui- dema gisteravond Johannes 3 36 „Wie de Zoon van God onge hoorzaam is, zal het leven niet zien." Hij vervolgde: Aan deze dui delijke taal ontbreekt het maar al te vaak binnen de kerk en in het gesprek van de kerk met de wereld. Het koningschap van Christus ligt niet in het verlengde van de gangbare menselijke aspiraties, inspiraties en transpiraties. Daarom begint alle zen dingswerk met de proclamatie van het koningschap van Christus. gen beiden had hij sterke bezwaren. Maar er zijn ook kleine theologische groepen, vervolgde hij, die een duidelijk standpunt innemen tegenover het Schrift gezag en de bijbel als Gods Woord blijven erkennen. Met name sprak hij van het goede werk van de Studenten Mission Deutsch- lands, waaruit een vrij grote groep jon gere theologen is voortgekomen, die de Bijbel weer volkomen als Gods Woord aanvaarden. Een moeilijkheid vond deze predikant dat in Duitsland vrijwel alle kerken, ook de zogenaamde vrije kerken, bij de Wereldraad zijn aangesloten, be halve de "Vrije Evangelische Gemeenten en enkele kleinere groepen. Samenwerking en geen samensmelting is het doel Prof. Zuidema sprak over „Het konink rijk der hemelen en zijn Koning." Sterke nadruk legde hij op de onvergelijkbaar heid en het souverein monopolie Christus, die de grote „Ik ben" is. De spreker wilde niets weten van de gelijk schakeling van het koninkrijk der he melen met het westen. Niemand kan dit koninkrijk inlijven, omdat niemand bij machte is de Koning in zijn greep te krijgen en Christus Jezus naar zijn hand te zetten. Maar ook legde deze hoogleraar sterk de nadruk op het feit dat wij er met heilswaarheden alleen niet zijn. „Ook in die afschuwelijke vorm van orthodoxie, die de heilswaarheden verkoopt als koeien, behandelt als wis- kundesommen, en die inmiddels van geen aanbidding weet, en van geen zweren bij de naam van Jezus alleen, maar die bij eigen orthodoxie zweert; hoe licht en hoe vaak verval ik er in,'' bekende hij Twee lijnen Deze twee lijnen lopen door de ge hele conferentie. Aan de ene kant wordt er geprobeerd om de bijbelse -waarheid scherp te stellen, aan de andere kant is er het duidelijk besef dat deze waar heid slechts iets voor ons kan gaan be tekenen als wij zelf een ontmoeting met Christus, die „De Waarheid" is hebben In dit verband zei de (vrijgemaakte) gereformeerde predikant ds. W. Borg- dorff dan ook dat God de mensen uit nodigt tot het bruiloftsfeest en zij dit feest niet zelf organiseren. Het konink rijk Gods komt zonder ons toedoen. Het is niet vrucht van mensenlijke ontwik keling, maar is een gave. De kerk moet de mensen nodigen tot het feest. Haar kracht ligt enkel en alleen in haar ge tuigenis en niet in aardse machtsfactoren zoals een sterke organisatie en een een heid om samenbundeling van krachten. Geen superkei-k Ook de voorzitter van de I.C.C.C. had in z(jn openingswoord reeds de gedachte van een super-kerk afgewezen. Volgens de grondslag van deze Raad van Kerken is het doel samenwerking en niet samen smelting. De kerken willen via deze Raad samen hun getuigenis doen klinken. Deze samenwerking is echter een plicht. Alle ware kerken van Jezus Christus zijn verplicht een klaar getuige nis te geven van hun geloof in Christus. EVenzo zijn ook de eisen Gods aan zijn volk om zich af te scheiden van alle on geloof en corruptie duidelijk en positief, aldus dr. Mclntire. Hij zag ook de practische noodzake lijkheid van samenwerking, omdat hele kerkverbanden verstrjkt zijn in het mo dernisme van verscheiden naam en graad. Deze valse samenwerking moet worden bestreden en een gezonde bijbelse samenwerking van kerken, die getrouw zijn aan hun belijdenissen, worden be vorderd. Duitsland Tijdens deze conferentie geven ver schillende sprekers een overzicht van di situatie in hun land. Zo sprak reeds ds. Heinrich Jochums van de Evangelische Gesellschaft für Deutschland. Hij ze' de theologen van zijn land sterk beïnvloed door Barth en Bultmann. Te- Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Opheusden: J. van Root- selaar te Delft; te Sao Paulo, Ned. Prot. kerk: J. G. Panhuysen, pred. directeur jongensinternaat van het Christ. Lyceum te Zeist. Aangenomen naar Altforst:: M. Jansen, vicaris te Schaersberg-Waubach. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Grijpskerk, Gr.: G. van den Berg te Wetsinge-Sauwerd; te Christchurch, Nieuw-Zeeland: J. W. Dee- nik te Auckland, N.Z., voorheen te Poor- tugaal. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Wie ben ik? Wat ben ik? Wat doe ik? Waarom leef ik? het zijn vragen waarmee we ons niet dagelijks bezig plegen te houden. Niet dat we zo weinig aan en over onszelf denken, j maar die gedachten draaien meestal om heel andere onder- i werpen: „Hoe kom ik vóóruit in de wereld?" is zo'n vraag. En: „Wat moet ik doen om populair te worden?" Pas als we in de knoei zitten, komen we er wel eens toe na te denken over de zin van het leven. En dan meestal in de heel pessimistische trant. Zoals Job die de dag vervloekte waarop hij geboren was! Op de eerste bladzijde van uw Bijbel staat heel precies wie ge zijt, wat ge zijt en waarom ge leeft op deze aarde. „En j God zeide: „Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen.En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw J schiep Hij hen. En God zegende hen...." Ziet ge, dat het er tweemaal staat: ge zijt geschapen I naar Gods beeld"? Daar is niets onduidelijks aan en daar kan geen misverstand over bestaan. Wat er ook van de mens is terechtgekomen doordat de zonde in de wereld kwam de mens behoeft niet te zoeken naar het antwoord op de vraag wie en wat hij is: hij is Gods beeld! Veel jeugd Op deze conferentie zijn theologen uit vrywel alle Westeuropese steden aanwe zig. Jammer is evenwel dat de voorzitter van de Europese organisatie dr. Hedegard plotseling niet kon komen, omdat zijn vrouw zeer ernstig ziek is geworden. Ook de Nederlandse hoogleraar prof. dr. Aalders is door ziekte verhinderd. Opvallend is het grote aantal jongeren. Een jeugdorganisatie van de Evang. Ref. Kirche in Wuppertal stuurde officiële vertegenwoordigers, terwijl ook ver scheidene baptistenjongeren uit Frank rijk aanwezig zijn. De organisatie van Molukse christen jongeren zond vier afgevaardigden en er zijn ook vrij veel jonge Nederlanders. Wereldraad en de politiek ten beïnvloeden door het feit dat de militaire kracht de spanningen nog ver groot. Door samenwerking en door goed voorbereide conferenties moet met geduld gezocht worden naar een oplossing voor de conflicten. Het ligt in de bedoeling dat de ker ken, als dit plan door het Centraal Co mité wordt aanvaard, voorgelegd zal algemene vergadering Op het congres van de Wereld- 6- De diplomaten mogen zich niet raad der Kerken in St. Andrews heeft de Amerikaan dr. Frederick Nolde gisteren een plan van zeven punten ingediend ter verminde ring van de spanningen tussen Oost en West. Dr. Nolde is voorzitter van de commissie inzake internationale aangelegenheden. Hij wees erop, dat de toestand in de wereld op het ogenblik gevaarlijker is dan sinds het mislukken van de top conferentie, misschien zelfs sinds de Koreaanse oorlog. „In deze gespannen atmosfeer is de mensheid door de mógelijkheid van ver dere verslechtering of totale vergissin- zich komen", aldus dr. Nolde, „Wie hier geen rekenschap van geeft loopt een heel groot risico." In de zeven punten spreekt hij het volgende uit: In de huidige wereld ontbreekt een ware internationale gemeenschap. Toch moeten de mensen in dit atoom tijdperk samen leven of de totale ver nietiging aanvaarden. Het risico van de coëxistentie kan door een vreedza me concurrentiestrijd en een groeien de samenwerking ondervangen worden 2. Het is niet eenvoudig om de gewel dige kloof tussen de communistische en de niet-communistische wereld te overbruggen. Maar het openbaar ma ken van de factoren die ons van el kaar gescheiden houden is reeds een stap in de goede richting. Het is de taak van de commissie voor buiten landse aangelegenheden een bijdrage aan deze analyse te geven. 3. Als de staatslieden elkaar beter wil len leren kennen, zullen zij zich moe ten houden aan bepaalde spelregels. Daartoe is een internationaal ethos nodig. Daar dit niet bestaat zullen we moeten proberen om een minimum gedragslijn te formuleren. 4. Hoewel het vertrouwen tussen de gro te drie tot een dieptepunt is ge daald, blijft het toch noodzakeijk dat er een bewapeningscontrole komt. De hoop op een volledige ontwapening is een illusie, zolang men het niet eens kan worden over de stappen die moeten worden genomen. 5. Het voortbestaan van het probleem Berlijn en van het gescheiden Duits land is wel verontrustend maar be hoeft niet tot paniek aanleiding te ge ven. Voorkomen moet worden dat als de onoverkoombare tegenstellingen tussen de grote mogendheden een op lossing van deze problemen in de weg staan, de situatie slechter zal wor- 26 Inge legde haar handen aan de slapen en sloot haar ogen alsof zij een angstwekkend visioen wilde wegvagen. Ik liet haar stil begaan-totdat zij weer op haar stoel zat. „Hier" zei ze. „Lees nu verder. Dit schreef hij mij het laatste." „Ik dank je voor je eerlijkheid. Na alles zou de ze teleurstelling toch vernietigend voor me zijn ge weest. Misschien is het ook beter, dat er niemand treurend achter zal blijven wanneer ik vaL Ik kan me nu geven zoals het behoort, zoals mijn kameraden dat doen. Ik zal niet meer achterblijven als er vrij willigers worden gevraagd. Ik zal gaan waar ik ge roepen word en mijn laatste gedachten zullen zijn bi.i jou. Dit kan mij tenminste niemand ontnemen." Er was geen spoor van trots of heerszucht te vin den in al zijn verdere regels die ik onder de ogen knteg. Het was een toon, een Duitse toon van een verbazingwekkende deemoed en onderworpenheid. Nee. veel meer, er was geen geloof meer in de toekomst. Afgezien van Inge's verdriet, was dit voor mij een hoopvol teken, waarover ik mij diep in mijn hart verblijdde, hoe bitter het feit op zichzelf dan Toen ik opkeek zag ik hoe Inge strak voor zich uitstaarde. Vals rode kleurtjes plekten op haar wan gen en de randjes van haar ogen waren rood. Ik zei om de spanning te breken: „Wel, Inge, misschien is het toch beter zo. al heb je alles misschien een beetje verkeerd beoordeeld. Maar hoe kon het an ders, hoe lang nebben jullie elkaar niet gezien?" Alsof ze niet tegen mij. maar tegen zichzelf sprak zei ze: „Ik heb hem de dood in gejaagd. Hij heeft de dood gezocht en ik heb hem vermoord Ze sloeg haar handen voor haar gezicht en ik zag hoe haar lippen beefden als van een klein kind. Die uitlating was ontstellend genoeg en opeens was het me duidelijk wa* haar zo hopeloos verdrietig en nerveus had gemaakt. In dié laatste gedachte had zij zich vastgebeten. Zij voelde zich schuldig aan zijn dood. Als er één gedachte is die ik te lijf moest gaan, dan was het zeker deze. „Dwaasheid natuur lijk"' zei ik. misschien wat driftiger dan ik bedoel de. „Hoe kom je aan die gedachte? Als dat waar zou zijn. dan was je Erich verre van een held. Wie dapperheid bewijst en gevaarlijke stunts uithaalt omdat hij levensmoe is veracht ik." r o m n öoor h€Rm. steqqeRöè» Ik kon niet helpen, dat ik op hetzelfde moment aan Henk dacht. Was ook hij het gevaar niet gaan zoeken, omdat hij zich m mij teleurgesteld voelde? Ik had mezelf met deze woorden recht in het hart getroffen. Zou ik ook eens als Inge leed gevoelen omdat ik hem de dood had ingejaagd? Inge beheerste zich wonderlijk. Ze slikte het nieuw opkomend verdriet met geweld weg, maar gaf toch geen antwoord. Ze ontweek mijn blik. „Het is in diepste wezen laf. Wie het leven ver der niet aandurft is altijd laf. Zelfmoordenaars zijn geen helden al beweert men dat wel eens. Ik voel meer voor de man die voor zijn bestaan en zijn be zit vecht en ik had liever gelezen, dat hij zich door je houding diep gekrenkt voelde en gesproken had van zijn rechten en jouw misvattingen." Och, het- was alles een pleidooi voor mezelf en daarom voor Inge misschien overtuigend genoeg, want ze kwam naar voren en vroeg: „Meen je oprecht wat je zegt, of zeg je dat maar om me te troosten?" „Natuurlijk niet". Ik ben er van overtuigd, dat het zo is en niet anders en ik vind het fout van je om je in die gedachte vast te bijten." „Het was misschien allemaal niet nodig geweest" hield Inge vol." Misschien was Erich toch gesneu veld en dan zou hij nooit leed hebben gehad om Dit was een logica waar ik zo gauw geen ant woord op wist. Ze had gelijk, maar dat „misschien" was een wankel punt. want ik had uit zijn schrij ven begrepen, dat hij eerst zeer voorzichtig met zichzelf was geweest, „Nee Inge. Even „misschien" was hij ook terug gekeerd en alles zou zeker zo pijnlijk zijn geweest en veel jaren zouden er dan voorbij zijn gegaan waarin je je bezwaard zou hebben gevoeld. Kom, je moet hier overheen. Denk aan wat er ligt tus sen mij en Henk. Hij is ook niet voor niets ver trokken. Ben ik nu schuldig als hem wat zou over komen? Zulke naturen hebben de tijd mee, om met een erevlag te vallen als een held voor het oog, maar in feite wegens gebrek aan levensmoed. Ge loof me, werkelijke helden telt de wereld maar weinig. Het is alles geen heldendom, wat men voor heldendom verslijt. Daarmee wil ik niets afdoen van de prestaties die onze jongens leveren, uit werkelijk nationale gedre venheid, uit verlangen naar recht en geloof in hun rechtvaardige 'aak. Daarom is het maar goed. dat we alleen de feiten zien en de algemene motieven aanvaarden die hen in de dood hebben gestort. Maar jij en ik, wij weten, dat er ook anderen zijn." „Zij hebben toch hun moed opgebracht", zei In ge. Het deed me goed, dat zij opeens weer strijd vaardig werd. „Natuurlijk", gaf ik grif toe. „Zon der die moed zouden er geen daden van geweld zijn gepleegd. Alleen, ik denk nu aan Erich, zou het ook niet anders hebben gekund. Zou hij zo ge handeld hebben als je nooit geschreven had?" „Zie je wel, nu zeg je eigenlijk toch dat ik schul dig ben." „Nee, ik bedoel alleen, dat hier opzettelijk ge- vaar is gezocht door hem en daar kun jij nooit verantwoordelijk voor zijn." Inge zuchtte en stond op. Zij ruimde diep ir dachten de enveloppen van tafel. Toen zei ze: ga weg hier." Door dit laatste voelde ik mij diep getroffen. Het deed me meer pijn dan ik kon zeggen, want ik had mij aan haar gehecht. We hadden al zoveel samen doorgemaakt. „Waarom dan?" vroeg ik. Inge haalde haar schouders op. „Ik weet het eigenlijk niet, maar ik houd het hier niet meer uit." „Dat zal overal wel eender zijn Inge. Wij zijn hier nog samen. We hebben hier nog zoveel steun aan elkaar. Ik zou het niet doen, althans voorlo pig niet." „Ik wil een andere omgeving, misschien een an dere stad of ergens buiten. Ik voel me moe en ziek. Wat moet ik hier nog doen?" Wordt vervolgd worden __D__oo van de Verenigde Naties. Het is niet bedoeld als officiële kerkelijke politiek, maar als een leiddraad voor het ge- Cliina Het is evenwel de vraag of dit plan werkelijk de volle instemming zal krijgen van de kerken. Er is een groeiend verzet vooral in Ameri ka te bespeuren tegen het feit dat de oecumenische beweging zich zo vaak met de politiek bem-eit. Nog maar een jaar geleden sprak een Amerikaanse conferentie zich uit voor de erkenning van Rood-China door de V.S. Dit plan heeft toen een stroom van protesten doen opwaai en en er beginnen steeds meer stem men te klinken, die dc Wereldraad wil afhouden van politieke uitspra ken en acties. Dat onderwerp kwam trouwens ook weer ter sprake toen prof. Hromadka bekend om zijn pro-communistische sympathieën betoogde dat naar zijn mening ieder topgesprek onmogelijk is, zolang communistisch China niet tot de Verenigde Naties wordt toege laten. Veel invloed zal hij evenwel met deze opmerking niet hebben, want de schrik zit nog steeds in vele oecu menische benen. De noodkreet uit het door aardbevin gen verwoeste Chili heeft, zoals overal in de wereld, ook de Nederlandse ker ken tot grote hulpvaardigheid aan spoord. Tot nu toe is op giro 5261 \i de Stichting Oecumenische Hulp i Kerken en Vluchtelingen te Utrecht totaal een bedrag van f 73.659 voor Chili binnengekomen. Hiervan kwam f 37.000 van de wilde ganzen, de radioactie van het I.K.O.R. en f 20.000 van de sectie voor Internationale Hulpverlening de Nederlandse Hervormde Kerk. Daarnaast hebben ook de Gerefor meerde kerken eind juli een oproep tot hun gemeenteleden gericht om een bij drage voor Chili. Het algemeen diaco naal bureau der Gereformeerde kerken te Utrecht heeft reeds een bedrag van f 10.000 ontvangen. De rest van het be drag is van particuliere zijde binnenge komen. Tengevolge van twee hevige aardbe vingen op 21 en 22 mei j.l. en een daar opvolgende vloedgolf kwamen in de bij zonder zwaar getroffen zuidelijke Chi leense provincies pl.m. 1500 mensen om het leven. Een miljoen mensen werd dakloos. De totale schade die door deze ramp ontstaan is bedraagt pl.m. 40i miljoen dollar. dachaüTpastoor roth omgekomen Pastoor Roth, de R. K. geestelijke, die in het concentratiekamp Dachau dui zenden slachtoffers van het Nazi-regime heeft bijgestaan en getroost, is dezer dagen bij een bergongeluk te Voralberg in Oostenrijk om het leven gekomen. Pastoor Roth was 52 jaar. In Dachau, waar hij in 1941 geïnterneerd was heeft hij als kamppastoor niet alleen geeste lijke bijstand verleend aan de katho lieke gevangenen, maar ook aan tal andersdenkenden. In 1954 werd de toor door dé aartsbisschop van Mün- chen, wijlen kardinaal Faulhaber, be noemd als geestelijk leider van de Nazi' die in Dachau geïnterneerd waren. Toen dit interneringskamp gesloten werd, heeft pastoor Roth er voor gezorgd dat het kampterrein in tact is gebleven als aandenken aan de duizenden die er gevallen zijn. Pastoor Roth heeft de laatste maanden van zijn leven bij vrienden in Noord- Italië en Zwitserland doorgebracht, hij heeft gezegd dat hij na zijn dood geen publiciteit de rol van de ver. naties CECRETARIS-GENERAAL Ham- marskjoeld verdient in deze da gen de onverdeelde steun van de vrije wereld in zijn conflict met de fanatieke en onberekenbare premier van Kongo, Patrice Loemoemba. Toegeven aan de eisen van de pre mier zou in strijd zijn met het Handvest van de Verenigde Naties en deze organisatie verlagen tot een instrument, waarvan would-be-dic- tators naar believen gebruik zouden kunnen maken. Het is de taak van de Verenigde Naties, orde en rust in Kongo te herstellen en te handhaven, ook en vooral na het vertrek van de Bel gische strijdkrachten. Hammar- skjoeld heeft zich volledig gehouden aan de letter en de geest van de door de Veiligheidsraad aangenomen resoluties. De eisen van Loemoem ba waren dan ook onredelijk en zijn jongste optreden was onverantwoor delijk. Dat Hammarskjoeld de provincie Katanga niet als een afgescheiden onafhankelijke staat beschouwt, mo ge blijken uit het feit, dat hij niet heeft geaarzeld, opdracht te geven dit gebied door troepen van de Ver enigde Naties te doen bezetten om het vertrek van de Belgische een heden mogelijk te maken en te ver snellen. Ook betekent de goede ver standhouding tussen hem en dc Ka- tangese premier Tsjombe niet, dat hij deze steunt in diens verzet te gen de centrale regering van Loe moemba in Leopoldstad. Wèl weigert Hammarskjoeld en zeer terecht medewerking te ver lenen aan het gebruik van VN- troepen om de bevolking van Ka- tanga een regiem op te leggen, dat zij in meerderheid niet wenst. Hij kan dit ook niet doen, omdat de or ganisatie der Verenigde Naties ge acht wordt, zich niet in te laten met de binnenlandse politieke problemen van haar leden-staten. Afgezien nog van het feit, dat hem het recht niet toekomt, op eigen gezag het zelfbe schikkingsrecht aan Katanga te ont houden. De rol die Hammarskjoeld totdusver in Kongo heeft gespeeld, is die van bemiddelaar. Eerst heeft hij een op lossing gezocht voor het zo snel mo gelijk doen vertrekken van de Bel gische troepen. Nu dit vertrek vrij wel in kannen en kruiken is, kan hij, wat Katanga betreft, niet an ders doen dan een afwachtende hou ding aannemen om te zien, hoe het politieke conflict tussen Loemoemba en Tsjombe zich ontwikkelt. Zodra echter Loemoemba stappen zou nemen om Katanga met geweld zijn wil op te leggen, verandert de situatie voor Hammarskjoeld. Het is zijn taak, orde en rust te hand haven, ook in Katanga. Het gebruik van geweld door Loemoemba zou ongetwijfeld leiden tot een bloedige strijd en een chaos teweegbrengen in een gebied, dat in tegenstel ling tot de rest van Kongo na de overdracht van de souvereiniteit be trekkelijk rustig is gebleven. Het ziet er naar uit, dat het pro- bleem-Katanga alleen op vreedzame wijze kan worden opgelost, wanneer de republiek Kongo wordt omge vormd tot een federatie van staten, die een grote mate van zelfbestuur behouden. Tsjombe heeft zich met een derge lijke oplossing akkoord verklaard, en ook Loemoemba heeft gezegd, het niet belangrijk te vinden, of Kongo centraal of in federatief verband geregeerd wordt. De daden van Loemoemba zijn ech ter niet in overeenstemming met zijn woorden. En daarom heeft Ham marskjoeld het zo moeilijk. Vragen in Israels parlement Een voorstel ingediend door de oppositionele Cheroet een parle mentaire commissie een onderzoek te laten instellen naar de omstan digheden waaronder de oude stad van Jeruzalem in de Arabisch- Israëlische oorlog van 1948 is over gegeven aan de Jordaanse troepen, is door het Israëlische parlement verworpen. Het voorstel was ge daan naar aanleiding van de me moires geschreven door dr. Dov Joseph, voorheen militair gouver neur van Jeruzalem, die in zijn werk beschuldigingen uit aan het adres van generaal David Shaltiet, de commandant van Jeruzalem in die oorlog. Minister-president Ben Goerion rea geerde op het voorstel van de Che roet met te verklaren dat „het de taak van het parlement is politieke besluiten te nemen, maar dat zij met geschiedschrijven niets te maken heeft". Hij meende dat de tijd nog niet rijp is alle episoden uit de oor log om Israëls zelfstandigheid in het daglicht te stellen.. Dit temeer niet omdat de ."eschiedenis nog te vers is dan dat objectieve gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt. Rapporten aanhalend die hij tijdens de oorlog had uitgebracht aan de voor lopige Israëlische regering, zei Ben Goerion, dat aangetoond is dat 'net verlies van ."e oude stad onvermijde lijk was en van het begin van de strijd af werd verwacht. Boosaardig en lasterlijk vond de pre mier het verwijt dat de voorlopige Is raëlische regering niets heeft gedaan memoires schrijft dr. Dov Joseph o. a. dat generaal Shaltiet niet het „minste begrip had van de historische belangrijkheid van Jeruzalem voor de Joden waar ook ter wereld". Klaagmuur Duidelijk is dat de Israëliet, die wil terugkeren naar zijn land niet genoe gen neemt met een Israël zonder his torisch Jeruzalem. Het beschikt wel over de nieuwe stad, maar niet over de oude stad waar de tempel gestaan heeft. Het gevolg is dat Joden nog altijd willen .rekken naar de klaag muur in ue oude, nu Jordaanse stad. Zo hebben de Jordaanse soldaten en kele dagen geleden nog de 46-jarige rabbijn Shimon Rubin aan de Israë lische soldaten overgeleverd. Rubin had de demarcatielijn tussen Jorda nië en Israël overschreden ten einde bij de Klaagmuur in het Jordaanse deel van Jeruzalem gebeden te kun nen uitspreken. Hij heeft de muur niet bereikt. Onmiddellijk na het over- sch.ijden van c. grens werd hij ge arresteerd. Bij zijn terugkeer in Is raël verklaarde rabbijn Rubin: „Ik bood de man 25 dollar aan als hij mij naar de Klaagmuur wilde bren gen. Hij wilde niet. Toen het niet mogelijk bleek bij de Klaagmuur te bidden heb ik de gebeden op straat opgezegd." R.k. kerk in Hongarije: De R, K. kerk in Hongarije heeft gjs-i teren in een verklaring, waarin zorg vuldig werd vermeden op Marxistische' tenen te trappen, aan de gelovigen voor gehouden, dat zij aanpassingsvermogen moeten tonen, indien zij „de zending van] Christus in een Communistische maat-' schappij willen uitvoeren." In de verklaring wordt opgemerkt, dal de gelovigen, hoewel de kerk andere doeleinden nastreeft dan de staat, niet temin burgers van die staat zijn en dat zij de kerk daarom de toenemen de welvaart van het gehele volk wenst De verklaring, die in diplomatieke be woordingen een pleidooi Inhield voo- voortzetting van de vreedzame coëxi I stentie met het regime en die is ge i publiceerd op de voorpagina van het Rooms Katholieke weekblad „Ujember" herdenkt ondertekening van een over eenkomst tussen de kerk en de athe ïstische staat, welke o.m. voorziet in Communistische financiële steun aan de kerk in ruil voor niet-inmenging in de politiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2