Dr. Mclntire: Het tweede
geweten der oecumene
ie ene am
Situatie in genieenten
niet niet-geref. leden
Een woord voor vandaag
mö
Kanttekening
Integratie Zendingsraad
Wereldraad lijkt zeker
2
Besinning voor de
herv.-geref. nodig
Onder de kop „Bezinning no
dig" heeft het officiële blad van
de Gereformeerde Bond in de
Ned. Herv. Kerk de verhouding
aangesneden van de gerefor
meerde bonders tot de anders
denkende minderheden. In een
eerste artikel is reeds gesteld
dat niet ingegaan kan worden
op verlangens naar een pre
diking die systematisch tekort
schiet. In vele gevallen zijn de
samensprekingen vast gelopen.
Daarmee is voor vele herv.-ge-
ref. gemeenten de zaak bekeken.
Men bemoeit zich nauwelijks
nog met „de anderen". Maar
zegt de schrijver: Is dit juist?
Hij vervolgt dan:
Vast niet. Het lijkt schrijver
dezes, dat zich hier onder ons een
wat benepen instelling openbaart,
die zo in de aposteltijd en in de
Reformatie niet gevonden werd.
Onmiddellijk moet hierbij aan
getekend, dat met de suggestie
om minder benepen te zijn hier
niet is bedoeld wat niet-gere-
formeerden hopen en gerefor
meerden vrezen het gunnen
van ruimte aan niet-gereformeer-
de „bedrijvigheid" in gerefor
meerde gemeenten.
Hoe is het dan wel bedoeld?
Dat wij met onze gebondenheid
aan Schrift en belijdenis niet al
leen maar erop uit moeten zijn,
die gebondenheid in onze gemeen
ten veilig te stellen en om deze
banier onze eigen mensen te ver
zamelen. We zien dan in ,,de
anderen" alleen maar mensen
die deze gebondenheid bedrei
gen, en van wie we daarom af
stand moeten nemen. Dat is te
defensief. We moeten daarente
gen in de niet-gebondenheid van
de anderen aanleiding vinden,
hen tot dezelfde gebondenheid
aan Schrift en belijdenis te bren
gen die ook wij kennen. Dat is
offensief.
Zo'n offensief karakter van ons
optreden, het opeisen van ,,de
anderen" in liefde en met
wijsheid voor de religie die
in de belijdenis der Kerk zijn
uitdrukking vindt, sluit het ver
dedigen van de aloude Waarheid
allerminst uit. De zorg, die de
gereformeerde kerkeraden van
onze Kerk daar voor blijken te
hebben is verheugend. Dat hier
in uitkomt, dat hun gemeenten
hun mede die zorg bewust heb
ben willen toevertrouwen, even
eens. Maar er is een andere zij
de van dezelfde zaak. Die ande
re zijde moet komen niet in de
plaats van de zorg voor een ge
reformeerde prediking, maar
daarbij. Men dient in die gemeen
ten evenzeer zorg te hebben daar
voor, dat ook ,,de anderen" wor
den gebracht tot het geloof der
Kerk.
Daarvoor is een principieel an
der zicht op ,,de anderen" nodig
dan men nu vaak ontmoet. Niet
zonder reden werd ,,de anderen"
steeds tussen aanhalingstekens
geplaatst. Want in bijna alle din
gen zijn zij helemaal niet anders
dan wij. Zij delen evengoed als
wij in de beloften des Verbonds,
omdat zij als wij behoren tot de
Kerk van Christus. Wij zijn als
zij van nature geneigd, God en
de naaste te haten. Als wij een
overtuiging met ons omdragen
van de noodzakelijkheid van de
prediking van de rechte leer, de
leer der Kerk, maakt die over
tuiging op zichzelf ons allerminst
aangenaam voor God. Het is
goed-gereformeerd, daarvan
doordrongen te zijn. Maar bren
gen wij dat bij de beleving van
de verhouding tussen de Heere
God, de niet-gereformeerden en
ons wel in praktijk? Vinden we
onszelf niet een beetje meer Gods
Kerk dan ,,de anderen"? Zo is
het toch niet. De niet-gerefor
meerden behoren daar krachtens
de H. Doop even goed toe als
wij. Zowel zij als wij moeten,
als gelijkberechtigder in de Kerk
van Christus, staan en opwas
sen in het geloof. Daarom kan
ên mag het ons niet onverschil
lig laten of dat opwassen in het
geloof ook werkelijk plaats vindt,
voor hen zo goed als voor ons.
Tot hiertoe is er nog geen haar
verschil tussen hen en ons. Ook
niet hierin, dat bij dat opwassen
in het geloof de prediking des
Woords naar de rechte leer, dat
is de leer der apostelen en de
leer der Kerk, en de reine be
diening der Sacramenten de door
God daartoe gestelde middelen
zijn. zowel voor hen als voor ons.
Het verschil komt pas naar
voren hierin, dat het besef van
dit laatste de prediking naar
de ..pura doctrina", de rechte
leer, nodig voor het opwassen in
het geloof bij ons levend is.
We kunnen niet zeggen, dat dit
besef bij de niet-gereformeerden
niet leeft, maar men kent daar
niet die zorg voor het ongerept
houden van de leer der aposte
len als bij ons. Men experimen
teert daar graag theologisch met
leringen, die uit de geest des
tijds en de daarmee verband
houdende filosofische voorstellin
gen opkomen. Men schijnt te
denken dat een leer die laat ons
zeggen voor tachtig procent zui
ver is ook nog wel een wasdom
van 80 pet. (of misschien wel
van meer dan 100 pet.) zal ge
ven. Op de ernstige waarschuwin
gen in de Schrift om niets aan
het Woord toe of af te doen op
straffe van oordelen die niet mis
zijn, is de aandacht niet zozeer
gericht. En toch luistert dat to
nauw. Want de bedoeling Gods
van de prediking des Woords en
de bediening der sacramenten is
immers, dat dit Woord weerklank
vinde in de harten en zo mensen,
ze stellend voor het aangezicht
Gods, tot het geloof beweegt.
Maar hoe zullen zij geloven zon
der die hun recht predikt? Wat
een waarschuwingen aan de
nieuwtestamentische gemeente
om de dwaalleraars niet na te
volgen!
Hieruit blijkt, dat het verschil
lussen gereformeerd en niet-ge-
reformeerd wel uitermate be
langrijk is, omdat de bloei van
ie gemeente regelrecht met de
prediking van de reine leer sa
menhangt. Maar waar die predi-
sing niet wordt begeerd en de
gemeente dus niet bloeit zoals
dat mogelijk zou zijn, daar is
toch nog de gemeente, en niet
een troep „anderen".
Omdat de niet-gereformeerden
dus ook voluit gemeente zijn, is
een om hen heen manoeuvreren
aiet geoorloofd. Te meer niet,
omdat het feit dat de dwaalleer
aa de Reformatie in de Kerk
oeeft kunnen binnendringen, toch
ook een stuk schuld is van ons
zelf, waar wij in de lijn der
geslachten verantwoording voor
dragen.
Daarom is het probleem niet,
hoe wij het strategisch zo aan
leggen dat deze mensen geen
voet aan de grond krijgen. Dan
gooien we met het badwater, de
niet-gereformeerde leer, ook het
kind, de niet-gereformeerden weg.
Daarmee is niet gezegd dat we
maar rustig aan hen allerlei po
sities in de gemeente zouden
moeten overlaten, want dan zou
den we met de mensen de leer
weer binnenhalen. Maar er werd
bedoeld, dat onze zorg voor de
gereformeerde leer niet mag op
gaan in dit gemanoeuvreer.
Het probleem is, eenvoudig ge
zegd, hoe de niet-gereformeerden
wèl-gereformeerden worden. Dan
zouden alle moeilijkheden als bij.
toverslag verdwenen zijn.
Maar dat hebben wij niet in
de hand, zal worden opgemerkt.
Een „opengaan" voor de strek
king en inhoud van de leer der
godzaligheid naar het Woord, is
een werk des Geestes in het hart.
Daar kunnen wij mensen niets
aan af- of toedoen.
Dat is ongetwijfeld juist, maar
dat betekent niet, dat wij bij dat
werk des Geestes helemaal niet
betrokken zouden zijn. Dat zou
den wij wel willen. Dan hadden
wij het veel gemakkelijker. Maar
met deze houding zou de voort
gang van het Evangelie, van het
Koninkrijk Gods in de apostel-
tijd en in de Reformatie zijn uit
gebleven. In de opdracht, het
evangelie aan alle creaturen te
prediken heeft toch zeker de
Heere Christus in eigen persoon
ons tot middel gesteld.
Wij moeten dus de bodem toe
bereiden.
*%-f /V
- -
Plakboeken vol bewijzen
Buiten de
Wereldraad
meer bereiken
(Van een onzer redacteuren)
Is dat nu een fanaticus? vroe
gen we onszelf af toen we dr.
Carl Mclntire, de voorzitter van
de Internationale Raad van
Christelijke Kerken zagen foto
graferen in de tuin van het con
ferentieoord „Woudschoten". Hij
richtte een miniatuur-camera op
een aantal Europese gedelegeer
den en scheen kennelijk in zijn
element. Zijn kin is allerminst
aggressief, de lijnen van zijn ge
zicht zijn niet hard (zoals dat
heet in moderne detective-litera
tuur) en ondanks de lach op zijn
gelaat leken zijn ogen wat moe.
Hij is op zijn vijfde reis rond de
wereld. Van Nederland vertrekt hij
naar Beiroet, om daar de conferentie
van kerken in het Midden-Oosten bij
te wonen en vandaar gaat hij verder
naar Seoul voor een regionale confe
rentie, de ook zal worden bijgewoond
door de heer A. A. Warnaar als ver
tegenwoordiger van Nederland.
De Internationale Raad van Christe
lijke Kerken werd in 1948 een week voor
de Wereldraad van Kerken in Amster
dam opgericht. Er zijn nu 46 kerken of
ficieel bij aangesloten, terwijl er in 6G
landen ter wereld groepen zijn die met
deze beweging zijn verbonden.
Er is wel een gezegd dat de I.C.C.C.,
die bijna voortdurend gewaarschuwd
heeft tegen de gevaren van een al te
ruim opgezet oecumenisme is vastge
lopen. Dr. Mclntire echter ontkent het.
Er is nog altijd groei te bespeuren. Zijn
getuigenis wordt door steeds meer men
sen aanvaard. En meer en meer begin-
Advertentie
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Nieuwveen, toez.: A. S.
Klusener, kand. te Delft; te Tholen,
toez.: J. C. Schuurman, te Bleskens-
graaf; te Genemuiden: J. den Besten te
Dirksland.
Aangenomen het beroep van de ge
nerale synode tot predikant voor bij
zondere werkzaamheden, conrector aan
het ïheologich Seminarium te Drieber
gen: dr. A. A. Koolbaas te Amersfoort.
Infiltratie
Dr. Mclntire ziet een taak ten op
zichte van de Wereldraad. Het gaat
er niet om deze beweging te kraken,
zoals vaak wordt beweerd. Hoewel
hij deze woorden niet gebruikte lag
het toch opgesloten in wat hij ons
vertelde dat hij zijn beweging (zoals
de I.C.C.C. ten onrechte vaak wordt
genoemd) zag als een soort tweede
geweten van de oecumenischè bewe
ging.
Het conflict met deze oecumenische
beweging concentreert zich op het ogen
blik voorpamelijk op het gevaar van de
communistische infiltratie. Dr. Mclntire
vast van overtuigd en hij heeft
plakboeken vol bewijzen dat de com
munisten de geestelijke leiders van ach
ter het ijzeren gordijn misbruiken om
hun inziqhten te propageren in de chris
telijke kerk en zo in het westen als
onderdeel van de koude oorlog. Hij ziet
het bijvoorbeeld als een enorm gevaar
dat de Russ.en, hoewel zij geen lid van
de Wereldraad zijn, de besprekingen
van de commissie voor buitenlandse
aangelegenheden van de Wereldraad
niet slechts bijwonen, -maar inderdaad
ook hebben meegewerkt aan het op
stellen van de gedragslijn van deze
Succes
Nu de Internationale Raad van
Christelijke Kerken in Neder
land de Europese conferentie
heeft belegd op het conferentie
oord Woudschoten, hebben W0
van de gelegenheid gebruik ge
maakt om een gesprek te hebben
met de voorzitter van deze Raad
van Kerken, dr. Carl Mclntire.
Deze predikant van een presby
teriaanse gemeente in Collings-
wood, New Jersey heeft zich
de vijandschap van velen op
de hals gehaald door zijn vaak
felle kritiek op de Wereldraad
van Kerken. Weinig mensen
zijn als hij verguisd en toeinig
predikanten hebben zoveel valse
beschuldigingen naar hun hoofd
geslingerd gekregen als hij. Wie
is deze man van wie men zegt
dat hij met modder smijt, maar
die meer modder naar zijn hoofd
gekregen heeft dan enige andere
geestelijke leider?
Het is heus niet voor niets, dat wij in de Bijbel op vele
plaatsen ook door Jezus zelf ernstig worden gewaar
schuwd voor het gevaar, de verzoeking van de rijkdom. En
dan gaat het daarbij zeker niet om dat bezit, dat geld „op
zichzelf" er is niets op de wereld, dat bestaat „op zichzelf".
Het klinkt misschien eentonig, maar het is elke dag uiterst
actueel: het gaat om de vraag wat wij mensen rijken en
minder bedeelden met ons bezit doen en hoe wij er tegen
over staan. Paulus zegt ergens, dat wij moeten bezitten als
niet bezittende. Wie wat dieper nadenkt over deze woorden
gaat iets gevoelen van het geheim der waarachtig christelijke
levenskunst. Daar zit wat in van de afstand, van het los-zijn,
van het weten, dat écht menselijk geluk geen verband houdt
met het materiële bezit, maar door heel andere dingen wordt
bepaald. Van het besef ook en hoe kan het ons pijnigen
als we erbij stilstaan! dat wij er niets van kunnen mee
nemen. Wij moeten allen leren de betrekkelijkheid van het
bezit te zien en dat is voor de meesten van ons een zeer
harde leerschool! Wij moeten ook niet denken, dat we het
leren zonder Leraar. Het beeld van de rentmeester een
volop Bijbels beeld valt ons in de gedachten: hij is ver
antwoordelijk voor het bezit van zijn heer. Zo is het: wat
wij hebben is eigendom van God. En Hij stelt ons er aan
sprakelijk voor. Weet u wel, dat die visie, dat geloof, onze
verhouding tot en ons gebruik van ons bezit totaal bepaalt?
Mclntire heeft in de loop van de laat
ste twaalf jaar een groot aantal uitspra
ken en redevoeringen van de kerkelijke
leiders van achter het ijzeren gordijn
verzameld en aangetoond dat deze men
sen zich al of niet bewust laten misbrui
ken voor het communistische doel.
Hij wil dit werk niet zien als lou
ter negatief. En hij weet dat hij suc
ces heeft. De I.C.C.C. heeft indertijd
duidelijk bewezen dat de voorzitter
van de commissie voor buitenlandse
aangelegenheden van het patriarchaat
van de Russisch-Orthodoxe Kerk, Ni
kolai, een van de leidende figuren
was van de geheime politie. Toen dit
in de wereld bekend werd, is hij on
langs vervangen door ecu nog heel
jonge geestelijke de 31-jarige bisschop
Nikodim.
Mclntire ziet wel een andere man ver
schijnen, maar geen andere politiek.
Deze jonge theoloog is afgestudeerd van
een Russisch seminarium dat geheel on
der toezicht van de communisten staat.
Het is zijn inzicht dat Georgi G. Karpof,
het hoofd van de geheime politie, de se
minaria indertijd weer heeft laten
openen met het doel de Russische kerk
met zijn mensen te kunnen infiltreren.
Via deze betrouwbare communisten in
de kerk probeert de Sowjetunie nu de
westerse kerken te infiltreren.
Hromadka
Deze Amerikaan hoopt dat hij het
zelfde kan bereiken met de Tsjech
Hromadka. Een boek vol materiaal is
bijeengebracht waaruit duidelijk blijkt
dat deze man voor de volle honderd
procent gekozen heeft voor het c
munisme. Onder de druk van de feiten
hoopt Mclntire dat de Wereldraad
deze man opzij zal schuiven, en
vraagt zich af of dit in zeker opzicht
al niet gebeurd is, want hij is ii
afgelopen maanden veel minder op de
voorgrond getreden dan voorheen.
Op deze manier, zo vervolgde de
zitter van deze beweging, kunnen wij
buiten de Wereldraad meer voor de
oecumenische gedachte doen dan de
mensen die er binnen staan. Wij komen
met feiten die niet geloochend noch
ontzenuwd kunnen worden.
Als men Mclntire hoort spreken voelt
men dat achter zijn geestdrift meer
schuilt dan louter negativisme. Hij wordt
beheerst door een werkelijk christelijke
bewogenheid.
onderwijl vragen die wij hem stellen.
Een ander zou al lang zijn schouders
opgehaald hebben en hebben gezegd:
„Doet er ook niet toe, zo belangrijk
is het niet". Maar Mclntire blijft
zoeken, totdat hij het gevonden heeft.
Hij is geen fanaticus maar wel
doorzetter, die niet opgeeft tot hij be
reikt heeft wat hij ziet als noodzake
lijk. Wat hij ook doet, hij kan zich
op één bepaald ding blijven concen
treren.
In 1948 heeft hij de visie gehad var
een oecumenische beweging van kerken
op de grondslag van Gods woord. Hij
zag toen het gevaar dat kerken samen
kwamen die vaak in wezen geen kerken
waren; dat gelovige christenen samen
werkten met mensen die Christus niet
als Verzoener en als Gods Zoon wilden
erkennen.
Deze gedachte beheerst hem
steeds. Geloof en ongeloof zijn niet te
vermengen als olie en water. Daarom
heeft hij jarenlang het ongeloof
sommige oecumenische leiders aai
kaak gesteld, daarom waarschuwt hij
nu tegen wat hij ziet als een bijna nog
groter gevaar dan de vrijzinnigheid, de
vreedzame coëxistentie die door het
Oosten wordt gepredikt.
Zo werd Mclntire het tweede
geweten van de Wereldraad.
Zo'n geweten is niet populair,
maar hij verwacht ook geen po
pulariteit en als vrienden met
grote verontwaardiging spreken
van de valse beschuldigingen die
tegen zijn persoon zijn geuit haalt
hij de schouders op en zegt: ,,Dat
hoort er nu eenmaal bij. Het eni
ge wat wij hebben te doen is door
ons leven te tonen dat wij ernst
maken met het evangelie van
God. De rest zal wel in orde ko-
Doorzetter
Tijdens ons gesprek zoekt hij
bepaalde naam. Terwijl hij ovei
dere onderwerpen doorpraat, blijft
hij zoeken. Hij pakt zijn tas uit, snuf
felt zijn papieren door en beantwoordt
25
je dachtJe
Hier braken eerst goed
uit." Ik stond op met diep medelijden - oor
de lieflijke Inge. Ik was vreemd gevoelig voor haar
tranen.
„Misschien begrijp ik het ook niet goed zei ik
zacht. „Niet alles is in woorden uit te drukken.
Tk voelde haar schouders onder mijn handen schok-
ken en ik keek neer op het gebogen hoofd met de
werkelijk goudblonde haren. „Kun je me helemaal
niet zeggen waarom je dan zo'n verdriet hebt? Om
Erich?
Gebroken door snikken zei ze: .Nu
der altijd alleen Ik neb niemand
ZINLOOS EN TELEURSTELLEND
het is, dat reeds dadelijk de leiding
blijkt te blijven gevoelen aan
heeft het in dit opzicht getroffen, ooit iets goeds kunnen doen.
Voor wat betreft Indonesië ligt daar Zelfs moet worden betwijfeld, of on-
als nieuwste aanwijzing de verbre- voorwaardelijke overgave aan hem
king door Soekarno van de diploma
tieke banden met Nederland.
Verrassend mocht deze stap niet he-
Nieuw-Guinea hem zou kunnen
bevredigen. Want dan zou de binnen
landse situatie van zijn land nog even
Indonesië is nog altijd van dien aard,
dat het voor een man als Soekarno °ver Nieuw-Guinea zou uitbreiden,
raadzaam moet heten, daarvan de negatieve daad dus, deze ver
aandacht, zowel van het eigen volk breking van de diplomatieke banden,
altijd de gebruikelijke methode ge- een uitleg mag geven van positief
volgd, te weten die van het zoeken karakter.
een zondebok elders.
In deze verbreking van de banden
In stede van zich met kracht te gaan met Indonesië immers mag Nederland
toeleggen op een herstel 1
een aanwijzing temeer zien, dat het
zeer ingezonken situatie binnen eigen zelf met zijn politiek in Nieuw-Gui-
landsgrenzen, blijft de Indonesische nea de goede weg is. Het is de weg
moet en zal komen. Tegelijk echter üng die laatstelijk nog is versneld.
blijft hij voorbijzien aan het
stotelijke feit, dat dit voor Nieuw-
Guinea zou neerkomen op een vorm
van kolonialiscring. De omstandig
heid, dat deze kolonialisering zou
worden beoefend door een land, dat
Of is het niet tekenend en merk
waardig, dat, terwijl in het Indonesië
van Soekarno de democratie almeer
een bekommerd leven leidt, met een
steeds onverholener dictatoriaal be-
met ontbinding van politie-
zelf juist uit het koloniale tijdperk ke Partijformaties, in Nieuw-Guinea
de democratie tot ontluiking geraakt,
met een ontstaan juist in deze da-
het bewijst, dat de i
loze politiek wenst
zulks, terwijl land en volk van Indo
nesië een beter lot verdienen.
Deze verbreking van het diplomatie
i in zijn nutte- gezond politiek leven?
volharden. En begrijpen, dat iemand als Soe
karno een ontwikkeling als Nieuw-
Guinea te zien geeft met lede ogen
moet aanschouwen. Bij hem
ke contact zal zowel voor Nederland schraling van de democratie en i
als voor Indonesië tot gevolg hebben,
dat een gesprek tussen beide landen,
waarnaar ook in Nederland on
derscheidenen met enig verlangen
uitzien, nu nog des te moeilijker op
tenietdoen van hetgeen aan eigen
politiek leven opbloeit, in Nieuw-
Guinea daarentegen een schuchter
maar duidelijk en voor Nieuw-Gui-
i zelf alleszins hoopvol begin.
gang zal kunnen komen. Want de Waarmede intussen niet gezegd wil
deur is gesloten, en men zal elkaar z'Jn» het slaken door Soekarno
nog slechts langs de omweg
buitenland kunnen bereiken.
Een betreurenswaardige
daad, die overigens voo
geen reden inhoudt om van de poli
tiek die het zelf tot dusver heeft ge
het van bet diplomatiek verkeer met Ne
derland niet ook door Nederland,
nutteloze welks genegenheid naar miljoenen
Nederland 'n bet gindse land blijft uitgaan, als
even teleurstellend als zinloos wordt
ervaren en gevoeld. Zelfs worden de
Wereldraad in Schotland
Elf grondslagen
voor het verkeer
der kerken
wereld. Waarom leef ik eigenlijk nog. Ik wou maar
dat ik dood was." Zij liet haar hoofd op haar han
den zakken en huilde zo bedroefd, dat ik met
moeite het brok n m'n keel kon wegslikken en mijn
ogen drooghouden.
Het was waar, Inge's moeder was een hali jaaT
tevoren overleden en haar moeder was juist voor
het uitbreken van de oorlog met Nederland naar
Keulen gegaan. De toen mcerderiarige InRe nad er
niets voor gevoeld en was naar de grote stad ge
komen en had hier haar werkkring gevonden Haar
moeder keerde uit Keulen nooit meer terug, zij ver
loor het leven bij een bombardement en nu ter
laatste Erich. Maar dit stond voor me vast
niet Erich, maar die eenzaamheid en het toekomst
loze had zich van haar nart meester gemaakt. Hel
was plotseling een woestijn van ellende en eenzaam
heid geworden.
„Weet je, Inge", zei ik. „Eigenlijk
eenzaam We hebben allemaal
een eigen brok leed. waarvai
deelgenoot kunt maken Er i
troosten kan. i gelooi ie dat misschien niet.'
Inge richtte haar hoofd op en keek mij vragend
aan. „Wie bedoel je?" vroeg ze
„Wie zou ik bedoelen. Geloof je dat God bestaat?"
Zichtbaar teleurgesteld liet zij haar hoofd weer
zakken en gaf geen antwoord.
„Hij heeft alles wat wij lijden, veel dieper en
éigen stuk leven
öoor neRm. steqqeRöa
veel heviger doorgemaakt. Hij weet het en kent het.
HL zal je begrijpen."
Omdat ik achter haar stond kon ik niet zien of
mijn woorden iets voor haar te betekenen hadden,
maar even later wist ik het, want zij boog haar
hoofd opnieuw en zij drukte een kanten zakdoekje
tegen haar ogen. Na een ogenblik van stilte zei ze:
„Ik heb je niet alles verteld Het is alles mijn eigen
schuld.
Ik ging terug naar mijn plaats tegenover haar en
wachtte zwijgend op wat komen zou, want het leek
mij dat Inge praten wilde, maar dat dit haar erg
zwaar viel. Plotseling alsof zij zich vermande, stond
zij op en ging naar haar kast en even later keer
de zij terug naar de tafel met orieven en foto's in
haar hand Haar stem was onvast. „Kijk", zei ze
dat is' em Erich."
Ik keek op een prettig jong gezicht met open
eerlijke ogen en concludeerde voor mezelf, dat de
keus misschien toch zo dwaas nog niet was ge
weest, al hinderde mij de schaduw van de Duitse
pet over het voorhoofd. Zij legde er nog enige fo
to's naast, waarop ik Erich zag zonder uniform en
een waarop hij rijt. arm om inge's schouders ge
slagen hield een sympathiek paar. Had ik mij
dan toch vergist en was Inge's nouding slechts pa
rade geweest? Waarom dan? Wilde zij elk contact
met Duitsland vermijden, nu zij zich voorgenomen
had Nerierland:e te rijn en te blijven, waarbij zij
de moeilijkheid had. dat haar uitspraak het Duitse
accent nog altijd verraadde?
„Ik geloof, hij hield toch oprecht van je Inge"
zei ik.
Inge knikte en bijna toonloos zei ze: „Ik heb het
te laat geweten en ik hield niet van hem."
„Weet je het zeker" vroeg ik nog eens nadrukke
lijk.
„Heel zeker. Dat heb ik nooit voor je verborgen,
maar..." Hier aarzelde zij lange tijd. „Maar ik
heb het hem nooit verteld.tot twee maan
den terug. Ik schreef hem op een keer, dat ik nu
zelfstandig was geworden en dat niemand mij zou
kunnen dwingen tot een keus die mijn hart niet
wilde. Er valt niets op je aan te merken en wat
je doet, moet je doen. Je wordt gestuurd en het is
je plicht te gaan, al verfoei ik je werk, de oorlog
en al hèt onrecht, maar ik wil mijn vrijheid terug.
Er is heus geen ander, maar liever zonder, dan dit
verraad aan mezelf." Hier zweeg Inge weer en haar
ogen vulden zich met tranen. Zij nam de brieven
die zij had meegebracht uit c.e kast van tafel en
vouwde de inhoud voor zich uit. Zij nam er enkele
blaadjes uit en gaf ze mij. „Hier lees maar" zei ze.
Eerst weigerde ik. „Dit zijn yan die intieme za
ken, die mij toch eigenlijk niet aangaan" zei ik,
maar Inge beduidde mij. dat dit alles veel duide
lijker zou maken en dat dit beter was dan dat zij
het vertellen moest. Erich's bewogenheid sprak mij
uit elke regel toe. Nu zelfs, nu ik er zolang achter
sta en er nuchter op kan terugzien, weet ik dat
Erich's woorden meer inhielden dan de gewone
mantiek tussen twee jonge geliefden. Ik zou ze n
mer prijs hebben gegeven. Hij zei haar, dat zij het
enige lichtpunt in de toekomst voor hem was en dat
alles wat hij deed gedragen werd door zijn liefde
voor haar. Als het werkelijk waar was, dat zij geen
liefde meer voor hem voelde, dan zou zijn verder
leven geen doel meer hebben, want zelf geloofde hij
niet meer in het leven, aan de redding van de we
reld uit deze chaos. Het zou in de toekomst alleen
maar gaan om een eigen stuk leven op te bouwen
als een stormhut in de wildernis en om het geluk
samen te bewaren.
Maar dit alles had Inge niet kunnen bewegen om
haar hart tot liefde te dwingen. „Je kunt je hart
toch niet dwingen" zei ze. „Had ik heus anders
moeten handelen?"
„Hoe kan ik dat beoordelen. Misschien was het
tijdstip wel erg ongunstig gekozen".
Wordt vervolgd
Het reeds lang voorbereide
samengaan van de Internationale
Zendingsraad en de Wereldraad
van Kerken schijnt thans vrijwel
vast te staan.
Het centraal comité van de We
reldraad van Kerken heeft ver
nomen dat 24 van de 35 aange
sloten kerken bij de Zendings
raad hebben ingestemd met het
plan tot coördinatie van de werk
zaamheden van beide lichamen.
Het comité heêft zich eenstemmig
akkoord verklaard met het plan tot
integratie, bisschop Lesslie Newbigin,
de Britse leider van de Zendingsraad,
deelde het bestuur van de Wereldraad
van Kerken mee dat zes kerken van
de Zendingsraad nog geen beslissing
hebben genomen over het voorstel tot
fusie terwijl vijf kerken nog geen ant
woord hebben ingezonden.
Als genoemde zes kerken zich
zouden verzetten tegen een dergelijk
samengaan zou het voorstel worden
verworpen, omdat het geen voldoende
meerderheid zou krijgen, maar New
bigin meende dat er reden was om aan
te nemen dat het voorstel vrijwel
zeker zal worden aanvaard.
83 van de 172 Orthodoxe, protes
tantse en anglicaanse kerken van de
Wereldraad van Kerken hebben reeds
met de fusie ingestemd.
Grondslagen
Een commissie van de Wereldraad
heeft in opdracht van het centraal
comité elf grondslagen opgesteld die
de onderlingen betrekkingen tussen dc feil'dat"hun*
1. De Godsdienstige overtuiging van
anderen moet worden geëerbiedigd.
2. Het is de voornaamste plicht van de
christenen de tekortkomingen in
eigen kerk kritisch te bezien ten
einde hun kerken beter en sterker
te maken.
3. De volwassene heeft het recht van
kerk te veranderen.
4. Alle christenen dienen te werken
voor de vestiging en handhaving van
de vrijheid in ieder land.
5. Elke kerkelijke aktie waarbij wordt
getracht mensen tot het geloof te
brengen door middel van materiële
of sociale voordelen of door onnodige
druk moet worden afgekeurd.
6. Terwijl de kerken enerzijds hun
standpunt moeten kenbaar maken
ten aanzien van gemengde huwelij
ken, moeten zij anderzijds de over
tuiging van huwelijkspartners inzake
hun toekomstige kerkelijke keuze
eerbiedigen.
7 Voordat een kind wordt aangeno
men als lidmaat van een kerk, waar
toe de ouders of voogden niet be
horen, dient herderlijke aandacht te
worden geschonken aan de eenheid
in het gezin
8. Voordat iemand, die uit een kerk
is getreden, door een andere kerk
wordt aangenomen, moet de reden
van zijn stap worden onderzocht
9. Als iemand van geloof wil veré
deren moet rechtstreeks overleg
worden gepleegd door de betrokken
kerken, maar er mag hem niets
de weg worden-gelegd, als het t
gewetenskwestie is.
10 De kerken moeten elkaar helpen bij
het versterken van hun eigen ge
tuigenis en pastoraat.
11 De kerken van de Wereldraad moe
ten andere aangesloten kerken hel
pen waar die reeds zijn gevestigd in
plaats van elkaar te beconcurreren.
Gedenkboek van de
clir.-geref. zending
Massaal Hebreeuws
onderwijs
Sedert de stichting van de staat Israël
hebben een half miljoen immigranten
deelgenomen aan de speciaal voor immi
granten opgezette cursussen voor het
onderwijs van Hebreeuws, dat eeuwen
een dode taal was doch thans weer in
Israël wordt gesproken. In twaalfhon
derd klassen van het ministerie van
onderwijs en cultuur hebben gelijktijdig
dertigduizend mensen Hebreeuwse lessen
gekregen. Het waren hoofdzakelijk men
sen die reeds lang de schoolbanken had
den verlaten. Daarnaast zijn er nog der
tig speciale nederzettingen waar de helft
van de dag wordt besteed aan landbouw-
werkzaamheden en de overige tijd aan
klassikaal Hebreews onderwijs.
R.k. commissie voor
de tucht
Paus Joannes heeft vandaag 20 leden
benoemd voor de pontificale commissie
voor de tucht onder de geestelijkheid en
het christenvolk ter voorbereiding van
het toekomstige bisschoppelijk concilie.
Voorts heeft de paus 19 adviseurs voor
dezelfde commissie benoemd.
bestaat. Het prachtig uitgegeven boek
„Pergilah Kamoe" is een groot succes ge
worden. Reeds spoedig bleek dat er een
tweede druk nodig was, maar ook deze
is reeds zo goed als uitverkocht. De
Dc Christelijke Gereformeerde Kerken deputaten voor de zending staan nu voor
nebben enige maanden geleden een ge-lde vraag of er een derde druk zal moe-
denkboek uitgegeven in verband met het !en verschijnen. Het is wel waarschijn-
dingswerk vijftig jaar I lijk.