Dr. Mclntire: Het tweede geweten der oecumene ie ene am Situatie in genieenten niet niet-geref. leden Een woord voor vandaag mö Kanttekening Integratie Zendingsraad Wereldraad lijkt zeker 2 Besinning voor de herv.-geref. nodig Onder de kop „Bezinning no dig" heeft het officiële blad van de Gereformeerde Bond in de Ned. Herv. Kerk de verhouding aangesneden van de gerefor meerde bonders tot de anders denkende minderheden. In een eerste artikel is reeds gesteld dat niet ingegaan kan worden op verlangens naar een pre diking die systematisch tekort schiet. In vele gevallen zijn de samensprekingen vast gelopen. Daarmee is voor vele herv.-ge- ref. gemeenten de zaak bekeken. Men bemoeit zich nauwelijks nog met „de anderen". Maar zegt de schrijver: Is dit juist? Hij vervolgt dan: Vast niet. Het lijkt schrijver dezes, dat zich hier onder ons een wat benepen instelling openbaart, die zo in de aposteltijd en in de Reformatie niet gevonden werd. Onmiddellijk moet hierbij aan getekend, dat met de suggestie om minder benepen te zijn hier niet is bedoeld wat niet-gere- formeerden hopen en gerefor meerden vrezen het gunnen van ruimte aan niet-gereformeer- de „bedrijvigheid" in gerefor meerde gemeenten. Hoe is het dan wel bedoeld? Dat wij met onze gebondenheid aan Schrift en belijdenis niet al leen maar erop uit moeten zijn, die gebondenheid in onze gemeen ten veilig te stellen en om deze banier onze eigen mensen te ver zamelen. We zien dan in ,,de anderen" alleen maar mensen die deze gebondenheid bedrei gen, en van wie we daarom af stand moeten nemen. Dat is te defensief. We moeten daarente gen in de niet-gebondenheid van de anderen aanleiding vinden, hen tot dezelfde gebondenheid aan Schrift en belijdenis te bren gen die ook wij kennen. Dat is offensief. Zo'n offensief karakter van ons optreden, het opeisen van ,,de anderen" in liefde en met wijsheid voor de religie die in de belijdenis der Kerk zijn uitdrukking vindt, sluit het ver dedigen van de aloude Waarheid allerminst uit. De zorg, die de gereformeerde kerkeraden van onze Kerk daar voor blijken te hebben is verheugend. Dat hier in uitkomt, dat hun gemeenten hun mede die zorg bewust heb ben willen toevertrouwen, even eens. Maar er is een andere zij de van dezelfde zaak. Die ande re zijde moet komen niet in de plaats van de zorg voor een ge reformeerde prediking, maar daarbij. Men dient in die gemeen ten evenzeer zorg te hebben daar voor, dat ook ,,de anderen" wor den gebracht tot het geloof der Kerk. Daarvoor is een principieel an der zicht op ,,de anderen" nodig dan men nu vaak ontmoet. Niet zonder reden werd ,,de anderen" steeds tussen aanhalingstekens geplaatst. Want in bijna alle din gen zijn zij helemaal niet anders dan wij. Zij delen evengoed als wij in de beloften des Verbonds, omdat zij als wij behoren tot de Kerk van Christus. Wij zijn als zij van nature geneigd, God en de naaste te haten. Als wij een overtuiging met ons omdragen van de noodzakelijkheid van de prediking van de rechte leer, de leer der Kerk, maakt die over tuiging op zichzelf ons allerminst aangenaam voor God. Het is goed-gereformeerd, daarvan doordrongen te zijn. Maar bren gen wij dat bij de beleving van de verhouding tussen de Heere God, de niet-gereformeerden en ons wel in praktijk? Vinden we onszelf niet een beetje meer Gods Kerk dan ,,de anderen"? Zo is het toch niet. De niet-gerefor meerden behoren daar krachtens de H. Doop even goed toe als wij. Zowel zij als wij moeten, als gelijkberechtigder in de Kerk van Christus, staan en opwas sen in het geloof. Daarom kan ên mag het ons niet onverschil lig laten of dat opwassen in het geloof ook werkelijk plaats vindt, voor hen zo goed als voor ons. Tot hiertoe is er nog geen haar verschil tussen hen en ons. Ook niet hierin, dat bij dat opwassen in het geloof de prediking des Woords naar de rechte leer, dat is de leer der apostelen en de leer der Kerk, en de reine be diening der Sacramenten de door God daartoe gestelde middelen zijn. zowel voor hen als voor ons. Het verschil komt pas naar voren hierin, dat het besef van dit laatste de prediking naar de ..pura doctrina", de rechte leer, nodig voor het opwassen in het geloof bij ons levend is. We kunnen niet zeggen, dat dit besef bij de niet-gereformeerden niet leeft, maar men kent daar niet die zorg voor het ongerept houden van de leer der aposte len als bij ons. Men experimen teert daar graag theologisch met leringen, die uit de geest des tijds en de daarmee verband houdende filosofische voorstellin gen opkomen. Men schijnt te denken dat een leer die laat ons zeggen voor tachtig procent zui ver is ook nog wel een wasdom van 80 pet. (of misschien wel van meer dan 100 pet.) zal ge ven. Op de ernstige waarschuwin gen in de Schrift om niets aan het Woord toe of af te doen op straffe van oordelen die niet mis zijn, is de aandacht niet zozeer gericht. En toch luistert dat to nauw. Want de bedoeling Gods van de prediking des Woords en de bediening der sacramenten is immers, dat dit Woord weerklank vinde in de harten en zo mensen, ze stellend voor het aangezicht Gods, tot het geloof beweegt. Maar hoe zullen zij geloven zon der die hun recht predikt? Wat een waarschuwingen aan de nieuwtestamentische gemeente om de dwaalleraars niet na te volgen! Hieruit blijkt, dat het verschil lussen gereformeerd en niet-ge- reformeerd wel uitermate be langrijk is, omdat de bloei van ie gemeente regelrecht met de prediking van de reine leer sa menhangt. Maar waar die predi- sing niet wordt begeerd en de gemeente dus niet bloeit zoals dat mogelijk zou zijn, daar is toch nog de gemeente, en niet een troep „anderen". Omdat de niet-gereformeerden dus ook voluit gemeente zijn, is een om hen heen manoeuvreren aiet geoorloofd. Te meer niet, omdat het feit dat de dwaalleer aa de Reformatie in de Kerk oeeft kunnen binnendringen, toch ook een stuk schuld is van ons zelf, waar wij in de lijn der geslachten verantwoording voor dragen. Daarom is het probleem niet, hoe wij het strategisch zo aan leggen dat deze mensen geen voet aan de grond krijgen. Dan gooien we met het badwater, de niet-gereformeerde leer, ook het kind, de niet-gereformeerden weg. Daarmee is niet gezegd dat we maar rustig aan hen allerlei po sities in de gemeente zouden moeten overlaten, want dan zou den we met de mensen de leer weer binnenhalen. Maar er werd bedoeld, dat onze zorg voor de gereformeerde leer niet mag op gaan in dit gemanoeuvreer. Het probleem is, eenvoudig ge zegd, hoe de niet-gereformeerden wèl-gereformeerden worden. Dan zouden alle moeilijkheden als bij. toverslag verdwenen zijn. Maar dat hebben wij niet in de hand, zal worden opgemerkt. Een „opengaan" voor de strek king en inhoud van de leer der godzaligheid naar het Woord, is een werk des Geestes in het hart. Daar kunnen wij mensen niets aan af- of toedoen. Dat is ongetwijfeld juist, maar dat betekent niet, dat wij bij dat werk des Geestes helemaal niet betrokken zouden zijn. Dat zou den wij wel willen. Dan hadden wij het veel gemakkelijker. Maar met deze houding zou de voort gang van het Evangelie, van het Koninkrijk Gods in de apostel- tijd en in de Reformatie zijn uit gebleven. In de opdracht, het evangelie aan alle creaturen te prediken heeft toch zeker de Heere Christus in eigen persoon ons tot middel gesteld. Wij moeten dus de bodem toe bereiden. *%-f /V - - Plakboeken vol bewijzen Buiten de Wereldraad meer bereiken (Van een onzer redacteuren) Is dat nu een fanaticus? vroe gen we onszelf af toen we dr. Carl Mclntire, de voorzitter van de Internationale Raad van Christelijke Kerken zagen foto graferen in de tuin van het con ferentieoord „Woudschoten". Hij richtte een miniatuur-camera op een aantal Europese gedelegeer den en scheen kennelijk in zijn element. Zijn kin is allerminst aggressief, de lijnen van zijn ge zicht zijn niet hard (zoals dat heet in moderne detective-litera tuur) en ondanks de lach op zijn gelaat leken zijn ogen wat moe. Hij is op zijn vijfde reis rond de wereld. Van Nederland vertrekt hij naar Beiroet, om daar de conferentie van kerken in het Midden-Oosten bij te wonen en vandaar gaat hij verder naar Seoul voor een regionale confe rentie, de ook zal worden bijgewoond door de heer A. A. Warnaar als ver tegenwoordiger van Nederland. De Internationale Raad van Christe lijke Kerken werd in 1948 een week voor de Wereldraad van Kerken in Amster dam opgericht. Er zijn nu 46 kerken of ficieel bij aangesloten, terwijl er in 6G landen ter wereld groepen zijn die met deze beweging zijn verbonden. Er is wel een gezegd dat de I.C.C.C., die bijna voortdurend gewaarschuwd heeft tegen de gevaren van een al te ruim opgezet oecumenisme is vastge lopen. Dr. Mclntire echter ontkent het. Er is nog altijd groei te bespeuren. Zijn getuigenis wordt door steeds meer men sen aanvaard. En meer en meer begin- Advertentie Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Nieuwveen, toez.: A. S. Klusener, kand. te Delft; te Tholen, toez.: J. C. Schuurman, te Bleskens- graaf; te Genemuiden: J. den Besten te Dirksland. Aangenomen het beroep van de ge nerale synode tot predikant voor bij zondere werkzaamheden, conrector aan het ïheologich Seminarium te Drieber gen: dr. A. A. Koolbaas te Amersfoort. Infiltratie Dr. Mclntire ziet een taak ten op zichte van de Wereldraad. Het gaat er niet om deze beweging te kraken, zoals vaak wordt beweerd. Hoewel hij deze woorden niet gebruikte lag het toch opgesloten in wat hij ons vertelde dat hij zijn beweging (zoals de I.C.C.C. ten onrechte vaak wordt genoemd) zag als een soort tweede geweten van de oecumenischè bewe ging. Het conflict met deze oecumenische beweging concentreert zich op het ogen blik voorpamelijk op het gevaar van de communistische infiltratie. Dr. Mclntire vast van overtuigd en hij heeft plakboeken vol bewijzen dat de com munisten de geestelijke leiders van ach ter het ijzeren gordijn misbruiken om hun inziqhten te propageren in de chris telijke kerk en zo in het westen als onderdeel van de koude oorlog. Hij ziet het bijvoorbeeld als een enorm gevaar dat de Russ.en, hoewel zij geen lid van de Wereldraad zijn, de besprekingen van de commissie voor buitenlandse aangelegenheden van de Wereldraad niet slechts bijwonen, -maar inderdaad ook hebben meegewerkt aan het op stellen van de gedragslijn van deze Succes Nu de Internationale Raad van Christelijke Kerken in Neder land de Europese conferentie heeft belegd op het conferentie oord Woudschoten, hebben W0 van de gelegenheid gebruik ge maakt om een gesprek te hebben met de voorzitter van deze Raad van Kerken, dr. Carl Mclntire. Deze predikant van een presby teriaanse gemeente in Collings- wood, New Jersey heeft zich de vijandschap van velen op de hals gehaald door zijn vaak felle kritiek op de Wereldraad van Kerken. Weinig mensen zijn als hij verguisd en toeinig predikanten hebben zoveel valse beschuldigingen naar hun hoofd geslingerd gekregen als hij. Wie is deze man van wie men zegt dat hij met modder smijt, maar die meer modder naar zijn hoofd gekregen heeft dan enige andere geestelijke leider? Het is heus niet voor niets, dat wij in de Bijbel op vele plaatsen ook door Jezus zelf ernstig worden gewaar schuwd voor het gevaar, de verzoeking van de rijkdom. En dan gaat het daarbij zeker niet om dat bezit, dat geld „op zichzelf" er is niets op de wereld, dat bestaat „op zichzelf". Het klinkt misschien eentonig, maar het is elke dag uiterst actueel: het gaat om de vraag wat wij mensen rijken en minder bedeelden met ons bezit doen en hoe wij er tegen over staan. Paulus zegt ergens, dat wij moeten bezitten als niet bezittende. Wie wat dieper nadenkt over deze woorden gaat iets gevoelen van het geheim der waarachtig christelijke levenskunst. Daar zit wat in van de afstand, van het los-zijn, van het weten, dat écht menselijk geluk geen verband houdt met het materiële bezit, maar door heel andere dingen wordt bepaald. Van het besef ook en hoe kan het ons pijnigen als we erbij stilstaan! dat wij er niets van kunnen mee nemen. Wij moeten allen leren de betrekkelijkheid van het bezit te zien en dat is voor de meesten van ons een zeer harde leerschool! Wij moeten ook niet denken, dat we het leren zonder Leraar. Het beeld van de rentmeester een volop Bijbels beeld valt ons in de gedachten: hij is ver antwoordelijk voor het bezit van zijn heer. Zo is het: wat wij hebben is eigendom van God. En Hij stelt ons er aan sprakelijk voor. Weet u wel, dat die visie, dat geloof, onze verhouding tot en ons gebruik van ons bezit totaal bepaalt? Mclntire heeft in de loop van de laat ste twaalf jaar een groot aantal uitspra ken en redevoeringen van de kerkelijke leiders van achter het ijzeren gordijn verzameld en aangetoond dat deze men sen zich al of niet bewust laten misbrui ken voor het communistische doel. Hij wil dit werk niet zien als lou ter negatief. En hij weet dat hij suc ces heeft. De I.C.C.C. heeft indertijd duidelijk bewezen dat de voorzitter van de commissie voor buitenlandse aangelegenheden van het patriarchaat van de Russisch-Orthodoxe Kerk, Ni kolai, een van de leidende figuren was van de geheime politie. Toen dit in de wereld bekend werd, is hij on langs vervangen door ecu nog heel jonge geestelijke de 31-jarige bisschop Nikodim. Mclntire ziet wel een andere man ver schijnen, maar geen andere politiek. Deze jonge theoloog is afgestudeerd van een Russisch seminarium dat geheel on der toezicht van de communisten staat. Het is zijn inzicht dat Georgi G. Karpof, het hoofd van de geheime politie, de se minaria indertijd weer heeft laten openen met het doel de Russische kerk met zijn mensen te kunnen infiltreren. Via deze betrouwbare communisten in de kerk probeert de Sowjetunie nu de westerse kerken te infiltreren. Hromadka Deze Amerikaan hoopt dat hij het zelfde kan bereiken met de Tsjech Hromadka. Een boek vol materiaal is bijeengebracht waaruit duidelijk blijkt dat deze man voor de volle honderd procent gekozen heeft voor het c munisme. Onder de druk van de feiten hoopt Mclntire dat de Wereldraad deze man opzij zal schuiven, en vraagt zich af of dit in zeker opzicht al niet gebeurd is, want hij is ii afgelopen maanden veel minder op de voorgrond getreden dan voorheen. Op deze manier, zo vervolgde de zitter van deze beweging, kunnen wij buiten de Wereldraad meer voor de oecumenische gedachte doen dan de mensen die er binnen staan. Wij komen met feiten die niet geloochend noch ontzenuwd kunnen worden. Als men Mclntire hoort spreken voelt men dat achter zijn geestdrift meer schuilt dan louter negativisme. Hij wordt beheerst door een werkelijk christelijke bewogenheid. onderwijl vragen die wij hem stellen. Een ander zou al lang zijn schouders opgehaald hebben en hebben gezegd: „Doet er ook niet toe, zo belangrijk is het niet". Maar Mclntire blijft zoeken, totdat hij het gevonden heeft. Hij is geen fanaticus maar wel doorzetter, die niet opgeeft tot hij be reikt heeft wat hij ziet als noodzake lijk. Wat hij ook doet, hij kan zich op één bepaald ding blijven concen treren. In 1948 heeft hij de visie gehad var een oecumenische beweging van kerken op de grondslag van Gods woord. Hij zag toen het gevaar dat kerken samen kwamen die vaak in wezen geen kerken waren; dat gelovige christenen samen werkten met mensen die Christus niet als Verzoener en als Gods Zoon wilden erkennen. Deze gedachte beheerst hem steeds. Geloof en ongeloof zijn niet te vermengen als olie en water. Daarom heeft hij jarenlang het ongeloof sommige oecumenische leiders aai kaak gesteld, daarom waarschuwt hij nu tegen wat hij ziet als een bijna nog groter gevaar dan de vrijzinnigheid, de vreedzame coëxistentie die door het Oosten wordt gepredikt. Zo werd Mclntire het tweede geweten van de Wereldraad. Zo'n geweten is niet populair, maar hij verwacht ook geen po pulariteit en als vrienden met grote verontwaardiging spreken van de valse beschuldigingen die tegen zijn persoon zijn geuit haalt hij de schouders op en zegt: ,,Dat hoort er nu eenmaal bij. Het eni ge wat wij hebben te doen is door ons leven te tonen dat wij ernst maken met het evangelie van God. De rest zal wel in orde ko- Doorzetter Tijdens ons gesprek zoekt hij bepaalde naam. Terwijl hij ovei dere onderwerpen doorpraat, blijft hij zoeken. Hij pakt zijn tas uit, snuf felt zijn papieren door en beantwoordt 25 je dachtJe Hier braken eerst goed uit." Ik stond op met diep medelijden - oor de lieflijke Inge. Ik was vreemd gevoelig voor haar tranen. „Misschien begrijp ik het ook niet goed zei ik zacht. „Niet alles is in woorden uit te drukken. Tk voelde haar schouders onder mijn handen schok- ken en ik keek neer op het gebogen hoofd met de werkelijk goudblonde haren. „Kun je me helemaal niet zeggen waarom je dan zo'n verdriet hebt? Om Erich? Gebroken door snikken zei ze: .Nu der altijd alleen Ik neb niemand ZINLOOS EN TELEURSTELLEND het is, dat reeds dadelijk de leiding blijkt te blijven gevoelen aan heeft het in dit opzicht getroffen, ooit iets goeds kunnen doen. Voor wat betreft Indonesië ligt daar Zelfs moet worden betwijfeld, of on- als nieuwste aanwijzing de verbre- voorwaardelijke overgave aan hem king door Soekarno van de diploma tieke banden met Nederland. Verrassend mocht deze stap niet he- Nieuw-Guinea hem zou kunnen bevredigen. Want dan zou de binnen landse situatie van zijn land nog even Indonesië is nog altijd van dien aard, dat het voor een man als Soekarno °ver Nieuw-Guinea zou uitbreiden, raadzaam moet heten, daarvan de negatieve daad dus, deze ver aandacht, zowel van het eigen volk breking van de diplomatieke banden, altijd de gebruikelijke methode ge- een uitleg mag geven van positief volgd, te weten die van het zoeken karakter. een zondebok elders. In deze verbreking van de banden In stede van zich met kracht te gaan met Indonesië immers mag Nederland toeleggen op een herstel 1 een aanwijzing temeer zien, dat het zeer ingezonken situatie binnen eigen zelf met zijn politiek in Nieuw-Gui- landsgrenzen, blijft de Indonesische nea de goede weg is. Het is de weg moet en zal komen. Tegelijk echter üng die laatstelijk nog is versneld. blijft hij voorbijzien aan het stotelijke feit, dat dit voor Nieuw- Guinea zou neerkomen op een vorm van kolonialiscring. De omstandig heid, dat deze kolonialisering zou worden beoefend door een land, dat Of is het niet tekenend en merk waardig, dat, terwijl in het Indonesië van Soekarno de democratie almeer een bekommerd leven leidt, met een steeds onverholener dictatoriaal be- met ontbinding van politie- zelf juist uit het koloniale tijdperk ke Partijformaties, in Nieuw-Guinea de democratie tot ontluiking geraakt, met een ontstaan juist in deze da- het bewijst, dat de i loze politiek wenst zulks, terwijl land en volk van Indo nesië een beter lot verdienen. Deze verbreking van het diplomatie i in zijn nutte- gezond politiek leven? volharden. En begrijpen, dat iemand als Soe karno een ontwikkeling als Nieuw- Guinea te zien geeft met lede ogen moet aanschouwen. Bij hem ke contact zal zowel voor Nederland schraling van de democratie en i als voor Indonesië tot gevolg hebben, dat een gesprek tussen beide landen, waarnaar ook in Nederland on derscheidenen met enig verlangen uitzien, nu nog des te moeilijker op tenietdoen van hetgeen aan eigen politiek leven opbloeit, in Nieuw- Guinea daarentegen een schuchter maar duidelijk en voor Nieuw-Gui- i zelf alleszins hoopvol begin. gang zal kunnen komen. Want de Waarmede intussen niet gezegd wil deur is gesloten, en men zal elkaar z'Jn» het slaken door Soekarno nog slechts langs de omweg buitenland kunnen bereiken. Een betreurenswaardige daad, die overigens voo geen reden inhoudt om van de poli tiek die het zelf tot dusver heeft ge het van bet diplomatiek verkeer met Ne derland niet ook door Nederland, nutteloze welks genegenheid naar miljoenen Nederland 'n bet gindse land blijft uitgaan, als even teleurstellend als zinloos wordt ervaren en gevoeld. Zelfs worden de Wereldraad in Schotland Elf grondslagen voor het verkeer der kerken wereld. Waarom leef ik eigenlijk nog. Ik wou maar dat ik dood was." Zij liet haar hoofd op haar han den zakken en huilde zo bedroefd, dat ik met moeite het brok n m'n keel kon wegslikken en mijn ogen drooghouden. Het was waar, Inge's moeder was een hali jaaT tevoren overleden en haar moeder was juist voor het uitbreken van de oorlog met Nederland naar Keulen gegaan. De toen mcerderiarige InRe nad er niets voor gevoeld en was naar de grote stad ge komen en had hier haar werkkring gevonden Haar moeder keerde uit Keulen nooit meer terug, zij ver loor het leven bij een bombardement en nu ter laatste Erich. Maar dit stond voor me vast niet Erich, maar die eenzaamheid en het toekomst loze had zich van haar nart meester gemaakt. Hel was plotseling een woestijn van ellende en eenzaam heid geworden. „Weet je, Inge", zei ik. „Eigenlijk eenzaam We hebben allemaal een eigen brok leed. waarvai deelgenoot kunt maken Er i troosten kan. i gelooi ie dat misschien niet.' Inge richtte haar hoofd op en keek mij vragend aan. „Wie bedoel je?" vroeg ze „Wie zou ik bedoelen. Geloof je dat God bestaat?" Zichtbaar teleurgesteld liet zij haar hoofd weer zakken en gaf geen antwoord. „Hij heeft alles wat wij lijden, veel dieper en éigen stuk leven öoor neRm. steqqeRöa veel heviger doorgemaakt. Hij weet het en kent het. HL zal je begrijpen." Omdat ik achter haar stond kon ik niet zien of mijn woorden iets voor haar te betekenen hadden, maar even later wist ik het, want zij boog haar hoofd opnieuw en zij drukte een kanten zakdoekje tegen haar ogen. Na een ogenblik van stilte zei ze: „Ik heb je niet alles verteld Het is alles mijn eigen schuld. Ik ging terug naar mijn plaats tegenover haar en wachtte zwijgend op wat komen zou, want het leek mij dat Inge praten wilde, maar dat dit haar erg zwaar viel. Plotseling alsof zij zich vermande, stond zij op en ging naar haar kast en even later keer de zij terug naar de tafel met orieven en foto's in haar hand Haar stem was onvast. „Kijk", zei ze dat is' em Erich." Ik keek op een prettig jong gezicht met open eerlijke ogen en concludeerde voor mezelf, dat de keus misschien toch zo dwaas nog niet was ge weest, al hinderde mij de schaduw van de Duitse pet over het voorhoofd. Zij legde er nog enige fo to's naast, waarop ik Erich zag zonder uniform en een waarop hij rijt. arm om inge's schouders ge slagen hield een sympathiek paar. Had ik mij dan toch vergist en was Inge's nouding slechts pa rade geweest? Waarom dan? Wilde zij elk contact met Duitsland vermijden, nu zij zich voorgenomen had Nerierland:e te rijn en te blijven, waarbij zij de moeilijkheid had. dat haar uitspraak het Duitse accent nog altijd verraadde? „Ik geloof, hij hield toch oprecht van je Inge" zei ik. Inge knikte en bijna toonloos zei ze: „Ik heb het te laat geweten en ik hield niet van hem." „Weet je het zeker" vroeg ik nog eens nadrukke lijk. „Heel zeker. Dat heb ik nooit voor je verborgen, maar..." Hier aarzelde zij lange tijd. „Maar ik heb het hem nooit verteld.tot twee maan den terug. Ik schreef hem op een keer, dat ik nu zelfstandig was geworden en dat niemand mij zou kunnen dwingen tot een keus die mijn hart niet wilde. Er valt niets op je aan te merken en wat je doet, moet je doen. Je wordt gestuurd en het is je plicht te gaan, al verfoei ik je werk, de oorlog en al hèt onrecht, maar ik wil mijn vrijheid terug. Er is heus geen ander, maar liever zonder, dan dit verraad aan mezelf." Hier zweeg Inge weer en haar ogen vulden zich met tranen. Zij nam de brieven die zij had meegebracht uit c.e kast van tafel en vouwde de inhoud voor zich uit. Zij nam er enkele blaadjes uit en gaf ze mij. „Hier lees maar" zei ze. Eerst weigerde ik. „Dit zijn yan die intieme za ken, die mij toch eigenlijk niet aangaan" zei ik, maar Inge beduidde mij. dat dit alles veel duide lijker zou maken en dat dit beter was dan dat zij het vertellen moest. Erich's bewogenheid sprak mij uit elke regel toe. Nu zelfs, nu ik er zolang achter sta en er nuchter op kan terugzien, weet ik dat Erich's woorden meer inhielden dan de gewone mantiek tussen twee jonge geliefden. Ik zou ze n mer prijs hebben gegeven. Hij zei haar, dat zij het enige lichtpunt in de toekomst voor hem was en dat alles wat hij deed gedragen werd door zijn liefde voor haar. Als het werkelijk waar was, dat zij geen liefde meer voor hem voelde, dan zou zijn verder leven geen doel meer hebben, want zelf geloofde hij niet meer in het leven, aan de redding van de we reld uit deze chaos. Het zou in de toekomst alleen maar gaan om een eigen stuk leven op te bouwen als een stormhut in de wildernis en om het geluk samen te bewaren. Maar dit alles had Inge niet kunnen bewegen om haar hart tot liefde te dwingen. „Je kunt je hart toch niet dwingen" zei ze. „Had ik heus anders moeten handelen?" „Hoe kan ik dat beoordelen. Misschien was het tijdstip wel erg ongunstig gekozen". Wordt vervolgd Het reeds lang voorbereide samengaan van de Internationale Zendingsraad en de Wereldraad van Kerken schijnt thans vrijwel vast te staan. Het centraal comité van de We reldraad van Kerken heeft ver nomen dat 24 van de 35 aange sloten kerken bij de Zendings raad hebben ingestemd met het plan tot coördinatie van de werk zaamheden van beide lichamen. Het comité heêft zich eenstemmig akkoord verklaard met het plan tot integratie, bisschop Lesslie Newbigin, de Britse leider van de Zendingsraad, deelde het bestuur van de Wereldraad van Kerken mee dat zes kerken van de Zendingsraad nog geen beslissing hebben genomen over het voorstel tot fusie terwijl vijf kerken nog geen ant woord hebben ingezonden. Als genoemde zes kerken zich zouden verzetten tegen een dergelijk samengaan zou het voorstel worden verworpen, omdat het geen voldoende meerderheid zou krijgen, maar New bigin meende dat er reden was om aan te nemen dat het voorstel vrijwel zeker zal worden aanvaard. 83 van de 172 Orthodoxe, protes tantse en anglicaanse kerken van de Wereldraad van Kerken hebben reeds met de fusie ingestemd. Grondslagen Een commissie van de Wereldraad heeft in opdracht van het centraal comité elf grondslagen opgesteld die de onderlingen betrekkingen tussen dc feil'dat"hun* 1. De Godsdienstige overtuiging van anderen moet worden geëerbiedigd. 2. Het is de voornaamste plicht van de christenen de tekortkomingen in eigen kerk kritisch te bezien ten einde hun kerken beter en sterker te maken. 3. De volwassene heeft het recht van kerk te veranderen. 4. Alle christenen dienen te werken voor de vestiging en handhaving van de vrijheid in ieder land. 5. Elke kerkelijke aktie waarbij wordt getracht mensen tot het geloof te brengen door middel van materiële of sociale voordelen of door onnodige druk moet worden afgekeurd. 6. Terwijl de kerken enerzijds hun standpunt moeten kenbaar maken ten aanzien van gemengde huwelij ken, moeten zij anderzijds de over tuiging van huwelijkspartners inzake hun toekomstige kerkelijke keuze eerbiedigen. 7 Voordat een kind wordt aangeno men als lidmaat van een kerk, waar toe de ouders of voogden niet be horen, dient herderlijke aandacht te worden geschonken aan de eenheid in het gezin 8. Voordat iemand, die uit een kerk is getreden, door een andere kerk wordt aangenomen, moet de reden van zijn stap worden onderzocht 9. Als iemand van geloof wil veré deren moet rechtstreeks overleg worden gepleegd door de betrokken kerken, maar er mag hem niets de weg worden-gelegd, als het t gewetenskwestie is. 10 De kerken moeten elkaar helpen bij het versterken van hun eigen ge tuigenis en pastoraat. 11 De kerken van de Wereldraad moe ten andere aangesloten kerken hel pen waar die reeds zijn gevestigd in plaats van elkaar te beconcurreren. Gedenkboek van de clir.-geref. zending Massaal Hebreeuws onderwijs Sedert de stichting van de staat Israël hebben een half miljoen immigranten deelgenomen aan de speciaal voor immi granten opgezette cursussen voor het onderwijs van Hebreeuws, dat eeuwen een dode taal was doch thans weer in Israël wordt gesproken. In twaalfhon derd klassen van het ministerie van onderwijs en cultuur hebben gelijktijdig dertigduizend mensen Hebreeuwse lessen gekregen. Het waren hoofdzakelijk men sen die reeds lang de schoolbanken had den verlaten. Daarnaast zijn er nog der tig speciale nederzettingen waar de helft van de dag wordt besteed aan landbouw- werkzaamheden en de overige tijd aan klassikaal Hebreews onderwijs. R.k. commissie voor de tucht Paus Joannes heeft vandaag 20 leden benoemd voor de pontificale commissie voor de tucht onder de geestelijkheid en het christenvolk ter voorbereiding van het toekomstige bisschoppelijk concilie. Voorts heeft de paus 19 adviseurs voor dezelfde commissie benoemd. bestaat. Het prachtig uitgegeven boek „Pergilah Kamoe" is een groot succes ge worden. Reeds spoedig bleek dat er een tweede druk nodig was, maar ook deze is reeds zo goed als uitverkocht. De Dc Christelijke Gereformeerde Kerken deputaten voor de zending staan nu voor nebben enige maanden geleden een ge-lde vraag of er een derde druk zal moe- denkboek uitgegeven in verband met het !en verschijnen. Het is wel waarschijn- dingswerk vijftig jaar I lijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 2