Miljoenen
Socialistische waarschuwing
Gaullistisch Europa'
voor
DINSDAG 16 AUGUSTUS 1960
Geen bordje
„Verboden toegang"
op het Westen
f Van de bovengenoemde negenentachtig
aanvragen hadden er vierenvijftig betrekking
op de drie noordelijke provincies en Noordoost
Overijssel. Zij betroffen echter slechts in negen
gevallen nieuwe vestigingen: de overige sloe
gen op uitbreiding van bestaande bedrijven.
In de andere ontwikkelingskernen van ons
land was er sprake van achttien vestigingen
tegen zeventien uitbreidingen. Van de ruim
twaalf miljoen aan premie ging ongeveer 5,4
miljoen naar ondernemingen in het Noorden
en 6,9 miljoen naar bedrijven in de overige
jrrob leemge b ieden.
Eén op de veertig
De praktijk heeft uitgewezen, dat gemiddeld op
veertig vierkante meter nieuwe fabrieksruimte één
arbeider tewerk wordt gesteld. Dit zou betekenen, dat
de ingewilligde en in januari nog in behandeling zijn
de aanvragen een totale verruiming van de werkge
legenheid met ongeveer negenduizend plaatsen zullen
geven, waarvan ongeveer de helft in het Noorden.
De laatste vijftig aanvragen zouden dan op zo'n
drieduizend nieuwe arbeidsplaatsen betrekking heb
ben. Was er oorspronkelijk op de begroting van eco
nomische zaken slechts vijf miljoen voor premie en
prijsreductie uitgetrokken, dit bedrag is al spoedig
verdubbeld. Er is voor dit jaar dus tien miljoen be
schikbaar, welk bedrag opnieuw veihoogd zal worden,
als dat noodzakelijk mocht blijken.
Ben voorbeeld
Dat die premie- en prijsre-
ductieregeling voor de onder
nemer, die zich in een ontwik
kelingskern wil vestigen, echt
wel zoden aan de dijk zet, zal
spoedig duidelijk zijn. Laten
we eens een voorbeeld geven
van wat het stichten van
een bedrijf in zo'n kern
aan voordelen oplevert bo
ven vestiging in het Wes
ten. We gaan uit van een
nieuwe onderneming met
een nuttige vloeroppervlak
te van vijftienhonderd vier
kante meter De premie bedraagt dan: duizend maal
vijfendertig gulden en vijfhonderd maal vijfenveertig
gulden. Op die manier wordt de totale premie 57.500.
Het gemiddelde
Laten we verder aannemen, dat de totale opper
vlakte industrieterrein, dat de ondernemer wil kopen,
vierduizend vierkante meter omvat. De prijs, die hij
voor een vierkante meter moet neerleggen, varieert
nogal: zij ligt tussen de vier en de zestien gulden in
de verschillende ontwikkelingskernen. Laten we onge
veer het gemiddelde aanhouden: tien gulden per vier
kante meter. De grond kost dan veertigduizend gul
den. Maar.... de ondernemer krijgt een reductie van
vijftig procent uit 's rijks kas. zodat de grond hem uit
eindelijk niet meer dan twintigduizend gulden kost
Dat betekent voor hem dus in feite een mindere in
vestering van ƒ77.500.
In het Westen
Wat is de man nu kwijt als hij zijn bedrijf In het
Westen wil stichten, zeg Rotterdam? Daar mag men
als gemiddelde kostprijs per vierkante meter indus
trieterrein wel vijfendertig tot veertig gulden rekenen.
Laten we het eerste bedrag nemen. De grond komt
de ondernemer dan op honderdveertigduizend gul
den. Vestigt hij zich in een ontwikkelingskern, dan
kost de grond hem dus al honderdtwintigduizend gul
den minder. Telt men daarbij de premie ten bedrage
van 57.500, dan komt er een totaal voordeel van
niet mindei dan 177.500 uit de bus!
Bovendien is dan nog niet eens gerekend met het
feit, dat de bouwkosten in die kernen aanmerkelijk
la ?r liggen dan in het Westen: in vele gevallen zal
er b.v. niet eens behoeven te worden geheid, hetgeen
een jas op een pak scheelt! De conclusie kan dus
wel zijn, dat op deze wijze de vestiging elders wèl
aantrekkelijk wordt gemaakt. En dat steeds meer on
dernemers dit zien bewijst het grote aantal aanvragen.
Nog meer
Tot de directe stimulerende Industrialisatiemaatre
gelen mogen zeker ook worden gerekend enkele re
gelingen, die door het departement van sociale zaken
en volksgezondheid worden uitgevoerd. Dat zijn de
migratieregeling en de trainingstoeslagregeling. De
eerste houdt in, dat bijdragen worden verleend, wan
neer arbeidskrachten van elders moeten worden aan
getrokken voor de industrieën, die zich vestigen of
uitbreiden in de ontwikkelingskernen (vergoeding ver
huis-, inrichtings- en eventueel pensionkosten).
De tweede regeling voorziet in het verlenen
van een toeslag aan werkgevers, die werkloze arbei
ders in opleiding nemen. Tijdens de periode van op
leiding of bedrijfsscholing kan deze toeslag worden
uitgekeerd. Voor beide regelingen is op de begroting
van sociale zaken voor dit jaar een bedrag van een
miljoen uitgetrokken.
Ook loontoeslag
Er is de laatste tijd van verschillende kanten ook
gepleit voor het geven van een toeslag op de lonen
der arbeiders in nieuwe industrieën in de ontwikke-
lingskernen. Er wordt dan gedacht aan een bijdrage
van b.v. tien procent in de loonkosten gedurende vijf
jaar. Minister De Pous heeft deze suggestie niet zon
der meer afgewezen en bleek er ook geen principiële
bezwaren tegen te hebben. Wel een groot aantal prak
tische bezwaren, die alleen maar genomen zouden
moeten worden, als de nu bestaande regelingen niet
voldoende resultaat zouden opleveren.
Ttveeduisettd gulden
Welke bezwaren dat zijn? Allereerst, dat men
moeilijk meer van een toeslag kan spreken, als het
inderdaad zou gaan om tien procent gedurende vijf
jaar. Dat betekent nL rond tweeduizend gulden per
gesubsidieerde arbeidsplaats, hetgeen ongeveer ge
lijk is aan wat de premie- en prijsreductieregeling
opbrengt Het komt dus in feite neer op een dubbele
—is-i-ii onuonHitn ^»*aagt zo n loonbijslag zeer
directe kostprijsverlagende
ie na vijf jaar afloopt, kan
het betrokken bedrijf grote moeilijkheden
meebrengen: er is enkele jaren lang onder kunstma
tig gunstige voorwaarden gewerkt.
Waar Is de grens
Een volgende moeilijkheid is precies uit te maken
wat nu wel en wat nu niet een geval is. dat voor
subsidie in aanmerking komt Wat is namelijk precies
een nieuwe arbeidskracht? Hierbij moet zeker ook ge
dacht worden aan de mutaties in de personeelsbezet
ting, ook al onder invloed van de conjunctuur. F.n
om nog een laatste bezwaar te noemen bij toe
passing van een loonbijslagregeüng ontkomt men met
aan discriminatie tussen oude en nieuwe bedrijven
en tussen bedrijven in verschillende plaatsen: het ene
bedrijf wordt wel gesubsidieerd en het andere niet.
Geen belemmering
Betekent dit alles nu. dat de regering van plan is
het Westen des lands in zijn ontwikkeling te belem
meren en te beknotten? In genen dele! Er komt be-
«hst geen bordje „Verboden toegang voor industrie
len, die zich hier willen vestigen" aan de toegangs
wegen tot het Westen te hangen. Dat Westen is een
èl "te belangrijke troef in Nederlandse handen. Daar
is de economische bedrijvigheid het sterkst, ni«de
dank zij de gunstige ligging aan diep vaarwater, Wie
het economische apparaat in dit landsdeel verdere
uitbreiding onmogelijk zou maken of zelfs zou willen
aantasten, die zou onze natiimale economie wel een
bijzonder slechte dienst bewijzen.
„Het Westen en overig Nederland".
Een harmonische ontwikkeling van de
nationale economie is het doel. dat
met deze spreiding zeer bewust wordt
nagestreefd.
Het is dus beslist niet de bedoeling
de deur van het Westen op slot te
draaien. Voor een vestigingsverbod is
welhaast niemand geporteerd. Het
verst gaan de socialisten blijkens een
rapport over bevolkingsspreiding van
de Dr. Wiardi Beekman Stichting,
het wetenschappelijk bureau van de
Partij van de Arbeid, in welk rapport
o.a. deze zinsnede voorkomt: „De gedachten gaan hierbij
uit naar een kaderwet, die de mogelijkheid zou openen,
dat de regering de bevoegdheid krijgt om voor nader
aan te wijzen gebieden, vestiging van nieuwe en uit
breiding van bestaande bedrijven c.q. te beperken".
Daarbij wordt erop gewezen, dat soortgelijke v~«--
zieningen reeds met succes worden gehanteerd ii
i Engeland en Frankrijk.
buitenland, met i
Lijnrecht tegenover deze opvatting staat die van de
vier grote werkgeversbonden. Zij hebben hun stand
punten als volgt geformuleerd:
Cotilra
„De overheid zal met die stimulering van industria
lisatie in overig Nederland grote spoed moeten be
trachten. anders zou zij later door de omstandigheden
kunnen worden gedwongen maatregelen van negatieve
aard te nemen, zoals een verbod om bepaalde nieuwe
bedrijven in de Randstad Holland te vestigen of het
hanteren van een vergunningstelsel om de uitbreiding
van bepaalde bestaande bedrijven tegen te gaan. Zul
ke maatregelen zijn in begin
sel voor de verbonden onaan-
4 vaardbaar, omdat zij de vrij
heid van vestigingskeuze aan
tasten, welke van wezenlijk
belang voor het slagen van
het industrialisatiebeleid moet
worden geacht.
Met die vrijheid van vesti
ging zal de overheid in elk
opzicht rekening houden. Mi
nister De Pous ziet voorals
nog geen gegronde redenen
om de noodzaak van een ka
derwet te bepleiten. Maar als
binnen redelijke tijd mocht blijken, dat het gevoerde
beleid zijn effect mist, dan zou nader kunnen wor
den overwogen, of inderdaad aan de suggestie van
socialistische zijde dient te worden tegemoetgekomen,
zo heeft hij eind vorig jaar in de Tweede Kamer
medegedeeld. En ook toen stelde de minister de
zaak nog eens duidelijk: bestemde ruimte in de
Randstad voor bedrijven, die daaraan beslist gebon
den zijn, die volstrekt niet ergens anders hun tenten
kunnen opslaan. Maar streef ernaar juist die be
drijven, welke elders gevestigd kunnen worden, daar
ook neer te zetten. Het effect daarvan is twee
erlei: men voorkomt in de eerste plaats, dat straks
die ruimte in de Randstad niet meer beschik
baar kan worden gesteld voor bedrijven, die alleen
maar door hun aard en structuur zich dkkr kunnen
vestigen (waardoor zo'n bedrijf voor Nederland ver
loren zou gaan) en in de tweede plaats bereikt men,
dat elders, waar dat het hardst noodzakelijk is, nieu
we arbeidsplaatsen worden geschapen.
Discriminatie99
De vraag kan worden gesteld, of wat de regering nu
doet n.L belastinggelden gebruiken voor zeer nauw
keurig omschreven doeleinden in speciaal aangewezen
gebieden en plaatsen niet in hoge mate een dis
criminatie betekent ten nadele van ondernemingen èn
in het Westen èn in de omgeving van de aangewezen
ontwikkelingskernen. Inderdaad is het woord discrimi
natie hier op zijn plaats, maar het mag zeker niet in
denigrerende zin worden beschouwd. „Wanneer ik hier
spreek van discriminatie, dan wijst dit slechts op een
verschil in behandelingswijze", zo heeft minister De
Pous zijn mening nader verduidelijkt.
Gerechtvaardigd
Ook de werkgeversverbonden spreken van discrimi
natie. Die zij overigens volkomen gerechtvaardigd
achten, omdat het gaat om het algemeen belang, dat
is gemoeid met een sterkere industrialisatie van „ove
rig Nederland". En, zo voegen zij ter verdediging van
hun opvatting daar nog aan toe. die extra bedragen
voor een versnelde regionale industrialisatie vermin
deren de buitengewone groei van het Westen en zullen,
naar wordt aangenomen, aanzienlijke besparingen
in woningbouw, verkeersvoorzieningen e.d. opleveren
voor onze volkshuishouding. Want zij vergen im
mers in de Randstad Holland een groter bedrag per
eenheid dan in de meeste andere delen van het land.
Waaraan nog zou kunnen worden toegevoegd, dat blij
kens onderzoekingen de „exploitatie" van een stad
van zeshonderdduizend inwoners enorm veel duurder
is dan die van twaalf steden van vijftigduizend zielen.
En dat ook rekening moet worden gehouden met de
grote bedragen, die gemoeid zijn met allerlei sociale
en maatschappelijke steun- en bijstandsregelingen in
gebieden, waar vele werkozen zijn....
Indirect
Het hoofdstuk van de bevolkings- en Industriesprei
ding is hiermee niet uit! Integendeel: er moet nog
een zeer belangrijk gedeelte volgen, waarboven we
het kopje „Indirecte maatregelen verbetering van
de infrastructuur" zouden kunnen zetten. De directe
maatregelen in de vorm van de premie- en prijsreduc
tie zijn bijzonder interessant èn belangrijk, maar zij
zullen niet veel succes hebben, als het gehele complex
van omstandigheden en verhoudingen, waaronder een
bedrijf gaat starten, te wensen overlaat. Dat bedoelt
men met de infrastructuur. Het gaat daarbij om de
wegen, in zowel als naar de betrokken gebieden en
plaatsen, maar ook om de kanalen en de railverbin
dingen, de aanwezigheid van goed industriewater zo
wel als die van behoorlijke huizen. Men kan, als men
het woord infrastructuur breed uitlegt, daaronder ook
allerlei sociale en maatschappelijke voorzieningen re
kenen zoals verenigingsgebouwen (eventueel dorpshui
zen), een behoorlijke schouwburg en filmzaal, sport
velden, zwembaden enz.
Opheffen
Verbetering dus van de infrastructuur, van het ves
tigingsklimaat. Als die eenmaal op peil is, met ande
re woorden: als die ongeveer gelijk is aan die in het
reductieregelingën VOOR EEN
meer nodig zijn.
De tekortkomingen
zijn dan immers opgeheven en het kunstmatige hulp
middel kan verdwijnen. De verkeersvoorzieningen
staan wel op de voorgrond. Naar en binnen de pro
bleemgebieden. Wegen brengen welvaart, wordt wel
eens gezegd. En daar zit veel waarheid in! Er is op
dit punt een voortdurend samenspel gewenst tussen
rijk, provincie en gemeenten. In vele gevallen gaat
het om een versnelde uitvoering van bestaande
plannen.
IVIEUW PERSPECTIEF
Voldoende
Nu dat eenmaal zo is rijst de vraag, of de coördi
natie voldoende verzekerd is. Verschillende interdepar
tementale commissies streven daarnpar. Een ervan is
de Commissie Industriële Ontwikkeling Probleemgebie
den, waarin vertegenwoordigers van alle acht betrok
ken departementen zitting hebben en die in dit com
plex van problemen een belangrijke rol kan spelen.
Zij heeft de beschikking gekregen over uitvoerige lijs
ten van provinciale besturen met betrekking tot voor
zieningen, die naar het inzicht van die besturen in de
komende vijf jaar gewenst zijn. De commissie selec-
Nieutve wijken rijgen rich aaneen aan de rand van de
grote steden, daar tvaar nog niet zo lang geleden de
tarweoogst icerd binnengehaald en de koeien liepen te
grazenEn omdat stedebouwkundigen en architecten
menen, dat het nog veel meer grond zou kosten om
iedereen een vrij huis met een tuintje te geven, wordt
het in de hoogte gezocht. Tientallen, honderden blok.
ken flats huisvesten tienduizenden mensen. Gemeen
schappelijke tuinen zijn tussen de flatcomplexen aan
gelegdDe één teoont er graag, de ander nietZoals
de één zich gelukkig voelt in een oude, vervallen
behuizing onder aan of tegen de dijk ergens aan een
weg op het fjatteland, terwijl de ander er gewoonweg
met zou kunnen lévenOok dat is een van de
punten, die op het lijstje voor de probleemgebieden
staan: bouw van betere huizen, opdat, mede daardoor,
het „klimaat" voor nieutce bedrijvigheid gunstiger zal
worden. En als deskundigen spreken over de recon
structie van het platteland, dan denken zij óok aan het
vraagstuk van de huisvesting. Of het dan allemaal flats
moeten worden, zoals in deze nieuwe wijk van Den
Haag? Waarschijnlijk niet, want er is daar altijd nog
wat meer ruimte. En waar de mens met plezier woont,
daar zal hij in het algemeen ook niet zo vlug weggaan.
Twee doeleinden
Maar daarmee is zeker met alles gezegd. Het is
al zovele malen opgemerkt: het Westen, en dan spe
ciaal de Randstad Holland, wordt wel erg vol en ten
slotte moeten de mensen, die er wonen en werKen.
óók nog kunnen leven. Wanneer de overheid de sprei
ding stimuleert, dan doet zij dat èn terwille van de
gebieden, waar onvoldoende werk is. èn terwill» van
de leefbaarheid in het Westen. In feite moeten wij
I al van da als tegenstelling geponeerde uitdrukking
Komt dat algemene ruimtelijke beleid nu voldoend#
uit de verf? Sommigen menen, dat er in het geheel
niet van een beleid op dit punt kan worden gesproken!
Scherp is dit standpunt kortgeleden vertolkt door prof.
dr. ir. H. G. van Beusekom in een artikel in Econo-
misch-Statistische Berichten. Hij zegt daar o.a. dit:
„Er is maar één uitweg uit de impasse: een krachtig,
nationaal ruimtelijk beleid. Zolang niet eens en voor
altijd duidelijk wordt gezegd welk beleid
wü ten aanzien van bevolkings- en in
dustriespreiding willen volgen, zolang
blijft het een duwtje hier en een trekje
daar. en worden de problemen niet op-
Welke dan wel de bezwaren van da
hooggeleerde schrijver (en van vele anderen) zijn? Dat
in gebieden, die een gunstige economische structuur heb
ben (buiten het Westen) grote moeilijkheden ontstaan,
doordat als gevolg van de sterk toenemende bedrijvig
heid in de probleemgebieden de arbeidskrachten wor
den weggezogen.
Verplaatsing
Ifiiljoenen
Op de begroting van economische zaken is als bij
dragen in een aantal gemeentelijke en provinciale
werken voor dit jaar een bedrag van drieëntwintig
miljoen gulden uitgetrokken. En voor de meer in de
waterstaatkundige sector liggende projecten heeft het
departement van verkeer en waterstaat alleen al voor
het Noorden een bedrag van ruim eenendertig miljoen
beschikbaar. Daar komt dan nog bij een bedrag van
tweeënhalf miljoen voor de realisering van wat offi
cieel worden genoemd „maatschappelijke, sociaal-cul
turele en sociaal-hygiënische projecten, die als bege
leiding van de industriële ontwikkeling noodzakelijk
zijn". Dat bedrag staat op de begroting van het de
partement van maatschappelijk werk. Laten we vol
ledigheidshalve ook nog mededelen, dat op de begro
ting van sociale zaken en volksgezondheid een bedrag
van tien miljoen prijkt voor aanvullend werk aan
„structuurverbeterende civieltechnische werken".
Coördinatie
Het spreekt wel vanzelf, dat niet zomaar elk plan
dat een gemeente of een provincie wil zien ingevoerd,
zonder meer wordt goedgekeurd. Er zal op dit punt
naar een bepaald schema moeten worden gewerkt en
daarom zal er geselecteerd èn gecoördineerd moeten
worden. Het is in de Nederlandse verhoudingen blijk
baar onmogelijk voor deze hele materie één eigaan
aan te wijzen, dat werkt onder de verantwoordelijk
heid van één minister. De hier en daar wel gehoorde
suggestie om eventueel het kabinet uit te breiden met
een bewindsman, die niets anders doet dan zich met
de problemen van de ruimtelijke ordening waarvan
het industriële spreidingsbeleid zeker als een belang
rijk onderdeel mag worden beschouwd bezig te
teert die voorstellen, vormt zich een oordeel over de
prioriteit en bekijkt de verschillende aspecten van de
uitvoering. Daarna brengt zij advies uit aan de minis
ter van economische zaken. Eerst is dat voor 1960 ge-
Vijfjarenplan
Van de commissie wordt vervolgens verwacht een
vijfjarenprogramma, d.w.z. een optelsom van alle re
delijke wensen en waarvan bij voorbaat vaststaat, dat
de uitvoering zich over een langere periode zal moe
ten uitstrekken. Dit programma zal weer onderdeel
uitmaken van algemene ontwikke
lingsplannen voor de probleemge
bieden. Met de opstelling daarvan
is de Vaste Commissie van de
Rijksdienst voor het Nationale Plan
belast. Deze Vaste Commissie zal
voor haar rapport, dat dus meer de
algemene ruimtelijke doelstellingen
tot onderwerp zal hebben, in het
vijfjarenplan een alleszins waarde
volle bijdrage ontvangen. Uiter
aard is de Vaste Commissie geen
beleidsorgaan. Het beleid is voor
behouden aan het kabinet, waaruit
dan weer speciaal voor deze pro
blematiek een raad voor de ruim
telijke ordening is gevormd van de
meest belanghebbende ministers.
Met andere woorden: de zuigkracht van het Westen
gaat zich verplaatsen naar de probleemgebieden, ten
koste van de streken, waar al die faciliteiten, die voor
de probleemgebieden gelden, niet nodig waren. En op
die manier ontstaan nieuwe probleemgebiedenAn
ders gezegd: het wordt voor sommige ondernemer»
voordeliger hun bedrijf over te plaatsen naar een ont-
wikkelingskem. En mede in dat verband zeggen de
provinciale- en de gemeentebesturen: laat het rijk
méér aan ons overlaten, wij zitten dichter bij het vuur
en kunnen veel beter beoordelen hoe wij concreet op
het punt van de industrialisatie een beleid kunnen
voeren. Men mag aannemen, dat over dit punt het
laatste woord nog niet is gesproken!
Om de mens
Aan het einde van deze beschouwingen geko
men is het mogelijk, dat iemand de vraag stelt,
of het allemaal niet wat teveel van het goede is
en of de zaak waarom het gaat die uitvoerige aan
dacht eigenlijk wel waard is. Wij geloven, dat
dit zeer zeker het geval is. Mits men achter het
werk van commissies en deskundigen, achter al
lerlei regelingen en plannen, achter het beleid
en de uitvoering daarvan, voortdurend de mens
ziet staan. Mannen, vrouwen en kinderen, in
het Noorden en in het Westen.
M'IHRLVM):
méér dan
het Westen
„en de. rest"
(SLOT)
Om hun toekomst, om hun
geestelijk welzijn en stoffelijke
welvaart, gaat het uiteindelijk,
om een zo harmonisch moge
lijke ontplooiing van hun mens
zijn. En daarmee krijgt dit
doelbewuste beleid van sprei
ding en decentralisatie een die
pere inhoud. Dan gaat het om
de mens als beelddrager Gods
en dan mag het motief voor dit
beleid als een christelijk-so-
ciaal motief worden aange
merkt. i
„Adenauers ideeën
veranderden
„De regering-Adenauer voelt zich blijkbaar ge
dwongen zijn tot nu toe strenge politiek ten
aanzien van de E.E.G. te laten varen en een wel
willende houding aan te nemen ten opzichte van
Europese samenwerking op bredere basis."
Dit schrijft de economische deskundige van de
Sociaal-democratische (oppositie) partij in West-
Duitsland, dr. Hcinrich Deist, in zijn partijblad.
„Maar", zo vervolgt hij, „uit de ontmoetingen
van Adenauer blijkt dat de mogelijkheid be
staat dat er zeer twijfelachtige compromissen
zullen worden gesloten. Alle werkelijke beslis
singen in Europa zouden blijkbaar genomen
moeten worden in een permanente regeringscon
ferentie, waarbij de mogelijkheid tot 'controle
door het parlement volkomen uitgesloten wordt".
„De uitvoerende macht van de Europese ge
meenschap zou zo beperkt worden, dat zij slechts
bevelen zou moeten opvolgen", aldus dr. Deist,
die hieraan toevoegt dat nog slechts één ding ont
breekt: de oprichting van een Europees parle
ment zonder werkelijke macht.
„Dit zou een navolging zijn van vroegere ver
dragen tussen de grote landen, waarbij een par
lement slechts als versiering diende Hierdoor zou
het gaullisme is heel Europa worden toegepast".
Deist stelde verder dat het Frankrijk van De
Gaulle tot nu toe al het mogelijke heeft gedaan
om samenwerking tussen de E.E.G. en 'de E.V.A.
te verhinderen.
„De vraag rijst of de regering In Bonn concrete
ideeën heeft voor een oplossing die alle Euro
pese landen zou inschakelen bij de versterking
van de westerse wereld, óf dat een Frans-Engels-
Duits pact tot stand wordt gebracht, dat een poli
tiek ten grondslag zal hebben die uit de tijd is."
Dordt niet oneerbiedig
tegenover de vlag
Gesprek in Venetië
Minister Luns onderbrak
zijn
Minister Luns heeft zijn vakantie, welke hij
in Oostenrijk doorbrengt, onderbroken om van
daag in Venetië te spreken met zijn Italiaanse
ambtgenoot Segni. Het onderwerp zal het voor
stel zijn van president De Gaulle over een nieuwe
politieke opbouw van Europa. Italië en Neder
land zouden op hetzelfde standpunt staan, name
lijk.dat een Franse overheersing in een hechter
politiek Europees bondgenootschap niet wense-
Behalve minister Luns en minister Segni zal
dc conferentie worden bijgewoond door de
Italiaanse ambassadeur in Nederland, de mar
kies Giustiniani, de Nederlandse ambassadeur
in Rome, graaf Van Bylandt, en de secretaris
generaal van het ministerie van buitenlandse
zaken, baron Van Tuyll van Serooskerken.
Het gemeentebestuur van Dordrecht heeft tegenover
de minister van binnenlandse zaken met nadruik ont
kend, dat B. en W. uit zuimigheidsoverwegimgen zou-*
den hebben besloten de Nederlandse vlag, wanneer
die bij voorkomende gelegenheden van de openbare
gebouwen wappert,bij zonsondergang niet binnen te
halen en haar 's nachts te laiben waaien. Aldus deelt
minister Toxopeus mee in antwoord op schriftelijke
vragen van het Tweede-Kamerlid vice-admiraol
Moorman (Kath. V.).
De gemeente Dordrecht, aldus de minister, heeft on
langs het 50-janug bestaan van de Doidtse elektrische
centrale en het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf fees
telijk herdacht. Deze feestelijkheid werd gekoppeld
aan de. jaarlijkse herdenking van de Eerste Vrije
Statenvergadering en de viering van de zogenaamde
Hoffeesten. In het kader van de daarmee verband
houdende stadsversierlng zijn langs enkele straten
ennige honderden vlagig emasten opgericht, waaraan
naast fawtasievlaiggen ook vlaggen in de Doidtse, de
ZuudhoMamdse en de Nederlandse kleuren wapperden.
De vraag, of deae vlaggen bij zonsondergang moesten
worden ingenomen en 's morgens weer gehesen, heb
ben B. en W. in dit geval ontkennend beantwoord.
Dit geschiedde enerzijds op grond van de overwe
ging, dat deze vlaggen niet als vlaggen in de eigenlijke
zin van het woord fungeerden maar uitsluitend als
versiering dienst deden, en anderzijds omdat het in
nemen en weer hijsen van dlit groot aantal vlaggen
voor vrijwel het gehele personeel van de betreffend©
gemeentediensten dagelijks extra late avonddienst zou
betekenen en niet onaanzienlijke kosten zou mei-
brengen.
B. en W. van Dordrecht hebben overigens nog mee
gedeeld, dat zij reeds enige weken geleden hebben be
sloten erop toe te zien, dat in het vervolg, wanneer er
weer aanleiding zou bestaan de stad met vlaggedoek
te versieren, daarvoor uitsluitend fantasievlaggen
worden gebruikt. Dat het gemeentebestuur op hand
having van de juiste gedragslijn tegenover de natio
nale vlag prijs stelt. Is mede tot uitdrukking gebracht,
toen de Dordtse burgemeester eniige tijd geleden aan
de bevolking in het openbaar heeft verzocht de vlag,
wanneer men deze op nationale feestdagen heeft uiV
gestoken, bij zonsondergang ón te halen.
Instrumenten voor een spreidingspolitiek
Eind maart j.l. waren er op het departe
ment van economische zaken, sedert eind
april van het vorige jaar de premie- en prijs
reductieregeling ter bevordering van de
industrialisatie in de zogenaamde ontwikke
lingskernen in werking trad, niet minder dan
honderdennegentig aanvragen ingediend.
Zouden die stuk voor stuk worden ingewil
ligd, dan zou dat betekenen, dat er naar
globale schatting twaalfduizend nieuwe
arbeidsplaatsen zouden kunnen worden ge
schapen. En daarmee is het bewijs geleverd,
dat deze regeling, belangrijk instrument bij
het voeren van een spreidingspolitiek door
de overheid, niet alleen is „aangeslagen",
maar ook een succes mag worden genoemd.
Dat het hard gaat bewijzen dus de cijfers.
Begin februari j.l. kon minister De Pous in
de Eerste Kamer mededelen, dat er in totaal
honderdenveertig gerechtvaardigde aanvra
gen om premie en prijsreductie door onder
nemers waren ingediend. In een kleine twee
maanden zijn er dus nog eens vijftig bijge
komen. Tot medio januari waren inmiddels
reeds negenentachtig aanvragen ingewilligd.
Daarmee was een premiebedrag van twaalf
miljoen gulden gemoeid. En de minister
raamde toen, dat de nog in behandeling
zijnde aanvragen een premie van zes miljoen
zouden vergen, zodat de vestiging en uit
breiding van bedrijven in de ontwikkelings
kernen voor de overheid een uitgave van
zo'n achttien miljoen zouden betekenen.