Miljoenen Socialistische waarschuwing Gaullistisch Europa' voor DINSDAG 16 AUGUSTUS 1960 Geen bordje „Verboden toegang" op het Westen f Van de bovengenoemde negenentachtig aanvragen hadden er vierenvijftig betrekking op de drie noordelijke provincies en Noordoost Overijssel. Zij betroffen echter slechts in negen gevallen nieuwe vestigingen: de overige sloe gen op uitbreiding van bestaande bedrijven. In de andere ontwikkelingskernen van ons land was er sprake van achttien vestigingen tegen zeventien uitbreidingen. Van de ruim twaalf miljoen aan premie ging ongeveer 5,4 miljoen naar ondernemingen in het Noorden en 6,9 miljoen naar bedrijven in de overige jrrob leemge b ieden. Eén op de veertig De praktijk heeft uitgewezen, dat gemiddeld op veertig vierkante meter nieuwe fabrieksruimte één arbeider tewerk wordt gesteld. Dit zou betekenen, dat de ingewilligde en in januari nog in behandeling zijn de aanvragen een totale verruiming van de werkge legenheid met ongeveer negenduizend plaatsen zullen geven, waarvan ongeveer de helft in het Noorden. De laatste vijftig aanvragen zouden dan op zo'n drieduizend nieuwe arbeidsplaatsen betrekking heb ben. Was er oorspronkelijk op de begroting van eco nomische zaken slechts vijf miljoen voor premie en prijsreductie uitgetrokken, dit bedrag is al spoedig verdubbeld. Er is voor dit jaar dus tien miljoen be schikbaar, welk bedrag opnieuw veihoogd zal worden, als dat noodzakelijk mocht blijken. Ben voorbeeld Dat die premie- en prijsre- ductieregeling voor de onder nemer, die zich in een ontwik kelingskern wil vestigen, echt wel zoden aan de dijk zet, zal spoedig duidelijk zijn. Laten we eens een voorbeeld geven van wat het stichten van een bedrijf in zo'n kern aan voordelen oplevert bo ven vestiging in het Wes ten. We gaan uit van een nieuwe onderneming met een nuttige vloeroppervlak te van vijftienhonderd vier kante meter De premie bedraagt dan: duizend maal vijfendertig gulden en vijfhonderd maal vijfenveertig gulden. Op die manier wordt de totale premie 57.500. Het gemiddelde Laten we verder aannemen, dat de totale opper vlakte industrieterrein, dat de ondernemer wil kopen, vierduizend vierkante meter omvat. De prijs, die hij voor een vierkante meter moet neerleggen, varieert nogal: zij ligt tussen de vier en de zestien gulden in de verschillende ontwikkelingskernen. Laten we onge veer het gemiddelde aanhouden: tien gulden per vier kante meter. De grond kost dan veertigduizend gul den. Maar.... de ondernemer krijgt een reductie van vijftig procent uit 's rijks kas. zodat de grond hem uit eindelijk niet meer dan twintigduizend gulden kost Dat betekent voor hem dus in feite een mindere in vestering van ƒ77.500. In het Westen Wat is de man nu kwijt als hij zijn bedrijf In het Westen wil stichten, zeg Rotterdam? Daar mag men als gemiddelde kostprijs per vierkante meter indus trieterrein wel vijfendertig tot veertig gulden rekenen. Laten we het eerste bedrag nemen. De grond komt de ondernemer dan op honderdveertigduizend gul den. Vestigt hij zich in een ontwikkelingskern, dan kost de grond hem dus al honderdtwintigduizend gul den minder. Telt men daarbij de premie ten bedrage van 57.500, dan komt er een totaal voordeel van niet mindei dan 177.500 uit de bus! Bovendien is dan nog niet eens gerekend met het feit, dat de bouwkosten in die kernen aanmerkelijk la ?r liggen dan in het Westen: in vele gevallen zal er b.v. niet eens behoeven te worden geheid, hetgeen een jas op een pak scheelt! De conclusie kan dus wel zijn, dat op deze wijze de vestiging elders wèl aantrekkelijk wordt gemaakt. En dat steeds meer on dernemers dit zien bewijst het grote aantal aanvragen. Nog meer Tot de directe stimulerende Industrialisatiemaatre gelen mogen zeker ook worden gerekend enkele re gelingen, die door het departement van sociale zaken en volksgezondheid worden uitgevoerd. Dat zijn de migratieregeling en de trainingstoeslagregeling. De eerste houdt in, dat bijdragen worden verleend, wan neer arbeidskrachten van elders moeten worden aan getrokken voor de industrieën, die zich vestigen of uitbreiden in de ontwikkelingskernen (vergoeding ver huis-, inrichtings- en eventueel pensionkosten). De tweede regeling voorziet in het verlenen van een toeslag aan werkgevers, die werkloze arbei ders in opleiding nemen. Tijdens de periode van op leiding of bedrijfsscholing kan deze toeslag worden uitgekeerd. Voor beide regelingen is op de begroting van sociale zaken voor dit jaar een bedrag van een miljoen uitgetrokken. Ook loontoeslag Er is de laatste tijd van verschillende kanten ook gepleit voor het geven van een toeslag op de lonen der arbeiders in nieuwe industrieën in de ontwikke- lingskernen. Er wordt dan gedacht aan een bijdrage van b.v. tien procent in de loonkosten gedurende vijf jaar. Minister De Pous heeft deze suggestie niet zon der meer afgewezen en bleek er ook geen principiële bezwaren tegen te hebben. Wel een groot aantal prak tische bezwaren, die alleen maar genomen zouden moeten worden, als de nu bestaande regelingen niet voldoende resultaat zouden opleveren. Ttveeduisettd gulden Welke bezwaren dat zijn? Allereerst, dat men moeilijk meer van een toeslag kan spreken, als het inderdaad zou gaan om tien procent gedurende vijf jaar. Dat betekent nL rond tweeduizend gulden per gesubsidieerde arbeidsplaats, hetgeen ongeveer ge lijk is aan wat de premie- en prijsreductieregeling opbrengt Het komt dus in feite neer op een dubbele —is-i-ii onuonHitn ^»*aagt zo n loonbijslag zeer directe kostprijsverlagende ie na vijf jaar afloopt, kan het betrokken bedrijf grote moeilijkheden meebrengen: er is enkele jaren lang onder kunstma tig gunstige voorwaarden gewerkt. Waar Is de grens Een volgende moeilijkheid is precies uit te maken wat nu wel en wat nu niet een geval is. dat voor subsidie in aanmerking komt Wat is namelijk precies een nieuwe arbeidskracht? Hierbij moet zeker ook ge dacht worden aan de mutaties in de personeelsbezet ting, ook al onder invloed van de conjunctuur. F.n om nog een laatste bezwaar te noemen bij toe passing van een loonbijslagregeüng ontkomt men met aan discriminatie tussen oude en nieuwe bedrijven en tussen bedrijven in verschillende plaatsen: het ene bedrijf wordt wel gesubsidieerd en het andere niet. Geen belemmering Betekent dit alles nu. dat de regering van plan is het Westen des lands in zijn ontwikkeling te belem meren en te beknotten? In genen dele! Er komt be- «hst geen bordje „Verboden toegang voor industrie len, die zich hier willen vestigen" aan de toegangs wegen tot het Westen te hangen. Dat Westen is een èl "te belangrijke troef in Nederlandse handen. Daar is de economische bedrijvigheid het sterkst, ni«de dank zij de gunstige ligging aan diep vaarwater, Wie het economische apparaat in dit landsdeel verdere uitbreiding onmogelijk zou maken of zelfs zou willen aantasten, die zou onze natiimale economie wel een bijzonder slechte dienst bewijzen. „Het Westen en overig Nederland". Een harmonische ontwikkeling van de nationale economie is het doel. dat met deze spreiding zeer bewust wordt nagestreefd. Het is dus beslist niet de bedoeling de deur van het Westen op slot te draaien. Voor een vestigingsverbod is welhaast niemand geporteerd. Het verst gaan de socialisten blijkens een rapport over bevolkingsspreiding van de Dr. Wiardi Beekman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid, in welk rapport o.a. deze zinsnede voorkomt: „De gedachten gaan hierbij uit naar een kaderwet, die de mogelijkheid zou openen, dat de regering de bevoegdheid krijgt om voor nader aan te wijzen gebieden, vestiging van nieuwe en uit breiding van bestaande bedrijven c.q. te beperken". Daarbij wordt erop gewezen, dat soortgelijke v~«-- zieningen reeds met succes worden gehanteerd ii i Engeland en Frankrijk. buitenland, met i Lijnrecht tegenover deze opvatting staat die van de vier grote werkgeversbonden. Zij hebben hun stand punten als volgt geformuleerd: Cotilra „De overheid zal met die stimulering van industria lisatie in overig Nederland grote spoed moeten be trachten. anders zou zij later door de omstandigheden kunnen worden gedwongen maatregelen van negatieve aard te nemen, zoals een verbod om bepaalde nieuwe bedrijven in de Randstad Holland te vestigen of het hanteren van een vergunningstelsel om de uitbreiding van bepaalde bestaande bedrijven tegen te gaan. Zul ke maatregelen zijn in begin sel voor de verbonden onaan- 4 vaardbaar, omdat zij de vrij heid van vestigingskeuze aan tasten, welke van wezenlijk belang voor het slagen van het industrialisatiebeleid moet worden geacht. Met die vrijheid van vesti ging zal de overheid in elk opzicht rekening houden. Mi nister De Pous ziet voorals nog geen gegronde redenen om de noodzaak van een ka derwet te bepleiten. Maar als binnen redelijke tijd mocht blijken, dat het gevoerde beleid zijn effect mist, dan zou nader kunnen wor den overwogen, of inderdaad aan de suggestie van socialistische zijde dient te worden tegemoetgekomen, zo heeft hij eind vorig jaar in de Tweede Kamer medegedeeld. En ook toen stelde de minister de zaak nog eens duidelijk: bestemde ruimte in de Randstad voor bedrijven, die daaraan beslist gebon den zijn, die volstrekt niet ergens anders hun tenten kunnen opslaan. Maar streef ernaar juist die be drijven, welke elders gevestigd kunnen worden, daar ook neer te zetten. Het effect daarvan is twee erlei: men voorkomt in de eerste plaats, dat straks die ruimte in de Randstad niet meer beschik baar kan worden gesteld voor bedrijven, die alleen maar door hun aard en structuur zich dkkr kunnen vestigen (waardoor zo'n bedrijf voor Nederland ver loren zou gaan) en in de tweede plaats bereikt men, dat elders, waar dat het hardst noodzakelijk is, nieu we arbeidsplaatsen worden geschapen. Discriminatie99 De vraag kan worden gesteld, of wat de regering nu doet n.L belastinggelden gebruiken voor zeer nauw keurig omschreven doeleinden in speciaal aangewezen gebieden en plaatsen niet in hoge mate een dis criminatie betekent ten nadele van ondernemingen èn in het Westen èn in de omgeving van de aangewezen ontwikkelingskernen. Inderdaad is het woord discrimi natie hier op zijn plaats, maar het mag zeker niet in denigrerende zin worden beschouwd. „Wanneer ik hier spreek van discriminatie, dan wijst dit slechts op een verschil in behandelingswijze", zo heeft minister De Pous zijn mening nader verduidelijkt. Gerechtvaardigd Ook de werkgeversverbonden spreken van discrimi natie. Die zij overigens volkomen gerechtvaardigd achten, omdat het gaat om het algemeen belang, dat is gemoeid met een sterkere industrialisatie van „ove rig Nederland". En, zo voegen zij ter verdediging van hun opvatting daar nog aan toe. die extra bedragen voor een versnelde regionale industrialisatie vermin deren de buitengewone groei van het Westen en zullen, naar wordt aangenomen, aanzienlijke besparingen in woningbouw, verkeersvoorzieningen e.d. opleveren voor onze volkshuishouding. Want zij vergen im mers in de Randstad Holland een groter bedrag per eenheid dan in de meeste andere delen van het land. Waaraan nog zou kunnen worden toegevoegd, dat blij kens onderzoekingen de „exploitatie" van een stad van zeshonderdduizend inwoners enorm veel duurder is dan die van twaalf steden van vijftigduizend zielen. En dat ook rekening moet worden gehouden met de grote bedragen, die gemoeid zijn met allerlei sociale en maatschappelijke steun- en bijstandsregelingen in gebieden, waar vele werkozen zijn.... Indirect Het hoofdstuk van de bevolkings- en Industriesprei ding is hiermee niet uit! Integendeel: er moet nog een zeer belangrijk gedeelte volgen, waarboven we het kopje „Indirecte maatregelen verbetering van de infrastructuur" zouden kunnen zetten. De directe maatregelen in de vorm van de premie- en prijsreduc tie zijn bijzonder interessant èn belangrijk, maar zij zullen niet veel succes hebben, als het gehele complex van omstandigheden en verhoudingen, waaronder een bedrijf gaat starten, te wensen overlaat. Dat bedoelt men met de infrastructuur. Het gaat daarbij om de wegen, in zowel als naar de betrokken gebieden en plaatsen, maar ook om de kanalen en de railverbin dingen, de aanwezigheid van goed industriewater zo wel als die van behoorlijke huizen. Men kan, als men het woord infrastructuur breed uitlegt, daaronder ook allerlei sociale en maatschappelijke voorzieningen re kenen zoals verenigingsgebouwen (eventueel dorpshui zen), een behoorlijke schouwburg en filmzaal, sport velden, zwembaden enz. Opheffen Verbetering dus van de infrastructuur, van het ves tigingsklimaat. Als die eenmaal op peil is, met ande re woorden: als die ongeveer gelijk is aan die in het reductieregelingën VOOR EEN meer nodig zijn. De tekortkomingen zijn dan immers opgeheven en het kunstmatige hulp middel kan verdwijnen. De verkeersvoorzieningen staan wel op de voorgrond. Naar en binnen de pro bleemgebieden. Wegen brengen welvaart, wordt wel eens gezegd. En daar zit veel waarheid in! Er is op dit punt een voortdurend samenspel gewenst tussen rijk, provincie en gemeenten. In vele gevallen gaat het om een versnelde uitvoering van bestaande plannen. IVIEUW PERSPECTIEF Voldoende Nu dat eenmaal zo is rijst de vraag, of de coördi natie voldoende verzekerd is. Verschillende interdepar tementale commissies streven daarnpar. Een ervan is de Commissie Industriële Ontwikkeling Probleemgebie den, waarin vertegenwoordigers van alle acht betrok ken departementen zitting hebben en die in dit com plex van problemen een belangrijke rol kan spelen. Zij heeft de beschikking gekregen over uitvoerige lijs ten van provinciale besturen met betrekking tot voor zieningen, die naar het inzicht van die besturen in de komende vijf jaar gewenst zijn. De commissie selec- Nieutve wijken rijgen rich aaneen aan de rand van de grote steden, daar tvaar nog niet zo lang geleden de tarweoogst icerd binnengehaald en de koeien liepen te grazenEn omdat stedebouwkundigen en architecten menen, dat het nog veel meer grond zou kosten om iedereen een vrij huis met een tuintje te geven, wordt het in de hoogte gezocht. Tientallen, honderden blok. ken flats huisvesten tienduizenden mensen. Gemeen schappelijke tuinen zijn tussen de flatcomplexen aan gelegdDe één teoont er graag, de ander nietZoals de één zich gelukkig voelt in een oude, vervallen behuizing onder aan of tegen de dijk ergens aan een weg op het fjatteland, terwijl de ander er gewoonweg met zou kunnen lévenOok dat is een van de punten, die op het lijstje voor de probleemgebieden staan: bouw van betere huizen, opdat, mede daardoor, het „klimaat" voor nieutce bedrijvigheid gunstiger zal worden. En als deskundigen spreken over de recon structie van het platteland, dan denken zij óok aan het vraagstuk van de huisvesting. Of het dan allemaal flats moeten worden, zoals in deze nieuwe wijk van Den Haag? Waarschijnlijk niet, want er is daar altijd nog wat meer ruimte. En waar de mens met plezier woont, daar zal hij in het algemeen ook niet zo vlug weggaan. Twee doeleinden Maar daarmee is zeker met alles gezegd. Het is al zovele malen opgemerkt: het Westen, en dan spe ciaal de Randstad Holland, wordt wel erg vol en ten slotte moeten de mensen, die er wonen en werKen. óók nog kunnen leven. Wanneer de overheid de sprei ding stimuleert, dan doet zij dat èn terwille van de gebieden, waar onvoldoende werk is. èn terwill» van de leefbaarheid in het Westen. In feite moeten wij I al van da als tegenstelling geponeerde uitdrukking Komt dat algemene ruimtelijke beleid nu voldoend# uit de verf? Sommigen menen, dat er in het geheel niet van een beleid op dit punt kan worden gesproken! Scherp is dit standpunt kortgeleden vertolkt door prof. dr. ir. H. G. van Beusekom in een artikel in Econo- misch-Statistische Berichten. Hij zegt daar o.a. dit: „Er is maar één uitweg uit de impasse: een krachtig, nationaal ruimtelijk beleid. Zolang niet eens en voor altijd duidelijk wordt gezegd welk beleid wü ten aanzien van bevolkings- en in dustriespreiding willen volgen, zolang blijft het een duwtje hier en een trekje daar. en worden de problemen niet op- Welke dan wel de bezwaren van da hooggeleerde schrijver (en van vele anderen) zijn? Dat in gebieden, die een gunstige economische structuur heb ben (buiten het Westen) grote moeilijkheden ontstaan, doordat als gevolg van de sterk toenemende bedrijvig heid in de probleemgebieden de arbeidskrachten wor den weggezogen. Verplaatsing Ifiiljoenen Op de begroting van economische zaken is als bij dragen in een aantal gemeentelijke en provinciale werken voor dit jaar een bedrag van drieëntwintig miljoen gulden uitgetrokken. En voor de meer in de waterstaatkundige sector liggende projecten heeft het departement van verkeer en waterstaat alleen al voor het Noorden een bedrag van ruim eenendertig miljoen beschikbaar. Daar komt dan nog bij een bedrag van tweeënhalf miljoen voor de realisering van wat offi cieel worden genoemd „maatschappelijke, sociaal-cul turele en sociaal-hygiënische projecten, die als bege leiding van de industriële ontwikkeling noodzakelijk zijn". Dat bedrag staat op de begroting van het de partement van maatschappelijk werk. Laten we vol ledigheidshalve ook nog mededelen, dat op de begro ting van sociale zaken en volksgezondheid een bedrag van tien miljoen prijkt voor aanvullend werk aan „structuurverbeterende civieltechnische werken". Coördinatie Het spreekt wel vanzelf, dat niet zomaar elk plan dat een gemeente of een provincie wil zien ingevoerd, zonder meer wordt goedgekeurd. Er zal op dit punt naar een bepaald schema moeten worden gewerkt en daarom zal er geselecteerd èn gecoördineerd moeten worden. Het is in de Nederlandse verhoudingen blijk baar onmogelijk voor deze hele materie één eigaan aan te wijzen, dat werkt onder de verantwoordelijk heid van één minister. De hier en daar wel gehoorde suggestie om eventueel het kabinet uit te breiden met een bewindsman, die niets anders doet dan zich met de problemen van de ruimtelijke ordening waarvan het industriële spreidingsbeleid zeker als een belang rijk onderdeel mag worden beschouwd bezig te teert die voorstellen, vormt zich een oordeel over de prioriteit en bekijkt de verschillende aspecten van de uitvoering. Daarna brengt zij advies uit aan de minis ter van economische zaken. Eerst is dat voor 1960 ge- Vijfjarenplan Van de commissie wordt vervolgens verwacht een vijfjarenprogramma, d.w.z. een optelsom van alle re delijke wensen en waarvan bij voorbaat vaststaat, dat de uitvoering zich over een langere periode zal moe ten uitstrekken. Dit programma zal weer onderdeel uitmaken van algemene ontwikke lingsplannen voor de probleemge bieden. Met de opstelling daarvan is de Vaste Commissie van de Rijksdienst voor het Nationale Plan belast. Deze Vaste Commissie zal voor haar rapport, dat dus meer de algemene ruimtelijke doelstellingen tot onderwerp zal hebben, in het vijfjarenplan een alleszins waarde volle bijdrage ontvangen. Uiter aard is de Vaste Commissie geen beleidsorgaan. Het beleid is voor behouden aan het kabinet, waaruit dan weer speciaal voor deze pro blematiek een raad voor de ruim telijke ordening is gevormd van de meest belanghebbende ministers. Met andere woorden: de zuigkracht van het Westen gaat zich verplaatsen naar de probleemgebieden, ten koste van de streken, waar al die faciliteiten, die voor de probleemgebieden gelden, niet nodig waren. En op die manier ontstaan nieuwe probleemgebiedenAn ders gezegd: het wordt voor sommige ondernemer» voordeliger hun bedrijf over te plaatsen naar een ont- wikkelingskem. En mede in dat verband zeggen de provinciale- en de gemeentebesturen: laat het rijk méér aan ons overlaten, wij zitten dichter bij het vuur en kunnen veel beter beoordelen hoe wij concreet op het punt van de industrialisatie een beleid kunnen voeren. Men mag aannemen, dat over dit punt het laatste woord nog niet is gesproken! Om de mens Aan het einde van deze beschouwingen geko men is het mogelijk, dat iemand de vraag stelt, of het allemaal niet wat teveel van het goede is en of de zaak waarom het gaat die uitvoerige aan dacht eigenlijk wel waard is. Wij geloven, dat dit zeer zeker het geval is. Mits men achter het werk van commissies en deskundigen, achter al lerlei regelingen en plannen, achter het beleid en de uitvoering daarvan, voortdurend de mens ziet staan. Mannen, vrouwen en kinderen, in het Noorden en in het Westen. M'IHRLVM): méér dan het Westen „en de. rest" (SLOT) Om hun toekomst, om hun geestelijk welzijn en stoffelijke welvaart, gaat het uiteindelijk, om een zo harmonisch moge lijke ontplooiing van hun mens zijn. En daarmee krijgt dit doelbewuste beleid van sprei ding en decentralisatie een die pere inhoud. Dan gaat het om de mens als beelddrager Gods en dan mag het motief voor dit beleid als een christelijk-so- ciaal motief worden aange merkt. i „Adenauers ideeën veranderden „De regering-Adenauer voelt zich blijkbaar ge dwongen zijn tot nu toe strenge politiek ten aanzien van de E.E.G. te laten varen en een wel willende houding aan te nemen ten opzichte van Europese samenwerking op bredere basis." Dit schrijft de economische deskundige van de Sociaal-democratische (oppositie) partij in West- Duitsland, dr. Hcinrich Deist, in zijn partijblad. „Maar", zo vervolgt hij, „uit de ontmoetingen van Adenauer blijkt dat de mogelijkheid be staat dat er zeer twijfelachtige compromissen zullen worden gesloten. Alle werkelijke beslis singen in Europa zouden blijkbaar genomen moeten worden in een permanente regeringscon ferentie, waarbij de mogelijkheid tot 'controle door het parlement volkomen uitgesloten wordt". „De uitvoerende macht van de Europese ge meenschap zou zo beperkt worden, dat zij slechts bevelen zou moeten opvolgen", aldus dr. Deist, die hieraan toevoegt dat nog slechts één ding ont breekt: de oprichting van een Europees parle ment zonder werkelijke macht. „Dit zou een navolging zijn van vroegere ver dragen tussen de grote landen, waarbij een par lement slechts als versiering diende Hierdoor zou het gaullisme is heel Europa worden toegepast". Deist stelde verder dat het Frankrijk van De Gaulle tot nu toe al het mogelijke heeft gedaan om samenwerking tussen de E.E.G. en 'de E.V.A. te verhinderen. „De vraag rijst of de regering In Bonn concrete ideeën heeft voor een oplossing die alle Euro pese landen zou inschakelen bij de versterking van de westerse wereld, óf dat een Frans-Engels- Duits pact tot stand wordt gebracht, dat een poli tiek ten grondslag zal hebben die uit de tijd is." Dordt niet oneerbiedig tegenover de vlag Gesprek in Venetië Minister Luns onderbrak zijn Minister Luns heeft zijn vakantie, welke hij in Oostenrijk doorbrengt, onderbroken om van daag in Venetië te spreken met zijn Italiaanse ambtgenoot Segni. Het onderwerp zal het voor stel zijn van president De Gaulle over een nieuwe politieke opbouw van Europa. Italië en Neder land zouden op hetzelfde standpunt staan, name lijk.dat een Franse overheersing in een hechter politiek Europees bondgenootschap niet wense- Behalve minister Luns en minister Segni zal dc conferentie worden bijgewoond door de Italiaanse ambassadeur in Nederland, de mar kies Giustiniani, de Nederlandse ambassadeur in Rome, graaf Van Bylandt, en de secretaris generaal van het ministerie van buitenlandse zaken, baron Van Tuyll van Serooskerken. Het gemeentebestuur van Dordrecht heeft tegenover de minister van binnenlandse zaken met nadruik ont kend, dat B. en W. uit zuimigheidsoverwegimgen zou-* den hebben besloten de Nederlandse vlag, wanneer die bij voorkomende gelegenheden van de openbare gebouwen wappert,bij zonsondergang niet binnen te halen en haar 's nachts te laiben waaien. Aldus deelt minister Toxopeus mee in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid vice-admiraol Moorman (Kath. V.). De gemeente Dordrecht, aldus de minister, heeft on langs het 50-janug bestaan van de Doidtse elektrische centrale en het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf fees telijk herdacht. Deze feestelijkheid werd gekoppeld aan de. jaarlijkse herdenking van de Eerste Vrije Statenvergadering en de viering van de zogenaamde Hoffeesten. In het kader van de daarmee verband houdende stadsversierlng zijn langs enkele straten ennige honderden vlagig emasten opgericht, waaraan naast fawtasievlaiggen ook vlaggen in de Doidtse, de ZuudhoMamdse en de Nederlandse kleuren wapperden. De vraag, of deae vlaggen bij zonsondergang moesten worden ingenomen en 's morgens weer gehesen, heb ben B. en W. in dit geval ontkennend beantwoord. Dit geschiedde enerzijds op grond van de overwe ging, dat deze vlaggen niet als vlaggen in de eigenlijke zin van het woord fungeerden maar uitsluitend als versiering dienst deden, en anderzijds omdat het in nemen en weer hijsen van dlit groot aantal vlaggen voor vrijwel het gehele personeel van de betreffend© gemeentediensten dagelijks extra late avonddienst zou betekenen en niet onaanzienlijke kosten zou mei- brengen. B. en W. van Dordrecht hebben overigens nog mee gedeeld, dat zij reeds enige weken geleden hebben be sloten erop toe te zien, dat in het vervolg, wanneer er weer aanleiding zou bestaan de stad met vlaggedoek te versieren, daarvoor uitsluitend fantasievlaggen worden gebruikt. Dat het gemeentebestuur op hand having van de juiste gedragslijn tegenover de natio nale vlag prijs stelt. Is mede tot uitdrukking gebracht, toen de Dordtse burgemeester eniige tijd geleden aan de bevolking in het openbaar heeft verzocht de vlag, wanneer men deze op nationale feestdagen heeft uiV gestoken, bij zonsondergang ón te halen. Instrumenten voor een spreidingspolitiek Eind maart j.l. waren er op het departe ment van economische zaken, sedert eind april van het vorige jaar de premie- en prijs reductieregeling ter bevordering van de industrialisatie in de zogenaamde ontwikke lingskernen in werking trad, niet minder dan honderdennegentig aanvragen ingediend. Zouden die stuk voor stuk worden ingewil ligd, dan zou dat betekenen, dat er naar globale schatting twaalfduizend nieuwe arbeidsplaatsen zouden kunnen worden ge schapen. En daarmee is het bewijs geleverd, dat deze regeling, belangrijk instrument bij het voeren van een spreidingspolitiek door de overheid, niet alleen is „aangeslagen", maar ook een succes mag worden genoemd. Dat het hard gaat bewijzen dus de cijfers. Begin februari j.l. kon minister De Pous in de Eerste Kamer mededelen, dat er in totaal honderdenveertig gerechtvaardigde aanvra gen om premie en prijsreductie door onder nemers waren ingediend. In een kleine twee maanden zijn er dus nog eens vijftig bijge komen. Tot medio januari waren inmiddels reeds negenentachtig aanvragen ingewilligd. Daarmee was een premiebedrag van twaalf miljoen gulden gemoeid. En de minister raamde toen, dat de nog in behandeling zijnde aanvragen een premie van zes miljoen zouden vergen, zodat de vestiging en uit breiding van bedrijven in de ontwikkelings kernen voor de overheid een uitgave van zo'n achttien miljoen zouden betekenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 6