ISST-bMcUA Er bleef kopij overstaan... w Florence Nightingale: haar leven al haar naam werd bij een legende i mm m m ZONDAGSBLAD ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1960 Op de dertien de augustus van vandaag ZU HET LEVEN cies vijftig jaar geleden overleed in Londen een vrouw, wier doodsbericht geheel Engeland deed treuren. In de laatste levensjaren van de ruim negentig, die haar waren geschonken, was ze wat in de vergetelheid ge raakt. Dit ondanks het feit, dat drie jaar vóór haar dood, haar vorst, koning Edward VII, haar als eerste vrouw had onderscheiden met de „Order of Merit". Maar juist haar verscheiden verlevendigde weer de herinnering aan haar. Deze vrouw, die in haar levensavond bezocht werd door blindheid en geheugenverlies, werd na haar sterven door zes sergeants van het Engelse leger naar haar laatste rustplaats ge dragen. Het stoffelijk overschot werd bijgezet in het familiegraf in East Wellow. Een steen met een slechts zeer eenvoudig opschrift her innert aan haar bestaan. Dat opschrift luidt: F. N. Born 1820. Died 1910" en de initialen F. N. betekenen FLORENCE NIGHTINGALE. Vijftig jaar geleden stierf zij in Londen Florence Nightingale, de vrouw wier naam hij haar leven al een legende werd, kwam ter wereld op 12 mei 1820 in de vermaarde Italiaanse stad Florence. Ze was het tweede kind van Fanny Smith, een gefortuneerde jonge vrouw, en Squire Nightingale, die uit een oud adellijk geslacht van landeigenaren stamde. Het paar was in 1818 in het huwelijk getreden. Kort na de huwelijksvoltrekking maakte het naar het gebruik in die dagen van de welgestelden eiste zijn „grande tour": een lange reis door Frankrijk en Italië. In Napels werd in 1819 hun eerste dochter geboren. De Nightin gales bleven in Italië en namen hun intrek in een geriefelijke villa tn Florence, nabij de Porta Romana. Daar was het waar de kleine Florence het levenslicht aanschouwde en waar ze enkele dagen later bij een plechtige doop, vernoemd werd naar haar geboorte- Florence, die enige tijd later met haar ouders en zusje terug keert naar Engeland schijnt voorbeschikt voor een gelijkma tig, geriefelijk en zorgenvrij le ven. Immers, In Emerly Park in Hampshire, het ouderlijk huis, ontvangt ze alles wat haar zeer bemiddelde ouders haar kunnen heeft en haar niets daarvan ont houdt. Ze ontvangt een uitsteken de opvoeding en het ligt in de verwachting dat ze, na een rijk huwelijk te hebben gesloten, haar plaats in de Engelse aristocratie zal innemen. Niemand kan dan ook verklaren waarom het ge heel anders met haar gaat; waar om het leven dat duizenden haar benijden haar niet aantrekt en hoe het komt. dat het leven van deze vrouw een leven van strijd en dienstbaarheid wordt. DAGBOEK Florence zelf is de laatste die dat kan verklaren. Ze is inmid dels opgegroeid tot een jong meisje: ronduit een lastig en ner veus kind. dat het tot heftige scènes kan laten komen. Ze voelt zich niet gelukkig, wordt door de aanwezigheid alleen al van haar moeder en zuster ge prikkeld. maar kan het uitste kend vinden met haar vader. Echter, zelfs aan deze vertelt ze niet, dat ze 's nachts geplaagd wordt door duistere dromen en dat ze zich zeer onevenwichtig voelt. Dat vertrouwt ze alleen maar toe aan een dagboek. Aan alle onrust die in haar is schijnt een eind te komen als ze op een dag een visioen heeft. Van dat moment af weet ze dat voor haar in het leven een belangrijke taak is weggelegd en in hetzelf de dagboek waarin tot dusverre slechts notities van een geplaag de ziel voorkwamen, verschijnt de aantekening: ,,Op 7 februari 1837 sprak God tot mij". BELANGSTELLING Van dat tijdstip af gaat Flo rence ook meer belangstelling voor haar omgeving aan de dag leggen. Ze begint met de pach ters van baar vader te bezoe ken. Ze vraagt haar moeder haar ln staat te stellen die mensen te helpen met levensmiddelen en het verdere allernodigste en door al dit werk krijgt ze belangstel ling voor het verplegen van zie ken. Als ze daar aarzelend over spreekt, Is het gehele gezin ge alarmeerd. Zelfs haar vader, waar ze het zo goed mee kan vinden, verbiedt haar er ooit nog eens over te spreken. Nu diene voor een goed begrip, dat de toestanden in de Engelse ziekenhuizen van die dagen niet te vergelijken zijn met die in de hedendaagse verpleegoorden. De verpleegsters werden „gerecru- teerd" uit de allerlaagste lagen der bevolking en ontucht en dron kenschap vierden onder deze ..nurses" hoogtij. Voorts waren de ziekenhuizen zelf zonder meer stinkende vunze holen, die spot ten met ieder begrip van hygiëne. Het laat zich verstaan, dat noch de moeder, noch de vader van Florence het een aantrekkelijk Misplaatste rede Elke populaire redenaar zal kunnen sympathiseren met om roeper Wynford Vaughan Thomas die eens ln een B.B.C.-program- ma bekende, dat hij het tijdspro bleem voor het ln elkaar zetten Aan redevoeringen oploste door meerdere malen eenzelfde rede te gebruiken, vooropgesteld dat hij deze rede niet reeds eerder had uitgesproken binnen een straal van 80 kilometer van do plaats waar hij een redevoering zou moeten houden. Slechts eenmaal, zei hij. was hij hierdoor in moeilijkheden ge komen. „Door een enorme vergissing ik geloof dat de vereniging haar naam had veranderd was ik er niet zeker van voor wie en waar ik sprak". „Ik hield mijn speech, maar het publiek rea geerde niet zo goed als ik had verwacht". Toen stond de voor zitter op en zei met een zeer Noordengels accent: „Ik geloof aangehoord en aangezien hij de ze reeds twee jaar geleden voor ons heeft uitgesproken, geloof ik dat wij het er wel over eens zul len zijn. dat hij de toespraak aar dig heeft bijgewerkt". ze aantreft, maar tegelijkertijd een vrouw vol diplomatie en vasthoudendheid. Een vrouw die haar organisatietalent bewijst door in weinige dagen, met eigen middelen een veldkeuken uit de grond te stampen en een wasserij op gang te brengen, zo dat de voedselvoorziening gere geld kan worden en de gewon den van schone kleding kunnen worden een milieu aan de verzorging van zieken zou gaan wijden. Na de abrupte weigering van haar ouders, ontdekt Florence voor het eerst bij zichzelf een eigenschap waarvan ze in haar later leven zulk een profijt zal trekken: haar strijdvaardigheid. Ze blijft bij haar ouders aandrin gen en verdedigt Haar zaak, om dat deze haar als een goede voorkomt. Inmiddels is ze begon nen met brieven te verzenden naar ziekenhuizen in alle landen, waardoor ze al spoedig over een schat van gegevens beschikt. Het steeds opnieuw aansnijden van het onderwerp „Verpleging", doet de vader van Florence er dan toe besluiten, haar toestem ming te geven een verpleegcur- sus te volgen. Florence reist naar Kaiserswerth in Westfalen, waar een zekere ds. Fliedner faam heeft verworven met zijn cursussen voor diaconessen. Flo rence steekt er heel wat op. Te rug in Engeland ze is dan 33 jaar wordt haar de functie van hoofd van een verpleeginrich ting voor oude, zieke dames in de deftige Harleystreet aangebo den. Na lang aandringen weet ze opnieuw een toestemmend ant woord van haar ouders te krij gen en binnen een jaar maakt ze van het door wanbeheer vol komen verlopen tehuis een mo delinrichting... KRIMOORLOG Daarmee overwint ze het voor oordeel van de commandanten en artsen en pas daarna kan ze zich aan haar taak gaan wijden. Ze werkt twintig uur per dag; ze zet een administratie op, weet te gelijkertijd een strenge tucht te handhaven en doet het onmoge lijke. Zo werkt ze twee jaar. Zelf merkt ze later over die pe riode op: ,,lk heb het halve En gelse leger van schoon en nieuw ondergoed voorzien." In Engeland is haar naam in tussen een legende geworden. Men wil haar een triomfantelijke intocht bereiden, maar Florence komt in alle stilte in Londen te rug. Wel aanvaardt ze het be heer over een fonds naar haar genoemd waaruit ze gelden put voor het opleiden van ver pleegsters. In haar vaderland, waar ze is aangekomen, lijdend aan cholera, gaat ze op de een maal ingeslagen weg voort. Ze onderneemt acties en drijft mi nister Herbert tot het reorgani seren van de gezondheidsdienst van het leger. Ze krijgt teleur stelling op teleurstelling te ver werken, maar ze zet door. Bij haar strijd vallen ook slachtof fers. Sir Herbert, die een zwakke gezondheid heeft en die zich moet ontzien, vergeet de doktersvoor schriften als Florence weer eens met hem heeft gesproken. Het wordt zijn dood. Maar Florence werkt door. Ze richt scholen op voor verpleegsters en voor vroedvrouwen. Ze aanvaardt de leiding van het St. Thomaszie kenhuis in Londen en langzamer hand ontwikkelt ze zich tot de meest vooraanstaande deskundi ge op het terrein van de gezond heidszorg. VRUCHTEN Als haar werk in Engeland vruchten afwerpt, zoekt ze een nieuw arbeidsveld. Ze weet door de politieke invloed welke ze zich heeft weten te verschaffen te be werkstelligen, dat de gezondheids zorg in India op de helling komt. Ze krijgt verzoeken om adviezen uit de gehele wereld en ontvangt vorsten aan haar bed want door haar zwakke gezondheid kan ze dat in jaren niet verlaten en langzaam maar zeker ziet ze haar inzichten worden geaccep- Met het verstrijken van de ja ren gaat ze zich nog meer op de achtergrond houden dan ze reeds gedaan heeft. Want dat is een grote verdienste van deze vrouw, dat ze nooit roem of eer voor zichzelf heeft gezocht, maar slechts dacht aan het ln vervul ling doen gaan van haar ideeën. Zo wordt ze een bijna vergeten vrouw die nog slechts twee maal ln de belangstelling komt, name lijk als ze de hoge onderschei ding ontvangt en als ze erebur geres van Londen wordt. En zo sterft ze dan tenslotte als de vrouw, van wie Henrl Dunant eens gezegd heeft, dat ze door haar lichtend voorbeeld eigen lijk de stoot gegeven heeft tot de oprichting van het Rode Kryli. Heeft Florence een zwaar jaar achter de rug; haar vaderland heeft het intussen ook niet ge makkelijk. In maart 1854 is na melijk de Krlmoorlog uitgebro ken. Engeland heeft met Frank rijk en Sardinië de zijde van Tur kije gekozen, dat een harde strijd voert tegen Rusland. De strijd golft op en neer. Soms liggen voor de Engelsen de overwin ningskansen voor het grijpen, maar succes blijft uit. Dat ligt aan het optreden der bevelheb bers. Er sterven ook veel meer soldaten dan „nodig" zou zijn. Het Engelse volk zou van dit alles weinig weet hebben, als niet de machtige „Times" regelmatig met uitvoerige verslagen kwam, waarin het falen van de com mandanten aan de kaak wordt gesteld en waarin op het onno dig de dood injagen van duizen den militairen wordt gewezen. Die verslagen worden gezonden door William Howard Russel, oorlogscorrespondent van dit blad. Op 15 oktober wijdt Rus sel een zeer uitvoerige beschrij ving aan het lot van de militai ren die in de strijd gewond ra ken. Hij doet mededelingen over de hemeltergende toestanden die er in de hospitalen bestaan. Het is Florence Nightingale die de ze krant leesten onmiddellijk in actie komt. Ze schrijft een brief naar haar neef. Sir Sydney Herbert, die minister van oorlog is en verzoekt hem haar in te schakelen bij de verpleging van gewonden. Deze, intussen door de druk van de publieke opinie tot het inzicht gekomen, dat er iets gedaan moet worden, zendt haar per kerende post antwoord. Hij benoemt Florence Nightingale tot „vrouwelijk superintendant van de verplegingsdienst in het Oosten" met de persoonlijke ti tel van „Lady in chief". Floren ce verzamelt een aantal vrouwen om zich heen, weet met tact en diplomatie en waar deze tekort schieten met een tiranniek drij ven. volmachten los te krijgen en gaat zes dagen later scheep. IN SCUTARI Op 4 november arriveert ze in Scutari in Turkije, waar de En gelsen een basis hebben en waar ook de gewonden zijn onderge bracht. Florence en haar staf stuiten op welhaast infernale toestanden. In een vervallen, sme rig gebouwencomplex liggen ein deloze rijen gewonden hun dood af te wachten. Ze worden nau welijks verpleegd: ze' slapen on der lakens die stijf staan van het geronnen bloed en ze sterven als ratten aan besmettelijke ziekten. De pas aangekomen verpleegsters worden overigens beslist niet met open armen ontvangen. In tegendeel. Ze ondervinden niets dan tegenwerking van de leger leiding. die het zenden van de vrouwen uitlegt overigens op de juiste wijze als een motie van wantrouwen tegen hun be leid. Nu blijkt pas goed ov< hoeveel innerlijke kracht Floren ce beschikt. Het is niet de liefde loze verpleegster, die met een troostwoord langs de bedden der gewonden gaat. Het is een vrouw vol woede over de toestanden die PUZZEL VAN DE WEEK KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. stad in Duitsland: 4. doornachtige plant: 8. berg plaats; 12. vaartuig; 13. ontzaglijk; 14. gem. in Gelderl.; 15. hangt aan de mast; 16. de Indische zonnegod; 17. zangstem; 18. voorzetsel; 19. zoon van Jacob; 21. verstandig (bargoens); 22. dikbuikig kannetje; 24. zoen; 26. rede (Gr.); 28. slaapt men op; 31. vreemde munt; 33. kippenloop; 34. tuchtroede; 36. maanstand; 38. meisjesnaam; 40. elke; 41. eiland in 't Z.O. van de Aegeïsche zee; 43. stad in Frankrijk; 44. onbep. voomaamw.; 45. overval van rovers (Ind.); 47. spitse bek van een vogel; 49. deel van de bijbel (afk.); 50. mondeling; 51. zoek, verloren; 53. pret; 55. zijtak Weichsel; 56. stad in Oostenrijk; 58. metaalsoort; 61. puntig voorwerp; 62. elektrisch geladen atoom; 64 zware zoete wijn; 66. voorzetsel; 68. woedend; 69. legering van os mium en wolfraam; 70. gebod; 71. stad op \V. Java, eertijds Buiten zorg; 73. gil; 74. vreemde munt; 75. voedsel; 76. gem. in Utrecht; 77. rode Spaanse wijn. Verticaal: 1. karakter; 2. Inbraak (bargoens); 3. maanstand; 4. dorp in N. Brab.; 5. plaats op de W.kust van Seeland aan de Grote Belt; 6. vogel; 7. maanstand; 8. onderricht; 9. in het jaar onzes Heren (afk. Lat.); 10. boom; 11. aanloop; 13. nauw; 14 overdekte marktplaats; 17. vervoermiddel; 20. niets; 22. nachtgewaad; 23. deeg; 25. zoon van Noach: 27. gunstig gezind; 28. slaapt men op; 29. hinderen; 30. hage disachtig dier (Ind.i; 32. muziekinstrument; 34 tuchtroede; 35. jaar getijde: 37. geldprijs van munten; 39. vlaktemaat; 40. zijtak Donau; 42. monster; 46. jongensnaam; 43. platvis; 51. kropgezwel; 52. water verwarmingstoestel; 54. lus; 56. bron: 57. Europeanen; 59. telwoord; 60. japon; 61. duw; 63. doorweekt; 65. beroemd Duits wijsgeer; 67. insektje; 68. rivier in Rusland; 69. bid (Lat.); 72. voomaamw.; 73. volksnaam v. d. kauw; 74. muzieknoot. 7. net; 8. o.l.; 9. monter; 10. ar; 11. ader: 12. Lepanto; 15. bos; 19. Budel: 21. Dalen; 24. R.D.; 25. melksalon; 26. Makassaar; 27. Em; 29. L.K.; 30. do; 32. Aaron; 34. kroes; 35. orgel; 37. mol; 40. per; 44. wasmand; 45. Delos; 47. Andes; 49. meestal; 51. moraal; 52. ik; 53. Sn; 54. teller; 56. gr; 58. ra; 60. aloë; 61. dor; 63. Anna; 66. pul; 67. Sem; 71. re; 72. ba; 73. Ne; 75 N.V. Horizontaal: 1. vaardig; 7. nor maal: 13. ergo; 14. Nobel; 16. orde; 17. Rg; 18. Sb; 20. mot; 21 dn; 22. e.p.; 23. Workum; 26. Matera; 28. dadel; 30. Dalem; 31. na; 33. melkkoker; 35. Ot; 36. tam; 38. L.K.; 39. An; 40. pro; 41. rob; 42. spons; 43. weg; 44. wol; 45. Da; 46. sa; 48. rem; 50. An; 51. Melissant; 55. Ie; 56. golok; 57. nader; 59. marron; 62. relaas; 64. al; 65. as; 66. pos; 68. s.l.; 69. N.T.: 70. Nora: 72. Buren: 74. Enna; 76. deeltal; 77. meerval. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel oplossing" Er zijn drie prijzen: een van 5,— en twee van ƒ2,50. De vrij lange „Er uit gelicht" van vorige week heeft het gevolg gehad, dat afgegeven kopij toen helaas moest blijven overstaan, zoals dat heet. Daarom maak ik het vandaag maar bijzonder kort, om op die manier de schade weer wat in te halen. E. D. de Bruin uit Rotterdam (van wie ik verder geen persoonlijke ge gevens kreeg) schreef het openingstuk, een wel wat ander getint verhaal, dan we meestal gewoon zijn, maar ik wilde het in deze vakantietijd niet langer in de map laten zitten. Hier volgt dus: De zwarte weduwe De nacht hing over het oerwoud. De jungle was als een donkere afgrond zonder bodem. Uit deze onheilspellende duisternis klonken vreemde, onbestemde geluiden, die de meest spookachtige denkbeelden opriepen. Op een enigszins open plek flikkerde een vlam van een uitgaand vuur. Rondom dit vuur zag men de schimmen van mensen als een mysteri eus ballet heen en weer bewe gen. De sfeer was beklemmend als het oerwoud zelf. In een geelgroene vijver weerspiegel de zich een fletse maan, in het dichte gewas loerde een panter op zijn prooi, over een boom stronk kronkelde zich het glib berige lichaam van een slang, ergens diep in het woud gaf een olifant een serenade ten beste. Maar. niemand had echter oog voor haar. Klein en nietig was zij. Haar lichaam wel duizendmaal kleiner dan dat van die andere verschrik kingen, bewoog ze zich wie gend voort op haar acht grilli ge poten. Langzaam vorderde ze, langzaam maar bewust. Haar lichtende afschrikwekken de ogen, geplant in het rulle zwart, waren hypnotiserend. Donker was haar kleed, zwart als een doodskleed van satijn. Ze - was nu de open plek gena derd. De vlam was gedoofd; de schimmen waren tot niets vervaagd. Rondom de vijver: geen geluid. De panter was verder geslopen, de slang te- ruggekronkeld, de serenade be ëindigd. Vol leven De spin was echter vol le ven. Haar lichaam waggelde naar voren. Hoog op haar po ten stond ze stil voor de laat ste fase van haar tocht. Dan rukte ze op gelijk een tank van koud staal met giftige vuur monden. Uiterst langzaam kroop zij omhoog langs de arm van haar slachtoffer, hoog richtte zij zich even op, de ogen gespannen, om dan vol Kata strofe sterrenbrand pijlen schiet in de flank der stilte de lucht berst open loodsulferen vuurbrakende zuchten een niet te vinden uitweg Een donkere wolk van angst steigert vastgeslagen tussen de bomen waar krijsende saters wegschie- Geschrei der nymfen klettert tegen de stammen. Gevouwen handen Cirkelende atomen De sprekende stilte doet haar ronde: Alle Menschen werden Bruder! G. VAN BEUZEKOM Yvonne Elshout (19, kantoor en uit Den Haag) is er deze week met Pril een lied een fluit fluit een lied chanson een bliksemflits een vogelroep - reinheid over geverfde muren cognac und traubensaft de schicht door de hemel een vliegensvlug staren waarom ben je hier? ik verwaoht je nergens trage passen stappen passen traag klankende gorgel klink door helverlicht park stoeiende avondtuinen je bent zo mooi nieuw je ogen als een kind stil YVONNE ELSHOUT kracht haar giftige poten in het zachte, blanke vlees van de man te dringen en ze leeg te spuiten. Een gil, een kramp achtige beweging en de spin tuimelde op de grond. Haar poten klauwden in het ledige en zij verging. Toen de zon 's ochtends als een rode vuurbol boven de boomtoppen balanceerde, werd er op de plek dichtbij de geel groene vijver een gat gegra ven, waarop een geïmprovi seerd kruis werd neergezet. Een herinnering was het aan de man, die de zon niet meer kon zien opkomen, die in het donker een ontmoeting had ge had met haar... de zwarte weduwe. E. D. DE BRUIN. Melaats De vele vlekken op zijn zachte de zwarte vlekken - vrienden RAAK MIJ NIET AAN! aan de poort voedsel voor de tijd die ik nog leef moeder aarde medelijdende medemensen. Ledematen kwijnen weg het geeft niet want mijn wegge zonken oog ziet ze niet meer PROLETARIËR STERF! Ik sterf, niet bang voor de dood vele vrienden - zwarte vlekken Ik zie ze niet meer ze worden vager, vager. Totdat.... PROLETARIËR KOM! TON VAN DEN BOS Clochard gekregen van Arie Gelder blom (u.l.o. en uit Nieuw-Lek- ker land) koude stenen sterven met hem in de bedompte nacht dromen met hem bij de vermoeide brug door de rimpels die zijn voorhoofd kerven stroomt de Seine tot deze morgen komt een nieuwe schepping zijn laatste genesis want rijke ogen willen de Eiffeltoren zien en bloedrood stromen gehaaste autobanden een perpetuum mobile zijn bebaarde gezicht dat voor het laatst verrukt geweest is- de rimpels zijn verdronken in een gestolde Seine roodkoude steen fluistert tegen de oude brug facheus troisième is.... maar boven alles ruik ik de parfum van Marianne die op de Eiffeltoren staat en met verschrikte ogen ziet hoe ook de brug voor het laatst gedragen heeft en hem bedekt mon homme de Paris. AG. Gisteren en morgen waarom de droom die geleden waarom niet de kracht voor morgen. van dagen en nacht van wind en zon en soms van lichte maan zwerft hedensnu naar morgen CLAESINA HULZEBOSCH 'n Plaatje van Ada Ben- ting (21 en uit Coevor- den), die mij destijds heel wat tekenwerk stuurde. Deze koos ik uit het sta- Geloof het maar aldus Theo van Roon (20, on derwijzer en uit Rotterdam) Er loopt een weg van hier naar het land waar de wind iedere morgen opnieuw wordt geboren, waar de stenen nog warm zijn van de eerste zon, waar de roep van een vogel klinkt als een kreet van verrassing, van zich telkens opnieuw verbazen. Dit is het land dat de mensen zoeken, het trefpunt de naam kan niemand noe- de plaats waar het leven nog eenmaal wordt uitgedeeld door lachende kinderen, die op hun blote voeten een hand komen geven die met lege handen - de toegang heeft ontdekt. THEO VAN ROON Gelukkig kon ook dit grapje er nog af. 't Is (naar ik meen) de eer ste keer, dat jullie iets kunnen lezen van Joke van Delft (gym en uit Den Haag). De kennismaking gaat via: De wind als een verlatene gaat hij langs de huizen als een vluchteling voortge jaagd door boze machten zuchtend en steunend by oude ruïnes ruisend en zingend door de struiken maar brullend en brekend zwiept hij de golven buigt of breekt bomen en worstelt met ons vanwaar komt hij die wij niet kunnen zien waar gaat hij naar toe wiens kracht toy voelen? Wat fluistert hij in 't duister en.wat ziet hij van de ellende die hij bij ons aanricht? alles of niets? JOKE VAN DELFT ER UIT GELICHT 't Kon b\jna niet uitblijven na de lange ljjst van de laatste keer. Slechts één inzending hoef ik terug te sturen en wel die van Ella B. te B. Afgezien van verschillende taalfouten, paste je ver» beslist niet in het kader van onze rubriek. 4- Uit een partij N. N.—Abrahams. 1929. Ik°oo:S°rS',';,n*Jf1r.d.t U» partij Morphy N. N.. 1B57. Oplossingen uo heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. NOG MEER VERRASSINGEN Wij veronderstellen dat niemand er be zwaar tegen zal maken, dat wij het gedu rende de vakanties maar aan de luchtige kant houden, ook al zou de nu en dan wel wat al te overvloedige regen mogelijk aan leiding kunnen geven om de teleurgestelde vakantiegangers maar wat intensiever bezig te houden, door hun een paar fiks-moeilijke opgaven voor te zetten. Wij hebben echter aan deze verleiding weerstand geboden, vooreerst omdat de vakantietijd voor ons zelf voor de deur staat, maar ook omdat wij optimistisch willen blijven. De verrassingen, welke ditmaal de ru briek vullen, worden ook nu weer uitgedeeld door de „sterken" en de slachtoffers zijn op één uitzondering na weer steeds „de zwakken". Laat u dit niet ontmoedigen, doch leer van de onaangename verrassingen welke i. A m mmmm. «fiii Wit maakt het achter elkaar uit. Hoe? a b c d e f zet, maar zwart wint. Hoe? OPLOSSINGEN Hieronder volgen de oplossingen der op gaven, gepubliceerd in onze schaakrubriek van 30 juli jL 1. BernsteinN.N. Eerst nu zag zwart hoe het zou aflopen: 11. Kd8 12. Df8t Kc7 13. Ld6T Kb6 (Indien 13. Kb7 dan 14. La6t met winst van de zwarte dame) 14. Dd8? Kb7 15 Dc7 mat. 2. Ettllnger—Janowskv. Er volgde: 9 Pf3t! 10. gxf3 exf3t 11. Le2 (Indien 11. Pe2 dan 11. f2 mat) 11f2t 12. Kfl Lh3 mat. 3; DenkerChlera, In de gegeven stelling (nó Pd5 dus) is geen enkel voor zwart bruikbaar antwoord te vinden: 12Dx d2 dan 13. Pc7 mat; en als zwart een van de witte paarden slaat (met toren, paard of pion) volgt domweg Dxa5 en Paard c6 kan niet terugslaan omdat het gepend is. 4. DoppelmanKramer. Kramer beëindig de deze in het Rivella-toernooi gespeelde partij als volgt: 26. Df3tü 27. Txf3 ex f3 28. Dye7 (Op 28. Lxf7t Kf8 29. Le6 volgt 29f2xe2t 30. Kgl Lb6! 31. Dxb6 elD mat) 28f2t en wit gaf het op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 14