Twee gasten vermist - zend C Enrico en het blonde meisje ZATERDAG 16 JULI 1960 KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH ZONDAGSBLAD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE T\E gehele morgen al was het broei- end warm geweest en tevergeefs hadden de gasten van het kleine berg- hotel getracht verkoeling te zoeken aan het strand dat het meer omzoomde. Maar kort na de middag hadden zich onhellspellend-donkere wolken boven het merengebied samengetrokken en in eens was er een onweer losgebarsten als sinds mensenheugenis niet was voor gekomen. In de lounge van het hotel wachtten de gasten het einde van de bui af. Nerveus van de zware donderslagen, die als het ware over het meer rolden het zware geluld lang tus sen de bergen bleef hangen, en bekend van angst voor de stormachtige wind, die om het hotel gierde en de ruiten uit de ramen dreigde te blazen. Het noodweer hield precies een uur aan, toen werd het plotseling stil. Maar die stilte was onnatuurlijk en even vrees aanjagend als de buj was geweest. Eerst toen de lucht brak en de zon, nog wel flauw, weer zichtbaar begon te wor den, haalden de gasten verlicht adem. De hotelier, helemaal opgelucht, wilde grappig zijn en riep: „Laten we even de neuzen tellen om te controleren wie de ramp heeft overleefd." En terwijl ledereen zenuwachtig lachte, telde hij: „Een, twee, drie, viernegentien", en nog eens: „Een, twee, drie, vierne gentienEen kreet van verrassing ging door de gasten. Op bevel van de hotelier doorzochten zij het hotel van boven tot beneden, en zochten zij met kijkers het strand en het meer af. Maar na een half uur werd het zoeken ge staakt, en kort daarop vertelde een hese mannenstem door de telefoon aan de commandant van de plaatselijke politie: D8. zaak ward aan mij in onderzoek gegeven. Mijn naam is Archibald Brown en ik ben het hoofd van de federale recherche in het merenge bied. Als u er belang in stelt: ik heb ook de geheimzinnige verdwijning ven miss Ruth Cumberland, de schatrijke en schattige Engelse miljonaire, tot klaarheid gebracht. De kranten hebben er destijds vol van gestaan u zult zich die geschiedenis nog wel herinneren. Op een avond, na het diner, was ze naar haar kamer gegaan om zich, zoals ze had verteld, te verkleden voor een wandeling langs het strand. Toen ze na een uur nog niet beneden was gekomen, had haar vriendin aan haar deur geklopt. ER kwam geen antwoord, en de kamer bleek aan de binnenkant afgesloten te zijn. Het ergste vrezend had de vriendin de hotelier verzocht de deur te forceren, wat hij had gedaan. De kamer was leeg. weet u nog wel? Het vreemde was. dat de vensters waren gesloten en dat met Ruth Cumberland ook haar koffers waren verdwenen. Iedereen stond voor een raad sel. De vriendin, volkomen overstuur begrijpelijk overigens had er op gestaan, *---•* t land zou wor- BB. kwam zij van zelfsprekend bij mij. Binnen 24 uur had ik «ten gewaa: te speurdei rachuwd Ruth Cumberland te pakken. Feitelijk al eerder, maar zij stond er op. dat zij 24 uur uit de circulatie bleef, zoals ze het zelf noemde. Het Is altijd mijn gewoonte een onder zoek in te stellen zonder pottenkijkers. De juistheid van die gewoonte is bij Ruth Cumberland weer gebleken. Ik vond het nodig me een uurtje ln haar kamer op te sluiten en me sterk op haar te concentre ren. Dat doe ik meestaL Me sterk concen treren op de persoon om wie het gaat. Ik dacht hardop: ,,Ruth, Ruth, meisje, meis je, boe ben JIJ deze kamer uitgekomen. Ben je soms ontvoerd?" Toen hoorde ik heel duidelijk: ,,Wel nee, 6ufferd, hoe kom je daarbij!" Ik hoef u niet te vertellen, dat ik schrok. Het was voordien nog nooit gebeurd, dat een verdwenen persoon ant woordde als ik riep. Ik zei: „Droom ik nou, of droom ik niet." Het antwoord kwam prompt daarop. „Je droomt helemaal niet", an tegelijkertijd werd er aan mijn linkerbeen getrokken. Omdat ik vlak bij het ledikant stond kon het niet an ders of iemand moest onder dat ledikant lig- V gen dat had ik direct door. Ik bukte en keek, en zag een jongedame, die volkomen beant woordde aan de be schrijving, die ik over Ruth Cumberland had gekregen. „Ruth Cumberland", zei ik ernstig, „ik ben Archibald Brown, in naam der wet, kom onder dat ledikant vandaan." En ik draaide me vast bescheiden om Maar ze kwam niet. Ze lachte alleen maar, en ze zei: „Archibald Brown, je lijkt me een verstandige jongen, met jou kan ik wel ledikant. En ik blijf er 24 uur liggen. Wat jij hebt te doen is niets anders, dan we reldbekend te maken, dat ik ben verdwe nen en dat je geen hoop hebt mij ooit te rug te vinden. Op dat bericht zullen de aandelen van de kopermijnen in Rhodesië vreselijk kelderen. Van die gelegenheid maakt mijn makelaar gebruik om het aan tal, dat nog niet in mijn bezit is op te kopen en als dat is gebeurd kom ik te voorschijn. Langer dan 24 uur is daarvoor niet nodig. Jij krijgt van mij een beloning, en als jc me na 24 uur weer terugbrengt in de beschaafde wereld zal mijn familie je ook nog wel met een flinke som gedenken. Zeg op: doen of niet doen!?!" Ik zei: „Top, dat ls gemaakt." Ik sloot de deur weer en zei tegen de hotelier, dat niemand en niemand de kamer mocht be treden. Alles verliep volgens de plannen van Ruth Cumberland. Nauwelijks was het bericht van haar verdwijning wereldkun dig gemaakt of de aandelen van de koper mijnen kelderden geweldig. Iedereen, die een aandeeltje had. gooide het op de markt. Na 24 uur kwam er uit Londen een telegram, gericht aan miss Cumberland. De hotelier wist niet wat hij er mee aan moost, maar ik zei: „Geef hier", en maak te het open. Ik las: „Opzet gelukt, alle aandelen in mijn handen." Ik snelde naar de kamer van Ruth Cumberland en schoof het telegram onder het ledikant. ,.Kom maar te voorschijn", zei ik, „de zaak is in orde." „O.K.. boy", antwoordde ze. „Ik blijf liggen tot vanavond laat. tot iedereen naar bed is. Dan verlaat ik het hotel en ga naar het meer. Zorg, dat jij daar staat, dan gaan we samen met veel bombarie terug cn trommelen iedereen uit bed. cn dan moet Jij maar een verhaal verzinnen over mijn verdwijning en over de manier, waar op je mij hebt ontdekt." DE zaak „Miss Ruth Cumberland" heb ik dus tot klaarheid gebracht en sinds dien kan er niets in het merengebied zijn of ze komen Archibald Brown halen. Zo ook met de vermissing van de twee gas ten uit het kleine berghotel. Dit zijn hun namen: Elly van Beveren, een jongedame van 19 lentes, dochter van een schatrijke oliekoning uit Nederland, en Bill Orley, een Franse jongeman van 21, die een prijs had gewonnen bij een opstelwedstrijd over de Congo en nu het geld opmaakte aan het meer. Dat waren de enige gegevens, die de hotelier'me kon verstrekken. En dan verder hoe hun verdwijning was ontdekt. Dat kunt u zelf ln de aanhef van het ver haal lezen. Ik begon met de gasten een voor een te ondervragen. Ik vroeg hun wanneer zij de beide jongemensen voor het laatst had den gezien, of ze een vermoeden hadden ten aanzien van de verdwijning, of ze veel in eikaars nabijheid waren gesignaleerd, kortom «1 die vragen, die kunnen leiden tot een aanknopingspunt. Maar niemand wist iets. Dat ls doorgaans het geval. Nooit weet iemand lets. Als men toevallig iets weet is het meestal nul en van gener <Vaarde Daarom moet een chef van de recherche steeds zijn hersens gebruiken en niets aan het geluk overlaten, al speelt het geluk uiteraard wel een rol. Een uur lang sprak ik met de gasten en dacht intussen diep na. Er was iets in de zaak wat me niet beviel, zonder dat ik precies kon zeggen wat dat nu was. Het laatst was de hotelier aan de beurt. En ineens ging er een lampje bij me branden. Aha. dacht ik. aha, schurk, jou heb ik, en zie maar. dat je loskomt. Hij vertelde met veel ophef van de maatregelen, die hij had genomen om de vermisten te vinder En dat was fout van 'm. ziet u. dat was helemaal fout. Ik dacht: Archibald, stel je voor. dat jij directeur bent van een hotel en er worden twee gasten vermist, wat zou Je dan doen" Zou je dan ogenblikkelijk alle kamers en het hotel van beneden naar boven gaan doorzoeken? Ik dacht: Nee, Ar chibald, dat zou Je niet doen. Je aou den- „ik heb de t vermissing een week lang i Stewart Jones ken: eerst eens kalm afwachten.... twee jongeluizelf ook jong geweestslip pertje... vanavond komen ze wel boven water. Waarom maakte de hotelier zoveel kabaal? Omdat hij iets te verbergen had. De zaak werd me hoe langer hoe duide lijker, en toen ik hoorde en niet van de hotelier, maar van de chef de recep tion dat Elly van Beveren al haar geld en sieraden aan hem ter bewaring had gegeven, wist ik genoeg. En 's avonds schreef ik mijn rapport voor de hoofdcon?- missaris en vroeg hem machtiging om tot arrestatie over te gaan. Dat arresta tiebevel kwam direct daarop. Ik had dus de hotelier zonder meer kun nen arresteren, maar ik wilde de gasten laten meegenieten van mijn overwinning. Ik riep ze de volgende dag allemaal bij elkaar in de lounge, nadat ik had laten weten, dat ik opzienbarende mededelingen zou doen. En daar zaten ze de volgende morgen, een en al nieuwsgierigheid. De hotelier wilde bescheiden de achterste plaats innemen, maar ik nodigde hem uit op de voorste stoel te gaan zitten. Ik ken die grapjes. Even nog het begin afwach ten en dan ongemerkt verdwijnen. TK kuchte een paar maal en stak toen T van wal. „Dames en heren", zei ik, u mede te delen, dat ik de de twee jonge mensen, die ïw midden hebben ver keerd. heb opgelost De dader ls bekend en zal zijn straf niet ontlopen, zowaar Ik Archibald Brown heet en chef ben van de federale recher che. Dadelijk zal ik hem de boeien omdoen en naar de gevangenis la ten overbrengen. Wat is er nL gebeurd." Ik wachtte een ogen blik om de spanning te verhogen en ging toen verder" „Op een avond komt hier een aardig jong meisje, dat beleefd vraagt of ze een dag of veertien kan komen logeren. Ze is overwerkt en moet rust hebben. Het hotel lijkt haar aardig, het ligt aan een meer, het is niet druk, kortom een ideale omgeving voor mensen die over hun toeren zijn. De hotelier zegt. dat hij een kamer over heeft en het meisje. Elly van Beveren zoals u weet. neemt haar intrek. De hotelier neemt eerst weinig notitie van haar, maar als hij merkt, dat ze schatrijk is, gaat hij zich meer met haar bezighouden. Deze Elly van Beveren maar wie zal het haar kwalijk nemen maakt nl. een grove fout. Ze vertrouwt mensen, die ze niet kent. Dames en heren, laat de fout van Elly van Beve ren een les voor u zijn. Nauwelijks heeft de hotelier haar geld en sieraden in be waring genomen of hij zint op een middel om dat geld in handen te krijgen." Een kreet van afschuw ging door de rijen van de gasten. De hotelier sprong op met een vuurrood' gezicht en wilde iets zeggen, maar ik drukte hem weer terug op zijn stoel en dreigde hem te zullen doodschie ten als hij nog een woord zei. „Om het geld van Elly van Beveren te bemachtigen", ging ik door, „moest Elly van Beveren verdwijnen. Gewoon verdwij nen. Spoorloos. Reukloos. En hoe moest dat nu gebeuren. U zult, dames en heren, merken, dat de hotelier niet voor een gat was te vangen. Hij begreep een ding goed. Hij begreep en daarvoor moet ik hem een compliment maken dat de politie op een dwaalspoor moest worden geleid. En om die reden moest er nog iemand verdwijnen. Dames en heren, ik vraag u. wat zou logischer zijn dan een jonge vrouw en een jonge man gelijktijdig kksst, kksst - - u begrijpt me wel, hè!" Een van de dames viel flauw, en een van de heren begon te schreeuwen: „Sla dood die moordenaar!" Ik zei: „Pardon, dames en heren, ik vertegenwoordig het gezag, en ik zal mijn maatregelen wel ne men. Luister even verder. Wat heeft de schurk gedaan! Ik zal het u vertellen. Hij heeft èn Elly van Beveren èn Bil Orley vermoord. Wat hij daarna met hen heeft gedaan is mij nog een raadsel, maar ik zal er gauw genoeg achter komen. Ik vermoed, dat hij beide lichamen in het meer heeft gesmeten, verzwaard met lood en ijzer. Morgen weten we meer, want vandaag nog gaat de politie dreggen." En toen verhief ik mijn stem. en zei: „U en lk wees met uitgestrekte vinger op de hotelier bent een moordenaar. Ik, Archibald Brown, arresteer u in naam der wet. Sta op en ga met me mee naar de commissaris ter opsluiting in het Huis van Bewaring." ons verging. Hoe lk ook om stilte schreeuw de, niemand luisterde. Eindelijk waren we bij het kofferhok aangekomen. De chef de reception opende de deur met een loper TRADER HA ND heb ik nog eens gedacht, ■T dat ik toch wel over een buitengewone koelbloedigheid beschik. Want op het mo ment. dat de deur werd geopend, rolden er, hullend en lachend tegelijk, twee men sen uit. Ja. ja, u weet het wel. Elly en Bil. „Ha, riep ik, daar is het bewijs. Hij heeft zijn slachtoffers niet eens dood ge maakt, hij heeft ze opgesloten om ze de hongerdood te laten sterven. Kinderen, hoe gaat het jullie. Ik, Archibald Brown, heb jullie het leven gered. Laat ik jullie aan mijn hart mogen drukken...." Toen was het alsof ik een dreun op mijn hoofd kreeg. Het meisje Elly klemde zich vast aan de jongen Bil en vroeg angstig, terwijl ze op mij wees: „Wie is die gek?" Het was ineens stil in de kelder. De hote lier rukte zich los en ging vlak voor mij staan, schreeuwend: „Jou klaag ik aan bij de procureur-generaal, wegensIk kon hem niet verder verstaan want ineens keerden allen zich tegen me, razend en tierend. Ik vroeg aan Elly: Wilde de ho telier jullie dan niet vermoorden? Ze be gon te huilen. Bil nam haar in zijn ar men en zei: Stil maar schatje, stil maar. Maar hoe komen jullie dan in die kast?, vroeg ik verbaasd. Ach man, bazel niet, zei Bil. Toen het gisteren begon te onwe ren en de ene slag op de andere volgde, zijn Elly en ik in de kast gekropen, om dat ze zo bang is van onweer. Maar de deur is in het slot gevallen en we konden er dus niet uitkomen, hoe we ook riepen- en op de deur bonsden. Maar wat is er aan de hand, feitelijk! T~\E procureur-genera al moet razend op me geweest zijn, hoorde ik later. Hij wilde me op staande voet uit de politie dienst ontslaan, maar vanwege de zaak „Miss Ruth Cumberland" mocht ik blijven. Ten slotte is alles toch nog goed gekomen. Ook met de hotelier. Een jaar lang heb ik hem in het ziekenhuis elke vrijdag be zocht. Hij moest nl. naar .fyet ziekenhuis om wat op verhaal te komen. En Elly en Bil heb ik bloemen gestuurd, toen ze trouwden. En ze schreven me een allet- aardigste brief terug. Want als ik niet was overgegaan tot arrestatie van de hotelier en als hij niet had getrapt en geslagen, waren we er nooit toe gekomen hem in het kofferhok op te sluiten en dan hadden we ook nooitZo ziet u, een chef van de recherche moet altijd zijn hersens ge bruiken, al speelt het geluk af en toe wel eens een rol. MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN 64. ,IZ.OTg, dat je achter het stuur komt", nen." De olifant blaast met zijn slurf zegt Olifant, als hij Benjamin beetpakt achter de auto aan, Benjamin start en in en met een zwaai van zijn slurf in de volle vaart rijdt hij weg. „Dankjewel voor auto tilt, „de kolen zijn opgeruimd, je je hulp", roept hij nog eens achterom. En kan nog gemakkelijk de wedstrijd win- daar gaat hij, snel als hij kan. „Daar is toch weer die Benjamin Konijn", zegt Leo verbaasd, als hij omkijkt. „Hoe be staat het." ,iHier kom ik al aan, Leo, ga opzij, want ik ga je voorbij", roept Ben jamin overmoedig. 65. En het gebeurt nog zoals hij zegt ook, want juist een tiental meters voor de eindstreep vliegt Benjamin Konijn zijn tegenstanders in volle vaart voorbij. .Hier ben ik Murr", roept hij, „neem me niet kwalijk dat ik dat touw kapotgereden heb." „Dat geeft niets, dat is immers de eindstreep", zegt Murr, „jij hebt gewon nen, Benjamin". Meester Uil kijkt met een geleerd gezicht in zijn papieren en zegt dan „Benjamin Konijn is als eerste aan gekomen en heeft dus de wedstrijd ge wonnen en daarmee de reis naar Zuid- Amerïka." Maar Leo springt uit zijn wa gen. ,flebt u gezien, dat Benjamin met het stuur van een boot gereden heeft? Mag dat wel?" schreeuwde ik, het recht, grijp hem. laat hem niet ontsnap pen. Hij zou nog meer onheil kunnen aan richten." Alles wat man was wierp zich op de hote lier, die. als ik niet tussenbeide was geko men. was gestikt onder zoveel kilo mensenvlees. Zes man moesten hem vasthouden, zo ging hij te keer. De aderen op zijn voorhoofd waren gezwollen en zo dik alsof zü op het punt stonden te springen. Hij wou wat zeggen, maar kon niets uitbrengen. Het liet zich aanzien, dat ik alleen niet in staat zou zjjn hem over te brengen, en daarom stelde ik voor hem op te sluiten in het zg. kofferhok ln de kelderr, dat volgens de chef de reception al lang niet meer werd gebruikt. Met ons allen gingen we de trap af naar de kelder, de hotelier nu eens sleurend, dan weer duwend of trekkend. Want hij wou niet! Het werd in de kelder zo'n geigü, dat horen en zien de benen. „Men- Meester Uil begint al weer te twij felen en kijkt in zijn papieren, maar me vrouw Leo komt er nu aan te pas. „Foei, Leo, ik weet zeker, dat je onderweg een heleboel gemene streken hebt uitgehaald. Zwijg nu maar, jongen, want ik wil er niets meer over horen. Je hebt nu je kans gehad en Benjamin heeft gewonnen." Ze trekt haar zoon aan zijn oor en even later haalt ze een grote bundel bankbiljetten te voorschijn en zegt: „Benjamin, jongen, kom eens hier, dit is het geld voor de laar Zuid-Amerïka en hartelijk ge feliciteerd met je overwinning". De an deren roepen hoera. „En als troostprijs ik kleine Leo graag met jullie mee Zuid-Amerika willen laten gaan", zegt mevrouw Leeuw tot grote ontstelte nis van de anderen. (Vervolg) De aanwezigheid van de boven haar knieën grote jongen scheen haar Y®*™rk' gerust te stellen. Enrico bij het stenen kasteeltji neergeknield, gaf een bete re vorm aan de gracht, bouwde hem stond, nat tot haar buikje. Ze sloeg bet£ met de handen op het wa- pletste glinsterende dammetje dat te druppels in zijn gezicht Hand hem wees en het liefst zou hij zich tussen de nog rotsen verstopt hebben. Nu ze zou die blonde dame na tuurlijk weer boos worden en zich nogmaals gaan be klagen bij zijn vader. Het zat hem wel tegen vandaag. onmiddellijk een waterval vormde wanneer het kind er haar emmertje boven leeg gooide. Het meisje was op getogen. Ze rende steeds sneller terug naar de zee, schepte haastig haar em mertje vol, goot het slor dig boven het dammetje uit, rende weer weg. Een maal kreeg Enrico de vol le laag over zijn rug. Heer lijk fris was dat! Hij her innerde zich opeens zijn rlangend keek hij blokken lijk kon afduiken Pats. ter moedwil. Enrico rilde hoorde het kind schateren. Hij zag. hoe ze r water rende, haar scheen al haar angst meisje i Een kwartier later speel- ?n ze tikkertje. Telkens ndje uit de als Enrico bescherming in heer- het water zocht, volgde het de richting van de kampingang. Daar sproei de de douche. De moeder ging er onder staan om het zout van zich af te spoelen, ze wenkte het meisje, dat na enige aarzeling ook even de stralen over haar rug liet glijden maar toen met lachende kreetjes weer te rugsprong. De moeder lach te ook. Naar Enrico keken ze nu geen van beiden meer. Enrico begreep dat het te laat was geworden om nog te gaan zijn rug. Nu deed bem die kleine heks het met heen. Haar lange haar - hing in natte slierten om haar gezichtje, uit haar het speelpakje dropen de straal „o*.- ner tjes water, ze was nu een vulde en op hem toekwam, echte waternimf. hem toen hij hen in hun tent had verdwijnen, ging hij naar de kampwinkel om daar verder te helpen. Het was nu ongeveer vijf uur, dan werd het altijd zeer druk. De bakker had juist drietal volle korven Inge! hoorde hij op eens een koele stem. Ge schrokken keek hij naar de broodjes afgegeven Nou, nou, dacht hij. kant waar de grote, blonde kampeerders verdrongen Zijn donkere ogen fonkel- vrouw in badpak stond. Het zich den. Hij sprong 5p en deed meisje, tot aan de heupen o, hl) 'halr.wV pakken. „Richie haar dropen, keek ook om. Mamma' Kraaiend holde ze weg. de richting van het water. Enrico schoot haar voorbij, liet zich languit vallen en draaide zijn lachende ge zicht naar haar toe. En toenwarempel, ze de toonbank. Met £™mUPd!l gebarentaal gaven re Enrt- hun bestellingen op. In vuur van zijn pogingen zich met het afrekenen Ze rende naar de kant. niet te vergissen vergat hij el haar moeder in de a praatte, praatte. Enrico zag, dat het i zijn kleine vriendin. (Volgende i irder) ONZE BRIEVENBUS Dag neven en nichten, Hoe maken jullie het allemaal? De meisjes en jongens die al vakantie hebben gekregen treffen het, wat het weer betreft, nog niet erg. Windjack's en regenjassen kunnen nog niet thuisblijven, we hebben ze nog hard nodig. Maar al wil buiten de zon nog niet zo heel erg schijnen als hij dan maar binnen schijnt, dat is de hoofd, zaak. Hebben jullie nog veel gezwommen al was het dan wat koud weer? Leuk was het, dat ik deze week al verschillende rapportcijfers kreeg. Alle maal hartelijk bedankt en gefeliciteerd, hoor! Vergeten jullie niet je ge boortedatum in de brief te schrijven? De oplossing van de vorige puzzel is: (A) Alva, park, glad, Lava. (E) erwt, leer, fles, drie. (O) olie of oven, post. snor, stro. De hoofdprijs krijgt John v. d. Heiden. De troostprijzen gaan naar Leny en Peter Hebly en Greta v. d. Kaay. Er zijn weer jarigen, hoera hoera. Joop v. d. Berg, Nico Bezemer, Jcnneke Cornet, Nellie v. d. Eijk, Sjani v. d. Graaf, Elly v. Noort, Hans Olieslager en Corrie Spaanderman, jullie worden hartelijk gefeliciteerd de neven en nichten. We gaan nu eerst de brie ven beantwoorden, die verle den week zijn blijven liggen. Geweldig, dat jij de 12 km. Rotterdammermars hebt gelo pen, Theo Hamoen. Had jij geen blaren? Een héél pretti ge vakantie, Theo! Llda den Hartog, schrijf jij de vol gende keer een lange brief? Jullie gaan dus deze week met vakantie Leny en Peter Hebly. Dat is leuk, al die konijntjes. Zullen jullie ze goed verzor gen? Jammer dat jullie nu thuis moeten blijven John v. d. Heiden. Maar hoofdzaak is, dat mamma weer gauw thuis komt, vind je niet? Fijn, dat jij voor het toelatingsexamen geslaagd bent Peter Herweij- er. Wanneer krijg jij vakan tie? Jouw mamma heeft je maar verwend, hoor. Saartje v. d. Heuvel! Welk zusje was er jarig? Ja. het water is nog erg koud. Dat zal een ge weldig feest worden Jennie v. d. Heuvel. Moet jij ook mee doen met de optocht? Be dankt voor het leuke gedichtje Ria v. d. Heijden. Is je baby doll al af? Jij hebt goed je best gedaan, hoor! Jan Bertus van 't Hof, doe jij er de vol gende keer een brief bij? Ben jij weer beter Anneke Hoornweg? Tante Jos vindt zwemmen ook heerlijk. Leuk, dat jij op de boerderij gaat lo geren. Kan jij ook koeien mel ken? Heb jij al vakantie Tineke van Hil. Ik miste jouw brief. Joke Janse, heb jij nog meer broertjes en zuwes? Wat heb jij een lang school reisje gehad. Wel liefst drie dagen! Was het leuk in de jeugdherberg? Kinderen die vragen worden dat weet je beurt hebben. Hoe oud is Nelleke nu Jannie de Jong? Een wat vreem- de puzzel, vinden IIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII jullie niet? We zien alleen maar blanke cirkeltjes en cirkels die be drukt zijn. De be doeling is, dat jul lie in de blanke cirkels 6 woorden invullen die ein digen op een R. We beginnen bij voort. De woorden moeten dus pre cies kloppen met het aantal cirkels. Hier volgen de gegevens: 1. Vrucht van een boom, 2. Zintuig van het gehoor, 3. Een zuivelpro duct, 4. Klaproos, 5. Een ouderwets voertuig zonder wielen, 6. Schiet wapen. Oplossin gen moeten voor dinsdag 19 juni worden ingezon den. Vind jij typen een leuk werk? Heb jij woensdag een leuke dag gehad, Gert de Jong? Hoe vond je Madurodam? Is je zusje al beter, Jan de Jong? Jij hebt wel genoten op Schip hol met al die vliegtuigen, hè. Kan jij mooi toneelspelen Greta v. d. Kaay? Speel jij ook blokfluit? Wat hebben jul lie het bont gemaakt in Steen voorde. Hoe, maak jij de schilderijtjes Anie van Kleef? Is het een leuk werk? Wat zaag jij allemaal Jan Kees van Kleef? Oude ansichten met kinderen er op heb ik niet. Jan. Fijn, dat je naar de Landbouwschool gaat. Waar hadden jullie de tent van ge maakt Marijke Klerkx? Dat is leuk, zo'n klein babietje. Jullie hebben dus toch nog fijn pootje kunnen baden, Jan Kraak. Vind jij ezeltje rijden leuk? Hoe is het met oma? Wanneer gaan jullie kamperen Phili Krcbs? Ga jij vaak in zee zwemmen? Jij hebt verleden week wel erg genoten van het politiefeest, Bertje v. d. Kruk. Deden de Hennie Kuipers, van jou ver wacht ik de volgende keer een lange brief. Tante Jos heeft een fijne vakantie gehad Nel- He Lambinon. Leuk, dat jij pa pa's stoel had versierd. Veel plezier in Bolnes, hoor! Het Mastbos is erg mooi Jetje Leenheer. Zijn jullie niet ver dwaald? Waren de foto's mooi? Geweldig, dat jij een horloge kreeg Ad van Leeu wen. Heb je de boekjes al uit? Het wegje in het koren, is een mooi boek Doe jij er de volgende keer een briefje bij Ries Legerstee. Heb je don derdag een prettige dag ge had. Ria v. d. Lelie? Is pappa erg verwend? Heb je je nieu we jurk al aangehad? Vind jij het leuk op de boerderij, Ineke Leune? Ja, dat is een mooie plaat v.an 4 x Z.N. Hoe heet jouw broertje van zes jaar, Arjan van Loon? Annelientje vind ik een mooie naam. Hoe hebben jullie die Gruto gevangen, Henk Meer kerk? Gelukkig, dat je hem de vrijheid weer hebt gegeven. Kan jij goed paard rijden Nel Mes? Heel veel plezier in Ois- terwijk, hoor! Herman No bel, jij deed er geen briefje bij! Wat wil jij later wor den Jannie Notenboom? Waar heen gaan jullie 3 augustus, Jannie en Klement Noten boom? Jan Nuyt heb jij geen cijfer voor taal gekre gen? Leuk is het aan de Vlaar- dingse vaart. Ga jij vaak sen? Wat heb jij m slingers gemaakt, Rietje Nuyt. Ga jij wel eens zwemmen in het Kolpabad? Ineke van Oosten schrijf jij er de volgen de keer een briefje bij? Hartelijk welkom Kees Op meer. Heb jij broertjes en zusjes? Robbie den Ouden, heb jij al vakantie gekregen' Hoe is het met je broer? Wil ly Paans, waarom kreeg ik geen briefje van jou? En van ook niet Dick v. d. Poort. Gefeliciteerd met het behaalde succes, Henrlëtte Pruim. Har telijk gefeliciteerd met mam ma's verjaardag. Het is dus groot feest vandaag. Spoorzoe ken is erg leuk. Wat leuk, dat jullie die boekbinderij mochten bekijken, Jacob Jelle en Jaqueliene Pruim. Lusten jullie graag bitterballen? Hennie Ramaker deze week miste ik jouw brief. Wanneer ga jij met vakantie? Wat jij hebt ingevuld was heel best Margriet Rietveld. Vond je het verder te moeilijk? Is je rap port meegevallen? Hartelijk bedankt voor je gezellige brief Karin de Roo. Heeft Rudy het naar z'n zin gehad? Onder wijzeres vind ik een mooi be roep. Heel veel plezier in Drie bergen, hoor! Hoe gaat het met je, Riekje Rosenbrand? Mag je al weer naar buiten? Hartelijk bedankt voor jo mooie tekening. Ga jij nog lo geren? Van jou kreeg ik ook weer van die gezellige brieven Helmi de Ru. Jouw vo rige brief was te laat. Als je brief naar Den Haag verstuurd moet hij nog doorgezonden naar de Zondagsbladredactie. Tante Jos moet in elk geval de brieven vóór woensdag in haar bezit hebben. Hoe is het met Josje z'n kin? En hoe gaat het met de bollen en Donald Duck? Jongens en meisjes de let ters S t.m. Z zijn deze week weer aan de beurt. Zorgen jul lie er voor dat de brievenbus helemaal vol komt? Allemaal sen prettige vakantie en tot de -oigende week, TANTE JOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 16