Twee gasten vermist - zend
C
Enrico en het blonde meisje
ZATERDAG 16 JULI 1960
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JE
T\E gehele morgen al was het broei-
end warm geweest en tevergeefs
hadden de gasten van het kleine berg-
hotel getracht verkoeling te zoeken aan
het strand dat het meer omzoomde.
Maar kort na de middag hadden zich
onhellspellend-donkere wolken boven
het merengebied samengetrokken en in
eens was er een onweer losgebarsten
als sinds mensenheugenis niet was voor
gekomen. In de lounge van het hotel
wachtten de gasten het einde van de bui
af. Nerveus van de zware donderslagen,
die als het ware over het meer rolden
het zware geluld lang tus
sen de bergen bleef hangen, en bekend
van angst voor de stormachtige wind,
die om het hotel gierde en de ruiten
uit de ramen dreigde te blazen. Het
noodweer hield precies een uur aan,
toen werd het plotseling stil. Maar die
stilte was onnatuurlijk en even vrees
aanjagend als de buj was geweest.
Eerst toen de lucht brak en de zon, nog
wel flauw, weer zichtbaar begon te wor
den, haalden de gasten verlicht adem.
De hotelier, helemaal opgelucht, wilde
grappig zijn en riep: „Laten we even
de neuzen tellen om te controleren wie
de ramp heeft overleefd." En terwijl
ledereen zenuwachtig lachte, telde hij:
„Een, twee, drie, viernegentien", en
nog eens: „Een, twee, drie, vierne
gentienEen kreet van verrassing
ging door de gasten. Op bevel van de
hotelier doorzochten zij het hotel van
boven tot beneden, en zochten zij met
kijkers het strand en het meer af. Maar
na een half uur werd het zoeken ge
staakt, en kort daarop vertelde een hese
mannenstem door de telefoon aan de
commandant van de plaatselijke politie:
D8. zaak ward aan mij in onderzoek gegeven. Mijn naam is Archibald
Brown en ik ben het hoofd van de federale recherche in het merenge
bied. Als u er belang in stelt: ik heb ook de geheimzinnige verdwijning
ven miss Ruth Cumberland, de schatrijke en schattige Engelse miljonaire,
tot klaarheid gebracht. De kranten hebben er destijds vol van gestaan
u zult zich die geschiedenis nog wel herinneren. Op een avond, na het
diner, was ze naar haar kamer gegaan om zich, zoals ze had verteld, te
verkleden voor een wandeling langs het strand. Toen ze na een uur nog
niet beneden was gekomen, had haar vriendin aan haar deur geklopt.
ER kwam geen antwoord, en de kamer
bleek aan de binnenkant afgesloten te
zijn. Het ergste vrezend had de vriendin
de hotelier verzocht de deur te forceren,
wat hij had gedaan. De kamer was leeg.
weet u nog wel? Het vreemde was. dat
de vensters waren gesloten en dat met
Ruth Cumberland ook haar koffers waren
verdwenen. Iedereen stond voor een raad
sel. De vriendin, volkomen overstuur
begrijpelijk overigens had er op gestaan,
*---•* t land zou wor-
BB. kwam zij van
zelfsprekend bij mij. Binnen 24 uur had ik
«ten gewaa:
te speurdei
rachuwd
Ruth Cumberland te pakken. Feitelijk al
eerder, maar zij stond er op. dat zij 24
uur uit de circulatie bleef, zoals ze het
zelf noemde.
Het Is altijd mijn gewoonte een onder
zoek in te stellen zonder pottenkijkers. De
juistheid van die gewoonte is bij Ruth
Cumberland weer gebleken. Ik vond het
nodig me een uurtje ln haar kamer op te
sluiten en me sterk op haar te concentre
ren. Dat doe ik meestaL Me sterk concen
treren op de persoon om wie het gaat. Ik
dacht hardop: ,,Ruth, Ruth, meisje, meis
je, boe ben JIJ deze kamer uitgekomen.
Ben je soms ontvoerd?" Toen hoorde ik
heel duidelijk: ,,Wel nee, 6ufferd, hoe kom
je daarbij!" Ik hoef u niet te vertellen,
dat ik schrok. Het was voordien nog nooit
gebeurd, dat een verdwenen persoon ant
woordde als ik riep. Ik zei: „Droom ik
nou, of droom ik niet."
Het antwoord kwam
prompt daarop. „Je
droomt helemaal niet",
an tegelijkertijd werd
er aan mijn linkerbeen
getrokken. Omdat ik
vlak bij het ledikant
stond kon het niet an
ders of iemand moest
onder dat ledikant lig- V
gen dat had ik direct
door. Ik bukte en keek,
en zag een jongedame,
die volkomen beant
woordde aan de be
schrijving, die ik over Ruth Cumberland had
gekregen. „Ruth Cumberland", zei ik ernstig,
„ik ben Archibald Brown, in naam der
wet, kom onder dat ledikant vandaan." En
ik draaide me vast bescheiden om Maar
ze kwam niet. Ze lachte alleen maar, en
ze zei: „Archibald Brown, je lijkt me een
verstandige jongen, met jou kan ik wel
ledikant. En ik blijf er 24 uur liggen. Wat
jij hebt te doen is niets anders, dan we
reldbekend te maken, dat ik ben verdwe
nen en dat je geen hoop hebt mij ooit te
rug te vinden. Op dat bericht zullen de
aandelen van de kopermijnen in Rhodesië
vreselijk kelderen. Van die gelegenheid
maakt mijn makelaar gebruik om het aan
tal, dat nog niet in mijn bezit is op te
kopen en als dat is gebeurd kom ik te
voorschijn. Langer dan 24 uur is daarvoor
niet nodig. Jij krijgt van mij een beloning,
en als jc me na 24 uur weer terugbrengt in
de beschaafde wereld zal mijn familie je
ook nog wel met een flinke som gedenken.
Zeg op: doen of niet doen!?!"
Ik zei: „Top, dat ls gemaakt." Ik sloot
de deur weer en zei tegen de hotelier, dat
niemand en niemand de kamer mocht be
treden. Alles verliep volgens de plannen
van Ruth Cumberland. Nauwelijks was het
bericht van haar verdwijning wereldkun
dig gemaakt of de aandelen van de koper
mijnen kelderden geweldig. Iedereen, die
een aandeeltje had. gooide het op de
markt. Na 24 uur kwam er uit Londen een
telegram, gericht aan miss Cumberland.
De hotelier wist niet wat hij er mee aan
moost, maar ik zei: „Geef hier", en maak
te het open. Ik las: „Opzet gelukt, alle
aandelen in mijn handen." Ik snelde naar
de kamer van Ruth Cumberland en schoof
het telegram onder het ledikant. ,.Kom
maar te voorschijn", zei ik, „de zaak is
in orde."
„O.K.. boy", antwoordde ze. „Ik blijf
liggen tot vanavond laat. tot iedereen naar
bed is. Dan verlaat ik het hotel en ga naar
het meer. Zorg, dat jij daar staat, dan
gaan we samen met veel bombarie terug
cn trommelen iedereen uit bed. cn dan
moet Jij maar een verhaal verzinnen over
mijn verdwijning en over de manier, waar
op je mij hebt ontdekt."
DE zaak „Miss Ruth Cumberland" heb
ik dus tot klaarheid gebracht en sinds
dien kan er niets in het merengebied zijn
of ze komen Archibald Brown halen. Zo
ook met de vermissing van de twee gas
ten uit het kleine berghotel. Dit zijn hun
namen: Elly van Beveren, een jongedame
van 19 lentes, dochter van een schatrijke
oliekoning uit Nederland, en Bill Orley, een
Franse jongeman van 21, die een prijs had
gewonnen bij een opstelwedstrijd over de
Congo en nu het geld opmaakte aan het
meer. Dat waren de enige gegevens, die
de hotelier'me kon verstrekken. En dan
verder hoe hun verdwijning was ontdekt.
Dat kunt u zelf ln de aanhef van het ver
haal lezen.
Ik begon met de gasten een voor een te
ondervragen. Ik vroeg hun wanneer zij
de beide jongemensen voor het laatst had
den gezien, of ze een vermoeden hadden
ten aanzien van de verdwijning, of ze veel
in eikaars nabijheid waren gesignaleerd,
kortom «1 die vragen, die kunnen leiden
tot een aanknopingspunt. Maar niemand
wist iets.
Dat ls doorgaans het geval. Nooit weet
iemand lets. Als men toevallig iets weet is
het meestal nul en van gener <Vaarde
Daarom moet een chef van de recherche
steeds zijn hersens gebruiken en niets aan
het geluk overlaten, al speelt het geluk
uiteraard wel een rol.
Een uur lang sprak ik met de gasten en
dacht intussen diep na. Er was iets in de
zaak wat me niet beviel, zonder dat ik
precies kon zeggen wat dat nu was. Het
laatst was de hotelier aan de beurt. En
ineens ging er een lampje bij me branden.
Aha. dacht ik. aha, schurk, jou heb ik, en
zie maar. dat je loskomt. Hij vertelde met
veel ophef van de maatregelen, die hij
had genomen om de vermisten te vinder
En dat was fout van 'm. ziet u. dat was
helemaal fout. Ik dacht: Archibald, stel je
voor. dat jij directeur bent van een hotel
en er worden twee gasten vermist, wat zou
Je dan doen" Zou je dan ogenblikkelijk
alle kamers en het hotel van beneden naar
boven gaan doorzoeken? Ik dacht: Nee, Ar
chibald, dat zou Je niet doen. Je aou den-
„ik heb de t
vermissing
een week lang i
Stewart Jones
ken: eerst eens kalm afwachten.... twee
jongeluizelf ook jong geweestslip
pertje... vanavond komen ze wel boven
water. Waarom maakte de hotelier zoveel
kabaal? Omdat hij iets te verbergen had.
De zaak werd me hoe langer hoe duide
lijker, en toen ik hoorde en niet van
de hotelier, maar van de chef de recep
tion dat Elly van Beveren al haar geld
en sieraden aan hem ter bewaring had
gegeven, wist ik genoeg. En 's avonds
schreef ik mijn rapport voor de hoofdcon?-
missaris en vroeg hem machtiging om
tot arrestatie over te gaan. Dat arresta
tiebevel kwam direct daarop.
Ik had dus de hotelier zonder meer kun
nen arresteren, maar ik wilde de gasten
laten meegenieten van mijn overwinning.
Ik riep ze de volgende dag allemaal bij
elkaar in de lounge, nadat ik had laten
weten, dat ik opzienbarende mededelingen
zou doen. En daar zaten ze de volgende
morgen, een en al nieuwsgierigheid. De
hotelier wilde bescheiden de achterste
plaats innemen, maar ik nodigde hem uit
op de voorste stoel te gaan zitten. Ik ken
die grapjes. Even nog het begin afwach
ten en dan ongemerkt verdwijnen.
TK kuchte een paar maal en stak toen
T van wal. „Dames en heren", zei ik,
u mede te delen, dat ik de
de twee jonge mensen, die
ïw midden hebben ver
keerd. heb opgelost De
dader ls bekend en zal
zijn straf niet ontlopen,
zowaar Ik Archibald
Brown heet en chef ben
van de federale recher
che. Dadelijk zal ik hem
de boeien omdoen en
naar de gevangenis la
ten overbrengen. Wat
is er nL gebeurd."
Ik wachtte een ogen
blik om de spanning te
verhogen en ging toen
verder" „Op een avond
komt hier een aardig
jong meisje, dat beleefd vraagt of ze een
dag of veertien kan komen logeren. Ze is
overwerkt en moet rust hebben. Het hotel
lijkt haar aardig, het ligt aan een meer, het
is niet druk, kortom een ideale omgeving
voor mensen die over hun toeren zijn. De
hotelier zegt. dat hij een kamer over heeft
en het meisje. Elly van Beveren zoals u
weet. neemt haar intrek. De hotelier neemt
eerst weinig notitie van haar, maar als hij
merkt, dat ze schatrijk is, gaat hij zich
meer met haar bezighouden. Deze Elly van
Beveren maar wie zal het haar kwalijk
nemen maakt nl. een grove fout. Ze
vertrouwt mensen, die ze niet kent. Dames
en heren, laat de fout van Elly van Beve
ren een les voor u zijn. Nauwelijks heeft
de hotelier haar geld en sieraden in be
waring genomen of hij zint op een middel
om dat geld in handen te krijgen."
Een kreet van afschuw ging door de rijen
van de gasten. De hotelier sprong op met
een vuurrood' gezicht en wilde iets zeggen,
maar ik drukte hem weer terug op zijn
stoel en dreigde hem te zullen doodschie
ten als hij nog een woord zei.
„Om het geld van Elly van Beveren te
bemachtigen", ging ik door, „moest Elly
van Beveren verdwijnen. Gewoon verdwij
nen. Spoorloos. Reukloos. En hoe moest
dat nu gebeuren. U zult, dames en heren,
merken, dat de hotelier niet voor een gat
was te vangen. Hij begreep een ding goed.
Hij begreep en daarvoor moet ik hem
een compliment maken dat de politie
op een dwaalspoor moest worden geleid.
En om die reden moest er nog iemand
verdwijnen. Dames en heren, ik vraag u.
wat zou logischer zijn dan een jonge
vrouw en een jonge man gelijktijdig kksst,
kksst - - u begrijpt me wel, hè!"
Een van de dames viel flauw, en een
van de heren begon te schreeuwen: „Sla
dood die moordenaar!" Ik zei: „Pardon,
dames en heren, ik vertegenwoordig het
gezag, en ik zal mijn maatregelen wel ne
men. Luister even verder. Wat heeft de
schurk gedaan! Ik zal het u vertellen. Hij
heeft èn Elly van Beveren èn Bil Orley
vermoord. Wat hij daarna met hen heeft
gedaan is mij nog een raadsel, maar ik
zal er gauw genoeg achter komen. Ik
vermoed, dat hij beide lichamen in het
meer heeft gesmeten, verzwaard met lood
en ijzer. Morgen weten we meer, want
vandaag nog gaat de politie dreggen."
En toen verhief ik mijn stem. en zei:
„U en lk wees met uitgestrekte vinger
op de hotelier bent een moordenaar. Ik,
Archibald Brown, arresteer u in naam der
wet. Sta op en ga met me mee naar de
commissaris ter opsluiting in het Huis van
Bewaring."
ons verging. Hoe lk ook om stilte schreeuw
de, niemand luisterde. Eindelijk waren we
bij het kofferhok aangekomen. De chef de
reception opende de deur met een loper
TRADER HA ND heb ik nog eens gedacht,
■T dat ik toch wel over een buitengewone
koelbloedigheid beschik. Want op het mo
ment. dat de deur werd geopend, rolden
er, hullend en lachend tegelijk, twee men
sen uit. Ja. ja, u weet het wel. Elly en
Bil. „Ha, riep ik, daar is het bewijs. Hij
heeft zijn slachtoffers niet eens dood ge
maakt, hij heeft ze opgesloten om ze de
hongerdood te laten sterven. Kinderen, hoe
gaat het jullie. Ik, Archibald Brown, heb
jullie het leven gered. Laat ik jullie aan
mijn hart mogen drukken...."
Toen was het alsof ik een dreun op mijn
hoofd kreeg. Het meisje Elly klemde zich
vast aan de jongen Bil en vroeg angstig,
terwijl ze op mij wees: „Wie is die gek?"
Het was ineens stil in de kelder. De hote
lier rukte zich los en ging vlak voor mij
staan, schreeuwend: „Jou klaag ik aan bij
de procureur-generaal, wegensIk
kon hem niet verder verstaan want ineens
keerden allen zich tegen me, razend en
tierend. Ik vroeg aan Elly: Wilde de ho
telier jullie dan niet vermoorden? Ze be
gon te huilen. Bil nam haar in zijn ar
men en zei: Stil maar schatje, stil maar.
Maar hoe komen jullie dan in die kast?,
vroeg ik verbaasd. Ach man, bazel niet,
zei Bil. Toen het gisteren begon te onwe
ren en de ene slag op de andere volgde,
zijn Elly en ik in de kast gekropen, om
dat ze zo bang is van onweer. Maar de
deur is in het slot gevallen en we konden
er dus niet uitkomen, hoe we ook riepen-
en op de deur bonsden. Maar wat is er
aan de hand, feitelijk!
T~\E procureur-genera al moet razend op
me geweest zijn, hoorde ik later. Hij
wilde me op staande voet uit de politie
dienst ontslaan, maar vanwege de zaak
„Miss Ruth Cumberland" mocht ik blijven.
Ten slotte is alles toch nog goed gekomen.
Ook met de hotelier. Een jaar lang heb
ik hem in het ziekenhuis elke vrijdag be
zocht. Hij moest nl. naar .fyet ziekenhuis
om wat op verhaal te komen. En Elly en
Bil heb ik bloemen gestuurd, toen ze
trouwden. En ze schreven me een allet-
aardigste brief terug. Want als ik niet was
overgegaan tot arrestatie van de hotelier
en als hij niet had getrapt en geslagen,
waren we er nooit toe gekomen hem in
het kofferhok op te sluiten en dan hadden
we ook nooitZo ziet u, een chef van
de recherche moet altijd zijn hersens ge
bruiken, al speelt het geluk af en toe wel
eens een rol.
MURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
64. ,IZ.OTg, dat je achter het stuur komt", nen." De olifant blaast met zijn slurf
zegt Olifant, als hij Benjamin beetpakt achter de auto aan, Benjamin start en in
en met een zwaai van zijn slurf in de volle vaart rijdt hij weg. „Dankjewel voor
auto tilt, „de kolen zijn opgeruimd, je je hulp", roept hij nog eens achterom. En
kan nog gemakkelijk de wedstrijd win- daar gaat hij, snel als hij kan. „Daar is
toch weer die Benjamin Konijn", zegt
Leo verbaasd, als hij omkijkt. „Hoe be
staat het." ,iHier kom ik al aan, Leo, ga
opzij, want ik ga je voorbij", roept Ben
jamin overmoedig.
65. En het gebeurt nog zoals hij zegt
ook, want juist een tiental meters voor
de eindstreep vliegt Benjamin Konijn zijn
tegenstanders in volle vaart voorbij. .Hier
ben ik Murr", roept hij, „neem me niet
kwalijk dat ik dat touw kapotgereden
heb." „Dat geeft niets, dat is immers de
eindstreep", zegt Murr, „jij hebt gewon
nen, Benjamin". Meester Uil kijkt met een
geleerd gezicht in zijn papieren en zegt
dan „Benjamin Konijn is als eerste aan
gekomen en heeft dus de wedstrijd ge
wonnen en daarmee de reis naar Zuid-
Amerïka." Maar Leo springt uit zijn wa
gen. ,flebt u gezien, dat Benjamin met
het stuur van een boot gereden heeft?
Mag dat wel?"
schreeuwde ik,
het recht, grijp hem.
laat hem niet ontsnap
pen. Hij zou nog meer
onheil kunnen aan
richten."
Alles wat man was
wierp zich op de hote
lier, die. als ik niet
tussenbeide was geko
men. was gestikt onder
zoveel kilo mensenvlees.
Zes man moesten hem
vasthouden, zo ging hij
te keer. De aderen op
zijn voorhoofd waren
gezwollen en zo dik
alsof zü op het punt
stonden te springen. Hij
wou wat zeggen, maar
kon niets uitbrengen.
Het liet zich aanzien,
dat ik alleen niet in
staat zou zjjn hem over
te brengen, en daarom
stelde ik voor hem op
te sluiten in het zg.
kofferhok ln de kelderr,
dat volgens de chef de
reception al lang niet
meer werd gebruikt.
Met ons allen gingen
we de trap af naar de
kelder, de hotelier nu
eens sleurend, dan weer
duwend of trekkend.
Want hij wou niet! Het
werd in de kelder zo'n
geigü, dat horen en zien
de benen. „Men-
Meester Uil begint al weer te twij
felen en kijkt in zijn papieren, maar me
vrouw Leo komt er nu aan te pas. „Foei,
Leo, ik weet zeker, dat je onderweg een
heleboel gemene streken hebt uitgehaald.
Zwijg nu maar, jongen, want ik wil er
niets meer over horen. Je hebt nu je kans
gehad en Benjamin heeft gewonnen." Ze
trekt haar zoon aan zijn oor en even later
haalt ze een grote bundel bankbiljetten
te voorschijn en zegt: „Benjamin, jongen,
kom eens hier, dit is het geld voor de
laar Zuid-Amerïka en hartelijk ge
feliciteerd met je overwinning". De an
deren roepen hoera. „En als troostprijs
ik kleine Leo graag met jullie mee
Zuid-Amerika willen laten gaan",
zegt mevrouw Leeuw tot grote ontstelte
nis van de anderen.
(Vervolg)
De aanwezigheid van de boven haar knieën
grote jongen scheen haar Y®*™rk'
gerust te stellen. Enrico
bij het stenen kasteeltji
neergeknield, gaf een bete
re vorm aan de gracht,
bouwde
hem stond, nat tot
haar buikje. Ze sloeg
bet£ met de handen op het wa-
pletste glinsterende
dammetje dat te druppels in zijn gezicht Hand
hem wees en het
liefst zou hij zich tussen de
nog rotsen verstopt hebben. Nu
ze zou die blonde dame na
tuurlijk weer boos worden
en zich nogmaals gaan be
klagen bij zijn vader. Het
zat hem wel tegen vandaag.
onmiddellijk een waterval
vormde wanneer het kind er
haar emmertje boven leeg
gooide. Het meisje was op
getogen. Ze rende steeds
sneller terug naar de zee,
schepte haastig haar em
mertje vol, goot het slor
dig boven het dammetje
uit, rende weer weg. Een
maal kreeg Enrico de vol
le laag over zijn rug. Heer
lijk fris was dat! Hij her
innerde zich opeens zijn
rlangend
keek hij
blokken
lijk kon afduiken
Pats.
ter
moedwil. Enrico rilde
hoorde het kind schateren.
Hij zag. hoe ze r
water rende, haar
scheen al haar angst meisje i
Een kwartier later speel-
?n ze tikkertje. Telkens
ndje uit de als Enrico bescherming in
heer- het water zocht, volgde het
de richting van de
kampingang. Daar sproei
de de douche. De moeder
ging er onder staan om het
zout van zich af te spoelen,
ze wenkte het meisje, dat
na enige aarzeling ook even
de stralen over haar rug
liet glijden maar toen met
lachende kreetjes weer te
rugsprong. De moeder lach
te ook. Naar Enrico keken
ze nu geen van beiden meer.
Enrico begreep dat het
te laat was geworden om
nog te gaan
zijn rug. Nu deed bem
die kleine heks het met heen. Haar lange haar
- hing in natte slierten om
haar gezichtje, uit haar
het speelpakje dropen de straal
„o*.- ner tjes water, ze was nu een
vulde en op hem toekwam, echte waternimf.
hem toen hij hen in hun tent had
verdwijnen, ging hij
naar de kampwinkel om
daar verder te helpen. Het
was nu ongeveer vijf uur,
dan werd het altijd zeer
druk. De bakker had juist
drietal volle korven
Inge! hoorde hij op
eens een koele stem. Ge
schrokken keek hij naar de broodjes afgegeven
Nou, nou, dacht hij. kant waar de grote, blonde kampeerders verdrongen
Zijn donkere ogen fonkel- vrouw in badpak stond. Het zich
den. Hij sprong 5p en deed meisje, tot aan de heupen
o, hl) 'halr.wV pakken. „Richie
haar dropen, keek ook om.
Mamma'
Kraaiend holde ze weg.
de richting van het water.
Enrico schoot haar voorbij,
liet zich languit vallen en
draaide zijn lachende ge
zicht naar haar toe. En
toenwarempel, ze
de toonbank. Met
£™mUPd!l gebarentaal gaven re Enrt-
hun bestellingen op. In
vuur van zijn pogingen
zich met het afrekenen
Ze rende naar de kant. niet te vergissen vergat hij
el haar moeder in de a
praatte, praatte.
Enrico zag, dat het i
zijn kleine vriendin.
(Volgende i
irder)
ONZE BRIEVENBUS
Dag neven en nichten,
Hoe maken jullie het allemaal?
De meisjes en jongens die al vakantie hebben gekregen treffen het, wat
het weer betreft, nog niet erg. Windjack's en regenjassen kunnen nog niet
thuisblijven, we hebben ze nog hard nodig. Maar al wil buiten de zon nog
niet zo heel erg schijnen als hij dan maar binnen schijnt, dat is de hoofd,
zaak. Hebben jullie nog veel gezwommen al was het dan wat koud weer?
Leuk was het, dat ik deze week al verschillende rapportcijfers kreeg. Alle
maal hartelijk bedankt en gefeliciteerd, hoor! Vergeten jullie niet je ge
boortedatum in de brief te schrijven?
De oplossing van de vorige puzzel is: (A) Alva, park, glad, Lava.
(E) erwt, leer, fles, drie. (O) olie of oven, post. snor, stro.
De hoofdprijs krijgt John v. d. Heiden. De troostprijzen gaan naar Leny
en Peter Hebly en Greta v. d. Kaay.
Er zijn weer jarigen, hoera hoera. Joop v. d. Berg, Nico Bezemer,
Jcnneke Cornet, Nellie v. d. Eijk, Sjani v. d. Graaf, Elly v. Noort, Hans
Olieslager en Corrie Spaanderman, jullie worden hartelijk gefeliciteerd
de neven en nichten.
We gaan nu eerst de brie
ven beantwoorden, die verle
den week zijn blijven liggen.
Geweldig, dat jij de 12 km.
Rotterdammermars hebt gelo
pen, Theo Hamoen. Had jij
geen blaren? Een héél pretti
ge vakantie, Theo! Llda
den Hartog, schrijf jij de vol
gende keer een lange brief?
Jullie gaan dus deze week met
vakantie Leny en Peter Hebly.
Dat is leuk, al die konijntjes.
Zullen jullie ze goed verzor
gen? Jammer dat jullie nu
thuis moeten blijven John v. d.
Heiden. Maar hoofdzaak is,
dat mamma weer gauw thuis
komt, vind je niet? Fijn, dat
jij voor het toelatingsexamen
geslaagd bent Peter Herweij-
er. Wanneer krijg jij vakan
tie? Jouw mamma heeft je
maar verwend, hoor. Saartje
v. d. Heuvel! Welk zusje was
er jarig? Ja. het water is nog
erg koud. Dat zal een ge
weldig feest worden Jennie
v. d. Heuvel. Moet jij ook mee
doen met de optocht? Be
dankt voor het leuke gedichtje
Ria v. d. Heijden. Is je baby
doll al af? Jij hebt goed je best
gedaan, hoor! Jan Bertus
van 't Hof, doe jij er de vol
gende keer een brief bij?
Ben jij weer beter Anneke
Hoornweg? Tante Jos vindt
zwemmen ook heerlijk. Leuk,
dat jij op de boerderij gaat lo
geren. Kan jij ook koeien mel
ken? Heb jij al vakantie
Tineke van Hil. Ik miste jouw
brief. Joke Janse, heb jij nog
meer broertjes en zuwes?
Wat heb jij een lang school
reisje gehad. Wel liefst drie
dagen! Was het leuk in de
jeugdherberg? Kinderen die
vragen worden dat weet je
beurt hebben. Hoe oud is
Nelleke nu Jannie de Jong?
Een wat vreem-
de puzzel, vinden IIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIII
jullie niet? We
zien alleen maar
blanke cirkeltjes
en cirkels die be
drukt zijn. De be
doeling is, dat jul
lie in de blanke
cirkels 6 woorden
invullen die ein
digen op een R.
We beginnen bij
voort. De woorden
moeten dus pre
cies kloppen met
het aantal cirkels.
Hier volgen de
gegevens:
1. Vrucht van een
boom, 2. Zintuig
van het gehoor, 3.
Een zuivelpro
duct, 4. Klaproos,
5. Een ouderwets
voertuig zonder
wielen, 6. Schiet
wapen. Oplossin
gen moeten voor
dinsdag 19 juni
worden ingezon
den.
Vind jij typen een leuk werk?
Heb jij woensdag een leuke
dag gehad, Gert de Jong? Hoe
vond je Madurodam? Is je
zusje al beter, Jan de Jong?
Jij hebt wel genoten op Schip
hol met al die vliegtuigen, hè.
Kan jij mooi toneelspelen
Greta v. d. Kaay? Speel jij
ook blokfluit? Wat hebben jul
lie het bont gemaakt in Steen
voorde. Hoe, maak jij de
schilderijtjes Anie van Kleef?
Is het een leuk werk? Wat
zaag jij allemaal Jan Kees
van Kleef? Oude ansichten
met kinderen er op heb ik
niet. Jan. Fijn, dat je naar de
Landbouwschool gaat. Waar
hadden jullie de tent van ge
maakt Marijke Klerkx? Dat
is leuk, zo'n klein babietje.
Jullie hebben dus toch nog
fijn pootje kunnen baden,
Jan Kraak. Vind jij ezeltje
rijden leuk? Hoe is het met
oma? Wanneer gaan jullie
kamperen Phili Krcbs? Ga jij
vaak in zee zwemmen? Jij
hebt verleden week wel erg
genoten van het politiefeest,
Bertje v. d. Kruk. Deden de
Hennie Kuipers, van jou ver
wacht ik de volgende keer een
lange brief. Tante Jos heeft
een fijne vakantie gehad Nel-
He Lambinon. Leuk, dat jij pa
pa's stoel had versierd. Veel
plezier in Bolnes, hoor! Het
Mastbos is erg mooi Jetje
Leenheer. Zijn jullie niet ver
dwaald? Waren de foto's
mooi? Geweldig, dat jij een
horloge kreeg Ad van Leeu
wen. Heb je de boekjes al uit?
Het wegje in het koren, is een
mooi boek Doe jij er de
volgende keer een briefje bij
Ries Legerstee. Heb je don
derdag een prettige dag ge
had. Ria v. d. Lelie? Is pappa
erg verwend? Heb je je nieu
we jurk al aangehad? Vind
jij het leuk op de boerderij,
Ineke Leune? Ja, dat is een
mooie plaat v.an 4 x Z.N.
Hoe heet jouw broertje van
zes jaar, Arjan van Loon?
Annelientje vind ik een mooie
naam. Hoe hebben jullie die
Gruto gevangen, Henk Meer
kerk? Gelukkig, dat je hem de
vrijheid weer hebt gegeven.
Kan jij goed paard rijden Nel
Mes? Heel veel plezier in Ois-
terwijk, hoor! Herman No
bel, jij deed er geen briefje
bij! Wat wil jij later wor
den Jannie Notenboom? Waar
heen gaan jullie 3 augustus,
Jannie en Klement Noten
boom? Jan Nuyt heb jij
geen cijfer voor taal gekre
gen? Leuk is het aan de Vlaar-
dingse vaart. Ga jij vaak
sen? Wat heb jij m
slingers gemaakt, Rietje Nuyt.
Ga jij wel eens zwemmen in
het Kolpabad? Ineke van
Oosten schrijf jij er de volgen
de keer een briefje bij?
Hartelijk welkom Kees Op
meer. Heb jij broertjes en
zusjes? Robbie den Ouden,
heb jij al vakantie gekregen'
Hoe is het met je broer? Wil
ly Paans, waarom kreeg ik geen
briefje van jou? En van
ook niet Dick v. d. Poort.
Gefeliciteerd met het behaalde
succes, Henrlëtte Pruim. Har
telijk gefeliciteerd met mam
ma's verjaardag. Het is dus
groot feest vandaag. Spoorzoe
ken is erg leuk. Wat leuk,
dat jullie die boekbinderij
mochten bekijken, Jacob Jelle
en Jaqueliene Pruim. Lusten
jullie graag bitterballen?
Hennie Ramaker deze week
miste ik jouw brief. Wanneer
ga jij met vakantie? Wat
jij hebt ingevuld was heel best
Margriet Rietveld. Vond je het
verder te moeilijk? Is je rap
port meegevallen? Hartelijk
bedankt voor je gezellige brief
Karin de Roo. Heeft Rudy het
naar z'n zin gehad? Onder
wijzeres vind ik een mooi be
roep. Heel veel plezier in Drie
bergen, hoor! Hoe gaat het
met je, Riekje Rosenbrand?
Mag je al weer naar buiten?
Hartelijk bedankt voor jo
mooie tekening. Ga jij nog lo
geren? Van jou kreeg ik
ook weer van die gezellige
brieven Helmi de Ru. Jouw vo
rige brief was te laat. Als je
brief naar Den Haag verstuurd
moet hij nog doorgezonden
naar de Zondagsbladredactie.
Tante Jos moet in elk geval
de brieven vóór woensdag in
haar bezit hebben. Hoe is het
met Josje z'n kin? En hoe gaat
het met de bollen en Donald
Duck?
Jongens en meisjes de let
ters S t.m. Z zijn deze week
weer aan de beurt. Zorgen jul
lie er voor dat de brievenbus
helemaal vol komt? Allemaal
sen prettige vakantie en tot de
-oigende week,
TANTE JOS.