jakoba mim Winkelcentra: PUZZEL VAN DE WEEK Problemen die ons bezig houdenèn Pinksteren ER UIT GELICHT «i m II ff i m M M K 9 ^ÜI émk P] O O B 1 SP P i! W i B s i i -§§ ij§§ B B I it 1 HH yj M i 11 'SI w lp? m i? w M ff *1 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 4 JUNI 1960 ge week deelge nomen aan een internationaal „Winkelcentrum- Congres", dat onder de auspiciën van het Zweedse instituut voor kulturele betrekkingen met het buitenland werd gehouden in Stockholm en in Lulua. Er waren meer dan tachtig deelnemers uit Zwitserland, West-Duitsland, Zweden en Nederland, allemaal des kundigen op het gebied van de stedebouw, burgemeesters, archi tecten en specialisten uit de kringen van warenhuizen, grootwin kelbedrijven, de middenstand en het bouwwezen. Voorspeld werd, dat in de komende tien jaren de koopgewoonten in Europa (en van de Europese landen in Nederland niet het minst) nog drastischer zullen veranderen en het creëren van winkelcentra, waar de huisvrouw (en ook haar man) op één centraal gelegen punt al les kan kopen, wat in de huishouding nodig is. het antwoord op vele problemen ffifbontM Toen ruim tien jaar geleden de zelfbediening schoorvoetend haar intrede deed in Nederland, was men vrij algemeen van me ning, dat dit in ons land geen succes zou worden. Dat was iets voor Amerika. De pessimisten vergaten, dat uiteindelijk niet de eigenaar van de winkel bepaalt waar en op welke manier de klant koopt. Dat doet de koopster (koper) zelf. En meer en meer ging de huisvrouw kiezen (evenals haar Amerikaanse zusters) voor het zelfbedieningssys teem De ontwikkeling bleef echter niet stilstaan, want de klant liet duidelijk merken, dat zij er veel meer voor voelde alles onder één dak te kopen en de winkeliers gin gen gaandeweg hun assortiment uitbreiden. Dat bracht weer met zich mee, dat de winkeloppervlak te al spoedig te klein bleek te zijn en het Amerikaanse idee „Super- markets" werd hier en daar over genomen. Toch bleek ook hier de oplossing nog niet te liggen, want door de enorme toeneming van het auto verkeer raakten de binnensteden verstopt. De klanten konden htm auto's niet meer parkeren en gin gen hun inkopen elders doen. Zweden Vooral in Zweden, waar nu het congres werd gehouden, werden deze problemen grondig bestu deerd en de uitspraak, dat men door een bezoek aan Zweden een reis naar de Verenigde Staten kan uitsparen, bleek veel waar heid te bevatten, want Zweden bleek zeer ver gevorderd te zijn met het. aan de traktijk toetsen van hetgeen theoretisch bekend was. In vele Zweedse steden zijn ..shopping-centers" verrezen. In het centrum van Stockholm is voor dit doel een complete stads wijk afgebroken. Daar werden 55 gebouwen, 480 woningen, 23000 m2 kantoorruimte, 13 hotels. 8 scholen en een kerk met de grond gelijk gemaakt. In de plaats daar van komt een groot winkelcen trum met vijf wolkenkrabbers van 18 verdiepingen, een waren huis en ca. 90 winkels. Een grote ondergrondse markthal is reeds Groot Op het congres werd men het er over eens. dat een winkelcen trum wil het aan zijn doel be antwoorden een verkoopopper vlakte van enkele duizenden vier kante meters moet hebben, een groot parkeerterrein moet bezit ten, en voorts een assortiment aan artikelen dient te verkopen, waardoor aan alle eisen tegemoet kan worden gekomen. Deze op Amerikaanse leest ge schoeide winkelcentra (compleet met benzinestations, postkantoor, reisbureau e.d.) zag men voor Europa het gemakkelijkst verwe zenlijkt in de voorsteden of tus sen twee plaatsen in. In het ka der van binnenstadsanering zag men in het daar bouwen van winkelcentra onoverkomelijke be zwaren, vooral omdat daar veel al de parkeer mogelijkheden per manent ontbreken. Hier ook Overigens gaat men ook in Ne derland steeds meer over tot het bouwen van winkelcentra (wel licht nog niet zo groot als de con gressisten dat wel zouden willen en ook niet allemaal onder één dak) maar wij kennen toch al ve le plaatsen in onze eigen omge ving, waar de winkelende huis vrouw maar enkele stappen be hoeft te lopen om alles van haar gading te kunnen vinden. Nog een interessant facet van het congres was de conclusie, dat, zoals in Amerika al vele jaren gebruikelijk is, De ouwe geit is reeds oorlog, wanneer Jeanette op het gymnasium komt. Toelatingsexamens zijn helemaal niet gehouden, maar binnen een maand weet elke docent dat er tenminste één meisje is, waaraan hij zijn wijsheden grif kwijt kan. Omdat ze haar nooit eerder gezien hebben, beseffen ze niet hoe ze een enorme gedaanteverwisseling heeft ondergaan tussen lente en najaar en dat er van de dorpse Koba niets is overgebleven. Ze zien een geïnteresseerd kind, zeer be heerst, dat met koele, blauwe ogen alles in zich opneemt, misschien 'n tikje te taxerend. Uit de praktijk van een MAATSCHAPPELIJK WERKSTER „Hè.. zegt de rector. Hij gelooft zijn eigen Hij weet heel best dat opstandige kinderen hun leraren i dachten en onderling vele fraaie namen toedelen, maar z< gen die niet ter kennis van het hoogste gezag te brengen. Bo- dien staat bijna denk. lc kan zulke kreten toch niet slaken! Hij laat zijn blik nog eens onderzoekend over de meisjesge stalte heenglijden: is ze werkelijk zo screen als ze zich voordoet? Hij ziet opeens de fel kloppende ader in haar hals; hij ziet ook dat haar blauwe ogen de grootste moeite hebben om met te verraden wat er in haar leeft. En hij is een opper- matig wijs rector. Dan glimlacht hij: „Je moet nooit iets op iemand verhalen, die er part noch deel aan heeft", zegt hij. Dan word je de wolf voor de zeven geitjes Hij blijft in de stijl van de beeldspraak. „En zoek iemand waartegen je je grieven kunt spuien!" adviseert hij er achteraan. „Je kunt gaan. wolfje!" r 't eerst dat iemand WIJKPREDIKANT. Het nieuwe stadsbeeld van Stockholm vertoont zich hier in zijn moderne opbouw. Naast het oude concertgebouw met de beroemde fontein van Carl Milles zijn hier al twee imposante wolkenkrabbers verrezen. Er sullen hier nog drie tan deze gebouwen komen, waarmede de gereed koming van het Shopping Centerin 1962 zal zijn bereikt. den. Men denkt in dit verband aan later opening en later slui- 1 op het congres de ting van de winkels. In de buitenwijk Farsta, 10 km ten zuiden van Stockholm, is een reus achtig centrum t-an 70.000100J100 inwoners in aanbouw. Hypermoderne winkels en tcarenhuizen zullen reeds spoedig voor het publiek kunnen worden geopend. Deze maquette laat zien hoe dit uiteindelijk zal worden. yE zien ook dat ze iets pril- Zj volwassens over zich heeft, maar waarschijnlijk schrijven ze dat toe aan een al jeng ontlui kende vrouwelijkheid. Een nau wer opmerker ontdekt dat ze zich wat afzijdig houdt, net alsof ze de anderen wat beneden haar waardigheid vindt in wezen jf omdat ze zichzelf niet helemaal veilig voelt. Verder tot kerstfeest niets dan lof. Negens en tienen bij de vleet en dat zonder zich ö- ergens druk over te maken. g De pleegouders merken meteen nog iets anders: Jeanette wil niet naar huis. De eerste avonden heeft de vrouw gedacht: ze zal vast last van heimwee hebben. Ze heeft het kind ge- knuffeld en nog eens stevig ingestopt, als ze op bed lag. Dat dit de hele Jeanette nog nooit van haar levensdagen overko- men is beseft ze niet; ze weet niet dat thuis de zusjes samen te kooi kropen en al blij waren dat ze op 'n hoopje die warmte vonden die de afgesleten dekens niet direct verschaffen konden. Wat weet de vrouw trouwens van kinderen af: ze heeft die zelf nooit gehad. Maar ze koestert Jeanette als een enig ooilam, ö- en uit de kleine ceremonie van toedekken en welterusten zeg- gen groeit een spiksplinternieuwe traditie. Waarbij dan als pure verrassing komt, dat Jeanette niet van plan blijkt om week- j). ends thuis door te brengen, dat ze de herfstvacantie in de stad prefereert boven eentje op het land, en dat ze uiteindelijk met g hangende pootjes tegen kerst naar huis gaat, omdat ze er niet onderuit kan. „Maar kind zegt de pleegmoeder dan ze T zijn al vertrouwelijker geworden „Is het dan niet heerlijk zo met kerst? Een kerstboom... ze wil allerlei vreugden i op sommen. „We doen thuis niet aan kerstbomen!" zegt Jeanette en er schemert iets van wrok en opstandigheid door. Zij 't dan ook alleen door 'n vage ondertoon van haar stem, cl 'n klein gebaartje van haar hand, of ze 'n lastige wesp ver- in jaagt. De pleegmoeder ziet het en hoort het. Ze onthoudt het ook, en dat is haar later van nut Als Jeanette in het nieuwe jaar terugkomt, lijkt er niets ver- T;- anderd. Ze is laconiek en behéerst als sieeds, alleen zorgt ze -- de tweede week voor een verrassing: ze heeft voor godsdienst- g onderwijs een verplicht vak op die school niet alleen niets uitgevoerd, maar ze geeft de bejaarde predikant zo'n grauw ten antwoord dat de klas zich in de gebruikelijke wan- orde stort en de dominee zich later bij de rector beklaagt. Die ontbiedt Jeanette en veegt haar aartsvaderlijk de mantel uit om tenslotte te zeggen: „En laat dat nooit wéér voorkomen. nietwaar-*!" Zo besluit hij al zijn peroraties en het is vanzelf- xj. sprekend dat een schuldig kind dan zoet „Nee meneer!" zegt. 5" Jeanette evenwel zegt: „Die ouwe geit kan barsten!" i niet. jj. KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1. uitroep ter aansporing. 3. vogel, 7. vaarwel, 10. jongensnaam. 11. hoofddeksel, 12. rivier in Rusland, 14. slede, 15. uitgedoofde vulkaan op de grens van Soerakarta en Mandioen, 18. Hamitisch volk in en ten Z. van Abessinië, 20. houten bakje, 21. danspartij, 23. gesloten. 24. krijtgebergte op Kreta, 25. Duits schil der en beeldhouwer, 27. gewicht. 29. provincie v. Eng. Ind. a. d. mond van de Indus, 31. wang, 33. spil van een wiel, 34. na dato (afk). 35. muzieknoot. 36. de oudste <afk), 37. vlug, 39 heuvel bij Grisee. 41. vriend <Fr), 43. oorzaak, 45. scharnier (Z.N.), 47. be kend dier, 49. gem. in N. Brab., 50. gem. in N. Brab., 51. gem. in Z.H., 53. dorp in Gelderl.. 55. maanstand. 56. bijwoord, 58. voor zetsel, 59. bijwoord, 60. steen, 61. kleur, 62. meisjesnaam. Verticaal: 1. doortochtgeld, 2. rang, 3. bijwoord. 4. voegwoord (Fr). 5. bekende afkorting, 6. plomp, 8. gem. in Drente, 9. tijdre kening. 11. speelgoed, 13. doorweekt. 16. dauwachtige bedekking. 17. stap, 19. salaris. 21. slaapt men op, 22. water in Nederl. 24. oude Lat. bijbelvertaling. 25. beneden, 26. beroemd Fr. beeldhouwer, 28. zijtak Havel. 30. zijtak Donau, 32. lichaamsdeel 37. stad en rivier in het gouvernement van Sumatra's oostkust, 38. onderricht,. 39. lste boek van Mozes (afk.). 40. bijrivier van de Oker. 42. gemaal van Isolde. 44. soort hond. 46 stad in Duitsland. 48. prang, 50. aardsoort. 51. zwemvogel, 52. deel van een blad tussen twee insnij dingen, die niet tot het midden gaan. 53. baan - M 9. de. 10. gezel. 12. dl. 13. me 15. Didam. 17. mui. 18. aha. 19. net. 20 Ans. 25. na, 26 is, 28 Varik, 29. en, 31. logos, 32. eg. 33. fa Del. 34. wei. 36 alk, 37. pro, 30. fee. 44 le, '.6. Gd. 48. P il- ma. 30. oester, 51. on, 52 s.l., 54 eender, 55. Hedel. 57. gom, 58. erf, 60. Aar, 61. Ilm, 63. ober, 67. in. 68 E.K., 70 MO, 71. nn. 73. ga, 74. k.o. INZENDINGEN Inzendingen worden vóór donder dag a.s. op ons bureau verwacht Oplossingen mogen uitsluitend op briefkaart worden geschre- Horizontaal: 1. Samos. 6. hor de. 11. las. 12. dam. 14. moe. 16. em, 18. Almen, 20. a.i., 21. Zurich. 22. Egmond, 23. ei, 24. An. 26. it, 27. sa. 28. vee, 30. als. 32. elf. 34. W.A., 35. na. 37. P G. 38. af. 40. werk. 41. leger. 42 Abel. 43. li. 44. L.K., 45. Jg. 47. Ee. 49. koe, 51. Oss, 53. del. 56. Ag. 58. en, 59. la, 61. ie., 62 Losser, 64. Arnold, 65. mm, 66. fiber. 69. me, 70. men. 72. nek, 73. gek, 75. Borne, 76. baron. Verticaal: 2. al. 3. marine. 4. os, 5. dame, 7. om, 8. rommel, ven. In de linkerbovenhoek »<=»- melden: „Puzzeloplossing". Er zijn drie prijzen: een van 5,— en twee van 2,50. Er zijn in de wereld veel dingen, die ons min of meer intensief kunnen bezig houden. Van de vele problemen is de rassendiscriminatie er een van, een pro bleem, dat al oud is, maar dat toch steeds weer ingrijpend actueel blijft. De afgelopen weken kreeg ik van enkelen van jullie reacties hierover. Zowel een stuk proza, als een gedicht kwamen binnen en daar wil ik nu vandaag een deel van onze rubriek mee vullen. Tevens vind je twee Pinksterbijdragen. Het openingsstuk werd geschreven door Arie Gelderblom (uJ.o. 14 en uit Nieuw Lekkerland). Hij noemde het: Hij was vergeten, dat hij zwart was Daar hing het bordje, zo maar tussen de andere met op schriften als „Om 2 uur ge sloten" en „Wij verkopen alco holische dranken" in. Doch daar lette men niet zo op. men keek alleen maar naar dat witte bordje met de oven- zwarte letters. Behalve hij. Hij zag het niet, want zijn lip pen smachtten naar whisky, al leen naar whisky. Daarin lag zijn wereld, waarin hij de vlakte van de heerlijke vergetelheid vond, de vergetelheid, die hem volkomen losmaakte van de her innering aan slagen en zijn be spuwde gezicht In de diepte op de bodem van de whiskyfles wist hij het paradijs van zijn verlangen, want daar zag hij Ook in een andere vorm ontving zoals hierboven al gezegd ik iets over de rassendiscriminatie. Deze in zending is van „Barbro". Christus wordt weer gekruisigd (For Europeans only) Ga weg jij, zwarte smerig zwarte jij bent te dom om te eten in de kerk. Geen zwarten weg vuile roetmop j\j bent de dood de zwarte dood die te dom is om met de duivel te dansen. J\j hebt geen God die is voor ons blanken EDEL-BLANKEN wij hebben het Kruis in onze vlag. Als zij niet weten wat zij doen, wilt Gij het hen dan vergeven? hoe wit en zwart elkaar aanke ken met ogen, die allegorisch liefde uitstraalden. En ook voel de hij daar harten, die tintel den van verlangen naar liefde, naar een suikerzoete omhelzing. Opeens leek het of het verlan gen van zijn hart werd bevre digd, of er een hand door zijn verwarde kroesharen streek. Toen hij ongelovig opkeek zag hij ogen, die hem vriendelijk toelachten en riepen, dat hij nog dichterbij kon komen, drin ken. Hij gehoorzaamde en zijn stem vroeg om de witte vlakte, die voor het raam stond en hem steeds meer lokte. Wat? Waarom lachten ze nu? Hij ging toch naar een andere wereld? Waar was nu die hand. die over zijn haar had gestre ken? Het beeld vervaagde tot een witte, keiharde vlek, een vierkante plek: het bordje met letters nog zwarter dan hij. Zij riepen met bloeddoorlopen ogen en overslaande stem. Ze brul den „Verboden voor honden en negers". Dreunend weerklonk het in zijn oren, hij kreunde en viel. Totdat men de whiskeyfles op hem kapot sloeg en hij stierf zonder te weten dat de laatste druppel tot in de diepte van de bodem wegvloeide als onschul- ARIE GELDERBLOM. Pinksteren Voor de Pinksterbijdragen zorgden twee Rotterdammers en wel Kees Visser (22 en kantoor), die dit stukje zond, én G. van Beuzekom, die het gedicht schreef. De mislukte topconferentie ligt weer achter ons. Prominen te figuren kwamen samen om te bepalen naar welke kant de weegschaal in de toekomst zal doorslaan: oorlog of vrede. Nog vóór het grote ogenblik zou aanbreken, waarop een hel dere geest dé oplossing kon brengen, bleek een bekrompen geest het politieke kluwen tot een onontwarbaar geheel te hebben gemaakt. Men trok aan alle kanten aan de draad met als enig resultaat dat de knoop steeds groter werd. Zo ging men naar huis, ont moedigd en gedesillusioneerd; de menselijke geest en het menselijk vernuft waren tekort geschoten. De wereldpers zei: „Slechts een wonder kan de koude oorlog veranderen in een vreedzaam naast elkaar bestaan". En nu komt dit wonder: een briljante geest, die de gedach ten leidt en de woorden onder controle houdt, biedt zich zo maar aan. Even slechts hoeft deze geest het politieke nul punt te beschijnen en de weeg schaal slaat door naar de kant van de vrede. Slechts één ding is nodig om de hulp van deze geest te ont vangen: men moet er in gelo* Als men in dit geloof zijn ze tel bij een volgende topconfe rentie inneemt, zullen de ber gen van het verzet vreedzame dalen worden en het ijs van de koude oorlog zal versmelten in de warmte van die éne wer kelijk Grote God. Veni Creator Spiritus Zij zijn opgestaan om te bidden in de wachtkamer van het geloof. Maar God verkiest hen te profeteren. Zij voelen de taal zich schakeren op hun tongen. Hun lippen vormen de Naam Hun spreken is als het orgelruisen van de glazen zee (P.S. Wat je vraag betreft van B.: die heb ik doorgege ven aan de redakteur, die hier over een beslissing neemt. Je hoort wel wat). Zo maar wat bloemen van daag, aangeboden door Ada Benting (uit Coevorden). Yvonne Elshout (19, Den Haag en kantoor) is vandaag vertegenwoordigd met twee gedichten. Namelijk: Liat en jij jij noemt mij liat zoete wijn stroomt door de straten en over de muren van het duindorp zie ik l ui lekker land trompetten blazen weense walsen en alles klinkt en danst en draait ji) noemt mij liat jij zoete wijn door dansende straten Gebed Voor het eerst lets van Frlts van de Ree <16, lyceum en uit Voorburg) en ofschoon hij nog niet „aan de beurt is", neem ik dit gedicht vandaag toch mee, omdat Pinksteren eigenlijk een antwoord geeft op de vraag, die Frits hier stelt. Er staat boven: Gebed God, wij zijn bang voor hem wiens macht ons bloed en doden bracht voor hem wiens zwarte zwaard ons snijdend velt Maar ook voor Hem Wiens Hand zonder geweld zich boven onze hoofden heft als zegen voor een zondig mens zonder één woord ons hart toch treft zonder één woord. Die stilte maakt ons bang God zwijgt te lang! God, spreek dan toch! FRITS VAN DE REE In deze examentijd een bijdra ge van Joke Terlaak (15 en uit Maassluis), met wie Jullie door deze bijdrage vandaag kunnen kennis maken. Zij schrijft: Examen Lapland de Z i last de kar is vol de weg is lang het paard is moe halt! inspectie de man zoekt het gezochte zit diep eindelijk gevonden het paard zeult verder de kar is vol de weg is onbekend het paard is bang de spelonken van de naderende berg spotten als vijandige ogen het paard rilt zal het lemoen breken zal de kar in het bodemloze ravijn verdwijnen gelukkig! de top het paard hinnikt voor hem ligt de frisse groene wei waaraan de zon haar eerste stralen schenkt JOKE TERLAAK over uitgestrekte toendra's trekken donkere schaduwen voort; edele koppen torsen sierlijk gevormde geweien door mistige luchten. YVONNE ELSHOUT 'n Landschap van Pieter W. Lanser (uit Schiedam) Zo zag Elbert Kamphorst (uit Loosduinen) de toren van de Sal- vatorkerk in Den Haag-Loosduinen. Zoals je weet: enkele opmer kingen naar aanleiding van bin nengekomen post. A. G. uit Nieuw-Lekkerland krygt alles terug op z(jn vers '„Rivier" na. Zodra dat er in heeft gestaan, zal ik het andere werk retourneren. Jij bent anders wel produktief! Van Wim van den D. (Rotterdam) heb ik wel eens iets beters gehad. Dit was nogal breedsprakig, of schoon ik wel waardering kon hebben voor de inhoud. André H. zal dezer dagen ook zijn werk weer in de bus vinden. Je voelt bepaalde dingen wel goed aan, maar je drukt je niet altijd even gelukkig i Tenslotte: dachten jullie nu ht dat zulke tekeningen ooit zouden meegaanJeanne M. en Leonie B.? Meer om over te huilen, dan om over tc lachen! 4. Studie van F. Dedrle Pionnen-eindspelen Nadat w(j gedurende 5 achtereenvolgende rubrieken op sobere wijze enige aandacht aan de match om de wereldtitel tussen Botwinnik en Tal hebben geschonken, keren wij in deze rubriek weer tot ons gewone bestaan terug met enkele pionnen-eindspel studies. Van het grote, het grootse, dus naar het kleine. Zo toch zien de pionnen-posities er uit, welke wij u ditmaal voorzetten. In geen enkele stelling staan meer dan 6 stukken op het bord Dat moet dan ook wel érg eenvoudig zijn! Wij hopen voor u dat dit het geval zal blijken te zijn. Maar voor stelling 2 moet u toch wel enig verstand van de oppositie-leer hebben. En voor stelling 4 moogt u daarin wel bijzonder bedreven zijn, anders zal het u niet geluk ken de juiste oplossing te vinden. 1. Studie van A. Kramer H. Mattison m, m Oplossingen 1 "Tnrr.i 9 m m m 9 jH m M m m m a Wit aan zet maakt remise 3. Studie van A. O. Herbstman abcdetgb Wit aan zet maakt remise k 1 k m H Hieronder volgen de oplossingen der vier opgaven, welke wij publiceerden in onze rubriek van 12 maart jj. Het zijn weer „anonieme" stellingen, maar dat is niet onze schuld, maar van de samensteller van het boek waaraan wij de stellingen ont leenden. Opgave 1: 1. Ph6 Tf8 2. Tg8t Txg8 3. Pxf7 Opt g3 4. hxg3 mat Opgave 3: 1. Tg7 Dxg2t 4 Txg2 h3 5. Le2t Kh4 6. Tg4t Khó 7 Tg5tt Kh4 8. Th5 mat. Opgave 4: 1 Kh7 2. Lel Kh6 3. Lc3 Kh5 4. Lel Kg4 5. Lc3 hxg2t 6. Txg2t Kh3 7. Onverschillig. Lxg2 mat. Oplossingen en correspondentie aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrcinel- straat 125, Den Haag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 18