jakoba mim
Winkelcentra:
PUZZEL VAN DE WEEK
Problemen die ons bezig
houdenèn Pinksteren
ER UIT GELICHT
«i
m
II ff
i
m
M M
K
9
^ÜI émk
P]
O
O
B 1
SP P
i!
W i B
s
i
i -§§ ij§§
B
B
I it
1
HH yj
M
i 11 'SI w
lp?
m i? w
M ff
*1
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 JUNI 1960
ge week deelge
nomen aan een
internationaal „Winkelcentrum-
Congres", dat onder de auspiciën
van het Zweedse instituut voor
kulturele betrekkingen met het
buitenland werd gehouden in
Stockholm en in Lulua. Er waren meer dan tachtig deelnemers uit
Zwitserland, West-Duitsland, Zweden en Nederland, allemaal des
kundigen op het gebied van de stedebouw, burgemeesters, archi
tecten en specialisten uit de kringen van warenhuizen, grootwin
kelbedrijven, de middenstand en het bouwwezen. Voorspeld werd,
dat in de komende tien jaren de koopgewoonten in Europa (en van
de Europese landen in Nederland niet het minst) nog drastischer
zullen veranderen en het creëren van winkelcentra, waar de
huisvrouw (en ook haar man) op één centraal gelegen punt al
les kan kopen, wat in de huishouding nodig is.
het antwoord op vele problemen
ffifbontM
Toen ruim tien jaar geleden de
zelfbediening schoorvoetend
haar intrede deed in Nederland,
was men vrij algemeen van me
ning, dat dit in ons land geen
succes zou worden. Dat was iets
voor Amerika. De pessimisten
vergaten, dat uiteindelijk niet de
eigenaar van de winkel bepaalt
waar en op welke manier de
klant koopt.
Dat doet de koopster (koper)
zelf. En meer en meer ging de
huisvrouw kiezen (evenals haar
Amerikaanse zusters) voor het
zelfbedieningssys teem
De ontwikkeling bleef echter
niet stilstaan, want de klant liet
duidelijk merken, dat zij er veel
meer voor voelde alles onder één
dak te kopen en de winkeliers gin
gen gaandeweg hun assortiment
uitbreiden. Dat bracht weer met
zich mee, dat de winkeloppervlak
te al spoedig te klein bleek te zijn
en het Amerikaanse idee „Super-
markets" werd hier en daar over
genomen.
Toch bleek ook hier de oplossing
nog niet te liggen, want door de
enorme toeneming van het auto
verkeer raakten de binnensteden
verstopt. De klanten konden htm
auto's niet meer parkeren en gin
gen hun inkopen elders doen.
Zweden
Vooral in Zweden, waar nu het
congres werd gehouden, werden
deze problemen grondig bestu
deerd en de uitspraak, dat men
door een bezoek aan Zweden een
reis naar de Verenigde Staten
kan uitsparen, bleek veel waar
heid te bevatten, want Zweden
bleek zeer ver gevorderd te zijn
met het. aan de traktijk toetsen
van hetgeen theoretisch bekend
was.
In vele Zweedse steden zijn
..shopping-centers" verrezen. In
het centrum van Stockholm is
voor dit doel een complete stads
wijk afgebroken. Daar werden 55
gebouwen, 480 woningen, 23000
m2 kantoorruimte, 13 hotels. 8
scholen en een kerk met de grond
gelijk gemaakt. In de plaats daar
van komt een groot winkelcen
trum met vijf wolkenkrabbers
van 18 verdiepingen, een waren
huis en ca. 90 winkels. Een grote
ondergrondse markthal is reeds
Groot
Op het congres werd men het
er over eens. dat een winkelcen
trum wil het aan zijn doel be
antwoorden een verkoopopper
vlakte van enkele duizenden vier
kante meters moet hebben, een
groot parkeerterrein moet bezit
ten, en voorts een assortiment
aan artikelen dient te verkopen,
waardoor aan alle eisen tegemoet
kan worden gekomen.
Deze op Amerikaanse leest ge
schoeide winkelcentra (compleet
met benzinestations, postkantoor,
reisbureau e.d.) zag men voor
Europa het gemakkelijkst verwe
zenlijkt in de voorsteden of tus
sen twee plaatsen in. In het ka
der van binnenstadsanering zag
men in het daar bouwen van
winkelcentra onoverkomelijke be
zwaren, vooral omdat daar veel
al de parkeer mogelijkheden per
manent ontbreken.
Hier ook
Overigens gaat men ook in Ne
derland steeds meer over tot het
bouwen van winkelcentra (wel
licht nog niet zo groot als de con
gressisten dat wel zouden willen
en ook niet allemaal onder één
dak) maar wij kennen toch al ve
le plaatsen in onze eigen omge
ving, waar de winkelende huis
vrouw maar enkele stappen be
hoeft te lopen om alles van haar
gading te kunnen vinden.
Nog een interessant facet van
het congres was de conclusie, dat,
zoals in Amerika al vele jaren
gebruikelijk is,
De ouwe geit
is reeds oorlog, wanneer Jeanette op het gymnasium
komt. Toelatingsexamens zijn helemaal niet gehouden,
maar binnen een maand weet elke docent dat er tenminste
één meisje is, waaraan hij zijn wijsheden grif kwijt kan.
Omdat ze haar nooit eerder gezien hebben, beseffen ze niet
hoe ze een enorme gedaanteverwisseling heeft ondergaan
tussen lente en najaar en dat er van de dorpse Koba niets
is overgebleven. Ze zien een geïnteresseerd kind, zeer be
heerst, dat met koele, blauwe ogen alles in zich opneemt,
misschien 'n tikje te taxerend.
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
„Hè.. zegt de rector. Hij gelooft zijn eigen
Hij weet heel best dat opstandige kinderen hun leraren i
dachten en onderling vele fraaie namen toedelen, maar z<
gen die niet ter kennis van het hoogste gezag te brengen. Bo-
dien staat
bijna denk.
lc kan zulke kreten toch niet slaken!
Hij laat zijn blik nog eens onderzoekend over de meisjesge
stalte heenglijden: is ze werkelijk zo screen als ze zich
voordoet? Hij ziet opeens de fel kloppende ader in haar hals;
hij ziet ook dat haar blauwe ogen de grootste moeite hebben
om met te verraden wat er in haar leeft. En hij is een opper-
matig wijs rector. Dan glimlacht hij: „Je moet nooit iets op
iemand verhalen, die er part noch deel aan heeft", zegt hij.
Dan word je de wolf voor de zeven geitjes Hij blijft in
de stijl van de beeldspraak. „En zoek iemand waartegen je je
grieven kunt spuien!" adviseert hij er achteraan. „Je kunt
gaan. wolfje!"
r 't eerst dat iemand
WIJKPREDIKANT.
Het nieuwe stadsbeeld van Stockholm vertoont zich hier in zijn moderne
opbouw. Naast het oude concertgebouw met de beroemde fontein van
Carl Milles zijn hier al twee imposante wolkenkrabbers verrezen. Er
sullen hier nog drie tan deze gebouwen komen, waarmede de gereed
koming van het Shopping Centerin 1962 zal zijn bereikt.
den. Men denkt in dit verband
aan later opening en later slui-
1 op het congres de ting van de winkels.
In de buitenwijk Farsta, 10 km ten zuiden van Stockholm, is een reus
achtig centrum t-an 70.000100J100 inwoners in aanbouw. Hypermoderne
winkels en tcarenhuizen zullen reeds spoedig voor het publiek kunnen
worden geopend. Deze maquette laat zien hoe dit uiteindelijk zal worden.
yE zien ook dat ze iets pril-
Zj volwassens over zich heeft,
maar waarschijnlijk schrijven ze
dat toe aan een al jeng ontlui
kende vrouwelijkheid. Een nau
wer opmerker ontdekt dat ze
zich wat afzijdig houdt, net alsof
ze de anderen wat beneden haar waardigheid vindt in wezen jf
omdat ze zichzelf niet helemaal veilig voelt. Verder tot kerstfeest
niets dan lof. Negens en tienen bij de vleet en dat zonder zich ö-
ergens druk over te maken. g
De pleegouders merken meteen nog iets anders: Jeanette wil
niet naar huis. De eerste avonden heeft de vrouw gedacht:
ze zal vast last van heimwee hebben. Ze heeft het kind ge-
knuffeld en nog eens stevig ingestopt, als ze op bed lag. Dat
dit de hele Jeanette nog nooit van haar levensdagen overko-
men is beseft ze niet; ze weet niet dat thuis de zusjes samen
te kooi kropen en al blij waren dat ze op 'n hoopje die warmte
vonden die de afgesleten dekens niet direct verschaffen konden.
Wat weet de vrouw trouwens van kinderen af: ze heeft die
zelf nooit gehad. Maar ze koestert Jeanette als een enig ooilam, ö-
en uit de kleine ceremonie van toedekken en welterusten zeg-
gen groeit een spiksplinternieuwe traditie. Waarbij dan als pure
verrassing komt, dat Jeanette niet van plan blijkt om week- j).
ends thuis door te brengen, dat ze de herfstvacantie in de stad
prefereert boven eentje op het land, en dat ze uiteindelijk met g
hangende pootjes tegen kerst naar huis gaat, omdat ze er niet
onderuit kan. „Maar kind zegt de pleegmoeder dan ze T
zijn al vertrouwelijker geworden „Is het dan niet heerlijk
zo met kerst? Een kerstboom... ze wil allerlei vreugden i
op sommen. „We doen thuis niet aan kerstbomen!" zegt
Jeanette en er schemert iets van wrok en opstandigheid door.
Zij 't dan ook alleen door 'n vage ondertoon van haar stem, cl
'n klein gebaartje van haar hand, of ze 'n lastige wesp ver- in
jaagt. De pleegmoeder ziet het en hoort het. Ze onthoudt het
ook, en dat is haar later van nut
Als Jeanette in het nieuwe jaar terugkomt, lijkt er niets ver- T;-
anderd. Ze is laconiek en behéerst als sieeds, alleen zorgt ze --
de tweede week voor een verrassing: ze heeft voor godsdienst- g
onderwijs een verplicht vak op die school niet alleen
niets uitgevoerd, maar ze geeft de bejaarde predikant zo'n
grauw ten antwoord dat de klas zich in de gebruikelijke wan-
orde stort en de dominee zich later bij de rector beklaagt. Die
ontbiedt Jeanette en veegt haar aartsvaderlijk de mantel uit
om tenslotte te zeggen: „En laat dat nooit wéér voorkomen.
nietwaar-*!" Zo besluit hij al zijn peroraties en het is vanzelf- xj.
sprekend dat een schuldig kind dan zoet „Nee meneer!" zegt. 5"
Jeanette evenwel zegt: „Die ouwe geit kan barsten!"
i niet. jj.
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1. uitroep ter aansporing. 3. vogel, 7. vaarwel, 10.
jongensnaam. 11. hoofddeksel, 12. rivier in Rusland, 14. slede, 15.
uitgedoofde vulkaan op de grens van Soerakarta en Mandioen, 18.
Hamitisch volk in en ten Z. van Abessinië, 20. houten bakje, 21.
danspartij, 23. gesloten. 24. krijtgebergte op Kreta, 25. Duits schil
der en beeldhouwer, 27. gewicht. 29. provincie v. Eng. Ind. a. d.
mond van de Indus, 31. wang, 33. spil van een wiel, 34. na dato
(afk). 35. muzieknoot. 36. de oudste <afk), 37. vlug, 39 heuvel bij
Grisee. 41. vriend <Fr), 43. oorzaak, 45. scharnier (Z.N.), 47. be
kend dier, 49. gem. in N. Brab., 50. gem. in N. Brab., 51. gem.
in Z.H., 53. dorp in Gelderl.. 55. maanstand. 56. bijwoord, 58. voor
zetsel, 59. bijwoord, 60. steen, 61. kleur, 62. meisjesnaam.
Verticaal: 1. doortochtgeld, 2. rang, 3. bijwoord. 4. voegwoord
(Fr). 5. bekende afkorting, 6. plomp, 8. gem. in Drente, 9. tijdre
kening. 11. speelgoed, 13. doorweekt. 16. dauwachtige bedekking.
17. stap, 19. salaris. 21. slaapt men op, 22. water in Nederl. 24. oude
Lat. bijbelvertaling. 25. beneden, 26. beroemd Fr. beeldhouwer, 28.
zijtak Havel. 30. zijtak Donau, 32. lichaamsdeel 37. stad en rivier
in het gouvernement van Sumatra's oostkust, 38. onderricht,. 39.
lste boek van Mozes (afk.). 40. bijrivier van de Oker. 42. gemaal
van Isolde. 44. soort hond. 46 stad in Duitsland. 48. prang, 50.
aardsoort. 51. zwemvogel, 52. deel van een blad tussen twee insnij
dingen, die niet tot het midden gaan. 53.
baan - M
9. de. 10. gezel. 12. dl. 13. me
15. Didam. 17. mui. 18. aha. 19.
net. 20 Ans. 25. na, 26 is, 28
Varik, 29. en, 31. logos, 32. eg.
33. fa Del. 34. wei. 36 alk, 37.
pro, 30. fee. 44 le, '.6. Gd. 48. P il-
ma. 30. oester, 51. on, 52 s.l., 54
eender, 55. Hedel. 57. gom, 58.
erf, 60. Aar, 61. Ilm, 63. ober,
67. in. 68 E.K., 70 MO, 71. nn.
73. ga, 74. k.o.
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór donder
dag a.s. op ons bureau verwacht
Oplossingen mogen uitsluitend op
briefkaart worden geschre-
Horizontaal: 1. Samos. 6. hor
de. 11. las. 12. dam. 14. moe.
16. em, 18. Almen, 20. a.i., 21.
Zurich. 22. Egmond, 23. ei, 24.
An. 26. it, 27. sa. 28. vee, 30. als.
32. elf. 34. W.A., 35. na. 37. P G.
38. af. 40. werk. 41. leger. 42
Abel. 43. li. 44. L.K., 45. Jg. 47.
Ee. 49. koe, 51. Oss, 53. del. 56.
Ag. 58. en, 59. la, 61. ie., 62
Losser, 64. Arnold, 65. mm, 66.
fiber. 69. me, 70. men. 72. nek,
73. gek, 75. Borne, 76. baron.
Verticaal: 2. al. 3. marine. 4.
os, 5. dame, 7. om, 8. rommel,
ven. In de linkerbovenhoek »<=»-
melden: „Puzzeloplossing". Er zijn
drie prijzen: een van 5,— en
twee van 2,50.
Er zijn in de wereld veel dingen, die ons min of meer intensief kunnen bezig
houden. Van de vele problemen is de rassendiscriminatie er een van, een pro
bleem, dat al oud is, maar dat toch steeds weer ingrijpend actueel blijft. De
afgelopen weken kreeg ik van enkelen van jullie reacties hierover. Zowel een
stuk proza, als een gedicht kwamen binnen en daar wil ik nu vandaag een deel
van onze rubriek mee vullen. Tevens vind je twee Pinksterbijdragen.
Het openingsstuk werd geschreven door Arie Gelderblom (uJ.o. 14 en uit Nieuw
Lekkerland). Hij noemde het:
Hij was vergeten, dat
hij zwart was
Daar hing het bordje, zo
maar tussen de andere met op
schriften als „Om 2 uur ge
sloten" en „Wij verkopen alco
holische dranken" in. Doch
daar lette men niet zo op. men
keek alleen maar naar dat
witte bordje met de oven-
zwarte letters.
Behalve hij.
Hij zag het niet, want zijn lip
pen smachtten naar whisky, al
leen naar whisky. Daarin lag
zijn wereld, waarin hij de vlakte
van de heerlijke vergetelheid
vond, de vergetelheid, die hem
volkomen losmaakte van de her
innering aan slagen en zijn be
spuwde gezicht In de diepte op
de bodem van de whiskyfles
wist hij het paradijs van zijn
verlangen, want daar zag hij
Ook in een andere vorm
ontving zoals hierboven al
gezegd ik iets over de
rassendiscriminatie. Deze in
zending is van „Barbro".
Christus wordt weer
gekruisigd
(For Europeans only)
Ga weg jij, zwarte
smerig zwarte
jij bent te dom
om te eten
in de kerk.
Geen zwarten
weg vuile roetmop
j\j bent de dood
de zwarte dood
die te dom is om
met de duivel te dansen.
J\j hebt geen God
die is voor ons
blanken
EDEL-BLANKEN
wij hebben het Kruis in
onze vlag.
Als zij niet weten wat zij
doen, wilt Gij het hen dan
vergeven?
hoe wit en zwart elkaar aanke
ken met ogen, die allegorisch
liefde uitstraalden. En ook voel
de hij daar harten, die tintel
den van verlangen naar liefde,
naar een suikerzoete omhelzing.
Opeens leek het of het verlan
gen van zijn hart werd bevre
digd, of er een hand door zijn
verwarde kroesharen streek.
Toen hij ongelovig opkeek zag
hij ogen, die hem vriendelijk
toelachten en riepen, dat hij
nog dichterbij kon komen, drin
ken. Hij gehoorzaamde en zijn
stem vroeg om de witte vlakte,
die voor het raam stond en hem
steeds meer lokte.
Wat? Waarom lachten ze nu?
Hij ging toch naar een andere
wereld? Waar was nu die hand.
die over zijn haar had gestre
ken? Het beeld vervaagde tot
een witte, keiharde vlek, een
vierkante plek: het bordje met
letters nog zwarter dan hij. Zij
riepen met bloeddoorlopen ogen
en overslaande stem. Ze brul
den „Verboden voor honden
en negers". Dreunend weerklonk
het in zijn oren, hij kreunde en
viel. Totdat men de whiskeyfles
op hem kapot sloeg en hij stierf
zonder te weten dat de laatste
druppel tot in de diepte van de
bodem wegvloeide als onschul-
ARIE GELDERBLOM.
Pinksteren
Voor de Pinksterbijdragen zorgden twee Rotterdammers
en wel Kees Visser (22 en kantoor), die dit stukje zond, én
G. van Beuzekom, die het gedicht schreef.
De mislukte topconferentie
ligt weer achter ons. Prominen
te figuren kwamen samen om
te bepalen naar welke kant de
weegschaal in de toekomst zal
doorslaan: oorlog of vrede.
Nog vóór het grote ogenblik
zou aanbreken, waarop een hel
dere geest dé oplossing kon
brengen, bleek een bekrompen
geest het politieke kluwen tot
een onontwarbaar geheel te
hebben gemaakt. Men trok aan
alle kanten aan de draad met
als enig resultaat dat de knoop
steeds groter werd.
Zo ging men naar huis, ont
moedigd en gedesillusioneerd;
de menselijke geest en het
menselijk vernuft waren tekort
geschoten. De wereldpers zei:
„Slechts een wonder kan de
koude oorlog veranderen in
een vreedzaam naast elkaar
bestaan".
En nu komt dit wonder: een
briljante geest, die de gedach
ten leidt en de woorden onder
controle houdt, biedt zich zo
maar aan. Even slechts hoeft
deze geest het politieke nul
punt te beschijnen en de weeg
schaal slaat door naar de kant
van de vrede.
Slechts één ding is nodig om
de hulp van deze geest te ont
vangen: men moet er in gelo*
Als men in dit geloof zijn ze
tel bij een volgende topconfe
rentie inneemt, zullen de ber
gen van het verzet vreedzame
dalen worden en het ijs van
de koude oorlog zal versmelten
in de warmte van die éne wer
kelijk Grote God.
Veni Creator Spiritus
Zij zijn opgestaan
om te bidden in
de wachtkamer van het geloof.
Maar God verkiest hen
te profeteren.
Zij voelen de taal
zich schakeren op
hun tongen.
Hun lippen vormen de Naam
Hun spreken is als het
orgelruisen van de glazen zee
(P.S. Wat je vraag betreft
van B.: die heb ik doorgege
ven aan de redakteur, die hier
over een beslissing neemt. Je
hoort wel wat).
Zo maar wat bloemen van
daag, aangeboden door Ada
Benting (uit Coevorden).
Yvonne Elshout (19, Den
Haag en kantoor) is vandaag
vertegenwoordigd met twee
gedichten. Namelijk:
Liat en jij
jij noemt mij liat
zoete wijn stroomt door de
straten
en over de muren van het
duindorp
zie ik
l ui
lekker
land
trompetten blazen weense
walsen
en alles klinkt en danst
en draait
ji) noemt mij liat jij
zoete wijn door dansende
straten
Gebed
Voor het eerst lets van Frlts
van de Ree <16, lyceum en uit
Voorburg) en ofschoon hij nog
niet „aan de beurt is", neem ik
dit gedicht vandaag toch mee,
omdat Pinksteren eigenlijk een
antwoord geeft op de vraag, die
Frits hier stelt. Er staat boven:
Gebed
God, wij zijn bang
voor hem wiens macht
ons bloed en doden bracht
voor hem wiens zwarte zwaard
ons snijdend velt
Maar ook voor Hem
Wiens Hand zonder geweld
zich boven onze hoofden heft
als zegen voor een zondig mens
zonder één woord ons hart toch
treft
zonder één woord.
Die stilte maakt ons bang
God zwijgt te lang!
God, spreek dan toch!
FRITS VAN DE REE
In deze examentijd een bijdra
ge van Joke Terlaak (15 en uit
Maassluis), met wie Jullie door
deze bijdrage vandaag kunnen
kennis maken. Zij schrijft:
Examen
Lapland
de Z
i last
de kar is vol
de weg is lang
het paard is moe
halt! inspectie
de man zoekt
het gezochte zit diep
eindelijk
gevonden
het paard zeult verder
de kar is vol
de weg is onbekend
het paard is bang
de spelonken van
de naderende berg
spotten als
vijandige ogen
het paard rilt
zal het lemoen breken
zal de kar
in het bodemloze
ravijn verdwijnen
gelukkig! de top
het paard hinnikt
voor hem ligt
de frisse groene wei
waaraan de zon
haar eerste stralen schenkt
JOKE TERLAAK
over uitgestrekte toendra's
trekken donkere schaduwen
voort;
edele koppen torsen sierlijk
gevormde geweien door
mistige
luchten.
YVONNE ELSHOUT
'n Landschap van Pieter
W. Lanser (uit Schiedam)
Zo zag Elbert Kamphorst (uit
Loosduinen) de toren van de Sal-
vatorkerk in Den Haag-Loosduinen.
Zoals je weet: enkele opmer
kingen naar aanleiding van bin
nengekomen post.
A. G. uit Nieuw-Lekkerland krygt
alles terug op z(jn vers '„Rivier"
na. Zodra dat er in heeft gestaan,
zal ik het andere werk retourneren.
Jij bent anders wel produktief!
Van Wim van den D. (Rotterdam)
heb ik wel eens iets beters gehad.
Dit was nogal breedsprakig, of
schoon ik wel waardering kon
hebben voor de inhoud. André H.
zal dezer dagen ook zijn werk weer
in de bus vinden. Je voelt bepaalde
dingen wel goed aan, maar je drukt
je niet altijd even gelukkig i
Tenslotte: dachten jullie nu ht
dat zulke tekeningen ooit zouden
meegaanJeanne M. en Leonie
B.? Meer om over te huilen, dan
om over tc lachen!
4. Studie van F. Dedrle
Pionnen-eindspelen
Nadat w(j gedurende 5 achtereenvolgende
rubrieken op sobere wijze enige aandacht
aan de match om de wereldtitel tussen
Botwinnik en Tal hebben geschonken, keren
wij in deze rubriek weer tot ons gewone
bestaan terug met enkele pionnen-eindspel
studies.
Van het grote, het grootse, dus naar het
kleine. Zo toch zien de pionnen-posities er
uit, welke wij u ditmaal voorzetten. In geen
enkele stelling staan meer dan 6 stukken
op het bord Dat moet dan ook wel érg
eenvoudig zijn! Wij hopen voor u dat dit
het geval zal blijken te zijn. Maar voor
stelling 2 moet u toch wel enig verstand
van de oppositie-leer hebben. En voor
stelling 4 moogt u daarin wel bijzonder
bedreven zijn, anders zal het u niet geluk
ken de juiste oplossing te vinden.
1. Studie van A. Kramer
H. Mattison
m, m
Oplossingen
1 "Tnrr.i
9 m
m m
9 jH
m M
m m
m a
Wit aan zet maakt remise
3. Studie van A. O. Herbstman
abcdetgb
Wit aan zet maakt remise
k 1
k
m H
Hieronder volgen de oplossingen der vier
opgaven, welke wij publiceerden in onze
rubriek van 12 maart jj. Het zijn weer
„anonieme" stellingen, maar dat is niet
onze schuld, maar van de samensteller van
het boek waaraan wij de stellingen ont
leenden.
Opgave 1: 1. Ph6 Tf8 2. Tg8t Txg8 3. Pxf7
Opt
g3 4. hxg3 mat
Opgave 3: 1.
Tg7 Dxg2t 4 Txg2 h3 5. Le2t Kh4 6. Tg4t
Khó 7 Tg5tt Kh4 8. Th5 mat.
Opgave 4: 1 Kh7 2. Lel Kh6 3. Lc3
Kh5 4. Lel Kg4 5. Lc3 hxg2t 6. Txg2t Kh3
7. Onverschillig. Lxg2 mat.
Oplossingen en correspondentie aan de
heer H. J. J. Slavekoorde, Goudrcinel-
straat 125, Den Haag.