EEN HANDVOL PAS VERSCHENEN BOEKEN
C
De scliat op het
Rollehol-eiland
a
ZATERDAG 28 MEI 19&
KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERHAAL - KORT VERH
ZONDAGSBLAD
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE J
Dit is voor mij het symbool van de angst: een donkere man in de eenzame
laan langs het kerkhof, 's nachts als de lichten gedoofd zijn en de
regen valt en de hoge bomen in de wind een luguber gesprek voeren. Ik
ken hem al vele jaren, die duistere figuur. Niet doorlopend zie ik hem, af
en toe slechts, als ik eenzaam ben, want eenzaamheid en angst zijn goede
vrienden.
TK ken die man al vele jaren, maar toch
zag ik hem pas toen ik hem twee.
drie passen voorbij was. Ik zag hem zon
der mij om te draaien; als een filmbeeld
had mijn trage netvlies de zwarte mantel,
de vormloze gestalte zonder gezicht, vast
gehouden. Het veelarmige monster, dat wij
vergoelijkend zenuwen noemen, krampte
mijn maag samen. Even stond ik stil, ik
voelde de klamme kilte van mijn regen
jas niet meer; de schrik hulde mij in de
broeierige deken van koortsachtig-transpi-
reren. Zo stond ik daar één ogenblik, kor
ter nog, maar in mijn herinnering zijn het
uren, waarin ik versuft wachtte op het on
vermijdelijke.
Er gebeurde niets, natuurlijk gebeurde er
niets. De dingen die je verwacht gebeu-
cke«-
het
traliehek rondom het kerkhof. Het is nu
nog een witte vlek in mijn herinnering, die
wel nooit zal verdwijnen, hoe lang ik er
ook rustig over nadenk.
De duistere figuur zweeg niet. Er klonk
een donkere stem toen ik omkeek, maar
de wind en de regen en de bomen duldden
op dat moment geen tegenspraak. Ik was
trouwens al doorgelopen de angst had mij
op de vlucht gedreven. Hoe lang was die
laan langs het kerkhof helemaal? Honderd
meter, tweehonderd? Zeker niet meer en
dan waren er weer huizen met lamplicht
en mensen, veel mensen, die niet bang
waren, omdat zij de eenzaamheid hadden
buitengesloten.
IK liep beheerst verder, want ergens diep
in mij was er de zekerheid, dat ik mij
belachelijk maakte. Tenslotten ben ik niet
een van de kleinsten. Wat kan mij gebeu
ren. Niets immers, dingen die je verwacht,
gebeuren nooit. Maar dat was theorie: ik
stond niet stil om even een praatje te ma
ken met die man daar in de duisternis. Ik
liep verder, sneller dan ik ooit had gelo
pen, uiterlijk beheerst, innerlijk bang als
een kind dat alleen de donkere trap naar
zijn slaapkamertje beklimt.
draagt nog de kinderschoenen, die ik al ve
le tientallen jaren ontgroeid ben. Ik dacht:
Laat het nu maar gebeuren, ik heb mijn
best gedaan.
TTET gebeurde: Een hand viel zwaar op
J--*- mijn schouder en een hijgende stem zei
uitgeput: ..Allemensen, meneer, is dat lo
pen Het was een vriendelijke stem en
ik keek op. In het licht van dat eerste
huis, was de gestalte in de zwarte map-
tel, die al jarenlang voor mij het symbool
van de angst is, niet langer dreigend. Het
was gewoon een mens. met een gezicht,
nat van de regen en een beetje verwrongen
door het snelle lopen. Een gewoon mens,
dat glimlachte en beleefd vroeg: ..Zeg me
neer, hebt u een vuurtje voor me?"
Ton Zeelenberg
nauwkeurig afgetast. Niets
ren dan
drensde.
ren dan de regen, die op het plaveisel
Mijn ademhaling herstelde haar ritme en
ik grinnikte wat in mijzelf. En ik dacht:
Als je een vent bent, ga je terug en praat
je wat met je symbool van de angst. Wie
krijgt er de kans, te praten met een figuur
uit zijn fantasie, die plotseling werkelijk
heid blijkt?
mijn eigen voetstappen tegen het natte
wegdek kletsen, alleen mijn eigen voet
stappen en het gepraat van de hoge bo
men. Alleen het geluid dat ik zelf veroor
zaakte enweer stond ik stil. Weer die
zelfde schok: ik hoorde voetstappen terwijl
ik stil stond. Er liep iemand achter mij.
Deze keer keek ik niet om. Ik lachte niet
langer om mijzelf, maar was weer het klei
ne kind. dat het ergste tegemoetgaat. Ik
moest mij concentreren om het geluid ach
ter mij te horen. Ik probeerde mijn voeten
voorzichtiger 1 ->
te maken,
Het i
Ier. Hoe lang was die weg langs het kerk
hof. Was het werkelijk niet meer dan twee
honderd meter? Was het geen tweehonderd
kilometer? Nooit zou ik die weg langs het
kerkhof meer nemen! Die omweg door de
stad was toch niet zo groot, verzekerde ik
J-—'1ep.
die
nijzelf, terwijl ik steeds vlugger doorliep.
Mijn blik hechtte zich aan de huizen die
zich met enkele verlichte ramen aankon
digden. Nog even, dacht ik, en al die ellen
de is voorbij; nooit meer langs die weg bij
het kerkhof.
t meer. ik holde
het geluid achter
sneller kwam en luider werd. Ik hoorde
een stem, een noodkreet afgezwakt door re
gen en wind. Nog sneller probeerde ik te
lopen, maar mijn longen weigerden de kou
de lucht zo snel en onbeheerst toe te laten.
Vlak bij het eerste huis stond ik stil. Uit
geput leunde ik tegen de vochtige muur en
ik dacht: Laat het nu maar gebeuren, het
kan mij allemaal niets meer schelen. Ik
heb dat vaak: mijn doorzettingsvermogen
Hij voegde er verontschuldigend aan
toe; ,,Ja, ziet u meneer, ik had het zoeven
natuurlijk kunnen vragen, zoëven toen u
langs het kerkhof liep, maar ik geloof dat
ik toen een beetje stond te dromen. Ik
ben nachtwaker ziet u. en ik heb geen vuur
bij me. Dat geeft natuurlijk niet, want er
komen genoeg mensen langs het kerkhof.
En een vuurtje kan er altijd wel af, wat
Ik knikte en zei: ,,Dat zal wel" en nog
eens „dat zal wel".
Hij haalde een rode zakdoek te voorschijn
en veegde de regendruppels omstandig
van zijn gezicht. „Zegt u dat wel, meneer.
Dat zal zeker wel. Maar ja, het regende
vanavond en dan blijven de mensen liever
thuis, nietwaar? En daarom was ik bang
dat er vannacht niemand meer langs zou
komen en daarom ben ik u maar nagelo-
Een. U loopt anders wel snel, meneer. Ze
er vanwege de regen, nietwaar?!"
Er was geen greintje ironie in zijn stem
en ik voelde me een geslagen hond, toen
ik hem een vuurtje had gegeven en rustig
was doorgelopen.
ik nog niet helemaal uit
ik mij voor de derde m
overrompelde. Ik dacht: „Nachtwaker?" en
„Nachtwaker!" en „Wat moet een nacht
waker. daar midden in de nacht bij dat
kerkhof staan te dromen?!". Ik keek de
straat uit, maar er was niet meer te zien.
Zenuwachtig knoopte ik mijn doorweekte
regenjas los en tastte naar de zakken van
mijn colbert: mijn horloge was er nog,
mijn portemonnee, mijn papieren. Alles
klopte. Maar mijn portefeuille? Gejaagd
zocht mijn trillende hand de binnenzakken
van colbert opnieuw af. Mijn portefeuille
was verdwenen.
Ik knoopte mijn regenjas niet dicht, maar
liep onmiddellijk de straat terug. Tien,
twintig passen misschien, toen bedacht ik
mij, dat teruggaan geen enkele zin had.
Ik moest onmiddellijk de politie waarschu
wen. Ik rende naar een telefooncel, twee
straten ver. verder dan mijn eigen woning
Maar wie is in staat in dergelijke gevallen
eerst rustig te overleggen? Er zat minstens
driehonderd gulden in mijn portefeuille!
Bij de telefooncel wachtte ik nerveus op
de patrouillewagen van de politie. Ze zou
den er binnen een minuut zijn, had de
wachtcommandant mij gezegd. Het duurde
meer dan vijf minuten en ik was kwaad en
gejaagd tegelijk toen ik in de politiewa
gen mijn verhaal vertelde. Ze waren bij
zonder geïnteresseerd, die politiemannen,
Het is misschien overdreven om te zeggen,
dat ze dolblij waren met mijn gestolen
portefeuille, maar het leek er toch wel op.
Ik durfde er op dat ogenblik niets van te
zeggen, want ik had ze te hard nodig.
Maar later, dacht ik, later zou ik de waar
heid wel eens zeggen.
Een agent zei: „U bent de vierde van
avond. Die knaap schijnt ook aan de pro-
duktleverhoging mee te doen". De chauf
feur lachte hartelijk; het was een mens
met een merkwaardig gevoel voor humor.
Ik dacht: „Wat valt er te lachen als ik
mijn portefeuille kwijt benden een heel
bataljon i
kan beschermen tegen één zakkenroller. Ze
moesten zich schamen; grapjes maken van
onze belastingcenten". Dat dacht ik, maar
ik zweeg want ik had die agenten nog no-
WTJ reden de hele buurt door; er werden
een paar mensen ondervraagd, maar
mijn portefeuille bleef spoorloos. De zak
kenroller eerst ook. Wij vonden hem later
aan de andere zijde van het kerkhof. Hij
zat op een houten krukje onder een afdak
je triest de nacht in te staren en glimlach
te schijnheilig toen hij de politiewagen zag.
Hij had de buit natuurlijk zorgvuldig opge
borgen.
Ja, hij had inderdaad iemand achterna
gelopen om een vuurtje te vragen. Hij keek
naar mij en zei: „Nee maar, dat weet U
toch ook wel. U hebt mij dat lucifertje zelf
gegeven". De agenten vroegen verder,
maar de zakkenroller was zo glad als een
aal. Even was hij verbijsterd toen ik zei:
„En wat doet een nachtwaker dan wel mid
den in de nacht bij een kerkhof?"
Hij keek ons allemaal aan, aarzelde even
en antwoordde toen: „Ja, kijk eens, wat
doet een nachtwaker midden in de nacht?
Waken, zou je zo zeggen! En dat, mijne
heren, dat is nou precies wat ik hier mid
den in de nacht bij het kerkhof doe: Wa
ken. Jofel gezegd: Kijken of 't er niks
wordt gejat, begrijpt u?"
Ik keek rond en zei. helemaal niet on
der de indruk: „Gejat?"
Even leek het er op, dat de zakkenroller
kwaad zou worden. Nogal agressief zei hij:
„Als meneer wat verder zou willen kijken
dan zijn neus lang is, dan zou hij weten
dat er een nieuwe oprit naar de ingang
van het kerkhof wordt gemaakt. En waar
nieuwe opritten worden gemaakt, daar is
materiaal: zand, stenen, hout en weet ik
al niet meer. En daar waak ik nou over,
's nachts, begrijpt u?"
ALLES was duidelijk: de zakkenroller had
zich als nachtwaker een waterdicht ali
bi verschaft. Hij verrichtte zijn bewakers
functie met overtuiging: hij stond er op
dat één van de agenten zijn plaats innam,
als het dan beslist noodzakelijk was dat
hij mee zou gaan naar het bureau. Het
was noodzakelijk en in de wagen zei de
man: „Nou, jongens, ik heb er geen spijt
van. het is hier beter dan buiten". Voor
mijn woning riep hij nog: „Nou meneer,
even goede vrienden en nog bedankt voor
dat vlammetje".
NOG voor ik de deur had ontsloten hoor
de ik de telefoonbel al. Het politiebu
reau was wel dichtbij, maar het was on
waarschijnlijk. dat er zo snel resultaten
werden geboekt. Het leek onwaarschijnlijk,
maar toch wist ik niet hoe snel ik de deur
moest openen: drie honderd gulden is veel
geld aan het begin van de maand. Ik ren
de naar de huiskamer en nam de haak op.
„Hallo", zei ik hijgend.
Een mannestem zei: „Zeg, Gerard, als
je de volgende keer weer je portefeuille
vergeet, wil je dan wel wat sneller die te
lefoon opnemen". Het was mijn chef,
waar ik die avond op bezoek was geweest.
agenten een eerzaam burger niet
NIURR, DE KATER EN ZIJN VRIENDEN
43. Benjamin en zijn paard zijn dus
in volle vaart ovèr de heg gesprongen
en zij komen terecht in de tuin van de
heer Mongodie juièt de krant zit te
lezen. „Aha, goeden dag. Benjamin Ko
nijn", zegt Möngo, dat was een heel
elegante sprong". „Ja," antwoordt Ben
jamin, „dat weet ik, meneer Mongo, maar
ik moet er direct weer uit." „Spring dan
terug over de heg," zegt Mongo droog.
„Nee, liever niet, is er geen poort, waar
ik uitkan?" „Maar natuurlijk, Benjamin,
maar natuurlijk," antwoordt Mongo op
zijn gemak, een ogenblik, ik zal even
de sleutel halen." „Opschieten, alstublieft,
heer Mongo
wedstrijd mee
wint Leo
44. Maar daar gebeurt al weer iets an
ders. „Laat die koffiepot staan. Lotte. Ik
hoor je de koffie naar binnen slurpen
Het paard heeft de koffieketel totaal leeg
gedronken. „Hier jongen, hier heb ik de
sleutel van de tuinpoort al," zegt Mongo
en hij gaat Benjamin voor naar de poort.
Terwijl hij staat te tobben met de sleutel
bos en de ene sleutel na de andere pro
beert, neemt het paard een drieste sprong
over Mongo en ook over het tuinhek
heen. De sterke koffie heeft Lotte vleuJ
gels gegeven. Hij schiet als een pijl uit
een boog weg.
45. „Het was toch maar goed, dat
Lotte de koffie gedronken heeft, want ze
is nu zo levendig en snel, dat we Leo nu
al weer voorbij kunnen rijden," mompelt
Benjamin bij zichzelf, „we zijn nu al
vlakbij het keerpunt en dan nog één keer
terug en ik heb de reis naar Zuid-Ame-
rika gewonnen." Daar staat meester Uil,
met Murr, Egel en mevrouw Leeuw. Ben
jamin komt aangestormd op zijn wild
paard. „Hé, stop, Benjamin, stop," roept
Egel, ,je moet omkeren je moet terug, de
wedstrijd is nog niet afgelopen." Maar
Lotte stormt het huis binnen. Misschien
heeft ze wel weer trek in koffie
(Vervolg)
Op het eiland waren nu
nog alleen Rollebol en zijn
dwergvrouwtje overgeble
ven. Terwijl het vrouwtje
met de handen in de zij
stond te mopperen, omdat
haar man zo laat was
thuisgekomen, zat het man
netje met het hoofd in de
handen na te denken.
Ze hadden een plan,
prevelde hij onrustig. Ze
zijn er zeker van, dat ze
later het eiland zullen te
rugvinden, ook al drijft het
stuurloos rond. Wat kan dat
toch zijn?
Waarom zit je daar
toch, riep zijn vrouwtje
boos en ging
pannen. Dat luchtte haar
op en eindelijk kon ze weer
gewoon aan de tafel komen
Toen vertelde
van de beide
door THEA
BECKMAN
en aten graag uit goüden
schalen en met zilveren le
pels. Al hun kasten zaten
vol juwelen en kristallen
bekers en ze hadden spaar
potten vol goudstukken. Ze
konden er op het eenzame,
drijvende eiland wel niets
den het toch leuk om zo
rijk te zijn. Niet zo leuk
was, dat de zeerovérs van
plan waren terug te komen
om hun schatten weer op
te eisen. Vrouwtje Rollebol
Rollebol dacht diep na, ging er eens
die extra voor op haar hoofd
staan, klapte in haar voeten
en schudde haar knieën.
Maar niets viel haar in.
We moeten het eiland
eens grondig onderzoeken,
Rollebol, zei ze ernstig.
Dan ontdekken we wel,
wat de zeerovers van plan
Rollebol knikte, maakte
een salto en verliet door de
een schat hadden begraven schoorsteen het huisje, dat
en een geheim plan hadden hij heel lang geleden zelf
gemaakt om te zorgen, dat van takken en stenen had
ze later het drijvende gebouwd. Zijn vrouwtje
woede eiland konden terugvinden, ging gewoon de achterdeur
boven op haar fornuis zit- uat beviel vrouwtje Rolle- uit, klom over het kippe
ten. Je eet helemaal b0i ook niet. Dat er zeero- hok, sprong op een lage
niet. Au. dit is heet! Vers kwamen om hun ge- boomtak en slingerde zich
Ze sprong op, wipte bo- roofde schatten te begra- van tak tot tak in de rich-
ven op de keukenplank en ven vond ze heel best. Rol- ting van het strand. Tot
liep even op haar handen lebol en zijn dwergvrouw- hun verbazing zagen ze
heen en weer tussen de tje waren dól op schatten geen spoor meer van de
zeerovers. Ook het grote
kaperschip was verdwenen.
De hele avond zochten ze
elk plekje zand af, maar
het werd spoedig donker en
Ég J niets meer
Nieuwe Boeket-boeken
Een tijd van gaan, historische downs dan ups terechtkomt in
roman door Marie Sprake Foliett. bende J_ J 1J
Uitgave De Arbeiderspers, Amster- dg3 onder gang
him dorp moet worden geëvacueerd.
Die opdracht is in deze dramatische
omstandigheden toch al niet eenvou-
In de Boeket-reeks, uitgave van dig maar het gedrag der dorpe-
J. H. Kok N.V., Kampen, is in vijf- ijngen maakt de situatie schier on-
de druk verschenen het bekende dragelijk. Er blijft voor deze men- Marje Sprake Foliett, een Neder-
sen slechts één wereld bestaan: die jandse onderwijzeres, die naar Zuid-
binnen de enge begrenzing van nun Afrdla is gegaan en daar trouwde,
dorpje, met haar futiliteiten, rivali- heeft in de stadsbibliotheek van
teiten, wantrouwen en yerdaentma- KaapStad vele uren doorgebracht
king. Zo worden die enkele kilome- me^. het verzamelen van bijzonder-
ters naar het strand haast een heden over leven en werken van
.1 prof. dr. J. H. Gunning Wzn., „De nachtmerrie. Wrede gebeurtenissen de eerste Hollandse kolonisten op
Christinnereis" van Bunyan, ver- markeren het verhaal van deze Kaap de Goede Hoop, de anker- medische studie voltooide, werkza:
taald en ingeleid door ds. P. Vis- tocht, dat met de dood van com- piaats van de schepen die naar In- was als predikant, en later als zen-
scr. met illustraties en verklarend mandant Baxter een wel heel triest djdn voeren. Haar eigen ervaringen dingsarts, die thans geneeshecr-di-
register, alsmede, eveneens in vijf- einde krijgt. „Requiem voor een jn de Unie, gevoegd bij de histo- rekteur is van het Diaconessenhuis
de druk. het bekende boek van ds. vijand" is een sober maar onder- rische gegevens die zij in de stads- te Leiden, heeft ongetwijfeld recht
J. Ovcrduin „Hel en hemel van Da- houdend geschreven oorlogsroman, bibliotheek ontdekte, heeft een uit- van spreken. Temeer waar hij per-
chau". waarin de ellende en de ironie van stekende roman opgeleverd: „Een soonlijk kennis nam van wat er in
de oorlogsrealiteit schril worden ge- tijd van gaan". Lourdes geschiedt en van wat er
De weg der xending tekend' ^wirm^metvfelfikeheld dat Het is het verhaal van een Am- rondom Osborn gebeurde. Hij erkent
Voorts het boek „Moeilijke kinde-
ren", door P. W. J. Steinz, prof. dr. teiten, wantrouwen
A. Kuypers, dr. J. van der Spek, P.
Duyvendijk, dr. H. J. Eykrnan
de onderwereld. Maar
haar levenslust behoedt haar voor
de ondergang en telkens weer weet
zij zich uit benarde situaties te red
den. Een boek om in een adem uit
te lezen!
Gebedsgenezing en mas$e, door
dr. F. A. Nolle. Uitgave N.V.
Zomer en Keuning, Wageningen.
Dr. Nolle, die de theologische
echter zonder
33
k veer mild maakt, "«lukte Ite'de met
Man van Cyrene, door F. A.
Venter. Uitgave Bosch
ning, N.V. Baarn.
ia een tenvolle dat God de macht heeft
jonker, te genezen. Maar zijn de middelen
de Kaapkolonie gaat als een tot genezing en herstel ook niet van
van de huwbare meisjes, die com- God? Zulk genezen door de middelen
mandeur Van der Stel liet komen is toch ook genezing die van Hem
voor zijn vrijgezelle kolonisten. Maar komt? In hoeverre geneest God
Keu" niet een van dezen wordt de echt- werkelijk buiten de middelen om?
genoot van het meisje. Want een Dat mag toch nauwkeurig worden
nit nist.iv maar toch l
Men heeft van het zendingsnieuws *et verhaal
wel gezegd, dat het het belangrijkste analyse toch ook
nieuws is in de wereld. De christen
zal geen moeite hebben om de uiterst
belangrijke waarheid in deze opmer
king te onderschrijven. Want werken
in de zending betekent rechtstreeks WÊÊJBM
werkzaam zijn aan de komst van het uitgeweken Hugenoot doorkruist haar gegaan
Rijk Gods. Daarom is het goed, dat Simon van Cyrene, de van zijn pad en met hem begint zij een
wij altijd weer van het werk der zen- weric naar huis kerende man die het nieuw leven.
dmg op de hoogte Ittowden word krll.s van chrislus hee(t gedragen, ..Een tijd van gaan- is een zeer
J2!aMÏÏr°Sut w2k bSSlïiïküniven i» een lot de verbeelding spreken- onderhoudende en vlot geschreven
ïf dit wirk dr«eï kunnen doï?S" de figuur. De Zuidafiika.nse schrij- historische roman, waarin overigens
en dit werk dragen xunnen aoor on- h niet alleen het zeventiende eeuwse
gebed. ver Venter heeft hem een og ieven aan de Kaap, maar ook het
Een aantal toespraken, door dr. J. levensgeschiedenis toegedacht, vol Amsterdam van de Oost-Indische
Blauw, de bekende zendingsman, in van haat maar eindelijk toch zwich- Compagnie wordt beschreven,
het najaar 1959 uitgesproken voor de tend en ook in figuurlijke zin Jezus'
microfoon van de N.C.R.V., zijn kruis op zich nemend,
thans bij Kok te Kampen in druk
verschonen onder de titel „De weg Nergens doet het verhaal prekerig
der zending". Het is lectuur die ver- of onwaarschijnlijk aan. Integendeel,
dient gelezen te worden om het de verteltrant v"~"
onderwerp èn om de behandeling
Angelique, deel II: De weg i
Dit rustig maar toch met
bewogenheid geschreven boek is
waard met zoekende aandacht te
worden gelezen.
Zedelijke opvoeding, door dr. G.
Briilenburg Wurth. Uitgave J. H.
Kok n.v. te Kampen.
Dat de zedelijke
Requiem voor een vijand, door
George Barr. Uitgave West-Fries
land, Hoorn.
ongemeen boeiend
en Simon van Cyrene wordt voor
treffelijk getekend. Het boek is
voorts belangwekkend, doordat het
de lezer op ongedwongen wijze
voeding betreft, behoeft geen
Versailles, door Anne en Seree Go- 'ooS- ..De vormende beïnvloeding op
ion, Vertaling Park Doyer. Dit. S^e ui? die"
gave Ad. M. C. Stok Zuid-Holland- denken meer dan waard is. Dit boek
sche Uitg. Mij., Den Haag. (Cul- kan daarbij uitnemend oriënteren en
tunrserie)helpen. Het stelt vrij uitvoerig op
het le- Het tweede deel i
t moet trilogie. De weg
de jaren, dat mag wellicht nog boeiender
worden de vraagstukken bezien
j de landing in Nor- "de Heiland z'ijn voetstappen in het realistischer dan het eerste wor- het licht der Schrift. Voor levensge-
mandië*"wordt" de jonge sergeant Palestijnse land drukte. Het doet den genoemd. Hier volgen wij de bieden als gezin, school, en vele
Baxter bevolen 59 Franse burgers daardoor de Evangeliën beter be- wederwaardigheden
naar het strand te begeleiden omdat grijpen.
F.en etmaal r
toen konden
gaan
Laten
slapen, stelde Rollebol
Morgen komt er wéér een
dag en zo spoedig zullen de
kapers wel niet terugkeren.
Zijn vrouwtje gaf hem
gelijk en samen keerden ze
terug naar hun huisje, waar
ze zich tot een bal oprol
den onder de tafel en met
een in slaap vielen.
De volgende morgen her
vatten ze hun onderzoek. Ze
klauterden over de rotsen,
doken onder de waterval
door, sprongen van de ene
boomtop op de andere,
groeven tunnels tussen de
boomwortels, maar ner
gens vonden ze iets ver
dachts. Tot eindelijk Rolle
bol de ketting op de rots
punt ontdekte.
(Volgende week verder)
'lllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Dit lijkt een
eenvoudige puz
zel, maar de be
doeling is een
tvoord op te
schrijven wat jul
lie te binnenschiet
bij het zien van
deze afbpeldingen
Jullie moeten dus
oplossen no. I is
enz.
Dag, neven en nichten.
Jullie hebben dit keer heel goed je best gedaan met brieven schrijven.
De puzzels, waren ook allemaal goed. Hebben jullie donderdag heerlijk kun
nen fietsen?
We gaan nu maar gauw de brieven beantwoorden, want het zijn er héél^'
veel.
Lang zal die leven
Alie Bosma, Gtrda Brandwijk, Ans van Elderen, Wim Hage, Annie Op-hin
pelaar, Marjo Scholts, Sjani van Tilborg, Ria van Vuuren, en Anja WendeF^
de Joode heel hartelijk gefeliciteerd met jullie verjaardag van de neven e%c
nichten. zer
De hoofdprijs krijgt deze week Gerda Brandwijk. De troostprijzen gaan®"
naar Nico Bezemer, Ada Bos en Peter van Dam.
De oplossing is: 1 ober, 2 slak, 3 bril, 4 deur, 5 ezel, 6 kram, 7 auto, I
8 kei, 9 inkt, 10 boot, 11 knie. ijs
de brieven be- toonstelling, Wim Boer? Ik
kan je niet aan een speldje
helpen, Wim! Wat ben jij
verwend met het horloge, Ina
v. d. Boogaart. Heerlijk pan
nekoeken! Hoe was het don
derdag in Zandvoort? Kan
Elsje al praten Kees v. d.
Boogaard? Een héél prettige
juni hoor! Ga jij el-
Heb jij wel eens meer gekam
peerd? Leuk, dat Adnaan-
tje al zo groot wordt, Maaike
van Andel. Venvennen jullie
hem niet? Heel veel sterkte
hoor, op 13 en 14 juni. Zijn
jouw broer en zus tweelingen
Koos van Baarlen? Heb jij
vriend?
Piet, een kano! Goed je best
maar doen. Heel veel ple
zier met de pinksterdagen Ma
rianne van Belzen. Heb jij nog
meer zusjes? Wat hebben
jullie de puzzel mooi gekleurd
Jaap en Joop v. d. Berg. Jul
lie hebben dus wel erg geno
ten met de optocht. Als je
de prijs nog steeds niet ont
vangen hebt. schrijf je dat dan
nog even José v. d. Berg? Het
is in ieder geval wel
stuurd. Heb je woensdag
leuke dag gehad? Bedankt
voor je prachtige tekening El-
ly Berkhout. In welke klas
zit jij? Er is nog steeds
geen plaats voor jouw raad
sel Elly Berkhout. Ik durf ook
niet te beloven of het nog ge
plaatst zal worden. Leuk,
dat jij de eerste prijs hebt ge
wonnen m«t blokjes rapen,
Clasina de Beste. Tante Jos
wil ook wel eens in jouw al
bum schrijven. Heb jij ook
meegedaan met ringrijden Ju-
ri den Besten? Jullie hebben
zeker wel veel beesten op de
boerderij. Groeit het, veulentje
al? Jij hebt ook erg mooi
getekend, Nico Bezemer. Ga
jij wel eens naar de dieren
tuin? Heb je de poesjes al
een naam gegeven, Arie Bo
de? Mag je ze houden?
Hartelijk welkom Jaap Boer.
Leuk. dat jullie konijnen heb
ben. Wat eten ze allemaal?
Was het wel mooi op de ten-
Oplossingen in
zenden voor dins
dag 31 mei.
illllllllllllllllllllllllinilllllllll
ke morgen al zwemmen, Arie
Boelhouwer? Jullie vonden het
natuurlijk prachtig, dat je dat
aan de mensen moest vragen.
Dat vind ik een mooie naam
„Moortje", Marijke Bontenbal.
Mag je het poesje houden? Het
is heel igroot feest vandaag hè.
Een héél prettige dag hoor!
Ben jij nu weer thuis, Garrie
Boonstra? Wat heb je ge
scheeld? Voor jou is het van
daag ook al groot feest. Zijn
al je wense» in vervulling ge
gaan? Jij hebt een groot
feest gehad. Anneke v. d. Bos.
Ga jij al lang op de gym
nastiek? Jullie zijn erg ver
wend hoor! Ja, we zullen
hopen, dat het met Pinksteren
mooi weer is Ada Bos. Tante
Jos heeft kort geleden ook nog
van die kleine geitjes gezien,
erg leuk! Groeien ze hard?
Arie Boxman, schrijf jij de
volgende keer wat meer?
Wat heerlijk, dat jij 7 juni
naar Utrecht mag, Corrie
Brandenhorst. Ben jij al we
zen zwemmen? Wat knap,
dat jij al zoveel hebt genaaid,
Jannie Branderhorst. Waar
moet jij examen voor doen,
Jannie? Jij bent al tante
geworden Ada Brandwijk. Heb
.ie het kindje al gezienHeb
je een leuke verjaardag ge
had? Dat is een grappige
naam „Niera", Gera Brand
wijk. Nee, tante Jos is nog
nooit in Bleskensgraaf ge
weest. Heb je nog een prijs
gewonnen Gera Breebaart? Is
je broertje weer beter? Heb
jij ook nog op de bazaar ge
grabbeld. Joke Breederland?
Hengelen is ook altijd leuk.
Krijg ik de volgende keer een
lange brief van jou, Eddy
Boer? Hartelijk welkom Ri
ta Brouwer. Schrijf je de vol
gende keer wat meer? Krijg
ik de volgende keer een brief
je van jou, Jannie ten Brum-
men? Woont tante Ria dicht
bij jullie, Marjo Buth? Heb jij
veel vriendinnen? Ben jij
nog bij Willy geweest, Jenne-
ke Cornet? Heb je al heerlijk
gezwommen? Is de bouw
plaat klaar gekomen. Jan var
Dam? Heb je de 3e polder
tocht ook meegelopen? Gewel
dig, die medailles! Bedankt
voor je mooie tekening Tjark
van Dam. Heb jij wel eens
echte ratten gezien? Schrijf je
de volgende (keer wat meer?
Kan jij ook roeien Peter
van Dam? Dat zal best
mooi gezicht geweest zijn.
Jullie hebben dus muziek op
school Adri Dankers. Gewel
dig! Wat zullen jullie muzikaal
worden. Tante Jos is op 27 ok
tober jarig. Er is waar
schijnlijk een abuis geweest,
Ineke Dekker. Jij mag het nu
rustig houden, hoor! Heerlijk,
dat jullie naar Beekbergen
gaan. Schrijf jij de volgent*
de keer wat meer Ada va»'
Dordt? Jullie hebben dusL.
wel genoten op de KeukenhofP'S
Lida van Dorp. Grappig, dat[oe
jullie zomaar de tulpen moch-M*
ten plukken. Jullie hebberig
grootse plannen met de Pink-}?'
ster en Frans Eggink. We zulj^
len hopen dat het heel
weer is. Je brief was
lukkig nog op tijd Nellie i
Eijk. Wat een boffert, dat jijfin
zomaar een nieuwe fiets hebtM1
gekregen. Tante Jos gaat ooi!?
altijd graag zwemmen. ItU-
heb jullie vorige brief niet ont-ien
vangen Gerard Eikhuizen. I5je'
dat een mooi boek „Snuf dc.^
hond"? Wanneer ben jij nq
precies jarig geweest? Nog van
harte gefeliciteerd hoor!
Woont jouw nichtje dicht bijes
jullie, Joke Eikhuizen? Hettei
jij al handwerkles? Waar is®?
jouw ballon terecht gekomen,,r(
Marieke van Es? Ben jij afrit
wezen zwemmen? Fijn, da*>'
jij geen vogelnestjes uithaalt]™
Winifred van Geest. Kan jijjei
goed korfballen? Clazientjeloi
Geitenbeek, krijg ik de volgen-!e
de keer een lange brief varL,
jou? Wat heb jij een langejcl
goudvis, Wiesjc Gitz. Is Jokejre
al beter? Wanneer ben jijjjjJ
precies geboren? Jij bentfa
ook al zo'n 'boffert met jeuc
nieuwe fiets, Bea Grocneberg,^
Had jij de fiets zelf versierd?^
Hartelijk welkom Allooi
Groen. Wat heerlijk, dat ji|a
zo dicht bij het strand woont,'e^
Kan jij goed zwemmen? -fla
Wat een eer, dat jullie op ddei
ouderavond mochten kokeKe
Hannle Grocnenberg. Is het alEj
lemaal goed gelukt? Hannien
Groenenberg woont in Giessen,'"
Groenstraat 5. Zij zou graaajj
een correspondentievriendixlU
willen hebben van omstreeks?
13 jaar. Schrijven jullie haaijj
eens? Niet allemaal tegelijk,
hoor!
Tante Jos heeft zoveel brie«fe
ven ontvangen, dat ik nu de»
brieven van de namen met dej
letter H heb laten liggen t
de volgende week, dan zijn 3
het eerst aan de beurt. Deze[°
week zijn de letters I t.m. RU
aan de beurt. h
Dag neven en nlqhten.
7-
persoon te Parijs, 1