Met de vloot vaart zestig miljoen naar zee Visserijbedrijf heeft zeker nog gezonde kern Op zee geen bromfietsen.... N.L.C-prijsvraag: wanneer komt de eerste haring Investeringen verantwoord Haringjacht in huiskamer NIEUWE I.EIDSCHE COURANT DONDERDAG 19 MEI 19c Wie maakt lekkerste liaringgerecht DE PLUNJEZAK STAAT KLAAR. De laarzen zijn uit de bergkast ge- met de sanering haald en aan de kapstok hangt glimmend van de was het leren lo°pt' j Daarvoor wordt ei jack, waarmee de visserman straks aan boord van zijn logger zal stappen. jlispannjng gevraagd. Met name omdat bestanddeel Alles in het kleine vissershuisje is gereed voor de grote gebeurtenis: de de rederijen vrijwel niet worden ge- Tr, nieuwe teelt, de race naar de nieuwe haring. «teund door de overheid, wat in het ^1 mei, Vlaggetjesdag, zullen de De voorbereidingen, die enkele weken in beslag hebben genomen, zijn ler Ter gelegenheid van de tentoon stelling Gast en Gastheer, die wordt gehouden in de Houtrusthallen in Den Haag van 12 tot en met 23 mei, hébben de Nederlandse haring- n de oude vloot reders en -handelaren een wedstrijd uitgeschreven voor het beste recept, grote financiële waarin maatjesharing het hoofd- Ih de middag van buitenland wél het geval is. Des te gro- meest serieuze kandidaten voor één ter is daarom de prestatie dat Neder- ,.n„ nr^,M nn IJ nutrite* hun getroffen en met ongeduld wordt gewacht op het moment, dat de eerste land zich ook in deze situatie kan meten t r i n niet het buitenl.nd. Maar de. te groter gerecht moeten klaarmaken. Des logger van de lange sliert de haven zal uitvaren. Voor de visserman, die enkele maanden aaneen aan wal is geweest, is dat een met spanning tegemoet gezien ogenblik. De zee trekt weer. De j logger ligt zacht deinend klaar aan de havenkant. Goed in de verf en j ruikend naar het pas aangebrachte teer op de droge scheepshuid. Het I avontuur staat voor de deur. Nog even, zijn, de honderden 5 ook de zorg waarmee reders het nieu- avonds zullen, eveneens op Houtrust, re seizoen tegemoet zien. de pT{jzen worden uitgereikt. Er zijn Zullen de bedragen (voor heel Ne- er drie: twee zilveren schalen met derland na de oorlog 60 miljoen) die inscriptie en een eervolle ver- cpaiiuiu. nei men ket becïrjjf heeft gestoken er meldinq i dan zullen ze weer buitengaats s weer uitkomen Zal het komende seizoen betere vangsten te zien ge- De vrouwen zullen weer aan de Hpt scheepsbouwbedrijf werkte od volle ven Of zullen die evenals vorig kade en op de havenpier staan, als t kostte de reders moeite een ^far. met ?aI?e d°°r, de steeds f J.trl L 3"! slechter wordende resultaten van de schepen, een voor een in een plaatsje op de helling te vinden. Het Rijk verleende alvast in afwachting var lainjge rij de haven uiltglij'den. de oorlogsschaderegeling kredieten om Zij zullen de mannen uitgeleide d® raders, die voor zeer hoge onkosten de Engelse wal-visserij - der zijn. nog min- Elk jaar hetzelfde beeld, maar toch altijd weer nieuw: de Kat- wijkse vloot op vlaggetjesdag pronkend in IJmuidens haven. doen bij hun eerste zeereis van dit seizoen. Dat is traditie i gezin. Dat werd vroeger gedaan met de werden geplaatst, te Niet alleen met te repareren en t» i elk vissers- *"b°uw'n Jha,dde" de".v™ het druk. Het Nederlandse visserijbe drijf begon tevens aan een totale moder- isering van zijn vloot. IEr werden opdrachten gegeven voor de wetenschap dat de mannen een paar bouw van nieuwe grotere loggers, met maanden zouden wegblijven; dat gEZ dT,v™ ta II doet men ook nu nog, ondanks het plaats kwamen motoren van 350 tot 450 i P1*- Inmiddels zijn ook deze weer ouder- i feit dat de reis met lang zal zijn. wets geworden. Er zijn nu schepen in f I Voor de jagers een dag of vier. Voor de vaart, die met een 1000 pk motor schepen gebouwd, nieuwbouw, die paral- Duizenden jongens leerde hij vissen voortgestuwd! de andere schepen hooguit enkele Ook de accommodatie voor de beman- I weken. Dan zullen ze van ver om de nmS werd verbeterd, niet alleen op de nieuwe schepen. Ook op vele oude. Dik- Noord terugkomen met de eerste wijls werden de loggers verlengd, waar kantjes. Met de eerste nieuwe ha- door meer ruimte ontstond. I ring, die zeker weer gretig zal wor- ALLES heeft handen vol geld ge- i v. kost. Het Rijk heeft hiervan een 1 den verkocht. belangrijk deel betaald; de rest moest Want zelfs datgene voor wie vis een uit het bedrijfsleven zelf komen. Het was I niet alledaags gerecht is, zal dan aan een zware last die op de schouders van j het haringikarretje staan en grif een gul- de rederijen werd gelegd. Wat gepres- J den of meer neertellen voor een malse teerd is, grenst aan het ongelooflijke, j haring. Al was het alleen maar om de Het herstel is gereed gekomen. Maar j curiositeit. Want een haringrace is een de nieuwbouw gaat voort. I strijd, die méér nog zelfs dan een Hol- De schepen worden moderner, wat niet landBelgie-wedstrijd aanslaat en de wj] zeggen dat Nederland nu een hele belangstelling heeft. moderne vissersvloot heeft. Integendeel: S \TOOR WIE de race én de hele daaraan- !>et Sros de sdhepen is nud. Het i V volgende haringteelt nóg spannen- eenmaal moeilijk t der ral zijn - maar dan om andere re- '°?ehenen. Maar steed, worden - den dat zijn de reders. Wat zal i dit jaar in de netten komen? Zal het I meer zijn dan de afgelopen jaren? Na de oorlog is met enthousiasme be gonnen met de opbouw van de vloot, waarvan tijdens de Duitse bezetting een groot gedeelte ontakeld was en zelfs ge heel onbruikbaar was geworden. Dat was nodig, want de Vloot was sterk verouderd en in omvang verkleind. De bezetter had een zeer groot aantal schepen weggevoerd: uit heel Nederland in totaal zeshonderd trawlers, loggers, kotters en botters. Ze werden omge bouwd tot marineschepen. Alles boven deks werd gesloopt, de visruimen inge richt als motorkamer, munitieopslag plaats, logies voor de matrozen. Het werden gevaarlijke oorlogsschepen met snelvuurkanonnen en lanceerbuizen. Vele hebben de oorlog niet overleefd en werden de grond in geboord. -y"ELE ANDERE waren eveneens niet teruggekomen in 1JH5. Ze moesten ergens liggen, dat wist men. Maar waar? Een schier eindeloos zoeken begon. In gedachten werd menig schip al afgeschreven. Maar de schippers die met de overgebleven loggers de visserij weer begonnen, ble ven uitkijken. In iedere haven speur den zij naar gestolen loggers. In vele gevallen lagen ze er: meestal in Oostduitse havens, maar ook van andere kanten kwamen berichten van schippers en andere zeelieden bij de directie der visserijen binnen. Onder meer uit Frankrijk. De oorlogsschepen, die eenmaal loggers waren geweest, waren vrijwel niet meer te herkennen. Dikwijls waren zij totaal verbouwd en kon slechts aan een kleine bijzonderheid wurden geconstateerd dat men hier met een vroegere logger te maken had. Met Nederlandse vissers wer den expedities uitgerust om het ge- stQlen materiaal terug te voeren. UMUIDEN was de centrale plaats waar alle vissersvaartuigen naar toe werden gebracht. Reders werden opge roepen om de casco's te identificeren. En als dat gebeurd was gingen de schepen naar de helling. Bij tientallen tegelijk. Tonnen hebben altijd een grote rol gespeeld bij de haringvisserij. Er gaan heel wat malse maatjes in zo'n kantje. Dit is de man onder wiens leiding duizenden jongelui ge reed zijn gemaakt voor 't beroep van visser. Zoals in het onder schrift bij de foto met roeiende jongens is te lezen, is deze direc teur van de Katwijkse visserij- school een geboren Katwijker, die zelf ook heeft gevaren en verscheidene rangen doorliep. Op 13-jarige leeftijd vertrok de heer C. Varkevisser als afhou- wer naar zee. Later ging hij naar de koopvaardij en via de zeevaartschool te Amsterdam werd hij eerste officier. Daarna kreeg hij een betrekking als leraar aan de visserij- en zee vaartschool te Vlaardingen om vervolgens nu dertig jaar ge leden te worden benoemd tot directeur van de visserij- school in zijn geboorteplaats, als opvolger van de heer K. Schu ring. De school was toen nog gevestigd aan de Burgersdijk- straat. eer honderd gulden aan prijzen vloot op volle kracht naar de haringgronden stoomt, dan breken dagen van grote spanning aan. De jagerij is begonnen. Wan neer zal de eerste haring worden aangevoerd? Wie heeft al niet zitten rekenen? Maandag varen, woensdagmiddag aan schot, in de nacht van woensdag op donderdag halen en dan. ja en dan, als ter tenminste gevangen is, wordt de vangst overge geven aan de jager, het snelste schip van iedere ploeg. Tot zover klopt alles aardig. Maar verder houden de berekeningen op. Want geen mens weet, waar de jagers zich zullen bevinden en hoe laat zij kunnen gaan stomen. Geen mens weet het. Inderdaad. Maar men kan er wel naar raden. Wanneer wordt de eerste groene haring in Nederland aangevoerd? Dat is, evenals verleden jaar, het onderwerp van onze Vlaggetjes dagprijsvraag. Wie er het beste antwoord op geeft, wie het tijdstip het dichtst benadert, krijgt van onze krant een prijs van f 50. Verder zijn er een prijs van f 25 en vijf prijzen van f 5. De spelregels? Op een briefkaart, geadresseerd aan de redactie van de Nieuwe Leidsche Courant, Steenstraat 37, Leiden, dient men zo nauwkeurig mogelijk aan te geven op welk tijdstip men meent, dat de eerste haring zal aankomen. Bijvoorbeeld: vrijdagmorgen 27 mei, 10.20 uur. Daarbij hebben wij op het oog het ogenblik, dat het eerste Nederlandse schip met malse maatjes aan boord in een Nederlandse vissershaven meert. De inzendingen moeten uiterlijk volgende week woensdag in ons bezit zijn. De uitslag wordt zo spoedig mogelijk in de krant bekend gemaakt. Winst komt van trawlloggers «r nog een behoorlijk bedrag aan winst overblijft. Binnenkort zal het landbouw econo misch instituut een gefundeerd rapport, waarin jaren onderzoek zit, uitgeven met cijfers waaruit dit moet blijken. Gezond na de oorlog geïnvesteerd in de Nederlandse vissersvloot, zowel voor herstel van de oorlogsschade als voor nieuwbouw. Ruim dertig mil- leven zélf op tafel gebracht Was bed™, .Wjd deze investering verantwoord vijftig miljoen gulden Rechtvaardigen de bedrijfsuitkoms- Nie, (e 0|ltkemlcn ïallr„ d, ten deze enorme bedragen Ja „leeds hoger wordende exploitatiekosten zeggen de wetenschapsmensen be- en economen zijn dan ook van mening, gljst dat gezien de grote investering, die een nieuw schip vraagt, verregaande concen- Weliswaar varen de vleetloggers in hei tratie in het rederijbedrijf noodzakelijk algemeen er zjjn natuurlijk verschei- zal zijn. dene uitzonderingen slecht en zelfs dikwijls met verlies, de grote schepen, de trawlloggers, zorgen ervoor dat de ploitatie van het rederijbedrijf sluit i met de landbouw, die het afgelopen jaar eveneens door natuurlijke oorzaken (droogte) werd getroffen en om subsidie heeft verzocht. Bij de visserij is die natuurlijke oorzaak het telkens weer mislukken van de Engelse wal-visserij, die al tijd een zeer belangrijk gedeelte van og wel een economisch de jaarvangsten voor haar rekening het visserijbedrijf. Ook heeft genomen. Moeten in de toekomst dan maar alle maal trawlloggers worden gebouwd en gaat de vleetvisserij tot de historie be horen? Op het ogenblik lijkt het met het oog op de on-gunstige resultaten van de vleetloggers inderdaad beter op trawlers over te stappen. Maar moeilijk is het, aldus nog steeds de economen, in deze een advies voor de toekomst te Immers: er is nog té weinig bekend over de oorzaken van de slechte resul- Men zal eerst alle factoren de biolo gische, de technische en de economische (die niet van elkaar zijn los te denken) voordat riohtlijni Bouwden de werven vroeger nog i zo'n slordige zestienduizend gulden stevig nieuw schip, thans is daarmee een kleine miljoen gulden gemoeid Reed. kunnen worden gegeven. En op het ogen- jaren ,s de tendens merkbaar dal kleine bHk „„g lang ni.t rederijen overgaan in handen van hun voldoendc. 2o ttaa, hel op 0gmblit grotere broei». Grote rederijen hebben ho.wal in,verband een mee rlevenskracht en kunnen eventuele slagen beter opvangen. En onder grote rederijen willen economen dan verstaan ™et vast over «verbevissing kan wor* de bedrijven met ten minste tien sche- r° pen. best mogelijk, dat over enkele de donkere wolken weer zullen Al betekent dit niet, dat er geen kleine optrekken. Er is wel meer zo'n periode rederijen zijn, die niet gunstig worden geweest; bijvoorbeeld aan het einde van jeëxploiteerd. Veel hangt af van de per- rle achttiende eeuw, toen de haring onder t de reder, zo is de mening i Duidelijk is echter in de praktijk ge bleken, dat bedrijven, die grote modern» trawlloggers in de vaart hebben de beste resultaten boeken. Rederijen, die hoofd zakelijk met vleetloggers varen en dat zijn ook de kleine bedrijfjes zien hun opbrengst vooral de laatste jaren ..Op hoop van zegen" Er wordt nog té veel „op hoop van zegen" gevaren, zeggen de wetenschapsmensen. En dat is, wan neer de investeringen zo groot wor- Zodanig i, de ,ltnatie op het ogenblik den' bezwaar. Men zal moeten zelfs dat de Redersvereniging voor dc proberen minder afhankelijk te zijn Nederlandse Haringvisserij de overheid van allerlei factoren, zodat met ÏTÏrfïE'.lüSi "rlrn meer zekerheid kan worden gevist, de dnjfnetvissenj, omdat er anders h»r- a de slagen aan het rederijbedrijf zullen Wat me* wegneemt, dat de Visserij worden toegebracht. ook dan altijd wel een riskant be- Men ziet hier dus een zekere parallel drijf zal blijven. DE JONGENS van de Katwijkse visserijschool weten wat roeien is. Regelmatig gaan zij er op uit om hun baantjes te trekken en dat zjj er kracht achter zetten blijkt wel uit het feit, dat zij bij wedstrijden tegen andere visserij- scholen tot de meest gevreesde tegenstanders behoren. Op de Katwijkse school wordt hun echter niet slechts het roeien bijgebracht. Dat spreekt vanzelf. Twintig leraren zijn dagelijks in touw om de leerlingen op te leiden tot bekwame vissers, die op zee hun mannetje staan. Belangrijke vakken bijvoorbeeld zijn zeeman schap, zeevaartkunde, visserij- kunde, algemene ontwikkeling, knopen en splitsen. Zeven leraren zijn in vaste dienst, de overigen geven een be perkt aantal uren les. Eén van de merkwaardigste leerkrachten is de heer Dirk van Rijn, die 's zomers als schipper vaart en 's winters voor de klas staat Directeur is de heer C. Varke visser, een geboren Katwjjker, die zelf ook heeft gevaren en verschei dene rangen doorliep. De visserijschool te Katwijk telt in totaal 350 leerlingen. Daarbij zijn ook heel wat ouderen, die al varen en alleen studeren, wanneer zij thuis zijn. Hun leeftijd loopt tot 56 jaar. De dagleerlingen zijn van 12 tot 14 jaar oud. Zij zijn voor namelijk afkomstig uit de echte zeemansfamilies. In deze families gaat men van vader op zoon naar zee. Zo hoort het. men weet niet anders. Over heel het land genomen loopt de belangstelling voor de zeevaart terug. De heer Varke visser zegt ervan: ons volk is te welvarend geworden. Op zee heeft men geen bromfietsen, geen tele visie, geen bioscoop. De jongens die niet meer naar zee willen, be weren: aan je vrije tijd heb je aan boord niets. Je kunt er alleen maar slapen en lezen. In Katwijk is de terugloop nog niet erg merkbaar. Dat komt door dat de Katwijkers nog altijd min of meer een gesloten gemeenschap vormen, de traditie van het naar zee gaan is nog niet doorbroken. Toch zijn er hier en daar al af wijkingen van het gebruikelijke gedragspatroon. De moeders wor den ook wat „slapper". Zij zijn er soms wel voor te vinden, dat in elk geval de jongste zoon „een vakje" gaat leren. Die knaap komt dan op kantoor of iets dergelijks terecht en zijn kinderen zijn later zo goed als zeker voor de visserij verloren. Zo sluipt dit gevaar ook Katwijk binnen. Maatregelen om het tegen te gaan zijn: aanleg van een eigen haven en voorkoming van industrievestiging. Door de zuigkracht van de hoogovens is er in IJmuiden haast geen visser meer te vinden. Over het algemeen is de liefheb berij voor de visserij in Katwijk gelukkig nog groot. Op de kotters en trawlers zijn de verdiensten goed. Dat is een belangrijk ding. En doordat de vissers tegenwoor dig het nut van een goede oplei ding terdege inzien, dreigt de Kat wijkse visserijschool te klein te worden. Straks moet een uitbrei ding plaats hebben. Bovendien zijn er plannen voor het in de vaart brengen van een visserij-oefen schip, in samenwerking met Sche- veningen en IJmuiden. Op het ogenblik doen de jonge vissers hun eerste praktijkervaring gewoonlijk pp de drijfnetloggers op. Aan boord van de kotters en trawlers is het werk op jeugdige leeftijd te zwaar. Jammer genoeg worden er geen nieuwe vleetlog gers gebouwd, zodat moet worden gevreesd, dat door de tijd de vleet visserij zal verdwijnen. Daarmee valt dan tevens een ideale oefen school voor de aankomende vissers weg. Redding zal moeten brengen het schip, dat zowel kan trawlen als vlcetvissen. RADIO: 19 mei: Hilversum I, tussen 20.00 en 22.00 uur: Vlag in top. In dit steravond-programma een spraakwaterval van een Scheve- ningse, Katwijkse en Vlaardingse-schipper. 20 mei: (Hilversum I, tussen 9.40 en 10.15 uur): In Tussen de be drijven door, een vraaggesprek met mevrouw Mia Bruyn-Ouwehand over het leven van de vissersvrouwen. (Hilversum I, tussen 19.30 en 19.50 uur): Radiokrant. Morgen is het Vlaggetjesdag. Vraagge sprek met drs. D. J. van Dijk. 21 mei: (Hilversum I, 13.15 uur). Zonnewijzer. Toen Vlaggetjesdag (nog) niet mogelijk was.De haringvloot in 1945. (Hilversum II, tussen 17.30 en 18.00 uur): Dingen van de dag. Reportage van de Vlaggetjesdagviering te IJmuiden. (Hilversum I, 19.25 uur): Maat jes-Memorandum. Een tekst van Jan de Cler. 22 mei: (Hilversum II, 8.18 uur): Weer of geen weer. Een pro gramma van Bert Garthoff en Aad Bos voor de vroege zondagmor gen. Vandaag vooral in het teken van De vrouw in de visserij. 23 mei: (Hilversum I, 8.15 uur): Radiokrant. Ochtendblad. Over enkele uren begint de jagerij. (Hilversum II, 12.55—13.00 uur): Re portage van het vertrek van de haringvloot. (Hilversum II, 20.05 22.30 uur, in Radioscoop): Klankbeeld over het Instituut voor Vis- serijprodukten T.N.O. te IJmuiden. 24 mei: (Hilversum I, 11.00 uur): Onder ons. Een vrouwelijke reder vertelt. Vraaggesprek met mej. mr. J. de Jong te Schevenin- gen. (Hilversum II, 14.40 uur): De Nederlandse schoolradio. Vloot in zee, haring vissen, haring vangen. (Hilversum I, 19.10 uur): Echo. De haringvloot stoomt naar de vangstgronden. Reportage van zee. 25 mei: (Hilversum I, tussen 19.30 en 19.50 uur): Radiokrant. De vloot is aan schot. Reportage van zee. 26 mei. (Hilversum I, 12.50 uur): Echo. De maatjes zijn in aan tocht. Reportage van de jagerij. (Hilversum I, tussen 19.30 en 19.50 uur). Radiokrant. De jagers stomen naar het vaderland. Reportage van zee. (Hilversum II, 19.30 uur): Een malse haring in Koek en Ei. 27 mei: (Hilversum II): De eerste jager liep binnen. De maatjes zijn er. Reportage van aanvoer en verkoop van de eerste Hollandse Nieuwe. (Tijdstip afhankelijk van de binnenkomst). 28 mei: (Hilversum I, 21.20 uur): Malse maatjes in Tierelantijnen. 30 mei: (Hilversum II, 15.45 uur): Zestig minuten voor boven de zestig. Toen wij nog ter haring voeren. Een programma van Gé Gouwswaard. TELEVISIE: De televisie zal in het journaal aandacht besteden aan vlaggetjesdag en haringjagerij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1960 | | pagina 19