CwISTFIIJK
CETALAC
Groot
open
werkterrein ligt
voor diakonaat
apis
De ethiek van de
hereniging
Vernietigende nota over
spreidingsraoporten
de c/rootóte
cfcive
Een woord voor vandaag
Kanttekening
2
Is het geen tijd om
eenvoudig vrede te
gaan sluiten?
In het „Centraal Weekblad"
stelt dr. B. Rietveld van 's-Gra-
venhage de vraag: „Hoe komt
het dat veel in de tegenwoordige
discussie over de hereniging van
synodalen en vrijgemaakten on
werkelijk aan doet?" hij vervolgt
dan:
ER WORDT veel geschreven, ar
tikelen en zelfs boeken, over
de leerkwestie. Voor velen is dit
echter een nog altijd wat ongrijp
bare zaak. En het zijn niet al
leen catechisanten, die vragen
waar het eigenlijk om gaat, en
die ook na een wat korter of lan
ger uiteenzetting niet verder kun
nen komen dan een ,,Oh", waar
in het schouderophalen, dat ze be
leefdheidshalve weglaten, volledig
tot uitdrukking komt.
Dan is er ook de schuldkwestie.
Er wordt schuld beleden. Er
wordt gesproken van verlegen
heid. Er is een oproep tot beke
ring en tot vrijmaking van de
schuld aan kerkelijke maatrege
len. Maar ook hier ligt veel on
grijpbaars. Inderdaad zijn er
maatregelen genomen, schorsin-
5en en afzettingen zijn feiten en
aden. En er is vrijmaking ge
weest Men heeft zich niet onder
worpen aan de maatregelen, en
ook daarin zijn er feiten en da
den. Maar hoe liet in dit alles
de schuld? Menigeen, die hierop
wordt aangesproken en belast
wordt met de verantwoordelijkheid
voor wat gebeurd is, soms zelfs
wel met wat de volle verantwoor
delijkheid lijkt, heeft ook hierin
het gevoel van iets onwerkelijks.
Het raakt zijn geweten niet zoals
toch eigenlijk bedoeld wordt.
dat het eigenlijke leven zich
afspeelt achter en onder de in
jaartallen en feiten te plaatsen ge
beurtenissen. Wanneer in een cri
sis iets gezegd wordt of een stand
punt wordt ingenomen, ligt daar
al een heel complex van ziels
bewegingen achter. Het zijn men
sen die hier samenkomen en hun
standpunt gaan bepalen in een
zaak. die gedurende lanfie tijd
gegroeid is. Er zijn al discussies
Seweest en ontmoetingen, en ver-
oudingen zijn gegroeid; karak
ters zijn in botsing gekomen, mis
verstanden zijn ontstaan. Eerlij
ke bedoeling, maar ook geïrri
teerdheid hebben hun aandeel ge
leverd in het scheppen van de si
tuatie. Ieder der deelnemers
brengt zijn volle menselijkheid en
heel de historie van de groei van
zijn opvattingen met zich.
Dan gebeurt er iets. In dit ge
val de scheuring. Ongetwijfeld is
er dan schuld. Ook het kerkelijk
leven heeft geen eigenwettelijk
heid, volgens welke de dingen
zich zouden voltrekken buiten de
deelnemers Niemand kan zich
aan de verantwoordelijkheid ont
trekken. Ook het gewone gemeen
telid niet. In kerkelijke zaken
geldt minder dan waar ook een
..bevel is bevel". Er is schuld,
menselijke schuld. Maar volko
men begrijpelijk is ook de reac
tie van een gewoon gemeentelid,
dat weigert de volle last te dra
gen van de schuld aan een com
plex van gebeurtenissen, dat hij
niet doorziet. En als hij wel spoe
dig bereid is schuld te erkennen,
is het de vraag of hij daartoe het
recht wel heeft om dezelfde reden,
dat hij namelijk de samenhang der
dingen niet doorziet.
Er is een ingewikkeld samen
weefsel van allerlei menselijk ge
voel en daad en woord, dat ten
slotte geleid heeft tot dit resul
taat.
TV/TEN KAN gemakshalve gaan
1V1 vereenvoudigen en gaan spre
ken van één daad, waarvoor dan
één schuld gedragen moet worden
door één groep gezamenlijk maar
dat heeft dat irreële, dat onwerke
lijke tengevolge.
Men kan dan vragen: „Is
Iemand die geschorst en afgezet
wordt, geen slachtoffer van een
vreselijke maatregel?" En men
zal toestemmend moeten antwoor
den. Maar tegelijk meent men
zich te herinneren, dat de slacht
offers destijds allerminst de in
druk maakten van machteloze
martelaren. Integendeel, er was
in hen over het algemeen een dui
delijke strijdvreugde.
Men kan ook zeggen. „Wie zich
vrijmaakte scheurde de kerk". En
ook dat zal men moeten toestem
men. Maar welke schuld aan de
vrijmaking zal men geven aan de
jonge mens. die zich destijds door
vereerde voorgangers liet meesle
pen in een reformatorisch élan.
waardoor hij zich gedragen voel
de als in hoger sfeer?
Het is niet te ontkennen, dat'
de beslissende daad van schor
sing en afzetting enerzijds en vrij
making anderzijds een eigen
schuldvraag meebrengt en een ze
kere collectieve schuld kan mee
brengen. waarin dan ieder aan
beide zijden deelt, maar die vóór
geschiedenis mag niet gemakshal
ve vergeten worden. Als God oor
delen gaat, zal ieders aandeel in
de schuld blijken en ik acht het
nog de vraag of in dat uiteinde
lijk oordeel nog iets collectiefs
overblijft.
iets irreëels heeft. Hij ontkent
natuurlijk niet dat het verbond
een belangrijke zaak is, maar
wijst er op dat ook hier een
voorgeschiedenis is geweest,
waarin veel meer dan alleen deze
kwestie aan de orde was. Na
tuurlijk, zegt hij, heeft iedere
crisis in de kerkgeschiedenis zijn
voorgeschiedenis. Vragen van
schuld en gelijk liggen verweven.
Maar als dan de spanning tot
ontlading komt, blijkt in het
verloop wel of er inderdaad
sprake is geweest van een fun
damentele tegenstelling. In dat
geval gaat men achteraf steeds
duidelijker zien dat het ene
standpunt met zijn consequenties
moest leiden tot reformatie en
het andere tot deformatie. Maar,
vraagt dr. Rietveld, als dit nu
niet gebeurt? Wordt het dan
geen tijd de ethisch psychologi
sche achtergrond in de voorge
schiedenis in rekening te bren
gen? Dan is het onwerkelijk een
diepe fundamentele tegenstelling
te construeren. Dr. Rietveld be
ëindigt zijn artikel dan:
"T\E VRAAG, waarvoor we m-i.
U nu zestien jaar na de scheu
ring staan, is dan of gebleken is,
dat de éne stroming Christus
volgt en de ander zich van Hem
verwijdert. Als dat zo is. is het
niet nodig te blijven napraten over
de scheuring. Die was dan nood
zakelijk en heilzaam!
Als integendeel blijkt, dat de
stromen parallel lopen en dat de
leerkwestie niet geleid heeft,
door de corrigerende werking van
de Heilige Geest en het Woord
tegen eenzijdigheden tot een
ver uiteengaan, is het dan geen
tijd om eenvoudig vrede te slui
ten? Ik bedoel werkelijk eenvou
dig zoals twee mensen, die vre
selijk boos op elkaar zijn ge
weest. vrede kunnen sluiten door
de liefde van Christus gedrongen,
in de ootmoedige erkenning, dat
de dingen, waarover zij zich op
gewonden hebben, meer voor hun
eigen persoon, dan voor de zaak
van Christus belangrijk waren.
Mochten wij gereformeerden
van weerszijden tot deze vrede
komen, hoe zouden we dan de op
drachten, die deze eeuw ons stelt
i nieuw élan onder de ogen
kunnen zien!
Verf met gemak en..
van Ceta Bever
F Fff
wi
Vijftig jaar Federatie Ned. Herv. diakonieën
Sinds Stefanus
is er echter
veel veranderd
HET vijftigjarig bestaan van de
Federatie van Diaconieën in de
Ned. Herv. Kerk is dinsdag met
enige luister te Utrecht gevierd.
's Morgens in de Domkerk waren
meer dan duizend diakenen aan
wezig om de herdenkingsdienst bij
te wonen, 's Middags in de schouw
burg had men extra stoelen bijge
zet om ook een uitgelezen groep
vertegenwoordigers van allerlei
organen en instanties te kunnen
ontvangen. Tot hen behoorde hare
excellentie dr. M. A. M. Klompé,
minister van maatschappelijk
werk.
Minister Klompé, die reeds drie Jaar
geleden voor de federatie had gespro-
vijftigjarige gedenkdagj ciaal moet interesseren
Beroepinsswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Oudelande, toez.: D. R.
Jonker, vic. te Berkel en Rodenrijs.
GEREFORMEERDE KERKEN
Tweetal te Bennekom: H. Dijkstra te
Rotterdam-Zuid en J. Wiersma te Am
sterdam-West
Beroepen te Medicine Hat, Alberta.
Canada: M. D. Geleijnse te Roermond; te
Muiden: J. D. Pereboom. kand. te Rot
terdam.
Bedankt voor Berlikum: H. A. Star-
renburg te Kantens, Gr.
GEREF. KERKEN (VRIJGEMAAKT)
Beroepen te Haarlem als miss. predi
kant voor West-Borneo: W. L. Kurpers-
hoek, kand. te Rotterdam.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Tweetal te De Krim, Ov.: A W.
Drechsler te Vlissingen en J. Drenth te
Rotterdam-Overschie.
Beroepen te Zaamslag: E. Venema te
Zwijndrecht.
ietwat vreemd, wanneer men weet dat
het diaconaat reeds beoefend wordt
sinds de dag dat Stefanus met zes an
deren in dit ambt waren gesteld. Vijf
tig jaar betekenen niet veel in een
diaconale traditie, welke bijna zo oud
is als het christendom zelf. Toch had
deze herdenking zin, meende minister
Klompé. Want er zijn in de voorbije vijf
tig jaar meer veranderingen in de
maatschappij en dus ook in het dia
conaat aan de orde gekomen dan in
veie eeuwen daarvóór het geval
Het is waar, dat de diaconale taken
geheel veranderd zijn. De overheid
heeft een deel van de lasten overgeno
men, die vroeger voor rekening van de
diaconie kwamen. Maar daardoor zijn
de dingen toch niet eenvoudiger gewor
den. De nood verminderde niet, al is
hij vaak moeilijker aan te wijzen. Het
is de taak der diakenen de noden te
ontdekken. Behalve over barmhartig'
heid moeten zij over helderziendheid be
schikken. De grote materiële tegenstel
lingen in de wereld zijn voor ons chris
tenen een schandaal- Ziedaar, wat een
werk er aan de winkel is!
Maar materiële bijstand zal onvol
doende blijken, wanneer de diakenen de
evangelische betekenis van het naaste
zijn niet tot haar recht laten komen.
Dan zullen vaak de middelen en de
krachten te kort schieten. Met het oog
daarop wenste minister Klompé de dia
kenen de voortdurende overdenking toe
van het woord uit 2 Corinthe 12: „Mijn
genade is u genoeg, want Mijn kracht
komt in zwakheid tot ontplooiing".
Minister Klompé had de aanwezigen
als „broeders en zusters" aangespro
ken. zulks in navolging van prof. dr.
W. Banning, die nadrukkelijk zei, dat
hij de excellentie tot de r.k. kerk
behorend tot de zusters rekende.
Tegenstellingen
Prof. Banning, aan wie de taak w;
toebedeeld om de sociologische vera
deringen van de laatste vijftig jaar te
schetsen, stond vooral stil bij de toege
nomen welvaart. Dat e,r geen armoede
meer heerst, is een nieuw feit in de
wereldgeschiedenis, althans in de Wes
terse landen. Tevens weten wij niet
meer, waar we met onze welvaart heen
moeten-
Dit brengt echter nare consequen
ties mee. De afstand tussen rijke lan
den en arme landen wordt al groter.
Want de rijke landen worden steeds rij
ker en de arme gebieden worden, naar
verhouding, voortdurend armer. Die toe
nemende spanning gaat gepaard met
rassenhaat.
Er zijn nog andere tegenstellingen.
Men mag constateren, dat er vermin-j
dering van zware lichamelijke arbeid I
is. doch vermeerdering van geeste
lijke arbeid. Er is vermindering
materiële hood, -
toeneming van geestelijke nood. Er is
democratisering van de welvaart,
doch het afbetalingssysteem, in de
hand gewerkt door „het bombarde
ment der reclame" hteft angstwek
kende proporties aangeiomen en is
een vloek voor de arbeidende klasse.
Al deze factoren nopen tot heroriën
tering van het diaconaat. „Wij zullen
het begrip „dienst aan onze medemen
sen" steeds beter moeten leren", vond
prof. Banning
De tweede spreker, prof. dr. P. J.
Roscam Abbing. legde er de nadruk op,
dat, nu de traditionele arme door de
overheid ontdekt is, de kerk zich spe
ciaal moet interesseren voor groepen,
die vergeten zijn. Er liggen nog naas
ten langs de weg, waar anderen aan
voorbijgaan. Alleen door bidden en vas
ten kan mep bepaalde noden ontdekken.
Christenen behoren ook temidden van
de welvaart sober te leven. „Wij hebben
niet het recht om maar geld (voor ons
zelf) uit te geven al naar gelang wij
geld hebben. Onze welvaart moet ook
voldoende vruchten afwerpen voor het
diaconaat en voor de kerkvoogdij".
Protestantse orde
In de Domkerk had de praeses der
generale synode, dr. A. A. Koolhaas,
vooral de nadruk gelegd op de ethiek
van het diakenambt. „Wat zouden de
mensen zeggen, die deze kerk voorbij
gaan, als ze wisten dat hier duizend
diakenen bijeen waren"?, vroeg hij.
Er zijn getuigenissen over de diakenen
bekend, die een schril licht werpen op
de wijze, waarop dit ambt door som
migen werd vervuld. „Hij is een goed
diaken, maar hy is zo weinig mens":
„hij heeft me wel aan geld geholpen,
maar begrijpen doet hij me niet".
Vele diakenen hebben niet vermoed hoe
teergevoelig een mens in nood is. Vaak
waren zij goede beheerders van diaco
nale fondsen, maar slechte vertrouwens
mannen van mensen, die hulp nodig
hadden.
Gelukkig is het diaconaat geen bede
lingsinstituut meer. Wat het worden
moet: een getuigenis met de daad van
Christus' barmhartigheid met de men
selijke nood.
Het diaconaat verliest zijn isolement.
Het zal steeds meer geworteld worden
in het pastoraat en het apostolaat, ge
lijk ook in het leven van Jezus pasto
raat. apostolaat en diaconaat zich
mengden.
De diaconie krijgt gestalte, allereerst
in de straat waar het gemeentelid
woont. Dat vraag zelfverloochening en
verborgen omgang met God. De diaken
moet een voorbeeld in de gemeente zijn.
Ja, de diakenen zouden eigenlijk als
soort protestantse orde temidden
de kerk moeten fungeren.
Feestgave
Notaris J. Nijenhuis te Amsterdam,
die vorig jaar de heer A. J- Rotteveel
te 's-Gravenhage als voorzitter van de
Federatie opvolgde, had de leiding var
de middagsamenkomst in de schouwburg.
Hem werd een bedrag van 17.000
aangeboden, bestemd voor het weldra
te vestigen Diaconaal Sociaal Instituut.
De Haagse diaconie had het initiatief
voor deze feestgave genomen. Omdat
dit op korte termijn moest gebeuren
was nog maar van 20 pet. der diaco
nieën geld binnengekomen. Bij de fe
deratie zijn 1200 diaconieën aangesloten
van de 1400 diaconieën, die de Her
vormde Kerk telt. De niet-aangesloten
diaconieën behoren meest tot de klei
ne gemeenten.
Advertentie
CAMERA
INRUIL
ACTIE
Uw oude fototoestel is
7.50, 10.- of 15.- waard!
Inlichtingen bij uw fotohandelaar
Rotterdam wenst universiteit
Spreiding voor
velen gelijk aan
versnippering
(Van een onzer redacteuren)
T> OTTERDAM is niet erg inge-
indering van nomen met de beide rappor-
tegelijkertijdI *en over de spreiding van het
13
Met vierentwintig gulden kwam ze thuis. Daar
kon ze veertien dagen van leven, als ze zuinig was.
Zc inspecteerde haar boekenkast, schiftte er en
kele delen uit. die ze niet wilde missen. De andere
pakte ze in twee koffertjes en opnieuw liep ze door
Amsterdam. De tweedehandsboekhandel die ze op
het oog had. was tamelijk ver uit de buurt en ze
liet Paultje niet graag alleen, ook al was het avond
en sliep hij veilig in zijn bedje. Ze haastte zich
tussen de slenterende avondwandelaars door; voor
de kassa van een bioscoop stond een rij van
wachtenden. Bioscopen ja. die waren er ook nog.
iedere avond zaten ze vol mensen. Met herken
nende ogen keek ze naar de reclameplaten, naar
de filmfoto's en de bezoekers, die zwijgend wacht
ten op hun beurt. Zij stond buiten dit alles, hoewel
/e noc jong was en ze het eenmaal vanzelfsprekend
had gevonden, dat ze deel had aan dit leven van
allen. Schouwburgen, concerten, dat alles-behoorde
tot een wereld, die voorbij was. die ze zich slechts
bij ogenblikken herinnerde. Ze had geen tijd
en geen geld méér om uit te gaan en zich te amu
seren en bovendien zou ze de kalme aandacht mis
sen. die nodig is om te kunnen genieten. Een man
drentelde om haar heen. keek haar recht in het ge
zicht. Anne liep door. In een etalagespiegel zag ze
zichzelf en even bleef ze stilstaan om haar eigen
gezicht te bekijken. Het was nog jong. maar de
glimlach om de mond, de onbezorgde blijheid der
ogen was vergaan: ze zag er moe uit en als ze niet
oppaste, zou ze gauw rimpels hebben in haar voor
hoofd. Ze zette haar hoed wat vlotter, en nam de
zware koffers weer op. Het was een geluk, dat ze
nog behoorlijk in de kleren zat. Anne van Velzen.
het enige, verwende kind van haar ouders, dat nu
vergeten in Amsterdam woonde, zich alle luxe
moest ontzeggen en vocht om haar hoofd boven wa
ter te houden. Ze zag zichzelf gaan door de verlichte
drukke straten, haastig tussen de mensen, die géén
haast hadden, door laverend, de koffertjes met boe
ken in de hand. Vele van die boeken had ze een
maal roekeloos royaal gekocht, iedere week een:
ze wist toen nog niet. dat geld zo vluchtig was en
zo moeilijk te verdienen.
De boekbandelaar bekeek haar eigendommen
WILLY
STRIJT
misprijzend en haalde de schouders op. „Niets
waard, die ouderwetse romans. Een kwartje per
stuk kan ik u geven."
„Een kwartje!" Anne was verontwaardigd. „De
boeken zien er als nieuw uit en ouderwets, ze zijn
van de laatste tien jaar!"
De winkelier glimlachte oeerbuigend. hij was ge
wend deze opmerkingen te horen. Ze dachten alle
maal, dat hij ze een kapitaal kon betalen, alsof hij
er een liefdadige instelling op na hield!
„Dacht u. dal de mensen tegenwoordig iets an
ders lazen dan de nieuwste uitgaven en die halen
ze dan nog voor een dubbeltje in een leesbiblio
theek. dat 's voordeliger dan kopen! Als ik die boe
ken van u voor een kwartje etaleer, raak ik ze nog
niet eens kwijt."
Anne keek hem een ogenblik zwijgend aan. Hij
gaf niet meer, wist ze. Zonder nog een woord te
zeggen, pakte ze de koffers weer in.
„Dag meneer."
„U krijgt nergens meer," zei hij nadrukkelijk.
Dicht in de buurt wist Anne nog een zaak Weer
opende ze de koffertjes en stapelde ze de boeken
op de toonbank. Het waren er een veertig, meest
romans, enkele wetenschappelijke werken, en paar
boeken uit haar meisjestijd. De banden waren on
geschonden, nergens een vlek of kras.
„Twintig cent door elkaar." taxeerde de boek
handelaar. „Ik zit jarenlang met zo n stelletje
Anne schrok. Veertig kwartjes w^s tenminste nog
hoger onderwijs, die
ministerie van O., K. en W. zijn
uitgebracht. B. en W. van deze
stad hebben dan ook een gepe
perde nota gezonden aan minister
Cals waarin zft het dualisme van
de rapporten hekelt en de argu
menten tegen vestiging van een
universiteit in Rotterdam ge-
nnmon j i i bruikt om aan te tonen dat deze
nomen met de heide rappor-
nvor Ho «na i,«< eerste havenstad van ons land de
mogelijkheden bezit tot en recht
heeft op een eigen universiteit.
In een persconferentie verklaarde
burgemeester Van Walsum gistermid
dag dat, had hij alleen deze nota moe
ten schrijven, er zeker nog sterkere
termen zouden zijn gebruikt. Wie daar
door de indruk zou krijgen dat het
tam briefje is geworden, is
er echter volkomen naast. Geschreven
wordt dat de minister op ondeugde
lijke gronden van advies is gediend,
dat de rapporten krampachtig zijn,
vele tegenstrijdigheden bevatten en
dat de commissie niet bewijst, maar
slechts beweert. Er wordt gesproken
over „vage woorden" en de conclusie
van B. en W. is dat het zelfs tragisch
genoemd moet worden dat de com
missies menen dat zij de resultaten
van het vooronderzoek heeft ingepast
'n het totaalbeeld
Tegenstrijdigheden
De nota hekelt vooral het feit dat
door de rapporten twee lijnen lopen,
die innerlijk tegenstrijdig zijn, name
lijk in de eerste plaats de overweging
dat bestaande instellingen, met uitzon
dering van de T.H.'s, de te verwachte
en gewenste vermeerdering van het
aantal studenten kan opvangen, en in
de tweede plaats de overtuiging lat
2 ,ellen opgefrist!
I- dm,,,
tien gulden geweest en ze had op twintig gerekend.
Dit bod hier kwam op acht gulden.
„Een kwartje," bood ze onwillekeurig.
„Nou wikte de eigenaar- Hij verlegde de boe
ken. krabde zich achter het oor. Ze moest voor
al niet denken, dat hij zo happig was, maar dit
was geen kwaad partijtje en hij gaf altijd een
kwartje. Omdat hij dadelijk gezien had, dat dit geen
zakenvrouw was, had hij twintig cent geboden;
mensenkennis bracht geld in het laatje.
Hij telde de delen, „Drieënveertig stuks, dat
wordt dan tien vijfenzeventig", zei hij, haar bod
indirect accepterend.
„Je hebt tegenwoordig meer aan tien vijfenze
ventig dan aan zo'n stelletje boeken," beweerde hij.
terwijl hij het geld voor haar neerlegde.
Anne gaf hem geen antwoord, ze was ontevreden
over zichzelf: wat ze bij die ander te weinig had
gevonden, had ze hier zelf aangeboden. Ze bezat
geen handelsgeest cn ze zou wel nooit veranderen.
Terneergeslagen kwam ze thuis met de lege kof
fers en de tien vijfenzeventig. Paultje was wak
ker geworden, rechtop in zijn bedje zat hij te hui
len. Anne boog zich over hem heen en suste hem.
maar haar gedachten waren van iets anders ver
vuld. Langzaam maar zeker was de maatschappij
bezig haar en haai kind dood te drukken. Ze wilde
werken, maar ze lieten haar niet werken. Als ze
een breimachine aanschafte en hard breide, werd
die arbeid zo slecht betaald, dat ze het wel op
moest geven. Als ze haar bezittingen verkocht, be
knibbelde men haar op ieder dubbeltje en als ze
over een poosje haar laatste geld had uitgegeven
voor het allereenvoudigste levensonderhoud, zou nie
mand haar helpen. Mare, zijn dierbaar gezicht kon
zo dichtbij lijken, even dichtbij als dat van Paultje
nu. Zijn stem. de tederheden die hij eens voor haar
had, ze waren nog even levend als altijd, maar
zijn hulp kon zij niet vragen, nu niet en nooit.
Ze veegde Paultjes tranen weg. ze kon nog altijd
niet geloven, dat ze geen uitweg zou vinden.
Toen het kind weer rustig lag te slapen, inspec
teerde Anne haar voorraden wol en tot twee uur
in de nacht werkte ze door met samengeperste
lippen, pijnlijke ogen en de verbeten wil om het
lot te trotseren en te overwinnen.
(Wordt vervolgd)
Daarom citeert de nota de uitspraak
van prof. dr. L. A. Hulst die heeft ge
zegd Men moet boortorens plaatsen
daar waar de olie zit volgens de nota
wil men boortorens plaatsen waar men
olie verwacht.
Een bijna felle aanval levert de
nota op de aanhangers van de sprei
dingstheorie, die menen dat nieuwe
universiteiten kunnen dienen als sti
mulans voor de verdere ontwikkeling
van de streek waar zij worden ge
sticht. Volgens de nota heeft een der
gelijke opmerking alleen waarde voor
wie in de spreidingstheorieën gelooft.
Voor velen is echter spreiding gelijk
aan versnippering.
Geen begin
B. en W. van Rotterdam stellen te
genover deze mening dat een univer
siteit niet het begin, maar de afslui
ting moest zijn van de ontwikkeling
van een streek of stad. Zij vragen:
„Heeft Delft nieuwe industrieën of
Zeven dagen lang is het groot feest in Jeruzalem, als onder
leiding van Nehemia de stad is hersteld. De pleinen staan vol
met hutten van loof, van de olijfboom, van de olijfwilg, van
de mirt, van palmen en van loofbomen. Loofhutten zijn ook
neergezet op de daken van de huizen, in de tuinen en in de
voorhoven van de tempel. Het is één uitbundig feest van
groen: Israël herdenkt hoe het, op die barre woestijntocht,
veertig jaar lang, heeft gewoond in tenten, nadat God het
had verlost van de Egyptische tirannie.
Het is een wonderlijk feest, waarop.een boek in het mid
delpunt staat: het boek der wet Gods. Elke dag weer wordt
daaruit voorgelezen en elke zin wordt van een uitleg en een
toelichting voorzien. Kunt u zich een merkwaardiger Week
van het Boek voorstellen dan hier in Jeruzalem? Is het niet
een beetje „te", wel heel erg eenzijdig en wel cultureel genoeg?
Een hele week feestvieren rondom één boek en je dan óók
nog aan de inhoud daarvan onderwerpen, dat is voor ons
moderne mensen toch wel wat veel gevraagd. U moet overigens
wèl bedenken, dat dit boek beslist geen vrijblijvende lectuur
is, dat u weer weglegt en iets anders gaat doen. Dit boek scheidt
nl. de geesten. Het is niets minder dan Gods Woord, dat elke
dag een antwoord verlangt van u en van mij, in de vorm van
een dagelijkse levensbeslissing.
NIEUW-GUINEA EN WIJ
TJET resultaat van het Kamerdebat
van gisteren kon geen verrassing
betekenen. De grote meerderheid
beeft zich wederom achter het rege
ringsbeleid geplaatst. En dat beleid
Is gericht op een defensie van dit
gebiedsdeel, een defensie overigens
die nog altijd bescheiden moet heten
en daarom reeds elke gedachte aan
agressiviteit onzerzijds zonder meer
kan uitsluiten.
De socialistische oppositie moest
ook ditmaal voor de onbevangen toe
schouwer een teleurstellend karak
ter dragen. De loop der omstandig
heden heeft ertoe geleid, dat Neder
land voor Nleuw-Guinea verantwoor
delijkheid heeft. Met kolonialisme
heeft dit niets uitstaande. Objectief
bezien, kan men zelfs stellen dat
Nieuw-Guinea ons meer lasten dan
lusten bezorgt. Maar dit laatste kan
en mag voor ons geen reden zijn om
ons aan onze verantwoordelijkheid
met betrekking tot dat gebied te
onttrekken.
Ook zij die nogal gebukt menen te
moeten gaan onder wat zij menen te
moeten zien als een laakbaar Neder
lands koloniaal verleden, zouden in
de beleving van onze verantwoorde
lijkheid jegens Nieuw-Guinea een
EXAMENTIJD
vóórzomermaanden brengen
voor heel velen onder ons een
eigenaardige spanning mee. Het zijn
de maanden waarin de examens val
len. Examens zonder tal en in bij
zonder grote verscheidenheid.
En terwijl de zon al hoger aan de
hemel komt te staan, zitten daar in
tal van lokaliteiten de jongens en de
meisjes, zitten ook vele ouderen, ge
bukt en gebogen over witte vellen
papier, gespannen te peinzen over
ingewikkelde sommen en over niet
minder ingewikkelde zinsconstruc
ties, beducht voor verborgen geva
ren, argwanend tegen verdachte
kneepjes.
We leven wel in een tijd, waarin
het examen hoogtij viert. Het diplo
ma Immers Is in onze tijd, met zijn
steeds hoger eisen van vakbekwaam
heid, een al meer onmisbare zaak
geworden. En vele voorhoofden ra
ken gefronst, tal van zuchten worden
geslaakt.
Het is al niet anders. Het leven is
kans kunnen zien om van dat ver
leden het een en ander goed te ma
ken. Helaas echter wordt onder de
critici van het regeringsbeleid deze
redelijke opvatting te weinig aange
troffen.
Het standpunt van de regering zelf
Is gezond. Nieuw-Guinea is onder de
schutse van Nederland op weg naar
de vorming van een eigen oordeel
over eigen toekomst. Dat voordeel
moet in vrijheid en in rust kunnen
worden gevormd. Aan die vrijheid
en aan die rust is, zo blijkt telkens
weer, in het bijzonder de regering
van Indonesië niet geneigd enige
positieve bijdrage te leveren. Zij laat
integendeel geen gelegenheid onbe
nut om te doen uitkomen, dat Nleuw-
Guinea bij het gebied van Indonesië
behoort te worden ingelijfd.
In het licht van zulke harde feiten
zou het alleen van onverantwoorde
lijkheid getuigen, indien Nederland
Nieuw-Guinea weerloos en onbe
schermd liet. Zo heeft de grote meer
derheid binnen de Tweede Kamer
het ook begrepen.
Jammer dat de socialisten zich we
derom hebben gedistancieerd van
een poUtiek, zoals deze In wezen ja
renlang .ook onder hun grote voor
man Drees is gevoerd.
moeilijk, wordt moeilijker met de
dag, en we moeten er tegen zijn op
gewassen. In het verkeer tussen de
volken mogen we dan meer en meer
de passen gaan afschaffen en mogen
meer en meer de grenzen vervagen,
in het maatschappelijk leven liggen
de drempels nog volop en komen we
steeds minder ver zonder het pas
poort dat diploma heet.
Een spannende tijd voor al die dui
zenden, die nu al over de witte
papieren gebogen zitten of die nu
al mondeling worden ondervraagd.
De zon staat hoog aan de hemel,
mgar zij zien er niet veel van. Ze
gaan voorshands nog gebukt door
het leven. Waarom, vragen ztf zich
af, moet het zo moeilijk?
Onze gedachten, gedachten van me
deleven en van sympathie, mogen
wel eens even bij hen toeven. Het is
al wat waard, wanneer zij zich van
onze genegenheid overtuigd mogen
weten. We kunnen zo het onze eraan
doen om de spanning zich te laten
oplossen in ontspanning.
andere bestaansbronnen aangetrokken
door zijn T.H., Leiden door zijn uni-
versiteit? Heeft de commissie wel eens
gehoord van probleemgebieden in de
provincie Groningen, ten spijt van de
aanwezigheid, sinds 16U, van een
Groningse universiteitHebben de
deréS^"Jen H<"derwijk
aeze steden behoed voor een stilstand
m de ontwikkeling?"
sd2&° dit verband d» "it-
dd.t W1J er voor moeten oppas-
tfg en v^'irriPvAPlan0,0gie' hoe nut"
tig en waardevol deze op zichzelf ook
mag zijn. geen afgod maken Dan ra
dl? met *Y"i het Pae'eeüonisme.
dat met de eisen van de praktijk eeen
dSik"if %e„™ha01"" en daardoor scha-
te vo.™„ "d,e" di< alleen door
Iistisch hp'i»-^ eer ^en een centra-
holt 'f1 aanvaardt dat het leven
SffiriTLV ',?itiatlef van de corpC
raties en particulieren verlamt.
De klok terug
io?e.inc>tt wiJst er °°k op dat er een
4^Vr,frïe
Wil vestigen in o 1?. een un'versiteit
de*notafF da"
Mogelijkheden
he^feifd" ,wordt er dan gewezen op
si til ti dat e®n Rotterdamse univer-
6000 atodf"t a tientallen Jaren i i
nuoo studenten kan hebben (De Eoo-
K? d% °Sesch0°' nitl nieegere.
k ,??put ka" "orden uit een
kf. k È?v°lkmï«gebied, dat het Kli-
ïa? ultl"*" 0nder"''s gemakkelijk
euiteit- vnn'e? den medische fa-
cutteit, vooral ook omdat er vele
geoutilleerde ziekenhuizen zijn.
te«„*r£ÏÏ"ien d" rapporten
SS? W"ar.drenvefee„brfe!
De nota besluit met de woorden: Wij
R.k. staatkundige
studentenconferentie
Op een openbare bijeenkomst woens
dag 11 mei zal te acht uur 's avonds
in restaurant Pays Bas in Nijmegen
voor de Katholieke Staatkundige Stu
dentenfederatie. afdeling Nijmegen in de
inleidingenreeks over geloof en politiek
spreken dr. S. W. Couwenberg, voor
stander van r> ,;CDU-gedaehte" in Ne
derland. Hij zal naast een bespreking
van de mogelijkheden om te komen tot
één christen-democratische partij ook
de mogelijkheden nagaan om de KVP
tot een doorbraakpartij te formeren, of
om een geheel nieuwe christelijke door
braakpartij op te richten.
Spaartekorten bij
boerenleenbanken
Bij de stichtingen spaarbank van de
boerenleenbanken, aangesloten bij de
Coöperatieve centrale boerenleenbank te
Eindhoven en de Coöperatieve centra
le Raiffeisen-bank te Utrecht, bedroe
gen de stortingen en terugbetalingen in
april resp. 144.5 min. en 153 min
zodat er ?en spaartekort was van ƒ85
min. In maart bedroeg het spaarover
schot f 15.2 min
Advertentie
Hoofdpijn
AKKERTJE.
vertrouwen er op dat de minister de
aanbeveling van de commissie ten aan
zien van Rotterdam niet zal overne
men. En mocht dit onverhoopt toch
gebeuren dan putten wij hoop uit de
houding van de Tweede Kamer in
1876. toen deze het nieuwe wetsont
werp hoger onderwijs in die zin amen
deerde, dat ook een universiteit voor
Amsterdam in de wet opgenomen kon
worden."