BRUSSEL -stad waar «al van
Klein Walsertal is niet
maar ook niet Duits....
Oostenrijks
monumenten uit de oudheid
■M 42 prijken
In Grindelwald staan de bergen voor de deur
Goede wijn behoeft
geen.... slak
In het hart van
Europa is een
vreemd gebied
OP BEZOEK IN
BADEN-BADEN
Bern en Ziirich als
Amsterdam-R'dam
Tussen de Zwitserse hoofdstad Bern
en de grootste Zwitserse stad Zii
rich bestaat eenzelfde rivaliteit als
in ons land tussen de hoofdstad Am
sterdam, en de belangrijkste stad
Rotterdam. Zegt men in Rotterdam
doelende op de tunnel: „Wij voeren
de plannen van Amsterdam uit", in
Zürich beweert men eveneens de
plannen van Bern uit te voeren.
Nu gaat het tussen Bern en Zii
rich niet om een tunnel, maar om
een nieuw station. Beide steden
werken al jaren aan de plannen
daarvoor. Toen de graafwerkzaam
heden in Bern begonnen, schreven
de kranten in Zürisch ironisch:
„Bern gaat de boompjes planten,
die in de toekomst het hout moe
ten leveren voor de stationsbouw..."
Hier houdt echter de vergelijking
tussen de Zwitserse en de Neder
landse steden radicaal op. Want in
Bern is men momenteel druk bezig
met de bouw van een nieuw station,
terwijl Zürich geheel tegen zijn
principe in overigens nog steeds
op de plannen broedt
In 1962 weer een
Hochalpenstrasse
Ongeveer halverwege tussen Inns-
brück en Zeil am See ligt de ongeveer
1500 meter hoge Gerlospass, waarover
een smalle weg leidt, die het Zillertal
met het Salzburger Pinzgau verbindt.
Er bestaan nu plannen om over de Ger
lospass een grote verkeersweg aan te
leggen in de geest van de Gross Glock-
nerstrasse. De bouwer hiervan, ir. Wal-
lack, heeft reeds het project voor de
Gerlos-Hochalpenstrasse gereed. Bo
vendien is ook de financiering verze
kerd. Men rekent er op, dat de nieu
we verkeersweg, die een belangrijke
schakel zal worden tussen de provincies
Tirol en Salzburg in 1962 kan worden
geopend.
De straat begint (of eindigt) bij de
beroemde Krimml-waterval en zal
prachtige uitzichten bieden op de
Grossvenediger berggroep en op de
talrijke toppen van de Hohe Tauern.
TERGENS IN HET HART VAN EUROPA
ligt een gebied, dat feitelijk nog veel te
weinig bekend is bij de toeristen en zelfs ook
bij hen, die er van houden tijdens hun va
kanties in een streek te vertoeven, waar an
dere en liefst vreemde toestanden heersen.
Welnu: voor hen is het Klein Walserta! het
recept.
Officieel is dat lieflijke d®l Oostenrijks grondge
bied. dodh dat wil nog niet zeggen, dat men zich
steeds in Oostenrijk waant. Bij oppervlakkige be
schouwing denkt men in Duitsland te zijn, dloch als
men alle facetten overziet, vraagt men zich af
welke invloeden. Duitse of Oostenrijkse, er nu het
sterkst spreken.
Walserschans
Laten we er eens heen gaan en zien welke
vreemde toestanden we in ditt hoogst gelegen dal
van de AUgauer Alpen tegenkomen. We starten
dan in het Zuidtdiritse stadje Oberstidörf en nemen
de weg naar de Wölserschans, de enige weg diie
naar het Klein Walsental leidt. Geen enkele andere
weg brengt ons bij de enige officiële grenspost, die
toegang tot het dal geeft.
Hier by de Walserschans begint het misschien
wel vreemdste grondgebied dat Europa kent. Er
staan Duitse en Oostenrijkse douanebeambten,
doch men vraagt zich af, wat die geüniformeerde
ambtenaren daar eigenlijk doen. Misschien weten
ze het zelf niet. Zeker, bfl de Walserschans verlaat
men Duitsland en treedt men Oostenrijk binnen,
doch daarmede is dan ook alles gezegd. Want
aan de andere kant van de grens vindt men veel,
dat men ook vóór de grenspost aantrof.
Kijk maar eens in de etalages: allemaal Duitse
waren, ongeacht of het levensmiddelen of textiel
betreft, of het om speelgoed of om souvenirs gaat,
of het huishoudelijke artikelen of andere gebruiks
voorwerpen zijn. Om het duidelijker te zeggen:
het Klein Walsertal wordt van Duitsland uit be
voorraad met alles, wat daaT nodig is, gewenst of
gevraagd wordt. Vandaar dat het wat vreemd is,
dat aan de Walsenschans douaneambtenaren staan!
smokkelen is er een onmogelijk begrip.
Denk- nu niet, dat het Klein Walsertal bevolkt
wordt door enige tientallen hoeren op een handje
vol boerderijen. Integendeel. Volgen we vanaf de
Walsersdhans de enige verkeersweg door het dal,
dan komen we drie aardige dorpjes tegen: Riiezlern,
Hirscihegg en Miittelberg, die tussen 1100 en 1200
meter hoog liggen. In Mitteiberg houdt de weg op.
Een voetpad gaat verder naar Baad, een dorpje
tegen de bergen op 1300 meter.
En dan staan daar op de alpenhoogten nog zo'n
200 boerderijen. In het Klein Walsertal wonen 3000
mensen. Walsers, die allen tot de Oostenrijkse ge
meente „Mitteiberg lm Vorarlberg" behoren. Een
Oostenrijkse gemeente? Het zegt wat. Voor de
Oostenrijker geldt het Klein Walsertal als „de-
viezen-buitenland". Het overmaken van geld naar
Duitsland vergt in dit stukje Oostenrijk helemaal
geen moeilijkheden, doch wil men dit naar het
Oostenrijkse moederland doen. dan komt men in
aanraking met bijzondere bepalingen. Dot mag al
leen geschieden via de Sparkasse in Hirschegg, die
op haar beurt alle betalingen via de Oostenrijkse
National Bank in Bregenz moet laten lopen.
Het wordt echter nog vreemder, wanneer men
de gang van zaken by de posteryen beschouwt. Op
uw brief naar Nederland wordt een Oostenrykse
postzegel geplakt, die u koopt in een kantoor van
de Oostenrqkse posteryen. Dat is dan ook het
enige, want die postzegel betaalt u met Duits geld.
Dan komt er een Duits stempel op en ten slotte
wordt uw brief door de Duitse posterijen helemaal
tot aan de Nederlandse grens vervoerd.
Betaald met Duits gelid? Ja, wamt de Duitse mark
is het wettige betaalmiddel. Niet alleen im de post
kantoren. maar ook im de winkels. Om u eraam te
herinneren, dat u toch in Oostenrijk vertoeft, zijn
de waren overal in Oostenrijkse schillingen ge
prijsd. Maar niemand betaalt in die muntsoort. Ga
eens een winkel binnen, beste] een rijtje bood
schappen en die winkeljuffrouw zal het totaalbe
drag in Oostenrijks geld uitrekenen. Als zij dat
eenimaa! heeft opgeteld en tot de conclusie is ge-
bomen, dat u voor bijv. 00 Oostenrijkse schillingen
heeft gekocht, zal zy u dit bedrag niet meedelen.
Dan schakelt ze naar Duitse begrippen over en zal
u vragen 10 Duitse marken neer te tellen. Er is
namelijk een vaste koers: 6 schillingen tegen 1
mark. Men rekent in schillingen: men betaalt in
maiken. Ten slotte went alles
Telefoon
Ook zijn de Walser telefoonabonnees er al aan
gewend twee rekeningen te krijgen. Het normale
telefoonnet is van de Duitse posterijen en zelfs
vindt men in het kantoor van de Oostenrijkse post
Duitse telefooncellen. Dus stuurt de Duitse post de
telefoonbezitter een nota, doch de Oostenrijkse
post heeft enkele jaren geleden hoog over de
Allgauer Alpen een telefoonlijn aangelegd en de
Walsers, diie ook op dit net zyn aangesloten, fcrij-
gen bovendien een Oostenrykse rekening voor de
gesprekken over deze lijn gevoerd.
Heus, het Klein Walsertal is noch helemaal
Oostenryks, noch helemaal Duits. De auto's heb
ben Oostenrykse nummers, die alle met de V van
Vorarlberg beginnen, doch rUden op Duitse ben
zine, die in de Oostenrykse munteenheid is ge
prijsd, doch met Duitse marken moest worden be
taald.
Wilt u de oorzaak weten van deze vreemde toe
standen? Welnu, het Klein Walserta! ligt slechts
aan de kant van Oberstdorf open. Aan alle andere
zijden wordt het omsloten door hoge bergen, die
het van Oostenrijk afsluiten. Slechts hier en daar
gaat er een smal voetpad over de bergen heen.
Oostenrijk kan het gebied niet bereiken, noch be
voorraden. Na acht jaar onderhandelen is op 2 de
cember 1890 een akkoord tussen Duitsland en Oos
tenrijk gesloten, waarbij deze vreemde toestanden
werden overeengekomen. Toen werd ook het ge
bied, waarvoor het verdrag zou gelden, afgeba
kend: 97 km2. De grootste lengte is 13 km.
Dit bracht de consequentie mee, dat Oostenryk
midden in zyn eigen grondgebied een douane-grens
kreeg, die het Klein Walsertal van de rest van
Oostenrijk scheidt. Langs deze grens is smokkelen
wel mogelyk, zodat de douane hier wel een taak
heeft in tegenstelling tot zyn collega by de Wal
serschans, de officiële grens, 't Is maar een weet.
Unieke toestanden
Wil men echter alles weten van de unieke toe
standen in het Klein Walsertal, welnu, ga er eens
een vakautrie heen het zal goed bevallen, waant de
naituur is er prachtig, de voorzieningen op allerlei
gebied zijn er zeker niet minder dan elders en men
wordt er dagelijks geconfronteerd met situaties,
die toch wel grappig zijn. Dat hebben zij begrepen,
die zo'n 35 jaar geleden al naar het Klein Walser
tal gingen; met elkaar zorgden zij voor 34.000 over
nachtingen. Thans heeft het aantal overnachtingen
per jaar reeds de 800.000 overschreden. Wel een
bewijs, dat men het Klein Walsertal zo langzamer
hand toch gaat ontdekken
CPREEKT men thans over Brussel,
dan wekt dat direct associaties
op met de wereldtentoonstelling, de
Expo, die daar in 1958 werd ge
houden. En dan weet men meestal
ook nog wel, dat daar ergens een
zeker manneke staat als een van de
bezienswaardigheden van de stad.
Veel verder gaat de wetenschap van
en over Brussel vaak niet, al is het
dan voor de Nederlander de dichtst
bijzijnde buitenlandse hoofdstad.
Misschien zullen de Groningers een
beetje tegenstribbelen, wanneer zij
deze stelling horen, maar in leder
geval is Brussel ook voor hen de
gemakkelijkst te bereiken hoofdstad
buiten onze grenzen, die de toerist
veel meer te bieden heeft dan een
niet meer bestaande wereldtentoon
stelling en een naakt manneke er
gens in een hoek bij twee nauwe
straatjes.
Van hen die Brussel bezoeken, gaan
de meesten eerst eens op de Grote Markt
kijken. Daar vindt men een blok ge
bouwen, dat zonder overdrijving enig
ter wereld mag worden genoemd. Het
Stadhuis, het Broodhuis en het Gilde-
huis zijn de bewijzen van een rijk en
groots verleden. Het Stadhuis met zijn
torenspits, die honderd meter boven
het straatoppervlak uitsteekt, is niet
alleen uitwendig, maar ook van binnen
een gebouw, dat door zijn stijl zeer
merkwaardig is. Het schilder- en tapijt
werk van het interieur is al even
bijzonder.
Het Broodhuis dateert oorspronkelijk
uit de dertiende eeuw. Het werd meer
malen verwoest, doch steeds weer op
gebouwd, de laatste maal in de vorige
eeuw en wel volgens de oorspronkelijke
plannen. Het is als museum ingericht
vele kostbare collecties van de stad
worden erin bewaard en bovendien
ookde talrijke kostuums van Man
neke Pis.
Want dit manneke, dat niet ver van
de Grote Markt op de hoek van de
Stoofsteeg staat, moge daar dan tex-
tielloos worden aangetroffen, het blijft
de moeite waard zijn garderobe in het
Broodhuis te bezichtigen. Tenslotte is
het de oudste burger van de stad en
volgens velen zelfs de populairste. Vele
gemeenschappen, colleges, verenigingen
en orden schonken hem hun uniform
of ambtsgewaad en praktisch elke bui
tenlandse legereenheid, die om welke
reden dan ook in Brussel terecht kwam,
benoemde hem prompt tot ere-officier,
hetgeen dan gepaard ging met de aan
bieding van een pasklaar uniform....
Doch we waren op de Grote Markt.
De andere panden daar, alle van mo
numentaal formaat, werden door de
vroegere gilden opgericht en aangezien
dte gilden rijk waren, is het pand
dienovereenkomstig van stijl en vorm
geving.
Grootste
TTet grootste bouwwerk dat de vorige
eeuw in België werd opgericht,
staat eveneens in Brussel, al is het
niet op de Grote Markt. Het is het
Paleis van Justitie met zijn monumen
tale front. Loop er eens in. Het grote
aantal zalen, dat men er aantreft, wijst
erop dat men het in Brussel druk kan
hebben met de berechting van het ge
boefte. Voor het gebouw heeft men een
prachtig uitzicht over de stad, die uit
een hoog en een laag gedeelte bestaat.
Ook vanaf de Kongreskolom, opge
richt ter herdenking van de Belgische
onafhankelijkheid, heeft men een prach
tig panorama over de stad. Bovenop
staat een standbeeld van Leopold I,
de stichter van het Belgische konings
huis; aan de voet vind men het graf
van de onbekende soldaat. En dan heeft
Brussel nog vele belangwekkende ge
bouwen, zoals musea en kerken, waar
van zowel het exterieur als het inte
rieur volop belangstelling waard zijn.
Dwaal eens een dag door Brussel, ont
dek al die mooie bouwwerken en het
verleden gaat voor u open.
Broeksele
Brussel is een grote en mooie stad
met ongeveer een miljoen inwoners. De
vroegere naam Broeksele is nog het
meest in de Franse naam van Brussel,
Bruxelles bewaard gebleven. Broeksele
luidt vertaald: verblijf bij het broek,
dat ook volgens de Nederlandse beteke
nis een stuk laagland of moeras be
tekent. Reeds in de zevende eeuw
werd daar een kleine kapel opgericht,
het werd zelfs een versterkte plaats,
waar kooplieden halt hielden en een
markt oprichtten. Dit geschiedde op
de plaats, waar nu de Grote Markt nog
is te vinden. Deze mag dan ook als het
begin van Brussel worden aangemerkt.
Spoedig was Brussel een rijke stad.
Dat weerspiegelde zich in de gebouwen
die werden geplaatst en dus zijn we
eigenlijk weer bij het begin.
Want de parken mogen in Brussel
fraai aangelegd zijnde boulevards
mogen gezellige wandeltrottoirs heb
ben; sfeer en gemoedelijkheid mogen
overal in Brussel zijn te vinden, een
bezoek aan Brussel zonder iets te heb
ben bewonderd van de monumenten
van de stad, is onmogelijk. En dus zal
een tocht door de hoofdstad van onze
zuiderburen u ook brengen bij het
Koninklijk Paleis, bij het Paleis van de
Natie en dat der Akademiën, bij de
Half-Eeuwfeestgewelven, die in 1880
werden opgericht, bij de Kon. munt
schouwburg, by de Kleine Zavel-Squ-
are met zijn 48 zuiltjes met daarop
evenveel standbeelden die de ambach
ten uit de zestiende eeuw voorstellen,
bij de talrijke musea, alsmede het Pren
tenkabinet, waar een verzameling van
meer dan 100.000 prenten kan worden
bezichtigd.
En dan staat er nog altijd ten noor
den van Brussel het Atomium, over
gebleven van de Expo. De snelste
Europese lift brengt u naar de top en
ook van daar is Brussel te bewonderen.
Hoe u het ook bekijkt: het blijft een
interessants stad.
De Oberer Grindelwaldglet-
scher, waarvan de tong tot
aan het dal reikt. Op de ach
tergrond de 4078 meter hoge
Schreckhorn.
DE EERSTE STAPPEN van haar leven heeft kroonprinses Beatrix in
de winter van 1939, toen zij één jaar oud was, in hotel Adler in
Grindelwald gedaan. Toen het Koninklijk, toen nog Prinselijk gezin in
dat jaar voor de oorlog uit Grindelwald was vertrokken, Stond in het
gastenboek van het hotel: „Kleine Beatrix had een zeer mooie tijd in
Grindelwald en wij niet minder. Tot volgend jaar. Bernhard, Juliana.
Februari-maart 1939". Niemand kon toen bevroeden, dat het jaar daarop
de oorlog was uitgebroken. Nauwelijks echter was deze ten einde, of
het Prinselijk gezin vertrok weer naar Grindelwald. Zo werd het „vol
gend jaar" pas 1945. Niettemin heeft prinses Beatrix thans, nu zij al
meerderjarig is, er reeds menige bergtocht rond Grindelwald opzitten,
te ondernemen, om het specifiek eigene
van de bergwereld te kunnen bewon
deren. De Oberer Grindelwaldgletscher,
gevormd door de sneeuw van de Wet-
terhorn (3071 m) en de Schreckhorn
(4078 m) moge dan hoog beginnen, de
tong reikt tot aan het dal. De Unterer
Grindelwaldgletscher is zelfs te zien
op een kwartiertje afstand van het
dorp. Daartoe zoekt men eenvoudig
de Gletscherschlucht op, aan het eind
waarvan men opziet tegen de tientallen
meters dikke ijslaag van de gletscher,
die daar tegen de rotsen leunt.
Grindelwald is echt zo'n plaats om
er eens heen te gaan en er dikwijls
terug te komen. En geen wonder. Wie
kent niet het Berner Oberland, dal
meestal een der eerste reisdoelen is
van hen, die hun vakantie in het bui
tenland plegen door te brengen. En
voor wie er nog niet is geweest, staat
het zeker op het verlanglijstje.
Eigenlijk begint het Berner Ober
land al bij Interlaken. Vandaar reist
men het prachtige natuurgebied in aan
de voet van de Zwitserse Vierduizen-
ders, de Eiger (3970 m), de Mönch
(4099 m) en de Jungfrau (4158 m). Daar
vindt men ook Grindelwald, het berg
dorp op 1050 meter hoogte, waar „de
bergen vlak voor de deur staan" In
dit centrum van het Berner Oberland
behoeft men geen lange wandeltochten
Naar First
Op een wel zeer gemakkelijke en
heerlijke wijze kan men vanuit Grin
delwald de top van de 2200 meter hoge
First bereiken. Daartoe neme men de
Grindelwald-First-Bahn, die de langste
Zwitserse bergbaan is en de belevenis
biedt een uur lang zijn passagiers over
hellingen, rotskloven, bossen en beek
jes te laten zweven. Zo men wil kan
men onderweg op drie verschillende
plaatsen uitstappen, doch de vier etap
pes zijn ook zonder uitstappen in één
ruk te maken. Van First af heeft men
een onvergetelijk uitzicht op de majes
tueuze pracht van het gehele Berner
Oberland. Aan de oostzijde ziet men
Grosse Scheidegg, de overgang in de
richting Meiringen; aan de westzijde
Kleine Scheidegg, dat van Grindelwald
uit ook per geel-groene WAB-baan
(Wengern Alp Bahn) is te bereiken. En
daar begint de kloeke Jungfraujoch-
bahn naar het hoogste treinstation ter
wereld: Jungfraujoch.
Kleine Scheidegg
Bent u in Grindelwald dan kunt u
overal voortreffelijk wandelen en daar
bij veel van de pracht, die het alpen
landschap biedt, beleven: kloven en
watervallen, sneeuw en ijs, bergbeek-
jes en berghellingen. Maar één dag
moet men uittrekken voor de Jung
frau. Kleine Scheidegg is maar een
peuleschil, maar dan begint de wel
licht meest gedurfde spoorlijn ter we
reld. Als de bruine wagens zich lsng-
zaam in beweging zetten, is dat al op
een hoogte van 2061 meter. En wanneer
men ongeveer een uur later in Jung
fraujoch uitstapt, is een hoogte van
3454 meter bereikt. Stel u voor, een
spoorwegstation drie en eer. halve ki
lometer boven de Noordzee!
Naar Jungfraujoch
Inmiddels hebt u al veel beleefd.
Eerst ging de tocht nog in de open
lucht. Hier en daar stonden echter
grote barricades opgesteld om de lijn
tegen sneeuw en stenen te beveiligen.
Zo'n 12 minuten later, wanneer station
Eigergletscher is bereikt, houdt het
uitzicht tijdelijk op. Dan verdwijnt de
trein in een tunnel; soms is de styging
25 procent. Men heeft daaraan twaalf
jaar gebouwd (18981912). Vervelend is
de tocht zeker niet. Bij station Eiger-
wand, midden in deze tunnel wordt ge
stopt. Even een korte wandeling en
dan staat u voor de vensters, die in de
loodrechte wand van de Eiger zijn uit
gehouwen en waaruit men een fantas
tisch uitzicht heeft. Dan laat de machi
nist de fluit schallen, de passagiers zoe
ken hun plaatsen weer op en verder
gaat het naar station Eismeer. Inmid
dels heeft men de 3000-meter-grens al
overschreden. Vanaf station Eismeer
(3160 m) werpt men een blik op vele
bergen rondom en naar het dal, diep
beneden. Dan gaat het verder weer
door een tunnel naar Jungfraujoch,
hoog gelegen, maar zeker niet
Er is een groot hotel, alsmede een
berghuis. Er is een onderzoekingsinsti
tuut en een meteorologisch station. De
gebouwen zijn alle onderling met tun
nels verbonden, waardoor het hier soms
op een doolhof lijkt. Overal zijn echter
terrassen in de openlucht, zodat men
overal van het fraaie uitzicht kan ge
nieten. Het is een ware dorpsgemeen
schap hier hoog tegen de Jungfrau aan.
Er is een skischool, maar ook een ken
nel voor poolhonden, die bij eventueel
reddingswerk worden gebruikt. Ergens
in een tunnel begint plotseling een lift,
die in anderhalve minuut de bezoeker
nog eens 112 meter hoger brengt. Dan
staat hij op het Sphinxterras, 3573 meter
hoog. Op een smalle rotspiek is daar
een gebouw geplaatst, dat voor meteo
rologische waarnemingen uiterst be
langrijk is. Denk niet, dat een uurtje
voldoende is om alles op deze ruimte,
gewonnen op de Jungfraurotsen, te be
zichtigen. Een dag kunt u er gemakke
lijk doorbrengen. Alles is even interes
sant, doch één ding mag men zeker
niet overslaan: een kijkje in het prach
tige ijspaleis, waar alles in het ijs van
de Jungfrau is uitgehouwen, tot kachels
toe....
HET ligt een beetje bezijden de
hoofdweg tussen Karlsruhe en
Bazel, het Kurort Baden-Baden.
Het heeft wel een station, maar dat
bereifct men evenmin, als de grote
liijn tussen genoemde steden wordt
\gevolgd. Aan die lijn ligt namelijk
Baden-Oosmaar daar begint dan
Ihet' gemoedelijke trein-trammetje
naar Baden-Baden, dat rustig tus
sen de tot 1100 meter hoogte rei
kende bergen van het Zwarte Woud
ligt. De stad kan bogen op een 2000-
jarige geschiedenis, maar dat is
noch belangrijk noch interessant
voor de togrist, die tijdens zijn va-
\kap,tie iets wil-zien en beleven
\waarop hij nog vele jaren kan
teren. Nu, dat kan in Baden-Baden.
De bewijzen zijn voorhanden.
Neem byvoorbceld de Amerikaan
Charles Untermeyer uit New York. De
man was, zoals zyn naam al zegt, van
Duitse oorsprong. Hij schreef in het
i gastenboek van de stad: „Ik kwam naar
Baden-Baden voor een kop koffie en
bleef erdrie weken" In deze sim
pele, doch veelzeggende woorden ligt
het geheim van Baden-Baden besloten.
'De stad is er trots op, dat vele „Kurz-
bleibende" daar „Langbleibende" wor
den. Men gaat er heen voor een halve
dag; men blyft er weken en komt er
zeker nog eens terug ook.
Man hoort wel eens, dat Baden-Baden
duur is. Zeker, men kan er zeer luxueus
logeren en op kostbare wijze uitgaan.
Doch diit is beslist' niet nodig. Er zijn
ook goedkopere hotels en degelijke pen
sions. waar men zeker niet duurder
uit is dan elders in Duitsland. Loop
echter niet het eerste het beste hotel
binnen, als u in Baden-Baden komt,
doch vraag vooraf inlichtingen en pry-
het Apeldoorn van
Duitsland. Dat wil zeggen: het is de
grootste gemeente en bovendien de
grootste bosbezitter bij onze ooster
buren. Tegen de hellingen van de ber
gen van het Zwarte Woud zijn 'tiental
len wandelwegen aangelegd, die op 150
meter hoogte beginnen, doch soms tot
een hoogte van 1000 meter reiken.
Baden in Baden-Baden
Men behoeft echter niet tot 1000 meter
hoogte te gaan om in Baden-Baden iets
moois te zien. Vlakbij het centrum in
het dal van het riviertje de Oos begin
nen voor de toerist de attracties, die een
bezoek zeker de moeite en de kosten
waard maken. Is er in heel Duitsland
wel één openluchtzwembad te vinden,
dat zo fraai is aangelegd als in Baden-
Baden? Het ligt tegen de hellingen a
de Hardiberg aan. Zwemmend en z
mend kan men steeds van een fraai
panorama genieten, Baden-Baden
echter ook een Kur-ort en dat wil ze_
gen, dat daar in geneeskrachtig waiter
in overdekte baden, kan worden ge
zwommen. Neem daarmede eens
proef, ook a-1 is het om gezondheids
redenen helemaal niet nodig. Het is een
belevenis: eerst het „zweetkamertje",
waar men rustig in een hoge tempera
tuur zit, daar de hete douohes, wa;
men ingezeept en gemasseerd wordt. En
dan ten slotte de diverse baden in
reeks van ineenlopende zaaltjes: lauw
water, heet water, koolzuurhoudend
water. Men kan er rustig in zitten, r
kan er ook in zwemmen. En ten slotte
wordt men op de rustbank heerlijk in
gepakt om een uurtje te dommelen.
Boven het Römerplatz ontspringen r
bronnen. Daar, waar men een aardig
uitzicht over de stad heeft, zijn een
rijtje badinstellingen te vinden: Frie-
drichsbad, Augustabad, Landesbad.
Eet smakelijk
In de onmiddellijke omgeving van
Baden-Baden is ook het een en 'ander
te beleven tijdens de prachtige wande
lingen, die men daar maken kan. De
Vorm berger See, de Yburg, de Louis-
felsen, de Wolfschlucht, de Teufels-
banzel en het slot Eberstedn, om n
enige doelen te noemen voor een halve
En gaat men in zuidwestelijke rich
ting iets verder de bergen op naar de
kammen, vanwaar men een prachtig
uitzicht op het Rijndal heeft, dan staan
Langzamer rijden
in Frankrijk
In Frankrijk zal men voortaan tijdens
weekeinden en erkende feestdagen tus
sen zes uur 's morgens en tien nur
's avonds per auto of motor nergens
sneller dan 100 km per uur mogen rij-
Op doordeweekse dagen is deze nie
we maatregel ter bevordering van i
verkeersveiligheid niet van kracht.
Voor autobussen is dan een max. snel
heid van 85 km toegestaan.
De Stiftskirche in Baden-Ba
den met geheel links de koe
pel van het Friedrichsbad.
daar die gemoedelijke wijnhuisjes, te
midden van de wijnvelden. Men drinkt
er een koel glas wijn en kan er heer
lijk eten. Men zet u met een vriendelijk
gezicht een heerlijk portieslakken
voor, zo van de wijnranken af verza
meld. Men heeft zelfs speciale schotels,
waarop de slakken nog in hun huisjes
worden geserveerd. Sommigen vinden
het „grausam", maar zij, die zeggen
fijnproever te zijn, kunnen er van ge
nieten. Allicht is het eens een proef
waard, zoals een proef met een vakan
tie in Baden-Baden ook de moeite van
het overwegen waard is.
Een verlicht hoekje van de Grote Markt in Brussel