EEN UITROEPTEKEN
ACHTER HET VERLEDEN
Koningskinderen doen belijdenis
j mmmim
r
GEESTELIJK
LEVEN..
Sen oproep voor 't heden
Ons wacht de hemel
4céUd/&h -
law.i
ZATERDAG 16 APRIL 1960
SO JAAR CHRISTELIJK-GEREFORMEERDE ZENDING
^attheus Gal I ilea
Toen ds. Bikker in Mamasa op
Celebes aankwam leerde hij daar
de Toradja's kennen in hun
feestkleding, die vast hielden aan
de adat die 7777 geboden voor
schreef en in angst leefden voor
de wraak van de geesten.
[ranten brengen in hun paasedities gewoonlijk grote
paaspuzzles maar de grootste paaspuzzle is al bijna
tweeduizend jaar oud. Telkens weer proberen de
theologen en exegeten de vier verslagen van de op
standing met elkaar in het reine te brengen en tel
kens weer voelen zij zich onvoldaan. Sommigen heb
ben zelfs gezegd: Ziet u wel, de bijbel zit vol fouten
fe vergeten echter gemakkelijk dat de vier evange
listen geen geschiedenis schrijven in chronologische
volgorde, maar ieder op hun eigen manier het paas-
gebeuren benaderen en interpreteren,
leem bijvoorbeeld Mattheus. In weinige verzen wor
den weken samengeperst. Toch is er één woord dat
uit dit resumé naar voren springt: Gallilea.
alsof Mattheus zich haast naar het einde, haast
de berg waar de Heiland reeds eerder gestaan
heeft, de berg waaróp hij is verheerlijkt, waar Mo-
zes en Elia met hem spraken. In de ogen van Mat
theus betekent pasen maar één ding: Christus heeft
overwonnen. Hij kan Zijn kleed van heerlijkheid weer
dragen en wij zullen met hem verheerlijkt worden.
gareus - twijfel
anders is het beeld dat ons door Marcus wordt
geschilderd. Ook hij wijdt maar negentien verzen aan
de tijd van opstanding tot hemelvaart, maar zijn ac
cent is zo totaal verschillend.
ij hem zien wij hoe de vrouwen ontzet zijn, hoe zij
vluchten van het graf, de discipelen niets durven ver
tellen van het gehoorde. We lezen hoe de discipelen
de boodschap van Maria weigeren te geloven. We
lezen dat zij zelfs nog niet geloven als de Emmaüs
gangers terugkeken. Het ongeloof is zo sterk dat a
Christus verschijnt Hij hen straft om „hun ongeloof
hardheid van hart."
ijn mensen geweest die hebben beweerd dat de
discipelen moedwillig hebben verzonnen dat Christus
is opgestaan. Hoe anders worden deze eenvoudige
Imensen ons getekend. Zij weigeren zelf te geloven
dat "Hij leeft, zelfs als zij ooggetuigen ontmoeten,
it zijn de mensen die God gaat gebruiken. Ongelovi
gen, ook nog als zij met de neus op de feiten wor
den gedrukt. Zij stichten een wereldkerk, maar het k
londanks hunzelf.
(Gaat dan heen!verschenen dat een overzicht geeft van iets
meer dan vijftig jaar christelijk-gereformeerde zending. Het is te
laat omdat het in 1956 reeds vijftig jaar geleden is geweest dat deze
kerken voor het eerst een poging ondernamen om tot zendingswerk
te komen. Het is op tijd, omdat nu duidelijk is dat de zending onder
de Toradja's een afgesloten hoofdstuk is geworden in de geschiede
nis van de kerk. Dit kleurrijke hoofdstuk wordt in dit boek beschre
ven.
"iiieas - hel Woord
bcas, de secure historicus, heeft heel wat meer ver-
lzen nodig. Uitvoerig vertelt hij een paar voorvallen
;en telkens is zijp les dezelfde. Hij wijst steeds op
jde voorspelling van Christus en de voorspelling van
Ihet Woord van God, de Bijbel. Hij identificeert Chris
tus, het levende Woord, met het geschreven, het ge
linspireerde Woord.
lerinnert u, hoe Hij tot u gesproken heeft," zeggen
de engelen tegen de vrouwen. Christus zegt tegen de
Emmaüsgangers: „O. onverstandigen en tragen van
hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten ge
sproken hebben." En tot de elf discipelen zegt Hij:
„dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet
van Mozes en de profeten en de psalmen moet vei
Gods openbaring.
ohannes gemeenschap
erkwaardig genoeg wijdt Johannes de meeste aan
dacht aan de opstanding. Maar ook hij heeft een
eigen accent dat wij reeds ontdekken in de woorden
van Christus: „Mijn Vader en uw Vader" of „Gelijk
de Vader mij gezonden heeft, zend ik ook U."
lomas spreekt hetzelfde uit in zijn woorden: „Mijn
Heer en mijn God." Hier is gemeenschap met de
Heiland en met God, een gemeenschap die ook nog
blijkt uit de liefdesbetuiging van Petrus „Gij
weet dat ik U lief heb."
r wij de vier evangelieën s
wij één boodschap. Christus, die 1
Prinsessen zetten traditie van oranjehuis voort
TANNEER in de weken rond vastich bij' de ware christelijcke den
j„. gereformeerde religie Ge- ai e
denckt dat ick Uw Hoogheijt
alle getrouwicheijt hebben opge
past en dien gront ter salicheijt
geleert, daer op alle heijlige, beij-
palmzondag en pasen dui-
^°nden jongemensen in Neder-
evind openbare belijdenis van
,b®n geloof doen, dan is het de uit 'oude
n goede gedachte dat in hun ziin afgestorven."
vben ook een koningskind voor
eJj mt. Immers zal prinses Mar-
En misschien is dit boek ook
wel op tijd verschenen, omdat
het juist uitkomt voor de paas
dagen. In dit boek is ook spra
ke van een opstanding, de op
standing Van een geheel volk uit
de banden van dood en duister
nis. Het bepaalt ons bij de won
dere wegen van Gods Geest, bij
vergeving, vernieuwing en vervul
ling. van verduisterde harten; bij
een jonge kérk die wist wat haar
Te laat en toch op tijd, had vermogen
ook het thema van dit boek kun-
Papiergeld
Toen het thuisfront niet
voldoende haar taak ver
stond en het budget
moest worden ingekrom
pen was ds. Bikker, de
christelijke gereformeer
de zendeling onder de
Toradjas op een gegeven
ogenblik genoodzaakt om
zelf geld te maken. Op
een stencilmachine maak
te hij bonnen van 2.50
van ƒ5 en van 10,
waarmede hij de goeroes
betaalde. Bij de winke
liers stond hij persoonlijk
borg voor het geld. Toen
er weer geld uit Holland
kwam wisselden de win
keliers bij hem de gesten
cilde bonnen In voor klin
kende munt.
hebben. Deze man verloor zijn
moest aan de syno-
om ondersteuning
zijn. Te laat ontwaakte de vragen. Hij kreeg drie jaar lang
gratificatie van ƒ100. Zo ver
dat enkele jaren later het werk
beëindigd moest worden, dat de
Toradjakerk plotseling op eigen
benen moest gaan staan, dat dit
boek niet slechts de beschrijving
is .geworden van vijftig jaar ge
schiedenis, imaar de volledige ge
schiedenis van de zending onder
de Toradja's, een uitroepteken
achter het verleden?
te worden door het concrete ge
bed der gemeenten."
Op de synode is gesproken
over Kenya, inmiddels is reeds
een zendeling uitgezonden naar
Israël, waar hij secretaris is
geworden van de Raad van Ker
ken. Er wordt gefluisterd over
zendingsdrang bij de oude afge
scheiden gemeenten, maar op tijd ging het de eerste
betrad ds. A. Bikker het zendings- hart brandde
veld en zag, hij de Toradja-kerk denen de
uitbreken in menigten.
dergelijke geschie-
Korea. Wat het zal worden
nog niet duidelijk, maar het feit
dat ds. Bikker weer beroepen is
Tijdschema als predikant voor de zending is
1 een bewijs dat de kerken hun
de toekomst,
„Pergilah Kamoe! Gaat dan
heen! Geschiedenis van de bui
tenlandse zending der Christe
lijke Gereformeerde Kerken in
Nederland tot 1959", uitgegeven
door de Zcndlngsdeputaten bij
D. J. van Brammen te Dor
drecht.
Dit boek getuigt er ook van
het
denis lezen,
boodschap
Evangelie te brengen,
geestelijk en eigenlijk ook fi
ds. Jongeleen heeft deze
nig verhuld, vragen we ons
de zending begonnen
ondanks de christelijke kerk. Hij
typeert de kerken van de af
scheiding als volgt:
kon men lijvige verhandelingen
schrijven over „Uw Koninkrijk ko-
het hoofdstuk nancieel, want zelfs in die tijd
verlangen hei- dat Gods tijdschema nooit in de
war raakt. Precies op het goede
moment zette ds. Bikker voet aan
land op Celebes. Er was enig
nauwelijks van 100 zendingswerk gedaan.
duizenden mensen gedoopt, maar
zij hadden zich laten dopen om-
s de zendings- dat de Toradja's het goeverne-
i de Nederland- ment dankbaar waren dat zij van
lii?vdq aAt onderdrukkers waren bevrijd. Zij
woord i
zonder met
Jaren later, w
In die eeuw liefde ontwaakt
kerken. Er u
uit te zenden, namelijk ds. A.
enkel Bikker, maar er was nog geen leefden in de veronderstelling dat
de zending te reppen", zendingsveld. Velen meenden ech-
Begin
de doop
eeuwigheid tot
n geloof schen-
an al hun ver-
angens, de beloofde Verlosser, zouden zien en door
tot de Vader zouden kunnen gaan.
Op 24 december 1946 schonk koningin
Wilhelmina de Staat van Oost-Indonesië de
zelfbeschikking. Het nieuwe gebied omvatte al
de vroegere Nederlands-Indische eilanden ten
oosten van Borneo en Java met uitzondering
van Nieuto-Guinea. De eerste Eerste Minister
was Nadjamoeddin Daeng Malewa van Zuid-
Celebes. Het lag in de bedoeling dat deze staat
later een federale partner zou worden van
Borneo en de republieken van Jav
De eerste zendeling die zich
aandiende was de lieer W. H.
Van Gennip, maar in de ogen door
ter dat in geloof deze Jonge pre- d Nederiandse
dikant moest worden uitgezonden.
Weer echter was het de kerk die
dit geloof probeerde te ondermij
nen. De Particuliere Synode van
het Zuiden probeerde het vertrek
goedbedoelde raad te
i ds. De Cock was hij nergens verhinderen. Ds. Bikker moest
minder voor geschikt
de zending. Hij werd uitgezonden,
maar moest zelf al de kosten
dragen. Hij ging naar China, r
toen hij aankwam was de de Indische kerk
niet vertrekken totdat
zendingsterrein gevonden zou
de kosten zijn. Ds. Bikker ging echter toch
m.1 kwam precies op tijd om van
zendingsveld
i die hem ln zou werken juist over te
Het
kolonialis
takte
prille vrijheid echter spoedig een einde
sindsdien is Celebes een eiland
onrast regeert.
deze
gestorven. Politieke spanningen
verhinderden het zendingswerk;
hij werd overvallen door twee
rovers. Toen hij terugkwam in
Nederland werd hij beroepbaar
gesteld,
op Celebes.
r niemand wilde hem
n een groep catechisanten
kentering, deze is nog dui
delijker geworden door de ge-
Sten "gront "ter" salicheijt dragslijn, die de jeugdige prinses
sen hebben gevolgd- Zij hebben
zelf een predikant uitgekozen en
zij volgden de belljdenlscatechisa-
Prinses Wilhelmina 1,e samen "*et anderen.
Prinses Beatrix deed in
testament
Op Jezus' spoor, hoe
Dan zal, op 't geen zij heeft
beleden.
Haar wandel 't sprekendst
„Amen" zijn.
Diezelfde gedachte komt nog
eens naar voren in het hoofdstuk
van ds. Bikker, waarin hij van.
de groei van de Toradja-kerk
vertelt, een hoofdstuk dat ieder
christen behoort te lezen omdat
op fijngevoelige wijze hier zen
dingsgeschiedenis wordt beschre
ven die overvloeit van de wer
king van Gods Geest. In de ja
ren dertig beleefde het Toradja-
land een geestelijk reveil. Gehele
dorpen kwamen tot overgave aan
Christus, overal laaiden de vuren
op waarin de oude afgodsbeelden
werden verbrand. „De 15de juli
1937", schijft ds. Bikker, „zal met
gouden letters in de geschiedenis
onzer zending blijven aangete
kend, als de dag waarop voor het
Mamasadal de grote ommekeer
is begonnen." Maar enkele pagi
na's verder lezen we: „Maar
voor 1933 moest de begroting te-
het ruggebracht worden tot een en
twintig duizend guldenNood
kreet op noodkreet werd geslaakt,
maar men scheen in Neder
land te slapen."
Toen God werkte, was Zijn
kerk zo met haarzelf vervuld dat
er geen tijd was om aan ande
ren te denken. Was dat de reden
verplichting
regering. Juist
toen de bevolking ontdekte dat
dit niet zo was, en bezig was om
weer terug te vallen in de oude
adat, kwam deze zendeling. Hij
moest opnieuw beginnen. Er wa
ren duizenden zogenaamde chris
tenen geweekt, maar er waren
maar twee werkelijk christelijke
gemeenten in het land. Ds. Bik
ker heeft de overgang beleefd
van een heidens volk naar een
christelijke natie.
Gelukkig ziet de Christelijke
Gereformeerde Kerk dat haar
zendingstaak niet beëindigd is.
De laatste synode van het vorig
jaar heeft uitgesproken dat een
nieuw terrein moet worden ge
zocht. Ds. I. de Bruyne van Rot
terdam schrijft dan ook in het
slothoofdstuk dat er een blijvende
opdracht is: „Christus neemt daar
van geen woord terug!" En te
recht vervolgt 'hij „Ons zendings
werk mag geen werk worden, dat
we kunnen overlaten aan de de-
putaten voor de buitenlandse zen
ding en enkele afgevaardigden
van de zendende kerken. Deze
arbeid heeft'meer dan ooit nu en
in de toekomst nodig, gedragen
Chaos drijft de Indonesische
vrouwen naar de grote steden
waar zij hun heil en bescherming
moeten zoeken op de spoorueg-
Ona wacht de hemel, door Jo-
han de Leeuw. Uitgave J. H.
Kok N.V., Kampen.
De roman „Ons wacht de he
mel" van Joh. de Leeuw, uitge
geven door J. H. Kok te Kam-
Een, is een boek zonder enige al-
are en draagt eigenlijk alle ken
merken van een debuut. Of het dit
is weten we niet, maar dit kin
derlijk geschreven verhaal laat
een onbevredigd gevoel na.
Niettemin bood het probleem
van de gebedsgenezing, dat hierin
zo sterk domineert, alle kansen op
een belangrijk boek. De liefde van
de zeeman-leraar voor een leerlin
ge uit zijn klas, die een droevig
einde vindt in de dood van het
meisje, diende de schrijver kenne
lijk teveel als kapstok voor zijn
probleem. Het is jammer dat de
schrijver zijn stof niet de baas
was en geen kans zag om er een
overtuigend geheel van te maken.
Toch geloven we, dat Joh, de
laat rijpen voor hij tot schrijven
overgaat. Wat de techniek be
treft, dat is en blijft nu eenmaal
een worsteling van jaren, maar
dat is niet erg zolang men maar
als schrijver iets te zeggen heeft,
en die indruk hebben we wel. De
uitgave is goed verzorgd.
I i
Verkeerde toepassing
J£EN vreemd, man die vader van Jakoba Adriana. Mis-
schien dat een commissie van theologen, psychiaters en
historici er in zou slagen zijn gedrag 'n beetje te verklaren, g
IJ maar hij zal zich niet lenen tot een onderzoek. Hij zou zijn g
r schouders over hen ophalen, gelijk hij dat over alle mensen xj-
doet, want hij acht zichzelf uitnemender dan wie ook: hij n-
<t heeft de waarheid en de wijsheid in pacht. En dat is allemaal J
lang geleden begonnen. Om precies te zijn, op die zondag
5 toen de preek in de monumentale dorpskerk handelde over y
J, de geschiedenis van Lot. „Vlucht om uws levens wil" r— was
KJ de tekst die ochtend en ik hoop dat U 't verhaal uit Genesis
19 kent, want anders zal deze vertelling U vrij duister blij-
ven; zelfs duisterder dan nodig is.
Ji,t met pinksteren in de Her- VgSirtetë NiëuweriJdskepH "te"'"^tsV,
I rmde kerk te Soest haar ge- - - H
,ecJf belijden, samen met ande-
eln, die de catechisatie van ds.
M. Jaiink hebben gevolgd, op dezelfde 'leeftijd belijdenis deed
(9 juli 1788).
De laatste uit het Oranjehuis,
d is geen frase wa
Jjftggen, dat hierdoor een der
,|Ste tradities van het Oranje-
lis wordt voortgezet.
s-Gravenhage on 16 ipril 1764- dam belijdenis, op palmzondag.
i tt&ixrsrz
oud'toen hij, in dezelve kerk en
min of meer weer in de oude
„waalse" traditie komend). Prin-
- ses Margriet is dichtbij huis ge-
de waalse gemeente, belij<le- bleven. Wel behoort het paleis
die i
konin8 WUlem III. Soestdijk kerkelijk onder Baarn,
Als jonge prins sprak hij zijn ja- maar geografisch ligt het vlakbij
woord in de grote zaal van het cje wijkgemeente Emmakerk van
iude paleis in Den Haag m t®8®.n- de hervormde gemeente te Soest.
Belijdenis niet openbaar woordigheid van de hele koninklij- Vermoedelijk zal de dienst plaats
Van oudsher hebben de leden
i ons vorstengeslacht er prijs
gesteld om de volle verant-
•ordelijkheid van hun lidmaat"
het doen van belijdenis zijn in de Kloosterkerk
doop aanvaardt, daarmee avondmaalsviering.
kJWust als lid der kerk optredend.
;u] Er is echter een opvallend ver-
'z, nil tussen de wijze waarop vroe-
prinsen en prinsessen belij-
De waalse predikant ds. D. Del- predikant is.
Lid der Hervormde kerk
aU nis deden cn tot lidmaat werden di® haai" onderwezen kad
81 _j irijjii-Ia mirlatp Haagse Dredikant
bij de
Toen in 1896 prinses Wilhelmi
na belijdenis deed, schreef de
Haagse predikant Jr. F. van
der" Flier"— Gheel Gildemeester naar aanlei
ding daarvan in het weekblad
de oudste Haagse predikant ds. pniël iets over de belijdenisvra-
H. L. Oort, zich met twee ouder- WAn.viMHir.
lingen naar het paleis Noordeinde. f®. f,® komnkllJk® cate-
Daar had het onderzoek naar de chisante gesteld zouden worden,
"de hervormde kë*rk"*dë geloofskennis en de aanneming Dezelfde vragen, welke voor ieder
lljdenis" geen openbare aangele- plaats. Daags daarna bevestigde golden.
overigens vóór 1816 i
T~\E dominee, die toen i
rivierdorp stond, had de ge
woonte om zijn tekst talloze
malen te herhalen en hij deed
dit met 'n holle, dreigende stem
en rollende ogen. Ik mag aan-
nemen dat hij die morgen om
trent dertig keer „Vlucht om uws levens wil!" heeft gezegd,
Uit de praktijk van een
MAATSCHAPPELIJK
WERKSTER
3nheid was, maar een plechtig- dr. Van der Flier zijn catechisan-
id, die binnenskamers geschie- te tot lidmaat, eveneens^
i (Indien men tenminste van paleis. De tekst
jv( ilechtigheid' spreken kon, want trouw tot de do®d;
„Zljt ge-
Ik zal u
(Op.
10b). De zondag daarop
De hofpredikers hebben, zoals P"na?8 Wilhelmina, eveneens
verwachten was. altijd serieus Sd Kloosterkerk, voor het c.
iwerkt aan de godsdienstige op
i het heilig avondmaal.
Wij nemen uit zijn artikeltje
een fragment over, dat na 64 jaar
allerminst verouderd is:
De jeugdige lidmate onzer kerk
wenst de Here Jezus als Heer en
Heiland te dienen en te volgen;
Maar zij
het eerst ^a(; js hoofdzaak.
gj cding van hun koninklijke pu-
tenbogaert op Frederik Hen-
ik, hetgeen o.a. hieruit blijkt,
de laatste tijdens de gods- - TT
,r, ensttwisten sympathiseerde mot belijdenis gedaan. Het
remonstranten. Wr Hat d,t
Frederik Hendrik voelde er wal
g voor om zijn zoon, de later
I idhouder Willem II door de Oi- -- --•-
Iwijrtn" u-,rr de Haagse volkswijken staat.
,di„n onaerwuxen uwe wc»u D® prinses had met de Juliana-
^terbiReerd dnor de wat ficma" kerk al eerder kennis gemaakt,
«atechiseera aoor ae war gema oniomher 199.4 dn
wenst óók, dit met een goed ge
weten in de Nederlandse hervorm-
Koningin Juliana d® kerk .t.f.,do.en' Het is waarlijk
niet moei lik de sehndnufTiida on.
niet moeilijk de schaduwzijde
zer „grote kerk" aan te wijzen,
en het opnoemen van haar fouten
- - - - is met juist een zaak van groot
de eerste keer dat dit inderdaad verstand. Maar met blijdschap
het openbaar gebeurde. Zij willen wij het uitspreken: het
VERLEDEN
i Dijk in de „Friesche Kerkbo-
verbliiden ons van ganser harte
over ieder, die met een oprecht
gemoed tot onze kerkgemeen-
e 'der waalse predikant van Den Zij legde op 11 september 1924 de schap toetreedt. Hoe hartelijk
IS? tutticiSariit gedenksteen bij de m aanbouw pen wij dan niet deze onze j.
"tiidbii Taseü 1042'—''befijdo- SgffïïK woonde op 8 april
ïti FM Pasen 184Z J 1926 dc Ingebruikneming bij, en
Prins Willem III kreeg gods-
enstonderricht van ds. C. Trig-
■lu nd, die de jonge prins metter-
ïad overeenkomstig Schrift
het vol- Ons welkom is een gebed. In de
toen hofprediker ds. geest tegenwoordig bij deze plech-
tigheid ten paleize, bidt ons hart:
verscheen
gende jaa..
W. L. Weiter de dienst leidde,
waarin zij belijdenis deed.
Zoals
i zich zal herinneren,
stadhouder wordt geprocis- ieeriinge nog kunnen inzegenen,
acht Trigland juist zijn ja 2ejj>s heert hij prinses Beatrix
""">f mogen dopeh op 12 mei 1938, hij
was toen 88 jaar.
Was het belijdenis doen temid-
Prof. dr. A. F, N. Lekkerkerker in het „Her-
nxujKe zuster op ae aag na- j
bevestiging het welkom toe. vorm<i Weekblad
De praktische consequentie van het verstaan van
de doop als een gezinsdoop is, dat hq dus ook als
zodanig zal moeten worden bediend in de kerk van
vandaag. Het hele gezin sta rondom het doopvont,
wanneer de jongste spruit het „teken ten goede" ont
vangt. Hiermee hangt ook 6amen, dat wg het hele
gezin zien als ontvanger van het teken. Men zou met
goed recht kunnen beweren, dat by deze gezins
doop het geloof vooraf gaat aan dc doopsbediening:
de ouders spreken uit naam van het hele gezin het
„ja" op de doopvragen.
Bewaar
God haar ziel en
zinnen
Dat, hoe de wereld vleien moog,
Zij boven alles U beminne,
In vreze wandle voor Uw oog!
Dan richt sij, rijk getroost,
haar schreden
PAASGEDOE
„Walvis" in het „Doopsgezind Weekblad":
Toch is het zinloos daarop, altjjd maar weer, af te
geven. Kcrstcultus en paasgedoe. Mensen wg zelf!
zullen het heilige telkens opnieuw beduimelen en
onze vingerafdrukken achter laten op wal zuiver ge
houden behoorde te worden.
WOORD
en in hetzelfde artikel:
Bü God is dat alles anders. Hg is een man van
zgn woord. Een Man van zgn Woord. De bgbel is
daar vol van cn getuigt van dat Woord op elke blad-
zgde. Te ven-uilen in het Oude, vervuld in het Nieu
we Testament. Christus, Gods gehouden Woord. Eens
gezegd bluft gezegd.
SLOTWOORD
Ds. G. Visee in de „Kamper Kerkbode":
Er worden in onze eeuw veel slotwoorden gespro
ken. Dat komt omdat er in geen eeuw zoveel confe-
renties gehouden werden cn worden als in de onze.
Men zou haar kunnen typeren als dc eeuw van dr
conferentie. En als de conferentie is afgelopen komt
het slotwoord. Vandaar dat ik onze eeuw eens hoorde
noemen: „de eeuw van het slotwoord."
dat hij niet toevallig tot deze tekstkeuze gekomen
was, want ofschoon de ongerechtigheden van Sodom en Gomor-
ra buitengewoon groot waren, die van 't welvarende dorp waren
óók vele. „Het is er 'n beestebende!" zelden ze dienaangaande *r
in het navolgende dorp. Voornamelijk des zondagsavonds langs 5
de brede rivierdijken.
Nu weet ik niet wat die predikant precies heeft gezegd,
maar ik weet wel dat zijn ouderling die de vader van ff
Jakoba Adriana was hem straal verkeerd heeft begrepen.
Want die ouderling heeft eruit opgemaakt dat hij ten snelste
de kerkgemeenschap moest verlaten en zichzelf moest vesti-
gen als de ene rechtvaardige in dat liederlijke Sodom om zo- 5
doende Gods oordeel over dat dorp af te wentelen. Het viel
hem. al luisterend, namelijk in, dat deze kerkgemeenschap vol
ontucht en boosaardigheid was en dat het tijd werd dat hij
als vroom mens zijnde zich ijlings aan deze slechtigheid ont- S
trok om zodoende te voorkomen dat de rivierdijken zouden
doorbreken en wie weet hoeveel zielen verloren zouden gaan
waarbij hem speciaal het verlies van z'n eigen leven als de
grootst denkbare ramp voorkwam.
TK VRAAG: hoe kwam hij op deze gedachte? Want je zou toch
V zo denken dat er in het Sodom dezer wereld al de éne Recht- S
vaardige gekomen is. opdat wij niet verloren gaan, maar het «-
eeuwige leven beërven. En Je zou toch ook denken dat er ln
een dorp met nu Ja, erg veel ontucht iets anders te verlaten
valt dam juist de dorpskerk. Maar ik kan slechts vermoeden S
wit de vader van Jakoba Adriana een zo wonderbaarlijke toe-
passing deed vinden.
Dat was dan ten eerste de altijd aanwezige, nauw bewuste S
angst van de dorpelingen dat werkelijk eens de rivierdijk op- rf
nieuw zou bezwijken, zoals dat in het verleden wel eens ge-
beurd moest zijn, en het ook altijd aanwezige en even vaag
bewuste gevoel dat dit dan wel eens de straf kon zijn op heel a
veel gemeenheid en huichelachtigheid. a
Dat was dan ten tweede het besef dat in het leven van Ja- 4-
koba Adriana s ouders die brede rivierdijken ook een rol had- S"
den gespeeld en wel een rol waaraan zij liever niet terugdach-
ten. Maar hoe meer een mens aan bepaalde dingen niet terug
wil denken, hoe meer die gebeurtenissen een geheimzinnige
macht over ons verkrijgen.
QAT WAS vervolgens de wetenschap dat het tussen deze ö-
ouders zelf ook nu allesbehalve goed zat. Kijk, die beste
predikant, die daar over Sodom en Gomorra stond te redene- g
ren, had er misschien meer rekening mee moeten houden dat O-
zijn preek óók betrokken kon worden op allerlei andere altua-
ties dan waarop hij doelde; en dat men daarvan overstuur
kon raken; en dat men letterlijk op de vlucht zou slaan. Een xv
vlucht in het wilde weg, en niet naar Christus toe. g
En dat waa tot slot de hoogmoed van de vrome mens, die 5
liever anderen oordeelt, dan zelf onder het oordeel door te
gaan. Maar al met al waren het de reacties van een chrls- S;
.tendom zonder Goede Vrijdag en zonder Pasen, waarvan men
betwijfelen moet of het de naam christendom zelfs wel waar-
dig Is. Ofschoon de vader van Jakoba Adriana zich tenminste
één jaar lang heeft gekoesterd in het vleiende oordeel van
het dorp dat hij meer dan iemand op die naam recht had.
WIJKPREDIKANT.